De veertig-jarige Huishoudschool.
Die Houten Klaas
Stad en Omgeving.
De Huishoud- en Industrieschool heeft aan
de bij de oprichting gekoesterde verwach
tingen ruimschoots voldaan.
Jladiopccycamma
HET JUBILÉ OP BESCHEIDEN
WIJZE GEVIERD.
De feestavond in
,,'t Gulden Vlies".
!huMetm
Vrijdag 28 Februari.
HILVERSUM, 1875 M. (8.—10—
11.12.en 11.—12.— n.m. VARA
de VPRO van 10.—11.— en 8.—
11.en de AVRO van 12.4.
uur). 8.Gr.pl. 10.Morgenwij
ding, gr.pl. 10.30 Causerie. 11.
Gr.pl. 12.De Maaskanters. 2.
Lezing. 2.30 Omroeporkest en so
liste. 4.05 Gr.pl. 5.— Kinderuur.
5.30 Variatieconcert. 6.Repor
tage. 6.10 Verv. concert. 7.Le
zing. 7.20 Gr.pl. 7.50 Ber. 8.— Jubi
leum-avond, toespraken en concert.
11,Jazzmuziek. 11.3012.Gra-
mofoonplaten.
HILVERSUM, 301 M. (Alg. progr.
NCRV). 8.Schriftlezing, medita
tie. 8.15—9.30 Gr.pl. 10.30 Morgen
dienst. 11.12.Cello en piano.
12.15 Gr.pl. 12.30 Ensemble van
der Horst. 2.— Gr.pl. 2.30 Chr. lec
tuur. 3.3.45 Zang en piano. 4.
Trioconcert. 5.— Gr.pl. 5.30 Deel.
en gr.pl. 6.30 Causerie. 7.Ber.
7.15 Rep. 7.30 Boekbespreking. 8.
Ber. 8.05 Oratoriumconcert. (9.10
Causerie). 10.30 Ber. 10.35—11.30
Gr.pl.
DROITWICH, 1500
Orgelspel. 12.10
12.50 Dansmuziek,
minghamsch Philh.
m. v. solist. 3.20
BBC-Midland-orkest.
muziek. 6.20 Ber. 6.50
M. 11.20—11.50
Orkestconcert.
1.35—2.20 Bir-
strijkorkest m.
Lezingen. 4.20
5.35 Dans-
Cembalomu-
ziek. 7.10 Lezingen. 8.20 Piano
recital. 8.50 Gevar. progr. 9.50 Ber.
10.20 Nieuws uit Amerika. 10.40
Koor- en orkestconcert. 11.3512.20
Dansmuziek.
RADIO PARIS, 1648 M. 7.20, 8.35
en 11.35 Gr.pl. 12.35 Orkestcon
cert. 2.50 Gr.pl. 4.20 Kamermuziek.
5.50 Orkestconcert. 9.05 Operette
muziek. 11.051.05 Gr.pl.
KEULEN, 456 M. 5.50 Orkestcon
cert. 11.20 Omroeporkest. 1.35 Gev.
concert. 3.20 Vrooi ijk progr. 5.20
Concert mmv. orkest koor en solis
ten. 7.30 Voor Oud-strijders. 10.20
11.20 Concert.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 Kleinorkest. 1.50
2.20 Gr.pl. 5,20 Zigeunermuziek.
6.35 en 7.20 Gr.pl. 8.20 Symph.-
concert. 10.30—11.20 Gr.pl. 484 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 Zigeunermuziek.
1.40 Zang. 1.502.20 Gr.pl. 5.20
Omroeporkest. 6.50 en 7.15 Gr.pl.
7.35 Zang. 8.20 Voor oud-strijders.
10.30—11.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.30 Gevar. progr. 9.20 Ber. 9.40
Lezing. 9.50 Kamermuziek. 10.05
Weerber. 10.2011.20 Dansmuziek.
