Bedrijfsautohouders in vergadering bijeen.
vv.PmilC. Kaiser
Stad en Omgeving.
De heer A. J. ten Hope, voorzitter van den 6.B.N., spreekt
over den steeds slechter wordenden toestand van de
bedrijfsautohouders in Nederland.
motie aangenomen.
Associatie voor
Lijkbezorging.
ieuilielwi
industrie-, financie- en
Uitgaande van den bond van bedryfs-
autohouders in Nederland was gisteravond
een vergadering belegd in de bovenzaal van
café „Central". Deze vergadering werd
slechts matig bezocht.
Na een kort openingswoord, was het
woord aan den heer A. J. Ten HoPe'^al"
gemeen leider en voorzitter van den bond
van bedrijfsautohouders in Nederland, die
een rede hield over
„De lasten op de bedrijfsauto, een
aanslag op den volkswelvaart
Bij de indiening der millioenennota in
1932, aldus spr., heeft de toenmalige minis
ter van financiën, sprekende over de spoor
wegtekorten, deze een donkere vlek op de
rijksbegrooting genoemd. Zien wy, welke
zware heffingen de regeering in een paar
jaar tijds op de auto heeft gelegd, dan is er
voor ons meer reden, om in de uitspraak
van den minister een bedreiging van de
ontwikkeling der auto te zien.
In den tijd van nauwelijks 5 jaar zyn de
lasten op het motorrijtuig met honderden
procenten opgeloopen.
Terwijl aan benzine-heffing en aan
wegen-plus personeele belasting in 1931 ruim
22 millioen werd opgebracht, wezen de in
komsten uit diezelfde bronnen in 1935 reeds
meer dan 65 millioen aan, d.w.z. een ver
meerdering met meer dan 200 pet.
De uitkomsten van het eerste jaar ver-
keersfonds hebben aangetoond, dat de
B. B. N. juist had gezien. De uiterste draag
kracht is overschreden. De opbrengst van
de motorrijtuigenbelasting was in 1935 1 1/4
millioen beneden de raming.
Alle teekenen wijzen er op, dat de daling
in de ontvangsten zich zal voortzetten.
Nog meent de regeering verder te kunnen
gaan. In behandeling is een ontwerp van
wet tot heffing van nogmaals 1/2 cent be
lasting op de benzine, om daaruit, gelijk
wordt gezegd, de kosten te bestrijden, ont
staan uit versnelden bruggebouw.
Maar ook dat schijnt nog niet genoeg te
zijn. In overweging is, het geheele verkeer
met motorrijtuigen voor vervoer van per
sonen en goederen tegen betaling aan een
vérgunningsstelsel te onderwerpen.
Er wordt genoeg door het motorrijtuig op
gebracht, om daaruit de kosten van wegen,
bruggen, enz. te bestrijden. Het is al erg
genoeg, dat nog groote bedragen moéten
wofden betaald aan tollen en veren, als men
van de eenè plaats in ons land naar een
ariderè wil. Ontoélaatbaaf is het, dat" mén
hét in sommigé gemeenten oirbaar acht," het
motorrijtuig nog extra te kunnen belasten
met heffingen wegens parkeer- of staan
geld. De bedrijfsauto betaalt genoeg, oni
van zulke bijzondere heffingen verschoond
te blijven.
Een vergunningsstelsel is het summum
van onrechtvaardigheid.
Alles wat de regeering tot nog toe heeft
gedaan, om de lasten op de auto te ver
zwaren, en alles wat zij in petto heeft, om
het bedrijfsautomobilisme te bemoeilijken
en te beknotten, vindt men terug in de
publicaties vanwege de Spoor- en Tram
wegen. Is de regeering daarvan soms de
gehoorzame dienares?
Er is voor den B. B. N. dus alle reden, om
zyn waarschuwende stem opnieuw te ver
heffen. Het gaat in de eerste plaats om het
bestaan van het bedrijfsautomobilisme,
maar dit bedrijfsautomobilisme is zoo ver
knocht met het geheele bedrijfsleven, dat
de B. B. N. niet enkel strijdt ter verdedi
ging en bevordering van zijn statutaire
doeleinden, maar evenzeer voor de bescher
ming van de belangen onzer gemeenschap.
