DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Duitschland komt naar Londen. Parool: Geen geweld tegen Duitschland! Onze ambulance geplunderd. No. A4 Maandag 16 Maart 1936 138e Jaargang Kan men Hiiler's vredesvoorstellen bespreken? pjjnlandbezetting maakt de kwestie lastig. De Duitsche regeering is althans in principe hiertoe besloten; zij heeft echter zeer bezwa rende voorwaarden eraan verbonden. Flandin houdt voet bij stuk. Dr. van Schelv» zou gewond zijn. Duitschland's nota niet goed vertaald ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar f 2.— franco door het geheele Ryk f 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN: V an 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef 3320, redactie 3330. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: T|. N. ADEMA. Den 7den Maart verbrak Hitier een verdrag en hij bood ar een heele reeks nieuwe verdragen voor in de plaats. In de eerste opwinding over de ver dragsschending scheen het aanbod volkomen weg te zinken. Maar reeds den 9den Maart wees de Engelsche regeering in het Lagerhuis op de be- teekenis der voorstellen en zij bepleit te een rustig en ernstig onderzoek. De moeilijkheid, waar men thans voor staat is deze: hoe kan men over den muur, dien Hitier zelf, door de bezet ting van het Rijnland, rond zijn voor stellen heeft opgetrokken, heen komen?, aldus Mg. in de „M. M." De een zal zeggen: laat Hitier den muur afbreken. Anders gezegd: laat Hitier het Rijnland weer ontruimen en zijn voorstel len handhaven. Als men de positie van Hitier en Duitschland nagaat, blijkt het echter alras, dat zulks onmogelijk is. Een ander zal zeggen: laat Frankrijk een ladder nemen en over den muur heenklim- men. Anders gezegd: laat Frankrijk de herbezetting van het Rijnland aanvaarden, onderhandelen over de aangeboden ver dragen van nonagressie en het luchtpact en Duitschland weer in den Volkenbond brengen. Als men de positie van Frankrijk nagaat, blijkt dat onmogelijk. Hoe men dan de beide mogendheden tot ekaar moet brengen, weet nog niemand. Maar men blijft naar de oplossing zoeken. Europa als éénheid. Er kan geen duurzame vrede zijn in Europa (aldus Baldwin verleden week Maandag) zoolang de eeuwenoude ver denking tusschen Frankrijk en Duitschland blijft bestaan. Wij Engelschen hebben onze eigen moeilijkheden, maar in Europa verlangen wij niets vuriger dan voort te gaan Frankrijk en Duitschland nader tot elkaar te brengen en beide met ons in vriendschap te doen leven. In deze drie voudige vriendschap ligt onze eenige hoop. Zijn woorden sloten aan bij wat Hitier twee dagen te voren in den Rijksdag ge zegd had: De Europeesche volken vormen in de wereld één familie, zij zijn vaak een beetje strijdlustig, maar ondanks alles met elkaar verwant, door familiebanden verbonden, geestelijk en cultureel en economisch niet van elkander te scheiden, ja niet van elkander los te denken zelfs. Met Frankrijk en Engeland in de eerste plaats wenscht Hitier een nauwer contact. Zijn er niet tal van uitlatingen van Fran- schen kant te citeeren, die aansluiten bij het streven van Engelsche en Duitsche staatslieden? Het besef der Europeesche saam- hoorigheid begint zich steeds duide lijker te manifesteeren. Maar het is nog lang niet sterk genoeg om de „eeuwenoude verdenkingen" weg te vagen, waarvan Baldwin óók sprak in zijn rede. Zelfs over de grondslagen, waarop een nieuwe Europeesche gemeenschap ge bouwd zou moeten worden, bestaat geen overeenstemming. Zal elke staat zich naar eigen beginselen mogen constitueeren of is een zekere uniformiteit in opvattingen en bestuursvormen onontbeerlijk voor een nieuwe