IBIS SHAG
Dobbefmami
lekker... man!
Instelling defensiefonds goedgekeurd
tBuUmtand
tBinnenland
ALKMAARSCHE COURANT van WOENSDAG 19 FEBRUAR11936
Tweede Kamer
Potterdam's gemeentebestuur
niet tot saneering bereid.
De Surlnaamsche begrooting.
Onze buitenlandsche
politiek.
Critiek op minister De Graeff.
Dr. H. Polak vraagt erkenning
van Sovjet-Rusland.
Glimlachje
Den Haag, 18 Februari.
De communist Schalker beeft de regee
ring geïnterpelleerd over haar weigering
0m aan de gemeente Rotterdam kasgeld
te verstrekken. Hij vroeg, of de regeering
meent, dat de regeling en het bestuur van
de huishouding dezer gemeente grovelijk
worden verwaarloosd in den zin van arti
kei 144, 4de lid, der grondwet. Hierin
wordt voorgeschreven, dat in zoodanig ge
val een wet de wijze moet bepalen, waar
op in het bestuur dier gemeente wordt
voorzien. Men herinnert zich het geval met
de gemeente Beerta, aan welker burge
meester de wetgever destijds bevoegd
heden heeft toegekend, omdat de raad zijn
bevoegdheden op een averechtsche manier
toepaste. Minister De Wilde antwoordde,
dat van iets dergelijks bij Rotterdam geen
sprake was. Hier is de zaak, dat Rotterdam
zijn begrooting niet sluitend maakt en dat
de regeering deswege weigert, kasvoor-
schotten te verstrekken. Dit is iets gansch
anders, dan dat een gemeenteraad zijn be
voegdheden worden ontnomen, aldus
Z. Exc. De heer Drees (s.d.) merkte later
op dat het wel de regeering is geweest,
die in haar briefwisseling met Rotterdam
heeft gezinspeeld op de mogelijkheid, dat
het geval, in genoemde grondwetsbepaling
bedoeld, zou ontstaan. Volgens de commu
nisten wil de regeering Rotterdam een
poets bakken, omdat deze gemeente alleen
sociaaldemocratische wethouders heeft. De
heeren Drees en Donker (s.d.) drukten
zich op dit punt minder scherp uit. De
ministers Oud en De Wilde verzekerden
met den grootsten radruk, dat zij tegen
over het dagelijksch bestuur van Rotter
dam evenzoo staan als tegenover de col
leges van andere gemeenten. Maar de be
windslieden zijn van meening, dat B. en
W. van Rotterdam vervuld zijn van den
grootsten onwil en van een volkomen pas
siviteit met betrekking tot het sluitend
maken der begrooting. De eerste bespre
king, vertelde minister De Wilde, had
plaats gevonden, toen de Rotterdamsche
begrooting voor 1936 een tekort van 17
millioen vertoonde, Rotterdam voor der
tig millioen kasvoorschotten van het Rijk
had en B. en W. er nog tien millioen bij
kwamen vragen. Daarbij bleek, dat het
college heelemaal geen dekkingsplan had
gemaakt en afwijzend stond tegenover een
salarisverlaging voor het gemeenteperso-
neel, welke het Rijk, dat met kastoor-
schotten zou moeten helpen, voor zijn eigen
personeel reeds ging toepassen. Ten be
wijze, dat Rotterdam niet achtergesteld
wordt, voerden de ministers aan, dat deze
gemeente 33 percent krijgt van het bedrag,
dat beschikbaar is voor de bestrijding van
de werkloosheidskosten, hoewel de Rot
terdamsche bevolking slechts achttien
percent bedraagt van de gezamenlijke be
volkingen der desbetreffende gemeenten.
De heer Drees stelde hier tegenover, dat
genoemd bedrag alleen bestemd is voor de
als crisiswerkloozen gekwalificeerden,
maar dat er naast hen nog vele andere
werkloozen moeten worden gesteund.
