WP>
Ma
m
Unciaal 7lieums
Stad en Omgeving.
JfuniiecuAciek
Voor 100 jaar.
kfcPiaakuédek
schoorl
enkhuizen
hoorn
egmond a. d. hoef
burgerbrug
stompetoren
ÜS
m
npi
lüf
B
B
i
i
1
1
i
B
B
SU
0
H
u
s
fü
it
Sf
ÜS
B
B
B
I
lÉIi
§jj
B
B
HS
IP
u
r JB
l'
B
B
iP
B
ÉS
11
..li
IÉ
IP 'w
"ui
ctie. of teeltkeus, eenerzijds voor de se
lectie van den jaarlukschen afzet, anderzijds
-oor de selectie van de kui- en stierkalve-
Vpn welke voor de instandhouding en ver
betering van den veestapel worden aange
houden.
In 1897 is het Rijk en later ook de Pro
vincie tevens begonnen het initiatief van de
lokkers te steunen door middel van het
verschaffen van subsidies. Teneinde deze
subsidies zoo doelmatig mogelijk te beste
den, zijn Prov. commissies ingesteld. Deze
Prov. commissies gebruiken heden ten dage
deze gelden in hoofdzaak voor de controle
op het werk der plaatselijke fokvereeni-
ingen, waardoor de gegevens het fiat van
betrouwbaarheid krijgen, en bovendien voor
de organisatie der stierenkeuringen, de z.g.
vóórkeuringen, met als sluitstuk de Centra
le stierenkeuring. Alle door de leden der
fokvereeniging in het komende dekseizoen
te gebruiken stieren moeten worden beoor
deeld, hetgeen geschiedt op 19 plaatselijke
voorkeuringen. Waar een groot aantal leden
der fokvereeniging tevens lid is van het
>i'ed. Rundvee Stamboek, worden deze keu
ringen tevens door het N.R.S. gebezigd om
te beoordeelen of de aangeboden stieren al
niet voldoen aan de eischen gesteld voor
inschrijving in het stamboek. Op de voor
keuringen worden de stieren door een daar
toe benoemde jury verdeeld in „aangehou
den" en „niet aangehouden".
Alle „aangehouden" of goedgekeurde één
jarige stieren, waarbij de minimum-eischen
voor inschrijving in het N.R.S. als basis
worden genomen, verschijnen nu te Alk
maar op de Centrale Stierenkeuring. Van
de „aangehouden" twee-jarige en oudere
stieren worden alleen de beste naar Alk
maar ontboden. De Centrale Stierenkeuring
is dus de jaarlüksche expositie van het bes
te mannelijke fokmateriaal van de georga
niseerde fokkers in Noordholland.
Op de keuring zelf worden door dezelfde
jury de stieren per leeftijdsrubriek beoor
deeld en worden aan de eigenaars der beste
één-jarige stieren bronzen medailles uitge
reikt. Voor de beste twee-jarige- en oudere
stieren zijn geldprijzen beschikbaar.
De Centrale Stierenkeuring biedt dus de
leiders van de fokkerij en de fokkers de
gelegenheid om jaarlijks de kwaliteit van
het stierenmateriaal te beoordeelen. Tevens
biedt deze keuring de gelegenheid aan ver-
koopers en koopers om zaken te doen.
In de catalogus, welke op het terrein ver
krijgbaar is, vindt men de gegevens over
de afstamming tot in drie generaties, alsme
de alle bekende melklijsten der vrouwelijke
voorouders. Tevens heeft een daartoe be
noemde commissie haar oordeel over de af
stamming (afstamming productie en afstam
ming exterieur enz.) neergelegd in een let
ter, waarbij behoort een waardeering in
woorden, een en ander ter voorlichting.
De catalogus telt dit jaar 151 nummers,
zijnde 21 meer dan het vorig jaar, waarvan:
éénjarige stieren: 19 stuks, geb. 1 April 1935
of later; 77 stuks, geboren 15 Jan-r-31 Maart
1935; 15 stuks, geb. vóór 15 Jan. 1935. Twee
jarige stieren, 25 stuks, driejarige 12 en
oudere 3 stuks.
