De veertig-jarige Huishoudschool. Die Houten Klaas Stad en Omgeving. De Huishoud- en Industrieschool heeft aan de bij de oprichting gekoesterde verwach tingen ruimschoots voldaan. Jladiopccycamma HET JUBILÉ OP BESCHEIDEN WIJZE GEVIERD. De feestavond in ,,'t Gulden Vlies". !huMetm Vrijdag 28 Februari. HILVERSUM, 1875 M. (8.—10— 11.12.en 11.—12.— n.m. VARA de VPRO van 10.—11.— en 8.— 11.en de AVRO van 12.4. uur). 8.Gr.pl. 10.Morgenwij ding, gr.pl. 10.30 Causerie. 11. Gr.pl. 12.De Maaskanters. 2. Lezing. 2.30 Omroeporkest en so liste. 4.05 Gr.pl. 5.— Kinderuur. 5.30 Variatieconcert. 6.Repor tage. 6.10 Verv. concert. 7.Le zing. 7.20 Gr.pl. 7.50 Ber. 8.— Jubi leum-avond, toespraken en concert. 11,Jazzmuziek. 11.3012.Gra- mofoonplaten. HILVERSUM, 301 M. (Alg. progr. NCRV). 8.Schriftlezing, medita tie. 8.15—9.30 Gr.pl. 10.30 Morgen dienst. 11.12.Cello en piano. 12.15 Gr.pl. 12.30 Ensemble van der Horst. 2.— Gr.pl. 2.30 Chr. lec tuur. 3.3.45 Zang en piano. 4. Trioconcert. 5.— Gr.pl. 5.30 Deel. en gr.pl. 6.30 Causerie. 7.Ber. 7.15 Rep. 7.30 Boekbespreking. 8. Ber. 8.05 Oratoriumconcert. (9.10 Causerie). 10.30 Ber. 10.35—11.30 Gr.pl. DROITWICH, 1500 Orgelspel. 12.10 12.50 Dansmuziek, minghamsch Philh. m. v. solist. 3.20 BBC-Midland-orkest. muziek. 6.20 Ber. 6.50 M. 11.20—11.50 Orkestconcert. 1.35—2.20 Bir- strijkorkest m. Lezingen. 4.20 5.35 Dans- Cembalomu- ziek. 7.10 Lezingen. 8.20 Piano recital. 8.50 Gevar. progr. 9.50 Ber. 10.20 Nieuws uit Amerika. 10.40 Koor- en orkestconcert. 11.3512.20 Dansmuziek. RADIO PARIS, 1648 M. 7.20, 8.35 en 11.35 Gr.pl. 12.35 Orkestcon cert. 2.50 Gr.pl. 4.20 Kamermuziek. 5.50 Orkestconcert. 9.05 Operette muziek. 11.051.05 Gr.pl. KEULEN, 456 M. 5.50 Orkestcon cert. 11.20 Omroeporkest. 1.35 Gev. concert. 3.20 Vrooi ijk progr. 5.20 Concert mmv. orkest koor en solis ten. 7.30 Voor Oud-strijders. 10.20 11.20 Concert. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Kleinorkest. 1.50 2.20 Gr.pl. 5,20 Zigeunermuziek. 6.35 en 7.20 Gr.pl. 8.20 Symph.- concert. 10.30—11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Zigeunermuziek. 1.40 Zang. 1.502.20 Gr.pl. 5.20 Omroeporkest. 6.50 en 7.15 Gr.pl. 7.35 Zang. 8.20 Voor oud-strijders. 10.30—11.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 Gevar. progr. 9.20 Ber. 9.40 Lezing. 9.50 Kamermuziek. 10.05 Weerber. 10.2011.20 Dansmuziek. GEMEENTELIJKE RADIO- DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Brussel VI. 8.9.20, Keuelen 9.2010.05, D.sender 10.05 10.35, Parijs Radio 10.35—13.05, Brussel VI. 13.05—15.05, Parijs R. 15.05—15.20, D.sender 15.20—16.20, Parijs R. 16.20—17.20, Keulen 17.20 19.20, Beromünster 19.2020.20, Lond. Reg. 20.2020.50, Weenen 20.50—22.20, Berlijn 22.20—23.20, Weenen 23.20—24.—. Lijn 4: Parijs Radio 8.058.50, Normandië 8.5010.35, Lond. Reg. 10.3512.10, Droitwich 12.1013.35 Lond. Reg. 13.3517.35, Droitwich 17.3518.20, Luxemburg 18.20 18.50, Lond. Reg. 18.50—20.20, Droitwich 20.2021.50, Lond. Reg. 21.50—22.20, Brussel VI. 22.20— 22.30, Lond. Reg. 22.30—24.-^ Een select gezelschap was gistermiddag bijeen in een der lokalen van de huishoud en industrieschool aan de Emmastraat, zulks op uitnoodiging van het bestuur, om het veertigjarig bestaan der school te herden ken, Wij zagen daar den burgemeester en mevr. van Kinschot, den directeur van de R.H.B.S., den rector van het gymnasium, de directeuren van het r.k. lyceum en de am bachtsschool, den inspecteur van het l.o., de inspectrice van het nijverheidsonderwijs voor meisjes, eenige oud-directrices der school en oud-leeraressen, mevr. Antusch (thans wonende te Eindhoven), oud-be stuurslid, schoolbestuur en vele anderen. In het lokaal prijkte