De Nederlandsche Roode-Kruis-
Ambulance in Ethiopië.
GEMEENTERAAD BERGEN.
Abessinische verplegers.
ALKMAARSCHE COURANT van VRIJDAG 27 MAART 1936
Begrooting vastgesteld. Subsidie aan
R.K. Lyceum met 6-5 stemmen aan
genomen.
(Nadruk verboden.)
Dessié, 24 Februari 1936.
Men vindt op de voorpagina van dit nummer onzer courapt een rapport
met nadere bijzonderheden over den overval, die op de Nederlandsche
ambulance is gepleegd en waarbij Dr. van Schelven door zijn bedienden
in den steek gelaten zich tegen een bende plunderende bandieten moest
keeren, waarbij hij een schot door de long kreeg.
Dr. van Schelven, die den volgenden dag per muildier naar Dessie en
vandaar per vliegtuig naar Addis Abeba werd overgebracht, is thans naar
Nederland vertrokken.
Gelukkig is zijn toestand niet ernstig, zoodat verwacht wordt, dat hij bin
nen afzienbaren tijd weer geheel hersteld zal zijn.
Zooals bekend was Dr. van Schelven de man, die ons dè brieven uit
Abessinië schreef, waarvan er reeds verscheidene in onze courant zijn opge
nomen.
Wij publiceeren thans de laatst ontvangene, waarin van het groote avon
tuur nog geen melding is gemaakt. De cliché's lieten wij maken naar foto's
welke door Dr. van Schelven in Abessinië werden genomen.
j Onze unit gaat morgen vertrekken. We gaan noordwaarts, onze eerste unit achter
na. Die is n.1. reeds 10 dagen geleden vertrokken; doordat wij op eenige onderdeelen
uit Addis moesten wachten, en tevens eenigszins rekening moesten houden met de
plannen der regeering, is ons vertrek vertraagd.
Met deze karavaan van 100 muildieren, is onze ambulance-eenheid, voor zeker
twee maanden, onafhankelijk van verdere opvoer van onze basis. Daar de sterfte
onder de muildieren in het Noorden zeer groot is, hebben wij op advies van Dr.
Junod een grooter aantal dieren genomen, dan direct noodig was.
Deze groote sterfte wordt ten deele verklaard door het onvoldoende voedsel, ten
deele ten gevolge van de zware marschen, die in het bergterrein van hen gevergd
worden. Alle muildieren in het Noorden zijn door de regeering gerequireerd, zoodat
we, om eenige zekerheid te hebben, dat wij ons kostbaar materiaal niet wegens
transportmoeilijkheden in den steek moeten laten, een groote reserve aan levende
materie moeten meenemen. Deden we dit niet, dan zouden we daar in de bergen als
ratten zitten opgesloten, indien we ons wegens gevaar plotseling zouden moeten ver
plaatsen.
Een verdere opgave voor ons is, hoe het transport der gewonden zal moeten ge
schieden. Want ik meen, dat ik het u reeds verteld heb: noch onze ambulance, noch
de Engelsche of Zweedsche, hebben eigenlijke gevechtsverwonden in behandeling
gehad. Tot nu toe hadden alle buitenlandsche ambulances öf verwonden van lucht
bombardementen öf zieken van het platteland, opgenomen en behandeld. Natuurlijk
hebben deze evengoed recht op medische hulp, doch het eigenlijk doel van onze uit
zending is toch, de verzorging op ons te nemen van hen, die aan het gevechtsfront
hun leven inzetten voor hun vaderland. De oplossing van dit vraagstuk zullen wij
zoo dicht mogelijk trachten te benaderen.
In den regentijd is in het Noorden elk transport onmogelijk: men zou méér
menschenlevens verliezen op de glibberige bergpaden dan dat men gewonden veilig
overbracht. In dien tijd zullen de
Abessiniërs dus zelf in hun ge
wonden-verzorging dienen te
voorzien. En daarop zullen ze
ook door ons dienen te worden
voorbereid.