Wat betreft de afstamming via vaders
zijde treedt de Frans-stam op den voor
grond met 39 vertegenwoordigers, waarvan
32 direct of indirect van den preferenten stier
Frans 104 afstammen. Op den Fransstam
volgt de Wodan-stam met 36 vertegenwoor
digers, waarbij Hendrik, Blok, Zeppelin en
Prins het meest als vaderdier voorkomen.
Eenige jaren geleden is in Noordholland ge
ïmporteerd de Groninger Henriot 2 van He-
ridon. Van dezen Henriot 2 komen thans ter
keuring een 19 kleinzoons en 4 zoons, waar
uit volgt, dat de invloed van dien éénen Gro
ninger niet onbelangrijk belooft te worden.
Eveneens is in de laatste jaren nog al wat
Friesch fokmateriaal geïmporteerd. Zoo ver
schijnen er in Alkmaar een 36 stieren zoo
wel directe Friesche import als zoons van
reeds eerder in Noordholland ingevoerde
slieren. De productiecijfers bij de stiermoe
ders zijn over het algemeen uitstekend, zoo
wel wat betreft de K.G. als het vetgehalte.
Wij hopen, dat de C.S.K. op a.s. Vrijdag
mag worden begunstigd door goed weer en
druk bezoek van fokkers uit eigen provincie
en van elders.
Facultatieve lijkverbranding.
Woensdagavond is door de afdeeling
Bergen van de Nederlandsche vereeniging
voor facultatieve Lijkverbranding een pro-
paganda-avond georganiseerd in „De Roode
Leeuw" te Schoorl. De opkomst was verre
van bevredigend, wat de voorzitter, dr. van
Beider, betreurde.
Als propagandistisch spreker trad op dr.
Rademaker, lid van het hoofdbestuur, ome
ritus predikant en redacteur van „Het
Vaderland'. Spreker was niet gekomen om
de menschen over te halen, doch om steun
te krijgen voor de idee, dat verassching
van het lichaam van den mensch met wet-
*'Se middelen toelaatbaar wordt gemaakt.
Wij leven nog onder het begrafeniswetje
van 1869, dat zegt, dat elke Nederlander na
zijn dood dient te worden begraven. Ze
staat geen verassching toe, wat de wetgever
uit die dagen ook niet kon voorzien. Sinds
dien is er veel veranderd. Overal in de
wereld in het verasschen langs wettigen weg
geregeld, alleen in Nederland wachten we
nPg. Politiek en godsdienst zijn in het ge
ding gebracht, en heden ten dage word
door de regeering verassching niet erkend al
hoewel niemand tastbare bezwaren in het
geding kan brengen, en door vele vooraan
staanden geen bezwaren worden gezien.
Op godsdienstig gebied zag spreker even
min bezwaren voor verassching, waar toch in
geen enkel godsdienstig geschrift zooiets
wordt verboden. Integendeel, in het oude
boek der Koningen putte spreker de weten
schap, dat deze werden verbrand. Van de
heidenen en joden ging dit gebruik op de
christenen over.
Gevoelsbezwaren kunnen er natuurlijk
zijn. Hiertegen valt niet te redeneeren, en
tegen deze bezwaren dient men respect te
hebben.
Er is beweerd, dat crematie de misdaad
bevordert, doordat b.v. bij vergiftiging geen
opgraving en onderzoek op het doode
lichaam kan volgen.
Bij crematie wordt de doodenschouw ech
ter verricht door twee doktoren, terwijl de
gevolgen van dezen maatregel menschelij-
kerwijze elke verdoezeling van misdaad
uitsluiten. Dit is bij gewone sectie niet al
tijd zoo serieus, hetwelk spreker staafde
met voorbeelden uit de practijk, en voor
beelden bij vroegere misdaden.
We wenschen onze dooden rust toe, en
leggen bloemen op een graf. O, zeide spre
ker, als dit graf zich eens opende! Spreker
wil niet verder gaan door de hoorders te
laten inleven op hetgeen men dan zou zien.
I-Ieusch, het begraven lichaam heeft werke
lijk geen rust onder de groene zoden. Stel
hiertegenover eens de crematie. Met over
tuigende motieven staafde spreker het goe
de van verassing ook en vooral van gods
dienstige zijde te laten zien.
Duur is het niet meer. Alleen kan het
vervoer van den doode naar Westerveld
duur worden, indien men veraf woont, doch
ook hierin kan worden voorzien.