GEMEENTELIJKE RADIO-
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Brussel VI. 8.9.20,
Keuelen 9.2010.05, D.sender 10.05
10.35, Parijs Radio 10.35—13.05,
Brussel VI. 13.05—15.05, Parijs R.
15.05—15.20, D.sender 15.20—16.20,
Parijs R. 16.20—17.20, Keulen 17.20
19.20, Beromünster 19.2020.20,
Lond. Reg. 20.2020.50, Weenen
20.50—22.20, Berlijn 22.20—23.20,
Weenen 23.20—24.—.
Lijn 4: Parijs Radio 8.058.50,
Normandië 8.5010.35, Lond. Reg.
10.3512.10, Droitwich 12.1013.35
Lond. Reg. 13.3517.35, Droitwich
17.3518.20, Luxemburg 18.20
18.50, Lond. Reg. 18.50—20.20,
Droitwich 20.2021.50, Lond. Reg.
21.50—22.20, Brussel VI. 22.20—
22.30, Lond. Reg. 22.30—24.-^
Een select gezelschap was gistermiddag
bijeen in een der lokalen van de huishoud
en industrieschool aan de Emmastraat, zulks
op uitnoodiging van het bestuur, om het
veertigjarig bestaan der school te herden
ken, Wij zagen daar den burgemeester en
mevr. van Kinschot, den directeur van de
R.H.B.S., den rector van het gymnasium, de
directeuren van het r.k. lyceum en de am
bachtsschool, den inspecteur van het l.o., de
inspectrice van het nijverheidsonderwijs
voor meisjes, eenige oud-directrices der
school en oud-leeraressen, mevr. Antusch
(thans wonende te Eindhoven), oud-be
stuurslid, schoolbestuur en vele anderen.
In het lokaal prijkte een rijke bloemenschat.
aangeboden door vrienden van de school,
terwijl de hall gesierd was met palmen e.d.
en de vaderlandsche driekleur aan voorbij
gangers reeds vertelde, dat er iets bijzon
ders gaande was.
De school heeft haar bestaansrecht
bewezen.
Bij ontstentenis wegens ziekte van den
voorzitter van het schoolbestuur, den heer
dr. J, Postma, sprak de heer mr. G. C. B.
va.n der Feen de Lille een woord
van welkom tot de talrijke aanwezigen, de
hoop uitsprekende, dat de heer P. spoedig
weer geheel hersteld zal mogen zijn.
Voortgaande, stelde spr. de vraag of de
viering van een 40-jarig jubilé in deze tij
den eigenlijk wel verantwoord zou zijn, en
hij beantwoordde deze vraag in bevestigen
den zin, mits die viering in beperkten vorm
plaats zou hebben. Het schoolbestuur had
gemeend aan den aandrang van leeraressen,
directrice en leerlingen te moeten voldoen.
Dank bracht spr. voor de aardige aanklee
ding van de hall en voor de bloemen van
belangstellenden.
Spr. ging na wat er met de school gebeurd
is sinds de viering van het 25-jarig jubilé
en constateerde, dat er van een opgaande
lijn geen sprake was, iets wat trouwens ook
niemand verwacht zou hebben. Maar toch
was de daling niet zoo erg, dat men den
moed zou moeten laten varen. Integendeel,
er zijn veel symptomen, die moed geven om
voort te gaan, al betreurde spr. ook, dat de
cursus voor opleiding tot huishoudkundige
had moeten worden opgeheven, dat er an
dere cursussen moesten worden gecombi
neerd en dat de cursus voor opleiding akte
A en costuumnaaien moest worden inge
krompen van drie op twee jaar.
Rekening -houdend, met de tijdsomstandig
heden, moet men. zeggen dat het met de
schooi vrij 'góed gaat.Het voornaamste is
ongewijzigd gebleven: de energie en de
kracht van hen, die het onderwijs hebben
te geven. In dit verband roemde spr. de te
genwoordige directrice, in wier handen de
leiding zeer goed vertrouwd bleek, die wist
van organiseeren en steeds gelegenheid
vond om weer iets aan te pakken, wat b.v.
bewezen werd, toen verleden jaar de cursus
in het naaien voor de vrouwen van werk-
loozen werd begonnen, waaraan de onder
wijzeressen, bijgestaan door dames uit Alk
maar, belangeloos les gaven. Deze cursus
was zoo'n groot succes geworden, dat er
thans weer mee wordt voortgegaan. Spr.
betuigde daarvoor den dank van het school
bestuur.
