DIT HET PARLEMENTAIRE LEVEN,
ZIJN STIJVE NEK
IN 8 UUR GENEZEN
KL00STERBALSEN
£and- en Jumèouw
RENGERS.
DOOR KLOOSTERBALSEM
Een stijve nek behoeft Ge
dus niet langer te hebben
AKKERS OmOINÏIl na INIAO»
„Geen goud zoo goed"
wel de tweede inschrijving der nieuwe Su-
n.at ra-tabakscampagne nog bevredigender
verloopen is dan de eerste. Op de twee in
schrijvingen tezamen werden 27218 pakken
verkocht tegen een doorsnee-prijs van 173
cent per pond, tegen 26781 pakken der ge
lijknamige partijen het vorige jaar slechts
163 cent opbrachten. Voor de Senembah
waren de resultaten het gunstigst.
Van industrieele waarden traden Philips'
weer het meest op den voorgrond. Aanvan
kelijk zakte de koers nog verder in, maar
daarna kwam er van verschillende kanten
vraag opzetten. Voor een deel heeft men
hierbij te doen met dekkingen van baisse
posities, maar daarnaast schijnt het publiek
ook geneigd te zijn, tot den belangrijk ver
laagden koers wat materiaal op te nemen.
Unilever zijn weinig in koers veranderd,
hoewel de beurs wel belangstelling toonde
voor de gunstige jaarverslagen van de Ne-
rierlandsche concernmaatschappij, die een
vrijwel onveranderde winst aanwijzen en
hun dividenden handhaven.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop:
4 pCt. Nederland 98 13/16, 98 7/8. 98 3/4;
2', pCt. N.W.S. 75 3/4, 75 3/8, 75 )4;
4 pCt. Ned.-Indië 96 9/16. 96)4, 9611/16;
4)4 pCt. Frankrijk 711/4, 70'A, 713/8,
7ü 15/16;
4 pCt. Deli Spoor (1902) 93)4, 95. 94 5/8;
4)4 pCt. Zeeuwsche Hyp. Bk. 82, 851
5 pCt. Rotterd. Hyp. Bk. 82, 83)4;
Koninklijke Petroleum 248, 246, 249,
248 X;
Handels ver. „Amsterdam" 234)4, 238,
237'
Amsterdam-Rubber 125 'X, 123)4, 126 1/4;
Deli Batavia Rubber 75, 73 1/4, 75)4;
Oost aJva Rubber 111, 115, 112, 113;
Deli Batavia Mij. 188, 189, 185)4, 186;
Deli Mij. 211, 213, 210;
Senembah 200, 2031/;, 200;
Philips 177, 169, 175)4;
Unilever 107 3/4, 107 1/8;
Ford Automobielfabr. 216, 210, 214.
Er Zijn boeken, die al voldoende aange
duid worden, wanneer men ze noemt bij
den naam van hun schrijver.
„Buys" voor ons staatsrecht, „Oppen-
heim" voor ons gemeenterecht. „Rengers'
voor onze parlementaire historie.
Rengers
Hoevele malen heeft m'n hand bij het
schrijven van parlementaire schetsen en
artikelen naar het bekende boek gegre
pen; hoe gedachteloos en automatisch ge
schiedde dat; hoe honderden malen heb ik
in m'n publicaties naar het werk verwe
zen. Zie Rengers. Wat zegt Rengers? Ren
gers vermeldt.
Laat mij dan thans even de figuur van
den schrijver naar voren brengen.
Het is Wilco Julius van Weideren baron
Rengers, een man van onverdacht-libera-
len huize. Hij werd in 1835 geboren en
promoveerde in 1861 te Utrecht tot doc
tor in de rechten op een proefschrift:
„Beschouwingen over het verband tus-
schen het burgerlijk recht en de staat
huishoudkunde". En groot deel van zijn
openbare leven heeft zich daarop in zijn
geliefde Friesland afgespeeld. Van 1869
tot 1877 was hij wethouder en van 1877
tot 1883 burgemeester van Leeuwarden.