een rijke bloemenschat. aangeboden door vrienden van de school, terwijl de hall gesierd was met palmen e.d. en de vaderlandsche driekleur aan voorbij gangers reeds vertelde, dat er iets bijzon ders gaande was. De school heeft haar bestaansrecht bewezen. Bij ontstentenis wegens ziekte van den voorzitter van het schoolbestuur, den heer dr. J, Postma, sprak de heer mr. G. C. B. va.n der Feen de Lille een woord van welkom tot de talrijke aanwezigen, de hoop uitsprekende, dat de heer P. spoedig weer geheel hersteld zal mogen zijn. Voortgaande, stelde spr. de vraag of de viering van een 40-jarig jubilé in deze tij den eigenlijk wel verantwoord zou zijn, en hij beantwoordde deze vraag in bevestigen den zin, mits die viering in beperkten vorm plaats zou hebben. Het schoolbestuur had gemeend aan den aandrang van leeraressen, directrice en leerlingen te moeten voldoen. Dank bracht spr. voor de aardige aanklee ding van de hall en voor de bloemen van belangstellenden. Spr. ging na wat er met de school gebeurd is sinds de viering van het 25-jarig jubilé en constateerde, dat er van een opgaande lijn geen sprake was, iets wat trouwens ook niemand verwacht zou hebben. Maar toch was de daling niet zoo erg, dat men den moed zou moeten laten varen. Integendeel, er zijn veel symptomen, die moed geven om voort te gaan, al betreurde spr. ook, dat de cursus voor opleiding tot huishoudkundige had moeten worden opgeheven, dat er an dere cursussen moesten worden gecombi neerd en dat de cursus voor opleiding akte A en costuumnaaien moest worden inge krompen van drie op twee jaar. Rekening -houdend, met de tijdsomstandig heden, moet men. zeggen dat het met de schooi vrij 'góed gaat.Het voornaamste is ongewijzigd gebleven: de energie en de kracht van hen, die het onderwijs hebben te geven. In dit verband roemde spr. de te genwoordige directrice, in wier handen de leiding zeer goed vertrouwd bleek, die wist van organiseeren en steeds gelegenheid vond om weer iets aan te pakken, wat b.v. bewezen werd, toen verleden jaar de cursus in het naaien voor de vrouwen van werk- loozen werd begonnen, waaraan de onder wijzeressen, bijgestaan door dames uit Alk maar, belangeloos les gaven. Deze cursus was zoo'n groot succes geworden, dat er thans weer mee wordt voortgegaan. Spr. betuigde daarvoor den dank van het school bestuur. De veranderingen en verbeteringen aan het schoolgebouw werden door spr. opge somd. In de personeelsbezetting is in de laatste vijftien jaren wel iets veranderd, o.a. is mej. Beumer als directrice vervangen door mej. S. H. de Glee. Nog altijd maken de dames Carels, van Twist en Post deel uit van het aantal leerkrachten. Maar wat ook veranderde, de liefde en de belangstelling waarmee onderwijs gegeven werd, zijn ge bleven, waardoor weder werd meegewerkt om de meisjes op te leiden tot goede huis vrouwen. Het onderwijs aan de huishoudschool is van groote beteekenis op de vorming van de leerlingen voor gezin en maatschappij en spr. was overtuigd, dat dit zoo zal blij ven. De school heeft haar plaats gevonden in onze samenleving en zal die behouden. Met vertrouwen gaat het bestuur de ver dere toekomst tegemoet. Andere sprekers. De ry van sprekers werd geopend door den burgemeester, jhr. mr. v. Kinschot, die aanving met het schoolbestuur geluk te wenschen met dit jubilé, dat een stap ver der is in de richting van de vijftig jaar. Spr. was verheugd een grooten bloei der school te hebben kunnen constateeren: op bescheiden schaal begonnen aan de Oude gracht, bleek reeds na vier jaar de behoefte aan een grooter gebouw en thans zijn er in dag- en avondlessen 600 a 700 leerlingen. Gebleken is wel dat de school voldoet