Een arbeidersvereeniging op dit gebied
heeft reeds eenheid in deze vervoerkosten
gebracht. Onze vereeniging, waar ieder vrij
wordt gelaten, doch die slechts streeft naar
gelijkheid van rechten, vraagt voor haar
lidmaatschap 1.50 per jaar. Dit lidmaat
schap geeft bij het crematorium diverse
reducties, waardoor het verasschen voor de
groote menigte openstaat en niet op finan-
cieele bezwaren kan stuiten.
Na deze zeer duidelijke uiteenzetting
werden lantaarnplaatjes vertoond, welke
een kijk gaven op de inrichting van het
Crematorium Colombarium en Urnentuinen
te Westerveld. Het filmapparaat weigerde
hare diensten, zoodat dit aanschouwelijk
gebeuren moest worden overgeslagen.
Na de pauze stelde de voorzitter aan den
spreker de vraag, hoe het te verklaren is.
dat bij de katholieken geen medewerking
bestaat, ofschoon in katholieke landen als
b.v. Oostenrijk en Italië een goed georgani
seerde crematie bestaat.
De spreker beaamde dit; de paus heeft
crematie verboden, doch niet krachtens
zijn encycliek „ex kathedra".
Nog werd medegedeeld, dat binnenkort
een excursie zal plaats hebben naar Wester
veld.
De Laatste Eer.
De begrafenisvereeniging „De Laatste
Eer" hield hare jaarvergadering Donder
dagavond in het café van den heer Beeld
man.
De opkomst was niet groot; 24 leden
waren aanwezig.
De voorzitter, de heer R. Wognum, be
treurde deze geringe opkomst en deelde
verder eenige bijzonderheden mede over
de gehouden bondsvergadering aan den
Langendijk.
Voorts releveerde spreker de goede wij
ze waarop voorlooper, dragers en stalhou
der de begrafenissen uitvoeren, een wijze
waarmede vreemdelingen die dit zagen,
hun tevredenheid vaak over te kennen
gaven.
Uit het jaarverslag van den secretaris,
den heer C. Jonker, vernamen we dat uit
269 gezinnen, 778 leden waren toegetre
den. Een waardeerende passage kwam in
dit verslag voor over het goede werk van
den overleden drager, den heer C. Hoog-
vorst. Er waren geen klachten over het
personeel binnen gekomen, daartegenover
wel eenige waardeerende brieven.
De jaarrekening van den heer J.
Hoogland, penningmeester, toonde het
onderstaande beeld. Per 1 Januari van
het boekjaar was er een saldo van
1374.96. Aan contributie kwam binnen
796.86, en aan kleinere ontvangsten
177.73, zoodat de algeheele ontvangst
2349.55 bedroeg. De uitgaven waren in
totaal 1227.25, zoodat er een saldo per
31 December was van 1122.30.
Er is dus een achteruitgang in de kas
middelen, doordat het aantal begrafenis
sen nogal hoog was. Er zijn 11 leden en 7
niet-leden ter aarde besteld, wat boven
het gemiddelde is geweest. Namens de
commissie adviseerde de heer V/. Kooy
tot goedkeuring van de rekening, 'twelk
geschiedde. De secretaris, de penning
meester, en de commissie kregen den
denk van den voorzitter voor hun accu
rate werk. Tot leden van de nieuwe com
missie werden aangewezen de heeren A.
Oottelman (bestuur), W. Oostindië en C.
Koel. TT
De aftredende bestuursleden J. Hoog
land, W. Keizer en J. Kreijgsman werden
met algemeene stemmen herbenoemd.
Tot vaste drager werd de heer J. Hart
aangesteld, terwijl het korps dragers zoo
veel mogelijk in de toekomst zal worden
aangevuld met menschen boven de maat
van 1.70 M., zulks met het passend zijn
van de costuums van de vereeniging.
De voorzitter deelde hierna mede, dat
de bondsvergadering had besloten om het
bestuur in te perken. Tegenwoordig wijst
elke afdeeling een bestuurslid aan, zoodat
het bestuur thans uit 14 leden bestaat,
iets wat remmend werkt op spoedige be
sluiten. Thans wordt het bestuur gevormd
door het dagelijksche bestuur met twee
leden, om beurten door de vereenigingen
aan te wijzen. In 1936 vervult Schoorl
een dier plaatsen. De voorzitter werd
hiervoor benoemd. Verder deelde hij me
de dat met de bondsvergadering een z.g.
rouwkamer was gedemonstreerd. 'tLeek
den voorzitter, en eveneens den heer F.