gemeenschap? Moet Europa óf democratisch óf fascistisch zijn? Of kan de Europeesche gemeenschap staten van bei derlei soort en wellicht communistische staten er bij omvatten? Er bestaat geen algemeen aanvaard antwoord op deze vragen. En daarom kan het beroep op de Europeesche saamhoorig- heid geen doorslaand effect hebben. Afkeer van geweld. Wel is het de vorige week duidelijk ge bleken, dat er krachten werken, die al thans een verder uiteengaan beletten, krachten, die het verscherpen der tegen stellingen tegen gaan. Men zou ze met een algemeenen term „afkeer van oorlog" kun nen noemen, maar deze afkeer werkt ook na in een duidelijke aarzeling om tot ge- weldmaatregelen over te gaan van ande ren dan militairen aard. Ook was een dui delijk verzet merkbaar tegen pogingen om de openbare meening in opwinding te brengen. Men laat zich niet meer zoo gauw uit zijn rust brengen althans op dit oogenblik. Zelfs in Frankrijk, waar men toch veel meer dan elders aanleiding heeft om ongerust te worden, heeft men typee- rende uitingen van dien aard kunnen op merken. De socialisten waarschuwden tegen al te scherp optreden, Herriot ver langde namens de radicalen een midden weg tusschen vermetelheid en toeschiete lijkheid. Het denkbeeld, in de Fransche pers opgeworpen, om de Olympische Spe len te boycotten vond geen weerklank in sportkringen. Van een spontane veront waardiging bij het Fransche volk was niet veel te merken. In Engeland was de openbare meening zelfs regelrecht afkeerig van geweldmaat- regelen in eenigen vorm. De liberale News Chronicle wees er op, dat men de bezetting van het Rijnland niet op één lijn kon stel len met een aanval gelijk die van Musso- lini op Abessinië. Geen Engelschman zou wegens Hitler's daad tegen Duitschland willen opmarcheeren. Zaterdag kon Reuter melden, dat er van algemeene sancties op dezelfde schaal als tegen Italië geen sprake zou kunnen zijn. Taak der diplomaten. Hoe ver de duidelijke afkeer gaat van het risico, dat geweldmaatregelen tegen Duitschland zouden meebrengen, bewijst het bericht van Havas, dat de Belgische premier over alle schendingen zou willen heenstappen en onderhandelingen openén met Hitier, indien Engeland bereid zou zijn aanvullende veiligheidswaarborgen te geven. Meer en meer dringt het besef door, dat men een onvergeeflijke fout zou begaan, wanneer men Hitler's aanbod zou negeeren.Maar daarnaast voelt men ook, dat het ondoenlijk zou zijn, voor al voor Frankrijk, om de herbezetting van het Rijnland en het terzijdestellen van verdragen als een onbelangrijk feit voor te stellen en er zonder meer over heen te stappen. Het is vooral in de kringen der staats lieden, dat men zich verzet tegen de me thode van Hitier. Daar ziet men duidelijk de moeilijkheden, waarop men zou stuiten, als men de daad van 7 Maart te luchtig opnam. Men ziet de consekwenties, die tot de openbare meening niet of slechts vaag doordringen. Het „bewerken" der open bare meening in een richting, die zij van zelve niet zocht, blijft echter altijd een poover trachten. Met den afkeer van ge weld en oorlogsrisico moeten de staatslie den in Londen rekening houden. Tegelijk moeten zij voorkomen, dat men eenvou dig wijkt voor een eenzijdige daad. Het is nu de taak der diplomaten om hier een uitweg te vinden. De Engelsche regeering heeft een eerste poging gedaan door haar verzoek aan Hitier om de be zetting te verminderen. Dit verzoek is af gewezen. Thans zoekt men nieuwe wegen. Flandin Na de symbolische bezetting, die Enge- *®nd wilde invoeren, komt nu de voor- ^^rdelijke toezegging van Duitschland om naar Londen toe te komen op uitnoodiging Van den