Een tijdlang is het den spoorwegen ge
lukt, de binnenscheepvaart aan hun zijde te
krijgen. Het is een versteviging van onze
opvatting over de intrinsieke waarde van
het vraagstuk, dat de inzichten in de krin
gen der binnenscheepvaart zich geleidelijk
aan van die van het railvervoer hebben los
gemaakt en zich ervan ver-wij deren,
Het vraagstuk wordt in zeer veel gevallen
beheerscht door
defensiepolitiek.
Het is dus een hopelooze strijd, dien
de spoorwegen hebben aangebonden.
Tegen den vooruitgang, die voortkomt
uit het menschelijk vernuft en den
drang naar ontwikkeling op ieder ge
bied, helpt geen verweer.
Toch is het ontegenzeggelijk deze weg,
dien onze regeering heeft betreden.
Met de bewering, dat de auto zyn weg
niet betaalt, moet het nu dan ook maar eens
gedaan zyn. De voor zijn verkeer noodige
wegen en bruggen worden ruimschoots door
het motorrijtuig betaald. Als men hier een
vergelijking wil maken, dan moet deze zóó
uitvallen:
De auto betaalt zyn weg geheel, en
meer dan dat, hij krijgt niets cadeau
de spoorweg vergoedt aan den Staat
voor het gebruik van den door den
Staat bekostigden ijzeren weg niet meer
dan een schamele huur.
Om financieelen of welken anderen steun
ook hebben de bedrijfsautohouders nooit
gevraagd. Maar zij vroegen ook niet om
ordening, althans in den zin, dien de regee
ring beoogt. Zy stellen zich nog altijd op
dit standpunt, dat de weg vrijgelaten worde
voor de ontwikkeling van het motorisch
verkeer. Zy vragen, dat elke auto vrij zyn
taak in het verkeer zal kunnen vervullen,
en zy willen dan gaarne voldoen aan deze
voorwaarden:
1° Er zy een doeltreffende mits geen
hinderlijke technische controle op het
materieel, dat in behoorlijken staat moet
verkeeren,
2° overbelasting van wagens, dient ver
meden,
3° geen motorrijtuig worde op den weg
toegelaten, indien niet voldaan is aan den
plicht van verzekering tegen wettelijke aan
sprakelijkheid jegens derden,
4° regelen omtrent behoorlijke rusttijden
voor autobestuurders moeten worden nage
leefd.
Wordt aan deze maatregelen de hand ge
houden, dan zullen de motorrijtuigen, die
wegens hun toestand niet op den weg thuis
behoor en, spoedig genoeg verdwijnen.
Het spoorwegbedrijf in het eene land nam
zijn toevlucht tot z.g. veqhttarieven, in het
andere land was de regeering dwaas ge
noeg, om het autovervoer als het ware
ongércurateele van de spoorwegen... te
stellen, in Nederland wisten de spoorwegen
dé vrachtenmarkt voikomen te bederven
door het sluiten van reductiecontracten met
verladers.
Het is tenslotte niet de auto, die concur
rentie toebrengt aan de spoorwegen,
neen, de spoorwegen vermoorden èn auto
èn binnenscheepvaart door toepassing van
exploitatie-methoden, die onduldbaar zijn
voor een bedrijf, dat zijn verliezen afwen
telt op de gemeenschap.
De Spoorwegen hebben allerlei werken
doen uitvoeren in een tijd van hoogconjunc
tuur. Ook het particuliere bedrijf heeft dat
gedaan, maar hier heeft men in den tijd
van neergang de tanden op elkaar gezet en
gedaan, waaraan door de wijziging in de
omstandigheden geen ontkomen meer aan
was.
Wij mogen eischen, dat de spoorwegen
hun tarieven- en financieele politiek her
zien, want zij wentelen de gevolgen van hun
bedrijfsvoering op de gemeenschap.