Zijn parlementaire loopbaan begon in het
jaar 1884: in Mei van dit jaar werd hij
gekozen tot lid van de Tweede Kamer
voor Dokkum. Dit mandaat duurde slechts
een half jaar, maar werd in September
1885 vernieuwd, en duurde toen tot de
Kamer-ontbinding van 1888.
In laatstgenoemd jaar is Rengers' lang
durige carrière als lid der Eerste Kamer
aangevangen.
Immers:
dit mandaat duurde onafgebroken voort
van 1888 tot 1914, ik meen tot aan zijn
dood toe. Alles bijeen heeft Rengers dus
dertig jaren deel van de volksvertegen
woordiging uitgemaakt.
Zijn groote boekverscheen in 1891.
Het behandelde onze parlementaire ge
schiedenis van 1848 tot 1883. In den
tweeden druk werd het uitgebreid tot
1891.
„Sedert een menschenleeftijd ongeveer"
aldus de voorrede, die karakteristiek ge
noeg is, om er iets aan te ontleenen
„mag Nederland zich verheugen in het be
zit dier rechten en vrijheden, welke, bij
de bestaande mate van volksontwikke
ling, geacht worden de beste waarborgen
op te leveren voor de behoorlijke beharti
ging van het algemeen belang. Betrekke
lijk weinigen herinneren zich hoe vurig
die staatkundige rechten werden begeerd
en welke verwachtingen door een thans
bijna verdwenen geslacht werden gekoes
terd van een regeeringsvorm, waardoor
der burgerij de haar te lang onthouden
invloed bij 'slands bestuur werd verze
kerd. Van de destijds heerschende stem
ming is thans weinig te bespeuren. De
uitbundige lof, vroeger aan de staatsrege
ling van 1848 toegebracht, wordt zelden
meer vernomen en de twijfel of de con-
stitutioneele veste, ook na de versterking
van 1887, bestand zal blijken tegen den
zich openbarenden geest van wantrouwen
in hare deugdelijkheid, zelfs door ernstige
mannen gedeeld. De uitingen van misnoe
gen en onvoldaanheid, vroeger tegen de
raadslieden der Kroon vernomen, worden
thans, vaak met niet minder hevigheid,
tegen de grondwettige vertegenwoordi
ging der natie aangevoerd".
Is het niet de moeite waard, dit woord
te lezen van een begaafd en bezadigd man
van wel haast veertig jaar geleden?
Rengers' boek bleek al dadelijk van
onschatbare waarde. Hier was nu werke-
'Jk eens behoefte aan, voor de kennis
onzer parlementaire historie. En die
™dc heeft het boek tot-heden-toe be
houden. Het is, al hebben andere schrij
vers onze parlementaire historie in a£-
(Blok- Hfarfr bekn°Pter behandeld
(Blok, de Bosch Kemper; de Bruine) het
eenige werk van dezen aard, dat bestaat
en, al heeft Rengers het geenszins neu-
traal gehouden, maar op vele plaatsen
critische beschouwingen gegeven, het is
in z'n geheel van een ver boven de critiek
verheven onpartijdigheid, en niet alleen
wat de feiten betreft, doch ook als typee
ring van vele groote mannen uitermate
belangrijk. Het samenstellen van dit boek
is een geweldig werk geweest, want een
zeer omvangrijk materiaal moest er voor
worden doorvorscht, geschift, beoordeeld,
saamgevat. Het spreekt echter vanzelf,
dat het langzamerhand onvolledig is ge
worden, wat het geheele parlementaire
tijdvak betreft. Immers, het loopt slechts
tot 1891, dus over 43 jaar parlementaire
geschiedenis. Daarna echter zijn er weer
44 jaar verstreken. Meer dan eens heeft
Nijhoff aangekondigd, dat een vervolg op
Rengers' standaardwerk onderhanden
was, maar tot-heden-toe is het nog niet
verschenen.