aan de verwachtingen, die de oprichters hebben gekoesterd. In de eerste plaats heeft dit wel gelegen aan het bestuur, dat veertig jaren lang voor de school heeft gestreden, maar daarnaast komt een belangrijk deel van het succes toe aan de onderwijzeressen, die steeds de school met haar beste krachten hebben gediend. Met lof gewaagde spr. van de bereidwilligheid van mej. de Glee om steeds te voldoen aan verzoeken van het gemeentebestuur in verband met de school. Spr. herinnerde hierbij aan het zilveren ju bilé van mej. Carels als onderwijzeres aan de school in September 1.1., hetwelk op haar verzoek niet werd gevierd. Namens het gemeentebestuur getuigde spr. van groote waardeering voor de school, die van Alkmaar een centrum van belang stelling heeft gemaakt voor meisjes en jonge vrouwen. Hij hoopte, dat dit zoo zal blijven en de school bij voortduring zal bloeien én groeien. De presidente van de afd. Alkmaar van de Ned. Vereen, van Huisvrouwen, mevr. Eyma te Egmond aan Zee, getuigde van de verknochtheid der huisvrouwen aan de school. Wat deze brengt aan de jongeren, pogen wij te doen voor de oudere vrouwen, zei spr. Steeds hebben wij daarbij de me dewerking van de school ondervonden bij onze tentoonstellingen enz. Grooten lof had spr. voor wat de school in de veertig jaren van haar bestaan voor de meisjes heeft ge daan en zij hoopte, dat dit nog lang zoo zal mogen voortduren. Mej. de Groot wenschte de jubilee- rende school geluk namens den Bond van Leeraressen bij het onderwijs voor meisjes en deelde mede, dat het 't hoofdbestuur ge noegen had gedaan te mogen vernemen, dat het jubilé niet stilzwijgend zou voorbijgaan, ondanks den ongunst der tijden, die zwaar drukken ook op scholen zooals deze. Spr. stelde in het licht, dat het werk dezer scholen nog lang niet voldoende bekend is en toonde dit "met een voorbeeld aan. Zij hoopte, dat deze school, ondanks de moei lijke tijdsomstandigheden, steeds vooruit zal mogen gaan en alle cursussen nogeens weer bezet zal mogen zien. Mevr. Storm van 's-Gravesande, oud-directrice der school, was dankbaar voor de medewerking, die zij bij haar werk steeds had ondervonden van het bestuur, waarvan zij met name noemde de dames Ripping, Moltzer en Boeké. Zij Sprak de hoop uit, dat ook in de toekomst het bestuur steeds op den tot dusver gevolgden weg zal voortgaan, want zonder deze medewerking kan een directrice niets presteeren. Mej. Beumer, voorheen directrice der school, thans inspectricè van het nijverheids onderwijs voor meisjes, was verheugd weer zoovele oude getrouwen te zien. Zij herin nerde aan het werk van wijlen mevr. van Reenen vöor de school, en aan dat van mevr. Antusch, die weer als presidente van het schoolbestuur was opgevolgd door den heer Fostma. De vrees dat een man in die functie minder goed op zijn plaats zou zijn, werd niet bewaarheid. In een gemoedelijk praatje vertelde spreekster dan van de vriend schapsbanden die zij had mogen aanknoo- pen met mevr. Stuart, en zeer waardeerend sprak zij eveneens over de dames Dorbeck en Eits, die sinds vele jaren deel van het bestuur uitmaken. Naar aanleiding van de woorden van mr. v. d. Feen de Lille merkte spr. op, dat de opleidingscursus voor- huishoudkundigen niet weg moest als gevolg van regeerings- maatregelen in verband met den tijd, maar omdat er geen leerlingen genoeg voor wa ren. Spr. zou zich gelukkig prijzen, als die cursus weer kon worden hersteld. Door de manier waarop de school zich aanpast aan de omstandigheden, bewijst zij meer dan ooit haar recht van-bestaan als middel tot opvoeding. Ten aanzien van de onderwijzeressen be tuigde spr. haar groote dankbaarheid voor de steeds ondervonden