Die Houten Klaas
cas'ie^jv h6m s°ms helpt om een
Voor vrijheid van arbeid voor de vrouw.
ïxrïhSr, r«
StdÉ en Omgeving.
Een goed gedocumenteerd pleidooi
van twee spreeksters.
In de dancing van de „Harmonie".
0©€foc»ee Jladioptaqtamma
éooe000000600000000€H^000006®0(
SeuilleloH
Vanwege het „Comité tot verdediging van
de vrijheid van arbeid voor de vrouw" (ge
vormd door onderscheidene vrouwenbon
den) had gisteravond in de dancing van de
Harmonie een openbare bijeenkomst plaats,
welke vrij goed bezocht mocht worden ge
noemd. Het zal de organisatoren wel be
vrediging hebben geschonken, dat ook
eenige mannen aanwezig waren.
Mej. N. C a r e 1 s sprak een kort openings
woord, eraan herinnerend, dat aan 20 ver-
eenigingen adhaesie en medewerking was
gevraagd. Twaalf hiervan hadden geant
woord. Wat het doel der vergadering be
treft, wees spr. erop, dat het recht van de
vrouw op vrijen arbeid en zelfbeschikkings
recht leelijk in den knel dreigt te geraken.
Zich daartegen te verzetten is niet alleen
noodzaak voor de reeds werkende vrouw,
maar ook voor het jonge meisje onzer da
gen.
Hierna gaf spreekster het woord aan
mevr. Ch. L. PolakRosenberg uit
Amsterdam.
Spr. begon met een terugblik op den tijd
van omstreeks de Fransche revolutie, in En
geland, waar een jonge vrouw, Mary Craft,
dochter van 'n weinig beteekenenden vader,
in 1792 een boekje schreef over de rechten
der vrouw. De schrijfster zette uiteen, dat
de vrouw slechts een speelpop was van den
man, onmachtig om hem bij te staan, gevolg
van een onjuiste opvoeding.
Een kleine honderd jaar later kwam een
andere Engelschman, J. S. Mill, hartstochte
lijk voorvechter van de liberale idee, met
zijn machtig woord tegen stands- en sekse
privileges. Hij pleitte voor het geven van
meer rechten aan de vrouw.
Naast de ideeën der Fransche revolutie is
een groote oorzaak voor den eisch van vrou
wenrechten te zoeken in de toenemende in
dustrialisatie in de vorige eeuw, tengevolge
waarvan vele vrouwen een plaats onder de
werkenden verkregen. Niet alleen echter de
fabrieken en werkplaatsen trokken de vrou
wen, maar ook de wetensdrang openbaarde
zich bij haar.
Spreekster noemde in dit verband den
naam van de bekende Engelsche verpleeg
ster Florence Nightingale, dochter uit een
vermogende, vooraanstaande familie, die
boven het huwelijk de verpleging verkoos.
Haar voorbeeld en haar bijzonder organisa
tietalent werkten aanstekelijk op allerlei
terrein voor vorming van de vrouw.
Ook de manier waarop de Amerikaansche
vrouwen werkten op het gebied van maat
schappelijk werk werd door spreekster be
handeld, waarbij zij naging dat uit den
strijd voor afschaffing der slavernij voort
vloeide de eisch van vrouwenkiesrecht.
Ook in Nederland vond de strijd voor
méér vrijheid van werken voor de vrouw
aanhangsters, zooals spreekster aantoonde
door een greep uit de literatuur. Het was in
geenen deele afkeer van het huwelijk, dat
de vrouwen dien weg op dreef, maar een
innerlijke drang om haar mogelijkheden te
ontplooien, ook al door de onmogelijkheid
voor velen om te trouwen. Er werd dus ge
streden voor economische onafhankelijk
heid, waarvan ook grootere zedelijke onaf
hankelijkheid het gevolg was, en daarop
volgde het streven naar politieke onafhan
kelijkheid.