Echter:
in December 1918 verscheen er een
werk over het door Rengers niet behan
delde tijdperk, van de hand van dr. N.
Japikse»),
De beteekenis van dit omvangrijks boek
zal ik in geen enkel opzicht verkleinen.
Wie de feiten uit het genoemde tijdvak
wil kennen en bestudeeren, vindt in Ja-
pikse's arbeid een voortreffelijke leid
draad. Maar het mist uiteraard het gezag,
dat het boek van Rengers heeft, omdat
Rengers zelf midden-in het milieu stond.
Ook de bewerking is eenigszins anders:
„Ik ben" aldus dr. Japikse zelf
„meer refereerend, als kroniekschrijver,
dan als verklarend, beschouwend histori
cus te werk gegaan. De dessous der din
gen, die ik beschreef ik voelde dit
haast onophoudelijk waren mij te on
bekend, dan dat ik mij tot oordeelen ge
rechtigd achtte, en van groote woorden
houd ik niet".
Niettemin is het boek voor allen, die
zich met deze zaken bezig houden, een
uiterst-welkome aanvulling van Rengers'
vermaarde werk. Wilde men voor het
door Rengers niet behandelde tijdperk een
boek, een vervolg dus, van gelijke betee
kenis krijgen, dan zou het eveneens door
een staatsman geschreven moeten wor
den. Maar wie, in trouwe, zal zich aan
dezen arbeid zetten?
Ik zie den ouden Rengers nog vóór mij,
zooals hij met kleine pasjes door de zaal
der Eerste Kamer drentelde.
Men zou hem z'n stoere werkkracht en
z'n erkende bestuurstalenten zeker niet
hebben afgekeken. Want hij was een
kleine, smalle, ranke figuur. Tot zijn 78e
jaar heeft hij in den Senaat gezeten, en
ook op dien hoogen ouderdom volgde hij
de zaken des lands met intense belang
stelling. Nog zie ik de kleine, scherpzin
nige oogen glanzen achter de groote bril
leglazen. Af en toe, gewoonlijk op belang
rijke momenten, vroeg hij het woord en
dan wachtte alles met gespannen aan
dacht af, wat deze parlementaire ve
teraan, die onze staatkundige historie
kende als weinigen, zou zeggen. Dan stond
hij roerloos in z'n bankje, het kleine grijze
hoofd een tikje gebogen. Hij sprak met
zachte, ietwat bedeesde stem, en heel zijn
figuur, zooals zij daar stond, drukte op
zijn woorden een stempel van groote en
bezadigde wijsheid. Voor zijn liberale
overtuiging die hem nooit weerhouden
heeft, om in zijn boek de liberalen en
zelfs Thorbecke te critiseeren, als hij het
noodig vond stond hij altijd pal en hij
heeft haar nimmer verloochend.
Het meest zal zijn naam natuurlijk
worden voortgedragen door zijn boek, dat
een betrouwbare gids blijkt op het moei
lijke, maar mooie terrein onzer parle
mentaire historie.
En:
zoo heeft hij zich daarmede een blijvend
monument gesticht.
Want „Rengers" aldus blijven wij
allen het aanduiden. En dan weten wij
genoeg. Buys Oppenheim Rengers:
het zijn de drie zuilen van onze litera
tuur over staatsrecht, gemeenterecht,
parlementaire historie.
Schets eener Parlementaire Geschie
denis van Nederland, van 1849 tot 1891.
('s-Gravenhage, Martinus Nijhoff).
Staatkundige Geschiedenis van Ne
derland van 18871917, A. W. Sijthoff,
Leiden).
D. HANS
STOMPETOREN.
Land- en Tuinbouwers
Donderdagavond opende de heer Jb
de Boer Cz. in café Kamsteeg de vergade
ring van de vereeniging van Land- ei
Tuinbouwers, afd. „Schermeer", met een
opwekkend woord aan de leden om lid t<
worden van de bedrijfscontrolevereeni'
ging.
