DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
{Buitenland
Het Plan van den Arbeid in den Senaat.
No. 32
Vrijdag 7 Februari 1936
138e Jaargang
Eerste Kamer
Dr. Colijn maakt geen aanteekeningen van rede
voeringen over het Plan.
Ontevreden katholieken.
De Nederlandsche Roode
Kruis-Ambulance naar
Abessinië.
MET KONINGSPROCES.
Waf vandaag de
aandacht trekt
500 DOODEN IN DE V. S.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk f 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENT1EN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/b. HF.RMS. COSTER ZOON. Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef 3320, redactie 3330.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: T|. N. ADEMA.
DEN HAAG, 6 Februari.
Toen één der sprekers zeide „Nu moet
ik eenige opmerkingen maken over het
Plan van den Arbeid", zette minister
Colijn het lorgnet, dat hij draagt, als hij
notities maakt, af en legde hij de handen
in den schoot. Als hij morgen zijn rede
houdt, zal hij vermoedelijk zeggen, dat een
niet onbelangrijk deel van het debat min of
meer langs de regeering is heengegaan. Aan
het Plan hebben vele sprekers heel wat
tijd gewijd. Prof. Diepenhorst heeft er
thans een rede over gehouden. Hij ziet de
beteekenis ervan niet in de praktische re
sultaten (want hierin gelooft hij niet),
maar wel in het feit, dat het zich z. i. tegen
het Marxisme wendt en uitgaat van het
Fransche neo-socialisme en van de be
schouwingswijze van Hendrik de Man, thans
minister in België. Maar tegenover den op
roep der S. D. A. P. tot samenwerking met
burgerlijke democraten wil hij voorzich
tigheid in acht genomen zien, vanwege
haar verleden en haar program. De pro
fessor kent aan het Plan een speculatief
karakter en een ongefundeerd optimisme
toe en de verwijzing, welke het bevat naar
de toestanden in Zweden, gaf hem aanlei
ding tot een opmerking, welke misschien
alcoholisch niet geheel juist is, maar die
hij psychologisch verantwoord achtte, nl.
dat de Zweedsche punch het elixer van het
Plan is. Zweden, meent de professor, kan
men niet bij ons land vergelijken, omdat
Zweden nog met allerlei voorzieningen
moet beginnen, waar wij al lang mee
klaar zijn. De antirevolutionnair, voor
stander van de souvereiniteit in eigen
kring, keurde het Plan af als etatistisch, als
staatssocialistisch. Ook volgens den hoog
leeraar is ordening noodig, maar deze kan
z. i. slechts geschieden door de maatschap
pelijke instituten zelve, zij het met leiding
van den Staat. En de geestdrift, welke de
S. D. A. P. voor het Plan wil wekken,
acht hij verkeerd, omdat zij over het ge
loof in het Plan spreekt als over een reli
gie, hoewel het Plan stoffelijke welvaart
tot doel heeft. Ziehier het geraamte van
prof. Diepenhorst's rede, die met groote,
hoewel ietwat benauwende, welsprekend
heid, en met vele geeestigheden gelar
deerd, werd voorgedragen De heer De la
Bella (s.d.), die het Plan verdedigde,
merkte later op, dat hij des professors
grapjes niet in overeenstemming achtte
met den ernst van den toestand, die in
ons land het afgeloopen jaar nog erger is
geworden.
De heer Gelderman (lib.), die voor zijn
fractie het woord voerde, daar haar leider,
mr. Droogleever Fortuyn, verhinderd was,
aanwezig te zijn, stelde tegenover het Plan,
volgens hetwelk de overheid de leiding
moet nemen tot verbetering van den toe
stand, het geloof der liberalen in de ont
wikkeling der vr(je, maatschappelijke
krachten.
