WP> Ma m Unciaal 7lieums Stad en Omgeving. JfuniiecuAciek Voor 100 jaar. kfcPiaakuédek schoorl enkhuizen hoorn egmond a. d. hoef burgerbrug stompetoren ÜS m npi lüf B B i i 1 1 i B B SU 0 H u s fü it Sf ÜS B B B I lÉIi §jj B B HS IP u r JB l' B B iP B ÉS 11 ..li IÉ IP 'w "ui ctie. of teeltkeus, eenerzijds voor de se lectie van den jaarlukschen afzet, anderzijds -oor de selectie van de kui- en stierkalve- Vpn welke voor de instandhouding en ver betering van den veestapel worden aange houden. In 1897 is het Rijk en later ook de Pro vincie tevens begonnen het initiatief van de lokkers te steunen door middel van het verschaffen van subsidies. Teneinde deze subsidies zoo doelmatig mogelijk te beste den, zijn Prov. commissies ingesteld. Deze Prov. commissies gebruiken heden ten dage deze gelden in hoofdzaak voor de controle op het werk der plaatselijke fokvereeni- ingen, waardoor de gegevens het fiat van betrouwbaarheid krijgen, en bovendien voor de organisatie der stierenkeuringen, de z.g. vóórkeuringen, met als sluitstuk de Centra le stierenkeuring. Alle door de leden der fokvereeniging in het komende dekseizoen te gebruiken stieren moeten worden beoor deeld, hetgeen geschiedt op 19 plaatselijke voorkeuringen. Waar een groot aantal leden der fokvereeniging tevens lid is van het >i'ed. Rundvee Stamboek, worden deze keu ringen tevens door het N.R.S. gebezigd om te beoordeelen of de aangeboden stieren al niet voldoen aan de eischen gesteld voor inschrijving in het stamboek. Op de voor keuringen worden de stieren door een daar toe benoemde jury verdeeld in „aangehou den" en „niet aangehouden". Alle „aangehouden" of goedgekeurde één jarige stieren, waarbij de minimum-eischen voor inschrijving in het N.R.S. als basis worden genomen, verschijnen nu te Alk maar op de Centrale Stierenkeuring. Van de „aangehouden" twee-jarige en oudere stieren worden alleen de beste naar Alk maar ontboden. De Centrale Stierenkeuring is dus de jaarlüksche expositie van het bes te mannelijke fokmateriaal van de georga niseerde fokkers in Noordholland. Op de keuring zelf worden door dezelfde jury de stieren per leeftijdsrubriek beoor deeld en worden aan de eigenaars der beste één-jarige stieren bronzen medailles uitge reikt. Voor de beste twee-jarige- en oudere stieren zijn geldprijzen beschikbaar. De Centrale Stierenkeuring biedt dus de leiders van de fokkerij en de fokkers de gelegenheid om jaarlijks de kwaliteit van het stierenmateriaal te beoordeelen. Tevens biedt deze keuring de gelegenheid aan ver- koopers en koopers om zaken te doen. In de catalogus, welke op het terrein ver krijgbaar is, vindt men de gegevens over de afstamming tot in drie generaties, alsme de alle bekende melklijsten der vrouwelijke voorouders. Tevens heeft een daartoe be noemde commissie haar oordeel over de af stamming (afstamming productie en afstam ming exterieur enz.) neergelegd in een let ter, waarbij behoort een waardeering in woorden, een en ander ter voorlichting. De catalogus telt dit jaar 151 nummers, zijnde 21 meer dan het vorig jaar, waarvan: éénjarige stieren: 19 stuks, geb. 1 April 1935 of later; 77 stuks, geboren 15 Jan-r-31 Maart 1935; 15 stuks, geb. vóór 15 Jan. 1935. Twee jarige stieren, 25 stuks, driejarige 12 en oudere 3 stuks. Wat betreft de afstamming via vaders zijde treedt de Frans-stam op den voor grond met 39 vertegenwoordigers, waarvan 32 direct of indirect van den preferenten stier Frans 104 afstammen. Op den Fransstam