DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Italiaansche overwinning bij Makallé. No. 40 Maandag 17 Februari 1936 138e Jaargang Het leger vari Ras Moeloegeta ten zuiden van Makallé verslagen, waarbij 20.000 Abessiniërs buiten gevecht zouden zijn gesteld. Gevaar voor Ras Seyoem. De aanslag op Léon Blum. Wat vandaag de aandacht trekt,.. Treurig slot van nachtfeest. Auto uit Enkhuizen rijdt te Haarlem in het water; 25-jarig meisje verdronken ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.— franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE AD VERTEN TIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: T). N. ADEMA. Badoglio Als altijd was generaal Badoglio in zijn legerbericht sober. Het 125ste luidde n.1.: „Onze troepen aan het Erythreesche front die sedert 11 Februari een aanvang hadden gemaakt met een offensieve beweging, heb ben 15 Februari, bij het aanbreken van den dag, een grooten veldslag geopend ten Zuiden van Makallé". De latere berichten maakten melding van successen in dezen strijd behaald. Ze wer den Zondagmiddag om 2 uur per radio in Italië bekend. Men meldt verder uit Makallé: Maarschalk Badoglio heeft een groote overwinning behaald, na hevige gevechten rondom Aradam ten Zuiden van Makallé. De Abessinische troepen, die onder bevel staan van Ras Moeloegeta en wier aantal geraamd wordt op 80.000 manschappen, zijn voor een deel op de vlucht geslagen. Het op de vlucht geslagen deel van dit Abessinische leger wordt geschat op 30.000 man. Aradam is veroverd. Sjelicok is bezet, evenals de geheele vlakte Afgol, met Antalo Belsat en Adi Maiciaa. De Abessinische verliezen, die buiten gewoon groot zijn, worden geschat op 20.000 buiten gevecht gestelde manschappen. De Italiaansche verliezen zouden bedragen on geveer 400 dooden en 500 gewonden. Tengevolge van dezen veldslag loopen de troepen van Ras Kassa en Ras Syoem, die in het Tombiengebied staan opgesteld, ge vaar, afgesneden te worden, wanneer zij zich niet onmiddellijk terugtrekken. Reuter meldt de volgende bijzonderheden over dezen slag, die de grootste schijnt te zijn, welke in Abessinië tot nu toe is ge leverd. De veldslag bij Enderta is zeer belangrijk door zijn militaire resultaten en door zijn politieke consequenties. Vanaf het oogen- blik, dat maarschalk Badoglio in Oost-Afrika aankwam, heeft hij steeds een ontmoeting gewenscht met den vijand in vollen om vang, teneinde hem een indrukwekkende nederlaag te kunnen toebrengen. De maar schalk had gemeend die gelegenheid te krij gen tijdens de poging van de Abessiniërs den strijd aan te binden in Tembien op 21 Januari j.1., maar de vijand bood toen nog geen houvast. Ditmaal is het verlangde re sultaat bereikt, de Abessiniërs die ongeveer 30.000 man telden, bijna allen van het ge regelde leger, hebben een verbiterden tegen stand geboden, maar zijn toch volkomen op de vlucht gedreven. De aanvoerder vlucht. Ras Moeloegeta heeft met 9000 man den strijd in den loop van den nacht van 14 op 15 Februari den rug toegekeerd. Aradam is een goed versterkte plaats, die zich uitstrekt over een lengte van acht K.M. en een diepte van drie K.M. De stad is in handen van de Italianen gevallen. Het is interessant te vermelden, dat de strijd werd aangebonden in voor de Italianen ongun stige omstandigheden, die haar oorzaak vonden in de positie van den tegenstander en in den omvang van de Abessinische troepen die zij tegenover zich vonden. Vyf Italiaansche divisies bevonden zich in de eerste linie; De Divisie „23 Maart", de divisie „3 Januari", de „Sabauda", de divisie Alpenjagers en de divisie „Assietta", welke laatste in reserve werd gehouden. Het voor deel, dat de Italianen hadden in de om standigheid, dat er een vliegveld aanwezig Was op 10 K.M. van het tooneel der opera tie. en dat zij bps'h'1 t"n over een machtige artillerie, werd weer opgeheven door de Ras Seyoem numerieke meerderheid der Abessiniërs en hun groote kennis van het terrein, benevens door hun groote bewegelijkheid. Hoewel de in stroomen neerstortende regen de aan komst van de ravitailleeringsafdeelingen be lemmerd hadden, waren het toch uitsluitend de blanke Italiaansche troepen, die aan de actie deelnamen. De uiterste rechtervleugel van het front werd bezet door de benden van Ras Koeksa, die echter geen deel heb ben genomen aan de