De heer De la Bella, dien wij reeds
noemden, betoogde, dat de zeshonderd
millioen, voor de uitvoering van het Plan
in drie jaar noodig, wel te vinden zijn, en
beriep zich o.a. op het feit, dat het vaste
kapitaalbezit van Nederlanders in het bui
tenland tachtig millioen grooter is gewor
den dan een jaar tevoren. Ook buitte hij
het optimisme uit, waarvan minister Ge-
lissen blijk heeft gegeven, toen hij, uit
Polen teruggekeerd, in een interview zei-
de, dat dit land een goede gelegenheid was
voor Nederlanders om hun kapitaal te be
leggen. Niet in de Kamer, maar wel elders
heeft de minister over die opmerking reeds
één en ander moeten hooren. Den Neder-
landschen industriëelen kan zij niet aan
genaam in de ooren klinken. Had prof. Van
Embden (v.d.) gisteren gezegd, dat men,
om de koopkracht te vermeerderen, geen
openbare werken behoefde uit te voeren
en kon volstaan met de steunuitkeeringen
op het bedrag van het normale loon te
brengen, aldus nieuw geld créeerende, de
heer De la Bella stelde hier tegenover, dat
die openbare werken productief waren,
den invoer zouden doen toenemen en al
dus vergrooting van den uitvoer mogelijk
zouden maken.
De heer Gelderman heeft verdere bezui
niging op de Rijksuitgaven dringend noo.-
dig genoemd en devaluatie bestreden, o.a.
omdat men, als men er eenmaal mee is
begonnen, niet meer terug kan, maar vaak
gedwongen is, verder dien weg op te
gaan. Krachtig heeft hij er op aangedron
gen, dat bij de industrialisatie niet alleen
nieuwe industrieën opgericht, maar ook
bestaande gesteund zullen worden. Hij
verklaarde zich tegen compensatietrans
acties met het buitenland, omdat bij zoo
danige handelsovereenkomsten één bepaald
artikel de groote rol speelt, wat hij goed
vond voor den- ouden tijd, maar niet voor
onze dagen, nu het bedrijfsleven zoo ge
compliceerd is.
Mr. Mendels (s.d.) heeft een algemeen,
politiek speechje gehouden, met verschil
lende sprekers, die hem voorafgegaan wa
ren, polemiseerende. Zijn partijgenooten
waren blijkbaar bevreesd, dat hij te veel
spreektijd verbruiken zou en den heer De
la Bella niet genoeg gelegenheid zou laten
om het Plan te verdedigen. Zij speelden
mr. Mendels een briefje in handen, maar
deze verfrommelde het onder het spreken,
zonder er kennis van te nemen, en wierp
het weg, waarna de heer Vorrink het on
verstoorbaar opraapte, gladstreek en het
hem onder de oogen hield. Mr. Mendels
munt uit in de debiteeren van geestig
heden, maar hier gaat onvermijdelijk een
zekere tijd mee heen! Merkwaardig is wel,
dat de sociaaldemocraten zoo weinig aan
leiding hebben gevonden om zich tot de
katholieken te wenden. Velen hunner zijn
erg ontevreden over de regeering en dit
is op den katholiekendag te Amsterdam
ondubbelzinnig tot uiting gekomen. Men
zou verwacht hebben, dat de sociaaldemo-
■aten zouden hebben betoogd, dat, als de
katholieken het beleid dezer regeering zoo
sterk afkeuren, zij met hen een nieuwe en
betere kunnen vormen. Maar misschien
zijn de sociaaldemocraten bang, dat men
hen al te vurig wervende minnaars zal
vinden.
Aan die ontevredenheid der katholieken
gaf thans de heer De Bruin (r.k.) uiting.
Hij noemde de economische politiek der
regeering volslagen mislukt en beriep zich
op wat mr. Steenberghe, oud-lid van het
kabinet-Colijn, op den katholiekendag
heeft gezegd, nl. dat de sociaal-economi
sche politiek van het kabinet heeft ge
faald. Prijsstijging en koopkrachtvermin
dering zijn volgens den heer De Bruin de
resultaten der regeeringspolitiek. Hij hield
het kabinet voor, dat het geen raad weet,
getuige de stagnatie in de afhandeling van
het wetsontwerp tot verlichting van de
vaste lasten. En hij zeide, dat terwijl vijf
tien zestienden van de wereld zich in een
opgaande lijn bevindt (is dat deel niet wat
èrg groot?), dit met ons land niet het ge
val is. Al deze dingen moeten den katho
lieken ministers wel bar onaangenaam
in de ooren klinken. De Katholieke
Staatspartij heeft de verantwoordelijkheid
voor deze regeering niet op zich genomen,
maar laat toe, dat drie harer leden er zit
ting in hebben. En twee van die drie zijn
voorname figuren in het parlement ge
weest. Menig eenvoudig staatsburger, van
staatsrechtelijke nuances niet erg op de
hoogte, moet het moeilijk vallen, het
extraparlementaire karakter van dit ka
binet te begrijpen.