volgt de Wodan-stam met 36 vertegenwoor digers, waarbij Hendrik, Blok, Zeppelin en Prins het meest als vaderdier voorkomen. Eenige jaren geleden is in Noordholland ge ïmporteerd de Groninger Henriot 2 van He- ridon. Van dezen Henriot 2 komen thans ter keuring een 19 kleinzoons en 4 zoons, waar uit volgt, dat de invloed van dien éénen Gro ninger niet onbelangrijk belooft te worden. Eveneens is in de laatste jaren nog al wat Friesch fokmateriaal geïmporteerd. Zoo ver schijnen er in Alkmaar een 36 stieren zoo wel directe Friesche import als zoons van reeds eerder in Noordholland ingevoerde slieren. De productiecijfers bij de stiermoe ders zijn over het algemeen uitstekend, zoo wel wat betreft de K.G. als het vetgehalte. Wij hopen, dat de C.S.K. op a.s. Vrijdag mag worden begunstigd door goed weer en druk bezoek van fokkers uit eigen provincie en van elders. Facultatieve lijkverbranding. Woensdagavond is door de afdeeling Bergen van de Nederlandsche vereeniging voor facultatieve Lijkverbranding een pro- paganda-avond georganiseerd in „De Roode Leeuw" te Schoorl. De opkomst was verre van bevredigend, wat de voorzitter, dr. van Beider, betreurde. Als propagandistisch spreker trad op dr. Rademaker, lid van het hoofdbestuur, ome ritus predikant en redacteur van „Het Vaderland'. Spreker was niet gekomen om de menschen over te halen, doch om steun te krijgen voor de idee, dat verassching van het lichaam van den mensch met wet- *'Se middelen toelaatbaar wordt gemaakt. Wij leven nog onder het begrafeniswetje van 1869, dat zegt, dat elke Nederlander na zijn dood dient te worden begraven. Ze staat geen verassching toe, wat de wetgever uit die dagen ook niet kon voorzien. Sinds dien is er veel veranderd. Overal in de wereld in het verasschen langs wettigen weg geregeld, alleen in Nederland wachten we nPg. Politiek en godsdienst zijn in het ge ding gebracht, en heden ten dage word door de regeering verassching niet erkend al hoewel niemand tastbare bezwaren in het geding kan brengen, en door vele vooraan staanden geen bezwaren worden gezien. Op godsdienstig gebied zag spreker even min bezwaren voor verassching, waar toch in geen enkel godsdienstig geschrift zooiets wordt verboden. Integendeel, in het oude boek der Koningen putte spreker de weten schap, dat deze werden verbrand. Van de heidenen en joden ging dit gebruik op de christenen over. Gevoelsbezwaren kunnen er natuurlijk zijn. Hiertegen valt niet te redeneeren, en tegen deze bezwaren dient men respect te hebben. Er is beweerd, dat crematie de misdaad bevordert, doordat b.v. bij vergiftiging geen opgraving en onderzoek op het doode lichaam kan volgen. Bij crematie wordt de doodenschouw ech ter verricht door twee doktoren, terwijl de gevolgen van dezen maatregel menschelij- kerwijze elke verdoezeling van misdaad uitsluiten. Dit is bij gewone sectie niet al tijd zoo serieus, hetwelk spreker staafde met voorbeelden uit de practijk, en voor beelden bij vroegere misdaden. We wenschen onze dooden rust toe, en leggen bloemen op een graf. O, zeide spre ker, als dit graf zich eens opende! Spreker wil niet verder gaan door de hoorders te laten inleven op hetgeen men dan zou zien. I-Ieusch, het begraven lichaam heeft werke lijk geen rust onder de groene zoden. Stel hiertegenover eens de crematie. Met over tuigende motieven staafde spreker het goe de van verassing ook en vooral van gods dienstige zijde te laten zien. Duur is het niet meer. Alleen kan