Er kwam een tijd, waarin het leek alsof
de vrouw zich op elk terrein volledig had
ontplooid. Maar, zooals elke actie, verwekte
ook het streven der vrouwen reactie.
Spr. kwam op tegen het boekje van Ina
Boudier-Bakker „Het tekort der moderne
vrouw", wat zij een ongelukkig boekje
noemde, maar waarvan zü toegaf, dat het
verschillende fouten aanwijst.
Ook de ideeën van de bekende Famke
(mevr. Veen-Brons) werden door spreekster
bestreden, omdat die h.i. het huwelijk te
hoog aanslaat. Spreekster ontkende, dat kin
deren het leven der vrouwen zouden kun
nen vullen, omdat immers zoovelen geen
kinderen te verzorgen hebben.
Spr. was het méér eens met den bovenge-
noemden Engelschman J. S. Mill, die ook
politieke rechten voor de vrouw voorstond.
Zij wees hierbij op de huwelijkswetgeving,
die h.i. te veel rechten aan den man geeft.
Maar bovendien zijn er nog vele zaken,
waarin de vrouw mét den man kan strijden
voor verbetering en opbouw. De democratie
is hierbij eerste voorwaarde.
Spr. wees hierbij op den strijd van Jose-
phine Buttler, een Engelsche, die vocht
voor verbeterde wetten op de zedelijkheid.
Maar ook in Nederland is ten deze nog
wel wat te doen, de strijd tegen de „dub
bele moraal" is een goede strijd.
Resumeerende, zei spr., dat men kan vast
stellen, dat de ontplooiing van haar levens
mogelijkheden aan de vrouw veel voldoe
ning heeft geschonken, maar ook dat de
mannen door de beter ontwikkelde vrouwen
veel meer gesteund werden dan door de
vrouwen van voorheen, en dat ook de kin
deren daarvan de groote voordeelen onder
vonden. Zij wekte op, om, onder erkenning
van de waarden van de meerdere vrijhe
den voor de vrouw, alle krachten in te
spannen om deze te behouden ook voor de
jongere meisjes van thans.
De tweede spreekster,
mevr. mr. E. Ribbius-Peletier te
Amsterdam,
ving haar rede aan met te wijzen op de
vraag of de vrouw arbeid mag verrichten
voor haar onderhoud, welke vraag van over
wegend belang werd geacht in de eerste ja
ren van den strijd voor vrouwenrechten.
Deze vraag werd door spreekster bevesti
gend beantwoord, de vrouw is door den ar
beid in alle opzichten vooruitgegaan.
Maar thans worden in bepaalde groepen
der bevolking, die aanvankelijk stonden aan
de zjjde der vrouw, blijken van instemming
gehoord, als het gaat om haar terug te drin
gen uit haar arbeidspositie, zulks als gevolg
van de crisis dezer dagen. Zelfs in partijen,
die krachtens haar principes voor vrouwen
arbeid zijn (zooals b.v. de Vrijheidsbond)
merkt men deze strooming.
Dat het aantal werkende vrouwen in de
laatste jaren zeer sterk zou zijn toegeno
men, zoodat mede daardoor de crisis zoo
sterk om zich heen greep, werd door spreek
ster ontkend, want, zei zij, volgens de laat
ste volkstelling waren er in ons land 767.000
werkende vrouwen (waarvan 234.000 in
huiselijke diensten), d.i. 19.2 pCt. van het
totaal aantal vrouwen, wat slechts een zeer
geringe toename is sinds vorige tellingen
en hierbij zijn ook nog geteld de vrouwen,
die haar mannen in hun bedrijf bijstaan.
Spreekster gaf verschillende cijfers over
werkende vrouwen in verschillende takken
van arbeid.
