DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. {Buitenland Het Plan van den Arbeid in den Senaat. No. 32 Vrijdag 7 Februari 1936 138e Jaargang Eerste Kamer Dr. Colijn maakt geen aanteekeningen van rede voeringen over het Plan. Ontevreden katholieken. De Nederlandsche Roode Kruis-Ambulance naar Abessinië. MET KONINGSPROCES. Waf vandaag de aandacht trekt 500 DOODEN IN DE V. S. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk f 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENT1EN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/b. HF.RMS. COSTER ZOON. Voordam C 9, postgiro 37060. Telef 3320, redactie 3330. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: T|. N. ADEMA. DEN HAAG, 6 Februari. Toen één der sprekers zeide „Nu moet ik eenige opmerkingen maken over het Plan van den Arbeid", zette minister Colijn het lorgnet, dat hij draagt, als hij notities maakt, af en legde hij de handen in den schoot. Als hij morgen zijn rede houdt, zal hij vermoedelijk zeggen, dat een niet onbelangrijk deel van het debat min of meer langs de regeering is heengegaan. Aan het Plan hebben vele sprekers heel wat tijd gewijd. Prof. Diepenhorst heeft er thans een rede over gehouden. Hij ziet de beteekenis ervan niet in de praktische re sultaten (want hierin gelooft hij niet), maar wel in het feit, dat het zich z. i. tegen het Marxisme wendt en uitgaat van het Fransche neo-socialisme en van de be schouwingswijze van Hendrik de Man, thans minister in België. Maar tegenover den op roep der S. D. A. P. tot samenwerking met burgerlijke democraten wil hij voorzich tigheid in acht genomen zien, vanwege haar verleden en haar program. De pro fessor kent aan het Plan een speculatief karakter en een ongefundeerd optimisme toe en de verwijzing, welke het bevat naar de toestanden in Zweden, gaf hem aanlei ding tot een opmerking, welke misschien alcoholisch niet geheel juist is, maar die hij psychologisch verantwoord achtte, nl. dat de Zweedsche punch het elixer van het Plan is. Zweden, meent de professor, kan men niet bij ons land vergelijken, omdat Zweden nog met allerlei voorzieningen moet beginnen, waar wij al lang mee klaar zijn. De antirevolutionnair, voor stander van de souvereiniteit in eigen kring, keurde het Plan af als etatistisch, als staatssocialistisch. Ook volgens den hoog leeraar is ordening noodig, maar deze kan z. i. slechts geschieden door de maatschap pelijke instituten zelve, zij het met leiding van den Staat. En de geestdrift, welke de S. D. A. P. voor het Plan wil wekken, acht hij verkeerd, omdat zij over het ge loof in het Plan spreekt als over een reli gie, hoewel het Plan stoffelijke welvaart tot doel heeft. Ziehier het geraamte van prof. Diepenhorst's rede, die met groote, hoewel ietwat benauwende, welsprekend heid, en met vele geeestigheden gelar deerd, werd voorgedragen De heer De la Bella (s.d.), die het Plan verdedigde, merkte later op, dat hij des professors grapjes niet in overeenstemming achtte met den ernst van den toestand, die in ons land het afgeloopen jaar nog erger is geworden. De heer Gelderman (lib.), die voor zijn fractie het woord voerde, daar haar leider, mr. Droogleever Fortuyn, verhinderd was, aanwezig te zijn, stelde tegenover het Plan, volgens hetwelk de overheid de leiding moet nemen tot verbetering van den toe stand, het geloof der liberalen in de ont wikkeling der vr(je, maatschappelijke krachten. De heer De la Bella, dien wij reeds noemden, betoogde, dat de zeshonderd millioen, voor de uitvoering van het Plan in drie jaar noodig, wel te vinden zijn, en beriep zich o.a. op het feit, dat het vaste kapitaalbezit van Nederlanders in het bui