IBIS SHAG Dobbefmami lekker... man! Instelling defensiefonds goedgekeurd tBuUmtand tBinnenland ALKMAARSCHE COURANT van WOENSDAG 19 FEBRUAR11936 Tweede Kamer Potterdam's gemeentebestuur niet tot saneering bereid. De Surlnaamsche begrooting. Onze buitenlandsche politiek. Critiek op minister De Graeff. Dr. H. Polak vraagt erkenning van Sovjet-Rusland. Glimlachje Den Haag, 18 Februari. De communist Schalker beeft de regee ring geïnterpelleerd over haar weigering 0m aan de gemeente Rotterdam kasgeld te verstrekken. Hij vroeg, of de regeering meent, dat de regeling en het bestuur van de huishouding dezer gemeente grovelijk worden verwaarloosd in den zin van arti kei 144, 4de lid, der grondwet. Hierin wordt voorgeschreven, dat in zoodanig ge val een wet de wijze moet bepalen, waar op in het bestuur dier gemeente wordt voorzien. Men herinnert zich het geval met de gemeente Beerta, aan welker burge meester de wetgever destijds bevoegd heden heeft toegekend, omdat de raad zijn bevoegdheden op een averechtsche manier toepaste. Minister De Wilde antwoordde, dat van iets dergelijks bij Rotterdam geen sprake was. Hier is de zaak, dat Rotterdam zijn begrooting niet sluitend maakt en dat de regeering deswege weigert, kasvoor- schotten te verstrekken. Dit is iets gansch anders, dan dat een gemeenteraad zijn be voegdheden worden ontnomen, aldus Z. Exc. De heer Drees (s.d.) merkte later op dat het wel de regeering is geweest, die in haar briefwisseling met Rotterdam heeft gezinspeeld op de mogelijkheid, dat het geval, in genoemde grondwetsbepaling bedoeld, zou ontstaan. Volgens de commu nisten wil de regeering Rotterdam een poets bakken, omdat deze gemeente alleen sociaaldemocratische wethouders heeft. De heeren Drees en Donker (s.d.) drukten zich op dit punt minder scherp uit. De ministers Oud en De Wilde verzekerden met den grootsten radruk, dat zij tegen over het dagelijksch bestuur van Rotter dam evenzoo staan als tegenover de col leges van andere gemeenten. Maar de be windslieden zijn van meening, dat B. en W. van Rotterdam vervuld zijn van den grootsten onwil en van een volkomen pas siviteit met betrekking tot het sluitend maken der begrooting. De eerste bespre king, vertelde minister De Wilde, had plaats gevonden, toen de Rotterdamsche begrooting voor 1936 een tekort van 17 millioen vertoonde, Rotterdam voor der tig millioen kasvoorschotten van het Rijk had en B. en W. er nog tien millioen bij kwamen vragen. Daarbij bleek, dat het college heelemaal geen dekkingsplan had gemaakt en afwijzend stond tegenover een salarisverlaging voor het gemeenteperso- neel, welke het Rijk, dat met kastoor- schotten zou moeten helpen, voor zijn eigen personeel reeds ging toepassen. Ten be wijze, dat Rotterdam niet achtergesteld wordt, voerden de ministers aan, dat deze gemeente 33 percent krijgt van het bedrag, dat beschikbaar is voor de bestrijding van de werkloosheidskosten, hoewel de Rot terdamsche bevolking slechts achttien percent bedraagt van de gezamenlijke be volkingen der desbetreffende gemeenten. De heer Drees stelde hier tegenover, dat genoemd bedrag alleen bestemd is voor de als crisiswerkloozen gekwalificeerden, maar dat er naast hen nog vele andere werkloozen moeten worden gesteund. Voorts verklaarden de bewindslieden, dat de regeering volstrekt niet eischt, dat Rotterdam het geheele tekort zal dekken. Maar de gemeente moet wel toonen, tot saneering bereid te zijn, en van zoodanige bereidheid is, aldus de regeering, bij haar geen spoor te vinden. Minister Oud becij ferde, dat Rotterdam feitelijk voor 44.8 millioen in het krijt staat bij de regeering. De Rotterdamsche sociaaldemocraten stel len het nu voor, alsof zij het tekort van 17 tot 2 millioen hebben verminderd, maar minister Oud betoogde, dat dit geen reëeje uitgavenvermindering is, en nam het het Rotterdamsche gemeentebestuur kwalijk, dat het niet zelf de verantwoordelijkheid voor een