Het is noodig, dat de spoorwegen zich
bepalen tot het railvervoer. Hoe zullen ooit
zuivere toestanden op het stuk van ver
voer verkregen kunnen worden, als een be
drijf, dat voor zijn slechte exploitatie-uit
komsten steun ontvangt van den Staat, zich
bezig houdt met allerlei ondernemingen,
waarmede het vervoer niets te maken
heeft?
Weet men wat de A. T. O. aan den staat
kost? Kan iemand zeggen, voor hoeveel de
nevenbedrijven der spoorwegen deel heb
ben in de tekorten, die op de Verlies- en
Winstrekening der spoorwegen voorkomen?
De staat koope de aan de spoorwegen ge
geven garantie af en late het bedrijf aan
zijn eigen leiding ov.er. De staat schrijve
voor, dat het bedrijf zich bepalen zal tot den
ijzeren weg. Autotractie moet voor het rail
verkeer verboden zijn. Het beginsel van de
onderneming is daarmede in strijd. Zooals
het nu is, komt het daarop neer, dat de be
drijfsauto in den vorm van allerlei belastin
gen de gevolgen betaalt van een onjuist be
heer van zijn grootsten concurrent.
De regeering neemt een zeer zware ver
antwoordelijkheid op zich, als zy, gedreven
door het belang, dat de staat heeft by het
spoorwegbedrijf, voortgaat op haar weg tot
verdere belasting van den auto en tot het
bevorderen van coördinatie, oftewel orde
ning.
Veèl van hetgeen in den loop der laatste
jaren door vervoerseconomén en -deskun
digen mét verbijsterend aplomb in woord en
geschrift werd verkondigd, is als een kolos
op leemen voeten ineengezakt. Hetgeen
toenmaals nog als een onwederlegbare stel
ling werd geponeerd is door de feiten
teruggebracht tot de ijdele beweringen, die
het voor den onbevooroordeelden deskun
dige van den aanvang af zyn geweest. Maar
nu is in wijder kring zichtbaar geworden,
dat het bedrijfsautomobilisme belaagd werd
met wapenen, waarvan de kracht nooit meer
was dan die van tooneelwapenen.
Onze maatschappelijke verhoudingen
vragen om aanpassing. Daartoe geraakt het
bedrijfsleven vanzelf, want het is niet de
overheid, die het economisch leven maakt,
dat doet de maatschappij; deze richt zich
zelf. Aanpassing is de natuurlijke ontwikke
ling volgen deze moet niet kunstmatig in
het leven worden geroepen. Er moet voor
gewaakt worden, dat de kloof tusschen
overheidsmaatregel en refchtsbewustzyn niet
onoverbrugbaar wordt. Door te ver door
gevoerde ordeningsmacht wordt het rechts
bewustzijn van het volk gesmoord.
(Applaus).
Na eenig debat werd de volgende motie
aangenomen.
Vertegenwoordigers uit den handel, de in
dustrie, den land- en tuinbouw en het ver
keerswezen, die in hun bedrijf de automo
biel als transportmiddel gebruiken of doen
gebruiken, -r
bijeen in een door den B. B. N., Bond van
Bedrijfsautohouders in Nederland belegde
openbare vergadering te Alkmaar in café
„Central",
verklarende, dat de steeds zwaarder ge
worden belasting op den auto de grens van
veler draagvermogen heeft overschreden
en dat verschillende bedrijven zich dien
tengevolge niet hebben kurtnen handhaven,
er op wijzende, dat dit reeds is gebleken
uit de vermindering der in verkeer zijnde
motorrijtuigen, waarvan het aantal voor het
eerst is achteruitgegaan,
De aandacht vestigende r-óp de gevolgen
vóór' de schatkist, waarin uit hoofde der
mètorrijtüigenbelastmg-irr 1-935 rond een en
een kwart millioen. gulelèh mmder vloeide
dan-geraamd was, -
uitsprekende de overtuiging,-dat-de belas
tingopbrengst en andere -baten Voor de
schatkist, voortvloeiende uit den invoer en
het gebruik van motorrijtuigen, nog scher
per zullen dalen, tenzij vèrlichting in de
belasting wordt gebracht èn de ontwikke
ling van het autowezen niet wordt aange
tast door z.g. maatregelen van ordening,
bekend gevende hun standpunt, dat or
dening in het belang van de vrijheid en vei
ligheid kan worden verkregen, indien voor
schriften worden gegeven
1° ten aanzien van den toestand der mo
torrijtuigen en controle daarop,
2° ter voorkoming vaft Overbelasting,
3° met betrekking tot verplichte verzeke
ring tegen de gevolgen van wettelijke aan
sprakelijkheid jegens derden,
4° tot verzekering van behoorlijke rust
tijden voor bestuurders van motorrijtuigen,
doen een krachtig en ernstig beroep op de
regeering, om de lasten op den auto te ver
lagen en af te zien van voorschriften tot
coördinatie, welke alleen de belangen van
de gemeenschap, alsook die van de schat
kist kunnen schaden,
verzoekt het bestuur van den B. B. N.