Weliswaar zijn de vrouwen in huiselijken
dienst procentsgewijze achteruitgeloopen,
maar hun aantal is nog altijd groot In de
industrie is het aantal werkende vrouwen
sterk afgenomen en in verschillende in
dustrieën werken heelemaal geen vrouwen.
De maatregelen, aanbevolen om de vrou
wen haar plaats in de industrie te doen rui
men ten behoeve van den man, als middel
tot bestrijding der crisis, zullen niet de ver
wachte uitkomst hebben, omdat het slechts
een verplaatsing der werkloosheid zal zijn.
Bovendien moet men niet vergeten, dat de
werkende vrouw in vele gevallen juist door
dat zij werkt hulp in haar gezin noodig
heeft. Men zij dus voorzichtig met maatre
gelen, die misschien op het eerste gezicht
een oplossing van de crisis in de hand zou
den werken.
Spr. toonde vervolgens aan, dat vele wer
kende vrouwen andere personen (oudérs,
broers, zusters, soms wel een geheel gezin)
steunen. Zou dus de betrokken vrouw wor
den ontslagen, dan zou men ook die perso
nen treffen.
Helaas zijn reeds verschillende maatre
gelen genomen om de vrouw terug te drin
gen van het terrein, waar zy de laatste ja
ren werk vond. Spr. liet deze de revue pas-
seeren, om aan te toonen hoe noodzakelijk
het is om aaneengesloten te verhinderen,
dat meerdere aanslagen op de arbeidsvrij-
heid voor de vrouw worden gedaan.
Hierbij wees spr. erop, dat de strooming
ging in de richting van ontslag aan vrou
wen uit beter betaalde betrekkingen. Bij
elk der reeds genomen maatregelen gaf zjj
eenige opmerkingen. De gehuwde onderwij
zeres, die op 1 Jan. 1937 (behoudens enkele
uitzonderingsgevallen) uit de school zal ver
dwijnen, krijgt geen schadeloosstelling,
zulks in strijd met de bepaling van het amb
tenarenreglement, dat wachtgeld wordt uit
gekeerd aan alle ambtenaren, die worden
ontslagen zonder aanleiding hunnerzijds.
Aan gemeenten en andere overheidsin
stanties werd opgedragen in het ambtena
renreglement de bepaling op te nemen, dat
de huwende ambtenares ontslag zal moeten
nemen. Spr. wees hierbij op het verzet van
Prov. Staten van Noordholland daartegen,
een strijd die ten slotte door de landsregee-
ring werd beëindigd door een dwingend
voorschrift.
Verder wees spr. op de circulaire van mi
nister De Wilde, waarin erop werd aange
drongen om in openbaren dienst zoo weinig
mogelijk vrouwen te nemen of te houden
(ook ongehuwden). Zij mogen alleen wor
den benoemd in de specifiek vrouwelijke
beroepen.
Onzin vond spr. het om te beweren, dat
er bepaalde beroepen zijn, die moeten wor
den gereserveerd voor een bepaalde sekse.
Men dient vrije keus te laten.
Het voor-ontwerp van minister van Slin-
genberg, door hem ter beoordeel ing voorge
legd aan den Hoogen Raad van Arbeid (door
dezen met slechts één stem meerderheid
aangenomen), beoogt om het werken van
meisjes beneden 16 jaar op kantoren te ver
bieden. De minister meent, dat hierdoor
meerdere Hollandsche meisjes zich beschik
baar zullen stellen voor huiselijke diensten.
Spr. ontkende, dat deze wet ten gevolge zou
hebben, dat de buitenlandsche dienstmeisjes
zouden verdwijnen.
Een andere maatregel, dien minister van
Slingenberg dacht te nemen, is, dat bij alge-
meenen maatregel van bestuur de vrouwen
arbeid in daarbij te noemen functies zal
kunnen worden verboden. Zeer terecht vond
spr. het, dat de Hooge Raad van Arbeid
geen beslissing heeft gegeven over dit ont
werp (de stemmen erover hadden gestaakt.)
