DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
MORGEN
EMM ABLOEM COLLECTE
De oorlog in Abessinië.
Ho. 96
Donderdag 23 April 1936
138e Jaargang
De Itatiaansche opmarsch naar Addis Abeba.
De strijd bij Djanagobo.
Von Stohrer gevonden.
Duitschland en de west
grenzen.
De toestand in Palestina.
Na tien dagen uit goud
mijn bevrijd.
De resten van het kasteel
van Meeuwen.
Onze ambulance in Abessinië.
De roofoverval te Westzaan.
v'er jaar geëiacht
tegen de daders.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden by vooruitbetaling voor Alkmaar f 2.—
franco door het geheele Rijk f 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIKN:
Van 15 regels f 1.25, elke regel meer f 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk-
kery v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordan» C 9,
postgiro 37060. Telef 3320, redactie 3330.
Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
De weg van Dessié naar Addis Abeba
figureert thans zoowel in Italiaansche
als in Abessinische overwinningsbe-
richten, zegt de N. R. C. De Italianen
zeggen dat de opmarsch voorspoedig
verloopt en dat hun voorhoede nog
slechts 80 kilometer van Addis Abeba
af is. De Abessiniërs zeggen daarente
gen, dat de Italianen nog nauwelijks
gelegenheid hebben gehad om hun op
marsch te beginnen en dat er Dinsdag
even Noordelijk van Dessié een gevecht
heeft plaats gehad, waarbij de Italianen
het onderspit hebben gedolven.
Wat van deze berichten het juiste is, is
natuurlijk moeilijk uit te maken. Eenige
dagen geleden beweerden de Italianen, dat
zij reeds halverwege waren en bij de groo
te snelheid, die zij bij hun opmarsch op
Dessié ontwikkeld hadden, leek dit niet on
mogelijk. Gisteren zijn er echter boven An
kober, dat ongeveer halverwege ligt, pam
fletten uitgeworpen, met de mededeeling,
dat de Italianen daar over twee dagen zou
den aankomen. Zoodat men wel kan aan
nemen, dat zij eenige vertraging hebben op
hun tocht naar Addis Abeba.
De Abessiniërs zijn hard doende om
Noordelijk van de stad den kostbaren weg
op te blazen en machinegeweernesten aan
te leggen in het gebergte ter zijde van den
weg.
Uiteraard worden zij bij dit werk fel be
stookt door de Italiaansche vliegtuigen.
Over de juiste plaats van het leger van
den negus, die er toch in geslaagd schijnt
te zijn nog weer een vrij groote troepen
macht om zich heen te verzamelen over
de uitrusting en de geoefendheid van deze
troepen is niets bekend zijn geen nade
re berichten gekomen. Vormt hij inderdaad
een ernstige bedreiging voor Dessié, dan is
het moeilijk aan te nemen, dat de Italia
nen het er op zullen zetten om Addis Abe
ba ten koste van hun veiligheid, in eenige
dagen te bereiken. Zij zouden dan te veel
gevaar loopen los te raken van hun basis
in Dessié, terwijl zij bovendien nog aan
aanvallen van ongeregelde troepen bloot
zouden staan. Dat de Abessiniërs toch niet
van plan zijn (of niet meer van plan zijn)
om.Addis Abeba niet te verdedigen, blijkt
uit de aankomst van den kroonprins aldaar,
die het plan schijnt te hebben de leiding
van de verdediging op zich te nemen. Ver
moedelijk zal deze verdediging zich wel
over een zoo lang mogelijk gedeelte van
den weg van Ankober naar Addis Abeba
uitstrekken, om een actie van de vliegtuigen
moeilijker te maken en bovendien omdat
hun mogelijkheden van een dergelijke ver
dediging veel grooter zijn, dan die van een
verdediging op een bepaald front
Een en ander maakt het niet onwaar
schijnlijk, dat de val van Addis Abeba nog
wel eenigen tijd zal kosten, temeer, omdat
het generaal Graziani in het Zuiden ook
nog niet bevestigd, bovendien moet de ge-
Het legerbericht heeft den val van Sagag
nog niet bevestigd, bovendien moe de ge
steldheid van het terrein zijn operaties in
aanzienlijke mate belemmeren.