deze motie te brengen ter kennis van de
regeering, de volksvertegenwoordiging, de
Centrale Commissie van Advies en Bijstand
voor het Verkeersfonds en van de pers,
gaat over tot de orde van den dag.
Hierna- werd de vergadering gesloten.
Vrijdag 8 Mei.
HILVERSUM, 301 M. (8.—12.—
4.-8.— en II.—12.— VARA, de
AVRO van 12.4.en de VPRO
van 8.11.uur). 8.Gr.pl.
10.— VPRO-morgenwijding. 10.15
Voordracht. 10.30 Gr.pl. 11.Voor
dracht. 11.20 Gr.pl. 12.30 Omroep
orkest en zangkwartet „Amster
dam-Oost". 2.30 Tuinbouwpr. 2.50
Muzik. causerie (met gr.pl.) 3.20
Gr.pl. 5.Kinderuurtje. 5.30 Varia
tieconcert. 6.30 Dansmuziek. 7.05
Rel.-soc. lezing. 7.25 Gr.pl 7.50
Ber. 8.05 Bijbelsche causerie. 8.30
Zang door de dames P. en C. Arnt-
zenius. 9.Causerie: Arnhem:
Eenheid in verscheidenheid. 10.—
Lezing over reclasseeringswerk.
10.45 Ber. 11.12.„America
calling?"
HILVERSUM, 1875 M. (Alg. progr.
NCRV). 8.— Schriftlezing. 8.15
9.30 Gr.pl. 10.30 Morgendienst.
11.— Gr.pl. 11.1512.— Piano
recital. 12.15 Gr.pl. 1.— Ensemble
v. d. Horst 2.30 Chr. Lectuur. 3.—
2.45 Viool en piano. 4.Gr.pl. 5.
Sopraan en tenor. 6.30 Voor tuin-
liefhebbers. 7.Ber. 7.15 Rep.
7.30 Literaire causerie. 8.Ber.
8.15 Orgelconcert 9.— Lezing over
de Rotterdamsche haven. 9.30 Arn-
hemsche Orkestvereen., mmv. cel
list. 10.10 Ber. 11.—11.30 Gr.pl.
DROITWICH, 1500 M. 10.20—10.50
Orgelspel. 11.10 Gr.pl. 11.50 Dans
muziek. 12.35—1.20 Birming-
hamsch Philh. Strijkorkest. 2.20
2.50 Vrijdagmiddagpraatje. 3.15 E.
Colombo's orkest. 4.05 Gr.pl. 4.35
Sextetconcert. 5.20 Ber. 5.50 Beet-
hovenconcert. 6.10 Tuinbouwpr.
6.30 Muzikale lezing. 6.50 Zang.
7 20 „Underground", reportage. 8.
Voordracht. 8.10 Dansmuziek. 8.50
Ber. 9.20 Lezing over nationalisme.
9.40 Pianokwartet. 10.3511.20
Dansmuziek.
RADIO PARIS, 1648 M. 6.20, 7.35
en 10.35 Gr.pl. 11.35 Nat. orkest
I.50 Gr.pl. 3.20 Geva.*. concert. 4.50
Orkest. 7.50 Uit Brussel: Orkest
concert. 10.2012.05 Gr.pl.