Spr. wees erop, dat de vrouwen dan onder
worpen zouden zijn aan luimen van den
minister of zijn ambtenaren.
Donderdag 9 April.
HILVERSUM, 301 M. (AVRO-uitz.)
8.Gr.pl. 9.Omroeporkest.
10.Morgenwijding, gr.pl. 10.30
Verv. concert. 11.Kniples. 11.30
Romania-Ensemble. 12.45 Kovacs
Lajos' orkest. 1.30 Gr.pl. 2.Viool,
piano, voordr. en gr.pl. 3.— Knip
les. 3.45 Gr.pl. 4.Voor zieken.
4.30 Lyra-trio. 5.15 Voor meisjes.
5.30 Kovacs Lajos' orkest. 0.30
Sportpr. 7.Voor de kinderen. 7.05
Radiotooneel. 7.30 Engelsche les.
8.Ber. 8.10 De Octophonikers.
9.Gr.pl. 9.30 Passiebijeenkomst.
11.— Ber. 11.10—12.— Gr.pl.
HILVERSUM, 1875 M. (8.—9.15 en
11^- KRO, de NCRV van 10.—11.—
en 2.—11.30 uur). 8.—9.30 Plechtige
/ft) H. Mis. 10.— Gr.pl. 10.15 Morgen-
X dienst. 10.45 Gr.pl. 11.30—12.—
V Godsd. halfuur. 12.15 Gr.pL en
KRO-orkest. 2.— Handwerkcursus.
3.Gr.pl. 3.15—3.45 Voor de
a vrouw. 4.Bijbellezing. 5.Han-
jr denarbeid v. de jeugd. 5.30 Ensem-
W ble v. d. Horst. 6.45 Causerie, ber.
Sen rep. 7.30 Journ. weekoverzicht.
8.— Ber. 8.15 „Spangens Koor".
9.Lijdensoverdenking. 9.30 Or-
9 gelconcert. (10.Ber. 10.3011.30
jjj Gr.pl.
DROITWICH, 1500 M. 11.25 Orgel-
jfc spel. 11.50 Gr.pl. 12.20 Trocadero
S'f Cinema-orkest. 1.20 Gr.pl. 2.29
BBC-Welsch-orkest en sopraan.
3.20 Vesper. 4.10 Lezing. 4.30 Gr.
0 pl. 5.05 Het „Harp"-Trio. 5.35
■jr Dansmuziek. 6.20 Ber. 6.50 Piano-
W recital. 7.15 Spaansche les. 7.50 Le
zing. 8.20 Dialoog. 8.30 Dansmu
ziek. 9.Radiotooneel. 9.50 Ber.
10.20 Kerkdienst. 10.40 Triocon
eert. 11.35 Dansmuziek. 11.50
12.20 Gr.pl.
KEULEN. 456 M. 5.50 Orkestcon
cert. 11.20 Concert. 12.35 Omroep-
X Amusements-orkest. 1.35 Gr.pl.
5.20 Omroepkleinorkest en solisten.
7.30 Trioconcert (tot 9.20).
RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.40
Gr.pl. 9.50 Orgelconcert. 11.20 Om
roeporkest. 2.50 Gr.pl. 5.20 Radio
tooneel. 8.20 Zang en cembalo. 8.50
Nat. Orkest, Raugelkoor en solis.
ten. 11.0512.35 Dansmuziek
populair concert.
en
BRUSSEL,
12.20 Gr.pl,
soli. 1.502.20
322 en 484 M. 322 M.:
12.50 Orgelspel, fluit
Gr.pl. 5.20 Gewijd
progr. 5.50 Omroeporkest. 6.50 Gr.
pl. 8.20 Symph.-concert. 10.30—1
11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl.