actie; de linkervleugel werd bezet door benden Gallas onder Itali aansche leiding. Deze vleugel is nog niet gereed gekomen met het zuiveringswerk. De onderbevelhebber van den generalen staf van maarschalk Badoglio heeft tegen over vertegenwoordigers van de pers een uiteenzetting gegeven over de consequenties der recente gevechten. Hij zeide daarbij o.m.: „De veldslag van Enderta is gewon nen; Enderta omvat de geheele streek, ge legen tusschen het Oosten van Makallé en het centrum van Arada. De vijand trekt zich terug in de vallei van Boera en Agajen, waardoor de troepen van Ras Moeloegeta volkomen geïsoleerd worden. Ik moet hulde brengen aan den moed der vijandelijke sol daten, die zich liever hebben laten afslach ten dan te vluchten. Wanneer zij dan ook nu terugtrekken komt dat, omdat zij verslagen zijn. Onze overwinning kan aanzienlijke militaire consequenties hebben in het bin nenland van Abessinië, aangezien Aradam binnenkort in ons bezit zal zijn. Aan den anderen kant is het ook mogelijk, dat na een algeheele zuivering van de vlakte van Afgdi maarschalk Badoglio de vlakte van Boeia zal beletten, teneinde van de rivier die denzelfden naam draagt gebruik te maken als beschermingslinie. Een der groote resultaten van de over winning van Emberta is, dat het Tembien- gebied, dat zoo moeilijk te veroveren was, nu geheel bevrijd is. In den afgeloopen nacht hebben de Ita liaansche troepen uiting gegeven aan hun uitbundige vreugde. In Asmara en in de be langrijke dorpen onder Italiaansche bezet ting werden groote betoogingen gehouden. Badoglio ontvangt journalisten. Maarschalk Badoglio heeft op 9 Februari de Italiaansche en buitenlandsche journa listen ontvangen en hun in groote lijnen een uiteenzetting gegeven van de actie die hij voornemens was ten uitvoer te leggen waar bij hij hen echter waarschuwde, dat zij geen enkele mededeeling zouden kunnen sturen aan hun dagbladen en agentschappen zoo lang de veldslag niet ten einde was. „Ik had U beloofd zoo zeide hij dat gij aanwezig zoudt zijn bij de actie van van daag. Ik houd mijn belofte. Gij zult iets grootsch zien, misschien zelfs wel iets zeer grootsch. Morgen is de dag van voorberei ding. Ik weet niet wat de reactie van den vijand zal zijn. In ieder geval zullen wij, vanaf den opperbevelhebber tot aan den laatsten soldaat tot het einde doorzetten". Het Italiaansche offensief werd ingezet, toen er een verschrikkelijk slecht weer heerschte. De eerste lichte onweersbui barst te Zondag 9 Februari in den loop van den middag los. Een wolkbreukachtigen regen stroomde den geheelen nacht van Maandag op Dinsdag neer, zoo hevig, dat men aar zelde het bevel tot oprukken te geven, op grond van de moeilijkheden die de vlieg tuigen ondervonden te starten van het vlieg veld van Makalle. Bij het aanbreken van den dag hield de regen op. Een zware storm zette Dinsdagmiddag in. Het schijnt, dat nu het seizoen der „kleine regens" is gekomen. De wegen zijn buitengewoon glibberig door den dichten laag stof die ze bedekte en die thans in modder is omgezet. Bijzonderheden. Stefani meldt uit Asmara dat twee leger corpsen op 12 Februari des morgens om zeven uur den opmarsch hebben hervat. Terwijl op den linkervleugel de verster kingen welke men zich tot doel had gesteld reeds in den ochtend konden worden be reikt, hebben de strijdkrachten op den rech tervleugel, welke bestaan uit zwarthemden, verwoede gevechten moeten leveren met den vijand, welke werd gesteund door tien kanonnen. Om vier uur in den middag was de vijand verslagen, dank zij de versterking welke werd ontvangen van een divisie alpen jagers, de doeltreffendheid der artillerie, die de vijandelijke batterijen verwoestte en de goede samenwerking, welke van de lucht- vaartafdeeling werd ontvangen. Intusschen trok ook het derde legercorps op, gesteund door artillerie-bombardementen en aanvallen der vliegtuigen, hoewel de vijand verwoeden tegenstand bood. Op 13 en 14 Febr. hebben het eerste en tweede legercorps de bezette stellingen geconsoli deerd. Een poging der Abessiniërs in het gebied van Adi Acheiti tegenaanvallen te ondernemen werd door artillerievuur onge daan gemaakt. Ondanks het slechte weer was de ravitailleering der troepen uit stekend. Op 15 Februari zijn de beide Italiaansche vleugels Verder opgerukt. Om elf uur dien dag ontketende