.,ya e®"ige besPrekingen leidde de voor
d1 hph pvraagstuk van N" H' N- K in
««♦SE Burman gaf den raad, om 'tlid
aatschap niet op te zeggen. Hij wees oi
z2knnaarledem?ahllin8' n°emde het °nder
zoek naar de fabricage van alcohol uit
suikerbieten, waar men thans mee bezig
is. Doch het grootste deel der leden achtte
het lidmaatschap te duur, zoodat tot op
heffing besloten werd.
De heer C. Wonder achtte het lidmaat
schap van de H. M. v. L. veel nuttiger.
Over het algemeen prees men de samen
werking in het organiseeren van leerrijke
voordrachtavonden. De heer Jansen vond
het honorarium voor een spreker veel L
hoog. De heer Bakker wilde het bestuur
van de H. M. v. L. in overweging geven
procentsgewijze de onkosten te bestrijden,
waartoe het bestuur stappen zal doen.
De heeren J. Madderom, K. Madderom,
P. Mantel en T. Vaalburg werden als af
gevaardigden naar de algemeene verga
dering gekozen. Uitvoerig werden de
punten op den beschrijvingsbrief bespro
ken. Het kanalisatieplan had niet meer
de liefde van de leden, daar het vervoer
per as goedkoop is, en de tijden slecht.
Den afgevaardigden werd opgedragen op
de vergadering herziening van het plan
te bepleiten, en er op aan te dringen, dat
de bond inplaats van 600, 400 bij
draagt. De heer C. Madderom gaf zeer
deskundige inlichtingen.
Naar aanleiding van het veilingvraag-
stuk werd druk gediscussieerd. De heer
Bakker waarschuwde niet te veel vrijheid
te nemen, daar dan de regeeringssteun
ingehouden wordt.
De heer Burman zag bezwaar in een
vorig vergaderingsbesluit, om de aftre
dende commissieleden voor de polderver
kiezingen slechts voor één jaar te hand
haven. Hy zag daarin wantrouwen, doch
de secretaris, de heer Vaalburg ant
woordde, dat niemand daaraan had ge
dacht. Men was van oordeel dat de com
missie af en toe ververscht moet worden.
Deze zaak zal in een volgende bijeen
komst nogmaals bekeken worden.
HEERHUGOWAARD.
Holl. Mij. van Landbouw.
Woensdagavond vergaderde de afdee-
ling Heerhugowaard en omstreken van de
Hollandsche Maatschappij van Landbouw
in het lokaal van den heer Rus.
De voorzitter, de heer D. de Jong heette
in het bijzonder welkom den heer Govers
uit Alkmaar, lid van het hoofdbestuur der
Maatschappij.
Bij de ingekomen stukken was o.a. een
schrijven van het H. B., waarin medege
deeld werd, dat het H. B. pogingen doet
om te komen tot een verzekering tegen
hagelschade.
Besloten werd te trachten den heer Jb.
Kostelijk vertegenwoordiger te maken.
Verder was er een schrijven, waarin be
richt werd, dat wanneer in een afdeeling
een bedrijfscontrole vereeniging zou wor
den opgericht, het hoofdbestuur in begin
sel genegen was hiervoor subsidie te ver-
leenen. De heer Govers hield een kleine
inleiding over het nut van deze vereeni-
gingen. Besloten werd op de najaarsverga
dering den heer Brakman uit Alkmaar uit
te noodigen, om hierover nadere inlich
tingen te verstrekken.
Hierna was aan de orde het agendapunt
bespreking over een collectief arbeidscon
tract.
De heer Beers had als vertegenwoordiger
van de Maatschappij een vergadering mee
gemaakt met den L.T.B. en den Christelij-
ken Boeren en Tuindersbond over dit
vraagstuk.