Voorts verklaarden de bewindslieden, dat
de regeering volstrekt niet eischt, dat
Rotterdam het geheele tekort zal dekken.
Maar de gemeente moet wel toonen, tot
saneering bereid te zijn, en van zoodanige
bereidheid is, aldus de regeering, bij haar
geen spoor te vinden. Minister Oud becij
ferde, dat Rotterdam feitelijk voor 44.8
millioen in het krijt staat bij de regeering.
De Rotterdamsche sociaaldemocraten stel
len het nu voor, alsof zij het tekort van 17
tot 2 millioen hebben verminderd, maar
minister Oud betoogde, dat dit geen reëeje
uitgavenvermindering is, en nam het het
Rotterdamsche gemeentebestuur kwalijk,
dat het niet zelf de verantwoordelijkheid
voor een salarisverlaging heeft durven
aanvaarden, maar het aan de regeering
overliet, ze voor te schrijven. De heeren
Schalker, Donker en Drees stelden in het
licht, dat Rotterdam van alle gemeenten
des lands het zwaarst door de crisis is ge
troffen, en de ministers verklaarden met
groote stelligheid, de moeilijkheden, waar
voor deze gemeente zich geplaatst ziet,
niet te onderschatten. Maar, lieten zij hier
op volgen, als Rotterdam niet den eersten
stap zet op den weg naar saneering zijner
financiën, zal er een accumulatie van te
korten ontstaan, waarvan een debacle
het gevolg zal zijn. Mr. Donker noemde de
kern der kwestie, dat de regeer ing niet te
kennen geeft, hoeveel en op welke wijze
Rotterdam moet bezuinigen, maar de mi
nisters antwoordden, dat dit Rotterdams
zaak is en dat de regeering niet op den
stoel van het gemeentebestuur wil gaan
zitten.
Resultaat heeft de interpellatie niet op
geleverd. De heer Schouten (a.r.) ver
klaarde, niet aan het debat te zullen deel
nemen, omdat dit z.L het vinden van een
oplossing bemoeilijkte, maar hij was niet
consekwent in zijn afzijdigheid, toen hij
er in één adem bijvoegde, dat de positie
der regeering sterk, die der gemeente zwak
Was. Misschien had mr. Donker gelijk, toen
hij de interpellatie prematuur noemde.
Na de interpellatie is de Kamer de Su-
rinaamsche begrooting gaan behandelen.
De heeren Van Boetzelaer van Dubbeldam
(c.h.), IJzerman (s.d.) en Feber (r-k-)
hebben de wenschelijkheid betoogd, dat de
regeering al het mogelijke zal doen om de
bestaansmogelijkheden van het gewest tot
verwezenlijking te brengen. In dit verband
werden de cultures van koffie, sinaasap
pelen, bacoven, enz. besproken. Tegenover
een massale emigratie van Nederlanders
naar Suriname stonden genoemde afge
vaardigden over het algemeen uiterst
sceptisch. Zij keurden af, dat een gevan
gene, die het rookverbod overtreden had,
gestraft was met onthouding van lectuur
(zelfs zijn bijbel mocht hij niet lezen). De
heer IJzerman maakte een aardig grapje,
toen hij zeide, dat minster Colijn zich eens
moest voorstellen, hoe het hem te moede
zou zijn, als hij, gevangene onder een
regime Mussert, wegens overtreding van
het rookverbod op deze wijze gestraft
werd; Z. Exc. staat bekend als een stevjg
rooker. De bewindsman lachte smakelijk
by deze veronderstelling.
De Kamer heeft met 60 tegen 29 stem
men de voorgestelde instelling van een
defensiefonds goedgekeurd. Tegen stem
den de sociaal- en vrijzinnig-democraten,
de communisten en de heeren Sneevliet
(r.s.) en Van Houten (c.d.) De begrooting
van het fonds, welke hierna in stemming
kwam, werd met 62 tegen 27 stemmen
aangenomen. Tegen stemden dezelfden als
bij de eerste stemming, behalve dat de hee
ren Joekes en Schilthuis (v.d.) nu vóór
stemden. Deze beiden erkennen de nood
zakelijkheid van militaire voorzieningen,
maar waren tegen fondsvorming. Toen de
Kamer hiertoe evenwel had besloten,
stemden zij voor de noodige credieten.