tenland tachtig millioen grooter is gewor den dan een jaar tevoren. Ook buitte hij het optimisme uit, waarvan minister Ge- lissen blijk heeft gegeven, toen hij, uit Polen teruggekeerd, in een interview zei- de, dat dit land een goede gelegenheid was voor Nederlanders om hun kapitaal te be leggen. Niet in de Kamer, maar wel elders heeft de minister over die opmerking reeds één en ander moeten hooren. Den Neder- landschen industriëelen kan zij niet aan genaam in de ooren klinken. Had prof. Van Embden (v.d.) gisteren gezegd, dat men, om de koopkracht te vermeerderen, geen openbare werken behoefde uit te voeren en kon volstaan met de steunuitkeeringen op het bedrag van het normale loon te brengen, aldus nieuw geld créeerende, de heer De la Bella stelde hier tegenover, dat die openbare werken productief waren, den invoer zouden doen toenemen en al dus vergrooting van den uitvoer mogelijk zouden maken. De heer Gelderman heeft verdere bezui niging op de Rijksuitgaven dringend noo.- dig genoemd en devaluatie bestreden, o.a. omdat men, als men er eenmaal mee is begonnen, niet meer terug kan, maar vaak gedwongen is, verder dien weg op te gaan. Krachtig heeft hij er op aangedron gen, dat bij de industrialisatie niet alleen nieuwe industrieën opgericht, maar ook bestaande gesteund zullen worden. Hij verklaarde zich tegen compensatietrans acties met het buitenland, omdat bij zoo danige handelsovereenkomsten één bepaald artikel de groote rol speelt, wat hij goed vond voor den- ouden tijd, maar niet voor onze dagen, nu het bedrijfsleven zoo ge compliceerd is. Mr. Mendels (s.d.) heeft een algemeen, politiek speechje gehouden, met verschil lende sprekers, die hem voorafgegaan wa ren, polemiseerende. Zijn partijgenooten waren blijkbaar bevreesd, dat hij te veel spreektijd verbruiken zou en den heer De la Bella niet genoeg gelegenheid zou laten om het Plan te verdedigen. Zij speelden mr. Mendels een briefje in handen, maar deze verfrommelde het onder het spreken, zonder er kennis van te nemen, en wierp het weg, waarna de heer Vorrink het on verstoorbaar opraapte, gladstreek en het hem onder de oogen hield. Mr. Mendels munt uit in de debiteeren van geestig heden, maar hier gaat onvermijdelijk een zekere tijd mee heen! Merkwaardig is wel, dat de sociaaldemocraten zoo weinig aan leiding hebben gevonden om zich tot de katholieken te wenden. Velen hunner zijn erg ontevreden over de regeering en dit is op den katholiekendag te Amsterdam ondubbelzinnig tot uiting gekomen. Men zou verwacht hebben, dat de sociaaldemo- ■aten zouden hebben betoogd, dat, als de katholieken het beleid dezer regeering zoo sterk afkeuren, zij met hen een nieuwe en betere kunnen vormen. Maar misschien zijn de sociaaldemocraten bang, dat men hen al te vurig wervende minnaars zal vinden. Aan die ontevredenheid der katholieken gaf thans de heer De Bruin (r.k.) uiting. Hij noemde de economische politiek der regeering volslagen mislukt en beriep zich op wat mr. Steenberghe, oud-lid van het kabinet-Colijn, op den katholiekendag heeft gezegd, nl. dat de sociaal-economi sche politiek van het kabinet heeft ge faald. Prijsstijging en koopkrachtvermin dering zijn volgens den heer De Bruin de resultaten der regeeringspolitiek. Hij hield het kabinet voor, dat het geen raad weet, getuige de stagnatie in de afhandeling van het wetsontwerp tot verlichting van de vaste lasten. En hij zeide, dat terwijl vijf tien zestienden van de wereld zich in een opgaande lijn bevindt (is dat deel niet wat èrg groot?), dit met ons land niet het ge val is. Al deze dingen moeten den katho lieken ministers wel bar onaangenaam in de ooren klinken. De Katholieke