DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. SUCCESSEN VOOR DE ITALIANEN. Vrees voor nieuwen strijd in Japan. No. 51 Zaterdag 29 Februari 1936 138e Jaargang De Ambt Aladji veroverd Rome juicht. Een smaad uitgewischt. HITLER REIKT FRANKRIJK DE HAND. In zijn boek „Mein Kampf' maakt hij dagelijks correcties door zijn daden. HET LEGER IS MACHTIG. HET GIST BIJ DE JAPANSCHE MARINE. GESPANNEN TOESTAND. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per S maanden bü vooruitbetaling voor Alkmaar f 2.— franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE AD VERTEN TIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef 3320, redactie 3330. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Te Rome zijn gisteren de vlaggen uitgehangen op het bericht, dat de troepen van maarschalk Badoglio 's ochtends den Amba Aladji bezet hadden en 's avonds trokken fascisti sche optochten naar de Piazza Vene- zia om aan hun vreugde uitiing te geven Deze geestdrift gold niet alleen het militaire succes en de daaraan ge paarde hoop, dat het den oorlog zal bekorten, maar ook het feit, dat daar mee het verste punt, dat ook in 1895 bezet was, opnieuw door de Italianen veroverd is, zoodat de smaad van de jaren 1895'96 thans geheel is uit gewischt. In het laatst van 1895 was de Amba Aladji bezet, maar op 2 December bericht te majoor Hoselli, die met 2350 man deze stelling bezet hield, dat de vijand oprukte en dat hij, gezien 's vyands numerieke overmacht van ongeveer 35.000 man, om versterkingen vroeg. Generaal Arimondi antwoordde, dat hij oprukte in de richting Amba Aladji en generaal Baratieri beval hem zich zoo lang mogelijk te handhaven in contact met den vijand en daarna lang zaam terug te trekken. Doch deze laatste order heeft Toselli niet bereikt, die dien tengevolge tot het uiterste verzet bleef bieden. Op zeker oogenblik werd de komst van versterkingen uit Makallé gemeld, maar het bleken geen Italianen te zijn, doch Abessiniërs die Toselli omsingeld hadden. Na een gevecht van zeven uur besloot Toselli zijn stelling prijs te geven. Met verscheidene officieren en enkele vrijwilligers uit de lagere rangen dekte de dappere majoor den aftocht van zijn troep, voor zoover die nog valide was. Toen die buiten gevaar was, deden Toselli en de zijnen een wanhopigen aanval op den vij and en stierven den heldendood. Amper 300 man keerden bij het legerkorps van Armondi terug. De Italianen hadden 18 of ficieren en 2000 man verloren. Wat den militairen kant van de over winning betreft, valt op te merken, dat de weg van den Amba Aladji naar Dessié nog ver en zwaar is en dat men te Dessié nog altijd een heel eind van Addis Abeba af zit. De hoofdzaak voor de Italianen is echter, dat zij nu in het bezit zijn van een stelling, die den Noordelijken toegang tot Abessinië beheerscht en die in den regen tijd goed te verdedigen zal zijn. Een tweede strategisch voordeel is, dat de verbinding tusschen de legers, die in Tembien en Scire opereeren er die van ras Moeloegeta nu vrijwel geheel verbroken is. Men spreekt dan ook al van een zuiverings actie van Tembien. Ter verovering van den Amba Aladji schijnen de Italianen weer dezelfde taktiek van omsingeling te hebben toegepast als hij den Amba Aradam, d.w.z. dat zij in drie colonnes zijn opgerukt, van welke de mid delste wat achterbleef, waardoor een frontaanval werd vermeden. Het is overi gens nog niet duidelijk of de Abessiniërs wel verzet van beteekenis hebben gebo den. Men krijgt uit het ontbreken van alle opgaven over vijandelijke verliezen of oor logsbuit en uit het feit, dat de heele op- tnarsch en bezetting in goed 24 uur vol tooid zijn den indruk, dat dit niet het ge- val is geweest. Ras Moeloegeta schijnt besloten te zijn Pas 50 K.M. verder, bij het Asjangimeer, verzet van beteekenis te bieden Het 139ste legerbericht. Maarschalk Badoglio meldt, dat de troe pen van het eerste legercorps Amba Aladji veroverd hebben. „Sinds Vrijdagochtend elf uur waait op den top van dezen berg, die den helden dood van Toselli en de zijnen heeft gezien, de taliaansche vlag." De verovering van den Amba Aladji. Vrijdagochtend om elf uur, zoo meldt Reuter uit Rome, hebben de Italianen de Amba Aladji bezet. De troepen waren in den