medewerking, er was daardoor een band ontstaan, die altijd zal blijven. Aan het bestuur bood spreekster als per soonlijke herinnering een zilveren thee zeefje aan, daarbij de hoop uitsprekend op blijvende opgewektheid, toewijding en trouw. Mevr. v. d. B r o e k—J a s p e r s, een der eerste onderwijzeressen aan de school, was verheugd over de uitbreiding dezer in richting in den loop der jaren en hoopte, dat zij op dezen weg zal voortgaan. De heer J. C. d e L a n gë, eën en ander meedeelend in verband met de financiën der school (de zaak waaraan hij speciaal zijn aandacht wijdt in .het bestuur), hoopte dat zij nog lang haar zegenrijk werk zal ir ogen voortzetten. De heer A. Fled de rus, directeur der ambachtsschool, wees op de samenwerking tusschen deze instelling en de jubilaresse en bood haar zijn beste wenschen voor de toe komst aan. De heer E. Harder, leeraar aan de amb.- school, zei, dat hij met groote voldoening destijds had gewerkt aan de huishoudschool, de eerste school waaraan hij leeraar was. Hij betreurde het, dat mej. Nierop als slacht offer van de tijdsomstandigheden is moeten vallen als onderwijzeres. De heer G. C. Dun, inspecteur van het l.o., sprak van den iimigen band tusschen het l.o. en het n.o. en de goede verstand houding tusschen deze twee hier ter stede. Hij hoopte dat de huishoudschool nog lang haar mooie plaats zal blijven innemen en het nut van nijverheidsonderwijs steeds ver der zal mogen verspreiden. De heer v. d. Feen de Lille bracht den verschillenden spreeksters en sprekers dank voor hun welwillende en waardeeren- de woorden, constateerende dat die kwamen uit onderwijskringen en uit het dagelijksch leven, waaruit blijkt de erkenning dat de school een goede plaats inneemt. Aan mej. Beumer betuigde hij dank voor haar cadeau en hij voegde daaraan toe, ver heugd te zijn, dat een man in het schoolbe stuur haar nogal was meegevallen. Het woord aan de directrice. Mej. de Glee was dankbaar voor de vriendelijkheden aan haar adres en de voor de school uitgesproken beste wenschen. Zij meende, dat het, waar mej. Beumer de school zoo goed gezind is, wel goed moet gaan. Deze jubeldag Was voor spreekster als een lentedag, die kracht geeft voor den volgenden tijd. Het aandeel van vorige di rectrices in het tot dusver bereikte was zeer groot Invele gevallen hebben zij de paden geëffend, waarlang^" kon worden .ver? der gegaan, ook al dankzij den steun van het gemeentebestuur. Als aandenken aan dezen dagbood spreek ster namens zichzelyen, ..'de leeraressen en den conciërge een ëlectrische klok aan het bestuur aan, hopende dat deze als symbool der school steeds onverstoorbaar zal voort gaan, als een perpetuum mobile. Spr. bracht dank aan de leerkrachten, zonder wier hulp niets te bereiken zou zijn geweest en zij besloot met het uitspreken van de hoop, 'dat de school ook in de toe komst zal blijven bloeien en groeien. Een terugblik op rijm. Twee onderwijzeressen der school, de dames Carels en Hollants, hadden een bijzonder aardige wijze bedacht om de geschiedenis der school te vertellen, n.1. een samenspraak op rijm. Zij lieten alles in groote trekken de revue passeeren, van de oprichting af tot heden. Vele bijzonderhe den, die misschien allang vergeten waren bij de meesten, kwamen in herinnering te rug, b.v. hoe een fancy-fair voor de noodi- ge uitbreiding na een bestaan van vier ja ren 1800 opbracht, hoe men aan den lan gen naam der school kwam, wie de opricht sters waren en wie in den loop der jaren bestuursfuncties hebben uitgeoefend. We hoorden van den tijd toen de Emmabrug nog niet bestond en er daar ter plaatse nog slechts een smal bruggetje lag en we verna men van