Mosk, die als afgevaardigde aanwezig
was, een mooie maatregel om zulk een
inrichting aan te schaffen.
Nadat verschillende sprekers in deze
hun meening hadden kenbaar gemaakt,
besloot de vergadering om op een Zater
dagmiddag, welke in „de Duinstreek zal
worden kenbaar gemaakt, zulk een rouw
kamer in Schoorl ter bezichtiging te stel
len. Is de algemeene indruk een goede,
dan krijgt het bestuur een crediet van
150 om zulk een inrichting aan te
schaffen, en voor het algemeen gebruik
dienstbaar te stellen.
Nog werd gesproken over een automa
tisch zinkapparaat, doch hierover waren
de meeningen verdeeld.
Bij de rondvraag bracht de voorlooper,
de heer Bosman, zijn dank uit aan be
stuur, dragers en rijders voor den goeden
steun welk hij in 1935 gehad heeft, om de
teraardebestellingen een gewenscht ver
loop te geven.
Op een vraag werd nog medegedeeld,
dat bij crematie van een lid, het bedrag,
gewoonlijk voor een begrafenis gebruikt,
wordt gerestitueerd.
Nog besloot men om in 1936 de derde
gratis volgkoets intact te laten.
Schorsing in de werkverschaffing.
Een tweetal tewerkgestelden bij de
werkverschaffing te Enkhuizen is ge
schorst. De opzichter B. maakte aanmer
king op de geringe arbeidsprestatie, waar
op een woordenwisseling volgde en een
der arbeiders, C. B., den opzichter met de
schop te lijf ging en licht aan de hand
wondde.
Jubileum.
De heer P. Willeboer, controlebeambte
bij de Ned. Spoorwegen, herdacht gister 't
feit, dat hij gedurende 25 jaar bij de Ned.
Spoorwegen in functie was.
Een ovatie.
Donderdagavond werd den directeur
van het Hoeverfanfarecorps en zijn echtge-
noote een ovatie gebracht door het corps.
De heer en mevr. Wester waren n.1. 12Vj'
jaar getrouwd en het corps greep deze
gelegenheid gaarne aan om den directeur
te huldigen.
Begeleid door den beschermheer, burge
meester Bos, trok men op naar de woning
vj.n het echtpaar, waar onder leiding van
den heer de Goede eenige mooie nummers
ten gehoore werden gebracht.
Burgemeester Bos sprak den heer en
mevrouw Wester toe en dankte hem voor
alles wat hij voor het corps deed en was.
De heer Wester dankte den burgemeester
en zijn corps hartelijk en dirigeerde tot slot
zelf nog een vroolijken marsch, waarna nog
een hartelijk „Lang zullen zij leven" volgde.
Heemraad benoemd.
De heer C. Smit te Burgerbrug is in de
op 14 April 1936 gehouden vergadering
van Dijkgraaf, Heemraden en Hoofdinge
landen van het waterschap „Zijpe en Ha-
zepolder" met 14 van de 15 stemmen her
benoemd als heemraad van genoemd wa
terschap.
„Aurora".
Woensdagavond kwamen de leden
van de tooneelvereeniging „Aurora" inde
jaarvergadering bijeen.
Daar de kas niet geheel leeg was, werd
besloten tijdens de kermis een tooneel-
wedstrijd te organiseeren, waarvoor een
drietal vereenigingen uit den omtrek uit-
genoodigd zullen worden, om een één-
acter voor het voetlicht te brengen. Tot
afgevaardigden naar de jaarvergadering
in Zaandam werden benoemd de heeren
Jb. Posch en L. Schuuring. Op verzoek
van de Floraliavereeniging zal men op
den te houden feestavond medewerking
verleenen.
DE BANGERT IN BLOEI.