De veranderingen en verbeteringen aan
het schoolgebouw werden door spr. opge
somd.
In de personeelsbezetting is in de laatste
vijftien jaren wel iets veranderd, o.a. is
mej. Beumer als directrice vervangen door
mej. S. H. de Glee. Nog altijd maken de
dames Carels, van Twist en Post deel uit
van het aantal leerkrachten. Maar wat ook
veranderde, de liefde en de belangstelling
waarmee onderwijs gegeven werd, zijn ge
bleven, waardoor weder werd meegewerkt
om de meisjes op te leiden tot goede huis
vrouwen.
Het onderwijs aan de huishoudschool is
van groote beteekenis op de vorming van
de leerlingen voor gezin en maatschappij
en spr. was overtuigd, dat dit zoo zal blij
ven. De school heeft haar plaats gevonden
in onze samenleving en zal die behouden.
Met vertrouwen gaat het bestuur de ver
dere toekomst tegemoet.
Andere sprekers.
De ry van sprekers werd geopend door
den burgemeester, jhr. mr. v. Kinschot,
die aanving met het schoolbestuur geluk te
wenschen met dit jubilé, dat een stap ver
der is in de richting van de vijftig jaar.
Spr. was verheugd een grooten bloei der
school te hebben kunnen constateeren: op
bescheiden schaal begonnen aan de Oude
gracht, bleek reeds na vier jaar de behoefte
aan een grooter gebouw en thans zijn er in
dag- en avondlessen 600 a 700 leerlingen.
Gebleken is wel dat de school voldoet aan
de verwachtingen, die de oprichters hebben
gekoesterd. In de eerste plaats heeft dit wel
gelegen aan het bestuur, dat veertig jaren
lang voor de school heeft gestreden, maar
daarnaast komt een belangrijk deel van het
succes toe aan de onderwijzeressen, die
steeds de school met haar beste krachten
hebben gediend. Met lof gewaagde spr. van
de bereidwilligheid van mej. de Glee om
steeds te voldoen aan verzoeken van het
gemeentebestuur in verband met de school.
Spr. herinnerde hierbij aan het zilveren ju
bilé van mej. Carels als onderwijzeres aan
de school in September 1.1., hetwelk op
haar verzoek niet werd gevierd.
Namens het gemeentebestuur getuigde
spr. van groote waardeering voor de school,
die van Alkmaar een centrum van belang
stelling heeft gemaakt voor meisjes en
jonge vrouwen. Hij hoopte, dat dit zoo zal
blijven en de school bij voortduring zal
bloeien én groeien.
De presidente van de afd. Alkmaar van
de Ned. Vereen, van Huisvrouwen, mevr.
Eyma te Egmond aan Zee, getuigde van
de verknochtheid der huisvrouwen aan de
school. Wat deze brengt aan de jongeren,
pogen wij te doen voor de oudere vrouwen,
zei spr. Steeds hebben wij daarbij de me
dewerking van de school ondervonden bij
onze tentoonstellingen enz. Grooten lof had
spr. voor wat de school in de veertig jaren
van haar bestaan voor de meisjes heeft ge
daan en zij hoopte, dat dit nog lang zoo zal
mogen voortduren.
Mej. de Groot wenschte de jubilee-
rende school geluk namens den Bond van
Leeraressen bij het onderwijs voor meisjes
en deelde mede, dat het 't hoofdbestuur ge
noegen had gedaan te mogen vernemen, dat
het jubilé niet stilzwijgend zou voorbijgaan,
ondanks den ongunst der tijden, die zwaar
drukken ook op scholen zooals deze.