Volkenbondsraad. Het antwoord Van Duitschland is niet direct afwijzend, jnaar in Londen acht men het teleurstel lend en de situatie daardoor eer verergerd aan verbeterd. De Duitsche rijksregeering heeft de uit- boodiging van den secretaris-generaal van den Volkenbond om deel te nemen aan de onderhandelingen van den Raad te Londen volgt beantwoord: Ik bevestig de ontvangst van Uw telegram van 14 Maart waarin gij mij mededeelt, dat de Raad van den Vol- Von Neurath, rijksminister van Duitschland. kenbond de Duitsche regeering uitnoo- digt deel te nemen aan de bestudee ring van de door de regeeringen van Frankrijk en België aan den Raad voorgelegde kwestie. De Duitsche regeering is principieel bereid de uitnoodiging van den Raad aan te nemen. Zij gaat daarbij uit van de voorwaarde, dat haar vertegenwoor diger bij de beraadslaging en de be slissing van den Raad gelijke rechten met de vertegenwoordigers van de Raadsmogendheden moet hebben. Ik zou U dankbaar zijn, indien gij mij dit zoudt bevestigen. Bovendien moet de Duitsche regee ring wijzen op het volgende princi- pieele feit. Haar optreden, dat aan de Belgische en Fransche regeering aan leiding heeft gegeven een beroep op den Raad te doen, houdt niet op bij het her' stel van de Duitsche souvereiniteit in de Rijnland-zóne, doch is verbonden met uitgebreide concrete voorstellen voor een nieuwe verzekering van den Europeeschen vrede. De Duitsche regeering beschouwt haar politieke actie als 'n eenheid, welker bestanddeelen niet van elkander mogen worden gescheiden. Om deze reden kan zij slechts deelnemen aan de on derhandelingen van den Raad, wan neer zij de zekerheid krijgt, dat de in aanmerking komende mogendheden be reid zijn dadelijk in onderhandeling te treden over de Duitsche voorstellen. De Duitsche regeering zal zich te dien einde in verbinding stellen met de Koninklijke Britsche regeering, onder vorzitterschap van welke de bij het Rijnpact van Locarno geïnteresseerde mogendheden te Londen in beraadsla' ging zijn bijeengekomen. w.g. de Rijksminister van buitenlandsche zaken, baron von Neurath. In afwachting van het Duitsche antwoord, dat niet alleen in Londen spanning veroor zaakte, is er stilstand in de onderhandelin gen te Londen geweest. Eden confereerde met zijn ambtenaren op buitenlandsche zaken. Beek, de Poolsche minister van buiten landsche zaken, had een onderhoud met den Duitschen gezant von Hoesch. Toen het Duitsche antwoord in Londen bekend werd was de deceptie groot. Niet zoozeer omdat Duitschland gelij kgerechtig- heid vroeg in den Volkenbondsraad, maar wel om de verbintenis van de bespreking van de schending van het Locarno-pact in den Volkenbondsraad aan de Duitsche voor stellen, die naar men zich zal herinneren omvatte een non agressie pact van 25 jaar, dat garantie voor de vrede beteekent voor Frankrijk, België en Holland, een luchtpact tusschen Frankrijk, Groot Brittanje en Duitschland een non agressie pact met de nabuurstaten van Duitschland met name Tsjecho Slowakije en Oostenrijk, de vesti ging van de Duitsche souvereiniteit over het geheele Duitsche grondgebied, inbegrepen Rijnland en tenslotte den terugkeer van Duitschland in den Volkenbond. Hoe graag de Locarno-mogendheden ook willen onderhandelen over al dit- moois, de eisch van Hitier, 'dat bespreking zijner voor stellen deel moet uitmaken van de bespre king der jongste gebeurtenissen in den Vol kenbondsraad, zal wel niet in vervulling gaan. Flandin houdt koers. Reuter meldt uit Londen: Het is vrijwel zeker, dat vanochtend de Volkenbondsraad in geheime zitting bijeen zal komen ter bespreking van het Duitsche antwoord. Flandin