Ik zend u een kleine foto (foto 1)
waarop u de uitrusting kunt
zien van de ongeregelde troepen
en (op II) enkele hunner aan
voerders; uit dergelijke eenheden
bestaat het overgroote deel van
het leger. Op foto IV ziet u
sebanjo's, of teweliiet gewapend
geleide, dat met onze karavaan
mee gaat ter bescherming.
Alle soldaten hebben steeds
Troepenverplaatsing in eigen onderhoud te voorzien";
velen nemen daarom hun vrouw of een slavin mee, om voor hen te zorgen, en het
eten te koken etc. Elk heeft een kleinen reserve-voorraad meel bij zich: is die op,
dan is hij aan de genade van het land overgegeven. Het leven is hard in dit land.
Is het aan den anderen kant dan niet begrijpelijk dat op den duur het enthousiasme
onder de troepen slinkt? en dat af en toe het persoonlijk contact met den keizer
noodig is, om het zelfvertrouwen er in te houden!
In het algemeen gesproken,
heeft men hier echter eerder met
een te veel dan een tekort aan
zelfvertrouwen te maken. Van
nature een krijgszuchtig volk, is
hun moed niet weinig versterkt
door de successen, die zij in de
laatste eeuw hebben kunnen
boeken. De nederlaag tegen de
Engelschen onder Lord Napier in
1868 is vergeten; doch niet hun
overwinningen op de Egyptena-
ren en Derwishen in 1875 en
1876, en op de Italianen bij
Adua in 1896.
Hun land is onder Menelik II
zoo vergroot, dat zij geen uit-
Aanvoerders kleine legerafdeeling. breiding van gebied zelfs wen-
schen. Hun afgoed is nog steeds Menelik, de groote krachtige strijder, één der weinige
figuren die aan een hypertrophia musculorum geen atrophia cerebn paarde ten
minste niet in zijn gulden tijd. Haile Selasse echter regeert door zijn sterken geest,
hij heeft leger en luchtmacht georganiseerd zoo veel als mogelijk was in dezen
korten tijd; het volk ziet de directe voordeelen van het vormen der moderne oorlogs
methoden, en onderwerpt zich daarom aan zijn regime. -
Wij moeten nu zien, wat we met dit menschen-materiaal kunnen uitrichten. Tot nu
toe heben wij alleen ervaring opgedaan met onze bedienden en verplegers. De laat-
sten vooral zijn heerlijk-origineel in hun opvattingen. Natuurlijk hebben we geen ge
legenheid gehad, den menschen eenig begrip bij te brengen omtrent hygiene. Een der
eerste lessen was, dat een mensch zich wasschen moet. Een Abessinier wascht zich
alleen de voeten, en dit alleen uit vrees voor de besmetting met de zand luis, die lee-
Uike ontstekingen aan de onderste extremiteiten geven kan. Mannen en vrouwen
dragen een hemd met zulke nauwsluitende mouwen, dat zij er maar éen keer in hun
leven in kunnen komen, en er pas uitkomen, als het als vodden er af'etrekke s
en een wijde broek die aan kuit en enkels even nauw toeloopt als het hemd aan de
Polsen. Welnu het gevolg van onze eerste les was, dat den geheelen dag door de
ééne ploeg de'ander afwisselde bij het handenwasschen. Gewerkt kon er niet meer
worden. Riep men ze voor het een of ander karweitje, dan gebaarden ze heftig en
Wezen op de pomp erTgingen rustig door met wasschen. Op het laatst moest met
geweld aan deze orgie van zelfreiniging een einde worden gemaakt.
«M— da^n moesten we ons
paaldelijk was het den verplegers
moeilijk, het onderscheid te doen
kennen tusschen een soepbord en
een ondersteek. Hoe dikwijls
zagen wij dan niet, dat deze ver
gissing gemaakt werd, en dat een
soepbord, voller dan het de zaal
binnengebracht werd, deze
weer verliet! Van deze onvol
prezen inlandsche verplegers ziet
u hierbij een afbeelding (III):
het salueeren verstaan ze in de
perfectie! De man, die zoo
„schneidig" met de hand aan de
pet staat, heet Abébe: waar hij
ook mee bezig is, zoodra hij een
glimp van ons gewaar wordt,
laten doen. Veelal vinden zij het verspillen van kracht, om iemand met één been in
leven te willen houden. Zoo iemand toch heeft voor 'n primitieve maatschappij als
hier geen waarde meer; hem „met menschlievendheid behandelen" gelijk art. 1
van de conventie van Genève 1929 het uitdrukt is in zijn oogen 'n soort werk voor
goedaardige krankzinnigen.