Staatspartij heeft de verantwoordelijkheid voor deze regeering niet op zich genomen, maar laat toe, dat drie harer leden er zit ting in hebben. En twee van die drie zijn voorname figuren in het parlement ge weest. Menig eenvoudig staatsburger, van staatsrechtelijke nuances niet erg op de hoogte, moet het moeilijk vallen, het extraparlementaire karakter van dit ka binet te begrijpen. Ten slotte moeten wij melding maken van de rede van graaf de Marchant et d'Ansembourg (N. S. B.) Zij was van een wonderlijke verwardheid, welke van tijd tot tijd den lachlust der Kamer wekte. Het verschil tusschen het Duitsche en het Ne- derlandsche nationaal-socialisme maakte hij niet duidelijk, ofschoon hiertoe alle aanleiding geweest zou zijn, na prof. Die penhorst's rede, gister bij het wetsontwerp tegen onredelijke executies gehouden. Evenmin leerde hij, hoe de N. S. B., die, naar wij gisteren hebben vernomen, leen- rente ongeoorloofd acht, haar plannen, zonder te leenen, zou kunnen uitvoeren. Hij klaagde „het demoliberalisme" aan, dat, zeide hij, een godloozen, staatssocia- listischen staat heeft geschapen, waar de meerderheid regeert. Als het parlement „tot de laatste rust is gelegd", zal, ver klaarde hij, de koningin den man aanwij zen, die een beteren staat zal scheppen. Maar als het parlement er niet meer is, is er geen constitutioneele monarchie meer. En de koningin heeft steeds een diep besef getoond van het wezen der constitutioneele monarchie. De N. S. B. eischt een monopo lie van trouw aan het Huis van Oranje voor zich op. Wat zal de N. S. B. doen, als de Kroon eens een anderen man aanwijst dan ir. Mussert? Addis Abeba, Januari 1936 Dr. v. Schelven schrijft ons: De voorbereiding voor het vertrek naar de plaats onzer bestemming is nog in vol len gang. Dezer dagen is vastgesteld, dat dr. van der Does en ik elk met 100 muil ezels, tentmateriaal en eetgerei de reis zullen maken. Wij mogen echter ons vleeschrantsoen slechts als noodrantsoen beschouwen. We hebben per karavaan een of twee jachtgeweren en moeten zien ons vleesch eiken dag voor ons gebruik te schieten. Daarvoor hebben we elk jachtpa tronen ontvangen. Is de streek bevolkt, dan koopen we er een schaap of geit om op te eten. Die beesten kosten hier 2 of i thaler is 1.50 met 1 thaler terug voor de huid. Een schaap komt dus op f 1.—J met te duur. We krijgen een twaalftal soldaten mee ter bescherming. Dr. Winckel, Ir. de Vries en Dr. Belmon- te gaan per truck. Een incouvenient is ech ter, dat de kleine regentijd begint en dat dientengevolge de weg naar Dessie reeds zacht is als pap. Of Dessié daardoor we per truck te bereiken zal zijn, is nog met te zeggen. In de trucks worden natuurlij K alle zware stukken van onze bagage me degenomen. Wij vernemen, dat de Engelsche ambu lance nog steeds te Dessié is. Door de re gens zijn de wegen naar Woldia weer weg geslagen, maar we zullen toch een poging moeten doen, aan onze bestemming te ko men en kunnen hier toch niet altijd blij ven zitten wachten. We gaan daarom maar met moed voort om alles in gereedheid te brengen en zijn ontzettend druk in de weer. Alles toch moet in drie porties verdeeld worden en er moet nauwkeurig acht op worden gegeven, dat in geen der afdee- lingen ook maar iets ontbreekt, dat niet of moeilijk gemist kan worden bij het ambu lance-werk. Onze uitrusting is zeer goed. De tenten zijn van uitnemend materiaal: twee stoel- jes, tafel, stormkring, badgelegenheid, verder gasmaskers, verbandtrommel, bijl, hamer, mes, lakens, dekens enz., enz. 