DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Het koloniale vraagstuk weer actueel. DE MUITERS GEVEN ZICH OVER. No. 50 Vrijdag 28 Februari 1936 138e Jaargang Engeland's denkbeelden en inzichten in dit verband. Een moeilijk probleem. De opstand in Japan. Onderhandelingen mei officieren over den vorm van hun straf De rust hersteld. De Negus ziek of zwaar gewond. Vliegramp in België. 3 vlieger-officieren verongelukt. eri Verlaging van woning* winkelhuren. Roofoverval te Bakkum. Vrachtauto door trein gegrepen. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden by vooruitbetaling voor Alkmaar f 2.— franco door het geheele Ryk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE AD VERTEN TIEN s Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. IIERMS. COSTER ZOON, Voor dam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dr. Inge, de ex-deken van St. Paul's kathedraal te Londen, die als een van de oude wijzen van het Britsche rijk kan worden beschouwd, kan ondanks zijn van vaderlandsche gesteldheid door drenkten geest soms dingen zeggen, die zijn landgenooten ontstellend in de ooren moeten klinken. In een lezing voor de Londensche National Liberal Club (de naam heeft niets te maken met de liberale onderscheiding welke sir John Simon en zyn volgelingen zich geven) heeft dr. Inge herinnerd aan een uitspraak van Ruskin; deze luidde: een van de redenen waarom er geen vrede is op de aarde, is „dat de meeste volken dieven zijn". De spreker vulde dit aan met te zeggen: „Dat zijn ze op het Vasteland. Wij zijn een beste natie. Ik wil niet beweren, dat wij het altijd zijn geweest, maar als een aan- valszuchtig volk hebben wij ons uit onze zaken teruggetrokken. Ons huidig adres is Dunrobin Castle". „Dunrobin" is hier een phonetische aardigheid. Het wordt duide lijker wanneer men het woord (de woor den) op de juiste wijze spelt, „done rob- bing". Engeland heeft dus genoeg ge roofd. Intusschen moet men hopen, dat de ge vatte ex-deken den spijker niet te precies op den kop heeft geslagen, toen hij bij het „Vasteland" roofzucht vaststelde. Een ge zaghebbend deel van staatsmanschap in de wereld poogt de netelige en gevaarlijke vraagstukken, die voor eenige volken nog wat sterker dan voor andere zijn gerezen op te lossen door middel van vreedzame verandering. Dat middel schept nieuwe pro blemen, waarvan men sedert sir Samuel Hoare in een vergaderzaal te Genève is op gestaan om te erkennen dat het niet meer dan billijk is dat de naties van de wereld toegang krijgen tot grondstoffen heel veel gehoord heeft en nog veel meer zal hooren. Vreedzame verandering lijkt inder daad de beste leuze, die de wereld kan drijven naar een regeling van haar geschil len. En de roofzucht, die dr. Inge allen lan den behalve Engeland nog toeschrijft, zal zich dan niet doen gelden. Vreedzame ver andering althans in dien zin dat ze niet tot gewapende botsingen heeft geleid heeft reeds van haar doeltreffendheid ge tuigd. De artikelen van het Verdrag van Versailles betreffende oorlogsmisdadigers, bewapening en schadevergoeding zijn dood. Dit waren geen territoriale ver anderingen. Staatslieden in Midden-Europa hebben gezegd, dat zulke veranderingen nooit vreedzaam kunnen zijn, integendeel: oorlog zouden beteekenen. Duitschland doet aanspraken gelden op gebieden die thans onder vreemde sou- vereiniteit zijn. Het acht zich beroofd van deze gebieden en zou heroveringen wel niet als roof beschouwen. Duitschland wil ook koloniaal gebied, al zijn Italië en Japan (hier heeft men de drie zoogenaamde „have- nots") in dit opzicht onverbiddelijker eischers, die ook dr. Inge's uitspraak reeds hebben waar gemaakt. Het koloniale vraagstuk staat in het licht van de „vreedzame verandering" op het oogenblik vooraan in de openbare belang stelling. Er zijn verscheidene Engelschen van aanzien en verstand ook onder hen, wier uitspraken niet steeds in de pers ver schijnen die van meening zijn dat de be staande toestand op koloniaal gebied niet bestendigd kan worden en die niet ver wachten, dat het Britsche rijk zich in het ongestoord bezit van zijn gebied en zijn welvaartsbronnen kan blijven verheugen