een voorval waarbij de wasch der school te water raakte. Er werd herinnerd aan den tijd der mobilisatie jaren, toen de school kazerne werd en de lessen moesten worden gegeven in het weeshuis, en ten aan zien van nog veel méér dingen werd het geheugen opgefrischt. De beide dames, die het uitvoerige stuk op gezellige wijze „opvoerden", hadden gele genheid gezien er een paar stukjes zang in te lasschen, n.1. de liedjes, welke waren ge zongen bij de ingebruikneming van het te genwoordige gebouw en bij het zilveren jubilé der stichting. Thans waren het weder leerlingen der school, die de liederen deden hooren, bij vioolbegeleiding en vrijwel on zichtbaar. Groote hulde werd in het stuk gebracht aan wijlen mevr. van Reenen te Bergen, die den eersten tijd na de opening der school belangeloos als directrice optrad voor de 17 leerlingen waarmee werd begonnen, terwijl voorts dankbaar de royale financieele hulp van den heer P. W. Jansen werd herdacht. Zoo zoudert wij kunnen doorgaan met nog veel meer te vertellen van de inderdaad aardige en geestige revue, maar we moeten ons beperken. Alleen willen we nog even meedeelen als bewijs van den geest waarmee de school door het publiek ont vangen werd dat bij de opening van het tegenwoordige gebouw met zijn plat dak gesproken werd van „kookfort" en „spina- zie-studenten-universiteit". Dit getuigt van heel wat minder waardeering dan thans voor de school wordt gevoeld! Aan het slot van de officieele plechtig heid bracht de voorzitter beide „samen- spreeksters" dank voor het gebodene, waar in hij aanleiding had gevonden om nog een woord te wijden aan het werk van mevr. van Reenen en den heer W. N. Francken, die vele jaren de niet gemakkelijke functie van secretaris-penningmeester had uitge oefend. Nadat nog een woord van dank was gebracht aan mej. de Glee voor het door haar aangeboden cadeau en de voorzitter met dank en waardeering melding had ge maakt van een zilveren lepel voor de thee tafel (een cadeau van de oud-leetlin'ge en tevens oud-leerares mevr. RingersWolzak, welk geschenk verborgen was in bloemen hulde), vereenigden de aanwezigen zich in een aangrenzend lokaal aan een theetafel waar leerlingen der school zorgden voor versnaperingen (eigen werk!), die zich heer lijk lieten smaken. Het spreekt welhaast vanzelf, dat bij een dergelijk jubileum een feestavond niet mocht ontbreken. Deze was belegd in ,,'t Gulden Vlies", waarvan de groote zaal door vele bloemstukken een feestelyken aanblik had gekregen. Ongeveer 225 meisjes met de leeraressen en het voltallige school bestuur (w.o. burgemeester v. Kinschot) vulden de zaal, waar lang voor de opening plaatsvond, een gezellige sfeer heerschte. Vrijwel geen plaatsje was cr.bezet, toen mr, G. C. B. v. d. F e e n d e L i 1 1 e het po dium betrad, om allereerst het bestuur, de directrice, de leeraressen, de leerlingen en de genoodigden van harte welkom te hee- ten. - - Spr. bracht daarna de receptie van 's mid dags in de Huishoudschool in herinnering, Dat was daar zeker niet het gewone school- lèven, aldus spr., want alleen het feit, dat er zooveel bloemstukken aanwezig waren, deed duidelijk naar voren komen, dat er iets bijzonders was. Voor al deze bloent- stukken bracht spr. hartelijk dank. Er wa ren ook prachtige cadeaux aan de school ten geschenke gegeven, o.a. een fraai elec- trische klok; hiervoor dankte spr. eveneens in toepasselijke bewoordingen. Het schoolbestuur, aldus spr., heeft lang beraadslaagd of er gezien de tijdsom standigheden wel een schoolfeest gehou den moest worden. Men was tenslotte tot de volgende oplossing gekomen, de leerlin gen moesten zelf maar beslissen. Op de vraag of zij thans een feest wilden of liever naar huis gingen, weerklonk natuurlijk spontaan: een feest! Hierna bood een tweetal leerlingen met een aardig speechje aan het bestuur een mooie electrische bel aan, welke bestemd is om aangebracht te worden in het schoolge bouw. De conferencier van dezen avond was notaris Jhr. v.AndringadeKempe- n a e r uit Haren (Gri), die in een geestig voorwoord vertelde van zijn liefhebberij, n.1. 