ochtend van den 27sten op weg ge gaan, ongeveer 20 K.M. scheidden hen van het doel. Het afleggen van dezen afstand en het bezetten van den beroemdsten berg van Abessinië heeft dus iets meer dan 24 uur geduurd. Men kan zeggen, dat de ver overing van den Amba Aladji het logische gevolg is van de verovering van de Amba Aradam, welke ethodisch werd voortgezet door maarschalk Badoglio. De Aba Aladji ligt aan den weg van Makalé naar Dessié. Tusschen 21 Februari en 27 Februari nestelden de Italianen zich in het terrein in het gebied van Adi Adera, terwijl de luchtvaart de detachementen van den vijand achtervolgde, tot aan de pas van Ezba, even voor het Asjangimeer. Omtrent de laatste manoeuvre van de Italianen, welke hen in staat stelde den Amba Aladji te bezetten, is nog niets be kend. In militaire kringen te Rome werd dezer dagen verklaard, dat deze manoeu vre, evenals die van Amba Aradam, een omsingelende beweging was. Het schijnt, dat de Abessiniërs die zich tegen den opmarsch van de Italianen bij den Amba Aladji verzetten, slechts 10.000 man telden. Zij maakten deel uit van het leger van ras Moeloegeta. Deze reorganiseert thans zijn strijd krachten in het gebied rond het Asjangi meer, op 'n vijftigtal kilometer van Amba Aladji. Hij wacht hier nieuwe afdeelingen van de keizerlijke garde en een afdeeling onzer commando van ras Gettatsjoe, die op weg is van Kworam naar het Noorden. De legers van ras Syoem en ras Kassa zijn thans geheel geïsoleerd. Zij tellen on geveer 40.000 man. In het Westen in Scire bevindt zich ras Immeroe, met 50.000- man, die het hoofd biedt aan de Italianen, gelegen ten zuiden van de lijn Adoea-Aksoem In het geb;ed van Abbi Addi bevindt zich dedzjas Ali Boeroe met 20.000 man. De overwinning van den Amba Aladji is met groote geestdrift door de bevolking van Rome begroet. Men wierp zich als het ware op de extra edities van de kranten en over&l verschenen de nationale vlaggen uit de vensters. In de bioscopen en café's speelden de orkesten nationale liederen. Naar Reuter uit Makallé meldt, zou het feit, dat de negus met een nieuw leger naar het Noorden oprukt, den Italiaanschen gene- ralen staf bewogen hebben onmiddellijk over te gaan tot den stoot, die tot de verovering van Amba Aladji geleid heeft, zonder af te wachten tot de actie in Tembien en aan de Takazze resultaat had gehad. Italiaansche vliegtuigen zouden het dorp hebben gebombardeerd, waar de negus ver toefde en de troepen, die bij hem waren met ontplofbare bommen hebben bestookt. Hoe de verovering geschiedde. Stefani meldt uit Asmara: Voor de overwinning van Donderdag had den de Italianen de bergen en passen bezet, die de wegen controleeren naar het thans bereikte doel. Dien dag deed het eerste le gercorps den eersten sprong en bezette be langrijke posities zonder tegenstand te ont moeten. Gistermorgen om 10 uur bereikte de divisie Alpenjageis den pas Togera aan de rechterzijde, terwijl de divisie Sabauda de bergengte Falaga aan de linkerzijde bezette en de derde colonne bestaande uit de vierde zwarthemden en oprukkende in het midden, bezit nam van den pas Alage en vervolgens van den top van den Amba Aladji. De snelle opmarsch verraste den vijand en deed iedere poging van de Abessiniërs te niet om tegenstand te bieden op de linie van den berg, waar het Abessinische commando voor de organisatie van zijn tegenstand op een lateren aanval gerekend had. De verovering van den Amba Aladji be vestigt de beteekenis van de nederlaag, die toegebracht is aan het leger van ras Moe' loegeta, wiens troepen geen kans gezien hebben zich op den Amba Aladji te reorga- niseeren. Bovendien is de historische eri geestelijke waarde aldus gaat Stefani verder gevormd door het wreken van den offerdood van majoor Toselli in De cember 1895 zeer belangrijk, aangezien deze berg beschouwd werd als een strategische pijler, zoowel voor den tocht naar het Noor den als naar het Zuiden en omdat de Abes siniërs dachten er een Thermopylae dei- barbaren van het tegenwoordige Ethiopië van te maken. Op den top van den Amba Aladji, op een hoogte van 3414 M. wappert de vlag, ge schonken door de gemeente Vittorio Veneto, ter herinnering aan kapitein Ricci, com mandant van een compagnie van het roem rijke