Zestig kilometer Zuideiyk van
Dessié.
Stefani meldt uit Dessié:
Italiaansche vliegtuigen, die den weg
DessiéAddis Abeba op kaart brachten,
ontdekten Dinsdag, ongeveer 60 kilometer
Zuidelijk van Dessié een groote afdeeling
Abessinische troepen. Zij wierpen bommen
en daalden vervolgens zoover, dat zij de
troepen met mitrailleurvuur konden be
stoken.
Den volgenden ochtend ontdekten zij op
nieuw vijandelijke troepenconcentraties,
die samengesteld waren uit afdeelingen, die
vroeger deel uitmaakten van het leger van
den negus. Deze troepen concentreeren zich
ten Zuiden van Doba.
De vliegtuigen verkennen het gebied van
Dessié voortdurend.
Een gevecht tusschen Dessié en
Addis Abeba.
Uit Addis Abeba wordt gemeld:
Verscheidene pogingen van een Italiaan
sche colonne, om langs den weg Dessié
Addis Abeba op te rukken en den berg
Tarmabir te bezetten, zijn naar men zegt
door de Abessinische troepen verijdeld, na
een gevecht dat Dinsdag den geheelen dag
geduurd heeft. De vijandelijke colonne
wérd tenslotte tijdens een nachtelijk ge
vecht op de vlucht gedreven.
Een Italiaansche proclamatie.
Stefani meldt uit Gondar:
Het Italiaansche oppercommando heeft
een proclamatie gericht tot de bevolking
van Gondar, Dembea en Begmeder, waarin
zij wordt uitgenoodigd \yeer rustig haar
werkzaamheden op het land op te vatten,
aangezien zij voortaan door de Italiaansche
soldaten beschermd wordt.
Verder worden alle mannen, die zich nog
in de Abessinische legers bevinden, uitge
noodigd, zoo spoedig mogelijk naar hun
dorpen terug te keeren. Zij zullen dan door
de Italaansche regeering begenadigd wor
den. Blijven zij echter tegen de Italiaan
sche troepen vechten, dan zullen zij onver
biddelijk gestraft worden.
De keizerin doet een beroep op de pers.
De Keizerin van Abessinië heeft gisteren
eenige persvertegenwoordigers ontvangen.
Zij heeft hun een beroep op de pers van de
wereld ter hand gesteld waarin zij nog eens
het Abessinische geval uiteenzet. Dit beroep
geldt speciaal voor Frankrijk en Engeland,
welke beide landen verzocht wordt tot eeni
ge actie over te gaan voor het te laat is. Zij
gaf voorts te kennen, dat zij tot het laatst
in Addis Abeba zou blijven, temidden van
haar volk.
Optimistische verwachtingen aan
den Abessinischen kant.
Het D. N. B. meldt uit Addis Abeba:
De voorgenomen opmarsch van de Ita
lianen naar Addis Abeba, is, volgens berich
ten die van het Noordelijke front binnen
komen, nog niet begonnen, omdat de Abes
sinische troepen ten Zuiden van Dessié he
vigen tegenstand bicden.
Volgens de opvattingen van buitenlandsche
militaire deskundigen zal 't voor de Italianen
nauwelijks mogelijk zijn de stad vóór begin
tot midden Mei te bereiken.
Als voornaamste hindernis wordt de bui
tengewoon ongunstige terreingesteldheid ge
noemd. Van Abessinische zijde" wordt de
militaire toestand de laatste dagen optimisti
scher bekeken. Men verzekert er in geslaagd
te zijn de Italiaansche aanvallen op Sassa-
baneh en Daggaboer af te wijzen, en de po
gingen van de Italianen om de provincie Bali
binnen te dringen te verhinderen. Dit zou
een belangrijke verbetering van den militai
ren toestand beteekenen.