salarisverlaging heeft durven aanvaarden, maar het aan de regeering overliet, ze voor te schrijven. De heeren Schalker, Donker en Drees stelden in het licht, dat Rotterdam van alle gemeenten des lands het zwaarst door de crisis is ge troffen, en de ministers verklaarden met groote stelligheid, de moeilijkheden, waar voor deze gemeente zich geplaatst ziet, niet te onderschatten. Maar, lieten zij hier op volgen, als Rotterdam niet den eersten stap zet op den weg naar saneering zijner financiën, zal er een accumulatie van te korten ontstaan, waarvan een debacle het gevolg zal zijn. Mr. Donker noemde de kern der kwestie, dat de regeer ing niet te kennen geeft, hoeveel en op welke wijze Rotterdam moet bezuinigen, maar de mi nisters antwoordden, dat dit Rotterdams zaak is en dat de regeering niet op den stoel van het gemeentebestuur wil gaan zitten. Resultaat heeft de interpellatie niet op geleverd. De heer Schouten (a.r.) ver klaarde, niet aan het debat te zullen deel nemen, omdat dit z.L het vinden van een oplossing bemoeilijkte, maar hij was niet consekwent in zijn afzijdigheid, toen hij er in één adem bijvoegde, dat de positie der regeering sterk, die der gemeente zwak Was. Misschien had mr. Donker gelijk, toen hij de interpellatie prematuur noemde. Na de interpellatie is de Kamer de Su- rinaamsche begrooting gaan behandelen. De heeren Van Boetzelaer van Dubbeldam (c.h.), IJzerman (s.d.) en Feber (r-k-) hebben de wenschelijkheid betoogd, dat de regeering al het mogelijke zal doen om de bestaansmogelijkheden van het gewest tot verwezenlijking te brengen. In dit verband werden de cultures van koffie, sinaasap pelen, bacoven, enz. besproken. Tegenover een massale emigratie van Nederlanders naar Suriname stonden genoemde afge vaardigden over het algemeen uiterst sceptisch. Zij keurden af, dat een gevan gene, die het rookverbod overtreden had, gestraft was met onthouding van lectuur (zelfs zijn bijbel mocht hij niet lezen). De heer IJzerman maakte een aardig grapje, toen hij zeide, dat minster Colijn zich eens moest voorstellen, hoe het hem te moede zou zijn, als hij, gevangene onder een regime Mussert, wegens overtreding van het rookverbod op deze wijze gestraft werd; Z. Exc. staat bekend als een stevjg rooker. De bewindsman lachte smakelijk by deze veronderstelling. De Kamer heeft met 60 tegen 29 stem men de voorgestelde instelling van een defensiefonds goedgekeurd. Tegen stem den de sociaal- en vrijzinnig-democraten, de communisten en de heeren Sneevliet (r.s.) en Van Houten (c.d.) De begrooting van het fonds, welke hierna in stemming kwam, werd met 62 tegen 27 stemmen aangenomen. Tegen stemden dezelfden als bij de eerste stemming, behalve dat de hee ren Joekes en Schilthuis (v.d.) nu vóór stemden. Deze beiden erkennen de nood zakelijkheid van militaire voorzieningen, maar waren tegen fondsvorming. Toen de Kamer hiertoe evenwel had besloten, stemden zij voor de noodige credieten. Het nieuwbenoemde Kamerlid Van Baren (a.r.) vacature-Visscher is heden geïnstalleerd. Gemeld is, dat de heer Van Baren, burgemeester van Delft, den zétel tot de volgende verkiezingen bezet zal houden. Eerste Kamer Den Haag, 18 Febr. 1936. Bij de behandeling van de begrooting van buitenlandsche zaken in den senaat hebben de heeren Briët (a.r.), Pollema (c.h.) en Van Vessem (n.s.b.) nog al wat critiek op de buitenlandsche politiek der regeering geoefend. H.i. heeft minister De Graeff te Genève te veel den nadruk ge legd op onze Volkenbondsverplichtingen. In verschillenden toonaard getuigden deze drie afgevaardigden, dat hun bewondering voor den Volkenbond niet groot is en dat aan een degelijke zelfstandigheidspolitiek van Nederland de voorkeur moet worden gege ven. Zij zien in den Volkenbond een over- héersching door de groote mogendheden en meenen, dat dezen alleen de Volkenbonds verplichtingen der leden in herinnering brengen, als die met haar eigen