12.50 Klein-orkest en zang. 1.50—
2.20 Gr.pl. 5.20 Kleinorkest. 6 35
Harmonicamuziek. 7.05 en 7^5
Gr.pl. 8.20 Omroeporkest en zanv
10.30—11.20 Gr.pL
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M
7.30 Cello en piano. 8.30 Radiotoo
neel. 9.20 Ber. 9.40 Nieuws uit
Amerika. 9.50 Gr.pl. 10.05 Weerber
10.20—11.20 Concert.
GEMEENTELUKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2. Hilversum.
Lijn 3: Brussel VI. 8.—9.20, Keu
len 9.209.50, Parijs 9.50—13 05
Brussel VI. 13.05—14.20, Kalund-
borg 14.2014.50, Parijs R. 14,50
—15.50, D.sender 15.50—16.20, Pa
rijs Radio 16.20—17.20, Keulen
17.20—19.05, Brussel (Fr.) 19.05—
19.20, Leipzig 19.20—21.20, Motalk
21.2022.20, Berlijn 22.2023 20
Parijs R. 23.20—24.—.
Lijn 4 Parijs Radio 8.05—8.20,
Normandië 8.20—10.20, Lond. Reg.'
10.2013.35, Droitwich 13.35—
14.20, Lond. Reg. 14.20—15.20
Droitwich 15.20—16.10, Lond. Reg!
16.1017.35, Droitwich 17.3518.20,
Luxemburg 18.20—18.50, Droit-'
wich 18.5019.15, Lond. Reg. 19.15
20.20, Droitwich 20.2021.50,
Brussel Fr. 21.5022.20, Droitwich
22.2022.40 Lond. Reg. 22.40—24.—
Een algemeen maatschappelijk belang
noemde spr. het, dat de vrouwen goed ont
wikkeld zijn en een behoorlijke kans krij
gen in het leven. Wij moeten ons daarom
verzetten tegen elk verder terugdringen der
vrouw, het zou een daling in het ontwikke
lingspeil tengevolge hebben. Thans, nu nog
niet alles verloren is, zal men zich moeten
aaneensluiten, om de vrouw te doen blijven
zijn mededraagster van de ideeën van maat
schappij en staat.
Nadat nog eenige vragen en bemerkingen
van den heer I. Prins Az. door beide
spreeksters waren beantwoord, sloot mej.
C a r e 1 s de bijeenkomst, dank brengende
voor het gesproken woord en de medewer
king voor het welslagen der vergadering.
Voor de toekomst hoopte zij, dat dezelfde
medewerking zal worden verleend telken
male als het comité die inroept. In het al
gemeen wekte spr. echter op om mee te
strijden voor behoud van de vrijheid van
arbeid voor de vrouw, waartegenover deze
de verplichting heeft dien arbeid te ver
richten met de meeste nauwgezetheid.
VERTROKKEN PERSONEN.
H. Bergmayr, R.K., dienstbode, van Metius-
gracht 10 naar Heiloo. S. Franssen, N.H.,
echtg. v. W. van Hulst, z. b., en zoon, van K.
van 't Veerstraat 78 naar Nederl. Indië. M.
Hopman, N.H., wed. v. P. Zeeman, van Jan
van Scorelkade 14 naar Heiloo. G. du Pré,
N.H., wed. v. G. Roozendaal, van Kennerr.er-
straatweg 86 naar Heiloo. E. Düsselmann,
N.H., wed. v. H. O. Finkensieper, van Fnid-
sen 113 naar Zaandam. A. Bakker, N.H.,
wed. v. J. Krul, van Krelagestraat 2 naar St.
Pancras. E. Zuijdam, R.J., dienstbode, van
Laat 179 naar Obdam, Wogmeer. W. de
Wit, geen, chefcommies N.S., van Spoorstraat
63a naar Deventer. M. A. Fischer, R.K.,
huishoudster, en zoon, van Spoorstraat 63a
naar Deventer. E. H. G. Lina, R.K., z. b..
van Oudorperdijkje 24 naar Noordschar-
woude. R. J. Velthuijs, geen, z. b., van
Payglop 19 naar Groningen. P. v. Eeten,
geen, metselaar, en gezin, van Woonschip.
ligpl. Afgesneden Kanaalvak naar Heiloo.