't goochelen. Spr. was van oordeel, dat wanneer men een liefhebberij heeft, men deze moest bewaren als een groote schat, zij verschaft veel levensvreugde en is een belangrijke factor in het leven. Met behulp van eenige assistenten ver- Naar het Engolsch van door J. I. en CHARLOTTE M. YONGE E. A. H 19) HOOFDSTUK XIII. Het Weduwen-Huis. Bij den haard in den salon op het We duwen-Huis, in het gezellige schemerlicht, dat volgde op het theeuurtje, zaten drie dames, want lady Adela en miss Morton hadden juist mrs. Bury verwelkomd, die, ofschoon ze haar hoofdkwartier had 'n Londen, gewoonlijk haar tijd verdeelde tus schen bezoeken aan getrouwde dochters en reizen buitenslands. Amice had juist haar pop laten zien, het laatste cadeau van Elmira, en een laden- kastje, opgebouwd uit lucifersdoosjes en knoopjes, dat Constance Morton haar had leeren maken en toen werd zij naar bed gebracht, nadat zij eerst met grooten ernst had betuigd, dat lady Northmoor 'n heele aanwinst was. „Zoo? Vindt je dat?" vroeg mrs. Bury lachend. „Nu, dan zal het wel zoo zijn, hoor!" „Het kind heeft gelijk", zei lady Adela „Mary is heel aardig en ze zal van haar geen kwaad leeren". „Ze is eenmaal onderwijzeres geweest", bracht Bertha in herinnering; „dus kan ze wel met kinderen omgaan. Hoe bevallen de Northmoors je over het geheel?" ,,'t Kon erger! Ik zie tenminste geen re den, om hier niet te blijven wonen. En jij, Birdie?" „Neen, ik zou het niet kunnen! Ik heb er al zeven jaar naar verlangd, om weg te gaan en nu Northmoor in staat schijnt te zijn, om mijn jongensklasse te nemen, is mijn laatste band verbroken. Ik hoop al leen, dat hij ze niet kwellen zal met al te veel Sabbathsviering of geheelonthouding. Want het zijn alle twee zulke innig-brave menschen, vervelend van braafheid en stijf van welgemanierdheid! Ik zou veel liever hebben, dat ze zich niet zoo behoor lijk gedroegen; dat ze bij voorbeeld aten met hun messen, of dronken uit hun scho teltjes; of dat ze eens een eigenaardige uit drukking gebruikten, waarom je lachen kon. Maar neen, ze spreken zelfs een Fransch woord niet slechter uit dan de meeste Engelschen". „En zijn ze niet aanmatigend?" „O, neen! Als dat zoo was, zou je er nog eens pret om kunnen hebben. Maar er valt niets op hen aan te merken; het zijn net alle twee zoo'n paar houten Klazen! Als ik Addie was, zou ik niet zoo'n paar levende dooden zoo dicht in de buurt kunnen heb ben. Het zou mij van hier verdrijven". „Wel neen! Je raakt wel gewoon aan dergelijke onuitgesprokenheid! Als lady Northmoor zoo was als haar schoonzuster, dan zou ik mij zeker geweld moeten aan doen, om hier te blijven". „En dat zou het nu tegenover my juist draaglijk hebben gemaakt. Ik zou die mrs. Morton wel aan het praten krijgen! Ze werd al heel vertrouwelijk met mij en zei, hoeveel beter figuur als lord haar geliefde echtgenoot zou hebben geslagen. Ze wilde wel, dat: „haar zwager lord Northmoor" (je moest een hooren den toon waarop ze dit zei) meer wereldschgezind was en ze verzocht mij, of ik hem toch vooral goed doordringen wilde van zijn plicht, om alles te doen voor haar zoon Herbert, die, zooals vanzelf spreekt, immers erfgenaam van ti tel en landgoed zal worden". „Nu, dat hoop ik anders niet", zei lady Adela. Ze kunnen