DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De oorlog in Oost-Afrika No. 83 138e Jaargang De opmarsch der Italianen bij Kworam. DE TOESTAND. De eischen van Italië. Nieuw massaproces in Duitschland, Gouverneur v. Slobbe neemt ontslag. De burgemeester van Eibergen benoemd tot gouverneur van Cura9ao. Ex architect van Huizen veroordeeld. Een jaar en drie maanden gevangenisstraf opgelegd. Dr. van Schelven moet rust houden. Drie Chineezen vermoord. Tramontsporing te Halfweg. ALKMAARSCH COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en t1 eestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 naandon bij vooruitbetaling voor Alkmaar f 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIENs Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote contracten rabat Groote letters naar plaatsr-junte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON. Voornam C postgiro 37060. Telef 3320, redactie 3330. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: c krak. Dinsdag 7 April 1936 Hoofdredacteur: T|. N. AÜEMA. De Italianen rukken in een snel tem po verder naar het Zuiden. Reeds zijn zij twintig kilometer ten Zuiden van Kworam. Er moeten schermutselingen hebben plaats gehad in de buurt van Kworam tusschen de voorhoede van de Italianen en de achterhoede van de keizerlijke garde. Deze schermutse lingen kunnen er dan op wijzen, dat de negus er inderdaad nog in geslaagd is, zijn terugtocht eenigszibns te orga- niseeren. Te Addis Abeba heeft men eenige dagen zonder berichten gezeten over het verloop van den strijd, hetgeen daar een ernstige onrust teweeg heeft gebracht. Gisteren heeft men er echter weer contact gehad met het hoofdkwartier en volgens de me- dedeelingen die het Abessinische opper commando verstrekte, heeft de negus, toen hem bleek, dat zijn tegenstand niet was vol te houden, nog tijdig gelast, dat de troepen zich terug zouden trekken. De negus heeft zelf de gevechten voor een gedeelte geleid en volgens berichten uit Addis Abeba, ge durende twee dagen en twee nachten een machinegeweer bediend. Gedurende de eer ste 36 uur van het gevecht bleef de negus in het hoofdkwartier, doch toen het zijn officieren bleek, dat zij zich onmogelijkheid konden handhaven, gelastte hij den terug tocht van de groote massa van zijn troepen en bleef hij met de keizerlijke garde achter in een aantal machinegeweerstellingen. De keizerlijke garde zette het gevecht hier voort Toen bleek dat ook hun positie niet te handhaven was, liet de negus 2/3 van de keizerlijke garde terugtrekken en bleef 1/3 achter om den terugtocht van de ande ren te dekken. De negus trok zelf mee naar het Zuiden. Zijn troepen werden bij voort during gekweld door de Italiaansche vlieg tuigen. Te Addis Abeba verluidt, dat de negus thans bezig is, met de hergroepeering van zijn troepen, om de Italianen opnieuw te gen te houden. Deze mededeelingen wijzen dus wel de gelijk op een organisatie van den veldtocht Het blijft natuurlijk de vraag in hoever re deze mededeelingen juist zijn. Mogelijk is, dat zij alleen moeten dienen om een pa niekstemming te Addis Abeba te voorko men, doch geheel onwaarschijnlijk klinken zij niet. Het is voor de Abessiniers ongetwijfeld een groot nadeel, dat zij het gros van hun troepen verzameld hebben bij den slag bij den Anba Aladji; zocals het van de Italia nen tactisch heel goed is geweest om dezen slag vooraf te laten gaan door de bezetting van Sokota, waardoor het ras Syoem en ras Kassa, die zich op dat oogenblik blijk baar in de buurt van die plaats bevonden, onmogelijk werd gemaakt, zich van het Noordwesten uit, tusschen de Italiaansche linies te dringen. Op het oogenblik zijn de Italiaansche linies, over de geweldige afstanden, die deze bestrijken, zonder twijfel meer vatbaar voor aanvallen dan zij, wat het Noorden betreft, ooit geweest zijn en het zal voor de Abessiniërs ongetwijfeld heel spijtig zijn, dat zij op het oogenblik vermoedelijk zelfs geen ongeregelde troepen hebben om deze linies te bestoken. Men kan wel aannemen, dat zij daar op dit