Spr. stelde in het licht, dat het werk dezer
scholen nog lang niet voldoende bekend is
en toonde dit "met een voorbeeld aan. Zij
hoopte, dat deze school, ondanks de moei
lijke tijdsomstandigheden, steeds vooruit
zal mogen gaan en alle cursussen nogeens
weer bezet zal mogen zien.
Mevr. Storm van 's-Gravesande,
oud-directrice der school, was dankbaar
voor de medewerking, die zij bij haar werk
steeds had ondervonden van het bestuur,
waarvan zij met name noemde de dames
Ripping, Moltzer en Boeké. Zij Sprak de
hoop uit, dat ook in de toekomst het bestuur
steeds op den tot dusver gevolgden weg zal
voortgaan, want zonder deze medewerking
kan een directrice niets presteeren.
Mej. Beumer, voorheen directrice der
school, thans inspectricè van het nijverheids
onderwijs voor meisjes, was verheugd weer
zoovele oude getrouwen te zien. Zij herin
nerde aan het werk van wijlen mevr. van
Reenen vöor de school, en aan dat van mevr.
Antusch, die weer als presidente van het
schoolbestuur was opgevolgd door den heer
Fostma. De vrees dat een man in die functie
minder goed op zijn plaats zou zijn, werd
niet bewaarheid. In een gemoedelijk praatje
vertelde spreekster dan van de vriend
schapsbanden die zij had mogen aanknoo-
pen met mevr. Stuart, en zeer waardeerend
sprak zij eveneens over de dames Dorbeck
en Eits, die sinds vele jaren deel van het
bestuur uitmaken.
Naar aanleiding van de woorden van mr.
v. d. Feen de Lille merkte spr. op, dat de
opleidingscursus voor- huishoudkundigen
niet weg moest als gevolg van regeerings-
maatregelen in verband met den tijd, maar
omdat er geen leerlingen genoeg voor wa
ren. Spr. zou zich gelukkig prijzen, als die
cursus weer kon worden hersteld. Door de
manier waarop de school zich aanpast aan
de omstandigheden, bewijst zij meer dan
ooit haar recht van-bestaan als middel tot
opvoeding.
Ten aanzien van de onderwijzeressen be
tuigde spr. haar groote dankbaarheid voor
de steeds ondervonden medewerking, er was
daardoor een band ontstaan, die altijd zal
blijven.
Aan het bestuur bood spreekster als per
soonlijke herinnering een zilveren thee
zeefje aan, daarbij de hoop uitsprekend op
blijvende opgewektheid, toewijding en
trouw.
Mevr. v. d. B r o e k—J a s p e r s, een
der eerste onderwijzeressen aan de school,
was verheugd over de uitbreiding dezer in
richting in den loop der jaren en hoopte,
dat zij op dezen weg zal voortgaan.
De heer J. C. d e L a n gë, eën en ander
meedeelend in verband met de financiën
der school (de zaak waaraan hij speciaal
zijn aandacht wijdt in .het bestuur), hoopte
dat zij nog lang haar zegenrijk werk zal
ir ogen voortzetten.
De heer A. Fled de rus, directeur der
ambachtsschool, wees op de samenwerking
tusschen deze instelling en de jubilaresse en
bood haar zijn beste wenschen voor de toe
komst aan.
De heer E. Harder, leeraar aan de amb.-
school, zei, dat hij met groote voldoening
destijds had gewerkt aan de huishoudschool,
de eerste school waaraan hij leeraar was.
Hij betreurde het, dat mej. Nierop als slacht
offer van de tijdsomstandigheden is moeten
vallen als onderwijzeres.
De heer G. C. Dun, inspecteur van het
l.o., sprak van den iimigen band tusschen
het l.o. en het n.o. en de goede verstand
houding tusschen deze twee hier ter stede.
Hij hoopte dat de huishoudschool nog lang
haar mooie plaats zal blijven innemen en
het nut van nijverheidsonderwijs steeds ver
der zal mogen verspreiden.