Ten slotte moeten wij melding maken
van de rede van graaf de Marchant et
d'Ansembourg (N. S. B.) Zij was van een
wonderlijke verwardheid, welke van tijd
tot tijd den lachlust der Kamer wekte. Het
verschil tusschen het Duitsche en het Ne-
derlandsche nationaal-socialisme maakte
hij niet duidelijk, ofschoon hiertoe alle
aanleiding geweest zou zijn, na prof. Die
penhorst's rede, gister bij het wetsontwerp
tegen onredelijke executies gehouden.
Evenmin leerde hij, hoe de N. S. B., die,
naar wij gisteren hebben vernomen, leen-
rente ongeoorloofd acht, haar plannen,
zonder te leenen, zou kunnen uitvoeren.
Hij klaagde „het demoliberalisme" aan,
dat, zeide hij, een godloozen, staatssocia-
listischen staat heeft geschapen, waar de
meerderheid regeert. Als het parlement
„tot de laatste rust is gelegd", zal, ver
klaarde hij, de koningin den man aanwij
zen, die een beteren staat zal scheppen.
Maar als het parlement er niet meer is, is
er geen constitutioneele monarchie meer.
En de koningin heeft steeds een diep besef
getoond van het wezen der constitutioneele
monarchie. De N. S. B. eischt een monopo
lie van trouw aan het Huis van Oranje
voor zich op. Wat zal de N. S. B. doen, als
de Kroon eens een anderen man aanwijst
dan ir. Mussert?
Addis Abeba, Januari 1936
Dr. v. Schelven schrijft ons:
De voorbereiding voor het vertrek naar
de plaats onzer bestemming is nog in vol
len gang. Dezer dagen is vastgesteld, dat
dr. van der Does en ik elk met 100 muil
ezels, tentmateriaal en eetgerei de reis
zullen maken. Wij mogen echter ons
vleeschrantsoen slechts als noodrantsoen
beschouwen. We hebben per karavaan een
of twee jachtgeweren en moeten zien ons
vleesch eiken dag voor ons gebruik te
schieten. Daarvoor hebben we elk jachtpa
tronen ontvangen. Is de streek bevolkt,
dan koopen we er een schaap of geit om op
te eten. Die beesten kosten hier 2 of i
thaler is 1.50 met 1 thaler terug voor de
huid. Een schaap komt dus op f 1.—J met
te duur. We krijgen een twaalftal soldaten
mee ter bescherming.
Dr. Winckel, Ir. de Vries en Dr. Belmon-
te gaan per truck. Een incouvenient is ech
ter, dat de kleine regentijd begint en dat
dientengevolge de weg naar Dessie reeds
zacht is als pap. Of Dessié daardoor we
per truck te bereiken zal zijn, is nog met
te zeggen. In de trucks worden natuurlij K
alle zware stukken van onze bagage me
degenomen.
Wij vernemen, dat de Engelsche ambu
lance nog steeds te Dessié is. Door de re
gens zijn de wegen naar Woldia weer weg
geslagen, maar we zullen toch een poging
moeten doen, aan onze bestemming te ko
men en kunnen hier toch niet altijd blij
ven zitten wachten.
We gaan daarom maar met moed voort
om alles in gereedheid te brengen en zijn
ontzettend druk in de weer.
Alles toch moet in drie porties verdeeld
worden en er moet nauwkeurig acht op
worden gegeven, dat in geen der afdee-
lingen ook maar iets ontbreekt, dat niet of
moeilijk gemist kan worden bij het ambu
lance-werk.
Onze uitrusting is zeer goed. De tenten
zijn van uitnemend materiaal: twee stoel-
jes, tafel, stormkring, badgelegenheid,
verder gasmaskers, verbandtrommel, bijl,
hamer, mes, lakens, dekens enz., enz. 't is
alles puik in orde en dagelijks komt er wat
bij: strijkijzer, koffiemolen, papier, inkt.,
aan alle kleine dingen is gedacht.
Op 8 Januari was 't hier maansverduis
tering. Die duurde ongeveer drie kwartier.
