Chlorodont Wat is zoo'n kruiser eigenlijk? JUchtMakem. Arrondissement» Rechtbank te Alkmaar. De verduistering bij de fa. Verburg te Nd.scharwoude. Glimlachte ALKMAARSCHE COURANT van WOENSDAG 29 APRIL 1936 Niet gewoon „een tube tandpasta" vragen, neen, uitdrukkelijk Chloro- dontl De kwaliteitstandpasta groot en klein. DE BETERE NEDERLANDSCHE TANDPASTA Nr tob* 35 ct. - Groot» tob* 60 ct. Doo>f*> 20 35 c». n. De ernstigste gevolgen van treffers, pro jectielen, mijnen en torpedo's zijn de lek- jcen, welke zij veroorzaken. Een gat onder de waterlijn behoeft niet groot te zijn om een schip tot den ondergang te brengen, al zijn de 2 lenspompinstallaties in staat elk 400 M3. per uur schip te werken. Het streven is dan ook elk lek te begrenzen door een waterdichte omgeving, wat bereikt wordt door de verdeeling van het schip onder de waterlijn in waterdichte comparti menten. Heelemaal onder in het schip vormt de dubbele bodem een raat van waterdichte cellen; onder het pantserdek is het schip door 23 waterdichte schotten in 24 compar timenten verdeeld. Men kan daaruit door schachten naar het dek ontsnappen, als een afdeeling vol loopt; niet door de water dichte deuren, die onmiddellijk gesloten worden. Dat sluiten, het aansluiten der lekke afdeelingen op de lenspompen, trou wens het nemen van allerlei veiligheids maatregelen, wanneer in afdeelingen van het schip rampen optreden, is te verzorgen van allerlei punten uit, gelegen buiten de zóne van het opgetreden gevaar, zoowel van dek, als van bepaalde centrales uit. Wü kunnen nog niet van het staal afstap pen, want staal is schering en inslag op een modern oorlogsschip. Hout en al wat brand baar is, is zooveel doenlijk geweerd; ter be kleeding van het opperdek kan het echter niet ontbeerd worden, want een stalen dek, bespoeld door overkomende zeetjes, biedt geen houvast, zelfs voor de beste zeebeenen niet. Meubels, kasten, beschietingen zijn van staal of van het in de metaaltechniek meer en meer veldwinnend dualuminium, dat aan sterkte groote lichtheid paart. De laatste factor is van enorm belang op een oorlogs- schiu, waar gewichtsbesparing de hoeveel heid mee te nemen munitie en brandstof ten goede komt. Men heeft op dit schip waar mogelijk klinkwerk vervangen door auto geen lasschen; alleen op de waterdichte schotten reeds is daarmede 15 pet. gewichts besparing verkregen. Wat staat erop en zit eraan? m. Wy noemden reeds het een en ander, maar nog niet het allermarkantste op dit schip, namelijk... den mast! Dat is hier een wonderlijk ding en zal wel zoo heeten omdat hy 25 M. boven het schip uitsteekt en de zeeman voor traditie voelt en een schip zonder mast niet als zoodanig zou willen erkennen. Hier echter is de mast een zeven verdiepingen hooge éénkamers- étagewoning, van alle moderne gemakken voorzien, ten bate van het gevecht, wel te verstaan. Hy is de voelhoorn van dit nijdige insect, één bonk fijne zenuwen, hij bevat het oog, het oor en de hersens van den kruiser en daarmede bedoel ik niet alleen deze vitale deelen van den commandant, die „in de mast" zit tijdens het gevecht, maar ook de talrijke instrumenten, die van hier uit bediend worden en die zijn orders dis- tribueeren naar alle afdeelingen van het schip, de kanonnen doen afvuren, het schip den juisten koers geven. Een dergelijke voelhoorn is voor den vijand natuurlijk wel het meest gewenschte doelwit, maar op een 10, 12 K.M. afstand is hij toch slechts een streep voor den vuur- leider van den tegenstander en daarom de veiligste bergplaats voor de leiding van het schip. De bovenste twee verdiepingen vormen den commandotoren, een pantserkoepel, welke op een pantserkoker rust, die tot op het pantserdek doorloopt, en toegang geeft