KEULEN, 456 M. 5.50 Orkestcon
cert. 11.20 Populair concert. 12.35
Omroepkleinorkest. 1.35 Kwintet
concert. 5-20 Omroeporkest. 7.30
Gevar. progr. m. m. v. solisten, het
Omroepkoor en -orkest. 10.20—
II.20 Dansmuziek,
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
11.20 en 12.301.20 en 4.20 Om
roeporkest. 5.20 Dansmuziek. 6.20
Gr.pl. 7.20 Symph.-concert 9.30—
10.20 Gr.pl. 484 M.: 11.20 Gr.pL
11.50 Zigeunermuziek. 12.50 Zang.
1.—1.20 Gr.pl. 4.20 en 5.35 Gr.pL
5.50 Pianorecital. 6.85 Zang. 7.20
Militair concert en toespraak voor
oud-stryders. 9.30 Gr.pl. 9.45—
10.20 Harmonicamuziek.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.30 Gr.pl. 8.05 Bruckner's 8ste
symph. 9.20 Ber. 9.50 Viooi en
piano. 10.05 Weerber. 10.2011.20
Dansmuziek.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Brussel VI. 8.—9.05, Keu
len 9.0510.10, D.sender 10.10
10.35, Parys Radio 10.3513.20,
Keulen 13.20—14.20, Kalundborg
14.2015.20, Parys R. 15.2016.20,
Brussel VI. 16.20—17.20, Keulen
17.2019.05, Luxemburg 19.05
20.10, Droitwich 20.1021.05, Lond.
Reg. 21.0521.45, Brussel Fr. 21.45
—22.20, Berlijn 22.20—23.20, Wee-
nen 23.2024.
Lijn 4: Normandië 8.9.35, Lond.
Reg. 9.3510.20, Droitwich 10.20—
12.35, Lond. Reg. 12.35—15.15,
Droitwich 15.15—17.20, Luxemburg
17.20—17.50, Lond. Reg. 17.50
21.05, North. Reg. 21.05—21.40,
Parijs P. P. 21.4022.35, Droitwich
22.3523.20, Kalundborg 23.20—
24.—.
Algemeene ledenvergadering in
de dancing van de Harmonie.
Deze vergadering was gisteravond be
zocht door een vijftigtal leden.
De voorzitter, de heer T. Bonse-
m a, constateerde, dat het onmogelijk
schijnt, een kleine hondertal leden bijeen
te krijgen. Met voldoening merkte spr. op,
dat het ledental geregeld stijgt en dat de
verrichtingen van de vereenigingsteeds
meer waardeering ondervinden, waarvoor
spr. in de eerste plaats dank meende te
mogen brengen aan den directeur-uitvoer
der, den heer H. A. van Heerden. Nog voor
deze vergadering was een dankbetuiging
ingekomen voor de correcte en nette
wijze, waarop een teraardebestelling was
uitgevoerd.
Jaarverslag van den secretaris.
Aan het jaarverslag van den secreta
ris, den heer J. W. B e u d e k e r, ont-
leenen wij het volgende:
Het ledental bedraagt 1961 tegen 1820
in 1934.
In de samenstelling van het bestuur
kwam in 1935 geen verandering.
In den raad van toezicht werd in de
vacature-Cammeraat gekozen de heer
K. de Vries.
In 1935 werden 1 gewone algemeene
ledenvergadering gehouden, 1 vergadering
van het bestuur met het personeel, bene
vens 3 bestuursvergaderingen.
Aan den heer A. Amse werd in der loop
van 1935 wegens het bereiken van de voor
het personeel gestelde leeftijdsgrens, eervol
ontslag verleend. In zijn plaats werd be
noemd de heer W. C. van Deventer. Over
het personeel is het bestuur tevreden.
De verhouding tot andere op denzelfden
grondslag werkende vereenigingen in Ne
derland is goed. Bij het Centraal Genoot
schap voor Lijkbezorging zijn thans een
achttal vereenigingen, die op denzelfden
grondslag als onze vereeniging werken,
aangesloten.
Over de medewerking van onze leveran
ciers zyn wij ook in het afgeloopen jaar
tevreden.