vierde bataillon Toselli, die tezamen met majoor Toselli in den slag van 1895 is gesneuveld. De luchtvaart heeft actief deelgenomen aan de operaties. De belangrijke bombarde- mentsaanvallen hebben bijgedragen tot het oprukken der troepen. Nu de Amba Aladji veroverd is, beheer' schen de Italiaansche troepen de wegen, die afdalen naar de streek van Kworam. Het agentschap Stefani voegt aan dit relaas nog toe, dat volgens geloofwaardige berich ten de negus uit Dessié naar het front was vertrokken aan het hoofd van nieuwe colon nes troepen, teneinde hulp te brengen aan de Noordelijke Abessinische legers, die in slechte conditie verkeerden. Leege flesschen als projectielen. Naar Reuter uit Dessié meldt, is een Abessinisch soldaat gesneuveld doordat hij getroffen was door een leege bierflesch, die uit een Italiaansch vliegtuig was geworpen. De Italianen schijnen er plezier in te heb ben leege flesschen of jampotten als projec tielen te gebruiken. „Paris-Midi" bevat een uitvoerig in terview van Bertraind de Jouvenel met Adolf Hitier, waarin de Führer met meer nadruk dan ooit den wensch uit spreekt inzake een FranschDuitsche toenadering. Ik weet, wat gij denkt, zeide hij in den aanvang van het gesprek. Ge denkt: Hitier doet ons vredelievende verklaringen, doch is hij oprecht, en te goeder trouw?" Maar is dit standpunt van u niet kinder achtig? Zoudt gij in plaats van u zelf der gelijke psychologische raadseltjes op te ge ven niet beter doen te redeneeren met die fameuze logica, waaraan de Franschen zeggen zoo gehecht te zijn? Is het niet duidelijk, dat het in het voor deel van beide landen is, goede betrek kingen te onderhouden? Zou het niet een ruïne voor ze zijn, elkaar opnieuw te lijf te gaan? Hitier gaf vervolgens een uiteenzetting van de wijze waarop hij, niet door geweld maar door overreding, door de groote pro blemen te ontleden en zoodoende binnen t bereik van de groote massa te brengen, zijn bewind bevestigd heeft. Thans is het zijrr bedoeling te doen be- grijpen^ dat het absurd is te denken, dat Frankrijk en Duitschland erfvijanden zou den moeten zijn. Dat zal het Duitsche volk begrijpen, zooals het zijn leider heeft ge volgd bij een nog veel moeilijker toenade ring: die tusschen Duitschland en Polen. Bij u, aldus zeide Hitier verder, heeft men het DuitschPoolsche verdrag geïn terpreteerd als een daar van virtuose diplo matie mijnerzijds. Dat is een compliment, maar het doet mij geen plezier, want het is niet verdiend. De kwestie is, dat de spanning tusschen Duitschland en Polen niet langer kon voortduren. Het was lo gisch, dat ik trachtte er een eind aan te maken. Ik ben daarin geslaagd en het Duitsche volk heeft zich verlicht gevoeld. En thans wil ik diezelfde ontspanning be reiken met Frankrijk. Het is niet goed. dat de volken hun psychologische krachten ver spillen aan onvruchtbaren haat. Op de tegenwerping, dat hij in „Mein Kampf" heel anders heeft gesproken, ant woordde Hitier, dat men rekening moet hou den met de omstandigheden, waaronder dit boek werd geschreven. Thans is er geen reden meer voor een conflict. Ge wilt, dat is correcties in mijn boek aanbreng? Ik ben geen schrijver maar een staatsman. Ik breng die rectifica ties eiken dag aan door mijn buiten- landsche politiek, die geheel en al streef naar vriendschap met Frankrijk. Als ik deze toenadering verwezenlijk, zooals ik ze wil, dan zal dat een rec tificatie zijn mijner waardig. Ik zal dan mijn rectificatie schrijven in het groote boek der Historie! Hitier vervolgde, dat het onbegrijpelijk is van iemand, die de Duitsche pers leest, niet te constateeren, dat deze zich syste matisch van alle aanvallen op Frankrijk onthoudt. Dat geschiedt, omdat men in de publieke opinie van beide landen een voor bereidingsarbeid heeft te verrichten, opdat de toenadering tot stand kome, wie ook in beide landen de regeering uitoefent. Op de vraag, of het Fransch-Russische pact geen wijziging in de Duitsche gevoe lens had gebracht, antwoordde Hitier, dat zijn persoonlijk streven hetzelfde bleef maar dat dit „meer dan betreurenswaardig verdrag" wat de feiten betreft natuurlijk een nieuwen toestand zou scheppen. Waar op hij de bekende argumenten tegen een samengaan met de bolsjewieken ontwikkel