tot de seincentrale onder in het schip. De zolderkamer bevat den afstandmeter en de zg. vuurleiding. Wat is de vuurleiding eigenlijk? Dat is de kunst, om in den kortst mogelijken tijd zijn projectielen in het doel te schieten en bij voortduring daarin te houden. Een granaat is tegenwoordig geen kogel meer, uit een glad kanon geschoten. Zoo'n bal had trefkans tot op eenige honderden meters, meer niet. De moderne granaat is een cylinder met scherpe punt, die, door een getrokken kanonloop afgevuurd, als een snel-draaiende tol voortvliegt en daardoor goed koers houdt. Vuurleiding is het vooruit bepalen van dien juisten koers. Dit is moei lijk, want talrijke factoren hebben er in vloed op. Het eigen schip beweegt zich voor uit, slingert en stampt. De vijand beweegt met andere vaart in een richting, welke kan afwijken van de onze, de luchtdichtheid, de wind, de temperatuur leveren deviaties en tenslotte is het eigenlijke afstandmeten een werk op zichzelf. Verder moet men reke ning houden met het feit, dat een granaat, die b.v. 10, 12 K.M. afleggen moet, daar 11 seconden voor noodig heeft, in welken tyd het doel zich wel een paar honderd meters Verplaatst heeft. Niet alleen kan de vuurleiding met be hulp van allerlei vernuftige instrumenten a' deze correcties in een minimum van tijd vinden, maar bovendien beschikt zij over, wat ik rekenmachines zou willen noemen, in een station, diep onder in het schip ge lsgen, waar deze gegevens gecombineerd worden tot twee getallen: de elevatie- en de baksrichtingen der kanonnen. Die getallen leest men in de torens af, daarop richt men en uit den commandotoren vuurt men de heele batterij in salvo's af. Aan de vuur- leiding is het dan, om de aanslagen der granaten op te nemen, hetzij vóór of achter het doel, en het volgende salvo te corri- geeren, net zoo lang tot de granaten „zitten". Dat alles is secundenwerk; in mi nuten kan een kruiserstrijd zijn beslecht en als iets geldt van zulk een kamp is het, dat de eerste klap een daalder waard is. Men beseft zulks volkomen, als men ziet, hoe het schip is volgepropt met instrumen ten, waarvan de meeste onmisbaar zijn voor den strijd, en al zijn ze in duplo of meer voud aanwezig, toch zoovele kwetsbare Punten beteekenen, dat men zich afvraagt, wat de kruiser nog waard is, zoodra ook *uaar één granaat zijn verwoestend werk binnen de pantserdoos heeft kunnen doen. Denkt eens aan de 299 electromotoren, welke het schip rijk is, en aan de 70 K.M. elec- trische kabel, die kwetsbare zenuwen van den kruiser. r Het is hier de plaats even te wijzen op het enorme verschil tusschen het gevecht ter zee en te land. De marineman zal, eer de rook uit den schoorsteen van den vijand boven de kim komt, geen physieke ont bering kennen, niet vervuilen en uitgeput raken in den modder van loopgraven of op lange marschen met gedesorganiseerde ver pleging. Maar als het alarmsignaal klinkt, staat hij voor een werk, dat de grootste psychische inspanning eischt. Hy is dan geen gewoon nummer in een regiment, maar een schalm van de ketting, die de ver dediging van zijn schip symboliseert. De sterkte van de ketting wordt bepaald door den zwaksten schalm; wee dan den seiner of monteur, die een fouten handgreep doet en wee dan zijn schip! Sterke zenuwen zijn noodig voor hen, die het gebulder van het geschut hooren, de fonteinen der in het water springende granaten zien naderen en het dek onder een regen van scherven aan flarden zien gaan; maar ook voor hen, die in den buik van het schip niets zien dan de wijzerplaten hunner instrumenten en uit de seinen en commando's den zin niet vat ten kunnen en ten hoogste door de trillin gen, welke door het schip varen, begrijpen, dat een treffer maats