De heer v. d. Feen de Lille bracht
den verschillenden spreeksters en sprekers
dank voor hun welwillende en waardeeren-
de woorden, constateerende dat die kwamen
uit onderwijskringen en uit het dagelijksch
leven, waaruit blijkt de erkenning dat de
school een goede plaats inneemt.
Aan mej. Beumer betuigde hij dank voor
haar cadeau en hij voegde daaraan toe, ver
heugd te zijn, dat een man in het schoolbe
stuur haar nogal was meegevallen.
Het woord aan de directrice.
Mej. de Glee was dankbaar voor de
vriendelijkheden aan haar adres en de voor
de school uitgesproken beste wenschen. Zij
meende, dat het, waar mej. Beumer de
school zoo goed gezind is, wel goed moet
gaan. Deze jubeldag Was voor spreekster
als een lentedag, die kracht geeft voor den
volgenden tijd. Het aandeel van vorige di
rectrices in het tot dusver bereikte was
zeer groot Invele gevallen hebben zij de
paden geëffend, waarlang^" kon worden .ver?
der gegaan, ook al dankzij den steun van
het gemeentebestuur.
Als aandenken aan dezen dagbood spreek
ster namens zichzelyen, ..'de leeraressen en
den conciërge een ëlectrische klok aan het
bestuur aan, hopende dat deze als symbool
der school steeds onverstoorbaar zal voort
gaan, als een perpetuum mobile.
Spr. bracht dank aan de leerkrachten,
zonder wier hulp niets te bereiken zou zijn
geweest en zij besloot met het uitspreken
van de hoop, 'dat de school ook in de toe
komst zal blijven bloeien en groeien.
Een terugblik op rijm.
Twee onderwijzeressen der school, de
dames Carels en Hollants, hadden
een bijzonder aardige wijze bedacht om de
geschiedenis der school te vertellen, n.1. een
samenspraak op rijm. Zij lieten alles in
groote trekken de revue passeeren, van de
oprichting af tot heden. Vele bijzonderhe
den, die misschien allang vergeten waren
bij de meesten, kwamen in herinnering te
rug, b.v. hoe een fancy-fair voor de noodi-
ge uitbreiding na een bestaan van vier ja
ren 1800 opbracht, hoe men aan den lan
gen naam der school kwam, wie de opricht
sters waren en wie in den loop der jaren
bestuursfuncties hebben uitgeoefend. We
hoorden van den tijd toen de Emmabrug
nog niet bestond en er daar ter plaatse nog
slechts een smal bruggetje lag en we verna
men van een voorval waarbij de wasch der
school te water raakte. Er werd herinnerd
aan den tijd der mobilisatie jaren, toen de
school kazerne werd en de lessen moesten
worden gegeven in het weeshuis, en ten aan
zien van nog veel méér dingen werd het
geheugen opgefrischt.
De beide dames, die het uitvoerige stuk op
gezellige wijze „opvoerden", hadden gele
genheid gezien er een paar stukjes zang in
te lasschen, n.1. de liedjes, welke waren ge
zongen bij de ingebruikneming van het te
genwoordige gebouw en bij het zilveren
jubilé der stichting. Thans waren het weder
leerlingen der school, die de liederen deden
hooren, bij vioolbegeleiding en vrijwel on
zichtbaar.
Groote hulde werd in het stuk gebracht
aan wijlen mevr. van Reenen te Bergen, die
den eersten tijd na de opening der school
belangeloos als directrice optrad voor de 17
leerlingen waarmee werd begonnen, terwijl
voorts dankbaar de royale financieele hulp
van den heer P. W. Jansen werd herdacht.
Zoo zoudert wij kunnen doorgaan met nog
veel meer te vertellen van de inderdaad
aardige en geestige revue, maar we moeten
ons beperken. Alleen willen we nog even
meedeelen als bewijs van den geest
waarmee de school door het publiek ont
vangen werd dat bij de opening van het
tegenwoordige gebouw met zijn plat dak
gesproken werd van „kookfort" en „spina-
zie-studenten-universiteit". Dit getuigt van
heel wat minder waardeering dan thans
voor de school wordt gevoeld!