Na eenige besprekingen werd besloten
naar een volgende vergadering een com
missie af te vaardigen bestaande uit de
heeren P. Beers, C. Kuiper en P. Blaauw
Sr. Deze commissie moet dan in de eerste
plaats op den voorgrond stellen, dat de
Maatschappij niet is een werkgevers-orga
nisatie als zoodanig. Verder zou de com
missie moeten aandringen op het vaststel
len van een uurloon voor losse arbeiders,
en op een betere regeling om vast te stel
len, wat onder een volwaardigen arbeider
moet worden verstaan. De arbeiders had
den nl. voorgesteld om ieder, die den leef
tijd van 21 jaar had bereikt, als zoodanig
te beschouwen.
Vervolgens was aan de orde de bespre
king van de agenda van de jaarvergadering
Voor hiertoe werd overgegaan hield de
heer Spaan een inleiding over wat aan het
samenstellen van deze agenda is voorafge
gaan.
Spr. schetste eerst de slechte omstandig
heden, waarin de boerenbond verkeert.
Minister Deckers heeft laatst verklaard,
dat de steun aan de boeren niet verder
mag gaan, dan hun een bestaan te verschaf
fen, z(j mogen echter niet gaan overhou
den. Dat we zoover echter nog niet zijn,
aldus spr. bewijst wel het verslag van het
boekhoudbureau, waaruit blijkt, dat ge
middeld vorig jaar door de veehouders een
winst is gemaakt van 7 per H. A.
Om den toestand te verbeteren moeten
de boeren strijden en bij dezen strijd één
front vormen.
Nu is eenigen tijd geleden een vergade
ring gehouden van het H. B. met de afdee
ling voorzitters en secretarissen, waar o.a.
gesproken werd over de mogelijkheid van
samenwerking met den nationalen bond
Landbouw en Maatschappij.
Hiertoe was een commissie samengesteld
die deze zaak moest onderzoeken. Deze
commissie was echter van oordeel, dat
hoewel 't systeem van den nationalen bond
Landbouw en Maatschappij een oplossing
kan brengen, eerst onderzocht moet wor
den, of niet een andere weg bestaat, daar
bij den weg van den nationalen bond 't be
lang van velen betrokken is. Verder be
sloot deze vergadering op de algemeene
vergadering niet over den nationalen bond
te spreken. Dit besluit werkt volgens spr.
de eenheid tegen en is nadeelig voor den
boerenstand.
Als afgevaardigde naar de algemeene
vergadering werd gewezen de heer L. van
Graft.
Hierna was aan de orde het afscheid van
den voorzitter.
De heer de Jong zeide gedurende de 12
jaar, dat hij het voorzitterschap had be
kleed, zijn taak met veel liefde te hebben
vervuld. In het bijzonder dankte spr. den
heer Spaan, die als secretaris hem hierbü
zoo sterk ter zijde heeft gestaan. Spr. gaf
een klein overzicht van het werk, door de
afdeeling in dezen tijd verricht. Graag zou
hebben® i8Ag V°°r de afdeeling gewerkt
dit onmogelijk.2^" ge20ndheid maakt hem
deïdeSevoo«ift1earaU„aBr- SP"k den schei"
terwül hiernae heer Got' 06 afd' t0,;'
hoofdbestuur het woord voe^V^^
Bij de rondvraag stelde de heer A
Blauw voor den afgevaardigden er op de at'
gemeene vergadering bij het hoofdbestuur
op te laten aandringen, dat die maatrege
len zou nemen om te bevorderen dat de
horzelbestrijding verplicht zou worden ge
steld. Dit in verband met den slechten naam,
die onze huiden in het buitenland krijgen,
daar in de andere landen de horzelbestrij
ding wel bij de wet is verplicht gesteld.
Aldus werd besloten.
BURGERBRUG.
Coöp. Boerenleenbank.
In café Langedijk te Burgerbrug werd
een algemeene ledenvergadering gehouden
van de plaatselijke Coöp. boerenleenbank.
