DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De oorlog in Oost-Afrika.
Jhr. Ruys de Beerenbrouck overleden.
BOLLENDAG.
No. 96
Zaterdag 18 April 1936
138e Jaargang
Een bekend minister van staat heengegaan.
Tot zijn dood voorz.tter van de Tweede Kamer.
Addis Abeba door de llalianen beschoten.
Verzoeningspogingen mislukt.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELREN AVOND, behalve Zon-
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—
franco door het geheele Ryk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PK1JS PER GEWONE ADVERTENT1ÜN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C f,
postgiro 37060. Telef- 3320, redactie 3330.
Dit nummer bestaat uit vier bladen. Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: T). N. ADEMA.
In de ongesteldheid van Z. E. Jhr. Mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck,
Minister van Staat, was de laatste dagen een dusdanige verergering ingetreden,
dat observatie in een ziekenhuis noodig werd geacht. De zieke werd gister
middag naar het St. Anthonius-gasthuis te Utrecht overgebracht, alwaar hij na
korten tijd kalm en zacht in den Heer is ontslapen.
Naar wij vernemen zal de begrafenis van het stoffelijk overschot a.s. Dins
dag plaats hebben te Vorden bij Zutphen.
DE TWEEDE KAMER BIJEEN GEROEPEN.
De Tweede Kamer is tegen Maandag a.s. telegrafisch bijeen geroepen in
verband met het overlijden van haar President, den Minister van Staat, Jhr.
Ruys de Beerenbrouck.
Ruys met graagte, maar toen hij na vier
maanden geroepen werd om als hoofd der
regeering op te treden in het eerste kabinet
na de invoering der evenredige vertegen'
woordiging gaf hij, hoewel ongaarne, aan
dezen roep gehoor.
Makkelijk heeft hij het in dat eerste mi
nisterie niet gehad, want achtereenvolgens
legden vijf ministers, de heeren Alting von
Geusau, Naudin ten Cate, Bijleveld, Pop,
De Vries en Idenburg hun portefeuille neer,
maar de premier wist het vertrouwen te be
houden en na de Kamerverkiezingen in
1922 werd hem opnieuw de vorming van
een kabinet opgedragen. Ruim een jaar na
zijn optreden bood het echter weer ontslag
aan wegens het verwerpen van de vlootwet,
maar na eenige mislukte pogingen tot vor
ming van een nieuw ministerie, heeft H.M.
de koningin het verzoek om ontslag niet in
gewilligd en is het tweede ministerie Ruys
de Beerenbrouck tot 1925 aangebleven.
Na de verkiezingen in 1929 werd den heer
Ruys voor de derde maal de vorming van
een kabinet opgedragen.
Slechts twee ministerpresidenten voor
hem is die eer te beurt gevallen, n.1. Thor-
becke en Heemskerk Azn., maar geen pre
mier heeft hetzelfde aantal dienstjaren ge
maakt. Elf jaar heeft de heer Ruys aan het
hoofd der regeering gestaan en in de
periode tusschen zijn tweede en zijn derde
premier-schap, was hy belast met het
voorzitterschap der Tweede Kamer, welke
functie hij ook nu weer, na zijn aftreden in
1933, tot zijn zoo plotseling verscheiden ver
vuld heeft.
Jhr. Ruys de Beerenbrouck is hoofd der
regeering geweest in een moeilijken tijd.
Een paar maanden na zijn eerste optreden
deed de heer Troelstra zijn bekende revo
lutie-poging en hoewel die op niets uitliep,
was dat toch van te voren niet bekend en
heeft de regeering onder leiding van haar
jeugdigen premier moeilijke uren doorleefd.
Het optreden van den heer Ruys in die
dagen is van grooten invloed geweest op
het feit, dat hij in 1927 benoemd werd tot
minister van Staat.