Aan het slot van de officieele plechtig
heid bracht de voorzitter beide „samen-
spreeksters" dank voor het gebodene, waar
in hij aanleiding had gevonden om nog een
woord te wijden aan het werk van mevr.
van Reenen en den heer W. N. Francken,
die vele jaren de niet gemakkelijke functie
van secretaris-penningmeester had uitge
oefend. Nadat nog een woord van dank was
gebracht aan mej. de Glee voor het door
haar aangeboden cadeau en de voorzitter
met dank en waardeering melding had ge
maakt van een zilveren lepel voor de thee
tafel (een cadeau van de oud-leetlin'ge en
tevens oud-leerares mevr. RingersWolzak,
welk geschenk verborgen was in bloemen
hulde), vereenigden de aanwezigen zich in
een aangrenzend lokaal aan een theetafel
waar leerlingen der school zorgden voor
versnaperingen (eigen werk!), die zich heer
lijk lieten smaken.
Het spreekt welhaast vanzelf, dat bij een
dergelijk jubileum een feestavond niet
mocht ontbreken. Deze was belegd in
,,'t Gulden Vlies", waarvan de groote zaal
door vele bloemstukken een feestelyken
aanblik had gekregen. Ongeveer 225 meisjes
met de leeraressen en het voltallige school
bestuur (w.o. burgemeester v. Kinschot)
vulden de zaal, waar lang voor de opening
plaatsvond, een gezellige sfeer heerschte.
Vrijwel geen plaatsje was cr.bezet, toen mr,
G. C. B. v. d. F e e n d e L i 1 1 e het po
dium betrad, om allereerst het bestuur, de
directrice, de leeraressen, de leerlingen en
de genoodigden van harte welkom te hee-
ten. - -
Spr. bracht daarna de receptie van 's mid
dags in de Huishoudschool in herinnering,
Dat was daar zeker niet het gewone school-
lèven, aldus spr., want alleen het feit, dat
er zooveel bloemstukken aanwezig waren,
deed duidelijk naar voren komen, dat er
iets bijzonders was. Voor al deze bloent-
stukken bracht spr. hartelijk dank. Er wa
ren ook prachtige cadeaux aan de school
ten geschenke gegeven, o.a. een fraai elec-
trische klok; hiervoor dankte spr. eveneens
in toepasselijke bewoordingen.
Het schoolbestuur, aldus spr., heeft lang
beraadslaagd of er gezien de tijdsom
standigheden wel een schoolfeest gehou
den moest worden. Men was tenslotte tot
de volgende oplossing gekomen, de leerlin
gen moesten zelf maar beslissen. Op de
vraag of zij thans een feest wilden of liever
naar huis gingen, weerklonk natuurlijk
spontaan: een feest!
Hierna bood een tweetal leerlingen met
een aardig speechje aan het bestuur een
mooie electrische bel aan, welke bestemd is
om aangebracht te worden in het schoolge
bouw.
De conferencier van dezen avond was
notaris Jhr. v.AndringadeKempe-
n a e r uit Haren (Gri), die in een geestig
voorwoord vertelde van zijn liefhebberij,
n.1. 't goochelen. Spr. was van oordeel, dat
wanneer men een liefhebberij heeft, men
deze moest bewaren als een groote schat,
zij verschaft veel levensvreugde en is een
belangrijke factor in het leven.
Met behulp van eenige assistenten ver-
Naar het Engolsch van door J. I. en
CHARLOTTE M. YONGE E. A. H
19)
HOOFDSTUK XIII.
Het Weduwen-Huis.
Bij den haard in den salon op het We
duwen-Huis, in het gezellige schemerlicht,
dat volgde op het theeuurtje, zaten drie
dames, want lady Adela en miss Morton
hadden juist mrs. Bury verwelkomd, die,
ofschoon ze haar hoofdkwartier had 'n
Londen, gewoonlijk haar tijd verdeelde tus
schen bezoeken aan getrouwde dochters en
reizen buitenslands.