't is alles puik in orde en dagelijks komt er wat bij: strijkijzer, koffiemolen, papier, inkt., aan alle kleine dingen is gedacht. Op 8 Januari was 't hier maansverduis tering. Die duurde ongeveer drie kwartier. Het was zeer eigenaardig. Wat ik nog nooit te voren zag, geschiedde hier. Anders toch verdwijnt de laatste rest van het verlichte cirkelvlak rechts en daar de aarde er over heen gaat, komt het links weer te voor schijn. Maar hier verdween de maan rechts iets boven en kwam ook rechts weer voor den dag. Zooals op Curasao de inlanders op Oude jaarsavond leven maken en herinneringen uit het jaar opdisschen onder levendige ge baren, schreeuwen, klepperen op allerlei kleine dingen om booze geesten te verdrij ven, zoo was het hier in dit zoogenaamde Christelijke land bij deze maansverduiste ring. Wel niet alles precies zoo, maar toch iets dergelijks. Hier zag je overal om je heen troepen van inlanders, mannen en vrouwen, die in koren elkander afwissel den en allerlei monotone gezangen aanhie ven, heel hartstochtelijk en wel aangrij pend. Daarbij zag je al die gedaanten in hun lange witte kleeren spookachtig zich buigen, telkens als er een regel gezongen was. En toen de verduistering ten einde liep en er weer een witte sikkel verscheen, een gehuil van vreugde en overal ge gil net als het gekraai van een haan, alsof de dag weer verschenen was. 'k Heb vier a vijf Abessijnen, die langs komen, gevraagd, wat dat beteekende. Hun antwoord luidde: Dat beteekent de dood van 'n groot man. De schaduw van de maan beteekent bloed. Onze kok, een oud man, heremiet, zeide mij: ,,'t Was op een Dinsdag. Kwam hetzelfde voor. Ik was op karavaan. En korten tijd daarna overleed keizer Menelik". Och, de men- schen zijn zoogenaamd christen, maar eigenlijk zijn ze animisten. Ze aanbidden vuur etc. Ze zijn feitelijk zoo fatalistisch, dat ze ook den dood niet vreezen. De dood is voor hen iets heel gewoons! Ze zeggen, dat dit jaar Hailé Selassi of Mussolini zal sterven. We hebben gisteren op zijn Etiopisch ge geten. Het maal begon zoo: Ingera plat soort brood, alleen van meel met water ge maakt krijg je op een bordje voor je Midden op tafel staat een bak met berbery of pepersaus. Met die slappe broodkorst doop je in de saus en neem je een vol tus schen de twee bladen. Je vingers lik je af of veeg je af aan een stukje „ingera", dat je dan wegschuift onder de rest, die nog op je bord of op tafel ligt. Vóór je staat 'n glas tedge of honingwijn. Je kunt dit af wisselen met het gebruik van thala. Dit is wijn, uit gierst bereid. Beide zijn afschu welijk van smaak. Intusschen wordt op staken een halve koe, die een paar minu ten geleden geslacht is en dus nog warm is, rondgedragen. Elke gast snijdt zich met z(jn mes een reep van zijn gading er af, Als tweede gang „doro", d. i. kip met eigen eieren gekookt in een scherp peper sausje. Als derde gang „alècha", d. L keryysoep met groote beenen en koppen van schapen. Alles heel scherp met peper en kerry. De resten worden met graagte opgegeten door de jongens, die alles verorberen: pe zen, vet, saus, enz. en alleen de beenen overlaten. Dan gaan ze naar huis en eten daar met graagte een tweede portie. Mevrouw Tatischeff zeide ons: Voor de ze menschen bestaat alleen de maag. Alle kunstgevoel, alle hoogere waarden zijn bij hen absoluut afwezig. Het valt zwaar, zich tot deze menschen aangetrokken te gevoe len, bij wie alle hoogere geestelijke nor men ontbreken. Als wij straks op karavaan zijn, zal ik wel eenigen tijd geen bericht kunnen zen den. De verdere drukte, die aan het ver trek voorafgaat, zal misschien schrijven ook mogelijk maken. Raitsj ontkent elke medeplichtig heid aan den moord van Marseille. Pospisjil „legt een verklaring af". In het proces tegen de Oestatsji's heeft de beschuldigde Raitsj de