belang strooken. Mr. Briët betoogde inzonderheid, dat het lidmaatschap van den Volkenbond het oorlogsgevaar voor ons land vergroot, omdat men er volstrekt niet meer zoo zeker van is als in 1914, dat Nederland neutraal zal blijven in een conflict tusschen aangren zende landen. Ook merkte hij op, dat een land, dat in oorlog raakt, thans liever door Nederland zijn troepen zal laten marchee- ren, dan door het veel meer versterkte Bel gië. De drie genoemde senatoren keurden verder af, dat minister De Graeff te Geneve zoozeer de noodzakelijkheid voor elk land, om aan grondstoffen te komen, in het licht heeft gesteld. De heer Polak (s.d.), die 's ministers Vol kenbondspolitiek in tegenstelling tot het ge noemde drietal steunde, was ook niet goed te spreken over wat de bewindsman over de grondstoffenkwestie had gezegd. Ieder land, aldus de sociaal-democraat, of het ko loniën heeft of niet, kan alle grondstoffen krijgen, die het behoeft, namelijk op de we reldmarkt. En voor de - overbevolking van een land, liet hij erop volgen, is koloniaal bezit ook niet van belang, omdat er toch geen groote emigratie naar tropische gewes ten plaats vindt. Het bezwaar van de vier senatoren was, dat de minister h.i. voe.t heeft gegeven aan het drijven van landen, die zich desnoods door geweld in het bezit van koloniën willen stellen. De heer Polak verklaarde, nooit een voorstander te zijn geweest van de leuze: „Indië los van Holland", maar dat, wanneer het gevaar dreigde, dat Indië bij Duitsch- land kwam, hij ervoor was om Indië zoo stevig mogelijk aan Holland vast te schroe ven- Mr. Briët, voor Nederland een zelfstan digheidspolitiek aanprijzende, noemde de actie van de Duitsch-georiënteerde n.s.b. uiterst gevaarlijk. Opmerkelijk was, dat mr. Van Vessem juist betoogde, dat onze ver houding tot Duitschland moet verbeteren en dat er een eind moet komen aan de stem ming tegen Duitschland, welke thans z.i. ook door een deel onzer pers wordt gemaakt Hij meende, dat onze gezant te Berlijn moet heengaan, omdat deze een sterk tegenstan der is van het tegenwoordige régime m Duitschland. Wat de verhouding tot Belgie betreft, merkte mr. Van Vessem op, dat de onder handelingen over de kanalenkwestiekun nen wachten, tot er later weer eens aanlei ding toe is. Hij keurde de vertooning van de film „Heldenkermis" af. Vermeld worde ten slotte, dat de heer Polak een lans brak voor erkenning van Sovjet-Rusland, mr. Van Vessem zich voor herstel van ons gezantschap bij den Paus uitsprak en de katholiek de Jong verbete ring van den economischen voorlichtings dienst bepleitte. KERK EN STAAT IN ENGELAND. De aanstelling van bisschoppen. De aartsbisschoppelijke commissie van de kerk van Engeland heeft belangwekkende voorstellen gedaan inzake de verkiezing en aanstelling van de bisschoppen in de Angli- caansche kerk. Deze voorstellen vormen een onderdeel van het door de commissie in be handeling gebrachte onderwerp „Kerk en Staat". Zooals bekend is, is de band tusschen kerk en staat in Engeland zeer nauw; zóó nauw zelfs, dat de bisschoppen door den eersten minister worden benoemd. Ten aanzien van dit laatste punt komt nu de commissie met twee gewichtige voorstel len: ten eerste, het kapittel van het bisdom volgens de nieuwe kathedrale statuten be perkt dit kapittel zich niet tot dat voor de residentie alleen, maar het omvat het z.g. grootere kapittel over het geheele bisdom heeft het onbestreden recht den door de Kroon benoemde af te wijzen, zonder voor eenigen vorm van strafbaarheid gevaar te loopen. In het geval, dat het kapittel niet geneigd is den eerst benoemde te verkiezen, staat voor de kroon de gelegenheid open een nieuwe benoeming te doen. Het kapit tel heeft niet het recht een anderen per soon naar eigen wensch te kiezen. Ten tweede: de aartsbisschop heeft het onbestreden recht, zonder eenig gevaar voor strafbaarheid, de wijding te weigeren aan een gekozen bisschop, indien