oogenblik niet eens zoo veel troepen voor noodig zouden hebben, om toch reeds gunstige resultaten te be reiken. Alleen Dedsjazmatsj Kassa moet nog ergens tusschen Makallé en Kworan zijn, doch waar hij is, is moeilijk uit te maken. Dat tegen de manier waarop zijn troepen tot dusverre geopereerd hebben, ook met vliegtuigen weinig te beginnen is, bewijst wol het langdurig oponthoud, dat de Italia- hen aanvankelijk bij den Amba Aladji ge had hebben. Zij hebben zeer geruimen tijd hoodig gehad om hem hier kwijt te raken. De bezetting van Sokota werd hierdoor ook vertraagd, maar zij zijn toch nog te vr°eg gekomen om Syoem en Kassa een kans te geven om Dedsjazmatsj Kassa te hulp te komen. Want in den tijd, dat Dedsjazmatsj Kassa het den Italianen in het bergachtige terrein Noord-oostelijk van den Aladji moei lijk maakten, trok het leger van den negus op. Dedsjazmatsj Kassa moestblijkbaar te vroeg het veld ruimen, waardoor de geheele situatie zich wijzigde, waardoor Syoem en Kassa machteloos waren, en waardoor ten slotte de Abessiniërs een nederlaag leden die zij vermoedelijk niet te boven zullen komen. De Britsche ambulance heeft Gondar verlaten. Uit Asmara wordt gemeld, dat de Brit sche ambulance, die bij Gondar was geves tigd, die plaats heeft verlaten. Nerveuze stemming te Addis Abeba. Uit Addis Abeba wordt gemeld: De stemming in de Abessinische hoofd stad is merkbaar nerveus. Het feit, dat de laatste dagen geen berichten van het front zijn binnengekomen, doet de angst nog toenemen. De geruchten over directe vredes onderhandelingen blijven aanhouden. In dat verband blijft men den naam van Ric- kett noemen. Ook kent men beteekenis toe aan de reis van Afework, den vroegeren Abessinischen gezant te Rome, die onlangs met een speciale opdracht naar Dzjiboeti was vertrokken en thans is teruggekeerd. Aangezien de inheemsche bevolking de stad heeft verlaten, althans voor het groot ste gedeelte, zouden door een bombardement in hoofdzaak de 3000 vreemdelingen, die hier gevestigd zijn, bedreigd worden. Het gebruik van gifgas. Naar aanleiding van het feit, dat dezer dagen het Italiaansche-Abessinische conflict weder te Genève ter sprake zal komen, werd te Londen na de kabinetszitting in welinge lichte kringen verklaard, dat de Britsche regeering in de kwestie van het gebruik van gifgas door de Italiaansche troepen niet zelfstandig zal optreden, omdat de behande ling van dit vraagstuk de taak van de com missie van dertien is. Minister Eden, die morgen naar Genève vertrekt, zal waarschijnlijk aandringen op staking der vijandelijkheden, alvorens de voorzitter van de commissie van dertien, de madariaga. een begin zal maken met vredes onderhandelingen te Rome. Een artikel in de Trïbuna. De ribuna van gisteravond bevat een hoofdartikel, dat gewijd is aan de eischen van Italië, bij eventueele vredesonderhande lingen. Het begint met te constateeren dat de houding der Engelsche pers veranderd is. Zelfs de Daily Telegraph heeft nu erkend, dat de eerste poging van den Volkenbond, om sanctiemaatregelen toe te passen, geen resultaat heeft gehad. Hieruit volgt, dat de sancties zich zelf veroordeeld hebben en dat een verder bestaan daarvan dus geen zin meer heeft. Een vrede met Abessinië is met geen mogelijkheid op basis van de plannen van de commissie van vijf, te verkrijgen. De vrede moet in overeenstemming zijn met het feit van een volledige Italiaansche overwinning. Argumenten, als zou Italië niet in staat zijn een volledig militair succes te behalen, kunnen thans niet meer ge bruikt worden. De simpele feiten sluiten aldus het blad ook iedere directe of indirecte be middeling van den Volkenbond bij de op lossing van het conflict uit. Tevens is de verwerkelijking van het Laval-Hoare plan, onmogelijk geworden. De controle van den Volkenbond, zooals die in dit plan is ont worpen, is gevoegelijk op zij te schuiven. De Volkenbond heeft er ook rekening mee te houden, dat eerst de bevolking van Tigré en later die van Amhara en Aoessa, zelf het Ital. bestuur gekozen heeft en dat