Het was zeer eigenaardig. Wat ik nog nooit
te voren zag, geschiedde hier. Anders toch
verdwijnt de laatste rest van het verlichte
cirkelvlak rechts en daar de aarde er over
heen gaat, komt het links weer te voor
schijn. Maar hier verdween de maan rechts
iets boven en kwam ook rechts weer
voor den dag.
Zooals op Curasao de inlanders op Oude
jaarsavond leven maken en herinneringen
uit het jaar opdisschen onder levendige ge
baren, schreeuwen, klepperen op allerlei
kleine dingen om booze geesten te verdrij
ven, zoo was het hier in dit zoogenaamde
Christelijke land bij deze maansverduiste
ring. Wel niet alles precies zoo, maar toch
iets dergelijks. Hier zag je overal om je
heen troepen van inlanders, mannen en
vrouwen, die in koren elkander afwissel
den en allerlei monotone gezangen aanhie
ven, heel hartstochtelijk en wel aangrij
pend. Daarbij zag je al die gedaanten in
hun lange witte kleeren spookachtig zich
buigen, telkens als er een regel gezongen
was. En toen de verduistering ten einde
liep en er weer een witte sikkel verscheen,
een gehuil van vreugde en overal ge
gil net als het gekraai van een haan, alsof
de dag weer verschenen was.
'k Heb vier a vijf Abessijnen, die langs
komen, gevraagd, wat dat beteekende.
Hun antwoord luidde: Dat beteekent de
dood van 'n groot man. De schaduw van de
maan beteekent bloed. Onze kok, een
oud man, heremiet, zeide mij: ,,'t Was op
een Dinsdag. Kwam hetzelfde voor. Ik
was op karavaan. En korten tijd daarna
overleed keizer Menelik". Och, de men-
schen zijn zoogenaamd christen, maar
eigenlijk zijn ze animisten. Ze aanbidden
vuur etc. Ze zijn feitelijk zoo fatalistisch,
dat ze ook den dood niet vreezen. De dood
is voor hen iets heel gewoons! Ze zeggen,
dat dit jaar Hailé Selassi of Mussolini zal
sterven.
We hebben gisteren op zijn Etiopisch ge
geten. Het maal begon zoo: Ingera plat
soort brood, alleen van meel met water ge
maakt krijg je op een bordje voor je
Midden op tafel staat een bak met berbery
of pepersaus. Met die slappe broodkorst
doop je in de saus en neem je een vol tus
schen de twee bladen. Je vingers lik je af
of veeg je af aan een stukje „ingera", dat
je dan wegschuift onder de rest, die nog
op je bord of op tafel ligt. Vóór je staat 'n
glas tedge of honingwijn. Je kunt dit af
wisselen met het gebruik van thala. Dit is
wijn, uit gierst bereid. Beide zijn afschu
welijk van smaak. Intusschen wordt op
staken een halve koe, die een paar minu
ten geleden geslacht is en dus nog warm
is, rondgedragen. Elke gast snijdt zich met
z(jn mes een reep van zijn gading er af,
Als tweede gang „doro", d. i. kip met
eigen eieren gekookt in een scherp peper
sausje. Als derde gang „alècha", d. L
keryysoep met groote beenen en koppen
van schapen. Alles heel scherp met peper
en kerry.
De resten worden met graagte opgegeten
door de jongens, die alles verorberen: pe
zen, vet, saus, enz. en alleen de beenen
overlaten. Dan gaan ze naar huis en eten
daar met graagte een tweede portie.
Mevrouw Tatischeff zeide ons: Voor de
ze menschen bestaat alleen de maag. Alle
kunstgevoel, alle hoogere waarden zijn bij
hen absoluut afwezig. Het valt zwaar, zich
tot deze menschen aangetrokken te gevoe
len, bij wie alle hoogere geestelijke nor
men ontbreken.
Als wij straks op karavaan zijn, zal ik
wel eenigen tijd geen bericht kunnen zen
den. De verdere drukte, die aan het ver
trek voorafgaat, zal misschien schrijven
ook mogelijk maken.
Raitsj ontkent elke medeplichtig
heid aan den moord van Marseille.
Pospisjil „legt een verklaring af".
In het proces tegen de Oestatsji's heeft de
beschuldigde Raitsj de omstandigheden van
zijn vertrek uit Hongarije naar Zürich uit
eengezet. Zijn lezing was volkomen gelijk
luidend aan die van Kralj: n.1. een reis
zonder bepaald doel.
