Die Houten Klaas cas'ie^jv h6m s°ms helpt om een Voor vrijheid van arbeid voor de vrouw. ïxrïhSr, r« StdÉ en Omgeving. Een goed gedocumenteerd pleidooi van twee spreeksters. In de dancing van de „Harmonie". 0©€foc»ee Jladioptaqtamma éooe000000600000000€H^000006®0( SeuilleloH Vanwege het „Comité tot verdediging van de vrijheid van arbeid voor de vrouw" (ge vormd door onderscheidene vrouwenbon den) had gisteravond in de dancing van de Harmonie een openbare bijeenkomst plaats, welke vrij goed bezocht mocht worden ge noemd. Het zal de organisatoren wel be vrediging hebben geschonken, dat ook eenige mannen aanwezig waren. Mej. N. C a r e 1 s sprak een kort openings woord, eraan herinnerend, dat aan 20 ver- eenigingen adhaesie en medewerking was gevraagd. Twaalf hiervan hadden geant woord. Wat het doel der vergadering be treft, wees spr. erop, dat het recht van de vrouw op vrijen arbeid en zelfbeschikkings recht leelijk in den knel dreigt te geraken. Zich daartegen te verzetten is niet alleen noodzaak voor de reeds werkende vrouw, maar ook voor het jonge meisje onzer da gen. Hierna gaf spreekster het woord aan mevr. Ch. L. PolakRosenberg uit Amsterdam. Spr. begon met een terugblik op den tijd van omstreeks de Fransche revolutie, in En geland, waar een jonge vrouw, Mary Craft, dochter van 'n weinig beteekenenden vader, in 1792 een boekje schreef over de rechten der vrouw. De schrijfster zette uiteen, dat de vrouw slechts een speelpop was van den man, onmachtig om hem bij te staan, gevolg van een onjuiste opvoeding. Een kleine honderd jaar later kwam een andere Engelschman, J. S. Mill, hartstochte lijk voorvechter van de liberale idee, met zijn machtig woord tegen stands- en sekse privileges. Hij pleitte voor het geven van meer rechten aan de vrouw. Naast de ideeën der Fransche revolutie is een groote oorzaak voor den eisch van vrou wenrechten te zoeken in de toenemende in dustrialisatie in de vorige eeuw, tengevolge waarvan vele vrouwen een plaats onder de werkenden verkregen. Niet alleen echter de fabrieken en werkplaatsen trokken de vrou wen, maar ook de wetensdrang openbaarde zich bij haar. Spreekster noemde in dit verband den naam van de bekende Engelsche verpleeg ster Florence Nightingale, dochter uit een vermogende, vooraanstaande familie, die boven het huwelijk de verpleging verkoos. Haar voorbeeld en haar bijzonder organisa tietalent werkten aanstekelijk op allerlei terrein voor vorming van de vrouw. Ook de manier waarop de Amerikaansche vrouwen werkten op het gebied van maat schappelijk werk werd door spreekster be handeld, waarbij zij naging dat uit den strijd voor afschaffing der slavernij voort vloeide de eisch van vrouwenkiesrecht. Ook in Nederland vond de strijd voor méér vrijheid van werken voor de vrouw aanhangsters, zooals spreekster aantoonde door een greep uit de literatuur. Het was in geenen deele afkeer van het huwelijk, dat de vrouwen dien weg op dreef, maar een innerlijke drang om haar mogelijkheden te ontplooien, ook al door de onmogelijkheid voor velen om te trouwen. Er werd dus ge streden voor economische onafhankelijk heid, waarvan ook grootere zedelijke onaf hankelijkheid het gevolg was, en daarop volgde het streven naar politieke onafhan kelijkheid. Er kwam een tijd, waarin het leek alsof de vrouw zich op elk terrein volledig had ontplooid. Maar, zooals elke actie, verwekte ook het streven der