Zoo voeren we dagelijks opnieuw strijd tegen vooroordeelen en gemakzucht.
We bevinden ons hier in Dessié in de oorlogszone. Geen journalisten worden
noordelijker dan hier toegelaten. Verschillende vertegenwoordigers van buitenland
sche bladen zijn daarom in arren moede maar weggetrokken, daar ze na weken
wachten het vergeefsche van het
verkrijgen van een paspoort
voor dit gebied inzagen. Want
niemand tenzij hij tot het
leger behoort wordt toege
staan, zonder paspoort te reizen;
welk een administratieve romp
slomp dit geeft, begrijpt een
ieder. Zelfs wij, die in Addis van
velerlei paperassen en paspoor
ten voorzien werden, hebben voor
onzen tocht noordwaarts nieuwe
paspoorten noodig.
En dat alles vordert tijd en
geduld. De eerste heeft in dit
land geen waarde de laatste
moet men als waardevol pand
Gewapend geleide ambulance-karavaan. aankweeken.
Postverbinding van hier naar het Noorden bestaat practisch niet. Ik heb me daar
om beijverd, vóór ons vertrek, nog iets te laten hooren. Men moet in onze positie als
neutraal mensch zéér voorzichtig zijn in zijn oordeelen, en mag vele dingen, die juist
ook voor de lezers van belang zijn, niet neerschrijven. Daarom moeten onze reisbrie
ven noodgedwongen wel zeer oppervlakkig blijven: het maakt het schrijven er van
echter niet gemakkelijker.
Een volgend maal hoop ik u iets te berichten van de ervaringen onzer ambulance
voorposten in de oorlogszone.
A. VAN SCHELVEN.
Inlandsche verplegers, - - ,,oriencr_
wordt alles neergesmeten, en 't milit^0^U"talfCvarnCverpiegen, als man toch wel 'n
stuk van zijn hals. Nu moet men, gevochten volks als de Abessiniërs kan
bepaalden knobbel hebben; bij een zoo rom de voortdurende strijd van onzen
«TplegeTv."h HonTng! ?m ÏÏT"verpier, peil. M allernoodzakelijkst, werk te
De raad kwam Donderdagmiddag onder
voorzitterschap van weth. Macdonald, in
hoofdzaak voor het behandelen van de be
grooting, voltallig bijeen.
Van de ingekomen stukken vermelden
wij' het besluit van Ged. St., waarbij het
voor het algemeen rij verkeer bestemde ge
deelte van den Bergerweg tusschen den
voormaligen tol en den Nesdijk, gesloten
wordt verklaard voor het verkeer in beide
richtingen.
Wielrijders zullen dus voortaan alleen
van de rijwielpaden gebruik mogen maken.
In overeenstemming met het schrijven van
Ged. Staten, waarin er op wordt gewezen,
dat ingevolge Art. 429 Wetb. van Straf
recht, B. en W. voorschriften kunnen vast
stellen ter voorkoming van gevaar voor
bosch- en heidebranden, werd besloten de
hierop betrekking hebbende verordening in
te trekken.
Van de heeren J. H. W. Schmidt en A. B.
M. Kollmer was bericht ingekomen, dat zij
hun benoeming tot leden van het B. A. had
den aangenomen.
Aangezien de Lager Onderwijswet de ma
terie van het ontslag der onderwijzers vol
komen regelt, werd, ingevolge een verzoek
van de afd. Alkmaar van den Bond van
Ned. Onderwijzers, besloten de bepalingen
omtrent het ontslag aan ambtenaren op
grond van revolutionnaire gezindheid en
het lidmaatschap van verboden vereenigin-
gen, voor zoover deze op de onderwijzers
betrekking hebben, uit de verordening te
lichten.
Keuringsverordening.