verklaarde Zondagavond, dat hij liever Londen en den Volkenbonds raad zou verlaten, in de huidige zitting, dan de Duitsche voorwaarde te bespre ken inzake een gelijktijdige discussie over het verdrag van Locarno en de vredesvoorstellen van Hitier. „Ik heb de voorstellen van Hitier nog niet gezien", verklaarde hij vastberaden, „doch ik ben naar Londen gekomen om een schending van- het verdrag van Locarno te doen vaststellen en ik zal niet erin toestemmen iets anders te be handelen. Daarmee schijnt de principieele bereidver klaring van Duitschland om naar Londen te komen reeds alle practische beteekenis te hebben verloren. Havas weet uit Londen te berichten dat men door het antwoord van Hitier weer twijfelt aan zijn goeden wil. Havas verwacht nadat de Volkenbondsraad morgen kennis genomen zal hebben van het Duitsche ant woord dadelijk een geheime zitting, om er over te beraadslagen. Regelen of vechten. In de editie van Zondag van de „Ober ver" onderwerpt de bekende journalist J. L. Garvin in het licht der laatste gebeurtenis sen de betrekking tusschen Engeland en Duitschland aan een onderzoek. Hij toont daarbij volledig begrip voor de motieven, die Duitschland er toe brachten de gedemilita riseerde zone te bezetten en ziet in de voor stellen van Hitier, die deze actie begeleiden, een bruikbare basis voor onderhandelingen. Daartegenover schrijft hij o.m.: Van een vernielenden luchtoorlog tusschen het Brit sche en het Duitsche volk zou geen van bei den zich kunnen herstellen. Mocht deze noodzakelijkheid zich echter voordoen dan zal de Britsche democratie tot den laatsten man en de laatste vrouw deze onder oogen zien met een stalen ziel en er zal even wei nig overblijven van onzen tegenstander als van ons zelf zou kunnen overblijven. Laat Hitier en alle anderen, wien dit kan aan gaan, daar rekening mee houden. En verder: Binnen de eerstvolgende twee jaar, of minder, zal het tot oorlog of vrede komen tusschen Engeland en Duitschland. Wij zouden het woord van Hitier willen eerbiedigen met betrekking tot toekomstige verbintenissen. Wij zouden er niet op willen vertrouwen in den zin van ons te laten ver leiden tot verzwakking van de concrete vei ligheid op eenigerlei eenzijdige wijze, zoo dat wij in een toenemend ongunstige positie zouden komen gedurende het voeren van onderhandelingen en er slechter aan toe zouden zijn, wanneer zij mislukten. Wij moeten de verplichting gemeene zaak te maken met Frankrijk en België tegen een agressieven aanval op een van beiden ver nieuwen en er den nadruk op leggen en wij moeten die zaak steunen, zoo noodig tot onzen laatsten shilling en tot onzen laatsten ademtocht. Duitschland is de eenige mogendheid, die Engeland in het hart zou kunnen treffen. Om deze reden, meer dan om iets anders, is Engeland gedwongen te herwapenen uit alle macht. De koloniale kwestie zal de vitale beginselen van het rijk raken als, wanneer de tijd daar is, wij niet sterk ge noeg zijn, zoowel in eigen kracht als in onze diplomatieke betrekkingen. De uit werking hiervan trilt reeds door het totaal van onze politiek. In één woord is de naderbij komende kwestie voor de Britsche en Duitsche vol keren deze: „Regelen of vechten". Maar hoezeer ook voorbereid een stalen ziel bij de uiterste noodzakelijkheid te hebben en niet te bukken voor eenigerlei dictatorschap, moeten wij niet weer met Duitschland vechten tot wederzijdsche ver nieling, voordat wij ons uiterste best gedaan hebben tot een regeling te komen. Parallel met een uiterste inspanning voor gelijke veiligheid en verdediging een taak, die zonder aarzelen of weifelen ten uitvoer moet worden gelegd moeten