hierdoor Italië hier niet alleen rechten, doch ook plichten heeft. Italië staat nu, in de plaats van Abessinië, langs de grenzen van Kenia, den Britschen Soedan en Somali- land. Met betrekking tot de opmerking van de Morning Post, om Italië in Oost-Afrika de vrije hand te geven, opdat het in Europa mee kan werken aan het in stand houden van den vrede, schrijft het blad, dat dit argument zeer juist is, aangezien Italië krachtig en eensgezind is en dit te meer zal worden, als het ongestoord zijn actie in Oost-Afrika kan voltooien, opdat het ook in Europa mee kan werken tot het instand houden van den vrede. Deze oorlog is het bewijs van de kracht van het tegenwoordige Italië, ook in Europa. Indien Europa de vijandige houding tegenover Italië zou laten varen, zou het dit land geheel bereid vinden om in de Euro- peesche politiek, niet alleen met woorden, maar ook met daden, tot de rust in Europa mede te werken. Het blad eischt aan den vooravond van de Geneefsche besprekingen, dat men met de feiten rekening houdt, die Italië geleid hebben en verder zullen leiden. 'Men verwacht offensief van Graziani. Uit Asmara wordt gemeld, dat Sasa Beneh Maandag krachtig uit de lucht is bestookt. Kort na het aanbreken van den dag ver scheen een groep caproni-bommenwerpers boven de stad, waar groote verwoestingen werden aangericht. Een Abessinische troepenconcentratie werd verspreid. Deze troepen hadden tot taak den opmarsch van de gemotoriseerde afdeelingen van generaal Graziani's leger in de richting van Harrar en Dzjidzjiga op te houden. Deze steden worden beschouwd als sleutel tot Oost-Abessinië. Het eenige leger der Abessiniërs, dat nog niet verslagen is, houdt zich in de streek tusschen beide steden op. Het staat onder bevel van Ras Nassiboe en bestaat uit, naar schatting, 100.000 man. De Italiaansche troepen hebben na Kwo ram thans de plaats Alamata bezet, welke groote strategische beteekenis heeft. De inheemsche troepen hebben/naar ver der wordt gemeld, de vluchtende achter hoede der Abessiniërs ten zuiden van Kwo ram onder een vernietigend vuur genomen. Zij hebben een rijken buit gemaakt, waar toe, naar het schijnt, ook een luxe-auto van den Negus behoort. Ook de Asbo-Galla-krijgers hebben deel genomen aan den slag bij het Asjangi-meer. Zij achtervolgen thans hun verslagen tegen standers. Het luchtbombardement duurt on verminderd voort. De Negus zet den strijd voort. Ondanks deze tegenslagen heeft de Negus verklaard, dat Abessinië den strüd tot den laatsten man zal voortzetten en niet van zins is Italië om vrede te smeeken. De Negus is bereid te onderhandelen over vrede, doch slechts binnen het kader van het Volkenbondsstatuut, d.w.z. dat de Ita lianen eerst Abessinië moeten ontruimen. Het Italiaansche legerbericht. Het Italiaansche legerbericht nr. 178 luidt als volgt: Maarschalk Badoglio telegrafeert: Ten zuiden van Kworam volgen onze troepen den vijand op den voet naar Cobbo. De laatste achterhoeden van de Abessiniërs zijn gisteren door colonnes van het Ery- threaansche legercorps verstrooid. De zui vering van het terrein gaat voort. Onder de groote hoeveelheid oorlogsmateriaal, welke de troepen hebben buitgemaakt, bevindt zich ook het radio-station van den negus en verscheidene auto's. Sassabaneh gebombardeerd. Gisteren is Sassabaneh gebombardeerd door de Italiaansche luchtmacht, aangezien hier detachementen van het Abessinische leger concentreerden, met het doel zich te gen een eventueelen opmarsch van de Ita lianen te verzetten. Niettegenstaande de slechte atmosferische toestand, steeg een escadrille vliegtuigen te Gorrahei op. Bij Sassabaneh bemerkte men, dat de stad aanzienlijk was versterkt. De vliegtuigen bombardeerden een groot leger kamp en vernietigden de batterijen vlieg tuig-afweergeschut en de verdedigingswer ken. Tegen 400 beklaagden te Zeitz. Terwijl het proces tegen 600 van tegen de Duitsche regeering gerichte actie beschul digden te Wuppertal nog aan den gang is, worden te Zeitz in midden-Duitschland voorbereidingen getroffen voor een nieuw