JUia itecuèriek DE GEBROEDERS „GOCHEM" DE KLEINE VLIEGENIER ONS POESJE EIGEN SCHULD TEEKENPLAAT 't Gaat wat best! Zoo'n Oceaantocht (Nadruk verboden). 11. Raadselhoekie 4. Hanekammen (eetbare paddenstoe len). Voor kleineren. 1. Moeder kwam u geregeld bezoeken, toen u ziek was. (mug en egel). Mina legde de lange en dikke boonen apart. (eend). Ik zag ansichten, maar wist niet, of u die soort bedoelde. (gans). Je moest maar een oogenblik wach ten. (ree). 2. Tuinman, metselaar, stoker. 3. Ijsbloemen (op de ramen). 4. Een koekoek, (koe, koe, k). OM OP TE LOSSEN. Voor grooteren. 1. Mijn pooten zijn niet even lang En 'k heb een heel, heel vreemden gang. Maar springen kan ik toch zoo goed! Zeg nu maar, hoe ik heeten moet. 2. Mijn geheel wordt met 10 letters ge schreven en noemt een plaats in Noordholland. 3, 2, 4, 8 is een oude stad in Italië. Een 4, 9, 5, 3 is een waterplas. Een 1, 2, 10, 4 is een kruipend dier. Een 10, 2, 8, 6 is een deel van een schip. Een 7, 5, 9, 10 is heel licht. Een 2, 5, 7, 9, 10 strekt zich langs een rivier uit. 3. Verborgen plaatsen in het buitenland. Wie is de lieveling van Oom Hans? O, Fia natuurlijk! Vlug An, Otto komt er al aan! Wij lachen maar om Evert, als hij zich zoo aanstelt. Maar Eva laat je toch hartelijk groe ten! 4. Mijn eerste is een voertuig, mijn tweede een onderaardsche gang en mijn geheel is rood. Voor kleineren. 1. Met k ben ik een jong, viervoetig dier, met z een geneesmiddel en met h altijd minder dan het geheel. 2. Ladderraadsel. Ie (bovenste) sport een hondennaam. 2e sport een ander woord voor boos. 3e sport een metaal. 4e sport een boom. 5e sport een kruipend dier. 6e sport een vogel. Tom ligt in zijn bed te droomen Van de groote vliegmachien, Waar je hem als je goed kijkt, zeg! Als bestuurder wel zult zien. In een ommezien reist Tommy Naar Oom Willem in Japan, Want hij komt, lang vóór het dag wordt, Al op zijn bestemming an! Dan naar Tante Do in Deli. Dat is immers toch vlak bij! Tom zal boven 't huis eerst cirk'len. Tante is natuurlijk blij Hem te zien. Wat zal ze kijken! En als hij teruggaat, neemt Hij een aap, misschien wel twee mee. Zoo iets is daar heel niet vreemd! In Amerika 't is jammer! Heeft hij geen familie, maar Toch gaat hij 'r een kijkje nemen. Tommy denkt niet aan gevaar! (Nadruk verboden). u In zijn mooi evliegmachien Is een feest! Wat heeft hij nu al Van de wereld veel gezien! Straks heeft Tom wat te vertellen! En op eensdaar is hij thuis! Waar is de hangar gebleven? Is er plots'ling iets niet pluis? Met een schok wordt Tommy wakker, Want hij daalde... in zijn bed! Dat is 't einde van zijn reizen. Uit is 't met de vliegerspret! 't Arme vliegeniertje gilt zoo! Moeder komt er haastig aan. Tom zegt slaap'rig: Moeder 'k wou graag Weer opnieuw uit vligen gaan! Moeder laat nu Tom wat drinken, Dekt hem dan weer lekker toe En zegt: Eerst moet je gaan slapen, Vliegeniertje, je bent moe! C. E. DE LILLE HOGERWAARD. We hebben een jong poesje. Dat speelt toch wel zoo graag! Zou je eens mogen kijken, Als 'k 't aan je Moeder vraag? Een kluwen aan een draadje Of zelfs een prop papier, Daarmee heeft kleine Moortje Altijd het meest plezier! Hij pakt het met zijn pootjes, Dan springt het plots weer weg Moor doet de gekste sprongen Dat is zoo eenig, zeg! Wij willen ons lief Moortje Niet missen. Voor geen goud! Want bij ons thuis is niemand, Die niet van oortje houdt. Moes wil een kiekje maken. Als 't lukt, komt 't in de krant Dan zien ze Moors portretje Leuk hè? in 't heele land! (Nadruk verboden). Verhaaltje op Rijm 1. ,,'k Ga niet naar school," zegt kleine Jet, „Ik voel me heusch heel naar, M'n hoofdje klopt en doet zoo'n pijn; 'k Ben ziek. 