indien het meteen die welvaarstbronnen buiten het bereik van andere naties houdt en landverhuizing naar Britsch gebied door onderdanen van andere landen en in het bijzonder van de „have-not" landen tegen houdt. Voor hen is iedere andere leer van een Amery en een Beaverbrook aangewezen voor een werelduitbarsting. Zij zien een economisch vraagstuk dat zal verdwijnen zoodra de wereld terugkeert van „het dwaalpad van economisch nationalisme en den zegen gaat beseffen van vrijer handel en wandel over de aarde". Het feit, dat in deze periode van malaise alle grondstoffen van de wereld voor de heele wereld en voor weinig geld beschikbaar zijn, geeft geen voldoende verzekering voor de toekomst. Een land, dat geen eigen welvaartsbronnen en eigen koloniaal gebied heeft en waar neemt dat de neiging overheerscht zulke bronnen nationaal te monopoliseeren wordt bang en zal vroeg of laat met macht van geweld de oorzaak voor zijn vrees pogen weg te nemen. De Britsche regeering is in dien men nog af mag gaan op de vermaar de rede van Hoare te Genève ook ge neigd het vraagstuk hoofdzakelijk als een economisch vraagstuk te zien. De opvatting van de Britsche regeering is, zeide hij, dat het vraagstuk der ontevre den mogendheden eerder economisch dan politiek en territoriaal is. Deze officieele opvatting vindt ruim aan hang in Engeland en er zijn zelfs gezagheb bende beoordeelaars, als sir Arthur Salter b.v., die verklaren dat overbevolking zoo herhaaldelijk in Duitschland, Italië en Japan genoemd als motief voor hun hou ding en hun verklaarde voornemens in de wereld alleen bestaat en wordt ver oorzaakt door het bestaande commer- cieele en economische stelsel en dat ze zal verdwijnen als sneeuw voor de zon zoodra dit funeste stelsel plaats heeft gemaakt voor vry- of tennaastebij vrij-handelsverkeer en voor open deuren. Maar de factor van nationaal aanzien en gezag kan toch niet worden weggecijferd. Het is twijfelachtig of een land dat koloniën bezit meer uit die koloniën haalt dan het er in brengt. Niettemin is geen land bereid zelf een strook van zijn souverein bezit prijs te geven. Toen Engeland er over dacht enkele vierkante kilometers gebied in Oost-Afrika aan Abessinië af te staan om een dreigen den oorlog te helpen sussen, brak er in het Lagerhuis een storm van woede en veront waardiging los. Als een gelukkiger stelsel van wereldhandel de economische moeilijke hedën voor de „have not"-naties zou hebben opgelost, dan zou haar zelfbewustheid, zoo hoort men ook in Engeland opmerken, toch nog koloniaal gebied verlangen. Indien roof ken worden tegengehouden, zijn alleen de mandaatgebieden hoofdzakelijk de Afri- kaansche, thans onder Britsche, Fransche en Belgische zorg beschikbaar. En wei- licht meer gebied in de wereld zou mandaat gebied kunnen worden. Maar dat zou dan alleen gebied kunnen zijn dat niet een-en- ondeelbaar is met het nationaal bestaan van een land. En men zou beter moeten weten te onderscheiden dan Lloyd George, die de koloniale bezitting van Nederland en van België in een adem noemde met de man daatgebieden. Inmiddels is men in Engeland geenszins overtuigd dat uitbreiding van het mandaatstelsel de moeilijkheid zal oplossen. Een mandaat onder den Volkenbond voedt nationaal prestige hoogstens ten halve. Er is groot verschil tusschen een voogdijschap dat men zelf heeft opgelegd, dat men naar eigen goeddunken opvat en uitvoert en een voogdijschap dat den voogd verantwoorde lijk maakt tegenover den Volkenbond of zijn mandaatcommissie. Nadat gistermiddag gemeld was, dat de muiters in de Japansche hoofdstad zich hadden overgegeven, kwam er later een bericht uit Tokio binnen, volgens hetwelk daar Donderdagavond bekend werd, dat de opstandelingen beloofd hadden Vrijdagmorgen vroeg naar hun kazernes in te rukken, in volle bewape ning en met alle bagage. Het regeerings- agentschap sprak over een compromis, •fat tusschen generaal Mazaki en gene raal Abe aan den eenen en leiders van de jonge officieren aan den anderen kant tot stand zou zijn gekomen. Wet zekerheid verschafte echter een Reu- ter-telegram uit Tokio, luidende: Officieel wordt medegedeeld, dat de