Bevoegde kringen verzekerden voorts dat
een bezetting van Addis Abeba geenszins
het einde van dr) oorlog impliceert. De
stryd zal dan integendeel met bijzondere
hardnekkigheid worden voortgezet, te meer
daar de Abessinische strijdkrachten dan de
mogelijkheid hebben Westelijk-Abessinië ten
minste een half jaar te verdedigen.
Bezetting van Addis Abeba niet
voor midden Mei mogelijk?
Naar de meening van buitenlandsche mili
taire deskundigen is het nauwelijks mogelijk
te achten, dat de Italianen de Abessinische
hoofdstad vóór midden Mei zullen kunnen
bereiken. Men wijst erop, dat de ongunstige
terieinomstandigheden een ernstige hinder
paal vormen.
Van Abessinische zijde wordt de militaire
situatie de laatste dagen optimistischer be
oordeeld. Men verklaart, dat het gelukt is,
de Italiaansche aanvallen op Sassabaneh en
Daggaboer af te slaan, en de pogingen der
Italianen, in de provincie Bali door te drin
gen, te verijdelen. Dit beteekent een aan
zienlijke verbetering der positie van Abes
sinië.
Amerikaansche zendelingen door
bende gevangen genomen?
Domine Kenneth Oglesby en zijn vrouw,
Amerikaansche missionarissen, die uit Los
Angeles afkomstig zijn, schijnen volgens
ontvangen berichten in handen te zijn ge
vallen van Abessinische bandieten, die in
de buurt van Laloella verblijf houden.
Het 194e legerbericht.
Maarschalk Badoglio telegrafeert:
Aan het Somaliefront zet de Libysche di
visie den opmarsch voort. De langs den ka
ravaanweg naar El Foed trekkende en uit
hun verband gerukte vijandelijke groepen,
hebben vergeefs getracht aan de achtervol
ging te ontkomen. Een onder bevel van ge
neraal Hernet staande colonne heeft een
karavaan buitgemaakt, bestaande uit 600
kameelen, die levensmiddelen voor de troe
pen van Dedjaz Abbebe Damo vervoerden.
Voorts zijn nog een aantal automobielen en
een groote hoeveelheid ambulancemateriaal
buitgemaakt. Andere colonnes hebben Ssec
en Hosc in het dal van de Faf en de Koerati
bezet. In den sector van de Borana hebben
onze detachementen Doebats, terzijde ge
staan door de onderworpen Gherra-stam-
men, het gebied van El Dere, ten westen
van Malca Marre, bereikt, waar zij op groe
pen gewapende Abessiniërs stooten, die zij
op de vlucht joegen. De luchtmacht heeft
in alle sectoren van het Somaliefront krach
tig de vijandelijke stellingen gebombar
deerd. Van het Eritrea-front is niets belang
rijks te melden.
Aan het blad, waarin zy adverteert,
Kent men de beteekenis van de zaak.
In goede gezondheid.
De vermiste Duitsche gezant von
Stohrer is gevonden. Hij is per vlieg
tuig onderweg naar Caïro, waar hij
tegen den middag wordt verwacht.
De landsgroepleider voor Egypte en cor
respondent van het Duitsche Nieuwsbureau,
von Homeyer, die aan het zoeken naar den
gezant heeft deelgenomen, is reeds heden
nacht te Caïro aangekomen.
Naar Reuter nog meldt, zijn von Stohrer
en zijn chauffeur om 9,30 pl. tijd door Brit-
sche vliegtuigen nabij Baharia gevonden,
beiden verkeeren in goede gezondheid.
De versterking van de gedemili
tariseerde zóne.
Volgens een bericht van den specialen
correspondent van den „Excelsior" uit Wies-
baden zijn de laatste twee weken 70.000
arbeiders in de voormalige gedemilitari
seerde zóne samengetrokken, teneinde de
fortificatiewerken aan de Duitsche west
grenzen uit te voeren.