vrouwen reactie. Spr. kwam op tegen het boekje van Ina Boudier-Bakker „Het tekort der moderne vrouw", wat zij een ongelukkig boekje noemde, maar waarvan zü toegaf, dat het verschillende fouten aanwijst. Ook de ideeën van de bekende Famke (mevr. Veen-Brons) werden door spreekster bestreden, omdat die h.i. het huwelijk te hoog aanslaat. Spreekster ontkende, dat kin deren het leven der vrouwen zouden kun nen vullen, omdat immers zoovelen geen kinderen te verzorgen hebben. Spr. was het méér eens met den bovenge- noemden Engelschman J. S. Mill, die ook politieke rechten voor de vrouw voorstond. Zij wees hierbij op de huwelijkswetgeving, die h.i. te veel rechten aan den man geeft. Maar bovendien zijn er nog vele zaken, waarin de vrouw mét den man kan strijden voor verbetering en opbouw. De democratie is hierbij eerste voorwaarde. Spr. wees hierbij op den strijd van Jose- phine Buttler, een Engelsche, die vocht voor verbeterde wetten op de zedelijkheid. Maar ook in Nederland is ten deze nog wel wat te doen, de strijd tegen de „dub bele moraal" is een goede strijd. Resumeerende, zei spr., dat men kan vast stellen, dat de ontplooiing van haar levens mogelijkheden aan de vrouw veel voldoe ning heeft geschonken, maar ook dat de mannen door de beter ontwikkelde vrouwen veel meer gesteund werden dan door de vrouwen van voorheen, en dat ook de kin deren daarvan de groote voordeelen onder vonden. Zij wekte op, om, onder erkenning van de waarden van de meerdere vrijhe den voor de vrouw, alle krachten in te spannen om deze te behouden ook voor de jongere meisjes van thans. De tweede spreekster, mevr. mr. E. Ribbius-Peletier te Amsterdam, ving haar rede aan met te wijzen op de vraag of de vrouw arbeid mag verrichten voor haar onderhoud, welke vraag van over wegend belang werd geacht in de eerste ja ren van den strijd voor vrouwenrechten. Deze vraag werd door spreekster bevesti gend beantwoord, de vrouw is door den ar beid in alle opzichten vooruitgegaan. Maar thans worden in bepaalde groepen der bevolking, die aanvankelijk stonden aan de zjjde der vrouw, blijken van instemming gehoord, als het gaat om haar terug te drin gen uit haar arbeidspositie, zulks als gevolg van de crisis dezer dagen. Zelfs in partijen, die krachtens haar principes voor vrouwen arbeid zijn (zooals b.v. de Vrijheidsbond) merkt men deze strooming. Dat het aantal werkende vrouwen in de laatste jaren zeer sterk zou zijn toegeno men, zoodat mede daardoor de crisis zoo sterk om zich heen greep, werd door spreek ster ontkend, want, zei zij, volgens de laat ste volkstelling waren er in ons land 767.000 werkende vrouwen (waarvan 234.000 in huiselijke diensten), d.i. 19.2 pCt. van het totaal aantal vrouwen, wat slechts een zeer geringe toename is sinds vorige tellingen en hierbij zijn ook nog geteld de vrouwen, die haar mannen in hun bedrijf bijstaan. Spreekster gaf verschillende cijfers over werkende vrouwen in verschillende takken van arbeid. Weliswaar zijn de vrouwen in huiselijken dienst procentsgewijze achteruitgeloopen, maar hun aantal is nog altijd groot In de industrie is het aantal werkende vrouwen sterk afgenomen en in verschillende in dustrieën werken heelemaal geen vrouwen. De maatregelen, aanbevolen om de vrou wen haar plaats in de industrie te doen rui men ten behoeve van den man, als middel tot bestrijding der crisis, zullen niet de ver wachte uitkomst