mui ters zich hebben laten overreden naar de kazernes terug te keeren. De staat van be- teg, welke 36 uur geduurd heeft, is heden Zonder verdere incidenten geëindigd. Hedenochtend is een detachement mari- hiers gedebarqueerd aan de Shiba Ura-baai b« Tokio. Tokio, 27 Febr. Op uitnoodiging van drie generaals, leden van den oppersten oorlogsraad: Mazaki, Abe en Nishi, begaven hedenavond 8 uur drie leiders van de muiters zich naar de militaire club. De gene raals spoorden de leiders aan, op vreed zame wijze een einde te maken aan den opstand, aangezien zij anders met geweld zouden worden onderworpen. De muiters keerden naar hun hoofd kwartier in de residentie van den minister president terug. Een uur later hadden zij opnieuw een on derhoud met de generaals op. het hoofd bureau van politie. Zij verklaarden, dat zij bereid waren, Vrijdagochtend 8 uur naar de kazerne terug te keeren en zich weer onder de commandeerende officieren te stellen. De rust hersteld. Tokio, 27 Febr. In den loop van den nacht (Japansche tijd) is de regeering erin geslaagd, de rust in alle deelen der stad te herstellen, hetgeen voornamelijk te danken is aan het bericht inzake het tot stand komen van een compromis tusschen de re geering en de rebellen. Ook de mededee- ling over de aankomst van een vloot in de haven van Tokio heeft aanzienlijk tot het wederkeeren van de orde bijgedragen. De autoriteiten verzekeren, dat een weder- oplaaien der onlusten niet is te verwachten. Desondanks worden de buitenlandsche lega ties nog steeds door versterkte posten be waakt, terwijl op de voornaamste punten van de stad door de regeeringstroepen bar ricaden zijn opgericht, welke schikkingen in bevoegde kringen worden beschouwd als louter voorzorgsmaatregelen. Na het bekend worden van het succesvol verloop van de onderhandelingen betref fende een compromis tusschen de regeering en de leiders van de revolte keerde het grootste deel der soldaten (niet van de of ficieren) ongehinderd reeds nu naar hun regimenten terug. Tusschen de officieren en de leden der regeering zijn momenteel nog onderhande lingen gaande over de kwestie of de offi cieren zich vrijwillig aan een vonnis zullen onderwerpen en over de vraag van welk misdrijf zij zullen worden beschuldigd. Van de zijde der officieren is aan de regeering de vraag gesteld, onder welke strafrechtelijke gezichtspunten men hen voor den krijgsraad zal dagvaarden. Van het antwoord der re geering zal het afhangen, of de officieren zich al dan niet vrijwillig aan een vonnis zullen onderwerpen. Alleen reeds uit deze besprekingen blijkt wel, dat tegen de rebellen geen drastische maatregelen zullen worden genomen. De snelheid, waarmede het compromis tus schen de moordenaars van een aantal leidende Japansche staatslieden en de re geering tot stand is gekomen, meent men als een bewijs te mogen beschouwen voor de verwachting, dat de straffen zeer mild zul len zijn. De opstandige officieren zijn tot dusver nog niet naar hun regimenten teruggekeerd. Zij bevinden zich in hotels of in hun parti culiere woningen, waar zij het resultaat der besprekingen afwachten. Tot dusver is het nog niet mogelijk, be trouwbare berichten te verkrijgen over de eventueele samenstelling der nieuwe regee ring en de richting van haar politiek. Even min kan men vooralsnog zeggen, wat de uit werking van de bloedige revolte zal zijn op de verhoudingen tusschen de toekomstige militaire en politieke leiding. In toonaangevende regeeringskringen is men de meening toegedaan, dat het motief der rebellen eervol was en dat ze in den waren nationalen geest en volgens de beste Japansche traditie hebben gehandeld. Onder bedreiging met kanonnen. Het hoogtepunt van de gebeurtenissen vormde het moment, dat het eerste eskader, de trots van de Japansche natie, in de bocht van Tokio verscheen, het geschut dreigend op de oproerige hoofdstad gericht. In samen werking met de keizerlijke garde en de sol daten der militie namen de matrozen de be waking der voornaamste openbare gebou wen op zi^h, voornamelijk van het keizerlijk paleis. Onder de bedreiging met een mogelijk vuren door de kanonnen der oorlogsschepen begonnen