heeft weggemaaid. Denkt eens aan het personeel der lekkamer, van waaruit men tanks bijvult, om slag zijde, veroorzaakt door een volgeloopen compartiment, te compenseeren; of aan de brandweerbrigade, welke in de luguberste holen van den kruiser een loeiend vuur be kampen gaat. In den regel zal de spanning niet lang duren: óf al die passieve strijders komen aan dek en zien de nevelwolk boven de plaats, waar de tegenstander onderging, dan wel er komt een laatste sein „Bergt U" en zij kruipen man na man door de vlucht- kokers naar de ruïne aan dek, misschien net bijtijds om nog in de open lucht te water te raken. Wij hebben deze bespiegeling op het zolderkamertje van den mast gehouden en dalen nu één verdieping af naar den com mandotoren, waar de commandant met eenige officieren en helpers het gevecht leidt. Weer lager volgt de gevechtscomman dobrug. Daaronder is een étage, waar, op bor desjes, de 3 vóórzoeklichten gemonteerd zijn; daaronder huizen de bedieningsman schappen der projecteurs, die hun taak niet vlak by de lichten vervullen kunnen. De benedenkamer van den mast vormt ten slotte de navigatiebrug, en kaarten- kamer in tijd van vrede. Wat zit erin? IV. Het zou een onbegonnen werk zijn, het innerlijk van den kruiser in een couranten artikel nauwkeurig te beschrijven. Ik ben overtuigd, dat ieder Nederlander, die zich uit hoofde van zijn mede-eigenaarschap van het schip t. g. t. zal aanmelden om het te bekijken, gul welkom geheeten zal worden, want belangstelling in de zeemacht is zoo bitter gewenscht en zoo innig verlangd. Men krijgt dan elk wat wils en men bekijkt grondig wat den grootsten indruk maakt en loopt voorbij aan wat ons minder zegt. Ik heb echter te zoeken naar den grootsten gemeenen deeler, doch moet bovendien op passen, niet vervelend te worden en dus niet in detailbeschrijvingen vervallen. Als ik my'n lezers dan ook uitnoodig met my het schip te bekijken, zal ik dat doen als een huizenagent, die U vluchtig een woning laat zien, verdieping na verdieping, maar ik begin op het dak. In den ouden tijd telde een schip eerst mede, als het een echte driedekker was, zoo'n linieschip met drie witte banden, welke de dekken en daarmede de batterijen van tezamen 120 dwarsscheeps geplaatste vuurmonden markeerden. De linieschepen zijn ter ziele gegaan, de naam leeft nog slechts voort voor Xantippe's en schoon moeders, niettemin is onze slanke kruiser toch een driédekker want er zijn er... zes! Dat zit zoo: een eigenlijk dek noemt men een doorloopend dek, hier het opperdek, het kuildek en het pantserdek, en dat zijn de erkende dekken. Maar boven het opperdek liggen platformen, die tezamen het tentdek heeten en onder het pantserdek zijn par- tieele dekken, die het koebrug- en onder- koebrugdek genoemd worden. Het tentdek is eigenlijk het dak van de op het opperdek gebouwde verblijven van den commandant en eenige officieren, en compartimenten, zooals bombuizen, botte larij en dekbergplaatsen. Daar bovenop liggen de sloepen: 3 motorbooten en 3 roei- sloepen. Met 2 groote kranen van duralumi- nium worden deze sloepen buiten boord gezet. Op het opperdek staan de reeds ge noemde dekhuizen; ook kijken daar boven uit een vóór- en een achterpantsertoren, elk met twee kanonnen. Op het kuildek staan achter den tweeden achtertoren de longroom der officieren, hun hutten, toiletgelegenheden en gamelle- inrichting, bureaux, de verblijven en hutten der onderofficieren en vooruit verblijven en werkplaatsen, en verder geheel vooruit de ziekenboeg, operatiekamer, spreekkamer en talrijke accomodaties voor de schepelingen. Op het pantserdek staan achter, de hutten voor de jongere officieren; de voorkant is benut voor volksverbljjven, werk- en waschplaatsen