De president deed opmerken: „Ge hebt bij
de instructie verklaard dat ge in Frankrijk
waart gekomen om een grooten slag te
slaan. Kon u niet weten dat de koning tege
lijkertijd met u in Frankrijk was?"
Raitsj verklaarde dat Kvaternik hem en
Pospisjil had bevolen zich naar Versailles
te bgeven, maar ze werden niet ingelicht
omtrent hetgeen ze er moesten doen. (Men
weet dat koning Alexander naar Versailles
zou gaan).
De president toonde den beschuldigden
het valies, dat aan het bewaarbureau aan
de Gare St. Lazare te Parijs werd gevonden
en waarin zich dezelfde soort wapenen be
vonden als die, welke op de Oestatsji's te
Marseille werden bevonden. De beschul
digden ontkenden iets van het bestaan van
het valies te hebben afgeweten De presi
dent wees vervolgens op de overeenkomst
tusschen den te Marseille gepleegden en den
te Versailles voorbereiden aanslag.
Pospisjil wenschte een verklaring af te
leggen, doch de president zeide, dat hij
hem het woord zou verleenen wanneer de
getuigen er zouden zijn. Pospisjil betoogde
dat het hem toescheen, dat de president door
hem het woord te weigeren de partij der
aanklagers begunstigde. De advocaten
sloten zich hierbij aan, doch de president
handhaafde zijn standpunt en hief de zit
ting op.
Toen de zitting hervat werd, zeide Pospis
jil, dat hij zijn verklaring nog niet had af
gelegd en dat hij, als zijn verhoor zou ge
lijken op dat van zijn lotgenooten, niet zou
antwoorden. Op de vragen, die de presi
dent hem stelt, antwoordt Pospisjil steeds
maar: Ik wensch mijn verklaring af te leg
gen. Tenslotte zegt hij, dat hij niet meer zal
spreken. En inderdaad weigert hij te ant
woorden op alle vragen, die tevergeefs voor
hem worden vertaald. Als eindelijk de pre
sident de lijst van vragen, die hij te stellen
had, heeft uitgeput geeft hij Pispisjil gele
genheid voor zijn verklaring. Deze zegt
dan: „Op den dag dat ik te Annemasse werd
aangehouden, kwam een Servische agent tij
dens mijn verhoor binnen. Daarna vertelt
Pospisjil in een lang relaas van de pressie
door dezen agent op hem geoefend; ook een
andere Serviër, een politie-ambtenaar, heeft
naar Pospisjil zegt, getracht hem er toe
over te halen naar Italië te gaan en den
leider der Destatsja, Pavlevitsj te ver
moorden.
De president onderbreekt dit relaas, zeg
gende: „Dit alles verklaart niets omtrent de
voorbereiding van den aanslag te Marseille,
de eenige zaak die ons thans bezighoudt."
Dan doet Pospisjil uitvoerige mededee-
lingen omtrent zijn reis naar Frankrijk en
zijn toetreding tot de Destatsja. Hij ver
meldt den eed der Destasji, waarbij de
leden zich verplichten tot absolute gehoor
zaamheid aan den leider en tot volstrekt
stilzwijgen. Twee andere beschuldigden
geven toe denzelfden eed te hebben afge
legd. Het verhoor wordt opgeschort.
Na de hervatting van het verhoor zegt
Pospisjil, dat hij Beieren had verlaten om
een van de samenzweerders te ontmoeten,
die hem de opdracht gaf Kralj en Raitsj
naar Zürich te vergezellen. Het is blijkbaar
Pospisjil's bedoeling op Kelemen, den
moordenaar, alle verantwoordelijkheid af
te schuiven.
De president leest een uittreksel voor uit
'n in Duitschland gepubliceerd Kroatisch or
gaan, waarin tegelijk met koning Alexander
een reeks staatslieden ter dood worden ver
oordeeld, waaronder Barthou, Benesj en
Titulesco. Popisjil zegt hiervan niet te
weten.
Tot slot van de zitting van heden worden
deskundige medici gehoord, die verklaren,
dat Mio Kralj in beperkte mate toereke
ningsvatbaar is te achten, doch zijn daden
welbewust verricht.
500 dooden in Amerika door een
Siberische koude. (Buitenland).