omstandigheden van zijn vertrek uit Hongarije naar Zürich uit eengezet. Zijn lezing was volkomen gelijk luidend aan die van Kralj: n.1. een reis zonder bepaald doel. De president deed opmerken: „Ge hebt bij de instructie verklaard dat ge in Frankrijk waart gekomen om een grooten slag te slaan. Kon u niet weten dat de koning tege lijkertijd met u in Frankrijk was?" Raitsj verklaarde dat Kvaternik hem en Pospisjil had bevolen zich naar Versailles te bgeven, maar ze werden niet ingelicht omtrent hetgeen ze er moesten doen. (Men weet dat koning Alexander naar Versailles zou gaan). De president toonde den beschuldigden het valies, dat aan het bewaarbureau aan de Gare St. Lazare te Parijs werd gevonden en waarin zich dezelfde soort wapenen be vonden als die, welke op de Oestatsji's te Marseille werden bevonden. De beschul digden ontkenden iets van het bestaan van het valies te hebben afgeweten De presi dent wees vervolgens op de overeenkomst tusschen den te Marseille gepleegden en den te Versailles voorbereiden aanslag. Pospisjil wenschte een verklaring af te leggen, doch de president zeide, dat hij hem het woord zou verleenen wanneer de getuigen er zouden zijn. Pospisjil betoogde dat het hem toescheen, dat de president door hem het woord te weigeren de partij der aanklagers begunstigde. De advocaten sloten zich hierbij aan, doch de president handhaafde zijn standpunt en hief de zit ting op. Toen de zitting hervat werd, zeide Pospis jil, dat hij zijn verklaring nog niet had af gelegd en dat hij, als zijn verhoor zou ge lijken op dat van zijn lotgenooten, niet zou antwoorden. Op de vragen, die de presi dent hem stelt, antwoordt Pospisjil steeds maar: Ik wensch mijn verklaring af te leg gen. Tenslotte zegt hij, dat hij niet meer zal spreken. En inderdaad weigert hij te ant woorden op alle vragen, die tevergeefs voor hem worden vertaald. Als eindelijk de pre sident de lijst van vragen, die hij te stellen had, heeft uitgeput geeft hij Pispisjil gele genheid voor zijn verklaring. Deze zegt dan: „Op den dag dat ik te Annemasse werd aangehouden, kwam een Servische agent tij dens mijn verhoor binnen. Daarna vertelt Pospisjil in een lang relaas van de pressie door dezen agent op hem geoefend; ook een andere Serviër, een politie-ambtenaar, heeft naar Pospisjil zegt, getracht hem er toe over te halen naar Italië te gaan en den leider der Destatsja, Pavlevitsj te ver moorden. De president onderbreekt dit relaas, zeg gende: „Dit alles verklaart niets omtrent de voorbereiding van den aanslag te Marseille, de eenige zaak die ons thans bezighoudt." Dan doet Pospisjil uitvoerige mededee- lingen omtrent zijn reis naar Frankrijk en zijn toetreding tot de Destatsja. Hij ver meldt den eed der Destasji, waarbij de leden zich verplichten tot absolute gehoor zaamheid aan den leider en tot volstrekt stilzwijgen. Twee andere beschuldigden geven toe denzelfden eed te hebben afge legd. Het verhoor wordt opgeschort. Na de hervatting van het verhoor zegt Pospisjil, dat hij Beieren had verlaten om een van de samenzweerders te ontmoeten, die hem de opdracht gaf Kralj en Raitsj naar Zürich te vergezellen. Het is blijkbaar Pospisjil's bedoeling op Kelemen, den moordenaar, alle verantwoordelijkheid af te schuiven. De president leest een uittreksel voor uit 'n in Duitschland gepubliceerd Kroatisch or gaan, waarin tegelijk met koning Alexander een reeks staatslieden ter dood worden ver oordeeld, waaronder Barthou, Benesj en Titulesco. Popisjil zegt hiervan niet te weten. Tot slot van de zitting van heden worden deskundige medici gehoord, die verklaren, dat Mio Kralj in beperkte mate toereke ningsvatbaar is te achten, doch zijn daden welbewust verricht. 