Voorgesteld werd een nieuwe keurings
verordening vast te stellen, welke behou
dens eenige redactioneele wijzingen eenslui
dend is aan de thans op dit punt bestaande
gemeentelijke voorschriften.
Als voren.
Verhooging subsidie B. A.
Voorgesteld werd de aan het B. A. over
1935 verleende subsidie van 31000 te ver-
hoogen met 2700.
Conform besloten.
Benoeming 3de wethouder.
Aangezien de functie van tijdelijk wet
houder is komen te vervallen, doordat de
burgemeester een aanvang heeft gemaakt
met het hervatten van zijn werkzaamheden,
stelden B. en W. voor om het aantal wet
houders op 3 te bepalen, onder mededee-
ling, dat tot intrekking van dit besluit ge
adviseerd zal worden, zoodra de burge
meester zijn werkzaamheden volledig zal
hebben hervat.
Devoorzitte r deelde mede, dat van
3 Maart tot op heden de heer den Das gra
tis het wethouderschap heeft waargenomen.
B. en W. wilden de toestand bestendigen,
omdat de wethoudersvergadering nog door
spr. wordt voorgezeten en sedert 3 Maart is
spr. geen loco-burgemeester en ontvangt hij
alleen het wethouderssalaris.
Het is dus wenschelijk, dat tijdelijk een
derde wethouder benoemd wordt. Hij genie'
dan het volle wethouderssalaris.
Deze functie van derde wethouder wordt
opgeheven als de burgemeester ten volle
zijn functie heeft hervat.
De heer den Das werd hierop met 10
stemmen en één stem blanco tot derde wet
houder benoemd.
De heer d e n D a s dankte voor het in
hem gestelde vertrouwen.
Voorschotten aan Bijzondere School
besturen.
Voorgesteld werd de voorschotten over
1936, zijnde 80 van de bedragen over
1935 per gemiddelde leerling der openbare
school, voor de St. Ursulaschool te bepalen
op 2337,86; voor de school voor gewoon
lager onderwijs der Bergerschoolvereeni-
ging op 618,50; voor de school der Ver.
voor Chr. nat. Schoolonderwijs op 465,66:
voor de St. Adelbertusschool op 1588,02;
voor de St. Anthoniusschool op 2403.78:
voor het vakonderwijs van de St. Antho
niusschool op 240; voor de Ulo-school der
Bergerschoolvereeniging op 1039,66 en
voor het het vakonderwijs aan die school
op 240.
Conform besloten.
Het Borgstellingsfonds.
B. en W. stelden voor om principieel zich
bereid te verklaren voor het Borgstellings
fonds een bedrag van ten hoogste 20 cent
per inwoner beschikbaar te stellen en hier
van af te trekken het bedrag, dat het Plaat
selijke Crisis-comité beschikbaar zal stellen.
Als voren.
Vaststelling pensioengrondslagen.
De volgende pensioengrondslagen werden
vastgesteld:
Voor mr. H. D. A. van Reenen als ambte
naar van den Burgerlijken stand op 25;
voor den heer G. Taapken voor dito op 25;
voor den heer G. J. H. Fijn als commies ter
gemeente-secretarie op 2525 en als amb
tenaar van den Burgerlijken stand op
350 en voor dr. J. A. Blok als schoolarts
op 728.
Als voren.
Afwijzing verzoek.
Van den heer D. W. Beyllonse te Amster
dam was een bezwaarschrift ingekomen
tegen het besluit van B. en W., waarbij
hem een voorwaardelijke vergunning tot
het bouwen van een dakkapel kolenhok en
schuurtje aan en achter zijn woning aan de
Kerkelaan, onder voorwaarde, dat de voor
kant van het schuurtje op minstens 4 M. uit
het meest achterwaarts gelegen bouwdeel
van het woonhuis wordt geplaatst.
B. en W. stelden voor afwijzend op het
verzoek te beslissen.
De teekening werd rondgezonden om den
raad in de gelegenheid te stellen het ver
zoek te beoordeelen. Het voorstel van B. en
W. berust op de bepalingen van de ve/or
dening.
Z.h.s. werd het voorstel van B. en W.
aangenomen.
Commissie van Toezicht op het L. O.