de. Hitier besloot aldus: Ge zult goed doen ernstig na te denken over mijn aanbod in zake een overeenstemming. Nooit heeft een Duitsche leider u aanbiedingen van dezen aard gedaan en die zoo dikwijls herhaald. En die aanbiedingen komen niet van een vredeskwakzalver, maar van den grootsten nationalist, dien Duitschland ooit aan het hoofd heeft gehad. Ik breng u wat niemand anders u ooit zou hebben kunnen brengen een overeenstemming, die zal worden goed- keurd door 90 van de Duitsch natie. Ik verzoek u het volgende te over denken: Er zyn in het leven der vol ken beslissende gelegenheden. Op het oogenblik kan Frankrijk als het dat wil voor altijd een eind maken aan dat „Duitsche gevaar", dat uw kinderen van generatie op generatie leeren te vreezen. Ge kunt de gevaarlijke hypotheek wegne men, die op de geschiedenis van Frankrijk drukt. De kans wordt u gegeven. Als gij die niet aangrijpt, denkt dan aan uw ver antwoordelijkheid tegenover uw kinderen! Ge hebt voor u een Duitschland, waarvan 9/10 deel der bevolking volstrekt vertrou wen heeft in zijn leider en die leider zegt tot u: „Laat ons vrienden zijn!" (Hbld.) Tokio, 28 Febr. De toestand blijft ge spannen, daar de muiters, die het ministerie van oorlog en de aangrenzende lokaliteiten bezet houden, zich nog steeds niet hebben overgegeven. Prins Kanin, de chef van den generalen staf, is te Tokio aangekomen, of schoon hij nog niet geheel hersteld is van zijn ziekte. Men is van oordeel, dat zijn te rugkeer wijst op den ernst van den toe stand. Hedenmiddag werd verklaard, dat het wellicht noodzakelijk zou zyn geweld te gebruiken om de muiters tot onderwer ping te dwingen. De militaire autori teiten worden er echter van weerhou den door twijfel inzake een eventueele toeneming van de sympathie in het le ger voor de opstandelingen. Men is er beducht voor, dat gedeelten van het le ger een houding van heftig protest zou den aannemen voor het geval er op de rebellen zou worden geschoten. In financieele kringen is men van mee ning dat, tenzij er een krachtige coalitiere- geering kan worden gevormd, een militaire dictatuur aanstaande is. Generaal Araki, wiens naam genoemd werd als eventueel hoofd van een dergelijke dictatuur, heeft hedenmiddag langdurig geconfereerd met den waarnemenden premier Goto. Verder wordt gemeld, dat het gist bij de marine en dat men er een zeer le vendige ontevredenheid uit over het feit, dat de troepen bij hun poging tot een staatsgreep de admiraals Okada en Saito hebben vermoord. In elk geval krijgt men hoe langer hoe stelliger de overtuiging dat de rebellen het ten slotte gewonnen hebben wegens de moeilijkheid om een premier te vinden in staat om zich heen de burgerlijke elemen ten der bevolking te vereenigen en den steun welken de rebellie bij het leger vindt. Vrees voor nieuwen strijd. Sjanghai, 28 Febr. De directe verbin dingen met Tokio zijn, naar het schijnt, ten gevolge van een nieuw verbod van verzen ding van persberichten, weer verbroken. De laatste nog aangekomen berichten wijzen erop, dat de weigering van de opstandelin gen het door hen bezette deel van de stad te verlaten, en naar de kazernes terug te keeren, tot ernstige consequenties en tot een verscherping van den politieken toestand heeft geleid. Men vreest voor het uitbreken van nieuwen strijd. In een bericht over den toestand in Tokio om 23 uur (Japanschen tijd) wordt de Ja- pansche hoofdstad vergeleken met een kruitvat, waarvan de overheid de vonk nog weg houdt. Sinds de middaguren, toen het ultimatum aan de opstandelingen verstre ken was, ligt de zakenwijk volkomen veria ten. Vele zaken hebben hun deuren geslo ten. Den geheelen dag door is onafgebroken onderhandeld tusschen het leger, de vloot en de civiele autoriteiten. De keizer heeft den minister van oorlog en den commandant van Tokio ontvangen voor het uitbrengen van rapport. De oplos sing van de kabinetscrisis wordt op den achtergrond geschoven tot de toestand zal zijn opgehelderd. Dit bericht spreekt verder van een drei gement van de autoriteiten om na het ver strijken van het ultimatum met geweld op te treden, dat echter tot 23 uur nog niet ten uitvoer was gelegd. Op dat tijdstip hiel den de rebellen de regeeringswijk nog bezet. Het herroepen van de