Wat zich ieder jaar herhaalt, staat ook
thans weer te gebeuren. De verschillende
ooftboomen in de Bangert en omgeving
zijn uit hun win ten Jaap herrezen en vor
men een paradijs van jeugdig groen, met
daar tusschen door het helder wit der
bloesems. De teere knopjes zijn nog geslo
ten als wilden ze de edele deelen der bloe
sems nog beschermen tegen de koude
Noordenwinden en de hevige nachtvor
sten. Met mooi weer kunnen ze den drang
niet weerstaan en toonen zich in al haar
luister. Het mooie voorjaarsweer van
Woensdag heeft er veel toe bijgedragen en
het zal niet lang meer duren of geheel de
omgeving is één bloesemweelde. „De hoo
rnen loven goed", zeggen de tuinders en
vreezen straks eiken kouden nacht. Zon
dag 19 April en Zondag 26 April kunnen
wy gerust dit jaar de bloei-Zondagen noe
men. Voor een ieder, die van natuur
schoon houdt, valt er weer volop te ge
nieten. Neem de camera mee en leg de
mooiste plekjes op de gevoelige plaat vast.
De Bangert, het centrum van West-
Friesland van vruchten- en glascultuur,
met haar vele smalle bruggetjes, wacht de
automobilisten, fietsers en wandelaars.
Laat ook dit jaar al dat moois niet aan U
voorbij gaan en geniet genoemde Zondagen
met volle teugen.
DE VRAGEN VAN DEN HEER
KEIJSPER.
Aan het College van B. en W. der ge
meente Alkmaar had de heer V. P. Keijsper
de volgende vragen gesteld:
Ondergeteekende, lid van Uwen raad,
heeft de eer U de navolgende schriftelijke
vragen te stellen.
Is het B. en W. bekend, dat op 29 Maart
j.1. 2 Katholieke slachtoffers van het
auto-ongeluk aan den Kennemerstraat-
weg door den G. G. D. zijn vervoerd naar
het Centraal Ziekenhuis?
Zijn B. en W. niet van meening, dat door
den G. G. D. alles in het werk behoort
te worden gesteld, om te vernemen in
wlkè Ziekenhuis een slachtoffer zeer
waarschijnlijk wenscht opgenomen te
worden?
Zijn B. en W. ook niet van meening,
dat j.1. Zondag met een aan zekerheid
grenzende waarschijnlijkheid was vast te
stellen geweest, in welk ziekenhuis de beide
bewustelooze slachtoffers zelf opgenomen
zouden willen zijn, daar immers de 3 an
dere slachtoffers, leden van dezelfde
Katholieke voetbalclub, zeer zeker hier
mede op de hoogte geweest zijn?
Zoo de bovenstaande vragen bevestigend
beantwoord moeten worden, zijn B. en W.
dan bereid maatregelen te nemen, dat nu
voortaan gehandeld wordt met het op
nemen van slachtoffers, zóó als vrij zeker
het slachtoffer dit zelf zou wenschen?
B. en W. hebben in bijlage no. 45 dezen
brief als volgt beantwoord:
Wij doen U hierbij de beantwoording toe
komen van de door U bij brief van 31
Maart j.1. gestelde vragen, welke wij, over
eenkomstig artikel 24a van het Reglement
van orde voor de vergaderingen van den
Raad, zullen publiceeren.
Op Zondag 29 Maart jl. had op den Ken-
nemerstraatweg een autobotsing plaats,
waarvan een 5-tal personen het slachtoffer
werd. Juist toen het ongeval was gebeurd,
was Dr. G. Hoeneveld toevallig ter plaatse
aanwezig, die onmiddellijk zijn hulp ver
leende. De gemeentelijke geneeskundige
dienst werd intusschen gewaarschuwd.
Dr. J. Degenaar, die den dienst had, ver
leende op dat oogenblik zijn hulp bij een
ander ongeval, doch na zijn thuiskomst is
hij onmiddell-k doorgereden naar het on
geval op den Kennemerstraatweg. Onder-
tusschen waren vanwege het ziekenhuis
beide ziekenauto's uitgezonden- met 3
zusters.
Dr. Hoeneveld had in dien tijd de pa-
tienten nagezien. Alle vijf hadden een
hersenschudding, waarvan twee ernstig,
met volkomen bewusteloosheid. De beide
artsen hebben toen eerst aan de twee ern
stige patiënten hulp verleend door hen
vervoerbaar te maken.
Dr. Hoeneveld bood toen aan, verder
voor het vervoer van dit tweetal te zorgen,
om aan Dr. Degenaar de gelegenheid te
geven de drie andere patiënten te onder
zoeken en te helpen. Dr. Hoeneveld heeft
toen de eerste twee naar het Centraal
ziekenhuis laten vervoeren, terwijl Dr.