't Is werk'lijk waar!" 2. Moes kijkt haar meisje eens goed aan En denkt: „jou kleine guit, Je bent niet ziek; je zegt maar wat, Je ziet er blozend uit!" 3. Maar ernstig zegt ze „Arme Jet, Blijf dan in bed vandaag! Als j 'opstond, werd het erger nog. Dat wilde ik niet graag!" 4. En Jetje denkt: „Fijn, ik blijf thuis Heel knusjes in m'n bed We hebben taal, waar 'k gister juist Zoo slecht heb opgelet!" 5. Die kleine, domme Jetje lacht Heel zachtjes telkens weer; Dat moeder zich zoo foppen laat 't Lukt prachtig dezen keer! 6 Maar 's middags om een uur of twee Dan wordt er plots gebeld En komt Margootje, Jets vriendin, De kamer ingesneld. 7' „Mevrouw, mag Jetty mee naar Riet, Die gist ren jarig was? D^m Ze' °mdat Woensdag is, De meisjes uit de klas 8. Uitnoodigen. 't Wordt reuzeleuk! We krijgen taartjes, fijn! Als Jetty nu niet komen kon, Zou dat niet prettig zijn!" 9. „Ja," zegt Jets moeder, „meisjelief, Ons Jetj' is ziek vandaag, Vanochtend kon ze niet naar school, Al wilde ze ook graag!" 10. Margootje zegt teleurgesteld: „Hé, dat is naar, mevrouw! Het beste maar met Jetty, hoor Dan ga ik nu maar gauw!" En Jetty in haar warme bed Schrikt, als ze alles hoort. O, lieve help, dat treft nu naar: Een fijne dag verstoord! 12. Dat 't ook juist Woensdag is! Jet had Daaraan net niet gedacht! Ze had met „ziek zijn" anders heusch Een dagje nog gewacht! 13. Maar moeder zegt: ,,'t Is eigen schuld! Nu helpt geen huilen, Jet! Want jij bent ziek, je hoofd doet pijn. Dus blijf je in je bed!" 14. En Jetje pruilt en Jetje zucht, Maar"mag niet naar het feest. Sindsdien is onze kleine Jet Nooit schoolziek meer geweest! RO FRANKFORT- WERKENDAM- 7e sport een jaargetijde. De woorden bestaan alle uit 5 letters en de middelste letters vormen, van boven naar beneden gelezen, den naam van een plaats in Noordhol land. 3. Noem eens stoelen zonder pooten En die toch heel stevig staan. Weet je 't niet? Ik zal ze wijzen, Als wij samen wand'len gaan. 4. 'k Kom éénmaal in vier jaren Geregeld altijd weer Dus ga ik weg, dan is het: Weer tot een volgend keer! (Nadruk verbod en). Onze Derde Februari-opgave. Een dubbele puzzle. De twee opgaven waren niet moeilijk, maar toch hebben zij velen nog heel wat hoofdbreken gekost. De eerste vraag was: Wat staat hier onder? as an er ra Wel, heel eenvoudig: Operasopraan! Men schrijve slechts achter elkaar op-er-as-op-ra-an. 2. De heer Frits E. Diemens Vianen be kleedde de functie van „Minister van Defensie". Verschillende oplossers hebben ditmaal één of twee punten verkregen. Onze Nieuwe Opgave. (No. 4 der Fe- bruari-serie). Een lettergreep-puzzle. Wanneer men van de volgende 52 letter grepen, de 16 woorden vormt, die voldoen aan de omschrijving, vormen de letters op de eerste en vierde rij van boven naar be neden gelezen, een spreekwoord. Lettergrepen. a art be breek de - dus ee een erf ge ge ge gen gie i la la last lei lo me met na nan nar ner nig nij o o on peld ran ran re ris ro se stand ta te te tel ter to ver ving weg wim ij zei zer. Omschrijvingen. 1. van dezelfde soort 2. monotoon 3welriekende olie 4dievenwerktuig 5verfrisschende drank 6. zonder omwegen 7. weerkunde 8voor een groot deel 9. geneesmiddel 10. opdracht 11. verzet 1 2vrouw v. Baldur 1 3regenboogvlies 14. iemand die iets nalaat 15. Italiaansche volksdans 16. kameraad Gevraagd wordt de woorden en het spreekwoord in te zenden. Oplossingen (2 p.) liefst zoo vroegtijdig mogelijk, doch uiterlijk tot Vrijdag 28 Febr. 12 uur aan den Puzzle Redacteur van de Alkmaarsche Courant. 