Het nieuwbenoemde Kamerlid Van
Baren (a.r.) vacature-Visscher is
heden geïnstalleerd. Gemeld is, dat de heer
Van Baren, burgemeester van Delft, den
zétel tot de volgende verkiezingen bezet
zal houden.
Eerste Kamer
Den Haag, 18 Febr. 1936.
Bij de behandeling van de begrooting
van buitenlandsche zaken in den senaat
hebben de heeren Briët (a.r.), Pollema
(c.h.) en Van Vessem (n.s.b.) nog al wat
critiek op de buitenlandsche politiek der
regeering geoefend. H.i. heeft minister De
Graeff te Genève te veel den nadruk ge
legd op onze Volkenbondsverplichtingen. In
verschillenden toonaard getuigden deze drie
afgevaardigden, dat hun bewondering voor
den Volkenbond niet groot is en dat aan
een degelijke zelfstandigheidspolitiek van
Nederland de voorkeur moet worden gege
ven. Zij zien in den Volkenbond een over-
héersching door de groote mogendheden en
meenen, dat dezen alleen de Volkenbonds
verplichtingen der leden in herinnering
brengen, als die met haar eigen belang
strooken. Mr. Briët betoogde inzonderheid,
dat het lidmaatschap van den Volkenbond
het oorlogsgevaar voor ons land vergroot,
omdat men er volstrekt niet meer zoo zeker
van is als in 1914, dat Nederland neutraal
zal blijven in een conflict tusschen aangren
zende landen. Ook merkte hij op, dat een
land, dat in oorlog raakt, thans liever door
Nederland zijn troepen zal laten marchee-
ren, dan door het veel meer versterkte Bel
gië. De drie genoemde senatoren keurden
verder af, dat minister De Graeff te Geneve
zoozeer de noodzakelijkheid voor elk land,
om aan grondstoffen te komen, in het licht
heeft gesteld.
De heer Polak (s.d.), die 's ministers Vol
kenbondspolitiek in tegenstelling tot het ge
noemde drietal steunde, was ook niet goed
te spreken over wat de bewindsman over
de grondstoffenkwestie had gezegd. Ieder
land, aldus de sociaal-democraat, of het ko
loniën heeft of niet, kan alle grondstoffen
krijgen, die het behoeft, namelijk op de we
reldmarkt. En voor de - overbevolking van
een land, liet hij erop volgen, is koloniaal
bezit ook niet van belang, omdat er toch
geen groote emigratie naar tropische gewes
ten plaats vindt.
Het bezwaar van de vier senatoren was,
dat de minister h.i. voe.t heeft gegeven aan
het drijven van landen, die zich desnoods
door geweld in het bezit van koloniën willen
stellen. De heer Polak verklaarde, nooit een
voorstander te zijn geweest van de leuze:
„Indië los van Holland", maar dat, wanneer
het gevaar dreigde, dat Indië bij Duitsch-
land kwam, hij ervoor was om Indië zoo
stevig mogelijk aan Holland vast te schroe
ven-
Mr. Briët, voor Nederland een zelfstan
digheidspolitiek aanprijzende, noemde de
actie van de Duitsch-georiënteerde n.s.b.
uiterst gevaarlijk. Opmerkelijk was, dat mr.
Van Vessem juist betoogde, dat onze ver
houding tot Duitschland moet verbeteren
en dat er een eind moet komen aan de stem
ming tegen Duitschland, welke thans z.i. ook
door een deel onzer pers wordt gemaakt
Hij meende, dat onze gezant te Berlijn moet
heengaan, omdat deze een sterk tegenstan
der is van het tegenwoordige régime m
Duitschland.