Degenaar zich met de anderen bemoeide.
Een der drie anderen was inmiddels in
staat om antwoord te geven op de vragen,
waaruit Dr. Degenaar bleek, dat zij
Roomsch-Katholiek waren. Dr. Degenaar
heeft toen deze drie naar het St. Elisabeth
ziekenhuis laten vervoeren.
De eerste twee slachtoffers waren toen
reeds in het Centraal ziekenhuis, waar Dr.
J. G. A. Kerssemakers hen behandelde.
Deze heeft, op een hem uitdrukkelijk ge
stelde vraag, verboden deze patiënten op
nieuw te vervoeren. Toen hun toestand het
veroorloofde, zijn zij naar het St. Elisa-
beth-ziekenhuis overgebracht.
Alvorens onze gevolgtrekkingen te ma
ken uit de hier weergegeven feiten stellen
wij voorop, dat wij, nu achteraf gebleken
is, dat ook de twee bewustelooze patiënten
Roomsch-Katholiek waren, uiteraard het
St. Elisabeth-ziekenhuis ook voor hen de
meest aangewezen inrichting zouden heb
ben geacht, in het bijzonder nu de zieken
huizen dicht in elkanders nabijheid liggen
en het practisch geen verschil maakt of,
van de Regulierslaan af, een patiënt wordt
vervoerd naar het eene of naar het andere
ziekenhuis. Wij twijfelen trouwens niet,
of ieder zal dit met ons eens zijn.
Dit vooropstellende meenen wij de aan
dacht er op te moeten vestigen, dat het
vervoer naar het Centraal ziekenhuis is
geschied in opdracht van Dr. Hoeneveld.
Den gemeentelijken geneeskundigen Dienst
kan derhalve geen verwijt treffen. Ook
Dr. Hoeneveld naar onze meening niet.
Deze heeft immers op prijzenswaardige
wijze onmiddellijk zijn zeer gewaardeerde
hulp verleend en het is begrijpelijk, dat
Dr. Hoeneveld als medicus in de eerste
plaats dacht aan hulpverleening en daar
na aan het vervoer naar een ziekenhuis.
Dr. Hoeneveld behoort niet tot den ge
meentelijken geneeskundigen- en gezond
heidsdienst en dezen medicus kan dus geen
blaam treffen, dat hij niet den regel in
acht nam omtrent het inwinnen van in-
zindte van de patiënten. Dit zou trouwens
practisch niet anders mogelijk zijn geweest
dan door deze inlichtingen aan anderen te
vragen, omdat de beide door Dr. Hoeneveld
verzorgde patiënten bewusteloos waren.
Wij vertrouwen, dat U in het voren
staande de vragen 1, 2 en 3 voldoende be
antwoord zult vinden en deelen U naar
aanleiding van de sub 4 gestelde vraag
voorts mede, dat naar ons voorkomt de
omstandigheden, welke zich b(j dit onge
val voordeden, niet de veronderstelling
wettigen, dat de bovengenoemde regel
omtrent het opnemen van patiënten bij
ongevallen door den gemeentelijken ge
neeskundigen- en gezondheidsdienst niet
in acht wordt genomen.
Onze Tweede April-Opgave.
Optellen en aftrekken.
De twee door ons bedoelde sommen za
gen er als volgt uit:
7928365240 7928365240
6456789123 6456789123
14385154363 1471576117
Het aantal ingekomen goede oplossihgen
was ditmaal bijzonder groot en zeker een
bewijs dat men met veel genoegen naar de
oplossing van deze puzzle heeft gezocht.
Zeer velen zagen hun puntenaantal weer
met twee vermeerderd.
Onze Nieuwe Opgave. (No. 3 der April-
serie).
Welke deelsommen zijn het?
Van een niet opgaande deeling is de som
van deeler, deeltal, quotiënt en rest 426.
Quotiënt en rest zijn samen 31. Welke dee
ling is bedoeld?
Er zijn twee sommen, die aan de gestel
de voorwaarden voldoen. Het inzenden van
beide is voor de toekenning der punten
noodzakelijk. Ook vernamen wij gaarne
hoe men tot de oplossing gekomen is.