en bergruimten. De koebrug dekken vormen vloer en zoldering van al lerlei afdeelingen, die veilig onder het pantserdek moeten liggen. Het behoeft geen betoog, dat een schip, in zoo ontzettend veel compartimenten ver deeld en met meer dan 400 koppen bemand, over goede communicatiemiddelen beschik ken moet. Er is dan ook een huistelefoon met 45 aansluitingen, gezwegen nog van de talryke seinverbindingen der compartimen ten met commandotorens, brug, centraal station, ketelruimen, machinekamers, enz., terwijl van de radio-afdeeling zelfs per drukluchtbuizenpost telegrammen naar den commandotoren worden geblazen. (Wordt vervolgd). (Zitting meervoudige strafkamer van 28 April.) Teleurstellende hardnekkigheid. Onder ten laste legging van diefstal staat allereerst terecht juffr. W. K. uit Beemster. Verdachte zou bij haar buurvrouw een be drag aan geld weg hebben genomen en ver der bij den winkelier Held een geldsom van circa 10 hebben ontvreemd. Getuige A. Bakker, de buurvrouw van verdachte, vertelde hoe verdachte herhaal delijk by haar aan kwam loopen. Zoo was zij ook op een morgen op visite gekomen en tijdens een korte afwezigheid had verd. blijkbaar het geld dat in een portemonnaie zat, weggenomen. Tijdens haar afwezigheid en tot het moment dat de diefstal was ont dekt was er niemand in de kamer geweest behalve verdachte. Getuige Sweep, echtgenoote van den win kelier Held, vertelde hoe verdachte by haar in den winkel was gekomen om verschil lende artikelen te koopen. Hiervoor had get. zich even moeten verwijderen en van haar afwezigheid heeft verdachte blijkbaar ge bruik gemaakt om uit den winkel een geld som te ontvreemden van circa 16. Ook hier was er na het vertrek van verdachte en tot aan de ontdekking van den diefstal geen ander persoon in den winkel geweest. Verdachte was na de verdwijning van het geld niet meer in den winkel by getuige ge komen, hoewel ze er voordien zeer regelma tig kocht. Getuige ten Hope, rijksveldwachter te Purmerend, had verdachte kort na de ont dekking van den diefstal in verhoor geno men en de houding van haar was tijdens het verhoor weifelend en onzeker geweest. Zij maakte alleszins den indruk van schul dig te zijn. Bovendien had verdachte in het dorp den naam van wel meer diefstallen gepleegd te hebben. De president poogde nog om verdachte tot een vrijwillige bekentenis te brengen, doch haar houding bleef désondanks hard nekkig weigerend. De officier achtte het ten laste gelegde volkomen bewezen en toonde aan dat de houding van verdachte niet die was van iemand die werkelijk onschuldig is. Zijn eisch luidde 5 maanden gevangenisstraf. Uitspraak over 8 dagen. Verdachte bleef ondanks herhaald aan dringen van den president het ten laste ge legde botweg ontkennen. Zij had nooit geld weggenomen. Een onervaren politicus. J. A. S., timmerman, 22 jaar, zonder em plooi te Wieringen, had gedurende gerui- men tyd tezamen met N. Kat op Wieringen verschillende tijdschriften, waaronder Pano rama, rondgebracht. Op een goeden dag re zen er moeilijkheden tusschen de uitgever van Panorama, in casu N.V. de Spaarne- stad en den door deze N.V. aangestelden be zorger n.1. Kat, met het gevolg dat Kat zijn ontslag als bezorger nam. Dit inspireer de S. dusdanig, dat door hem een scherp pamfletje de wereld in werd gezonden, waarin hij o.m. beweerde dat „niet Nan Kat het Panorama had opgelicht, doch de heeren van de Spaarnestad hadden gepoogd Nan Kat op teBy de stippeltjes kon ieder invullen wat gewenscht werd. Deze zinsnede was door de leiders van het dagelijksch bestuur als een beleediging aan hun adres opgevat en een vervolging tegen S. ingesteld. Getuige C. P. Ooms, directeur van de N.V. de Spaarnestad en getuige Lucas, gede