C. de Beurs, N.H., commies N.S., van Spoor-
straat 88 naar Rotterdam. K. Knossen,
G.K., dienstbode, van Wilhelmlnalaan 11
naar Leeuwarden. W. Brouwer, N.H.,
kellner, van Langestraat 70 naar Baarn.
G. E. F. v. Dijk, N.H., directeur H.R.C.O., van
Westerweg naar Den Helder. E. Haase.
Ev. L., dienstbode, van Voordam 10 naar
Duitschland. H. R. Oppenhelm, N.I.,
van v. Everdingenstr. 13 naar Barsingerhorn.
M. Stek, Rem., dienstbode, van Fnidsen
80, naar Bergen (N.H.) P. Borst, R.K.,
dienstbode, van Emmastraat 12 naar Heiloo.
A. E. Eskens, N.H., z. b., van Kruislaan 14
naar Purmerend. E. Ooijevaar, N.H., z. b.,
van Ritsevoort 1 naar Amsterdam. D.
Molen, N.H., tuinbouwer, en echtg., van Kre
lagestraat 2 naar St. Pancras. C. H. Am-
merlaan, R.K., leerl. verpleegster, van v.
Everdingenstraat 18 naar Sassenheim. L.
Butter, N.H., verpleegster, van Wilbelmina-
laan 11 naar Rotterdam. J. J. van de Kap-
pelle, geen, winkeljuffrouw, van Bleekers-
kade 83a naar Amersfoort. H. M. Tiebie,
R.K., dienstbode, van Paul Krugerstraat 2
naar Akersloot. A. Hes, N.H., huishoudster,
van Eikelenbergstr. 38 naar Doniawerstal
H. Eshuis, N.H., wed. v. P. Verhoeve, z. b.,
van Nieuwspoortslaan 57 naar Rotterdam.
G. Roskam, N.H., bakkersknecht., van Omval
47 naar 's-Gravenhage. M. E Klaasen,
R.K., wed. J. Westerbeek, van Lindegracht 5
naar Haarlem. D. Snijders, geen, van Oos-
terburgstr. 6 naar Meiringen.
INGEKOMEN PERSONEN.
B. Tiemersma, N.H., handelsreiziger, «n
gezin, van Leeuwarderadeel n. Toussaintstr.
16 boven. G. Jansen, geen, z. b., e& 8ezin'
van Medan (Ned. Indië) naar Verdroaken-
oord 16 inw. J. G. Tol, R.K., kantoorbe
diende, van Bergen (N.H.) naar Voormeer
5a. T. Blaauw, D.G., hulp in de huish., van
Zuid- en Noordschermer naar Costerstraat Z.
J. J. Tode, N.H., asp. instrumentmaker, van
Rotterdam naar Kennemerstraatweg 164.
P. J. Smolenaars, R.K., monteur, en gez"1'
van den Helder naar St. Josephstraat 5.
I. Jonker, N.H., dienstbode, van Oudkarspe
Naar het Engelsch *an, door J. L en
CHARLOTTE M. YONGE E. A. H.
54)
„O, Rose, wat ben jij toch een keil Je
begrijpt, dat je het in geen geval verliezen
zult, want oom zou wat blij zijn, dat hij
het kon terugbetalen - zelfs al zou ik niet
slagen. Maar nu ga ik regelrecht naar Li-
verpool en dan steek ik over, in de eerste
de beste boot en dan... Maar kan je hei
nu dadelijk krijgen, zonder dat er een haan
naar kraait?"
„Ja, dat geloof ik wel. Vader heeft mijn
boekje willen zien, toen ik pas thuis kwam.
en dus zal hij dit nu voorloopig wel niet
weer doen, tot ik alles verklaren kan, en
ik ben zeker, dat het geen slecht gebruik
is".