hebben, omdat het slechts een verplaatsing der werkloosheid zal zijn. Bovendien moet men niet vergeten, dat de werkende vrouw in vele gevallen juist door dat zij werkt hulp in haar gezin noodig heeft. Men zij dus voorzichtig met maatre gelen, die misschien op het eerste gezicht een oplossing van de crisis in de hand zou den werken. Spr. toonde vervolgens aan, dat vele wer kende vrouwen andere personen (oudérs, broers, zusters, soms wel een geheel gezin) steunen. Zou dus de betrokken vrouw wor den ontslagen, dan zou men ook die perso nen treffen. Helaas zijn reeds verschillende maatre gelen genomen om de vrouw terug te drin gen van het terrein, waar zy de laatste ja ren werk vond. Spr. liet deze de revue pas- seeren, om aan te toonen hoe noodzakelijk het is om aaneengesloten te verhinderen, dat meerdere aanslagen op de arbeidsvrij- heid voor de vrouw worden gedaan. Hierbij wees spr. erop, dat de strooming ging in de richting van ontslag aan vrou wen uit beter betaalde betrekkingen. Bij elk der reeds genomen maatregelen gaf zjj eenige opmerkingen. De gehuwde onderwij zeres, die op 1 Jan. 1937 (behoudens enkele uitzonderingsgevallen) uit de school zal ver dwijnen, krijgt geen schadeloosstelling, zulks in strijd met de bepaling van het amb tenarenreglement, dat wachtgeld wordt uit gekeerd aan alle ambtenaren, die worden ontslagen zonder aanleiding hunnerzijds. Aan gemeenten en andere overheidsin stanties werd opgedragen in het ambtena renreglement de bepaling op te nemen, dat de huwende ambtenares ontslag zal moeten nemen. Spr. wees hierbij op het verzet van Prov. Staten van Noordholland daartegen, een strijd die ten slotte door de landsregee- ring werd beëindigd door een dwingend voorschrift. Verder wees spr. op de circulaire van mi nister De Wilde, waarin erop werd aange drongen om in openbaren dienst zoo weinig mogelijk vrouwen te nemen of te houden (ook ongehuwden). Zij mogen alleen wor den benoemd in de specifiek vrouwelijke beroepen. Onzin vond spr. het om te beweren, dat er bepaalde beroepen zijn, die moeten wor den gereserveerd voor een bepaalde sekse. Men dient vrije keus te laten. Het voor-ontwerp van minister van Slin- genberg, door hem ter beoordeel ing voorge legd aan den Hoogen Raad van Arbeid (door dezen met slechts één stem meerderheid aangenomen), beoogt om het werken van meisjes beneden 16 jaar op kantoren te ver bieden. De minister meent, dat hierdoor meerdere Hollandsche meisjes zich beschik baar zullen stellen voor huiselijke diensten. Spr. ontkende, dat deze wet ten gevolge zou hebben, dat de buitenlandsche dienstmeisjes zouden verdwijnen. Een andere maatregel, dien minister van Slingenberg dacht te nemen, is, dat bij alge- meenen maatregel van bestuur de vrouwen arbeid in daarbij te noemen functies zal kunnen worden verboden. Zeer terecht vond spr. het, dat de Hooge Raad van Arbeid geen beslissing heeft gegeven over dit ont werp (de stemmen erover hadden gestaakt.) Spr. wees erop, dat de vrouwen dan onder worpen zouden zijn aan luimen van den minister of zijn ambtenaren. Donderdag 9 April. HILVERSUM, 301 M. (AVRO-uitz.) 8.Gr.pl. 9.Omroeporkest. 10.Morgenwijding, gr.pl. 10.30 Verv. concert. 11.Kniples. 11.30 Romania-Ensemble. 12.45 Kovacs Lajos' orkest. 1.30 Gr.pl. 2.Viool, piano, voordr. en gr.pl. 3.— Knip les. 3.45 Gr.pl. 4.Voor zieken. 4.30 Lyra-trio. 5.15 Voor meisjes. 5.30 Kovacs Lajos' orkest. 