Wat de verhouding tot Belgie betreft,
merkte mr. Van Vessem op, dat de onder
handelingen over de kanalenkwestiekun
nen wachten, tot er later weer eens aanlei
ding toe is. Hij keurde de vertooning van
de film „Heldenkermis" af.
Vermeld worde ten slotte, dat de heer
Polak een lans brak voor erkenning van
Sovjet-Rusland, mr. Van Vessem zich voor
herstel van ons gezantschap bij den Paus
uitsprak en de katholiek de Jong verbete
ring van den economischen voorlichtings
dienst bepleitte.
KERK EN STAAT IN ENGELAND.
De aanstelling van bisschoppen.
De aartsbisschoppelijke commissie van de
kerk van Engeland heeft belangwekkende
voorstellen gedaan inzake de verkiezing en
aanstelling van de bisschoppen in de Angli-
caansche kerk. Deze voorstellen vormen een
onderdeel van het door de commissie in be
handeling gebrachte onderwerp „Kerk en
Staat". Zooals bekend is, is de band tusschen
kerk en staat in Engeland zeer nauw; zóó
nauw zelfs, dat de bisschoppen door den
eersten minister worden benoemd.
Ten aanzien van dit laatste punt komt nu
de commissie met twee gewichtige voorstel
len: ten eerste, het kapittel van het bisdom
volgens de nieuwe kathedrale statuten be
perkt dit kapittel zich niet tot dat voor de
residentie alleen, maar het omvat het z.g.
grootere kapittel over het geheele bisdom
heeft het onbestreden recht den door de
Kroon benoemde af te wijzen, zonder voor
eenigen vorm van strafbaarheid gevaar te
loopen. In het geval, dat het kapittel niet
geneigd is den eerst benoemde te verkiezen,
staat voor de kroon de gelegenheid open
een nieuwe benoeming te doen. Het kapit
tel heeft niet het recht een anderen per
soon naar eigen wensch te kiezen.
Ten tweede: de aartsbisschop heeft het
onbestreden recht, zonder eenig gevaar
voor strafbaarheid, de wijding te weigeren
aan een gekozen bisschop, indien hij meent,
dat dit noodzakelijk is.
Deze twee voorstellen schijnen op het
eerste gezicht niet veel te beteekenen. Zij
hebben ongetwijfeld de verdienste, dat zij
in de traditioneele procedure geen verwar
rend element binnensmokkelen. Hun aan
vaarding evenwel zou in wezen een hervor
ming van groote beteekenis en van groot
practisch belang met zich brengen. Het zou
een einde maken aan de caricaturale onwer
kelijkheid in den bestaanden gang van za
ken, waarbij het kapittel bevolen wordt te
kiezen 'en de verkiezing zelf een bijna hei-
ligschennende formaliteit is geworden door
den eisch, dat het kapittel den eenen op de
voordracht staanden persoon kiezen moet.
Het kapittel, dat door de nieuwe kathedrale
statuten meer dan vroeger een representa
tie is van den diocesaan-clerus, zou nu een
constitutioneel veto verkrijgen bij de aan
stelling van zijn voornaamsten pastor,
ix. den bisschop. En het provinciale episco
paat met den aartsbisschop als zijn orgaan,
zou een zelfde constitutioneel recht verkrij
gen om zijn zegel van goedkeuring te zetten
op den candidaat
Onder, zulke omstandigheden zal het on
getwijfeld veel moeilijker zijn een werkelijk
slechten bisschop in de kerk te introducee-
ren.
Zoo lang als de kerk van Engeland blijft
bestaan, zal het wel wet en gewoonte blij
ven, dat de kroon de bisschoppen benoemt.
Zelfs eerlijke kerkmenschen wenschen, dat
die gewoonte in stand gehouden wordt. Het
optreden van de kroon is, volgens hen, een
vorm van nominatie door het leekenelement,
welke ofschoon het geen steun geeft aan
de leeken van het bisdom toch zeer aan
bevelenswaardig is. Aanvaarding door de
diocesaan-geestelijkheid en goedkeuring
door het provinciale episcopaat zijn de oude
en katholieke factoren, die de nominatie
door de leeken begeleiden.