Vliegtuigbotsing boven München. De
inzittenden redden zich; twee wande
laars gedood. (Buitenland).
De executie van Hauptmann op 24
Maart a.s.? (Buitenland.)
De zoon van den ex-koning van
Spanje stervende. (Buitenland).
Tumult bij de filmvertooning „Hel-
denkermis" te Amsterdam. (Binnen
land).
De moord op den pastoor; politie
looft geldpremie uit .(Binnenland).
De tunnel te Velsen; spoorlijn zal
onder het kanaal worden gelegd. (Bin
nenland).
Een geraffineerde oplichting voor
de Haarlemsche rechtbank. (Rechts
zaken).
(Zie verder eventueel laatste
berichten.)
Reeds drie weken teistert Siberische
koude Noord-Amerika.
De koude, die Amerika thans reeds drie
weken teistert, heeft veel van een Siberi-
schen winter. Sedert tientallen jaren is in
de Vereenigde Staten de temperatuur niet
zqo laag geweest. Hevige sneeuwstormen
woeden in het Midden-Westen. Tenge
volge van de koude zijn tot dusverre 500
personen om het leven gekomen. De tem
peraturen bewegen zich tusschen de 22 en
43 graden Celsius onder nuL
Het geheele auto- en spoorwegverkeer van
de Rocky Mountains tot de Alleghanies is be
lemmerd. De sneeuwstormen hebben in Grand
Rapids in den staat Michigan een snelheid be
reikt van 100 K.M. per uur. De politie heeft
touwen over de straten gespannen, waaraan de
voorbijgangers zich kunnen vasthouden, ten
einde tegen den storm te kunnen opworstelen.
In Michigan, Illinois en Wisconsin liggen stra
ten en spoorbanen onder een laag opgewaaide
sneeuw, die soms 4 tot 8 M. dik is, en die
door de koude tot een harde ijskorst is saam-
gevroren.
In vele steden in het Midden-Westen begint
reeds schaarschte van levensmiddelen op te
treden. De prijzen voor vleesch en eieren gaan
sprongsgewijze de hoogte in. Vooral het gebrek
aan melk wordt nijpend. In de groote steden
moesten de scholen reeds gesloten worden,
In Chicago komen de treinen met vertragin
gen tot 24 uur aan. Sedert het bestaan van de
spoorwegen, aldus verklaren de autoriteiten,
zijn dergelijke verkeersstoringen nog niet
voorgekomen.
Bij Jackson in Wisconsin is Maandag in
hoog-opgewaaide sneeuw een sneltrein blijven
staan. De 89 passagiers konden eerst Woens
dagavond uit den trein bevrijd worden,
In Noord-Dakota, in den staat Minnesota,
zijn twee goederentreinen ingesneeuwd. Men
heeft ze tot dusverre nog niet kunnen berei
ken.
In Des Moines, de hoofdstad van Iowa,
heerscht groot gebrek aan steenkolen. Het
treinverkeer is bijna volledig stopgezet.
In het Zuiden en aan de kust van den Stil
len Oceaan daarentegen is het beginnen te
dooien. De sneeuw smelt daar, zoodat nu weer
gevaar van hoog water dreigt.
DE EXECUTIE VAN HAUPTMANN OP
24 MAART A.S. BEPAALD?
De New-York Fvening Journal verklaart,
dat Trenchard gisteren heeft bepaald, dat
Bruno Richard Hauptmann, de ontvoerder
en moordenaar van het kind van Lindbergh
in den nacht van 24 Maart a.s. in den elec-
trischen stoel zal sterven.
Het blad voegt hieraan toe, dat gouver
neur Hoffman geen enkel verder uitstel
meer zal toestaan, tenzij Hauptmann de
namen van zijn medeplichtige(n), indien
hjj deze heeft, zou onthullen.
SPAANSCHE KONINGSZOON
STERVENDE.
Uit Havanna meldt men ons:
De graaf van Cavadonga, vroeger prins
van Asturië, zoon van ex-koning Alfonso, is
stervende. Hij is lijdende aan een gezwel,
waaraan niet kan worden gesneden. Ver
geefs is getracht een bloedtransfusie toe te
passen.
De pauselijke nuncius Caruana heeft hem
de H.H. Sacramenten der Stervenden toe
gediend.
De ex-koningin heeft telefonisch naar zijn
toestand laten informeeren.