0.30 Sportpr. 7.Voor de kinderen. 7.05 Radiotooneel. 7.30 Engelsche les. 8.Ber. 8.10 De Octophonikers. 9.Gr.pl. 9.30 Passiebijeenkomst. 11.— Ber. 11.10—12.— Gr.pl. HILVERSUM, 1875 M. (8.—9.15 en 11^- KRO, de NCRV van 10.—11.— en 2.—11.30 uur). 8.—9.30 Plechtige /ft) H. Mis. 10.— Gr.pl. 10.15 Morgen- X dienst. 10.45 Gr.pl. 11.30—12.— V Godsd. halfuur. 12.15 Gr.pL en KRO-orkest. 2.— Handwerkcursus. 3.Gr.pl. 3.15—3.45 Voor de a vrouw. 4.Bijbellezing. 5.Han- jr denarbeid v. de jeugd. 5.30 Ensem- W ble v. d. Horst. 6.45 Causerie, ber. Sen rep. 7.30 Journ. weekoverzicht. 8.— Ber. 8.15 „Spangens Koor". 9.Lijdensoverdenking. 9.30 Or- 9 gelconcert. (10.Ber. 10.3011.30 jjj Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 11.25 Orgel- jfc spel. 11.50 Gr.pl. 12.20 Trocadero S'f Cinema-orkest. 1.20 Gr.pl. 2.29 BBC-Welsch-orkest en sopraan. 3.20 Vesper. 4.10 Lezing. 4.30 Gr. 0 pl. 5.05 Het „Harp"-Trio. 5.35 ■jr Dansmuziek. 6.20 Ber. 6.50 Piano- W recital. 7.15 Spaansche les. 7.50 Le zing. 8.20 Dialoog. 8.30 Dansmu ziek. 9.Radiotooneel. 9.50 Ber. 10.20 Kerkdienst. 10.40 Triocon eert. 11.35 Dansmuziek. 11.50 12.20 Gr.pl. KEULEN. 456 M. 5.50 Orkestcon cert. 11.20 Concert. 12.35 Omroep- X Amusements-orkest. 1.35 Gr.pl. 5.20 Omroepkleinorkest en solisten. 7.30 Trioconcert (tot 9.20). RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.40 Gr.pl. 9.50 Orgelconcert. 11.20 Om roeporkest. 2.50 Gr.pl. 5.20 Radio tooneel. 8.20 Zang en cembalo. 8.50 Nat. Orkest, Raugelkoor en solis. ten. 11.0512.35 Dansmuziek populair concert. en BRUSSEL, 12.20 Gr.pl, soli. 1.502.20 322 en 484 M. 322 M.: 12.50 Orgelspel, fluit Gr.pl. 5.20 Gewijd progr. 5.50 Omroeporkest. 6.50 Gr. pl. 8.20 Symph.-concert. 10.30—1 11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Klein-orkest en zang. 1.50— 2.20 Gr.pl. 5.20 Kleinorkest. 6 35 Harmonicamuziek. 7.05 en 7^5 Gr.pl. 8.20 Omroeporkest en zanv 10.30—11.20 Gr.pL DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M 7.30 Cello en piano. 8.30 Radiotoo neel. 9.20 Ber. 9.40 Nieuws uit Amerika. 9.50 Gr.pl. 10.05 Weerber 10.20—11.20 Concert. GEMEENTELUKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2. Hilversum. Lijn 3: Brussel VI. 8.—9.20, Keu len 9.209.50, Parijs 9.50—13 05 Brussel VI. 13.05—14.20, Kalund- borg 14.2014.50, Parijs R. 14,50 —15.50, D.sender 15.50—16.20, Pa rijs Radio 16.20—17.20, Keulen 17.20—19.05, Brussel (Fr.) 19.05— 19.20, Leipzig 19.20—21.20, Motalk 21.2022.20, Berlijn 22.2023 20 Parijs R. 23.20—24.—. Lijn 4 Parijs Radio 8.05—8.20, Normandië 8.20—10.20, Lond. Reg.' 10.2013.35, Droitwich 13.35— 14.20, Lond. Reg. 14.20—15.20 Droitwich 15.20—16.10, Lond. Reg! 16.1017.35, Droitwich 17.3518.20, Luxemburg 18.20—18.50, Droit-' wich 18.5019.15, Lond. Reg. 19.15 20.20, Droitwich 20.2021.50, Brussel Fr. 21.5022.20, Droitwich 22.2022.40 Lond. Reg. 22.40—24.— Een algemeen maatschappelijk belang noemde spr. het, dat de vrouwen goed ont wikkeld zijn en een behoorlijke kans krij gen in het leven. Wij moeten ons daarom verzetten tegen elk verder terugdringen der vrouw, het zou een daling in het ontwikke lingspeil tengevolge hebben. Thans, nu nog niet alles verloren is, zal men zich moeten aaneensluiten, om de vrouw te doen blijven zijn mededraagster van de ideeën van maat schappij en staat. Nadat nog eenige vragen en bemerkingen van den heer I. Prins Az. door beide spreeksters waren beantwoord, sloot