Zijn derde kabinet werd getroffen door de
crisis éh de maatregelen, die zijn ministerie
genomën heeft noch de maatregelen die het
niet nam, vermochten het populair te ma
ken. Hij ontwierp de Steunregeling voor de
werkloozen, aan zijn departement werd een
begin gemaakt met de uitwerking van de
plannen voor de Tarwewet, die later door
het departement van Economische Zaken
werden voltooid. Ook werden tijdens zijn
ministerschap verschillende raadsbesluiten
aan de Kroon ter vernietiging voorgedra
gen.
In de drie kabinetten die onder zijn lei
ding stonden, heeft de heer Ruys steeds de
portefeuille van binnenlandsche zaken be
heerd. Daarbij nam hij ad interim Marine,
Oorlog, Koloniën, Landbouw en na het af
treden van jhr. Beelaerts van Blokland in
1933 ook buitenlandsche zaken eenigen tijd
voor zijn rekening.
In Mei 1933 trad het derde kabinet Ruys
de Beerenbrouck af; aanleiding hiertoe was
een bezuinigingsmaatregelen, n.1. het ont
werp tot wijziging der rechterlijke indee
ling, hetgeen zooveel verzet uitlokte, dat tot
Kamerontbinding werd overgegaan, waarna
vervroegde verkiezingen gehouden werden.
Toen het kabinet Colijn de regeerinstaak
aanvaardde, nam'de Ruys zijn oude plaats
op den voorzitterszetel in de Tweede Kamer
der Staten-Generaal weer in.
Aan het Hbld. ontleenen wij nog het vol
gende:
Critiek is den heer Ruys de Beerenbrouck
niet bespaard, vooral niet in de derde
periode van zyn bewind. Maar al werd
er over zijn staatsmanskwaliteiten ver
schillende geoordeeld, een feit is, dat de
heer Ruys in de elf jaar dat hij het minis
ter-presidentschap bekleedde, in het depar
tement van binnenlandsche zaken beheerde,
nooit een werkelijk ernstige nederlaag
geleden heeft. Dat is een feit van beteeke-
nis, hetwelk niet voorby gezien mag wor
den.
Als minister, zoowel als in zijn functie
van voorzitter van de Kamer, heeft de heer
Ruys 'zich nooit onbillijk of kwetsend
Toen H. M. de koningin in 1918 jhr. Ruys
de Beerenbrouck belastte met de vorming
van een kabinet, wekte deze opdracht eeni
ge teleurstelling bij den nieuwen formateur,
en verwondering in den lande. Jhr. Ruys,
die eerst vier maanden te voren uit de han
den van zijn vader het bewind over de
provincie Limburg had overgenomen, had
het premierschap niet gewenscht, integen
deel de taak, die hij nog slechts zoo kort
vervulde, schonk hem voldoende bevredi
ging en de aspecten, die hij daarin zag,
deden hem niet verlangen naar het Haag-
sche Binnenhof en naar het „Torentje",
waar vóór hem vergrysde figuren als Cort
van der Linden, Heemskerk en Abraham
Kuyper gezeteld hadden. Dat was ook de
reden van de verwondering, die de opdracht
aan den heer Ruys verwekte, want de
nieuwe premier was nog geen vyf en veer
tig jaar oud en byna dertig jaar jonger dan
zijn onmiddellijke voorganger, mr. Cort van
oer Linden.
Een onbekende op het Binnenhof was de
nieuwe premier echter niet. want hij was
van 1905 tot zyn benoeming als commissaris
van de koningin in Limburg in 1918
kd van de Tweede Kamer geweest en zelfs
vice-voorzitter na het vertrek van jhr. mr.
Van Nispen tot Sevenaer.
Jhr. Charles Joseph Marie Ruys de Bee
renbrouck werd op 1 December 1873 te
Roermond geboren. Hij studeerde aan de
I.eidsche universiteit in de rechten, waar
Van der Hoeven, Oppenheim, Van der
Vlugt en Drucker zijn leermeesters waren.