Aanwezig waren 80 leden, waarvan 12 bij
volmacht.
Na de opening der vergadering door den
voorzitter, den heer C. Smit, werden de re
kening en balans over het afgeloopen boek
jaar goedgekeurd.
Besloten werd de gemaakte winst over
1935 toe te voegen aan het reserve kapi
taal.
Vervolgens bracht de kassier, mej. M. E.
Klerk, verslag uit over het laatstverloopen
boekjaar, waaraan wij het volgende ont
leenen:
Op 31 December 1935 was aan spaargeld
belegd 351.258.51. In 1935 was ingelegd
136.320.07 en terugbetaald 110.352.96.
Aan voorschotten was uitgegeven 18.106
en terugbetaald 22522.19. Uitstaande voor-
schottende per 31. Dec 1935 272.457.24. In
loopende rekening werd aan leden uitge
geven 138.336.69 en ontvangen 133.736.85
Het tegoed van de leden bedroeg 29643.30
en het verschujdigde 7410.81. Naar de
centrale bank te Utrecht werd overge
maakt 162.926.01, terwijl van genoemde
bank werd ontvangen 129.900.75. Het te
goed bij de centrale bank bedroeg 49049.17
In 1935 werd een winst gemaakt van
1834.77, welk bedrag aan de reserve werd
toegevoegd, tengevolge waarvan het reser
vekapitaal steeg tot 38556.30.
De voorzitter deelde mede, dat het be
stuur had besloten voortaan geen provisie
in loopende rekening te berekenen.
In het rente-percentage werd geen ver
andering gebracht.
Tenslotte volgde een bestuursverkiezing
waarbij werden herkozen de heer A. Not-
telman Sr. als bestuurslid en de heer C.
Kraakman als lid van den raad van toe
zicht.
SINT PANCRAS.
De Tuinbouw.
De vereeniging „De Tuinbouw" verga
derde Donderdag in het café van den heer
Bouwstra onder leiding van den heer Jb.
de Vries.
Het landwerk vraagt tegenwoordig al te
veel van den tuinder, om 's avonds nog te
vergaderen.
Ingekomen stukken en mededeelingen.
Van de groente- en fruitcentrale is bericht
ingekomen, dat inplaats van vroege aard
appelen vervroegde eigenheimers mogen
worden geteeld, echter is daar een speciale
teeltvergunning voor noodig, dus moet
apart worden aangevraagd bij de L. C. O.
Een schrijven van het bestuur der L. G.
C. is ontvangen, dat iedere vereeniging vrij
is om 1 op 20 leden te veranderen, in 1 op
10 leden afgevaardigen echter de percen-
tiegelden blijven 1 op 20 gehandhaafd.
In stemming gebracht werd besloten den
toestand te handhaven.
Van den correspondent van den planten-
ziektekundigen dienst, was een verzoek in
gekomen om de gewoonlijke jaarlijksche
subsidie. Besloten werd om 5 hiervoor
uit te trekken.
Van den heer Jb. Vroegop Timmerman
te Broek op Langendyk was een aanbie
ding ingekomen van aardappelkisten 17 ki
lo's kisten 21 cent, 25 kilo's kisten 24 cent
per stuk, daar geen gezamenlijke inkoopen
meer worden gedaan werd dit ter zijde
gelegd.
Van den heer C. Wagenaar Cz. Zuid-
Scharwoude is een schrijven ingekomen,
voor bedrijfsboekhouding collectieve aan
sluiting, hier is echter reeds een groot per
centage der leden aangesloten bij van
Zuilen dus heeft geen zin, verworpen.
Behandeling beschrijvingsbrief L. G. C
Het bestuursvoorstel om de toegezegde
600 aan het Westfriesche kanalenplan
wel te verstrekken, doet heel wat stof op
waaien.
Met algemeene stemmen werd tenslotte
tegen gestemd.
