DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De groote veldslag in Abessinië. zsvn club üdarrüjwn)tty&st& (>oedJurrjc^rrwdd^ No. 42 Woensdag 19 Februari 1936 138e Jaargang Tal van tegenstrijdige berichten. Toch een Italiaanscheoverwinning? Italië waarschuwt, Waf vandaag de aandacht trekt k tal, k ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bü vooruitbetaling voor Alkmaar 2.— franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef- 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Oorlogsberichten zijn nimmer be trouwbaar. Dat heeft de geschiedenis nu al zoo langzamerhand geleerd. En zoo staan wij thans voor het raadsel: wat is er nu precies gebeurd in Abes sinië? Heeft Italië werkelijk een groote overwinning behaald of is het slechts een plaatselijk succes? Mag men de Italiaansche berichten gelooven, dan is de jongste veldslag bijna beslissend ge weest en is er van een Abessinisch le ger niet veel meer over. En Addis Abe ba meldt natuurlijk het tegendeel. Als wij alle berichten van beide kanten nog eens terloops nagaan, dan komen wij echter tot de conclussie, dat de Abessiniërs weliswaar een gevoelige nederlaag te slik ken gekregen hebben, maar zeker niet ver pletterd zijn. De journalisten hebben gisteren een be zoek gebracht aan de nieuwe Italiaansche stellingen tusschen Balasa en Antalo op 't slagveld van Amba Aradam. De artillerie vuurde nog zoo nu en dan op kleine Abesinische groepen, die naar 't Zuiden terugtrokken. Op het slagveld vond men niet zoo veel Abessinische lijken meer. De meeste ge sneuvelden zijn intusschen begraven of verbrand. Betrouwbare verliescijfers zijn nog steeds niet bekend. Het schijnt evenwel, dat de verliezen der Italianen kleiner zyn dan men in oorsprong had gedacht. Belasa, Antalo en andere in de buurt van Aradam gelegen plaatsen zyn op bevel van ras Moeloegheta door de Abessiniërs ontruimd. De Abessiniërs, aldus vervolgt dit in het Italiaansche gebied gepubliceerde bericht, hebben op hun terugtocht de meeste plaat sen in brand gestoken. Naar van Italiaansche zy'de wordt ver klaard, hebben verscheiden bewoners der streek niet voldaan aan het bevel hun hui zen te ontruimen. Zy werden, naar voorts verluidt, wegens het weigeren van gehoor zaamheid aan de bevelen van het terug trekkende Abessinische leger, doodgescho ten. De persvertegenwoordigers werden nog in de gelegenheid gesteld de generaals-unt- form, de ordeteekenen en onderscheidings teekenen, zoomede den maarschalkstaf van Moeloegheta te bekijken. De Abessinische veldheer heeft alles moeten achterlaten. De kleedingstukken en andere voorwerpen be vinden zich thans in het hoofdkwartier der Italianen. De Italiaansche overwinning bij Aradam heeft den terugtocht ten gevolge van de legers van ras Syoem en ras Kassa. Dinsdagavond had men den indruk, dat de militaire operaties nog niet voltooid wa ren. Het schijnt, dat de situatie de Abessini sche legerleiding voor moeilijke beslis singen stelt, aldus verklaart men ten slotte in Italiaansche kringen. Stefani seint, dat maarschalk Badoglio met het volgende telegram heeft geant woord op dat van Mussolini: „Ik dank Uwe Excellentie voor den lof my, mijn officie ren en den troepen toegezwaaid. Deze lof zal voor ons allen een aansporing zijn tot nieuwe worstelingen totdat de groote on derneming voltooid zal zijn. Dank zij het willen van Uwe Excellentie, dank zij den moed der aanvoerders en der troepen, rus ten de eindelijk gewroken dooden van Adoea in vrede". Stefani seint: In twee dagen, op 16 en 17 Februari, heeft de Italiaansche bombarde- mentsvloot op de vluchtende troepen van ras Moeloegetha ruim 100 ton springstoffen laten vallen. De luchtstrijdkrachten blijven de achtervolging der verslagen troepen zonder ophouden voortzetten, van zonsop gang tot zonsondergang. De Abessiniërs worden zoodoende gedwongen vee, muni- tie-convooien en muilezels in de steek te la ten. Overal, waar de vluchtende vijand tracht weer troepenverzamelinge tot stand te brengen, teneinde de gelederen weer eenigszins te herstellen, komen de Italiaan sche vliegtuigen tusschenbeiden en wekken weer verwarring door het zaaien van pa niek, zoodat belet kan worden, dat nieuwe troepenformaties tot stand worden gebracht voor het bieden van tegenstand. De overwinning van Amba Aradan is in geheel Italië gevierd. Overal wapperden honderden vlaggen en werden groote op tochten gevormd. In Rome hebben de stu denten een opmarsch gehouden, lange stoe ten trokken door de