de eerste besprekingen tusschen de leiders van leger en vloot en de rebellen. Het resultaat dezer besprekingen is, zooals reeds gemeld, het tot stand komen van een compromis. Op grond van deze overeen komst wordt den opstandigen soldaten toe gestaan, naar hun kazernes terug te keeren. Wat het lot der officieren betreft, dienaan gaande is nog geen beslissing genomen. Nog steeds wordt een scherpe censuur op de uitgaande berichten uitgeoefend. Eerst thans stond het ministerie van oorlog toe, het bericht te verspreiden, dat gedurende de laatste vier-en-twintig uur een gedeelte van het hoofdkwartier van den generaion staf, alsmede het paleis van den minister president en het nieuwe parlementsgebouw nog in handen waren van de rebellen. Met groote spanning wordt momenteel het bekend worden van alle bepalingen van het compromis tegemoet gezien, wijl dan eerst duidelijk zal worden, wie de overwinning hebben behaald, de politici of de militairen. Het doen van voorspellingen dienaan gaande is daarom zoo bijzonder moeilijk, wijl aan de besprekingen drie partijen deel nemen: de militairen, de politieke leiders en invloedrijke groepen der vorsten en konink lijke prinsen. Deze drie groepen hebben verschillende meeningen over het juiste middel om het welzijn van het land te dienen. Tegenstrijdige berichten De medische adviseur van den keizer van Abessinië zou volgens een van Ita- liaansche zijde verspreid bericht met spoed uit Addis Abeba naar Dessie zijn ontboden om zich naar den keizer te begeven. Men gelooft, dat de keizer ziek is, of zooals te Djiboeti het gerucht de ronde doet, dat hy gewond is. Naar van Italiaansche zijde verluidt, zou de Negus niet ziek, doch zwaar gewond zijn. Volgens „Stefani" staat het vast dat de Zweedsche lijfarts van den keizer, dr. Hammer, in allerijl naar Dessie is ontbo den en dat hij daar reeds met al zyn chi rurgische instrumenten per vliegtuig is aan gekomen. Ook de kroonprins, zoo seint het Italiaansche nieuwsbureau, die met zijn va der in conflict is gekomen en prins Makon nen zyn per vliegtuig naar Dessie vertrok ken. Dr. Hammer zou zich geen oogenblik van het ziekbed van den Negus verwijderen. Ras Kassa zou echter reeds van de gele genheid gebruik maken om zich als opvol ger van den keizer op te werpen. Het is gisteren, Donderdag, een zwarte dag geweest voor de Belgische militaire luchtvaart. Terwijl een escadrille in de om streken van Nyvel, op ongeveer 600 meter hoogte acrobatische oefeningen deed, is het toestel van den commandant van de esca' drille, kapitein Verhaegen, broeder van den bekenden Kongovlieger, bijna loodrecht neergevallen. Kapitein Verhaegen slaagde er niet in van zijn valscherm gebruik te ma ken en was op slag dood. Tusschen Brussel en Mechelen, naby het dorp Elewijt, op ongeveer 100 meter van het voormalige kasteel van den schilder Petrus Paulus Rubens, is omstreeks twaalf uur een tweede ongeluk geschied, waarbij twee officieren, eerste-luitenant Hubertus uit Vilvoorde, en tweede-luitenant Dillen, het leven verloren. Zy waren eenige minu ten te voren met een fotografische opdracht te Evere opgestegen en bevonden zich op ongeveer 1000 meter hoogte, toen een van de kleine vleugels van het Fairey-Fox-toe- stel, waarin zij gezeten waren, afbrak. Ook deze vliegers konden geen gebruik maken van hun valschermen. Hun lijken waren vreeselijk verminkt. Sommige deelen van het vliegtuig staken wel een meter diep in den grond. De beide slachtoffers waren nog geen dertig jaar oud. Een derde militaire vliegtuig, bestuurd door kolonel Hugon uit Evere, moest om streeks hetzelfde uur een noodlanding doen op een akker. Het toestel bleef onbescha digd, de bestuurder ongedeerd. (N.R.Crt.) Nieuwe bepaling ook inzake winkels. Naar de „Maasbode" uit betrouwbare bron verneemt, zou de memorie van ant woord aan de Tweede Kamer inzake het ontwerp tot verlaging van sommige vaste lasten en huren op 1 Maart a.s. de Tweede Kamer bereiken. De parlementaire redacteur meldt nog: Ten aanzien van de woninghuren heeft de regeering afgezien van een imperatieve huurverlaging over de geheele linie. In plaats daarvan heeft zij een stelsel van