Amice had juist haar pop laten zien, het
laatste cadeau van Elmira, en een laden-
kastje, opgebouwd uit lucifersdoosjes en
knoopjes, dat Constance Morton haar had
leeren maken en toen werd zij naar bed
gebracht, nadat zij eerst met grooten ernst
had betuigd, dat lady Northmoor 'n heele
aanwinst was.
„Zoo? Vindt je dat?" vroeg mrs. Bury
lachend. „Nu, dan zal het wel zoo zijn,
hoor!"
„Het kind heeft gelijk", zei lady Adela
„Mary is heel aardig en ze zal van haar
geen kwaad leeren".
„Ze is eenmaal onderwijzeres geweest",
bracht Bertha in herinnering; „dus kan ze
wel met kinderen omgaan. Hoe bevallen de
Northmoors je over het geheel?"
,,'t Kon erger! Ik zie tenminste geen re
den, om hier niet te blijven wonen. En jij,
Birdie?"
„Neen, ik zou het niet kunnen! Ik heb er
al zeven jaar naar verlangd, om weg te
gaan en nu Northmoor in staat schijnt te
zijn, om mijn jongensklasse te nemen, is
mijn laatste band verbroken. Ik hoop al
leen, dat hij ze niet kwellen zal met al te
veel Sabbathsviering of geheelonthouding.
Want het zijn alle twee zulke innig-brave
menschen, vervelend van braafheid en
stijf van welgemanierdheid! Ik zou veel
liever hebben, dat ze zich niet zoo behoor
lijk gedroegen; dat ze bij voorbeeld aten
met hun messen, of dronken uit hun scho
teltjes; of dat ze eens een eigenaardige uit
drukking gebruikten, waarom je lachen
kon. Maar neen, ze spreken zelfs een
Fransch woord niet slechter uit dan de
meeste Engelschen".
„En zijn ze niet aanmatigend?"
„O, neen! Als dat zoo was, zou je er nog
eens pret om kunnen hebben. Maar er valt
niets op hen aan te merken; het zijn net
alle twee zoo'n paar houten Klazen! Als ik
Addie was, zou ik niet zoo'n paar levende
dooden zoo dicht in de buurt kunnen heb
ben. Het zou mij van hier verdrijven".
„Wel neen! Je raakt wel gewoon aan
dergelijke onuitgesprokenheid! Als lady
Northmoor zoo was als haar schoonzuster,
dan zou ik mij zeker geweld moeten aan
doen, om hier te blijven".
„En dat zou het nu tegenover my juist
draaglijk hebben gemaakt. Ik zou die mrs.
Morton wel aan het praten krijgen! Ze
werd al heel vertrouwelijk met mij en zei,
hoeveel beter figuur als lord haar geliefde
echtgenoot zou hebben geslagen. Ze wilde
wel, dat: „haar zwager lord Northmoor"
(je moest een hooren den toon waarop ze
dit zei) meer wereldschgezind was en ze
verzocht mij, of ik hem toch vooral goed
doordringen wilde van zijn plicht, om alles
te doen voor haar zoon Herbert, die, zooals
vanzelf spreekt, immers erfgenaam van ti
tel en landgoed zal worden".
„Nu, dat hoop ik anders niet", zei lady
Adela. Ze kunnen hem hier geen van allen
luchten of zien. Hij is de onbeschaamdheid
in persoon!"
„Jongens in hun ontwikkelingsjaren zijn
dikwijls moeilijk in den omgang. Maar naar
wat ik van hem gezien heb, vind ik hem
volstrekt niet zoo ongenietbaar".
„Birdie toch! Hij is nog erger dan zyn
oom!"