mej. C a r e 1 s de bijeenkomst, dank brengende voor het gesproken woord en de medewer king voor het welslagen der vergadering. Voor de toekomst hoopte zij, dat dezelfde medewerking zal worden verleend telken male als het comité die inroept. In het al gemeen wekte spr. echter op om mee te strijden voor behoud van de vrijheid van arbeid voor de vrouw, waartegenover deze de verplichting heeft dien arbeid te ver richten met de meeste nauwgezetheid. VERTROKKEN PERSONEN. H. Bergmayr, R.K., dienstbode, van Metius- gracht 10 naar Heiloo. S. Franssen, N.H., echtg. v. W. van Hulst, z. b., en zoon, van K. van 't Veerstraat 78 naar Nederl. Indië. M. Hopman, N.H., wed. v. P. Zeeman, van Jan van Scorelkade 14 naar Heiloo. G. du Pré, N.H., wed. v. G. Roozendaal, van Kennerr.er- straatweg 86 naar Heiloo. E. Düsselmann, N.H., wed. v. H. O. Finkensieper, van Fnid- sen 113 naar Zaandam. A. Bakker, N.H., wed. v. J. Krul, van Krelagestraat 2 naar St. Pancras. E. Zuijdam, R.J., dienstbode, van Laat 179 naar Obdam, Wogmeer. W. de Wit, geen, chefcommies N.S., van Spoorstraat 63a naar Deventer. M. A. Fischer, R.K., huishoudster, en zoon, van Spoorstraat 63a naar Deventer. E. H. G. Lina, R.K., z. b.. van Oudorperdijkje 24 naar Noordschar- woude. R. J. Velthuijs, geen, z. b., van Payglop 19 naar Groningen. P. v. Eeten, geen, metselaar, en gezin, van Woonschip. ligpl. Afgesneden Kanaalvak naar Heiloo. C. de Beurs, N.H., commies N.S., van Spoor- straat 88 naar Rotterdam. K. Knossen, G.K., dienstbode, van Wilhelmlnalaan 11 naar Leeuwarden. W. Brouwer, N.H., kellner, van Langestraat 70 naar Baarn. G. E. F. v. Dijk, N.H., directeur H.R.C.O., van Westerweg naar Den Helder. E. Haase. Ev. L., dienstbode, van Voordam 10 naar Duitschland. H. R. Oppenhelm, N.I., van v. Everdingenstr. 13 naar Barsingerhorn. M. Stek, Rem., dienstbode, van Fnidsen 80, naar Bergen (N.H.) P. Borst, R.K., dienstbode, van Emmastraat 12 naar Heiloo. A. E. Eskens, N.H., z. b., van Kruislaan 14 naar Purmerend. E. Ooijevaar, N.H., z. b., van Ritsevoort 1 naar Amsterdam. D. Molen, N.H., tuinbouwer, en echtg., van Kre lagestraat 2 naar St. Pancras. C. H. Am- merlaan, R.K., leerl. verpleegster, van v. Everdingenstraat 18 naar Sassenheim. L. Butter, N.H., verpleegster, van Wilbelmina- laan 11 naar Rotterdam. J. J. van de Kap- pelle, geen, winkeljuffrouw, van Bleekers- kade 83a naar Amersfoort. H. M. Tiebie, R.K., dienstbode, van Paul Krugerstraat 2 naar Akersloot. A. Hes, N.H., huishoudster, van Eikelenbergstr. 38 naar Doniawerstal H. Eshuis, N.H., wed. v. P. Verhoeve, z. b., van Nieuwspoortslaan 57 naar Rotterdam. G. Roskam, N.H., bakkersknecht., van Omval 47 naar 's-Gravenhage. M. E Klaasen, R.K., wed. J. Westerbeek, van Lindegracht 5 naar Haarlem. D. Snijders, geen, van Oos- terburgstr. 6 naar Meiringen. INGEKOMEN PERSONEN. B. Tiemersma, N.H., handelsreiziger, «n gezin, van Leeuwarderadeel n. Toussaintstr. 