de vijand nog een krach- tigen tegenstand, welke tot 6 uur in den middag op wanhopige wijze werd volge houden. Toen hadden de alpenjagers Antalo bereikt. Zij keerden zich toen naar den Amba Aradam, dat door detachementen zwarthemden onder bevel van den hertog Pistoja werd bezet. De Italiaansche drie kleur werd boven op den berg geplant. Bij deze gevechten is het moreel der troe pen uitstekend gebleken. Zoowel de artille rie als de luchtmacht hebben op doeltreffen de wijze met de overige troepen samen gewerkt. De indruk in Italië. De bekendmaking van het officieele Ita liaansche legerbericht, dat kond deed van nieuwe successen met de wapenen aan het front in Eritrea, die Zondagmiddag om twee uur in geheel Italië door de radio ge schiedde, heeft overal diepen indruk ge maakt. In politieke kringen spreekt men de mee ning uit, dat de gemelde Italiaansche over winning, welke is bevochten in de drie- daagschen hevigen strijd, waaraan 5 Itali aansche divisies zwarthemden en troepen hebben deelgenomen, voor het Abessinische leger een nieuwen zwaren slag beteekent, welke na het succes van generaal Graziani aan het Zuidelijk front ook aan het Noor delijk front de militaire superioriteit van Italië bewijst. Hoewel geen bijzonderheden bekend zijn, gelooft men in Italiaansche kringen, dat het in Enderta staande Abessinische leger zware verliezen heeft geleden. Men wijst er niettegenstaande op, dat een uitbuiting en uitbreiding van het succes met het oog op den reeds aangevangen regentijd en door het bergachtige karakter van het land voorloopig aan twijfel onderhevig is. Vooral de strijd op het plateau van Ara dam moet fel zijn geweest. Het is mogelijk, dat eenige duizenden Abessiniërs op dat uit gestrekte plateau zijn achtergebleven, maar de hoofdmacht is op den terugtocht, aldus meldt Reuter uit Makallé. Uit Addis Abeba is nog niet van deze nederlaag vernomen. Volgens Zaterdag daar ontvangen be richten werd door kleine afdeelingen, ver spreid over een groot gebied aan het Noor delijk front, verbitterd gestreden. Dat lijkt niet heel erg op een grooten slag. De Italiaansche berichten zijn echter zoo uitvoerig, dat we wel moeten aannemen, dat generaal Badoglio een goede overwinning heeft behaald, waardoor hij in staat zal zijn Makallé te behouden en zich stellingen te verschaffen, die het hem mogelijk maken den regentijd tegemoet te zien zonder veel bedreiging van Abessinischen kant. Wat de Abessiniërs melden. Uit Addis Abeba meldt men: De troepen van generaal Nassiboe blijven vorderingen maken bij de rivier Fafan. Zij rukken langs beide overs op naar Waran- dab, na alle Italiaansche posten, die meestal uit Somalitroepen bestonden, deels vernie tigd, deels gevangen genomen te hebben. Ook in de woestijn ten Zuiden van Koe- ralle zijn de Abessinische troepen met en kele cavallerie-afdeelingen opgerukt, waar bij zij den Italianen vrij zware verliezen hebben toegebracht. Deze strijd-operaties moeten echter voorloopig beschouwd wor den als pogingen om onzekerheid teweeg te brengen in den Italiaanschen opmarsch. Langs de voor tanks begaanbare wegen zijn door de Abessiniërs versterkingen aan gelegd die voorzien zijn van een groot aan tal stukken tankgeschut. Daarmede wil men verhinderen, dat de Italianen, zooals bij hun eerste offensief in Ogaden, opmarschen die per het land in ten uitvoer leggen. Voorloopig valt echter nog niet te denken aan grootere gevechtsoperaties langs den Fafan, aangezien de wegen ten zeerste heb ben geleden onder den regenval. In strijd met de berichten over een groote Italiaansche overwinning aan het Noordelijk front wordt in de Abessini sche hoofdstad medegedeeld, dat er geen sprake meer kan zijn van een ontzetten der Italiaansche bezetting van Makallé. De Abessinische troepen sluiten den kring om de stad steeds nauwer. De meest vooruitgeschoven posten der Abessinische troepen, zoo zegt men, zijn nog slechts op drie kilometer van de stad ver wijderd. Andere Abessinische afdeelingen hebben den weg AbaroMakallé door vernieling van versterkingen, resp. het opbreken van belangrijke deelen van den weg, versperd. Ras Desta Ras Desta gedood? Een bericht, als zou Ras Desta zijn ge dood, wordt volgens het agentschap Stefani bevestigd door te Djiboeti uit Addis Abeba aangekomen Europeanen. Functionarissen te Massoea