hem hier geen van allen luchten of zien. Hij is de onbeschaamdheid in persoon!" „Jongens in hun ontwikkelingsjaren zijn dikwijls moeilijk in den omgang. Maar naar wat ik van hem gezien heb, vind ik hem volstrekt niet zoo ongenietbaar". „Birdie toch! Hij is nog erger dan zyn oom!" „Volstrekt niet! Wat er nog aan pit heeft bt) Northmoor, is zeker ten onder gegaan op die styve kantoorkruk. Maar als hu verstandig genoeg is, om dien jongen 'n flinke leiding te geven, dan kan er nog wat goeds uit hem groeien. Ik voel genoeg voor Herbert om hem zelf gedeeltelijk in ziin fatsoen te brengen; voor de eer van de fa milie. Zijn zusje Ida die is mij het meest onsympathiek!" „Ja, dat is zoo", beaamde lady Adela. „In gezelschap hield ze zich vrij goed, maar ik zag haar gichelen en smoezen met Emi- ly Trotman, op een manier, die mij, van Emily tenminste, erg tegenviel". „Ze is bedorven; dat is de kwestie! Haar moeder vergoodt haar. Ze heeft my zoo 't een en ander van haar dochter verteld, onder andere, hoe Iedje al bewondering wekt, of zooals zij het uitdrukt: „hoe de heeren haar naloopen"; maar nu zal ze niet rusten, eer ze iemand van adel voor haar veroverd heeft en oom zal haar dan wel 'n aardigen bruidsschat geven!" „Ame man! Ik denk niet, dat bij van haar veel genoegen zal beleven. Heeft hij nog meer familie'" „Den Hemel zij dank, neen! Wij hebben de eer, hem, na zijn broers kinderen, het, naaste te staan; cn zij schijnt in het geheel geen familie te bezitten". „Neen dat heb ik ook gehoord", zei lady Adela Ze was een domineesdoebter, niet waar?" „Ja. Dus je hebt in de vier of vyf maan den geen onaangename ervaringen van hen opgedaan?" vroeg mrs. Bury. „Behalve dan, dat ze zoo'n onpresentabe le schoonzuster heeft'" „En dat hij natuurlijk te „waardig" is, om je het genot te gunnen, van eens om hem te kunnen lachen", meende Bertha. „Nu, daar moet je dankbaar voor wezen". „Och, ik houd wel eens van sensatie. Nu daar komt Letitia beneden met de profetie, dat ze een zegen voor ons zullen zijn; dus ik ga". Toen de deur achter haar dicht ging, zuchtte lady Adela en mrs. Bury zei: „Arme Birdie! Is ze altijd zoo gestemd?" schun' 6r. scbijnt eenmaal bitterheid te schuilen in haar hart". „Ik denk, dat het leven met haar vader haar geen goed heeft gedaan. Toch heeft ze het altijd heel druk gehad". „Niet druk genoeg voor iemand van haar levendigen aard. Lord Northmoor is haar altijd blijven houden voor een kind en heeft haar veel moeilijkheden in den weg ge legd; bovendien, omdat hij alleen maar be lang stelde in paarden, kon ze hem nooit eens op een ander onderwerp brengen en zoo bleef zy voortdurend haar wonde voe len". „Maar voor jou was dat toch ook niet zoo aangenaam, jou arme Addie!" „Och, hij begreep het nu eenmaal niet. En voor mij waren die dingen in ieder ge val niet zoo pijnlijk als voor haar. Ja, zij heeft een droeven tijd achter den rug. is toch van nature niet veel zachtheid in haar, maar toen haar vader haar nog voortdurend praatte van de bijzonderheden bij de races, die haar toch al zoo tegen stonden, werd zy ongeduldig en onaardig- Bovendien hinderde het haar, dat hij mj zooveel liever by zich had dan haar. Het is al heel lief en edelmoedig van Bertha, dat zij niet jaloersch is geweest op mij". „Ik denk, dat ze heel blij was, dat hij troost bij je vond. Heb je nooit gehoord van kapitein Alder?" „Nooit. Om der gerechtigheidswille en omdat ik weet, dat het Arthurs verlangen was, zou ik er graag eens nader met haar over spreken; maar ik weet niet, of het in de stemming, waarin zij nu verkeert, wel goed zou zijn, dat ze elkaar ontmoetten". (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 6