straten, onder het zingen van overwinningsliederen en het uitroepen van spotverzen op den Negus. Op de Piazza Ver.ezela kwamen de verschillen' de stoeten bijeen, tot er tenslotte een reusachtige menigte opeengeperst stond, die in voortdurend hoerageroep Mussolini uitnoodigden zich te vertoonen. De duce verscheen tweemaal op het balcon van zijn regeeringspaleis. De Temps bespreekt de Italiaansche over winning ten Zuiden van Makallé en de slag ten Zuiden van Enderta, waarbij het blad de Italianen op het hart drukt met 't oog op de jongste wapensuccessen ernstig de mogelijkheid onder oogen te zien van 't sluiten van vrede. Ondanks alle berichten over aanstaande directe onderhandelingen tusschen Rome en Addis Abeba, wijzen toch alle teekencn aan Abessinische zijde erop, dat de Negus ook nu nog vastbesloten is zijn land te ver dedigen. De mogelijkheid van een spoedige bijlegging van het Afrikaansche conflict mag daarom echter niet uit het oog verlo ren worden. Het feit, dat Italië zekere mili taire successen geboekt heeft vormt voor de onderhandelingen een goeden grond slag. Het belang van de Europeesche poli tiek, maar ook dat van Italië moet nog steeds gericht zijn op een spoedige rege ling van het conflict. Italië kan zich na zijn overwinning bereid toonen tot het opvat ten van onderhandelingen, zonder te vree zen voor eenigerlei vernedering. Het moet echter zelf den eersten stap doen. De voor stellen van de Commissie van Vijf in Ge neve, en de beginselen van het plan van Laval en Hoare, blyven een waardevolle basis vormen, daar zij door een voldoend uitgebreid kader een voor alle betrokkenen eervolle oplossing waarborgen. Een verhaal van spionnage en omkooperij. Het Italiaansche persagentschap Stefani verneemt, dat een jeugdig arbeider te Boe dapest van een landgenoot een schrijven heeft ontvangen uit Kenya. Deze landgenoot was ordonnans van Ras Desta voor den ne derlaag van Dolo. De brief was ter hand gesteld aan een Abessinisch deserteur, die hem uit Kenya naar Boedapest zond. Het schrijven ou bevat een verhaal, dat als volgt luidt: Op een goeden nacht kwam een kleine, gebochelde man in het Abessinische kamp, waar hy onmiddellijk ondervraagd werd door een Engelsch officier, die de leiding had over den spionnagedienst en door twee an dere Europeesche officieren, die er van over tuigd waren met een spion te doen te heb ben. Zy besloten dan ook hem onmiddellijk te doen terechtstellen. Tevergeefs verklaar de de gebochelde, dat hij de Jood Cohen was, de intieme vriend van Ras Desta, die aan het Abessinische leger 28.000 geweren en 450 mitrailleurs van Engelsch fabrikaat had geleverd. De Europeesche officieren wilden hem niet gelooven en bleven bij hun voor nemen. Het feit, dat Ras Desta toevallig persoonlijk arriveerde en tusschenbeide kwam, redde Cohen het leven. Hij werd met alle eerbewijzen ontvangen in de residentie van den Ras. Den volgenden morgen al dus gaat volgens Stefani dit schrijven verder vond de ordonnans in de zakken van den Ras een vergeten briefje, waarop in het En gelsch stond geschreven: Voor Desta en Seyoem 30.000 pond sterling. Later hoorde de ordonnans, dat de beide Rassen reeds tientallen duizenden ponden geind hadden door tusschen komst van Cohen, als hun aandeel in den winst op den verkoop van wapenen aan het Abessinische leger. Abessiniërs pogen leger weer samen te trekken. Het agentschap Stefani verneemt, dat de vluchtende Abessiniërs pogingen in het werk stellen hun leger weer samen te trekken langs de rivier Samre, in de nabijheid van Amba Alagi. Cavallerie van Ras Moeloegeta vernietigd. Van Italiaansche zijde wordt medegedeeld, dat de cavallerie van Ras Moeloegeta niet meer bestaat. De paarden van het eskadron, die door Moeloegeta opgesteld waren achter de infanterie, met het doel ze te gebruiken voor de achtervolging van de Italianen, wanneer zijn troepen Makalle zouden heb ben heroverd, dwalen thans rond over de vlakte van Boeia, zonder ruiters. De Italiaansche oorlogsuitgaven. De „Gazetta Uffiriale" publiceerde giste ren een officieele mededeeling betreffende de stijging der uitgaven ten behoeve van de oorlogvoering in Oost-Afrika. De stijging van deze uitgaven bedraagt in totaal 1 milliard 530 millioen lire. Hiervan komen 400 millioen lire voor rekening van het ministerie van koloniën, voor militaire en civiele uitgaven in de koloniën, 80 mil lioen voor rekening van het ministerie van binnenlandsche zaken voor den dagelyk- schen steun der familieleden van de in