hij meent, dat dit noodzakelijk is. Deze twee voorstellen schijnen op het eerste gezicht niet veel te beteekenen. Zij hebben ongetwijfeld de verdienste, dat zij in de traditioneele procedure geen verwar rend element binnensmokkelen. Hun aan vaarding evenwel zou in wezen een hervor ming van groote beteekenis en van groot practisch belang met zich brengen. Het zou een einde maken aan de caricaturale onwer kelijkheid in den bestaanden gang van za ken, waarbij het kapittel bevolen wordt te kiezen 'en de verkiezing zelf een bijna hei- ligschennende formaliteit is geworden door den eisch, dat het kapittel den eenen op de voordracht staanden persoon kiezen moet. Het kapittel, dat door de nieuwe kathedrale statuten meer dan vroeger een representa tie is van den diocesaan-clerus, zou nu een constitutioneel veto verkrijgen bij de aan stelling van zijn voornaamsten pastor, ix. den bisschop. En het provinciale episco paat met den aartsbisschop als zijn orgaan, zou een zelfde constitutioneel recht verkrij gen om zijn zegel van goedkeuring te zetten op den candidaat Onder, zulke omstandigheden zal het on getwijfeld veel moeilijker zijn een werkelijk slechten bisschop in de kerk te introducee- ren. Zoo lang als de kerk van Engeland blijft bestaan, zal het wel wet en gewoonte blij ven, dat de kroon de bisschoppen benoemt. Zelfs eerlijke kerkmenschen wenschen, dat die gewoonte in stand gehouden wordt. Het optreden van de kroon is, volgens hen, een vorm van nominatie door het leekenelement, welke ofschoon het geen steun geeft aan de leeken van het bisdom toch zeer aan bevelenswaardig is. Aanvaarding door de diocesaan-geestelijkheid en goedkeuring door het provinciale episcopaat zijn de oude en katholieke factoren, die de nominatie door de leeken begeleiden. Wanneer daartegen wordt aangevoerd, dat de kroon, een bisschop benoemende op advies van den eersten minister, geen zui vere representatie is voor de leeken in de kerk, kan er op gewezen worden, dat het verslag der commissie nog een voorstel be vat, dat een verdere krachtige waarborg is tegen misbruiken. De commissie stelt n.1. voor, dat een canonieke rechtbank wordt opgericht, waarbij de beschuldigingen tegen een bisschop kunnen worden ingebracht; een Tribunaal, dat competent zal zijn om een oordeel uit te spreken en vonnis te veL- len, hetzij censuur, schorsing of ontslag. Het is niet waarschijnlijk, dat zulk een rechtbank dikwijls in werking zal behoeven te treden. Maar alleen reeds het bestaan en de constitutioneele erkenning van zulk een Tribunaal zou werken als een voort durende herinnering aan het feit, dat de bisschoppen niet boven de kerk staan, maar dat zij evenals de overige geestelijk heid, onderworpen zijn aan de kerkelijke wetten. HET PETROLEUM-EMBARGO WEER OP HET TAPIJT? De verzwakking van Abessinië zou het noodzakelijk maken. De diplomatieke medewerker van de Dai ly Telegraph meldt, dat het Britsche kabi net zich binnenkort weer bezig zal houden met de kwestie van het petroleum-embargo Waarschijnlijk, aldus het blad, zal men voorstellen de coördinatie-commissie reeds op 2 Maart bijeen te roepen i. p. v. op 9 Maart zooals oorspronkelijk in de bedoe ling lag. In regeeringskringen is men van mee ning, dat de kwestie door de Abessinische nederlaag ten zuiden van Makalé dringend is geworden. Volgens de Daily Telegraph weet men bovendien, dat de levensmidde len in Abessinië schaarscher worden. De indruk dat de tegenstand der Abes siniërs verslapt, wordt versterkt door de tekeenen, die wijzen op een nieuwen Ita- liaanschen aanval in het zuiden. VOOR OE PUP ALGEMEENE STAKING IN ZARAGOZA. Botsingen met de politie, doode. Eén De Spaansche vakvereenigingen in Za- ragoza, waar de Spaansche regeering met het oog op de houding der arbeiders den staat van beleg heeft afgekondigd, hebben den algemeene staking uitgeroepen. De sociaal democratische arbeidersbond U. G. T., evenals de