aangekomen. Het mailschip „Leonarda da Vinei", aan boord waarvan zich de Italiansche minister van pers en propagnda Ciano, de secretaris der fascistische partij Starace en de vroe gere secretaris der fascistische partij, Vari- nacci, bevinden te Massoea is hier gister avond aangekomen. Zij zijn onmiddellijk naar Asmara doorgereisd. Minister Ciano zal nog in den loop van den dag het bevel over een desparata esquadrille op zich nemen. Geruchten over oneenigheid tusschen Negus en Kroonprins. Te Aden doet volgens Italiaansche bericht geving het gerucht de ronde, dat de kroon prins in verband met oneenigheid met den Negus streng wordt bewaakt. Drie royalisten zullen worden vervolgd. Tegen de drie als verdacht van deelneming aan den aanslag op Leon Blum gearresteerde jongelieden is een vervolging ingesteld wegens het toe brengen van lichamelijk letsel. Zij zijn in een gevangenis opgesloten. Italiaansche overwinning bij Ma kallé. (Buitenland). Verkiezing in Spanje; vrij rustig. (Buitenland). Sabotage bij Engelsche marine. (Buitenland). Britsch stoomschip aan den grond geloopen. (Buitenland). Ontploffing bij bakkerijbrand te Nijmegen. (Binnenland). Kolendampvergiftiging te Arnhem. (Binnenland). Nogmaals de wreede pleegmoeder van Megen. (Binnenland). Autobus onder Haarlemmermeer in de sloot; geen ernstige ongelukken. (Binnenland). Treurig slot van nachtfeest; Haar- lemsch meisje verdronken. (Binnen land). Diefstal van vliegtuigen? (Lucht vaart). Prov. bond van rundveefok-ver- eertigingen vergaderde in Hoorn. (Land- en Tuinbouw). Olympische winterspelen geëindigd. (Sport- en Wedstrijden). Twee ingezetenen van Enkhui zen van 26 en 27 jaar bezochten in den afgeloopen nacht met de 25-jarige mej. v. H. uit Haarlem een nachtfeest en maakten alvorens het meisje naar huis te brengen nog een toertje door de stad. Zondagamorgen omstreeks zes uur is de bestuurders, blijkbaar door onbe kendheid van den weg bij de Turfmarkt in den Kampersingel gereden. De beide heeren konden zich, door het inslaan van een ruit naar buiten werken en door voorbijgangers op het droge ge bracht worden. De 25-jarige mej. v. H. slaagde daarin echter niet en kwam jammerlijk om het leven. Na een half uur hebben politie en leden van den Ongevallendienst het stoffelijk overschot uit de auto gehaald. Het is naar het St. Elisabethsgasthuis overgebracht. De bestuurder en zijn vriend, die zooals gezegd, gered konden worden, zijn naar het politiebureau overgebracht, waar bij onder zoek bleek, dat zij alcoholische dranken ge bruikt hadden. Zij konden eerst laat op den dag verhoord worden. Tragische bijzonderheden. Omtrent dit auto-ongeluk vernemen wij nog het volgende: De auto kwam van de Turfmarkt en werd bestuur door den 27-jarigen koopman P. B. uit Enkhuizen. Achter in de auto zat de 26- jarige G. v. d. B., leeraar aan de H.B.S. te Enkhuizen, en het meisje, de 25-jarige mej. E. G. L. van Haarlem, wonende in de Har- men Jansstraat te Haarlem. De jongelui hadden met het meisje kennis gemaakt en zouden haar des morgens om 5 uur met de auto naar huis brengen. Erst werd nog wat rondgereden en om streeks kwart voor zes kwam men op de Turfmarkt. Het was donker en mistig en de bestuurder is recht door gereden, waardoor de auto naast de brug met de wielen om hoog in het water terecht kwam. B. wist zich door een portieraampje te redden, v. d. B. kroop eveneens door een raampje naar buiten. Zij werden op den hoogen wal geholpen door een politie-agent en eenige burgers, die zich daarna te water begaven om ook het meisje te redden. Door den val was het koetswerk van de auto echter ontzet en zij slaagden er niet in de portieren te openen. Eenigen tijd later is de auto met een kraanwagen opgehaald; het meisje lag ach terin. Een dokter kom slechts den dood constateeren. Het stoffelijk overschot werd naar het St. Elisabeths-Gasthuis vervoerd, en ook de beide Enkhuizenaren werden daarheen overgebracht. In den loop van den middag zijn zij door de politie ver hoord. Zij konden geen verklaring van het ongeluk geven. Wel gaven zij toe, dat zij in het cabaret bier en sterken drank had den gebruikt. Het onderzoek van de politie zal moeten uitwijzen of drankgebruik de oorzaak van het ongeluk is. De zwaar beschadigde auto is in besla' genomen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 1