„Volstrekt niet! Wat er nog aan pit heeft
bt) Northmoor, is zeker ten onder
gegaan op die styve kantoorkruk. Maar als
hu verstandig genoeg is, om dien jongen 'n
flinke leiding te geven, dan kan er nog wat
goeds uit hem groeien. Ik voel genoeg voor
Herbert om hem zelf gedeeltelijk in ziin
fatsoen te brengen; voor de eer van de fa
milie. Zijn zusje Ida die is mij het meest
onsympathiek!"
„Ja, dat is zoo", beaamde lady Adela.
„In gezelschap hield ze zich vrij goed, maar
ik zag haar gichelen en smoezen met Emi-
ly Trotman, op een manier, die mij, van
Emily tenminste, erg tegenviel".
„Ze is bedorven; dat is de kwestie! Haar
moeder vergoodt haar. Ze heeft my zoo 't
een en ander van haar dochter verteld,
onder andere, hoe Iedje al bewondering
wekt, of zooals zij het uitdrukt: „hoe de
heeren haar naloopen"; maar nu zal ze niet
rusten, eer ze iemand van adel voor haar
veroverd heeft en oom zal haar dan wel 'n
aardigen bruidsschat geven!"
„Ame man! Ik denk niet, dat bij van
haar veel genoegen zal beleven. Heeft hij
nog meer familie'"
„Den Hemel zij dank, neen! Wij hebben
de eer, hem, na zijn broers kinderen, het,
naaste te staan; cn zij schijnt in het geheel
geen familie te bezitten".
„Neen dat heb ik ook gehoord", zei lady
Adela Ze was een domineesdoebter, niet
waar?"
„Ja. Dus je hebt in de vier of vyf maan
den geen onaangename ervaringen van hen
opgedaan?" vroeg mrs. Bury.
„Behalve dan, dat ze zoo'n onpresentabe
le schoonzuster heeft'"
„En dat hij natuurlijk te „waardig" is, om
je het genot te gunnen, van eens om hem
te kunnen lachen", meende Bertha.
„Nu, daar moet je dankbaar voor wezen".
„Och, ik houd wel eens van sensatie. Nu
daar komt Letitia beneden met de profetie,
dat ze een zegen voor ons zullen zijn; dus
ik ga".
Toen de deur achter haar dicht ging,
zuchtte lady Adela en mrs. Bury zei:
„Arme Birdie! Is ze altijd zoo gestemd?"
schun' 6r. scbijnt eenmaal bitterheid te
schuilen in haar hart".
„Ik denk, dat het leven met haar vader
haar geen goed heeft gedaan. Toch heeft ze
het altijd heel druk gehad".
„Niet druk genoeg voor iemand van haar
levendigen aard. Lord Northmoor is haar
altijd blijven houden voor een kind en heeft
haar veel moeilijkheden in den weg ge
legd; bovendien, omdat hij alleen maar be
lang stelde in paarden, kon ze hem nooit
eens op een ander onderwerp brengen en
zoo bleef zy voortdurend haar wonde voe
len".
„Maar voor jou was dat toch ook niet zoo
aangenaam, jou arme Addie!"
„Och, hij begreep het nu eenmaal niet.
En voor mij waren die dingen in ieder ge
val niet zoo pijnlijk als voor haar. Ja, zij
heeft een droeven tijd achter den rug.
is toch van nature niet veel zachtheid in
haar, maar toen haar vader haar nog
voortdurend praatte van de bijzonderheden
bij de races, die haar toch al zoo tegen
stonden, werd zy ongeduldig en onaardig-
Bovendien hinderde het haar, dat hij mj
zooveel liever by zich had dan haar. Het
is al heel lief en edelmoedig van Bertha,
dat zij niet jaloersch is geweest op mij".
„Ik denk, dat ze heel blij was, dat hij
troost bij je vond. Heb je nooit gehoord
van kapitein Alder?"
„Nooit. Om der gerechtigheidswille en
omdat ik weet, dat het Arthurs verlangen
was, zou ik er graag eens nader met haar
over spreken; maar ik weet niet, of het in
de stemming, waarin zij nu verkeert, wel
goed zou zijn, dat ze elkaar ontmoetten".
(Wordt vervolgd).