wij van dit oogenblik af beginnen ons de uiterste in spanning te getroosten voor den vrede. Siefani maakt melding van een overval door Abessinische plunderaars. Volgens een bericht van het Italiaan- sche Nieuwsbureau Stefani, dat tot dus verre evenwel nog niet op andere wijze is bevestigd, zou van de Nederlandsche Roode Kruis-missie, die dezer dagen twee afdeelingen naar Kworan heeft ge zonden, een bende Abessinische plun deraars op den weg tuschen Waldia en Kollo de Nederlandsche karavaan on der leiding van dr. van Schelven (de brievenschrijver uit Oost-Afrika voor onze courant. Red.) hebben aangevallen. Dr. van Schelven zou hierbij zijn ge wond. Te Djiboeti gaan geruchten, al dus voegt Stefani aan dit bericht toe, dat in verband met dit feit er nog vele andere, alle Roode Kruis-missies, Abes sinië zullen verlaten. Naar ons op onze informaties in verband met het boven staande werd meegedeeld, had het hoofdbestuur van het Roode Kruis te Den Haag tot hedenmorgen 10 uur geen enkele bevestiging van dit bericht ont vangen. Zij, die zich met 1 April a.s. op dit blad abonnee- ren, ontvangen de tot dien datum verschijnende num mers franco en gratis! De houding, welke Italië zal aannemen, hangt af van de besprekingen van Grandi te Londen en van de regeering te Rome. De houding wordt vooral bepaald door het volgende principe: „Italië, waartegen sancties zijn toegepast, zal niet stemmen voor sancties tegen Duitschland, hoewel Italië de schending van de Verdragen van Locarno en Versailles erkent". Klaarblijkelijk is hiermede bedoeld de sancties tegen Italië te doen opheffen. Volgens „Press Association" wordt er in Duitsche kringen te Londen op gewezen, dat een fout in de vertaling of interpreta tie van het woord „als bald" in het Duit sche antwoord op de uitnoodiging zich in den Volkenbondsraad te doen vertegen woordigen, dit antwoord wellicht minder verzoeningsgezind doen schijnen dan het in werkelijkheid zou zijn. Dit woord komt voor in den zin „De Duitsche regeering zal slechts aan de besprekingen van den Vol kenbondsraad kunnen deelnemen, indien zij de zekerheid heeft, dat de mogendheden bereid zijn onmiddellijk over de Duitsche voorstellen in onderhandeling te treden. Het woord „als bald" is vertaald met on middellijk. Het kan ook opgevat worden in de beteekenis: zoo spoedig mogelijk „as soon as possible"). Indien er de laatste interpretatie aan moet worden gegeven, zou de strekking van de nota aanzienlijk verschillen van hetgeen men eerst meen de. Het is, besluit „Press Association", dat men opheldering tracht te verkrijgen, om trent den zin die aan dit woord moet wor den toegekend. HITLER SPREEKT HEDEN TE FRANKFORT. Groote parade afgelast. Rijkskanselier Hitier, die hedenavond om 8 uur te Frankfort weer een groote verkie zingsrede houdt, heeft de groote parade afge last, welke daaraan zou voorafgaan, waar schijnlijk wegens den onaangenamen indruk, welke dit in het buitenland zou kunnen ma ken; de troepen zullen dus in de kazernes blij ven. Voorts is bepaald, dat de organisaties van oudstrijders niet de vaandels mogen meevoe ren, waaronder zij tijdens den oorlog hebben gestreden. Dit besluit werd bekend, toen in de grOole tentoonstellingszaal 600 nieuwe vlaggen voor den Kyffhauserbond, welke door Hitier waren ontworpen, werden ingewijd. Het was voor de oud-strijders, die van den Beneden-Rijn, Keu len en de Westfaalsche districten waren geko men en allen tot het oude achtste legercorps behoorden, wel een teleurstelling te vernemen, dat zij bij de parade niet onder hun oude vaan dels mochten defileeren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 1