syndicalistische C. N. T. hebben een betooging georganiseerd door de straten der stad, waarbij de onmiddelij- ke invrijheidstelling geëischt werd van alle strafgevangen. De politie heeft den stoet echter ontbonden. Van de daken der hui zen werd daarop op de agenten geschoten, zoodat de politie van haar kant aanleiding zag ook van de vuurwapens gebruik te maken. Bij deze schietpartij werd één per soon gedood, twee werden zwaar, verschei dene anderen licht gewond. DOODVONNIS. Het gerechtshof te Koburg heeft den 23- jarigen Wilhelm Schroeder uit Stroessen- dorf ter dood veroordeeld wegens moord, gepaard met zwaren roof. De man had in den nacht van 11 op 12 Januari j.1. Andreas Hartman, met wien hij tezamen een kamer gehuurd had met een schot door het hoofd gedood en diens spaargeld, ten bedrage van ruim 20 mark gestolen. SCHEPEN OP DE KUST GELOOPEN. Aan de kust van Nieuw-Engeland heerscht een storm, terwijl het weer bovendien zeer nevelig is. Aan de kust van Massachussets zijn vijf schepen gestrand. Een kustwachtschip heeft de 21 koppen tellende bemanning van een visscherschoe- ner, die gestrand was, gered. De schip breukelingen hadden den geheelen nacht in hun reddingsbooten op zee rondgedreven. GRIEP EN MAZELEN. Bij de troepen in Oost-Frankrijk. Een senator heeft een adres gericht tot den Franschen minister van oorlog, waarin hij er op wijst,, dat in zekere garnizoenen in Oost-Frankrijk een griep- en mazelen epidemie heerscht, ten gevolge waarvan al leen reeds te Belfort 19 manschappen zijn overleden. Hij eischt de militairen van de door de ziekte geteisterde garnizoensplaatsen met verlof te zenden, ten einde de werkzaam heden van den geneeskundigen dienst te verlichtep. UITSTROOMEND GAS VEROORZAAKT ONTPLOFFINGEN. In Utica in den staat New-York, zijn gis teren tengevolge van het poreus worden van ondergrondsche lichtgasleidingen in het voornaamste zakenkwartier der stad, 15 on dergrondsche ontploffingen ontstaan, tenge volge waarvan twee gebouwen in brand vlogen. Alle deksels der riolen werden door dén luchtdruk de hoogte in geslingerd. Twee personen werden gewond. Duizenden win kelbedienden en employees moesten in al lerijl de buurt ontvluchten. DUITSCH JOURNALIST UITGEWEZEN. Maandagmorgen is de Duitsche journalist Richard in zijn woning te Parijs door de politie gearresteerd. Na een arrest van drie uur werd Richard door tusschenkomst van de officieele Duitsche vertegenwoordiging weer op vrije voeten gesteld, terwijl hem werd aangezegd Frankrijk te verlaten. Het Duitsche Nieuwsbureau meldt nader: De voorzitter van den Bond van Duitsche journalisten in Parijs heeft in deze aange legenheid aan den voorzitter van de buiten landsche persvereeniging een schrijven ge richt. Na een uiteenzetting van de feiten, wordt in dit schrijven er op gewezen, dat reeds sedert geruimen tijd onderhandelingen hangende waren tusschen de Duitsche am bassade en het Fransche ministerie van bui tenlandsche zaken met het doel een verlen ging van de op 15 Febr. afloopende ver blijfsvergunning voor Richard te verkrijgen. Deze verlenging is echter niet toegestaan, hetgeen de formeele aanleiding geweest is tot de arrestatie. In het schrijven wordt dan verder gezegd: „Voor zoo ver ik weet is ten nadeele van Richard niets in Frankrijk bekend; daaren tegen is bekend geworden, dat hij verleden jaar door de Italiaansche autoriteiten uit Rome is uitgewezen, zoodat aangenomen moet worden, dat er verband bestaat met deze aangelegenheid. Als voorzitter van de Vereeniging van Duitsche Correspondenten in Parijs verzoek ik u protest in te dienen te gen deze houding van de Fransche autori teiten tegenover een in Frankrijk volkomen vlekkeloos collega". ROOKT I8IS CN GÉÉN ANDERE SHAG NIEUWE KOUDEGOLF. Het Amerikaansche Middenwesten wordt geteisterd door een nieuwe koudegolf, die zich in Zuidelijke richting langs de Atlan tische kust beweegt. In verschillende stre ken is vandaag