Het voorstel van het bestuur om het vei
len van groente op andere veilingen tegen
te gaan, werd breedvoerig besproken.
De secretaris zeide: Het artikel boonen
is daar wel voor in de belangstelling, ook
werd bijv. in H. H. Waard veel kool naar
Beverwijk vervoerd.
De heer J. Bruin bepleitte het veilen van
producten elders.
De heer Hoogland vond, veilingbelang is
tuindersbelang. Hooger percentage zal het
gevolg worden.
De heer T. Bakker zeide. om terug te ko
men op de tuinders in H. H. Waard, het i3
voorgekomen dat gebarster kool naar Am
sterdam werd verzonden en verkocht voor
6 cent per stuk. In Broek op Langendijk
aangeboden werden deze geweerd van de
veiling, wie schept nu hier percedente, toch
zeker de veiling zelve.
Besloten werd dit het bestuur onder de
oogen te brengen.
Voorstel om andijvie onder het verplicht
veilen te plaatsen.
De heer C. Tromp wilde andijvietelers
dit laten beslissen
Ten slotte werd besloten om het voorstel
Tromp naar voren te brengen.
Voorstel om de goedgekeurde pootaard-
appelen ook onder het verplichtveilen te
brengen.
Dit zal evenals, de andijvie, door die
speciale telers te moeten beslissen.
Voorstel juiste gewicht winterkool.
Na eenige discussie in stemming gebracht,
was men algemeen tegen deze regeling.
Wel voor betere controle bascules.
Men was algemeen voor het voorstel
„Groentecultuur" om aan te dringen bij de
L. G. C. om aan tuinders welke door de
teeltbeperking in gevaar komen, extra
teeltrecht te verschaffen.
Men was van meening dat het beter was
as in de Wieringermeer geheel geen kool
mocht worden geteelt.
Jk had den geheelen dag door rtoen
achtig weer getoopen met een JnJr
penden wind. Toen ik s'avonds thu?»
kwam, kon ik mijn hoofd niet ZLr
bewegen, too at(/f waren de spieën
van mUn nek. Ik ging vroeg naar bed
maar het m(j tevoren eens stevig wril-
ven met Kloosterbalsem, 's Morante
was ik verrast te bemerken, dat er
van mijn stijve nek niets meir te hl
speuren was. De Klooste. balsem C
mg in een enkelen nacht, of in 8 Z
van mn hevige st(jve nek af geholpen.
S. Sch. te den If
Onovertroffen bij brand- en sn|jwonden
Ook ongeëvenaard als wrijfmiddel hu
Rheuraatlek, spit en p(Jnl(jke spieren
Schroefdoo. 35 et. Potten: 62)4 et en f l.fo
Tot afgevaardigde werden benoemd be
halve het bestuur de heeren Jb. Keizer Wz
R. Vis, Jb. Hartman, A. Stammes, R
Hartman, H. Olie en T. Bakker.
Als plaatsvervangers de heeren C, de
Wit en P. Koedijk Oz. Afrit zal plaats vin
den per fiets om 1 uur bij de Witte kerk.
Rondvraag.
De heer C. Tromp vroeg een pespecifi-
ceerde verklaring der tractementen.
De heer Jb. Kloosterboer wees op het
platloopen der akkers door het kieviets
eieren zoeken. Vrij algemeen was men
van oordeel dat dit voorkomen moest wor
den.
Indien een lid der vereeniging wordt ge
snapt wordt hij geroyeerd als lid.
De heer J. Spaan wees op de zetkoolre-
geling, een lid der tuinbouw heeft een ge
heel stuk bezet met gewoon opgezochte
rommel van de akker, daarbij staan spre
kers goede zetkoolen, volgens de zetkool-
regeling is het wel in orde.
Het betreft hier echter geen speciale
stukken dus zal dat moeilijk zijn te weren.
