DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De oorlog in Oost-Afrika. Vlootoverdracht in Ned. Oost-lndië. No. 53 Dinsdag 3 Maart 1936 138e Jaargang De toestand aan de fronten. Koloniën. Hedenmorgen heelt Vice-admiraal van Duim het commando over de vloot in Ned. Oost-lndië over gedragen aan Schout-bif-Nacht Ferwerda. Treffende plechtigheid in de haven van Tandjong Priok. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden by vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Ryk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Het Italiaansche succes in het Noor den heeft een groote ontmoediging in Abessinië ten gevolge gehad. Te Addis Abeba, waar eerst nog eenige vreugde heerschte over de aankomst van een aantal inlandsche deserteurs uit het le ger van Graziani, is de tijding van de vernietiging van de legers van ras Syoem, ras Kassa en ras Moeloegeta thans doorgedrongen. De laatste twee dagen bestond er met Dessie een onvol doende verbinding en de berichten, die uit Dessie doorkwamen, vermeldden al leen, dat de verbindingen met het Noordelijk front verbroken waren. De Italianen bombardeeren Tembien nog zonder ophouden. Niet alle troepen hebben het voorbeeld van ras Kassa, die over de Takazze gevlucht is, kunnen volgen en er schijnen nog Abessinische afdeelingen, die ieder verband verloren hebben, in het ge bergte verborgen te zitten. Trouwens, noch van Abessinische zijde, noch van Italiaan- schen kant komen mededeelingen over ras Syoem. Het laatste bericht is, dat hij geen kans heeft gezien, door de omsingeling heen te breken en dat men rekening hield met een noodsprong van hem in Oostelijke rich ting. Verder ontbreken zoowel van ras Im- meroe, in het uiterste Noorden als van ras Ayele in het Noordwesten, berichten. Het schijnt, dat de Italianen hun actie in Scire nog niet hebben ingezet. Wel wordt bekend, dat de troepen, aan wier hoofd de negus in allerijl naar het Noorden is getrokken, en die volgens Ita liaansche berichten ook in wanorde zouden zijn gevlucht, inderdaad niet gevlucht zijn en thans verder doormarcheeren in de rich ting van het Asjangi-meer. Het gerucht gaat, dat de negus het plan heeft om zich aan het hoofd te stellen van de eenige gere gelde Abessinische troepenmacht, die nog op dit gedeelte van het front is te vinden een gedeelte van de troepen van ras Moe loegeta heeft zich ook op het Asjangi-meer teruggetrokken om vervolgens een laat ste poging te wagen om de Italianen tegen te houden. Meer dan een gerucht is dit echter niet. Opmerkelijk is, dat de Italianen gisteren boven Godjam, in welke provincie zij eerst opstand hebben verwekt, welke opstand met veel moeite is hersteld, intensief hebben ge bombardeerd nu de rust daar weer eenigs- zins is teruggekeerd. Blijkbaar wenscht maarschalk Badoglio er alles op te zetten om zijn successen van den laatsten'tijd zoo vol ledig mogelijk uit te buiten, door ook de ge demoraliseerde troepen en de onthutste be volking nog verder te bestoken. En op het oogenblik ziet het er inderdaad naar uit, dat hij hiermede succes zal hebben, en dat van de Abessinische verdediging, die er weken lang zoo gunstig voor leek te staan, niets zal overblijven, dan een aantal in wilde wanor de wegtrekkende troepen. Vermoedelijk zullen de eventueele ver richtingen van de nog niet vernietigde le gers van ras Ayele en ras Immeroe weinig meer aan den deplorabelen toestand kunnen veranderen. De geestelijkheid te Addis Abeba heeft de bevolking tot kalmte aangespoord en be volen, de komende acht dagen zeer matig te eten, opdat er in allerijl voorraden naar het Noordelijk front gezonden zullen kunnen worden. DE KOMENDE REGENTIJD. De Italianen verklaren dat zij hun actie niet zullen onderbreken. Stefani meldt uit Rome: In buitenlandsche bladen wordt de mee ning verkondigd, dat Italië genoodzaakt zou 2Ün om tijdens het regenseizoen de militai re actie in Abessinië te onderbreken. In ge zaghebbende kringen te Rome verklaart men, dat dit niet het geval is. De Italiaan sche generale staf heeft dit probleem^ uit voerig bestudeerd en is tot de conclusie ge- okmen, dat de operaties aan het front door zullen gaan, ook tijdens de regenperiode. Duizenden dooden. Speciale dagbladcorrespondenten aan het Noordelijk front seinen aldus Stefani bijzonderheden over de overwinning in Tem bien, waarbij zij o.m. doen uitkomen met welke hardnekkigheid, vuur en drift de Abessiniërs gevochten hebben tijdens de wanhopige pogingen om den Amba Work te hernemen, den berg, waarvan de Alpenja gers en Zwarthemden zich gedurende den nacht hadden meester gemaakt na een schit terende beklimming van een bijna lood rechten wand aan de zuidzijde van den berg. Twaalf malen vielen de Abessiniërs zonder succes den Amba Work aan: ras Kassa wierp zelfs manschappen van de in tendancediensten in het vuur. Volgens de eerste tellingen hebben de Abessinische troepen alleen reeds ip dea slag om den Amba Work meer dan driedui zend dooden op het slagveld achtergelaten. De correspondenten melden aan hun bla den, dat ras Syoem er niet in geslaagd is te vluchten en zich nog steeds in Tembien ver bergt, waar hy achtervolgd wordt door Ita liaansche detachementen. Na den slag in Tembien. Reuter meldt uit Asmara: De troepen van het eerste en het derde legercorps zijn thans bezig met het verzamelen van den oorlogs buit op het oorlogsterrein in Tembien en met het tellen van de gedoode vijanden. De luchtstrijdkrachten achtervolgen nog steeds de vluchtende Abessinische afdeelin gen. De genie heeft een begin gemaakt met het aanleggen van een weg in de bezette ge bieden. De uniform van ras Moeloegeta. Mussolini heeft gisteren den fascistischen bondssecretaris uit Asmara ontvangen, die hem uit naam van maarschalk Badoglio de twee decoraties (w.o. een Engelsche) en de gala-uniform van ras Moeloegeta bracht, welke de Abessinische aanvoerder bij zijn vlucht op het slagveld in Enderta heeft ach tergelaten. De Duce bestemde de voorwerpen voor het koloniaal museum. De oudstrijders van Adoea bij den Italiaanschen koning. Uit Rome wordt gemeld: De koning heeft gistermorgen in het Qui rinaal een aantal oudstrijders ontvangen, die nog hebben deelgenomen aan den slag bij Adoea op 1 Maart 1896. De koning heeft zich op hartelijke wijze met hen onderhouden en groote belangstel ling getoond voor hun herinneringen. Na hun bezoek aan den koning werden de veteranen ontvangen door Mussolini, in te genwoordigheid van eenige dienstdoende generaals. Mussolini sprak een korte rede uit, waarin hij den moed der strijders van Adoea in herinnering bracht en de heldhaf tigheid verheerlijkte van de zegevierende soldaten van het nieuwe Italië. Vervolgens toonde hij den veteranen de ordeteekenen en decoraties die de Abessini sche oudminister van oorlog ras Moeloegeta bij zijn vlucht na de nederlaag van Amba Aradam heeft achtergelaten. Telegram van den Duce aan Badoglio. De Duce heeft maarschalk Badoglio een telegram gezonden, waarin hij zegt, dat de overwinning op de legers van ras Kassa en ras Syoem alle Italianen verheugt. Deze overwinning is te danken aan het genie en de energie van Badoglio en de onmisken bare moed van de Italiaansche en Eritree- sche troepen zal voor eeuwig opgeteekend blijven in de geschiedenis van het Italiaan sche fascisme. De maarschalk moet in een dagorder den groet en de dankbaarheid van het Italiaan sche volk overbrengen aan de troepen, die de overwinning hebben behaald. Groote vreugde in Italië. Het bericht van de nederlaag van ras Kas sa en ras Syoem heeft de vreugde in geheel Italië opnieuw doen uitbarsten. De bladen worden uit de handen der verkpopers ge rukt. De overwinningsroes doet de men- schen vergeten hetgeen gister te Genève gebeurde, waar de Commissie van Achttien bijeenkwam om te bespreken of de sancties al of niet moeten worden verscherpt. NEDERLANDSCHE AMBULANCE IN TWEE SECTIES GESPLITST. De Nederlandsche Roode Kruis-ambulan- ce is in twee secties verdeeld, een onder lei ding van dr. Van der Does en een onder dr. Van Schelven. De eerste sectie is naar het Noorden vertrokken en is op het oogenblik