Oost-Afrika dienende militairen, 500 mil lioen op rekening van het ministerie van oorlog, 200 millioen voor rekening van het ministerie van marine en 350 millioen voor het ministerie van luchtvaart voor maat regelen, noodig tot aanpassing aan den tegenwoordigen toestand in Oost-Afrika. Onheilspellende woorden in de „Popoio d'Italia". De Popoio d' Italia publiceert een niet on derteekend artikel dat echter kennelijk door den Duce is geïnspireerd en dat is getiteld „Een beroep op de studenten van Europa". Na te hebben verklaard, dat Europa steeds verder afglijdt op het hellende vlak der sancties, dat onvermijdelijk tot oorlog leidt, vervolgt het artikel: „Het is niet Italië, dat den oorlog wil, dat staat vast. In zijn ge denkwaardige rede te Bolzano heeft Musso lini uiteengezet, dat Italië geen enkele re den heeft, een Europeesch conflict te ontke tenen. De Abessinische kwestie is een kolo niaal vraagstuk. Indien de sancties worden uitgebreid zal Europa de verschrikkelijkste en de onge rechtvaardigste oorlog tegemoet gaan, die de wereld ooit heeft aanschouwd. Wij willen dus alarm slaan, en een beroep doen op de universiteitsjeugd van Europa, die thans dient te weten, aan welke zijde de ver schrikkelijke verantwoordelijkheid rust". Na te hebben verklaard, dat de sancties, in plaats van het conflict te bekorten, het nog zullen verscherpen, vervolgt de Popoio d' Italia: Er zal een oogenblik komen, waarop het embargo ontaardt in een blokkade en een blokkade zal oorlog .steekenen, een afslach tingsoorlog in Europa, een wraakoorlog. Sommigen, die mochten meenen, dat een oorlog van talrijke landen tegen Italië ge makkelijk zou zijn, vergissen zich. Italië zal zich verdedigen met zijn tanden en zijn na gels, en heeft zich reeds sedert eenigen tijd erop voorbereid om van alle eventualiteiten het hoofd te kunnen bieden. Het artikel besluit met een oproep aan de Europeesche jeugd, om zich geestelijk aaneen te sluiten voor de Europeesche soli dariteit en tegen een nieuwen oorlog. Nieuwe bemiddelingspoging van het Vaticaan. "Een onderhoud, dat de Fransche minister van buitenlandsche zaken Dinsdag met den apostolischen nuntius heeft gehad, wordt door de Oeeuvre in verband gebracht met zekere bemiddelingspogingen in het conflict tusschen Italië en Abessinië. Het Vaticaan, aldus het blad, overweegt sinds eenigen tijd of er een mogelijkheid bestaat den Tsjechi- schen president Benesh de rol van bemidde laar over te laten Het blad acht het zeer wel mogelijk dat deze kwestie onderwerp van bespreking tus schen Flandin en den nuntius is geweest. Op dc Quay d'Orsay zou men echter niet van opvatting zijn veranderd. Volgens de „Oeu vre" heeft de Italiaansche overwinning aan het noordelijk front tot gevolg gehad, dat men in Fransche politieke kringen de kans op een spoedige vrede geringer acht. Italiaansche berichten zouden sterk overdreven zyn. Van officieele Abessinische zijde wordt omtrent den slag bij Matalle meegedeeld, dat de Italiaansche oorlogsberichten over dreven zijn. Van het leger van Ras Moe loegeta hebben slechts eenige duizenden manschappen aan de gevechten deelgeno men. Voorts wijst men er met nadruk op, dat noch aan het noordelijk noch aan het zuidelijk front Europeesche officieren aan de gevechten hebben deelgenomen. Alle Duitsch journalist uit Frankrijk ge zet. (Buitenland). De opstand in Paraguay. De president neemt ontslag. (Buitenland) Nieuwe koudegolf in Amerika is indirect oorzaak van meerdere bran den. (Buitenland). Fraude bij werkloozensteunverlee- ning te Maassluis. (Binnenland). De moord in de Juliana van Stol berglaan te Den Haag; 14 jaar tegen slagersknecht geëischt. (Rechtszaken.) in Abessinië vertoevende Europeesche of ficieren hebben uitsluitend als instruc teurs op de excercitieplaatsen dienst ge daan. Eenigen zijn aan de Abessinische commandanten als militaire adviseurs toe gevoegd. De Abessinische artillerie heeft aan de gevechten in het geheel niet deelgenomen, daar het geringe aantal briukbare kanon nen uitsluitend in de vestingen wordt ge bruikt. Abessinische frontberichten melden, dat Dinsdagavond nieuwe gevechten ten oos ten en zuid-oosten van Makalle zyn inge zet. Aan het noordelijk front worden nieuwe versperringen tegen tanks aangelegd; aan het zuidelijk front doen de Abessiniërs, naar hun berichten melden, voortdurend verrassende uitvallen langs de Ganale Doria, waarbij zy tot voorbij Dolo komen. BS?. 01 ?6 M

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 1