een temperatuur waargeno men, zooals die in de laatste vijftig jaar niet meer is voorgekomen. In Littlefaills in den staat Minnesota, werd heden 46 graden on der nul opgeteekend. Uit andere plaatsen komen berichten over temperaturen van 16 tot 40 graden onder nul. Tal van branden. Uit Kansas City wordt gemeld, dat de groote koude indirect schuld is aan ver schillende branden, welke in de staten van het Zuid-Westen hebben gewoed. In de meeste gevallen werden de branden veroor zaakt door oververhitting der kachels. Te Hutchinson is dientengevolge een woonhuis in de asch gelegd. De bewoner, diens vrouw en vijf kinderen zijn bij dezen brand om het leven gekomen. HET MILITAIRE WETSONTWERP IN DEN BELGISCHEN SENAAT. Kansen voor aanneming niet rooskleurig geacht. De beraadslagingen der kamerfracties over het nieuwe militaire wetsontwerp der regeering hadden tot dusverre tot resul taat dat een toenemende tegenstand tegen dit wetsontwerp bij de partijen te be speuren valt. Dinsdagmiddag hebben de Vlaamsche afgevaardigden der r.k. partij hun positie inzake het wetsontwerp be paald en zich daarbij eenstemmig uitge sproken tegen het plan van den minister van oorlog Devèze. Verder besloten de af gevaardigden éénstemmig van de regee ring de opzegging te eischen van de in 1920 gesloten militaire overeenkomst met Frankrijk. De vooruitzichten voor het wetsontwerp zijn er hierdoor niet beter op geworden. DE WERKSTAKING TE DAMASCUS. Werkwillige winkeliers geboycot. Gisteren was het de 31ste dag van de algemeene werkstaking te Damascus. Eenige winkeliers openden dien dag hun zaken onder sterke bewaking van militai ren. Zij werden echter geboycot. De ge arresteerde nationalistische leiders Mar» dam en Bakri zijn met onbekende bestem ming weggevoerd. De politie heeft te Aleppo op een troep betoogers geschoten en verscheidene deel nemers gewond. EEN GIFT VAN X MILLIOEN POND. Ter beschikking van verdedigings werken van Singapore. De gift van een half millioen pond Ster ling, die de sultan van Jahore ter beschik king van de Britsche regeering heeft ge steld, zal waarschijnlijk worden gebruikt voor de versterking der verdedigingswer ken te Singapore. GEHEIMZINNIGE EPIDEMIE TE SANTAREM. Reeds 1200 slachtoffers. De medici te Santarem zijn er nog steeds niet in geslaagd een volledige diagnose op te stellen van de geheimzinnige epidemie, die in verschillende gebieden woedt. Vol gens niet bevestigde mededeelingen heeft de ziekte in het noorden en westen 1200 dooden geëischt. PRIKKELING DER ZEDEN VOOR DE JEUGD. Wetsontwerp in België. Het Bureau voor Kinderbescherming deelt ons mede: Naar „Nationaal Werk voor Kinderwel zijn" meedeelt, is op 16 December 1935 door den Minister van Justitie in België bij de Wetgevende Kamers een wetsont werp ingediend, waarbij voorgesteld wordt, een verouderd artikel in het Wetboek van Strafrecht te vervangen door de volgende bepaling: „Wordt gestraft met een boete van zes en twintig frank tot vijfhonderd frank, al wie aan kinderen beneden zestien jaar on eerbare prenten, beelden of voorwerpen, die van aard zijn hunne verbeelding te prikkelen, verkoopt of uitdeelt, of derge lijke prenten, beelden of voorwerpen, openlijk tentoonstelt. De prenten, beelden en voorwerpen, die werden ten toon gesteld, te koop geboden of verspreid, worden door elk gerechtelijk politieofficier, op last van den vrederech ter van het kanton, in beslag genomen en de verbeurdverklaring ervan wordt, in geval van veroordeeling, steeds uitge sproken." DOODELIJKE VAL. In een perceel aan den Haarlemmerweg te Amsterdam is gistermiddag om kwart voor 5 een 80-jarige man van de trap ge vallen en op het portaal van de tweede étage terecht gekomen. Toen geneeskun dige hulp ter plaatse was, was het slacht offer reeds overleden. Als je er niet kunt opklim men, Henry, zwem dan onder het ijs door, om mij te helpen!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 9