het vervoer van den doode naar Westerveld duur worden, indien men veraf woont, doch ook hierin kan worden voorzien. Een arbeidersvereeniging op dit gebied heeft reeds eenheid in deze vervoerkosten gebracht. Onze vereeniging, waar ieder vrij wordt gelaten, doch die slechts streeft naar gelijkheid van rechten, vraagt voor haar lidmaatschap 1.50 per jaar. Dit lidmaat schap geeft bij het crematorium diverse reducties, waardoor het verasschen voor de groote menigte openstaat en niet op finan- cieele bezwaren kan stuiten. Na deze zeer duidelijke uiteenzetting werden lantaarnplaatjes vertoond, welke een kijk gaven op de inrichting van het Crematorium Colombarium en Urnentuinen te Westerveld. Het filmapparaat weigerde hare diensten, zoodat dit aanschouwelijk gebeuren moest worden overgeslagen. Na de pauze stelde de voorzitter aan den spreker de vraag, hoe het te verklaren is. dat bij de katholieken geen medewerking bestaat, ofschoon in katholieke landen als b.v. Oostenrijk en Italië een goed georgani seerde crematie bestaat. De spreker beaamde dit; de paus heeft crematie verboden, doch niet krachtens zijn encycliek „ex kathedra". Nog werd medegedeeld, dat binnenkort een excursie zal plaats hebben naar Wester veld. De Laatste Eer. De begrafenisvereeniging „De Laatste Eer" hield hare jaarvergadering Donder dagavond in het café van den heer Beeld man. De opkomst was niet groot; 24 leden waren aanwezig. De voorzitter, de heer R. Wognum, be treurde deze geringe opkomst en deelde verder eenige bijzonderheden mede over de gehouden bondsvergadering aan den Langendijk. Voorts releveerde spreker de goede wij ze waarop voorlooper, dragers en stalhou der de begrafenissen uitvoeren, een wijze waarmede vreemdelingen die dit zagen, hun tevredenheid vaak over te kennen gaven. Uit het jaarverslag van den secretaris, den heer C. Jonker, vernamen we dat uit 269 gezinnen, 778 leden waren toegetre den. Een waardeerende passage kwam in dit verslag voor over het goede werk van den overleden drager, den heer C. Hoog- vorst. Er waren geen klachten over het personeel binnen gekomen, daartegenover wel eenige waardeerende brieven. De jaarrekening van den heer J. Hoogland, penningmeester, toonde het onderstaande beeld. Per 1 Januari van het boekjaar was er een saldo van 1374.96. Aan contributie kwam binnen 796.86, en aan kleinere ontvangsten 177.73, zoodat de algeheele ontvangst 2349.55 bedroeg. De uitgaven waren in totaal 1227.25, zoodat er een saldo per 31 December was van 1122.30. Er is dus een achteruitgang in de kas middelen, doordat het aantal begrafenis sen nogal hoog was. Er zijn 11 leden en 7 niet-leden ter aarde besteld, wat boven het gemiddelde is geweest. Namens de commissie adviseerde de heer V/. Kooy tot goedkeuring van de rekening, 'twelk geschiedde. De secretaris, de penning meester, en de commissie kregen den denk van den voorzitter voor hun accu rate werk. Tot leden van de nieuwe com missie werden aangewezen de heeren A. Oottelman (bestuur), W. Oostindië en C. Koel. TT De aftredende bestuursleden J. Hoog land, W. Keizer en J. Kreijgsman werden met algemeene stemmen herbenoemd. Tot vaste drager werd de heer J. Hart aangesteld, terwijl het korps dragers zoo veel mogelijk in de toekomst zal worden aangevuld met menschen boven de maat van 1.70 M., zulks met het passend zijn van de costuums van de vereeniging. De voorzitter deelde hierna mede, dat de bondsvergadering had besloten om het bestuur in te perken. Tegenwoordig wijst elke afdeeling een bestuurslid aan, zoodat het bestuur thans uit 14 leden bestaat, iets wat remmend werkt op spoedige be sluiten. Thans wordt het bestuur gevormd door het dagelijksche bestuur met twee leden, om beurten door de vereenigingen aan te wijzen. In 1936 vervult Schoorl een dier plaatsen. De voorzitter werd hiervoor benoemd. Verder deelde hij me de dat met de bondsvergadering een z.g. rouwkamer was gedemonstreerd. 