In 1895 promoveerde hij op een proefschrift
„Het strafrecht in het oude Maastricht", een
onderwerp dat wel werd bepaald door het
feit, dat hij daarmee door zijn vader, die
eertijds rechter in de rechtbank te Maas
tricht was, in nauwe aanraking gebracht
was. Het was ook zijn vader, die by hem de
eerste belangstelling voor het politieke
leven in Nederland wekte en toen de oude
heer Ruys minister van Justitie geworden
^as en het gezin dientengevolge van
Maastricht naar Den Haag verhuisd was,
kwam de zoon daar met de kopstukken van
he politiek van dien tyd in aanraking.
Na zijn promotie vestigde jhr. Ruys de
Beerenbrouck zich als advocaat te Maastricht
waar ook zijn vader, die twee jaar tevoren
tot gouverneur der provincie Limburg be
noemd was ,toen weer woonde. Duiten zijn
advocatenpractyk wijdde de heer Ruys zich
daar aan maatschappelijken arbeid. Hij
werkte in de Vincentius-vereeniging en was
rechtskundig adviseur van de twee belang
rijkste vakvereeniging der Maastrichtsche
industrie. Ook voor de drankbestrijding
heeft hy in Uien tijd veel gedaan en in 1899
werd hij tot voorzitter der Sobrietas ver
eniging gekozen.
In datzelfde jaar werd hy lid van den ge-
rneenteraad van Maastricht, welke functie
hij tot zijn benoeming tot commissaris der
koningin in 1918 vervulde. Daarnaast was
jhr. Ruys üd van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal van 19051918.
De taak om als opvolger van zyn vader de
Provincie te besturen waar het geslacht
Ruys door de eeuwen een plaats van betee-
kerus heeft ingenomen, aanvaardde jhr.
tegenover zijn tegenstanders uitgelaten;
zijn eenvoudige goedmoedigheid en vooral
zijn gevoel voor humor hebben hem voor
als als Kamer-president het aanzien van
vrijwel alle partijen doen genieten. Hy was
noch een groote redenaar, noch een figuur,
die geestdrift wekte. Daarvoor was hij te
eenvoudig, te nuchter. Ruys was wars van
alle uiterlijk vertoon; zijn vertoogen in de
Kamer waren meestal kalm en met humor
wist hij dikwijls we spreken nu van den
minister geopperde bezwaren en argu
menten te weerleggen.
Dat is de oorzaak dat van hem wel eens
gezegd werd „dat Ruys de zaken niet ern
stig genoeg nam". Deze kritiek was niet
rechtvaardig, want zij kwam voort uit een
niet verstaan van de scheiding die hij maak
te tusschen hoofd- en bijzaken. In vele op
zichten is zoo'n scheiding een zeer indivi-
dueele kwestie, maar de heer Ruys maakte
daar wel degelijk ernst mee. En als het in
de Kamer ging om dingen, die hij wel als
hoofdzaken beschouwde, dan maakte hij
zich warm ook en dan maakte zijn eenvou
dig en onopgesmukt betoog des te meer in
druk.
Dan zag men den heer Ruys plotseling
van een anderen kant, dan kwam er over
den anders gaarne dezen of genen afgevaar
digde met een kwinkslag beantwoordenden
bewindsman, de ernst, die den zich van zijn
verantwoordelijkheid wel degelijk bewusten
regeerder kenmerkte. Dan viel in gestalte,
toon, gebaar de echte premier waar te
nemen, zooals er ook niet te spotten viel
met voorzitter Ruys als hij zijn presidiaal
gezag moest doen gelden.
Van Ruys de Beerenbrouck kan gezegd
worden, dat hij zijn hooge ambten met
groote toewijding en nauwgezette plichtsbe
trachting vervuld heeft. Een typische regen
tenfiguur en een goed Nederlander is heen
gegaan.