16 boven. G. Jansen, geen, z. b., e& 8ezin' van Medan (Ned. Indië) naar Verdroaken- oord 16 inw. J. G. Tol, R.K., kantoorbe diende, van Bergen (N.H.) naar Voormeer 5a. T. Blaauw, D.G., hulp in de huish., van Zuid- en Noordschermer naar Costerstraat Z. J. J. Tode, N.H., asp. instrumentmaker, van Rotterdam naar Kennemerstraatweg 164. P. J. Smolenaars, R.K., monteur, en gez"1' van den Helder naar St. Josephstraat 5. I. Jonker, N.H., dienstbode, van Oudkarspe Naar het Engelsch *an, door J. L en CHARLOTTE M. YONGE E. A. H. 54) „O, Rose, wat ben jij toch een keil Je begrijpt, dat je het in geen geval verliezen zult, want oom zou wat blij zijn, dat hij het kon terugbetalen - zelfs al zou ik niet slagen. Maar nu ga ik regelrecht naar Li- verpool en dan steek ik over, in de eerste de beste boot en dan... Maar kan je hei nu dadelijk krijgen, zonder dat er een haan naar kraait?" „Ja, dat geloof ik wel. Vader heeft mijn boekje willen zien, toen ik pas thuis kwam. en dus zal hij dit nu voorloopig wel niet weer doen, tot ik alles verklaren kan, en ik ben zeker, dat het geen slecht gebruik is". „Slecht?Neen, niet bepaald! Het is de mooiste manier, waarop iemand zijn geld kan besteden. O, Rose, als ooit dat arme kind zijn vader en moeder terugziet, dan is het geheel jouw werk! Niemand, die onder woorden kan brengen, wat ik er van denk, of wat oom en tante van je denken zullen. Je bent de goede engel in deze ge weest en Ida die anderel" Maar. Rose vond moeilijkheden in haar rol van „engel", althans haar vader sprak haar toe op zijn zwaarwichtige wijze: „Kindlief, ik heb je altijd beschouwd als een bescheiden, verstandig meisje, maar nu moet ik je toch zeggen, dat ik allesbehalve ben ingenomen met de wijze, waarop je in den laatsten tijd werd samen gezien met dat jongmensch, dat tot de aristocratie be hoort". Rose kreeg een kleur en riep: „Heusch papa, dat is het niet!" „Ik geloof ook niet, dat hy of jij er waarlijk iets min-passends mee bedoelt, maar toch voel ik mij verplicht je even in herinnering te brengen, dat eenige schijn van aanmoediging tegenover een jongen man in zijn positie van het grootste nadeel kan zijn voor je vooruitzichten en je goe den naam hoe vleiend zijn toenadering ook moge lijken!" „Dat weet ik, papa, dat weet ik! Maar u hoeft zich in het minst niet ongerust te maken, te meer, daar hij morgen of over morgen al weggaat. Maar dan moet ik hem toch nog eens spreken of een boodschap sturen, eer hij vertrekt". zfe ik hi! ff" V00r zijn zuster». dan zie ik hier voor ééns nu niet zoo'n bezwaar in maar het moet niet weer voorkomen" Rose kwam sterk in de verleiding om haar vader in dezen waan te laten mam- haar waarheidsliefde gedoogde dit niet Dus zei ze: „Neen, papa, dat is het niet, maar bin nenkort zult u het weten, en dan zult u er zich wel mee kunnen vereenigen. Als u nu alleen nog uw kleine Rose een oogen- blik langer wilde vertrouwen!" En vleiend keek zij naar hem op. „Nu, ik heb nog nooit iets onbetrouw baars van je gemerkt, al ben je dan ook een vleistertje!" antwoordde haar vader en zoo was dit gevaar dus tijdelijk afgewend. Maar nu wachtte haar nog een verantwoor ding tegenover haar moeder. „Hoor eens, Rose, als dat 's morgens vroeg naar de kerk gaan nu leiden moet tot het loopen met jongelui, dan wil ik dit niet hebben, begrijp je?" Mrs. Rollstone had niet zooveel bescha ving aangenomen als haar man en ze had haar dochtertje nooit dat vertrouwen in geboezemd, vandaar dat Rose er zich dan ook maar gauw van afmaakte met een: ,,'t Is alles in orde, mama. Ik heb er met pa al over gesproken". „O, als pa het weet, dan zal het wel goed wezen, maar een man vat die dingen zoo anders op dan een vrouw en als die jonge mr. Morton je achterna loopt, dat zou ik niet willen hebben!" „Dat doet hij ook niet", zei Rose, op af gemeten, kalmen toon, waaruit wel bleek, dat ze met moeite haar ongeduld