massaproces ditmaal tegen 400 beklaagden, voornamelijk industrie-arbeiders, die be schuldigd worden van de vorming van een politiek eenheidsfront tegen de regeering. Onder de gearresteerden bevinden zich voormalige leden van verscheidene der vroegere politieke partijen, de hoofdbe- klaagden, die beschuldigd worden van op richting der eenheidsfront-organisatie, het vroegere lid der S.P.D. Emil Wronke, de vroegere communistische functionnaris Erich Wagenbrett, en twee leden der vroe gere socialistische arbeiderspartij, dr. Agri- j cola en Erich Hildebrandt. Naar wij vernemen is eervol ontslag verleend aan den heer B. W. T. van Slobbe als gouverneur van Cura^ao, on der dankbetuiging voor de in dat ambt bewezen gewichtige diensten en is be noemd tot gouverneur van Cura$ao de heer G. J. J. Wouters, thans burge meester van Eibergen, reserve-hoofd officier. De aftredende gouverneur is in 1882 te Schiedam geboren. Na de H.B.S. aldaar te hebben doorloopen, werd hij in 1906 tot 2e luitenant der infanterie benoemd te Kam pen. Van 19181921 werd de inmiddels tot kapitein benoemde luitenant v. Slobbe be noemd tot kapitein aan de hoogere krijgs school, waarna hij in 1930 zijn benoeming ontving tot gouverneur van Curagao. Levensloop van den nieuwen gou verneur. De nieuwbenoemde gouverneur van Cu- ragao, de heer G. J. J. Wouters, is geboren in 1883 en reserve-majoor van de infanterie bij den motordienst. Op 14 September 1905 is hij benoemd tot 2e luitenant, op 1 Mei 1909 tot le luitenant, op 16 Maart 1918 tot kapitein en op 1 Nov. 1933 tot reserve-ma joor. Precies een jaar later volgde zijn benoe ming tot burgemeester van Eibergen. De heer Wouters is ridder in de orde van Oran- je-Nassau. De nieuwe gouverneur. Nader vernemen wij aangaande de loop baan van den nieuw-benoemden gouver neur van Curagao, den heer G. J. J. Wou ters, dat deze, geboren te Maastricht op 21 Februari 1883, de H. B. S. te Venlo afge- loopen heeft en in November 1899 als vo lontair bij het instructiebataljon in militai ren dienst getreden is. Zijn benoeming tot 2e lditenant, op 14 September 1905, vond plaats bij het 6e reg. infanterie te Brede en zijn benoeming tot le luitenant, in Mei 1909, bij hetzelfde regiment. In October 1909 werd de heer Wouters benoemd tot le luitenant-adjudant bij het le bataljon 6e regiment infanterie en in 1910. tot leeraar aan den cursus bij de 3e divisie voor de opleiding van onder-officie ren tot beroeps-officier. In 1913 volgde zijn benoeming tot regiments-adjudant bij het 6e regiment infanterie. De heer Wouters werd in Jan. 1914 over geplaatst naar het regiment grenadiers. Hij deed in Juni 1914 met goed gevolg toela tingsexamen voor de hoogere krijgsschool. Zijn benoeming tot kapitein geschiedde ge lijk reeds gemeld, in Maart 1918. Na de lessen aan de hoogere krijgsschool doorloopen te hebben, heeft hij eenigen tijd practisch dienst gedaan als kapitein bij het 2e regiment infanterie te Ede. Daarna is hij te werk gesteld ten bureële van den chef van den generalert staf als hoofd der afdeeling motordienst. In 1927 is de heer Wouters als offi\er ge- pensionneerd en tot burgemeester van Wa- mel benoemd, waarna, in Nov. 1934, zijn benoeming tot burgemeester van Eibergen volgde. Gedurende zijn verblijft te Wamel was de heer Wouters lid van het bestuur van den bond van roomsch-katholieke kiesvereeni- gingen in Gelderland en voorzitter van den statenkring Wychen. Tot aan de opheffing van het kantonge recht te Druten fungeerde hij aldaar als kantonrechter-plaatsvervanger. Onder de gearresteerden bevinden zich voorts personen, die zelf niet van politieke actie beschuldigd worden, maar die als gij zelaars zijn gearresteerd omdat hun ver dachte verwanten, bijv. zoons, broors of echtgenooten, tijdig wisten te vluchten. Het gerechtshof te Amsterdam deed vandaag uitspraak in de strafzaak tegen den ex-architect van de gemeente Hui zen (N.H.) en veroordeelde hem wegens valschheid in geschrifte tot een gevan genisstraf van een jaar en drie maan den. De eisch van den procureur-generaal