Tusschen Addis Abeba en Dessie ligt een
weg van 350 K.M. en volgens een Italiaansch
bericht hebben de Italianen er hiervan
reeds 40 afgelegd in de richting van Addis
Abeba. In Rome zegt men te hopen en te
verwachten, dat de Italianen op den 21en
April, den jaardag van Rome, de stad zullen
binnenrukken en als inderdaad blijkt dat
de Abessinische troepen niet tusschen Addis
Abeba en Dessie liggen dan lijkt de kans
inderdaad groot, dat de Italianen er in zul
len slagen hun hoop in vervulling te doen
gaan. Dit echter alleen, als de Abessiniërs
er inderdaad niet in zullen slagen, of ge
slaagd zyn, een verdediging te organiseeren
ergens langs den w&g. Hieromtrent is niets
bekend en er zal wel niets van bekend wor
den zoolang het bericht van 'n Italiaansche
bezetting van Addis Abeba niet gekomen
is. Er zijn uitsluitend zeer vage geruchten
in omloop over de bewegingen van den ne
gus. Een van deze geruchten wil, dat hij
in westelijke richting is weggetrokken, maar
waar vandaan of waarheen wordt niet ver
meld. Wat hy trouwens in het westen zou
moeten zoeken is nogal duister, omdat de
Italianen tusschen Dessie en Gondar het oog
gericht hebben op Debra Tabor en niet op
punten Zuidelijk van die plaats. Voorloo-
pig is de toestand aan het Noordelijk front
dus nog uitermate duister. Licht zal alleen
de snelheid waarmede de Italianen naar
Addis Abeba oprukken kunnen brengen. In
dit verband is het bericht, dat alle Eritree-
sche legercorpsen bij Dessie geconcentreerd
zullen blijven en dus niet zullen deelnemen
aan den opmarsch naar Addis Abeba merk
waardig. Blijkbaar wenschen de Italianen
de eer van de bezetting van Addis Abeba
voor de nationale troepen te reserveeren en
blijkbaar houdt men met een niet al te groo
ten tegenstand rekening.
De Italiaansche vliegtuigen boven Ad
dis Abeba.
In tegenstelling met de eerste berichten,
deelt Reuter thans mede, dat de vliegtui
gen, die boven de hoofdstad hebben gevlo
gen, geen strooibiljetten uitwierpen, doch
de huizen in de buurt van het keizerlijk pa
leis met hun mitrailleurs onder vuur geno
men hebben. Het gerucht gaat, dat eenige
menschen gewond zouden zijn.
Abessinisch protest tegen beschieting
van Addis Abeba.
De Abessinische minister van buitenland
sche zaken, Heroy, heeft aan den secretaris
generaal van den Volkenbond gisteren het
volgende telegram gezonden:
Hedenmorgen omstreeks 8 uur hebben
twee Italiaansche bombardementsvliegtuigen
langen tijd boven de open stad Addis Abe
ba gevlogen en met mitrailleurs gevuurd en
vuurpijlen afgeschoten. De Abessinische re
geering verwacht, dat de vijand zal bewe
ren, dat bij dezen aanval de vliegtuigen be
schoten zijn, met het doel, een leugenachtig
voorwendsel te fabriceeren om de stad te
kunnen bombardeeren. De Abessinische re
geering verklaart, dat bij dezen aanval geen
enkel schot op deze vliegtuigen is gelost.
Het feit, dat de Italiaansche vliegtuigen tot
vier maal toe boven de stad hebben gevlo
gen, en het feit, dat bij deze vluchten uit
mitrailleurs is geschoten en vuurpijlen zyn
afgeschoten, toonen duidelijk de bedoelin
gen van den vyand aan om deze open stad
aan te vallen.
Ministerraad te Addis Abeba.
Gisteren is te Addis Abeba ministerraad
gehouden. De besluiten die in deze vergade
ring genomen zyn, zijn niet bekend.
De toestand aan het Noordelijk front
wordt voortdurend onoverzichtelijker.
Het lykt alsof de Abessinische legers zich
terugtrekken naar het Westen van Abessi-
nië, waarschynlyk in de hoop daar betere
verdedigingsmogelij kheden te vinden.
Dat de Italianen aan het Zuidelijk front
inderdaad een offensief hebben ingeluid,
wordt bevestigd door verschillende berich
ten, die spreken van hevige botsingen tus
schen de Italiaansche voorhoede en de troe
pen van Nassiboe.