Oplossingen (2 p.) liefst zoo vroegtijdig
mogelijk doch uiterlijk tot Vrijdag 24 April
12 uur aan den Puzzle Redacteur van de
Alkmaarsche Courant.
Aan het blad. waarin zij adverteert,
Kent men de bcteekcnis van de zaak.
Uit de Alkmaarsche Courant
van 18 April 1836.
Men leest in de Staats-courant
van 13 April 1.1. het volgende:
„Uit Zeeland wordt gemeld, dat
er tengevolge van de milde bijdra
gen welke van alle kanten inge
zonden zijn ten behoeve van den
jongen kannonier J. van der Bol,
die in Mei 1835 te Vlissingen door
bet springen van granaten beide
zijne voorarmen en een oog ver
loren heeft, deze ongelukkige met
het Rijkspensioen, niet alleen in
zijnen stand onbezorgd zal kunnen
leven, maar dat hij ook eene aan
merkelijke verzachting in zijnen
toestand verkregen heeft, door de
hulp van den heer J. F. Freit,
beeldhouwer te Vlissingen. Deze
is er namelijk, na vele aangewende
pogingen, in geslaagd, om den zoo
deerlijk verminkten jongeling een
paar kunstvoorarmen met handen
te bezorgen, welke hij naar wel
gevallen kan bewegen, en hem in
staat stellen om bij de noodzake
lijkste verrigtingen, zooals eten,
zich aankleeden, zelfs schrijven
enz., de hulp van anderen te kun
nen ontberen. Men schrijft, dat dit
kunstwerk van den heer Freit de
bewondering tot zich trekt van
allen die hetzelve gezien hebben.
Uit de Hand te Koop: Een ro-
lide Barouchette voor één of twee
paarden, met een knechtsbankje,
lederen voorkap, enz.
Te bevragen bij H. Stoel, Stads
omroeper alhier.
Probleem 591.
A. Qualkoowitzer, Weenen.
'M
k
'■ak/k
ab cdefg b
Tweezet.
1. Thcl.
Eindspel 976
(als 956)
8
w3
ij
Va) P
Jll
7
6
5
4
3
2
M/S/M
■mm
1
a b c d e i
rit speelt en wint.
Tf3 met L. winst.
6 h
Eindspel 977
(als 956)
8
7
6
mm
5
4
1
3
WM
wy/yfn
m
2
"Wï
gf
1
m
a bcdefgh
Wit speelt en wint.
1. Td2| Khl 8. Td4 dreigt mat of L. ver
lies.
Of 1Kg3 2. Td3+ Kh2 3. Kf2 Lc2
4. Td2 Lb3 5. Tb2 Ldl 6. Kelf of 5.
La4 6. Tb4 of 4Lbl 5. Kf3f enz.
In deze dagen worden voorwedstrijden
gespeeld, om te bepalen, wie, behalve Jhr.
van den Bosch en Landau, gerechtigd zijn
om deel te nemen aan de wedstrijden om
't kampioenschap van Nederland.
De volgende partij is er een uit deze
voorwedstrijden.
Wit: Jr. van Steenis (Utrecht).
Zw. L. Prins (Amsterdam).
I. e4 c6 2. d4 d5 3. ed5 cd5 4. Ld3 Pf6
5. Lg5 Lg4. 6. Pe2 Pc6 7. f3 Lh5 8. Pf4
(dreigt 9. Lf6 en 10. Ph5) 8Lg6 9.
Pg6 hg6. Is altijd gevaarlijk voor de witte
koningsvleugel zoo'n open h-ljjn met een
toren op h8. Dat blijkt ook weer in deze
partij.) 10. c3 Dc7 (Daar gaat 't al: Th2
dreigt en bovendien bevordert zwart de
lange rochade en de zet e5)
II. g3 (een erge verzwakking, waar
zwart meteen op af zal stevenen)
110—0—0 12. Pd2 e5! 13. Da4.
Ook wit wil graafg lang gaan rocheeren
maar hij krijgt de kans niet meer; en de
korte rochade is heelemaal niet goed
meer).
1 3ed4 14. cd4 (De stelling wordt
nu ook voor zwart minder mooi met 't oog
op de open c-lijn voor Tel)
1 4Kb8 15. Tacl Ld6 (dreigt 16.
Lg3f enz.) 16. Pfl. (Wit heeft al zeer
moeielijk spel).