Er zyn door de vereeniging 150 bedie
ningen uitgevoerd (het jaar tevoren 133),
n.1. voor leden 101 en voor niet-leden 49.
Het verslag werd goedgekeurd.
De aansluiting by het Centraal
Genootschap.
De heer Van Heerden verklaarde,
zich. tegenstander van aansluiting bij een
federatie of" eeh genootschap. Nu intus^,
scherv door het .bestuur tót "aahsTuitiiyf by .r
het Centraal Genootschap is overgegaan,
meende spr., dat dit door de ledenverga
dering moet worden bekrachtigd. Spr,
achtte die aansluiting onnoodig en min-
ANJ
Nieuwe
beschuitjes van
Paul C. Kaiser. Vier
kant! Een leuke afwisseling.en
erg makkelijk voor 't maken
een hartig hapje. A
9 voor 6 cent.
van
Met Paula-
bon!
vierkante AQ$ci\MJih
N V. PAUL C. KAISER, BESCHUITFABRIEKEN, ROTTERDAM
ue daarna kwam dokter Allenson,.
men<£h i °ude heer> die reeds een
menschenleven lang de dokter van de gra-
familie was. Toen hy hoorde,
welk drama zich hier had afgespeeld,
was hij zeer ontdaan en na enkele oogen-
blikken verzocht hij de aanwezigen de ka
mer te willen verlaten, daar hij graag met
den commissaris een nauwkeuriger onder
zoek wilde instellen. Gedurende twintig
minuten werd er geen woord tusschen de
beide mannen' gesproken. Tenslotte richtte
de dokter zich op en keek den dectective
ernstig aan.
„U bent immers commissaris van politie?"
vroeg hy.
„Ja, dokter, mijn naam is Van der Vel
den".
„Aangenaam, commissaris. Dan kan ik
dus openhartig met U spreken en.U ver
trouwen, nietwaar? Kijk, het is moeilijk
om het te bewijzen, maar het lijdt geen
twijfel, dat het meisje vermoord is".
„Dat was ook mijn opinie", zei hij. „Zoudt
U mij echter kunnen zeggen, hoe het ge
beurd is?."
De dokter vervolgde nu: „Ik mpet er
kennen, dat ik het niet weet. Eerst dacht
ik aan een hartverlamming, maar ik herin
nerde my toevallig, dat het meisje een
paar weken geleden een kleine aanval van
griep heeft gehad. En zonder overdrijving
kan ik zeggen, dat het hart van Hetty
Frank uitstekend functionneerde. Ik sta
werkelijk voor een raadsel".
„Vergif?" vroeg nu de commissaris
zacht.
„Ingenomen? N-neen. Ik heb meer den
indruk, dat zij plotseling den dood zag na
deren en dat zij vreeselijk is geschrokken".
„Gelooft U, dat U te weten kunt komen,
hoe zy vermoord is?"
De dokter haalde de schouders op. „Er
zal een gerechtelijk onderzoek moeten
worden ingesteld", zei hij, „en dan zal ik
vragen of ik sectie op het lijk mag ver
enten. Misschien brengt dat iets aan het
zinniDriaar 'S wel het meest geheim-
maakt". ooit heb mecgc-
rfeur „Iw °°genblik werd er zacht op de
deur geklopt en James, die intusschen wee-
bfnnen.aP CVen verlegen naa'
„Commissaris, er is iemand in de hall
die U dringend wenscht te spreken, hij
heet Dirk Droog".
„Dat is haar verloofde", zei de chef.
„Misschien hebt U er niets op tegen, als
wij hem hier binnen laten? Dirk Droog is
een type, dat juist in een geval als dit op
zijn plaats is. Een grimmige duivel itc
denk dat U hem wel zult kennen. Hij
woont hier al een paar jaar in de buurt".
„O ja, ik weet, wie hij is. Een eigenaar
dige kerel. Ik geloof niet, dat hy een be
trekking heeft en er zijn maar een paar
menschen in het dorp, waarmee hij om
gaat. Eigenaardig dat hy verloofd was met
zoo'n levenslustig meisje als Hetty Frans.
Zou iemand hiervan iets weten?"