legeerd commissaris der N.V. Spaarnestad, verklaarden hoe de bezorger Kat ontslag by de N.V. had genomen en thans met een an der blad rondging. Als leiders van het da gelijksch bestuur hadden zy de betiteling ,,heeren(?)" direct aan hun adres geacht. Getuige Bergsma, brigadier der rijksveld- wacht te Wieringen had een exemplaar van het pamflet, dat in een oplaag van 250 stuks was rondgebracht, in beslag genomen. Volgens getuige staat verdachte op Wierin gen goed bekend, doch beweegt zich noga] op politiek terrein. A décharge werd gehoord getuige Kat, be zorger te Wieringen, die verklaarde thans het tijdschrift Stad en Land als bezorger rond te brengen. Hij had het pamflet van S. gelezen doch dit evenals verdachte niet gelezen als zouden de ,,heeren(?)" hem Kat hebben willen oplichten, doch als „op te la ten draaien". De officier achtte het verhaaltje over „op te laten draaien" in plaats van „op te lich ten" vrij gezocht en achtte het ten laste ge legde bewezen. Eisch 60 subs. 30 dagen. Uitspraak over acht dagen. Visschers zonder acte. C. P., arbeider te Heemskerk en A. B. te Uitgeest waren op 28 September door rijks veldwachter Tilstra, betrapt op het feit, van visschen met levend aas te Uitgeest zonder dat zij in het bezit waren van de daartoe vereischte vergunning. De kantonrechter had P. wegens het visschen zonder acte ver oordeeld tot 5 of 3 dagen en wegens het visschen zonder vergunning tot 3 of 2 da gen. B. was voor de kantonrechter veroor deeld eveneens tot resp. 5 of 3 dagen en 3 of 2 dagen. Beiden waren van dit vonnis in hooger beroep gekomen. Thans toonden beide verdachte een ver gunning van den pachter van het vischwa- ter v. d. Kommer te Uitgeest. Een visch-acte hadden zij echter niet, zoodat de officier te gen beiden bevestiging van het door den kantonrechter uitgesproken vonnis vroeg. Uitspraak over acht dagen. Van een eend zonder kop en een geweerloop. In den nacht van 11 op 12 Febr. j.L ont moette rijksveldwachter D. Tilstra op den Bakkummerweg onder Uitgeest een drietal wielrijders van wie er een zich dermate vreemd gedroeg dat hy werd aangehouden en gefouilleerd. Het bleek te zijn de arbei der H. de M. uit Uitgeest die onder zijn jas verborgen hield een deel van een geweer en een tamme versch geschoten eend. Verdachte M., die zich wegens ten laste legging van diefstal te verantwoorden had, voerde aan dat hij de eend op den weg had gevonden, terwijl het stuk van het geweer er naast lag. De eend zou door een auto den kop afgereden zijn. Er zou geen sprake van zijn dat verdachte de eend geschoten had. Getuige Tilstra had vastgesteld, dat de eend versch geschoten was. Bovendien had getuige rond het wak waar de eend gescho ten zou zijn diverse sporen van bloed en veeren gevonden. Getuige Baars, kooiker te Uitgeest, had in den loop der maanden meer dan 20 een den gemist. Zyn eenden waren des winters ook wel buiten de kooi waar zij dan in een wak zwommen. Van daaruit waren de een den gestolen. De officier vond het opgedischte verhaal tje van de eend op den weg zonder kop ge niaal maar twijfelde sterk aan de waarheid ervan, ondanks het feit, dat verdachte met luider stemme verkondigd had nooit ge stroopt te hebben. Verdachte had reeds meerdere malen terechtgestaan en stond by de justitie niet direct gunstig aangeschre ven. Eisch 1 maand gevangenisstraf met ver beurdverklaring van het inbeslaggenomene. Uitspraak over acht dagen. Konijntjes verschalkt. De gebr. A. en E. G. uit Alkmaar wa ren er op 28 October op uitgetrokken om eenige argelooze konijntjes door middel van den lichtbak een ontijdig einde te bezorgen. Hun succes was evenwel niet groot, daar zij op heeterdaad werden betrapt. Door den kantonrechter waren zij