vermoedelijk in de omgeving van het As jangi-meer, de tweede is vermoedelijk nabij Wardair. Dr. Winckel, de leider van de am bulance, blijft in de basis te Dessie. Badoglio ontvangt journalisten. Het agentschap Stefani seint, dat maar schalk Badoglio in een onderhoud met een aantal vertegenwoordigers van de pers ver klaard heeft, dat het nog nooit is voorgeko men in de militaire geschiedenis van Ethio pië, dat de op de vlucht geslagen Abessi niërs zoodanig gedemoraliseerd waren, dat zij zelfs den wil tot strijden niet meer had den behouden. Inderdaad hebben talrijke detachementen Abessinische troepen, die in de richting van Dibboec door Erythreesche soldaten werden achtervolgd hun geweren, munitie en sabels, ja zelfs hun uniformen weggeworpen, alles, wat tot dusverre hun eerzucht en trots uitmaakte. Zij mengden zich onder de boeren en verklaarden, dat zij niet meer tegen de Italianen zouden vech ten. Paniek in Addis Abeba? Stefani verneemt uit Djiboeti, dat daar uit Addis Abeba berichten zijn ontvangen, volgens welke tengevolge van de neder laag van ras Kassa en ras Syoem een pa- niekgolf over de hoofdstad is geslagen, on danks de aanmaningen tot kalmte, die door de autoriteiten, vooral ook de kerkelijke overheid, tot de bevolking zijn gericht. De overloopers naar ras Desta. De Soembatsj Sagey, die volgens Abessi nische mededeelingen eenige dagen geleden met 4000 man inboorlingentroepen uit Ery- threa aan het zuidelijk front naar de Abes siniërs is overgeloopen, is Zondag per vliegtuig in Addis Abeba aangekómen. Hij voert thans het bevel over een vrijwilligers corps van 5000 overloopers uit Erythrea en Somaliland. Sagey vertelde, dat besloten was uit de Italiaansche linies te vluchten, nadat reeds eenigen tijd ontevredenheid had geheerscht onder de Erythreesche troepen. Nadat men de Italiaansche officieren gedood had, kon men ongehinderd den opmarsch naar het leger van ras Desta ondernemen. De over loopers hebben 100 machinegeweren en 50 stukken berggeschut, benevens ander oor- logsmatriaal meegenomen. In verband met gebrek aan munitie is het berggeschut ver nield en in de woestijn begraven. DE VERZOENINGSPOGINGEN VAN GENEVE. In Rome niets bekend. Betreffende de geruchten, die in de bui tenlandsche pers verspreid zijn, over z.g. vredesvoorstellen in 't Italiaansch-Abessini- sche geschil aldus het agentschap Stefani wordt in gezaghebbende kringen ver klaard, dat men in dit opzicht nergens ken nis van draagt. Geen enkel voorstel is hier omtrent gedaan, noch van den kant van den negus, noch van den kant van derden. Ita lië is in het geheel niet geïnteresseerd bij deze geruchten. Trouwens, de toestand is thans niet die van eenige maanden geleden: Italië bevindt zich thans op het punt zelve, waar het zeker was te zullen komen vanaf het begin van het conflict. Wanneer echter vredesvoorstellen aangeboden worden, zul len zy voorwerp van bestudeering uitma ken. De negus zou koning Edward als bemiddelaar wenschen. De correspondent van de Daily Mail te Geneve meldt, dat Eden gisteren van den Abessinischen keizer een telegram heeft ont vangen, waarin deze verklaart bereid te zijn te spreken over de vredesvoorwaarden op basis van den status quo in dier voege, dat Italië de gebieden die het op het oogenblik heeft bezet, behoudt. De negus stelt echter als voorwaarde, dat de koning van Enge land als bemiddelaar optreedt. Van dit bericht is tot nu toe nog geen bevestiging verkregen. De Abessinische ge zant te Londen heeft ten stelligste ontkend, dat de negus wil onderhandelen. Rome en de vredespogingen. Omtrent de onderhandelingen te Geneve en de berichten over vredespogingen al dus het Duitsche Nieuwsbureau is men in politieke kringen van meening, dat vre desvoorstellen aanvaardbaar zouden zijn, wanneer zij rekening hielden met alle Ita liaansche eischen. Uiteraard gaan deze eischen thans zeer veel verder dan eenige maanden geleden. Omtrent den omvang van de Italiaansche eischen wil men echter geen mededeelingen doen. Men legt er echter den nadruk op, dat Italië er niet