De Italianen in Dessie.
Stefani meldt uit Dessie;
Alle Eritreesche legercorpsen zullen
voortaan by Dessie geconcentreerd blijven.
Bij de vooruitgeschoven linies heeft men
zware artillerie geplaatst. De bevolking van
Dessie, die bij de nadering van de Italianen
was gevlucht, is weer teruggekeerd en het
leven heeft zijn gewonen gang herkregen
De Italiaansche autoriteiten zyn doende om
het burgerlijk bestuur van Dessie te reor-
ganiseeren. In dien tusschentijd is een
groot aantal inwoners van de stad onder lei
ding van Italiaansche soldaten bezig met
het herstellen van de wegen in de buurt
van de stad.
Italië, beschermer der Abessiniërs.
In een hedenochtend verschijnend artikel
wyst de Popoio d'ltalia er op, dat de massa
mobilisatie, die door den negus is afgekon
digd, Italië den plicht oplegt de soldaten, ar
beiders en Abessinische bevolkingen te be
schermen. De bewoners van Tigre, de Da-
nakils, de Somalilanders en de Galla's, die
hun emancipatie veroverd hebben in den
strijd tegen de Ethiopiërs, kunnen niet wor
den uitgeleverd aan de horden van den ne
gus. Alleen blinde dwaasheid zou de orgie
van wraak en bloed kunnen begunstigen of
dulden.
Italië, moeder van drie zeer humane be
schavingen, zal dit nooit toestaan. De vei
ligheid van alle Ethiopische volken zal door
de bezetting van Addis Abeba en van de
laatste strategische spoor- en karavaanwe
gen worden gewaarborgd.
De verzoeningspogingen mislukt.
Abessinië heeft een negatief ant
woord gegeven op de demarche, die de
Madariaga gisteren by' de regeering van
dit land heeft gedaan.
De commissie van dertien, die om
vier uur gistermiddag bijeenkwam, zag
zich dus geplaatst voor een mislukking
der verzoeningspogingen.
Nieuw protesttelegram van
Negus aan den Volkenbond.
den
Addis Abeba, 17 April. De
Negus heeft den Volkenbond een nieuw
protesttelegram doen toekomen, waar
in gezegd wordt, dat Italië indertijd
neett toegestemd in het voorstel van de
commissie van dertien om te onderhan
delen binnen het kader van den Volken
bond, doch thans deze verplichting niet
meer erkent.
Ondanks het Volkenbondsproces zet Italië
zijn aanval voort, ondanks den goeden wil
van de Volkenbondsleden is echter niet
besloten tot aanvullende sancties. In het te
legram wordt Italië verder verweten zyn
aanval voort te zetten met schending van
het geheele oorlogsrecht. Na lang wachten
veroorlooft Abessinië zich te vragen o f d e
principes der collectieve
veiligheid niet meer dan
een doode letter zijn. Sedert
zeven maanden weerstaat Abessinië met zijn
eigen middelen de aanvallen die steeds ster
ker worden. Abessinië houdt zich aan zijn
verplichtingen uit het Volkenbondspact.
Aan den anderen kant is de Volkenbond
thans verplicht aan den Italiaanschen aanval
een einde te maken. Ten slotte roept de
Negus de Volkenbondsleden op stappen te
doen om het Italiaansche optreden tot staan
te brengen.
Rijdt rustig en veilig.
De K. N. A. C. verzoekt ons
mede te deelen, dat de bloembol
len in een vergevorderd stadium
van bloei verkeeren, zoodat met
recht verwacht mag worden, dat
a.s. Zondag de bollenstreek met
een druk bezoek zal worden ver
eerd.
In verband hiermede verzoekt
de K. N. A. C. alle weggebruikers
de noodige voorzichtigheid in acht
te willen nemen, in het bijzonder
waar het binnenwegen betreft en
zich te willen aanpassen aan de
omstandigheden, welke het ver
keer op een dergelyken dag met
zich pleegt te brengen. Het parool
blijve steeds: veiligheid voor alles.