bedwong. „Bovendien gaat hy haast weg". Hiermede moest mrs. Rollstone zich wel tevreden stellen. Rose nam een koen besluit, toen ze haav vijf biljetten van vijf pond van de Spaar bank teruggehaald had: ze zag, dat haar er z'cïl klaar maakte voor zijn dage- hi™C*e wandelin« langs het strand en gaf teT eeadrp6 en*eloPpe met de bankbiljet- MoD"°d.mk umt- met een sigaar te rooken. verdreef „Hier, sir", zei hij. „Mijn dochter verzocht my dezen aan u af te geven. Let wei ik vraag niet, wat dit is maar wel betuia ik u nadrukkelijk, dat ik niet houd van ge heimen tusschen jongelui". Herbert trachtte op natuurlijke wijze te lachen en zei: „Uw dochter is een kranig meisje, mr. Rollstone!" „Bedenk dit wel, sir, ik weet, welke plaats ik inneem in de maatschappij en ik ken ook de uwe; ik duld niet, dat u zich onge pastheden permitteert tegenover haar". „In orde", zei Herbert, niet onvriendelijk, maar kort, want hy had zijn hoofd te vol van andere dingen, om veel aandacht te schenken aan het gesprokene. Hij wilde alle opschudding voorRomen, dus zei hy tegen zijn moeder, dat hij dien volgenden dag ging. „Het is hard", pruttelde mrs. Morton, „dat je nü nooit eens een tijdje bij je arme moeder kunt blijven. Ik had nogal zoo'n hoop gehad, dat je je met het waterfeest en de jachten van mr. Brady wel genoeg zoudt kunnen amuseeren, om ons iets van je gezelschap te gunnen, maar niets schijnt nu meer goed genoeg voor je. Naar wel ken van je voorname vrienden ga je nu?" Herbert zag hierin een gereede uitvlucht en zei: „Eerst ga ik naar Londen en dan ga ik Dacre opzoeken, maar ik zal af en toe wel eens schrijven". Mrs. Morton moest wel berusten in het raadselachtig gedrag van haar zoon, die, nu hy later weer in het bezit van den titel zou komen, door haar alweer werd be schouwd als een wezen uit hooger sferen. HOOFDSTUK XXXVI. Ida's bekentenis. De tocht naar Malvern werd dan toch 1 enslotte ondernomen en de lucht daar scheen al dadelijk een versterkenden m* vloed te hebben op lord Northmoor, of schoon de reis zyn vrouw meer had ver moeid, dan zij dit verwacht had en *8 bleef nog kwijnende, al deed ze ook nog zoo haar best hem niet terneer te s'aa", scheen nergens anders lust in te hebben, dan op de rustbank te liggen in den van haar pension, met Constance n® zich, zich te binnen brengend al de aar ïg maniertjes van haar kleinen Mich8 .««er schoon ze op sommige oogenblikken w haar best deed om belang te stel'len andere dingen en haar echtgenoot in waan te brengen, dat zijn streven, om afleiding en genoegen te bezorgen, we slaagd was, omdat die inspanning op zelve voor hem goed was. Hij verlangde er naar toen hy n loop van drie weken heel wel en wee sterker was om naar Westhaven en trachten te weten te komen, al wa hooren viel van de omstandigheden, onder zyn zoontje zoo droevig verdwene was; hy had dezen tocht alleen nog gesteld, tot zijn vrouw sterk «e"°*gAdel!) zijn om hem te kunnen missen. Laay had hem tenslotte aangezet om nde Ze meende, dat het Mary een voortóu inspanning kostte om zich goed voor hem en dat er bij beiden ee langen naar en tegelijk een afsch1 verdere bijzonderheden bestond, zo beter zou zijn, als het bezoek ach e rug was. ze«. Zoo geschiedde het, dat, ongeve M t0„ weken na Herbert's vertrek, mrs. een brief kreeg, waarin haar geme dat haar zwager den volgenden a komen. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 10