Wanneer daartegen wordt aangevoerd,
dat de kroon, een bisschop benoemende op
advies van den eersten minister, geen zui
vere representatie is voor de leeken in de
kerk, kan er op gewezen worden, dat het
verslag der commissie nog een voorstel be
vat, dat een verdere krachtige waarborg is
tegen misbruiken. De commissie stelt n.1.
voor, dat een canonieke rechtbank wordt
opgericht, waarbij de beschuldigingen tegen
een bisschop kunnen worden ingebracht;
een Tribunaal, dat competent zal zijn om
een oordeel uit te spreken en vonnis te veL-
len, hetzij censuur, schorsing of ontslag.
Het is niet waarschijnlijk, dat zulk een
rechtbank dikwijls in werking zal behoeven
te treden. Maar alleen reeds het bestaan en
de constitutioneele erkenning van zulk een
Tribunaal zou werken als een voort
durende herinnering aan het feit, dat
de bisschoppen niet boven de kerk staan,
maar dat zij evenals de overige geestelijk
heid, onderworpen zijn aan de kerkelijke
wetten.
HET PETROLEUM-EMBARGO WEER OP
HET TAPIJT?
De verzwakking van Abessinië
zou het noodzakelijk maken.
De diplomatieke medewerker van de Dai
ly Telegraph meldt, dat het Britsche kabi
net zich binnenkort weer bezig zal houden
met de kwestie van het petroleum-embargo
Waarschijnlijk, aldus het blad, zal men
voorstellen de coördinatie-commissie reeds
op 2 Maart bijeen te roepen i. p. v. op 9
Maart zooals oorspronkelijk in de bedoe
ling lag.
In regeeringskringen is men van mee
ning, dat de kwestie door de Abessinische
nederlaag ten zuiden van Makalé dringend
is geworden. Volgens de Daily Telegraph
weet men bovendien, dat de levensmidde
len in Abessinië schaarscher worden.
De indruk dat de tegenstand der Abes
siniërs verslapt, wordt versterkt door de
tekeenen, die wijzen op een nieuwen Ita-
liaanschen aanval in het zuiden.
VOOR OE PUP
ALGEMEENE STAKING IN
ZARAGOZA.
Botsingen met de politie,
doode.
Eén
De Spaansche vakvereenigingen in Za-
ragoza, waar de Spaansche regeering met
het oog op de houding der arbeiders den
staat van beleg heeft afgekondigd, hebben
den algemeene staking uitgeroepen.
De sociaal democratische arbeidersbond
U. G. T., evenals de syndicalistische C. N. T.
hebben een betooging georganiseerd door
de straten der stad, waarbij de onmiddelij-
ke invrijheidstelling geëischt werd van alle
strafgevangen. De politie heeft den stoet
echter ontbonden. Van de daken der hui
zen werd daarop op de agenten geschoten,
zoodat de politie van haar kant aanleiding
zag ook van de vuurwapens gebruik te
maken. Bij deze schietpartij werd één per
soon gedood, twee werden zwaar, verschei
dene anderen licht gewond.
DOODVONNIS.
Het gerechtshof te Koburg heeft den 23-
jarigen Wilhelm Schroeder uit Stroessen-
dorf ter dood veroordeeld wegens moord,
gepaard met zwaren roof. De man had in
den nacht van 11 op 12 Januari j.1. Andreas
Hartman, met wien hij tezamen een kamer
gehuurd had met een schot door het hoofd
gedood en diens spaargeld, ten bedrage van
ruim 20 mark gestolen.
SCHEPEN OP DE KUST GELOOPEN.
Aan de kust van Nieuw-Engeland heerscht
een storm, terwijl het weer bovendien zeer
nevelig is. Aan de kust van Massachussets
zijn vijf schepen gestrand.
Een kustwachtschip heeft de 21 koppen
tellende bemanning van een visscherschoe-
ner, die gestrand was, gered. De schip
breukelingen hadden den geheelen nacht in
hun reddingsbooten op zee rondgedreven.