resp. tot 15 of 10 dagen en 25 of 15 dagen veroordeeld, van welk vonnis beiden in hooger beroep waren gekomen. Aangezien A. G. ziek in het hospitaal lag nam E. G. het voor zijn broer op. Beide ver dachten waren in hooger beroep gekomen omdat zij de straffen te hoog vonden. E. G. was al vele jaren werkloos en had vijf kin deren en vond dat meer clementie kon wor den toegepast. Wat zijn niet verschenen broer betreft vertelde verdachte, dat ook hy heel arm was en bovendien zwak. In beide gevallen requireerde de officier bevestiging van het vonnis van den kanton rechter met verbeurdverklaring van de in beslag genomen goederen. Uitspraak over acht dagen. 1 jaar geëischt. Voor de derde maal in een betrekkelijk kort tijdsverloop kreeg de Alkmaarsche rechtbank gisteren een belangrijke ver duisteringszaak te berechten. Het betrof ditmaal een verduistering ten nadeele van de fa. Erven P. Verburg, Noordhollandsche Conservenfabriek te Noordscharwoude, eenigen tijd geleden gepleegd door haar reiziger Ant. v. H. over de jaren '34 en '35. Het totaal bedrag van de verduisteringen zou ongeveer 6000 bedragen. De gang van zaken bij de verduiste ringen kwam er in het kort hierop neer, dat verdachte de gelden die hij van den eenen afnemer als betaling ontving gedeel telijk verantwoordde als van een of meer andere afnemers afkomstig, welke 'aatste afnemers gewoonlijk niet vlot betaalden en daardoor gevaar liepen geen goederen meer van de Fa. Verburg te zullen ont vangen. Ten voordeele van slechte beta lers zou verd. op deze wijze een bedrag van 3600 ca. hebben verduisterd. Doordat de firma de gewoonte had per 1 Januari een rekening-courant aan de verschillende afnemers te zenden liep ver dachte groote kans van ontdekt te worden. Verd. was op zekeren dag naar het zuiden gereisd en toen na een paar dagen niets van hem werd gehoord vatte het vermoe den post dat hij naar het buitenland zou zijn uitgeweken, welk vermoeden al spoe dig bewaarheid werd. Verd. had n.1. aan een inwoner van Broek op Langendijk een brief gestuurd met de mededeeling dat hij fraude had gepleegd en daarom naar het buitenland was uitgeweken. Bovendien sloot hij 100 voor zijn vrouw in. Inmid dels had ook de fa. Verburg van verd. een brief ontvangen en deze stelde de politie van een en ander op de hoogte waarna een gerechtelijk onderzoek werd ingesteld. Hieruit kwam o.m. vast te staan dat ver dachte een pas voor Noord-Afrika had aangevraagd. Na zijn arrestatie bleek dat verd. o.m. in Amsterdam en in Parijs een totaal bedrag van ca. 2400 had opgemaakt; 1900 daarvan was hij op onnavolgbare wijze aan een zgn. Duitscher in Parijs kwijt ge raakt. Als getuigen in deze zaak waren ge dagvaard H. Verburg uit Noordscharwou de en H.Wiggers, reclasseeringsambtenaar; k décharge was gedagvaard H. Visser, rijksveldwachter te Heerhugowaard. Verdachte toonde ter terechtzitting al leszins doordrongen te zijn van den ernst van de door hem gepleegde feiten en toon de nadrukkelijk zijn berouw over het door hem gepleegde misdrijf. Verd. bekende de tenlaste gelegde feiten volmondig. Als eerste getuige werd gehoord H. Ver burg, leider der Noordhollandsche conser venfabriek te Noordscharwoude. Get. ver telde hoe hy tot de ontdekking van de ver duistering was gekomen en dat deze vol gens zijn berekening ca. 6800 zou bedra gen. Hiervan was nog 1300 terecht ge komen zoodat het totale verlies der firma door de verduistering ca. 5500 zou be dragen. Verdachte vertelde hoe de zaak aan het rollen is gekomen. Als vertegenwoordiger was hij bij een cliënt van de fa. Verburg gekomen waar bleek dat deze een hoeveel heid spercieboonen noodig had welke de fa. Verburg niet meer had. Verd. had toen bij een anderen cliënt van de