500 dooden in Amerika door een Siberische koude. (Buitenland). Vliegtuigbotsing boven München. De inzittenden redden zich; twee wande laars gedood. (Buitenland). De executie van Hauptmann op 24 Maart a.s.? (Buitenland.) De zoon van den ex-koning van Spanje stervende. (Buitenland). Tumult bij de filmvertooning „Hel- denkermis" te Amsterdam. (Binnen land). De moord op den pastoor; politie looft geldpremie uit .(Binnenland). De tunnel te Velsen; spoorlijn zal onder het kanaal worden gelegd. (Bin nenland). Een geraffineerde oplichting voor de Haarlemsche rechtbank. (Rechts zaken). (Zie verder eventueel laatste berichten.) Reeds drie weken teistert Siberische koude Noord-Amerika. De koude, die Amerika thans reeds drie weken teistert, heeft veel van een Siberi- schen winter. Sedert tientallen jaren is in de Vereenigde Staten de temperatuur niet zqo laag geweest. Hevige sneeuwstormen woeden in het Midden-Westen. Tenge volge van de koude zijn tot dusverre 500 personen om het leven gekomen. De tem peraturen bewegen zich tusschen de 22 en 43 graden Celsius onder nuL Het geheele auto- en spoorwegverkeer van de Rocky Mountains tot de Alleghanies is be lemmerd. De sneeuwstormen hebben in Grand Rapids in den staat Michigan een snelheid be reikt van 100 K.M. per uur. De politie heeft touwen over de straten gespannen, waaraan de voorbijgangers zich kunnen vasthouden, ten einde tegen den storm te kunnen opworstelen. In Michigan, Illinois en Wisconsin liggen stra ten en spoorbanen onder een laag opgewaaide sneeuw, die soms 4 tot 8 M. dik is, en die door de koude tot een harde ijskorst is saam- gevroren. In vele steden in het Midden-Westen begint reeds schaarschte van levensmiddelen op te treden. De prijzen voor vleesch en eieren gaan sprongsgewijze de hoogte in. Vooral het gebrek aan melk wordt nijpend. In de groote steden moesten de scholen reeds gesloten worden, In Chicago komen de treinen met vertragin gen tot 24 uur aan. Sedert het bestaan van de spoorwegen, aldus verklaren de autoriteiten, zijn dergelijke verkeersstoringen nog niet voorgekomen. Bij Jackson in Wisconsin is Maandag in hoog-opgewaaide sneeuw een sneltrein blijven staan. De 89 passagiers konden eerst Woens dagavond uit den trein bevrijd worden, In Noord-Dakota, in den staat Minnesota, zijn twee goederentreinen ingesneeuwd. Men heeft ze tot dusverre nog niet kunnen berei ken. In Des Moines, de hoofdstad van Iowa, heerscht groot gebrek aan steenkolen. Het treinverkeer is bijna volledig stopgezet. In het Zuiden en aan de kust van den Stil len Oceaan daarentegen is het beginnen te dooien. De sneeuw smelt daar, zoodat nu weer gevaar van hoog water dreigt. DE EXECUTIE VAN HAUPTMANN OP 24 MAART A.S. BEPAALD? De New-York Fvening Journal verklaart, dat Trenchard gisteren heeft bepaald, dat Bruno Richard Hauptmann, de ontvoerder en moordenaar van het kind van Lindbergh in den nacht van 24 Maart a.s. in den elec- trischen stoel zal sterven. Het blad voegt hieraan toe, dat gouver neur Hoffman geen enkel verder uitstel meer zal toestaan, tenzij Hauptmann de namen van zijn medeplichtige(n), indien hjj deze heeft, zou onthullen. SPAANSCHE KONINGSZOON STERVENDE. Uit Havanna meldt men ons: De graaf van Cavadonga, vroeger prins van Asturië, zoon van ex-koning Alfonso, is stervende. Hij is lijdende aan een gezwel, waaraan niet kan worden gesneden. Ver geefs is getracht een bloedtransfusie toe te passen. De pauselijke nuncius Caruana heeft hem de H.H. Sacramenten der Stervenden toe gediend. De ex-koningin heeft telefonisch naar zijn toestand laten informeeren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 1