in dividuele huurverlaging ontworpen, waar bij de belangen van huurder en verhuurder tegen elkaar worden afgewogen. Het stelsel komt hierop neer, dat huurders zich voor huurverlaging tot een gerechtelij ke huurkamer kunnen wenden met een verzoekschrift. Een nieuwe bepaling in het ontwerp komt tegemoet aan de huurders vnn win kels; winkelhuren zullen onder bepaalde voorwaarden tusschentyds verlaagd kunnen worden. Wat de scheepshpotheken betreft, daar over vernemen we, dat ze nog in nader on derzoek zijn. Gisteravond te omstreeks half zeven heeft te Bakkum een roofoverval plaats gehad, waarvan de alleenwo nende 78-jarige weduwe Levering het slachtoffer is geworden. Vrij ernstig gewond ligt zy thans in de woning van een harer familieleden en mag niet vervoerd worden, terwijl het even min mogelijk is, haar een verhoor af te nemen. Het was reeds na zessen, toen mevr. Levering, die aan den Heerenweg te Bak kum woont, werd opgezocht door een onbekend manspersoon, die haar iets wilde vragen. De man, die waarschijnlijk voor gaf, niet in de buurt bekend te zyn, is aan de achterzijde de woning binnenge komen. Dat was trouwens logisch, omdat daar de eenige deur van het perceel was, die los was. De woning staat iets van den weg verwijderd en men moet eerst een pcort door, voordat men aan de achter zijde van het huis komt. Wat daar ge beurt, blijft voor den voorbijganger een geheim. In de keuken schijnen de vrouw des huizes en de onbekende elkaar ontmoet te hebben. Wat er precies gebeurd is, blijft voorloopig nog een raadsel, maar de man heeft daar op een zeker oogenblik de vrouw met een mes of een dolk aangeval len en haar drie steken toegebracht in het hoofd. De oude vrouw heeft zich daarbij slechts weinig kunnen verzetten, want door bloedverlies heeft zy spoedig haar bewustzijn verloren. Toen had de onbekende vry spel en hy heeft van de gelegenheid gebruik ge maakt, om alles in het huis overhoop te halen en te onderzoeken. Daarna is hij verdwenen De oude vrouw is later op den avond weer bijgekomen en heeft toen kans gezien om naar de woning van een familielid te strompelen. Deze woning ligt zeker een 200 M. ver der verwijderd. Daar heeft ze een vrij verward verhaal gedaan van het gebeurde, waarna de politie gewaarschuwd werd. De politie heeft onmiddellijk een on derzoek ingesteld, maar waar zij de vrouw noch in den nacht, noch hedenmorgen kon verhooren, weet men niet, of er geld verdwenen is en evenmin kent men nog het signalement van den onbekende. Wij hebben hedenmorgen nog een kort bezoek gebracht aan Bakkum en voor de woning van mevr. Levering troffen we een groepje menschen aan, die het gebeurde druk bespraken. Het was een hunner gis teravond nog opgevallen, dat een fiets tegen de haag stond voor het huis van mevr. L., wat onzen zegsman opviel, om dat de oude vrouw bijna nooit bezoek kreeg. Veel aandacht heeft de man ech ter niet geslagen op die fiets, waarvan hij zich echter wel herinnerde, dat er een lantaarn ontbrak. Verder kon men ons nog mededeelen, dat de vrouw in den regel eens per maand naar de Boerenleenbank ging, om haar maandrente te halen. Dit gebeurde steeds op een Donderdag. Wellicht is dit voor de politie aanlei ding, om het onderzoek in een bepaalde richting voort te zetten, want het is na tuurlijk niet onmogelijk, dat de onbekende op de hoogte was van het doen en laten der vrouw. Voorloopig echter trachtte de politie vingerafdrukken en voetsporen te vinden en moet zij wachten tot de vrouw verhoord kan worden. Chauffeur op slag gedood. Gistermiddag omstreeks kwart over vier heeft op den spoorweg Apeldoorn Dieren, halfweg Beekbergen een ernstig ongeval plaats gehad. Een vrachtauto, bestuurd door den ongeveer 35-jarigen H. Nieuwenhuis, werd op den onbewaakten spoorweg overgang in den Haarweg door de lokaaltrein, welke om 16.35 uur uit Apeldoorn naar Dieren vertrokken was, gegrepen. Over een afstand van 170 M. werd de auto meegesleurd, waarna de locomotief derailleerde. De bestuurder van de auto was op slag dood. Onmiddellijk werd een aanvang gemaakt met het opruimingswerk. Met een extra-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 1