De werkzaamheden worden dermate be
spoedigd, dat het kort geleden in Forsten bij
Aken tot een proteststaking van twee uur
onder de arbeiders is gekomen.
Het gaat hier grootendeels om werk
loozen uit de steden, die tegen een dagloon
van 1.35 mark tot 2 mark, met aftrek van
de kosten voor huisvesting en verzorging
tewerk worden gesteld.. Hun aanwerving
geschiedde aldus, dat de rijksminister van
arbeid, Seldtke, in een circulaire ongeveer
twee derden der stedelijke werkloozen voor
de keuze stelde hun steun te verliezen dan
wel naar de Rijnzóne te gaan. In verschei
dene steden moesten werkloozen, die niet op
deze voorwaarden wilden ingaan met ge
weld naar de werkplaatsen gebracht
worden.
De Duitsche versterkingen, die naar het
voorbeeld van de Maginot-linie zullen
worden aangelegd, beginnen bij Effeld aan
de Duitsch-Nederlandsche grens en loopen
via Aken, Trier, de Pfalz en Baden naar de
Zwitsersche grens.
Voorloopig worden betonnen schuilplaat
sen gebouwd. De tot dusverre voor dit doel
beschikbaar gestelde credieten bedragen
honderden milliocnen rijksmark.
Joden worden gedwongen zich
aaneen te sluiten.
Telefonisch wordt uit Jeruzalem verno
men, dat de joden, die in Palestina onge
veer 26 a 27 pet. van de bevolking uit
maken, gedwongen worden zich in de
groote steden te concentreeren om vervol
ging te ontgaan. Zij verlaten de plaatsen
waar zij verstrooid leefden.
In groote massa verlaten zij Jaffa om
naar Tel Aviv te trekken en de verlaten
woningen worden onmiddellijk in brand
gestoken, de branden worden aangewak
kerd door den wind, zoodat gisteren dui
zenden woningen een prooi der vlammen
werden, de brandweer was niet bij machte
het vuur te beperken.
De opwinding is zeer groot en de He-
breeuwsche bladen verschijnen met groote
rouwranden en roepen om bescherming
van de regeering. Zij beschuldigen de ver
volgers er van buitenlandsche leiding te
aanvaarden in zuiver plaatselijke aange
legenheden.
Over het algemeen is het land
rustig.
Behalve de' pogingen' om een staking
onder de Arabieren tefarceeren', Waarbij
botsingen met de politie plaats hebben,
welke leidden- tot arrestatie van Arabische
posters, is de- toestand'in' het' land vrij
kalm. Gisteravond -is te Jeruzalem getracht
het verkeer te belemmeren door spijkers
in de straten te strooien:, doch dit had geen
succes.
Te Jenin- in Centraal Palestina is met
steenen naar particuliere auto's geworpen,
doch niemand werd getroffen en slechts
geringe schade werd aangericht.
De onlusten welke gisteren te Jaffa plaats
hadden eisehten-14 dooden onder de Ara
bieren en 5 onder-de joden. Twee joden
zijn aan eerder, -opgeloopen kwetsuren
overleden, eoodat in totaal thans 17 joden
werden gedood.
Officieele opgave van aantal slacht
offers der onlusten;
In een officieel communiqué wordt me
degedeeld, dat sedert het uitbreken der
ongeregeldheden in het :and 16 joden zijn
gedood en -26' in het ziekenhuis moesten
worden opgenomen .terwijl 49 anderen
licht zijn gewond. Verder zijn vijf Arabie
ren gedood, 31 in de ziekenhuizen opgeno
men en 49 licht gewond.
Een aantal joodsche families, wonende
te Hebron, waar de israelitishe gemeente
het zwaar te verduren heeft gehad, heb
ben de stad-verlaten en zich naar het noor
den, in de richt van Jeruzalem begeven.
Na tien dagen in de goudmijn te Moose
River opgesloten te zijn geweest, zijn de
beide Canadeezen Robertson en Scadding
gistermorgen vroeg naar de oppervlakte
teruggekeerd.