GRIEP EN MAZELEN.
Bij de troepen in Oost-Frankrijk.
Een senator heeft een adres gericht tot
den Franschen minister van oorlog, waarin
hij er op wijst,, dat in zekere garnizoenen
in Oost-Frankrijk een griep- en mazelen
epidemie heerscht, ten gevolge waarvan al
leen reeds te Belfort 19 manschappen zijn
overleden.
Hij eischt de militairen van de door de
ziekte geteisterde garnizoensplaatsen met
verlof te zenden, ten einde de werkzaam
heden van den geneeskundigen dienst te
verlichtep.
UITSTROOMEND GAS VEROORZAAKT
ONTPLOFFINGEN.
In Utica in den staat New-York, zijn gis
teren tengevolge van het poreus worden
van ondergrondsche lichtgasleidingen in het
voornaamste zakenkwartier der stad, 15 on
dergrondsche ontploffingen ontstaan, tenge
volge waarvan twee gebouwen in brand
vlogen. Alle deksels der riolen werden door
dén luchtdruk de hoogte in geslingerd. Twee
personen werden gewond. Duizenden win
kelbedienden en employees moesten in al
lerijl de buurt ontvluchten.
DUITSCH JOURNALIST UITGEWEZEN.
Maandagmorgen is de Duitsche journalist
Richard in zijn woning te Parijs door de
politie gearresteerd. Na een arrest van drie
uur werd Richard door tusschenkomst van
de officieele Duitsche vertegenwoordiging
weer op vrije voeten gesteld, terwijl hem
werd aangezegd Frankrijk te verlaten.
Het Duitsche Nieuwsbureau meldt nader:
De voorzitter van den Bond van Duitsche
journalisten in Parijs heeft in deze aange
legenheid aan den voorzitter van de buiten
landsche persvereeniging een schrijven ge
richt. Na een uiteenzetting van de feiten,
wordt in dit schrijven er op gewezen, dat
reeds sedert geruimen tijd onderhandelingen
hangende waren tusschen de Duitsche am
bassade en het Fransche ministerie van bui
tenlandsche zaken met het doel een verlen
ging van de op 15 Febr. afloopende ver
blijfsvergunning voor Richard te verkrijgen.
Deze verlenging is echter niet toegestaan,
hetgeen de formeele aanleiding geweest is
tot de arrestatie.
In het schrijven wordt dan verder gezegd:
„Voor zoo ver ik weet is ten nadeele van
Richard niets in Frankrijk bekend; daaren
tegen is bekend geworden, dat hij verleden
jaar door de Italiaansche autoriteiten uit
Rome is uitgewezen, zoodat aangenomen
moet worden, dat er verband bestaat met
deze aangelegenheid. Als voorzitter van de
Vereeniging van Duitsche Correspondenten
in Parijs verzoek ik u protest in te dienen te
gen deze houding van de Fransche autori
teiten tegenover een in Frankrijk volkomen
vlekkeloos collega".
ROOKT I8IS CN GÉÉN ANDERE SHAG
NIEUWE KOUDEGOLF.
Het Amerikaansche Middenwesten wordt
geteisterd door een nieuwe koudegolf, die
zich in Zuidelijke richting langs de Atlan
tische kust beweegt. In verschillende stre
ken is vandaag een temperatuur waargeno
men, zooals die in de laatste vijftig jaar niet
meer is voorgekomen. In Littlefaills in den
staat Minnesota, werd heden 46 graden on
der nul opgeteekend. Uit andere plaatsen
komen berichten over temperaturen van 16
tot 40 graden onder nul.
Tal van branden.
Uit Kansas City wordt gemeld, dat de
groote koude indirect schuld is aan ver
schillende branden, welke in de staten van
het Zuid-Westen hebben gewoed. In de
meeste gevallen werden de branden veroor
zaakt door oververhitting der kachels.