'tLeek den voorzitter, en eveneens den heer F. Mosk, die als afgevaardigde aanwezig was, een mooie maatregel om zulk een inrichting aan te schaffen. Nadat verschillende sprekers in deze hun meening hadden kenbaar gemaakt, besloot de vergadering om op een Zater dagmiddag, welke in „de Duinstreek zal worden kenbaar gemaakt, zulk een rouw kamer in Schoorl ter bezichtiging te stel len. Is de algemeene indruk een goede, dan krijgt het bestuur een crediet van 150 om zulk een inrichting aan te schaffen, en voor het algemeen gebruik dienstbaar te stellen. Nog werd gesproken over een automa tisch zinkapparaat, doch hierover waren de meeningen verdeeld. Bij de rondvraag bracht de voorlooper, de heer Bosman, zijn dank uit aan be stuur, dragers en rijders voor den goeden steun welk hij in 1935 gehad heeft, om de teraardebestellingen een gewenscht ver loop te geven. Op een vraag werd nog medegedeeld, dat bij crematie van een lid, het bedrag, gewoonlijk voor een begrafenis gebruikt, wordt gerestitueerd. Nog besloot men om in 1936 de derde gratis volgkoets intact te laten. Schorsing in de werkverschaffing. Een tweetal tewerkgestelden bij de werkverschaffing te Enkhuizen is ge schorst. De opzichter B. maakte aanmer king op de geringe arbeidsprestatie, waar op een woordenwisseling volgde en een der arbeiders, C. B., den opzichter met de schop te lijf ging en licht aan de hand wondde. Jubileum. De heer P. Willeboer, controlebeambte bij de Ned. Spoorwegen, herdacht gister 't feit, dat hij gedurende 25 jaar bij de Ned. Spoorwegen in functie was. Een ovatie. Donderdagavond werd den directeur van het Hoeverfanfarecorps en zijn echtge- noote een ovatie gebracht door het corps. De heer en mevr. Wester waren n.1. 12Vj' jaar getrouwd en het corps greep deze gelegenheid gaarne aan om den directeur te huldigen. Begeleid door den beschermheer, burge meester Bos, trok men op naar de woning vj.n het echtpaar, waar onder leiding van den heer de Goede eenige mooie nummers ten gehoore werden gebracht. Burgemeester Bos sprak den heer en mevrouw Wester toe en dankte hem voor alles wat hij voor het corps deed en was. De heer Wester dankte den burgemeester en zijn corps hartelijk en dirigeerde tot slot zelf nog een vroolijken marsch, waarna nog een hartelijk „Lang zullen zij leven" volgde. Heemraad benoemd. De heer C. Smit te Burgerbrug is in de op 14 April 1936 gehouden vergadering van Dijkgraaf, Heemraden en Hoofdinge landen van het waterschap „Zijpe en Ha- zepolder" met 14 van de 15 stemmen her benoemd als heemraad van genoemd wa terschap. „Aurora". Woensdagavond kwamen de leden van de tooneelvereeniging „Aurora" inde jaarvergadering bijeen. Daar de kas niet geheel leeg was, werd besloten tijdens de kermis een tooneel- wedstrijd te organiseeren, waarvoor een drietal vereenigingen uit den omtrek uit- genoodigd zullen worden, om een één- acter voor het voetlicht te brengen. Tot afgevaardigden naar de jaarvergadering in Zaandam werden benoemd de heeren Jb. Posch en L. Schuuring. Op verzoek