tot onmiddellijke gevangenneming werd door het Hof afgewezen. Het O.M. had ander half jaar geëischt. Den architect was ten laste gelegd, dat hij een valsch certificaat van betaling heeft doen opmaken voor een lading van 62.000 steenen, die hij van een onvindbaren schipper „Loodsma" zou heb ben gekocht. De 1364 voor deze steenen zou verdach te zelf hebben ontvangen en gebruikt. Het Hof achtte echter de tenlastegelegde verduistering niet bewezen, wel echter de valschheid in geschrifte. Het Hof achtte het onaannemelijk, dat de steenen ooit zijn aangekomen te Huizen. De opmetingen van nieuwe en herstelde straat gedeelten zijn verricht door den chef-werk man S., een ondergeschikte van verdachte en onder toezicht van verdachte zelf. Deze opmetingen zijn naar 's Hofs oordeel niet betrouwbaar. Bovendien is het schrift, waarin ze zijn geboekt, niet compleet Het is zeer goed mogelijk, dat men stra ten en straatgedeelten die in het geheel niet nieuw waren, toch door den deskundige Boomsma heeft doen opmeten. Het Hof achtte de feiten hoogst ernstig en was van oordeel, dat verdachte streng moest worden gestraft Toestand ernstiger dan verwacht werd. Naar men weet, bevond Dr. van Schelven zich met zijn echtgenoote aan boord van de „Atohs 2" op terugreis naar Nederland. Het plan was, om tot Marseille aan boord te blijven. Thans heeft het hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode Kruis een lucht postbrief van mevr. van Schelven ont vangen, waarin deze mededeelt, dat zij de reis in Port-Said hebben moeten on derbreken, omdat de gezondheidstoe stand van haar man het noodzakelijk maakte, eenige dagen rust te nemen. Thans hebben dr. en mevr. van Schel ven passage besproken op de „Chris- tiaan Huygens", die op 21 April in Am sterdam zal aankomen. De toestand van dr. van Schelven is echter van dien aard, dat hij zeker nog eenige maanden, na zijn terugkomst, volstrekte rust zal moeten houden. Aan boord van Nederlandsch schip. Aan boord van het te Singapore liggende Nederlandsche schip „Thedens van de K. P. M. werd hedenochtend op de deur van de stookruimte een doodenlijst met negen namen van Chineesche leden van de bemanning gevonden. Drie van hen werden vermoord in het verblijf van de bemanning gevon den, een vierde wordt vermist. Ernstige stagnatie. Hedenmorgen omstreeks half tien heeft te Halfweg een ontsporing plaats gehad van een tramtrein van de Noord-Zuidholland- sche Tramwegmaatschappij, tengevolge waarvan een ernstige stagnatie in het per sonenvervoer op de lijn AmsterdamHaar lem is ontstaan. Uit de richting Amsterdam kwam een fo rensentrein „D.D.", bestaande uit twee wa gens, deze waren bestemd om in de Oranje Nassaustraat te Halfweg te worden opge steld. Zjj reden daartoe achteruit om via een wissel in deze straat uit te komen. Toen de eerste wagen den wissel gepas seerd was, is deze wissel vermoedelijk iets te vroeg omgetrokken, waardoor de twee wagens ontspoorden. De wissel werd hierbij stukgetrokken, terwijl het onderstel van den wagen ernstig werd beschadigd. Onmiddellijk werd de hulpdienst van de maatschappij uit Haarlem gerequireerd, wel ke terstond met het opvijzelen van den be schadigden tramwagen begon. Door de ont sporing was ernstige stagnatie in het perso nenvervoer ontstaan, welke ongeveer tot een uur duurde. Door middel van overstappen werd het verkeer in dien tusschentijd zoo goed moge lijk onderhouden. GELUKWENSCH VAN DE PRINSES AAN EEN HONDERJARIGE. Namens prinses Juliana is een telegram van gelukwensch gezonden aan mejuf frouw Kot, verpleegd in het tehuis voor ouden van dagen te Hilversum, ter gele genheid van haar honderdsten verjaardag. BOVENHUIS UITGEBRAND. Hedennacht is te Berghem (N.-B.) brand uitgebroken in de woning van J. van Ro- dijnen, bewoond door van Schayk, gelegen in de Laanderstraat te Berghem. De bewo ners moesten overhaast in nachtgewaad vluchten. Het bovenhuis brandde geheel uit. De benedenwoning kreeg waterschade. De schade wordt door verzekering gedekt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 1