DE CENTRALE STIERENKEURING
24 APRIL 1936 TE ALKMAAR.
De Rijks veeteelt-consulent, ir. L. de Vries,
schrijft ons:
Door de Prov. Commissie tot bevordering
der Rundveefokkerij in Noordholland wordt
Vrijdag 24 April a.s. in de Bergerhout te
Alkmaar de Centrale Stierenkeuring gehou
den.
Der gewoonte getrouw meenen wij via
de pers in het kort iets omtrent doel en
beteekenis dezer keuring mede te deelen.
Door den aard der bodemgesteldheid en
de hoogte-ligging bestaat het grootste deel
van Noordholland uit grasland en zijn de
rundveehouderij en -fokkerij dientengevol
ge de belangrijkste middelen van bestaan
voor het platteland.
Elk veehoudersbedryf heeft elk jaar die
ren, die om de een of andere reden moe
ten worden opgeruimd. Deze jaarlijksche
noodzakelijke afzet maakt een jaarlijksche
aanvulling noodig. Nu kan men voor deze
aanvulling zelf zorgen door aanfok van on
deren af, ook kan men deze aanvulling ge
heel of gedeeltelijk koopen. Het zijn de be-
drijfs- en andere omstandigheden, alsmede
persoonlijke aanleg van den veehouder,
die beslissen over welken weg, hetzij eigen
aanfok, hetzij geheele of gedeeltelijke aan
koop, zal worden bewandeld.
Wat de bedrijfsomstandigheden betreft,
was het vooral de ligging der bedrijven ten
opzichte van dichte bevolkingscentra, waar
door wij in Noordholland, vooral in het zui
delijk deel, overwegend consumptiemelkbe-
drijven hebben gekregen, waar al de melk
wordt verkocht, al het land voor melkvee
wordt gebruikt, niét of althans zeer weinig
wordt gefokt, de veestapel snel wisselt en
de aanvulling door aankoop van elders
plaats heeft. In het Noordelijk deel van
Noordholland, ruw weg benoorden een ho
rizontale lijn door Purmerend, hebben wij
overwegend bedrijven, die hun melk aan e
zuivelfabriek leveren, deze fabriek betaal
veelal uit op vetgehalte of berekend vet,
zoodat hierin de eerste prikkel schuilt om e
trachten melk te leveren met een goed vet
gehalte. Van de fabriek komen afvalpro
ducten als wei, en tegenwoordig ondermelk,
terug, producten welke reeds spoedig de
volle melk by den opfok van kalveren kun
nen vervangen, producten, zeer gescnik
voor de voeding van varkens. Hier vinden
wij de bedrijven, waar de omstandigheden
geheel gaan in de richting van aanvulling
van den jaarlijkschen afzet door eigen aan
fok, waarbij vanzelfsprekend zoodanige
maatregelen kunnen worden getroffen, in
de hoop, dat de jonge generatie eenmaal
produceerende, beter is dan de oudere we
ke verdwenen is.
Veefokkerij op deze bedryven sluit auto
matisch in veeverbetering, verbetering
productie in de eerste plaats. Veeverbetering
vereischt het treffen van maatregelen, wel
ke die verbetering beoogen, deze maatrege
len kunnen meer of minder volledig zyn, a
naar het doel wat men er mee beoogt.
Systematische veever betering is in Noora'
holland reeds van ouden datum. Voorhaa
waren er vele gemeentebesturen, wel
voor goed mannelijk fokmateriaal zorg e
(de z.g. bullestieken). Na 1897 hebben
fokkers zelf het initiatief genomen inza
de veeverbetering, in dat jaar toch wer
de eerste plaatselijke fokvereenigingen op
gericht. Men begreep, dat veeverbetering
leen mogelijk was wanneer de afstammi
van de fokdieren werd vastgelegd en
eigenschappen (productie, lichaamsbou
tijdens het leven werden onderzocht (me
controle), beoordeeld (exterieurkeuring) ei
geregistreerd. Deze z.g.n. foktechnisc
maatregelen zy'n noodzakelijk voor de