belofte tot ontrui ming van de bezette wijk en het klaarblij kelijk voorzichtige optreden der overheid wordt verklaard als een teeken voor de sympathieën welke de rebellen in groote kringen van het leger genieten. De toestand in handen van het leger. W a s h i n g t o n, 28 Febr. Betrouwbare berichten uit Tokio, die vandaag hier ont vangen zijn en die de gebeurtenissen tot aan het einde van vandaag resumeeren, be' schrijven den toestand als volkomen in handen van het leger, en wel van de op standige en de z.g. loyale elementen. Vol gens deze samenvattingen ziet men geen verschil tusschen deze beide groepen. Beide groepen, die hiermede aangeduid worden, willen een directen invloed op de politiek en derhalve op den keizer. Beide willen ook de leden van den, groote machtsbevoegd heden bezittenden raad van ouden, den „Genro", zien uitgeschakeld. Daardoor wordt verklaard, dat de opstandelingen de oude staatslieden hebben omgebracht en dat aan den anderen kant de loyalen niet op de opstandelingen schieten, ofschoon deze ook vanavond nog de openbare gebouwen bezet houden en ofschoon ook vanavond nog de vlag der opstandelingen wappert boven het gebouw van den minister-president. De censuur op telefoon- en telegraaf dienst, die korten tijd verzacht was, is van avond weer verscherpt. De vloot ligt in Yokosoeka aan den ingang van de bocht van Tokio, terwijl een kleine kruiser en acht torpedojagers voor anker liggen voor Sjibaura, in de baai van Tokio. Sjibaura is een voorstadje van Tokio. Er zyn echter slechts weinig manschappen van de marine- infanterie aan land gezet en deze beperken zich er toe den minister van marine en zijn gebouw te beschermen. De hier aangekomen dagbladen uit Tokio constateeren, dat prins Saionji zonder eeni- gen invloed is en dat het leger geen kabinet erkennen zal, dat niet werkelijk een „na tionaal" karakter heeft. Ook revolte onder troepen in Osaka? Sj a n g h a i, 28 Febr. Van particu liere Chineesche zyde verluidt, dat be richten zijn ontvangen volgens welke de troepen in Osaka in opstand zyn ge komen. De Japansche autoriteiten in Sjanghai ontkennen echter met klem, dat dit bericht waarheid zou bevatten. Om zes uur waren rebellen nog niet teruggetrokken. Washington, 28 Febr. Volgens uit Tokio ontvangen berichten hielden de rebellen om 18 uur Japansche tijd hun stel lingen nog bezet. Zij verklaarden echter de bevelen van den Mikado te zullen opvolgen en naar de kazerners te zullen terugkeeren. De Japansche bladen melden, dat aanzien lijke bedragen aan de banken worden ont trokken. Radio-verklaring van generaal Kasjii. T o k i o, 28 Febr. Hedenavond om 21 uur 50 (Japansche tijd) heeft luitenant-generaal Kasjii door de radio de volgende verklaring bekend gemaakt: 1. Verscheidene honderden soldaten, die vroeg in den morgen van 26 Februari een oproerige beweging begonnen, houden het Nagatastjo-district van Tokio nog bezet, maar de bevelhebber volgens den staat van beleg neemt de noodige maatregelen om tegen hen op te treden; 2. De troepen, die onder bevel staan van den bevelhebber volgens den staat van be leg treden op grond van keizerlijke in structies op, hun discipline is streng en hun moreel uitstekend; 3. De stad Tokio, met uitzondering van het district Nagatastjo, is volkomen rustig, terwijl orde en rust in het geheele land heerschen. Tokio een kruitvat. Sj a n g h a i, 28 Febr. In een bericht over den toestand in Tokio om 23 uur Japansche tijd wordt de Japansche hoofdstad vergeleken met een kruitvat, waarvan de overheid den vonk nog weg houdt. Sinds de middaguren, toen het ultimatum aan de opstandelingen ver streken was, ligt de zakenwijk volko men verlaten. Vele zaken hebben hun deuren gesloten. Den geheelen dag door is ononder broken onderhandeld tusschen het leger, de vloot en de civiele autoritei ten. De ernst van den toestand wordt wel duidelijk in het licht gesteld door het feit, dat de zwaar zieke veldmaar schalk, prins Kaning, gearriveerd is. De keizer heeft den minister van oor log en den commandant van Tokio ont vangen voor het uitbrengen van rap port. De oplossing van de kabinetscrisis wordt op den achtergrond geschoven tot de toestand zal zijn opgehelderd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 1