bijzonder veel prijs op stelt deze kwestie aan te snijden. Men voelt te Rome het feit als beslissend, dat vier be langrijke Abessinische legercorpsen, welker sterkte men te Rome op minstens 50.000 man schat, vernietigend verslagen hebben kun nen worden. In ieder geval wil men geen geloof slaan aan eenigerlei beïnvloe ding van de militaire operaties door den tijd der z.g. kleine regens. NIEUW ITALIAANSCH PROTEST. Stefani meldt, dat by den Volkenbond 'n Italiaansch memorandum is ingediend, waarin de laatste wreedheden der Abessi niërs jegens de krijgsgevangenen gedocu menteerd worden. Het betreffende hier ge tuigenissen van buitenlandsche journalis ten en andere ooggetuigen, tezamen met photo's. Het memorandum bestaat uit 5 deelen: wreedheden en afslachting van ge vangenen, mishandeling van gewonden, en verwonding van Roode Kruis-soldaten, moord op een legerkapelaan. Het vijfde deel behandelt misbruik ma ken van het Roode Kruis-teeken. HET 144-STE LEGERBERICHT. Bevestiging van de nieuwe Italiaansche overwinning. Maarschalk Badoglio seint in zijn 144-ste legerbericht: Onze troepen gaan zonder ophouden door met het zuiveren van het uitgestrekte slag veld in Tembien, waar groote wanorde heerscht, terwijl de luchtmacht de ordelooze troepen, die naar Semen trachten te ontko men, geen rust gunt. De gevolgen van de nederlaag van den vijand blijken voor deze hoe langer hoe meer van buitengewoon ernstigen aard te zyn. De vijand heeft eenige duizenden mannen op het slagveld achter gelaten. Onze verlie zen bedragen 30 officieren en 450 man uit het moederland, alsmede 110 Eritreanen, die dood of gewond zijn. Twee Italiaansche vliegtuigen zyn niet naar hun basis terugge keerd. Voor het eerst in de militaire kolo niale geschiedenis heeft men talrijke groote eenheden tegelijk in het veld gebracht met een indrukwekkende hoeveelheid gemotori seerd licht geschut van middelmatig kaliber en snelle tanks, terwyl de lucht daverde van het geronk der tallooze vliegtuigen. Al deze ingewikkelde operaties werden regelmatig uitgevoerd en moeilijkheden die onoverkomelijk hadden kunnen schijnen, werden overwonnen. Het derde legercorps werd van het gebied van Gaela over een afstand van 80 K.M. door een moeilijk terrein verplaatst. lede ren dag vervoerde men duizenden tonnen materiaal van iederen aard en tweemaal is het geheele legercorps door middel van vliegtuigen van levensmiddelen voorzien. Verscheidene geschutbatterijen van middel matig kaliber-zijn met behulp van zware tractors over een afstand van ruim 510 K.M. vervoerd in dagelijksche etappes van 150 K.M., die gedeeltelijk leiden over paden die tijdens de actie waren aangelegd. Van Massaoea naar het terrein der opera ties zijn in slechts twee dagen tijds 1500 muildieren overgebracht. Tijdens den slag hebben voor het overbrengen van berichten meer dan 800 radiostations dienst gedaan. De moed der troepen, het functionneeren van de verbindingsdiensten, die uitstekend genoemd mogen worden, vormen een beves tiging van de groote kracht die de legers van het fascistische Italië hebben bereikt Addis Abeba weet niets van Italiaansche overwinning. Door het uitblijven van berichten be schouwt men te Addis Abeba den toestand aan het noordelijk front nog altijd als on opgehelderd. Er heerscht te Addis Abeba een groote spanning. Van officieele zijde wordt medegedeeld, dat de Amba Alagi nog steeds bezet werd gehouden door sterke Abessinische afdee lingen. Alleen aan het laagste deel van de noordelijke helling zouden de Italianen voortdurend aanvallen ondernemen, die voor hen groote verliezen tengevolge aou- den hebben. Dat Ras Kassa met zyn leger door de Italiaansche troepen ingesloten zou zijn, wordt te Addis Abeba ontkend. Volgens ge ruchten zouden de Italianen aan het zuide lijk front Neghelli reeds weer hebben ont ruimd in verband met moeilijkheden bij de voedsel- en munitie-voorziening. Verder zouden aan de Webi Shebelhi sterke afdee lingen van het leger van Nasiboe gecon centreerd zijn, die uit het noorden naar Dolo en Djet zouden