van de Floraliavereeniging zal men op den te houden feestavond medewerking verleenen. DE BANGERT IN BLOEI. Wat zich ieder jaar herhaalt, staat ook thans weer te gebeuren. De verschillende ooftboomen in de Bangert en omgeving zijn uit hun win ten Jaap herrezen en vor men een paradijs van jeugdig groen, met daar tusschen door het helder wit der bloesems. De teere knopjes zijn nog geslo ten als wilden ze de edele deelen der bloe sems nog beschermen tegen de koude Noordenwinden en de hevige nachtvor sten. Met mooi weer kunnen ze den drang niet weerstaan en toonen zich in al haar luister. Het mooie voorjaarsweer van Woensdag heeft er veel toe bijgedragen en het zal niet lang meer duren of geheel de omgeving is één bloesemweelde. „De hoo rnen loven goed", zeggen de tuinders en vreezen straks eiken kouden nacht. Zon dag 19 April en Zondag 26 April kunnen wy gerust dit jaar de bloei-Zondagen noe men. Voor een ieder, die van natuur schoon houdt, valt er weer volop te ge nieten. Neem de camera mee en leg de mooiste plekjes op de gevoelige plaat vast. De Bangert, het centrum van West- Friesland van vruchten- en glascultuur, met haar vele smalle bruggetjes, wacht de automobilisten, fietsers en wandelaars. Laat ook dit jaar al dat moois niet aan U voorbij gaan en geniet genoemde Zondagen met volle teugen. DE VRAGEN VAN DEN HEER KEIJSPER. Aan het College van B. en W. der ge meente Alkmaar had de heer V. P. Keijsper de volgende vragen gesteld: Ondergeteekende, lid van Uwen raad, heeft de eer U de navolgende schriftelijke vragen te stellen. Is het B. en W. bekend, dat op 29 Maart j.1. 2 Katholieke slachtoffers van het auto-ongeluk aan den Kennemerstraat- weg door den G. G. D. zijn vervoerd naar het Centraal Ziekenhuis? Zijn B. en W. niet van meening, dat door den G. G. D. alles in het werk behoort te worden gesteld, om te vernemen in wlkè Ziekenhuis een slachtoffer zeer waarschijnlijk wenscht opgenomen te worden? Zijn B. en W. ook niet van meening, dat j.1. Zondag met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid was vast te stellen geweest, in welk ziekenhuis de beide bewustelooze slachtoffers zelf opgenomen zouden willen zijn, daar immers de 3 an dere slachtoffers, leden van dezelfde Katholieke voetbalclub, zeer zeker hier mede op de hoogte geweest zijn? Zoo de bovenstaande vragen bevestigend beantwoord moeten worden, zijn B. en W. dan bereid maatregelen te nemen, dat nu voortaan gehandeld wordt met het op nemen van slachtoffers, zóó als vrij zeker het slachtoffer dit zelf zou wenschen? B. en W. hebben in bijlage no. 45 dezen brief als volgt beantwoord: Wij doen U hierbij de beantwoording toe komen van de door U bij brief van 31 Maart j.1. gestelde vragen, welke wij, over eenkomstig artikel 24a van het Reglement van orde voor de vergaderingen van den Raad, zullen publiceeren. Op Zondag 29 Maart jl. had op den Ken- nemerstraatweg een autobotsing plaats, waarvan een 5-tal personen het slachtoffer werd. Juist toen het ongeval was gebeurd, was Dr. G. Hoeneveld toevallig ter plaatse aanwezig, die onmiddellijk zijn hulp ver leende. De gemeentelijke geneeskundige dienst werd intusschen gewaarschuwd. Dr. J. Degenaar, die den dienst had, ver leende op dat oogenblik zijn hulp bij een ander ongeval, doch na zijn thuiskomst is hij onmiddell-k doorgereden naar het on geval op den Kennemerstraatweg. Onder- tusschen waren vanwege het ziekenhuis beide ziekenauto's uitgezonden- met 3 zusters. Dr. Hoeneveld