fa. Verburg genoemde supercieboonen voor den eersten cliënt gekocht en deze geleverd. Dit alles ging buiten medeweten van zijn firma. Later bleek dat de cliënt waaraan de sper cieboonen, die een totaalwaarde van 2200 hadden, geleverd waren, niet meer beta- lingsfahig te zijn waardoor verd. in moei lijkheden kwam, aangezien hij inmiddels aan zijn firma gezegd had alle risico van deze transactie op zich te zullen nemen. Dit was het begin geweest en daarna had verd. op grond van beloften van slecht be talende afnemers het eene gat met het andere gestopt. Toen eindelijk de zaak vast liep had verdachte de vlucht genomen en was eerst in Amsterdam een bedrag van 500 kwijt geraakt en later in Parijs nog 1900. Getuige a décharge, H. Visser, vertelde hoe hij tijdens een transport van verdach te naar het zuiden van het land een ge sprek had gehoord tusschen een voor malig bedrijfsleider van een fabriek te Krabbendijke, waar verd. werkzaam was geweest, en verdachte zelf. Hierbij kwam getuige tot de conclusie dat het raclassee- ringsrapport over verdachte ongunstiger luidt dan dit gesprek zou doen vermoeden. Getuige J. H. Wiggers, had als reclas seeringsambtenaar, inlichtingen ingewon nen over verd. te Krabbendijke waar deze in dienst was geweest van de conserven fabriek der firma Westrate en waar ver dachte zelfs mede-directeur was geworden. Get. kwam tot de conclusie dat hij op grond van zijn reclasseeringsrapport een gecombineerde straf voor verd. het meest geschikt achtte. Requisitoir. In zyn requisitoir merkte de officier van justitie op dat verdachte stammende uit een arbeidersgezin zich tot vry groote hoogte heeft weten op te werken. Het feit dat hij mededirecteur van de fabriek in Krabbendijke werd gaf daarvan duidelijk blijk. Toen verd. bij de fa. Verburg in dienst kwam gaf hij blijk van goede capa citeiten en verdiende dan ook een zeer behoorlijk tractement dat aanvankelijk 300 per maand bedroeg. Er was dus geen enkele noodzaak dit op oneerlijke wijze nog te vermeerderen. Nadat de transactie met de spercieboonen had plaats gevonden, waarbij verd. dan geen financieel voordeel voor zichzelf beoogd had, had hy in een ander geval wel degelijk met uitsluitingvan zijn eigen firma een transactie met provisie ten eigen bate afgesloten. Het kwam spr. ongeloofelijk voor dat verd. in zoo korten tyd in Pary's een bedrag van 1900 had weten stuk te slaan. Gezien den ernst van het feit en de goe de maatschappelijke positie die verdachte oorspronkelijk bekleedde voelde spr. niet voor een gecombineerde straf en requi reerde een onvoorwaardelijke gevangenis straf voor den tijd van 1 jaar. De verdediger Mr. N. v. Leeuwen toon de in zijn pleidooi aan dat verdachte ge struikeld is over zyn eerste transactie ad 2200 die hij toch feitelijk geheel in het belang van zijn firma had afgesloten aan gezien deze anders waarschijnlijk een klant was kwijt geraakt. Bovendien was er voor hem hieruit geen enkel geldelijk voordeel voortgevloeid. Bijzijn intieme vrienden stond verdachte zeer goed bekend hetgeen wel te sterker blijkt dat zij verdachte ook na zijn arrestatie niet in den steek hebben gelaten. Het geld was door ver dachte niet met misdadige oogmerken ver duisterd. Het zou, volgens spr., de pers ge weest zijn die de zaak als een sensatie nieuwtje had aangepakt. Spr. kwam tot de conclusie dat een voorwaardelijke straf hier wel het meest op zijn plaats is en riep de clementie van de rechtbank hiervoor in. Ook de verdachte vroeg nog om de meest mogelijke clementie. Uitspraak 5 Mei. Fakir in een schoenwinkel: U heeft mij verkeerd begrepen!.. die spijkers zyn goed genoeg, maar ze moeten aan den binnen kant zitten!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 9