Officieele mededeeling der commissie
van dertien.
Na de zitting van de commissie van der
tien is een officieel communiqué gepubli
ceerd, waarin gezegd wordt, dat de voorzit
ter der commissie heeft ingelicht omtrent de
besprekingen, die hy gistermorgen met de
Abessinische delegatie heeft gehad en waar
bij hij deze het resultaat heeft medege
deeld van de bespreking, die hij Donderdag
met de Italiaansche delegatie heeft ge
voerd. De Abessinische delegatie, aldus het
communiqué, heeft verklaard, dat zy na
een nauwkeurig onderzoek in de gewijzigde
Italiaansche voorstellen geen verandering
van eenig belang ten opzichte van het eerste
voorstel ziet. Zij handhaaft haar vroegere
verklaring zonder beperking. Zy verklaart
zich bereid, onmiddellijk in het kader van
den Volkenbond en in den geest van het
pact te onderhandelen. Opdat de toepassing
van alle voorschriften van artikel 16 van
het pact niet langer vertraagd worde, ver
zoekt de Abessinische delegatie de commis
sie van dertien vast te stellen, dat de Ita
liaansche regeering niet bereid geweest is,
in het kader van den Volkenbond en in den
geest van het pact te onderhandelen.
De voorzitter stelt vast, dat onder deze
omstandigheden het mandaat, dat hem en
den secretaris-generaal verleend was, als
geëindigd kan worden beschouwd.
Het witboek over de bombarde
menten van het Britsche Roode
Kruis.
In den vorm van een witboek is de cor
respondentie tusschen Engeland en Italië be
treffende het bombardeeren door Italiaan
sche luchtstrijdkrachten van Engelsche
roode kruis-eenheden gepubliceerd. Het
witboek bestaat uit een Italiaansch me
morandum met begeleidend schryven van
Suvich, van 12 Maart en de Engelsche ant-
woord-nota van 10 April.
De Italiaansche nota geeft een beschrij
ving van de omstandigheden, die geleid
hebben tot de opvatting by de lucht
macht, dat de roode kruis-eenheden 'n mi
litair kamp vormden, weshalve de Italiaan
sche regeering moet protesteeren tegen
schending van de conventie van Geneve.
Het Britsche antwoord verwerpt de Ita
liaansche lezing der feiten als in geen enkel
verband staande met wat in werkelijkheid
gebeurd is. De antwoord-nota geeft dan een
opsomming van de voorzorgsmaatregelen,
die door het roode kruis personeel genomen
zyn ter kenbaarmaking van den aard der
kampementen. De Italiaansche rechtvaar
diging op grond van artikel 7 van de roo
de kruis-conventie wordt in de Engelsche
nota verworpen, aangezien de feiten die ter
staving aangehaald zijn, onjuist zijn en
zelfs, wanneer zij juist geweest waren, geen
voldoende reden zouden hebben gevormd
voor de actie der Italiaansche vliegers.
De nota eischt categorische verzekering,
dat duidelijke instructies ter voorkoming
van aanvallen op Britsche roode kruis-een
heden aan de militaire Italiaansche autori
teiten zullen worden gegeven en behoudt 't
recht der Engelsche regeering voor, te zy-
ner tyd schadevergoeding te eischen voor
de zware materieele verliezen, die door
den Britschen ambulancedienst in Abessinië
zyn geleden.
Weg van Amba Aladji naar Dessie
aangelegd.
Met man en macht wordt door de Italia
nen gewerkt aan den weg van Amba
Aladji naar Dessie. Ongeveer 12.000 man
schappen van alle wapens, onder leiding
van specialisten van de genie zijn er thans
in geslaagd een weg aan te leggen, welke
door zware vrachtauto's bereden kan wor
den en voor het eerst zyn de troepen te
Dessie thans op de gewone wyzc voorzien
van nieuwe voorraden, terwyl zij tot nu
door middel van vliegtuigen werden ge
ravitailleerd.