had in dien tijd de pa- tienten nagezien. Alle vijf hadden een hersenschudding, waarvan twee ernstig, met volkomen bewusteloosheid. De beide artsen hebben toen eerst aan de twee ern stige patiënten hulp verleend door hen vervoerbaar te maken. Dr. Hoeneveld bood toen aan, verder voor het vervoer van dit tweetal te zorgen, om aan Dr. Degenaar de gelegenheid te geven de drie andere patiënten te onder zoeken en te helpen. Dr. Hoeneveld heeft toen de eerste twee naar het Centraal ziekenhuis laten vervoeren, terwijl Dr. Degenaar zich met de anderen bemoeide. Een der drie anderen was inmiddels in staat om antwoord te geven op de vragen, waaruit Dr. Degenaar bleek, dat zij Roomsch-Katholiek waren. Dr. Degenaar heeft toen deze drie naar het St. Elisabeth ziekenhuis laten vervoeren. De eerste twee slachtoffers waren toen reeds in het Centraal ziekenhuis, waar Dr. J. G. A. Kerssemakers hen behandelde. Deze heeft, op een hem uitdrukkelijk ge stelde vraag, verboden deze patiënten op nieuw te vervoeren. Toen hun toestand het veroorloofde, zijn zij naar het St. Elisa- beth-ziekenhuis overgebracht. Alvorens onze gevolgtrekkingen te ma ken uit de hier weergegeven feiten stellen wij voorop, dat wij, nu achteraf gebleken is, dat ook de twee bewustelooze patiënten Roomsch-Katholiek waren, uiteraard het St. Elisabeth-ziekenhuis ook voor hen de meest aangewezen inrichting zouden heb ben geacht, in het bijzonder nu de zieken huizen dicht in elkanders nabijheid liggen en het practisch geen verschil maakt of, van de Regulierslaan af, een patiënt wordt vervoerd naar het eene of naar het andere ziekenhuis. Wij twijfelen trouwens niet, of ieder zal dit met ons eens zijn. Dit vooropstellende meenen wij de aan dacht er op te moeten vestigen, dat het vervoer naar het Centraal ziekenhuis is geschied in opdracht van Dr. Hoeneveld. Den gemeentelijken geneeskundigen Dienst kan derhalve geen verwijt treffen. Ook Dr. Hoeneveld naar onze meening niet. Deze heeft immers op prijzenswaardige wijze onmiddellijk zijn zeer gewaardeerde hulp verleend en het is begrijpelijk, dat Dr. Hoeneveld als medicus in de eerste plaats dacht aan hulpverleening en daar na aan het vervoer naar een ziekenhuis. Dr. Hoeneveld behoort niet tot den ge meentelijken geneeskundigen- en gezond heidsdienst en dezen medicus kan dus geen blaam treffen, dat hij niet den regel in acht nam omtrent het inwinnen van in- zindte van de patiënten. Dit zou trouwens practisch niet anders mogelijk zijn geweest dan door deze inlichtingen aan anderen te vragen, omdat de beide door Dr. Hoeneveld verzorgde patiënten bewusteloos waren. Wij vertrouwen, dat U in het voren staande de vragen 1, 2 en 3 voldoende be antwoord zult vinden en deelen U naar aanleiding van de sub 4 gestelde vraag voorts mede, dat naar ons voorkomt de omstandigheden, welke zich b(j dit onge val voordeden, niet de veronderstelling wettigen, dat de bovengenoemde regel omtrent het opnemen van patiënten bij ongevallen door den gemeentelijken ge neeskundigen- en gezondheidsdienst niet in acht wordt genomen. Onze Tweede April-Opgave. Optellen en aftrekken. De twee door ons bedoelde sommen za gen er als volgt uit: 7928365240 7928365240 6456789123 6456789123 14385154363 1471576117 Het aantal ingekomen goede oplossihgen was ditmaal bijzonder groot en zeker een bewijs dat men met veel genoegen naar de oplossing van deze puzzle heeft gezocht. Zeer velen zagen hun puntenaantal weer met twee vermeerderd. Onze