„Slecht?Neen, niet bepaald! Het is
de mooiste manier, waarop iemand zijn
geld kan besteden. O, Rose, als ooit dat
arme kind zijn vader en moeder terugziet,
dan is het geheel jouw werk! Niemand, die
onder woorden kan brengen, wat ik er van
denk, of wat oom en tante van je denken
zullen. Je bent de goede engel in deze ge
weest en Ida die anderel"
Maar. Rose vond moeilijkheden in haar
rol van „engel", althans haar vader sprak
haar toe op zijn zwaarwichtige wijze:
„Kindlief, ik heb je altijd beschouwd als
een bescheiden, verstandig meisje, maar nu
moet ik je toch zeggen, dat ik allesbehalve
ben ingenomen met de wijze, waarop je in
den laatsten tijd werd samen gezien met
dat jongmensch, dat tot de aristocratie be
hoort".
Rose kreeg een kleur en riep:
„Heusch papa, dat is het niet!"
„Ik geloof ook niet, dat hy of jij er
waarlijk iets min-passends mee bedoelt,
maar toch voel ik mij verplicht je even in
herinnering te brengen, dat eenige schijn
van aanmoediging tegenover een jongen
man in zijn positie van het grootste nadeel
kan zijn voor je vooruitzichten en je goe
den naam hoe vleiend zijn toenadering
ook moge lijken!"
„Dat weet ik, papa, dat weet ik! Maar u
hoeft zich in het minst niet ongerust te
maken, te meer, daar hij morgen of over
morgen al weggaat. Maar dan moet ik hem
toch nog eens spreken of een boodschap
sturen, eer hij vertrekt".
zfe ik hi! ff" V00r zijn zuster». dan
zie ik hier voor ééns nu niet zoo'n bezwaar
in maar het moet niet weer voorkomen"
Rose kwam sterk in de verleiding om
haar vader in dezen waan te laten mam-
haar waarheidsliefde gedoogde dit niet
Dus zei ze:
„Neen, papa, dat is het niet, maar bin
nenkort zult u het weten, en dan zult u
er zich wel mee kunnen vereenigen. Als u
nu alleen nog uw kleine Rose een oogen-
blik langer wilde vertrouwen!" En vleiend
keek zij naar hem op.
„Nu, ik heb nog nooit iets onbetrouw
baars van je gemerkt, al ben je dan ook
een vleistertje!" antwoordde haar vader en
zoo was dit gevaar dus tijdelijk afgewend.
Maar nu wachtte haar nog een verantwoor
ding tegenover haar moeder.
„Hoor eens, Rose, als dat 's morgens
vroeg naar de kerk gaan nu leiden moet
tot het loopen met jongelui, dan wil ik dit
niet hebben, begrijp je?"
Mrs. Rollstone had niet zooveel bescha
ving aangenomen als haar man en ze had
haar dochtertje nooit dat vertrouwen in
geboezemd, vandaar dat Rose er zich dan
ook maar gauw van afmaakte met een:
,,'t Is alles in orde, mama. Ik heb er met
pa al over gesproken".
„O, als pa het weet, dan zal het wel goed
wezen, maar een man vat die dingen zoo
anders op dan een vrouw en als die jonge
mr. Morton je achterna loopt, dat zou ik
niet willen hebben!"
„Dat doet hij ook niet", zei Rose, op af
gemeten, kalmen toon, waaruit wel bleek,
dat ze met moeite haar ongeduld bedwong.
„Bovendien gaat hy haast weg".
Hiermede moest mrs. Rollstone zich wel
tevreden stellen.