Het bericht van de redding der beide
mannen, die het resultaat was van een dra-
matischen strijd der reddingsmanschappen,
waarbij hoop en vrees van uur tot uur af
wisselden, werd het eerst bekend gemaakt
door de radio, die meldde, dat „de mannen
er doorheen waren".
Daardoor had men echter nog 8 uur moe
ten wachten, nadat des middags verbinding
met de mannen was verkregen. Intusschen
speelde zich onder den grond een titanische
strijd af, en nog op het laatste oogenblik
kwamen er berichten binnen, dat de red
ders zelf in gevaar verkeerden, daar het
dak van de mijn dreigde in te storten.
Eenige minuten nadat Robertson en Scad
ding de oppervlakte hadden bereikt, werd
het lijk van den mijnwerker Magill, die
reeds Zondag was overleden, naar boven
gebracht.
Van dr. Robertson zijn de voeten be
vroren, terwijl Scadding in een toestand van
uiterste zwakheid verkeert.
Het avontuur in goudmijn vrij
goed doorstaan.
Gedeeltelijk in strijd met de eerste be
richten, wordt thans gemeld, dat de toe-
star.a van Robertson en Scadding uitste
kend is, hoewel beiden zeer vermagerd
ziin. Robertson heeft zich te voet naar de
tent kunnen begeven, die bij de mijn was
opgezet om direct aan de geredden hulp te
kunnen erleenen. Scadding moest er ech
ter heen worden gedragen. De doktoren
staan er versteld van, te zien hoe goed de
moreele toestand der geredden nog is, na
al hetgeen zij hebben geleden.
Door brand vernield.
In het Land van Heusden en Altena,
stonden nog altijd overeind eenige histori
sche overblijfselen van het Kasteel van
Meeuwen, omstreeks de helft der 14e eeuw
gebouwd door de vrijheeren van Eethen en
Meeuwen en Babyion iënbroek.
Omstreeks 1845 is het eigenlijke kasteel
onder sloopershanden gevallen, nadat het
te voren was bewoond door de bezitters
der heerlijkheid, de familie mr. J. M. v.
Hemert en mr. Diderik van Bleijswijk,
destijds (2e helft 18e eeuw) burgemeester
van Gorinchem. Er bleven toen nog slechts
over de z.g. „neerhuizingen" en een boer
derij, benevens de wallen en grachten in
staat van verval.
Begin dezer eeuw kwam het landgoed
met gebouwen in handen van mr. Ver
hagen, griffier van het kantongerecht te
Heusden en deze liet het weer na aan zijn
nakomelingen de Jonge Verhagen en Wil-
dervankVerhagen, die ook thans nog ie
eigenaren zijn.
Een brand, waarvan de oorzaak onbe
kend is, heeft thans de „neerhuizingen"
waarin vroeger de archieven der ge
meente Eethen en Meeuw;en waren gebor
gen, volkomen in de asch gelegd. Slechts
enkele meubelen konden worden gered.
Het eenige wat nu nog is overgebleven van
deze heerlijkheid, die tijdens de regeering
van Willem Hertog van Beieren, graaf van
Holland, tot de Brabantsche kasteel-ver
maardheden behoorden, is de boerderij en
wat ruines, grachten en wallen.
De geschiedenis van het Kasteel en zijn
eigenaren door de eeuwen heen ,is wèl
geschetst, met name door den tegenwoor-
digen gemeentearchivaris van Tilburg, den
heer F. Ouwerling, maar is nooit in druk
verschenen.
De eigenaar van dit been vond
het „zonde van 't geld"
om tijdig de remmen van
zijn auto te laten nazien....
°e terugreis.
Dank zy de medewerking van den
Rotterdamschen Lloyd is het hoofdbestuur
van het Nederlandsche Roode Kruis er in
geslaagd, een gunstige gelegenheid te
arrangeeren voor de terugreis van de
Nederlandsche ambulance uit Abessinië
naar Nederland.