Nieuwe Opgave. (No. 3 der April- serie). Welke deelsommen zijn het? Van een niet opgaande deeling is de som van deeler, deeltal, quotiënt en rest 426. Quotiënt en rest zijn samen 31. Welke dee ling is bedoeld? Er zijn twee sommen, die aan de gestel de voorwaarden voldoen. Het inzenden van beide is voor de toekenning der punten noodzakelijk. Ook vernamen wij gaarne hoe men tot de oplossing gekomen is. Oplossingen (2 p.) liefst zoo vroegtijdig mogelijk doch uiterlijk tot Vrijdag 24 April 12 uur aan den Puzzle Redacteur van de Alkmaarsche Courant. Aan het blad. waarin zij adverteert, Kent men de bcteekcnis van de zaak. Uit de Alkmaarsche Courant van 18 April 1836. Men leest in de Staats-courant van 13 April 1.1. het volgende: „Uit Zeeland wordt gemeld, dat er tengevolge van de milde bijdra gen welke van alle kanten inge zonden zijn ten behoeve van den jongen kannonier J. van der Bol, die in Mei 1835 te Vlissingen door bet springen van granaten beide zijne voorarmen en een oog ver loren heeft, deze ongelukkige met het Rijkspensioen, niet alleen in zijnen stand onbezorgd zal kunnen leven, maar dat hij ook eene aan merkelijke verzachting in zijnen toestand verkregen heeft, door de hulp van den heer J. F. Freit, beeldhouwer te Vlissingen. Deze is er namelijk, na vele aangewende pogingen, in geslaagd, om den zoo deerlijk verminkten jongeling een paar kunstvoorarmen met handen te bezorgen, welke hij naar wel gevallen kan bewegen, en hem in staat stellen om bij de noodzake lijkste verrigtingen, zooals eten, zich aankleeden, zelfs schrijven enz., de hulp van anderen te kun nen ontberen. Men schrijft, dat dit kunstwerk van den heer Freit de bewondering tot zich trekt van allen die hetzelve gezien hebben. Uit de Hand te Koop: Een ro- lide Barouchette voor één of twee paarden, met een knechtsbankje, lederen voorkap, enz. Te bevragen bij H. Stoel, Stads omroeper alhier. Probleem 591. A. Qualkoowitzer, Weenen. 'M k '■ak/k ab cdefg b Tweezet. 1. Thcl. Eindspel 976 (als 956) 8 w3 ij Va) P Jll 7 6 5 4 3 2 M/S/M ■mm 1 a b c d e i rit speelt en wint. Tf3 met L. winst. 6 h Eindspel 977 (als 956) 8 7 6 mm 5 4 1 3 WM wy/yfn m 2 "Wï gf 1 m a bcdefgh Wit speelt en wint. 1. Td2| Khl 8. Td4 dreigt mat of L. ver lies. Of 1Kg3 2. Td3+ Kh2 3. Kf2 Lc2 4. Td2 Lb3 5. Tb2 Ldl 6. Kelf of 5. La4 6. Tb4 of 4Lbl 5. Kf3f enz. In deze dagen worden voorwedstrijden gespeeld, om te bepalen, wie, behalve Jhr. van den Bosch en Landau, gerechtigd zijn om deel te nemen aan de wedstrijden om 't kampioenschap van Nederland. De volgende partij is er een uit deze voorwedstrijden. Wit: Jr. van Steenis (Utrecht). Zw. L. Prins (Amsterdam). I. e4 c6 2. d4 d5 3. ed5 cd5 4. Ld3 Pf6 5. Lg5 Lg4. 6. Pe2 Pc6 7. f3 Lh5 8. Pf4 (dreigt 9. Lf6 en 10. Ph5) 8Lg6 9. Pg6 hg6. Is altijd gevaarlijk voor de witte koningsvleugel zoo'n open h-ljjn met een toren op h8. Dat blijkt ook weer in deze partij.) 10. c3 Dc7 (Daar gaat 't al: Th2 dreigt en bovendien bevordert zwart de lange rochade en de zet e5) II. g3 (een erge verzwakking, waar zwart meteen op af zal stevenen) 110—0—0 12. Pd2 e5! 13. Da4. Ook wit wil graafg lang gaan rocheeren maar hij krijgt de kans niet meer; en de korte rochade is heelemaal niet goed meer). 1 3ed4 14. cd4 (De stelling wordt nu ook voor zwart minder mooi met 't oog op de open c-lijn voor Tel) 1 4Kb8 15. Tacl Ld6 (dreigt 16. Lg3f enz.) 16. Pfl. (Wit heeft al zeer moeielijk spel).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 13