12Ld7 13. Dc4 b5! A 14. Dc5. Na 14. Pb5 volgt Da5? 15. Pc3 Lb5! Met zeer sterken stand. Minder was 14. Pb5 Lb2? 15. Tbl. Da5f 16. Ld2 en zwart bereikt niets. 14Pa6. 15. De3 b4, 16. Pdl. e6 17. f4. Ld6, 18. e5 Lb5! Wit kan niet ed6 spelen wegens ed5 met damewinst. Boven dien belet zwart wits rochade. 19. de6 Te6 2. La8 Da8. 21. Pf2 Lc5. Plotseling heeft zwart vanwege de open koningsvleugel van wit en de verboden rochade een schitterende stelling. 22. Dd2 Df3ü 23. Tfl. Wit biedt een zoenoffer aan. Dit wordt echter geweigerd. Er is hooger prijs te behalen. 23. Le3. 24. Dd8. Te 8. 25. Ddl 't Mat op e2 moet gedekt wor den. 25Lf2f 26. Tf2. De3f 27. Te2 Dglf. 28. Kd2 Td8f Wit geeft op. Zij ver liest niet alleen de dame maar wordt in enkele zetten mat gezet b.v. 29. Kcc2 Dc5f en daarna of Tdl mat of Dc4 mat. na Kcl of Kb3. Men ziet de zwartspeler kan er zijn. Hij speelt in de bonden wedstrijden 't eer ste bord van den N. H. S. B. 't Is nog een jonge speler, die nog wel van zich zal doen spreken. OPLOSSING VAN DEN REBUS. UIT 'T VORIGE NUMMER. Maarten Harpersz. Tromp sneuvelde bij Ter Heide. (Nadruk verboden). Oplossing der raadsels uit het vorige nummer. Voor grooteren. A Archangel. erf cacao zeeheld Archangel Zaandam t ij g e r Mei Nooddeur. Doorn, den, rood, dun, rond. 1. Kc5 Lb3 2. Td3 Le2 3. Td2 zwart speelt onverschillig mat, dan volgt 4. Kb6 na 1Lf3 2 Tf5 Le4 (Lg4) 3. Te5 en na 3. Tg5 L. speelt 4. Kb6 en wint. Eindspel 960 als 956. Wit speelt en wint. 1. Kd6 L,b5 2. Tbl Ldd3 3. Tb3 U2 i. Tb2 L. onv. 5. Kc7 en wint. In 't j.1. tournooi te Hastings speelde de bekende Amsterdamsche speler L. Prins in een der rondes tegen de Duitsche vrou welijke kampioen Mejuffrouw Sonja Graf de volgende partij. Wit: Fr. S. Graf. Zw. L. Prins. d4 opening met Indiscghe verdediging. 1. d4 Pf6. 2. c4 g6 3. Pc3 d5 4. Pf3 Lg7 5. g3. 00 6. Kg2 dc4. f 7. e4 c5. Wit wil de diagonaal van zijn zwart L. openen, de pion die hy offert, krijgt hij wel terug. 8. d5 Pg4 9 h3? Dit is vast niet goed. Immers 't verzwakt de koningsvleugel en zwart wil toch met 't paard naar e5, 8Pe5 10. Lh6? Wat moet die L. daar? Dan was nog beter 11. f4. Wit heeft veel te lang verzuimd te rocheeren. 11Te8 12. Da4. Wit wil zijn pion gaan her ben. Maar zwart laat niet meer los. Nog was beter 00. Dit speelgoedeendje kun je mooi na- teekenen .De kleine cirkels teeken je met knoopen, de groote met doosjes of andere ronde voorwerpen. Wat in het voorbeeld gestippeld is, wordt weggestuft. Daarna kun je 't plaatje kleuren. Kies zelf de kleuren, maar denk er aan, dat de snavel van het eendje oranjegeel moet zijr.. (Nadruk verboden). 139. Vlug waren zij voereind en onder vreugdekreten haalden zij een prachtvisch op. ,,'t Zal wel een snoek zijn", veronderstelde Pat. „Nee, 't is vast een zalm", be weerde Pit, waarop zijn broer hem hartelijk uitlachte. „Malle kwibus, h»er komt nooit zalm!" 14°. „Wat moet dat hier?" liet opeens een barsche stem zich hooren. Beiden .keken verschrikt in het roode gezicht van Pieterse, den veldwachter. „Jullie deugnie ten weten zeker weer niet, dat het hier verboden is om te visschen, hè? Geef mij maar eens gauw dien hengel (en vischmand",

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 12