Rose nam een koen besluit, toen ze haav
vijf biljetten van vijf pond van de Spaar
bank teruggehaald had: ze zag, dat haar
er z'cïl klaar maakte voor zijn dage-
hi™C*e wandelin« langs het strand en gaf
teT eeadrp6 en*eloPpe met de bankbiljet-
MoD"°d.mk umt-
met een sigaar te rooken. verdreef
„Hier, sir", zei hij. „Mijn dochter verzocht
my dezen aan u af te geven. Let wei ik
vraag niet, wat dit is maar wel betuia
ik u nadrukkelijk, dat ik niet houd van ge
heimen tusschen jongelui".
Herbert trachtte op natuurlijke wijze te
lachen en zei:
„Uw dochter is een kranig meisje, mr.
Rollstone!"
„Bedenk dit wel, sir, ik weet, welke plaats
ik inneem in de maatschappij en ik ken
ook de uwe; ik duld niet, dat u zich onge
pastheden permitteert tegenover haar".
„In orde", zei Herbert, niet onvriendelijk,
maar kort, want hy had zijn hoofd te vol
van andere dingen, om veel aandacht te
schenken aan het gesprokene.
Hij wilde alle opschudding voorRomen,
dus zei hy tegen zijn moeder, dat hij dien
volgenden dag ging.
„Het is hard", pruttelde mrs. Morton,
„dat je nü nooit eens een tijdje bij je arme
moeder kunt blijven. Ik had nogal zoo'n
hoop gehad, dat je je met het waterfeest
en de jachten van mr. Brady wel genoeg
zoudt kunnen amuseeren, om ons iets van
je gezelschap te gunnen, maar niets schijnt
nu meer goed genoeg voor je. Naar wel
ken van je voorname vrienden ga je nu?"
Herbert zag hierin een gereede uitvlucht
en zei:
„Eerst ga ik naar Londen en dan ga ik
Dacre opzoeken, maar ik zal af en toe wel
eens schrijven".
Mrs. Morton moest wel berusten in het
raadselachtig gedrag van haar zoon, die,
nu hy later weer in het bezit van den titel
zou komen, door haar alweer werd be
schouwd als een wezen uit hooger sferen.
HOOFDSTUK XXXVI.
Ida's bekentenis.
De tocht naar Malvern werd dan toch
1 enslotte ondernomen en de lucht daar
scheen al dadelijk een versterkenden m*
vloed te hebben op lord Northmoor, of
schoon de reis zyn vrouw meer had ver
moeid, dan zij dit verwacht had en *8
bleef nog kwijnende, al deed ze ook nog
zoo haar best hem niet terneer te s'aa",
scheen nergens anders lust in te hebben,
dan op de rustbank te liggen in den
van haar pension, met Constance n®
zich, zich te binnen brengend al de aar ïg
maniertjes van haar kleinen Mich8 .««er
schoon ze op sommige oogenblikken w
haar best deed om belang te stel'len
andere dingen en haar echtgenoot in
waan te brengen, dat zijn streven, om
afleiding en genoegen te bezorgen, we
slaagd was, omdat die inspanning op
zelve voor hem goed was.
Hij verlangde er naar toen hy n
loop van drie weken heel wel en wee
sterker was om naar Westhaven
en trachten te weten te komen, al wa
hooren viel van de omstandigheden,
onder zyn zoontje zoo droevig verdwene
was; hy had dezen tocht alleen nog
gesteld, tot zijn vrouw sterk «e"°*gAdel!)
zijn om hem te kunnen missen. Laay
had hem tenslotte aangezet om nde
Ze meende, dat het Mary een voortóu
inspanning kostte om zich goed
voor hem en dat er bij beiden ee
langen naar en tegelijk een afsch1
verdere bijzonderheden bestond, zo
beter zou zijn, als het bezoek ach e
rug was. ze«.
Zoo geschiedde het, dat, ongeve M t0„
weken na Herbert's vertrek, mrs.
een brief kreeg, waarin haar geme
dat haar zwager den volgenden a
komen. (Wordt vervolgd).