Aan den heer R. Wiarda werd, overeen
komstig diens verzoek, eervol ontslag ver
leend als voorzitter van de commissie van
toezicht op het L. O.
In zijn plaats stelden B. en W. voor den
heer H. Lindeboom, oud-schoolhoofd en tij
delijk hoofd van de Berger schoolvereeni-
ging, te benoemen.
Op een vraag van den heer Brak deelde
de voorzitter mede, dat voor de com
missie 50 is uitgetrokken.
De heer Voute oordeelde het onjuist
om iemand als de heer Lindeboom, die les
geeft aan de Boschschool, tot voorzitter te
benoemen.
'De v oorzitter was dit niet bekend,
maar als de raad accoord gaat, dan wilde
spr. de voordracht wel terug nemen.
Weth. Miltenburg oordeelde, dat
iemand, die tijdelijk bij een school invalt,
een goed voorzitter kan zijn.
De heer Voute: Mijn opvatting is an
ders.
Weth. d e n D a s: Zijn lesgeven is geen
bezwaar, doch hij kan niet benoemd wor
den, omdat hij volgens de wet een deel van
de bevolking moet vertegenwoordigen.
De voordracht werd hierop aangehouden.
Behandeling gemeente-begrooting.
Ontvangsten en uitgaven gewonen
dienst 508.555, onvoorzien 5076,34.
Kapitaaldienst ontvangsten en uitga
ven 234.703; schuld 1.074.205,15.
Per jaar af te lossen./ 52.704,08. Aan
rente te betaler^1 48.381,47. De be
grooting wordt sluitend gemaakt met
een extra-uitkeering van 39.000
uit het werkloosheidssubsidiefonds; uit
dezen hoofde wordt thans een bedrag
van 41.889,73 verwacht en als extra-
bijdrage 30.000.
Begrooting G.E.B. Ontvangsten en
uitgaven 42.591 met een winst van
26.451 of 60
Begrooting Burgerlijk Armbestuur,
waaronder een subsidie van 31.400.
Mede kwamen in behandeling de in
den loop van 1935 ingekomen adressen,
verzoekschriften, jaarverslagen, be
grootingen en rekeningen van diverse
vereenigingen.
B. en W. stelden voor in te willigen
de verzoeken van de Nesdijkbewoners
aan de zijde van den Bergerweg een
lantaarn te plaatsen en een verzoek om
een lantaarn te plaatsen in de Prins
Hendrikstraat en afwijzend te beschik»
ken op de verzoeken om een lantaarn
te plaatsen in de Rondelaan en in den
Mathieu Wiegmanweg.
Voorgesteld werd ook aan het ver
zoek om tegelbeharding van het pad
aan de Stationsstraat langs pension
Erika af te wijzen.
Voorgesteld werd op de b.egrooting
van het B. A. voor een assistent van den
penningmeester een post van 250 te
plaatsen en voor den secretaris-pen
ningmeester een bedrag uit te trekken
van 500 per jaar.
Voorgesteld werd ook om de huur
voor de woningen aan den Verlengden
Geestweg op 3.35 per week te bepa
len, voor die aan den Koogerdük op
3,95 en voor die aan den Zakendijk
op 3,65.
Deze huurverlaging vordert een be
drag van 572, waarvan 280,49 ver
kregen wordt door renteverlaging, ter
wijl van de overblijvende 291,51 het
Rijk 75 vergoed, zoodat 73,13 voor
rekening van de gemeente komt.
Voor de overige bijzonderheden verwij
zen wij naar ons nummers van Maandag.
Algemeene beschouwingen werden niet
gevoevrd, zoodat direct tot artikelsgewijze
behandeling werd overgegaan.
De heer Dingerdis merkte hierbij
op, dat hij de salariskorting op de werk
lieden niet wilde toepassen.
De heer S w a a g: Er zijn ambtenaren,
die minder verdienen.
De voorzitter: De ambtenaren staan
voor een deel in hun beginsalaris en de
werklieden niet.
De heer V o t e: Waren onze werklieden
beneden het rijkspeil.
De voorzitter: De loonen ln het
vrije bedrijf zijn hier 2 per week hooger
en daarom gaat de minister er mede ac
coord, dat op de loonen van de werklieden
niet gekort wordt.