Te Hutchinson is dientengevolge een
woonhuis in de asch gelegd. De bewoner,
diens vrouw en vijf kinderen zijn bij dezen
brand om het leven gekomen.
HET MILITAIRE WETSONTWERP IN
DEN BELGISCHEN SENAAT.
Kansen voor aanneming niet
rooskleurig geacht.
De beraadslagingen der kamerfracties
over het nieuwe militaire wetsontwerp der
regeering hadden tot dusverre tot resul
taat dat een toenemende tegenstand tegen
dit wetsontwerp bij de partijen te be
speuren valt. Dinsdagmiddag hebben de
Vlaamsche afgevaardigden der r.k. partij
hun positie inzake het wetsontwerp be
paald en zich daarbij eenstemmig uitge
sproken tegen het plan van den minister
van oorlog Devèze. Verder besloten de af
gevaardigden éénstemmig van de regee
ring de opzegging te eischen van de in
1920 gesloten militaire overeenkomst met
Frankrijk. De vooruitzichten voor het
wetsontwerp zijn er hierdoor niet beter
op geworden.
DE WERKSTAKING TE DAMASCUS.
Werkwillige winkeliers geboycot.
Gisteren was het de 31ste dag van de
algemeene werkstaking te Damascus.
Eenige winkeliers openden dien dag hun
zaken onder sterke bewaking van militai
ren. Zij werden echter geboycot. De ge
arresteerde nationalistische leiders Mar»
dam en Bakri zijn met onbekende bestem
ming weggevoerd.
De politie heeft te Aleppo op een troep
betoogers geschoten en verscheidene deel
nemers gewond.
EEN GIFT VAN X MILLIOEN POND.
Ter beschikking van verdedigings
werken van Singapore.
De gift van een half millioen pond Ster
ling, die de sultan van Jahore ter beschik
king van de Britsche regeering heeft ge
steld, zal waarschijnlijk worden gebruikt
voor de versterking der verdedigingswer
ken te Singapore.
GEHEIMZINNIGE EPIDEMIE
TE SANTAREM.
Reeds 1200 slachtoffers.
De medici te Santarem zijn er nog steeds
niet in geslaagd een volledige diagnose op
te stellen van de geheimzinnige epidemie,
die in verschillende gebieden woedt. Vol
gens niet bevestigde mededeelingen heeft
de ziekte in het noorden en westen 1200
dooden geëischt.
PRIKKELING DER ZEDEN VOOR
DE JEUGD.
Wetsontwerp in België.
Het Bureau voor Kinderbescherming
deelt ons mede:
Naar „Nationaal Werk voor Kinderwel
zijn" meedeelt, is op 16 December 1935
door den Minister van Justitie in België
bij de Wetgevende Kamers een wetsont
werp ingediend, waarbij voorgesteld wordt,
een verouderd artikel in het Wetboek van
Strafrecht te vervangen door de volgende
bepaling:
„Wordt gestraft met een boete van zes
en twintig frank tot vijfhonderd frank, al
wie aan kinderen beneden zestien jaar on
eerbare prenten, beelden of voorwerpen,
die van aard zijn hunne verbeelding te
prikkelen, verkoopt of uitdeelt, of derge
lijke prenten, beelden of voorwerpen,
openlijk tentoonstelt.
De prenten, beelden en voorwerpen, die
werden ten toon gesteld, te koop geboden
of verspreid, worden door elk gerechtelijk
politieofficier, op last van den vrederech
ter van het kanton, in beslag genomen en
de verbeurdverklaring ervan wordt, in
geval van veroordeeling, steeds uitge
sproken."
DOODELIJKE VAL.
In een perceel aan den Haarlemmerweg
te Amsterdam is gistermiddag om kwart
voor 5 een 80-jarige man van de trap ge
vallen en op het portaal van de tweede
étage terecht gekomen. Toen geneeskun
dige hulp ter plaatse was, was het slacht
offer reeds overleden.
Als je er niet kunt opklim
men, Henry, zwem dan onder het
ijs door, om mij te helpen!