oprukken. Verklaard wordt, dat deze troepen een zeer groot gevaar kunnen worden voor de Italiaansche afdeelingen die aan de Ganale Doria staan. In de eerstvolgende dagen zouden groote verrassingen niet uitgesloten zijn. Hedenmiddag heeft op de reede van Tandjong Priok bij Batavia de over dracht van het vlootcommando in Ne- derlandsch-Indië plaatsgehad in tegenwoordigheid van het geheele Nederlandsch-Indische eskader. Te ongeveer kwart voor 9 begaven zich vice-admiraal van Duim, de aftre dende vlootcommandant en schout bij-nacht Ferwerda, de nieuwe func- tionnairs, vergezeld van den chef van den marinestaf en den adjudant luit. ter zee Burghart, in de admiraalssloep naar het vlaggeschip. Men voer langs de schepen van de gouvernements marine en het Nederlandsch-Indische eskader, waarvan de bemanning op het dek stond aangetreden en de voor geschreven eerbewijzen bracht. Te ca. 9 uur had aan boord van de „Su- matra" de plechtige overdracht plaats in tegenwoordigheid van den eskadercom mandant en andere officieren, zoomede van de detachementen van verschillende oorlogsschepen. Hierna werd van het flo- tillevaartuig „Soemba" eerst een serie van 15 en vervolgens een serie van 13 saluut schoten gelost. Onder het gebulder der kanonnen legde vice-admiraal van Duim het vlootcommando neer. Rede van den scheidenden vloot commandant. In zijn overdrachtsrede bracht hij in herinnering, dat hetgeen hij had uitge sproken bij de aanvaarding van het vloot commando, waarbij hij doelde op de toen bestaande onzekere politieke toe standen. Helaas is sedert dien daar in geen verandering gekomen. Integen deel, onder deze omstandigheden dringt zich steeds sterker de noodzakelijkheid op om te zorgen, dat moge zulks soms noodig zijn, onze weermacht steeds in staat zijn de eer en de belangen van het koninkrijk te handhaven. De nieuwe vlootcommandant spreekt. De nieuwe vlootcommandant richtte eenige afscheidswoorden namens het per soneel van de militaire en civiele diensten tot vice-admiraal van Duim. Hoe zorgelijk het wereldbeeld dikwijls ook moge zijn, wij moeten ons toch verheugen over het feit, dat de meening veld wint, dat Nederland zoo paraat mogelijk behoort te zijn om den dreigenden gevaren succesvol het hoofd te kunnen bieden. De opbouw van de marine dient met ernst ter hand te wor den genomen. Voor spr. is het een voor recht in zulk een tijd het commando over te nemen. Schout-by-nacht Ferwerda Daarna verlieten vice-adiraal van Duim en Schout-bij-nacht Ferwerda, tegelijker tijd het vlaggeschip „H. M. kruiser Suma- tra", terwijl deze 15 schoten loste. De afgetreden vlootvoogd en de nieuwe functionnaris .begaven zich vervolgens in de admiraalssloep naar het gouvernements s.s. „Zuiderkruis", waar de vice-admiraal afscheid nam van de gouvernements marine. Van de in de haven liggende schepen en van de wail, waar veel publiek aanwezig was, werd de plechtigheid, die zich op het water had afgespeeld, met belangstelling .gevolgd. Tenslotte droeg vice-admiraal van Duim te 10.30 uur in het gebouw van het de partement der marine de leiding van het departement over in het bijzijn van het geheele civiele personeel. De eskader-commandant overhandigde na de officiëele wisseling van het vloot commando op het vlaggeschip namens de officieren den vice-adiraal van Duim een commandovlag met drie sterren aan. De eskader-commandant huldigde de afge treden vlootvoogd bij zijn afscheid na een periode van 36 jaar in dienst van H. M. de koningin en sprak de hoop uit, dat de vice-admiraal bij den aanblik van de aan geboden vlag zich de glanspunten van zijn carrière zou gedenken, gelijk ook het deel der vloot, dat in Indië blijft, de gedachten aan hem zou bewaren. Hierop dankte vice-admiraal van Duim. Hij betoogde, zich bevindende op het dek van dit oorlogsvlaggeschip, duidelijk te gevoelen, hoezeer de plaats van allen, die op de vloot dienen, hoezeer de plaats van den zeeman op zee is, waar hij zijn training ontving en aldus de gevechts kracht verhoogt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 1