Op een vraag van den heer Ellis ant
woordde de voorzitter, dat de schoon
maker van het raadhuis onder de categorie
ambtenaren behoort.
De heer Brak deelde het bezwaar van
den heer Swaag. Wij staan er financieel
echter slecht voor en spr. wilde zich er dus
bij neerleggen.
Op een vraag van den heer Voute, dat B.
en W. geen bezwaar hebben te trachten de
schoolschoonmakers en die van het raadhuis
onder de categorie werklieden geplaatst te
krijgen.
Dr. H emelrijk constateerde, dat de
invoering van de titalatuur de 5 kor
ting voor de ambtenaren niet heeft kunnen
voorkomen. Deze is dus wel minder geluk
kig gebleken.
Spr. stelde voor om de aanteekening, dat
hiertoe onder drang der regeering wordt
over gegaan te laten vervallen.
Weth. d e n D a s vond een protest wel
wenschelijk. De regeering ziet dan, dat wij
er gedwongen genoegen mede nemen.
Het voorstel van B. en W. werd aangeno
men. De ambtenaren krijgen een vaste kor
ting van 5 terwijl de werklieden hier
van verschoond blijven.
Bij de post bouw veldwachterswoning
zeide de voorzitter, dat B. en W. zich
met het voorstel van de commissie kunnen
vereenigen, om daarvoor het perceel Karei
de Grootelaan in te richten. Voor cellen is
dan 2000 noodig en voor verandering
700, zoodat deze post van 7000 tot 2700
wordt teruggebracht en de rentepost met
9 wordt verlaagd.
Bij de post aanstelling derde veldwachter
werd medegedeeld, dat er geen chef-politie
zal worden aangesteld. Het salaris wordt nu
1800 voor de eerste, 1600 voor de tweede
en 1800 voor de 3e veldwachter. De burge
meester krijgt de beschikking over 50 voor
recherche-diensten. Wij krijgen 3 veld
wachters met gelijke bevoegdheden.
De heer Brak vestigde de aandacht van
het hoofd der politie op het feit, dat er een
aantal jonge menschen met politie-diploma
in hun zak loopen en voor tijdelijke diensten
wilde hij daarop de aandacht vestigen.
De v o o r z i t t e r: In dien geest Is
reeds een proef genomen, doch gebleken is,
dat zij toch assistentie van de anderen noo
dig hebben voor het opmaken van een pro
ces-verbaal.
Dr. Hemelrijk: Dat pleit niet voor
politie-diploma.
De voorzitter: Hoofdzaak is echter,
dat zij geen aanstelling kunnen krijgen.
Hiermede werd van dit punt afgestapt.
De heer Voute vroeg of er geen aanlei
ding was om de vernieuwingen aan de mo
torspuit voor te stellen.
De v o o r z i 11 e r: Hij is af, doch hij doet
het nog en de opperbrandmeester is nog
niet met voorstellen gekomen.
De heer Koning zeide, dat deze inte
gendeel nog zeer voldaan over de motor
spuit is, ofschoon deze Ford al 11 jaar
oud is.
De heer Swaag vond de lantaarn aan
den Nesdijk niet gemotiveerd, omdat er
puntdraad aldaar is. Dit draad is daar niet
noodig.
De voorzitter zeide, dat hier gehan
deld wordt in overeenstemming met het
advies van de electriciteitscommissie.
De heer Swaag: De raad wil geen verlich
ting buiten de kom.
Dr. H e m e 1 r ij k: In het algemeen niet,
doch uitzonderingen zijn mogelijk.
Weth. Miltenburg oordeelde een lan
taarn aldaar wel noodig.
Dr. Hemelrijk wilde niet ver gaan,
doch mogelijk moet het blijven om lan
taarns buiten de kom te plaatsen, op punten
waar het gevaarlijk kan worden.
Spr. zou meer verlichting wenschen, doch
zal daartoe, gezien de financiën, geen voor
stellen doen. Ook aan het eind van den
Buerweg is een lantaarn noodig. Aan de
Euwigenlaan, ook buiten de kom, is verlich-