De ambulance zal Vrijdag a.s. uit Addis
Abeba vertrekken naar Dzjiboeti en daar
blijven wachten op de Palembang van den
Rotterdamschen Lloyd welke die haven
op 1 Mei zal aandoen.
Met deze boot zullen onze landgenooten
de terugreis maken en op 19 Mei zullen zii
te Rotterdam aankomen.
De Maatschappij Nederland heeft ge
zorgd, dat jhr. dr. van der Does een plaats
gekregen heeft aan boord van de Johan
van Oldenbarnevelt, die 1 Mei uit Port
Said zal vertrekken en 12 Mei te Amster
dam aankomt.
Voorts wordt vernomen daf al het mate
rieel van de Nederlandsche ambulance dat
te Dessié en te Quoram aanwezig was' in
handen van de Italianen is gevallen Er
wordt echter toezicht op gehouden door
een vertegenwoordiger van het Interna
tionale Roode Kruis.
Vr«wel alles kwijt.
Nader vernemen wy, dat van deze baga
ge een gedeelte te Kworam is verloren ge
gaan. Doch het grootste deel ig achtergela
ten te. Dessié, waar het is overhandigd aan
de Fransehe Franciscaner missie, die naar
gemeld word, nog steeds de werkzaamhe
den van het zich thans in Italiaansche han
den bevindende ziekenhuis voortzet.
Veel bagage is ook verloren gegaan, toen
een der beide vrachtauto's van de ambu
lance te Sjolameda in de modder bleef ste
ken en moest worden achtergelaen De in
zittenden werden na een opwindenden rit
per muildier door de Britsche ambulance
in veiligheid gebracht. "owance
Op 15 Maart j.1. is in de woning van
den emeritus-predikant ds. van Dok-
kum te Westzaan een roofoverval ge
pleegd.
De 22-jarige loodgieter H. en de
29-jarige loswerkman B. waren op
Zondagmorgen naar Westzaan getrok
ken en hadden verondersteld, dat de
predikant en diens huishoudster naar
de kerk zouden zijn. De huishoudster
was echter thuis gebleven. Toen zij
aangebeld hadden en bemerkten, dat
er iemand thuis was, verzochten zij
den predikant te spreken. Daar deze
niet thuis was, werden de mannen
uitgenoodigd binnen te komen. De
huishoudster presenteerde Koffie en
sigaren en na een kwartier zeide B.:
„nu moeten wij opschieten."
Hij deed alsof hij een pistool in de hand
had en riep: „handen hoog, je geld of je
leven". De huishoudster vluchtte naar den
gang en kreeg een klap op het achterhoofd.
Korten tyd was zij bewusteloos en toen
zij weer bij kennis kwam, begon zii te
schreeuwen. Om dat te voorkomen hield
zijn hand voor haar mond, later heeft
u 7r°UW 0p het bed van den Predikant
füwf7ü0n baar,een laken OP den mond
gelegd. Zij weigerde te vertellen, waar het
geld van den predikant geborgen was. H
was inmiddels driemaal naar boven ge^
gaan en had gezocht, echter zonder resul
taat. Alleen een gouden horloge heeft hij
gevonden. By de aanhouding waren beide
mannen tevens in het bezit van een porte-
monnaie inhoudende 8. Zij konden niet
had wie van hen dit geld gestolen
Buiten hadden menschen het geschreeuw
gehoord. Zij hebben dep vader van de
huishoudster gewaarschuwd. Deze heeft
de politie gealarmeerd en spoedig waren
de daders gepakt.
Hedenmorgen hebben beide personen
zich voor de Haarlemsche rechtbank te
verantwoorden gehad. Zij legden een be
kentenis af.
In de zaak werden drie getuigen gehoord
nl. de rijksveldwachter, die het onderzoek
geleid heeft, de predikant, ds. van Dok-
kum en de huishoudster, mei. Staal. Mej.
Staal gaf een uitvoerige uiteenzetting van