„Neen, dat geloof ik niet", antwoordde
de chef. „Ik zal order geven, dat niemand
hier binnen mag komen, totdat het gerecht
hier geweest is. Als het noodig/nocht zijn
zal ik een agént voor de deur laten pos
ten".
Hij onderbrak zichzelf. De deur vloog
open. en met zware stappen kwam Dirx
Droog de kamer binnen. Zonder op de bei
de mannen te letten, liep hij regelrecht
naar het bed en keek strak naar het gelaat
van het vermoorde meisje. Hij sprak niet
en gedurende enkele minuten bewoog hy
zelfs niet, maar op zyn gelaat kwam een
uitdrukking van stille en diepe smart, die
de getuigenis aflegde, hoeveel hij van het
meisje had gehouden.
Het groote, mannelijke gelaat werd weer
norscher, onvergeeflijker dan de commis
saris het ooit had gezien. Er kwam geen
plotselinge uitbarsting van woede, geen
w'raak dld*taanva1, zelfs geen uiting van
kwamenkonhtils5elleZndhe Uchtjïs 'te voor-
stap achteruit en tedeïdaad
Droog iets ontzagwekkends want^et
groote, krachtige armen, d.e nu langs IZ
lichaam neerhingen, leek hij meer op een
gorilla dan op een mensch.
De chef liep naar hem toe en pakte hem
onder den arm.
„Sterkte, kerel", zei hij zachtjes. Hy liep
langzaam naar de deur. Dirk volgde hem
zonder den minsten tegenstand als een
groote aap, die door zijn oppasser buiten
zijn kooi wordt rondgeleid.
In de gang gekomen, sloot Dirk zelf de
deur van de kamer.
„Ik wil haar niet meer zien", zei hy
eenvoudig.
Van der Velden haalde een flacon met
brandewijn te voorschijn en bood deze aan
Dirk aan. „Kom, drink eens, er zit nog wat
in. Giet het door je keel, het zal je goed
doen".
Maar Dirk blikte even op de flesch, met
een enkele, langzame beweging van zijn
hand schoof hy hem opzij.
„Neen, dank U", zei hij en daarna met
een lichte stemverheffing: „Chef, ik wil
ik wil een groote gunst aan u vragen. U
weet, dat ik niet dikwijls aan iemand iets
vraag, maar nu wil ik het toch bij uitzon
dering doen".
„Kom er maar mee voor den dag, ouwe
jongen, ik luister", zei van der Velden.
„Ik zou graag willen, dat U Uw aandacht
alleen by de robijnen bepaalde. Dat is al
les. Dat andere hy weer met zijn
hand naar de deur „dat is myn zaak!
Begrijpt U? De mijne!" en met een plotse
ling opkomende woede, brulde hij: „Ik zal
hem krijgen! Daar blijven jullie af! Ik zal
niet eerder rusten voordat ik hem in mijn
handen heb!"
Dadelijk daarop was zijn drift gezakt.
De woordenvloed hield op en hy was weer
kalm, tenminste uiterlijk, hoewel de vonk
jes m zijn oogen lieten zien, dat de bedrei
ging hem ernst was.
De chef antwoordde niet. Na een paaf
tellen van stilte bracht hy het gesprek
voorzichtig op een andei onderwerp over.
„Zeg Dirk, ik zou je graag wat willen
vragen", zei hy. „Als je tenminste in staat
bent mij te antwoorden".
Dirk knikte toestemmend.
„Het gaat over gisterenavond, toen ik je
by de opening in de haag ontmoette. JB-
stond daar op Hetty te wachten, nietwaar*
Is zij nog gekomen?"
„Neen. Ze zal het te druk gehad hebben
of misschien heeft zy het kasteel niet dur
ven verlaten, omdat U het aan het perso
neel verboden had". i l
„Hoe lang heb je nog staan wachten?"
„Totdat de lichten in de bedienden ver
trekken uitgedraaid werden. Dat zal van
nacht een uur of drie geweest zijn".
„Wat?" Ben je tot drie uur blijven wach-
ten?" J*:
„Ja, en toen regende het vreeselijk hard'.
„Vertel me eens of je niemand hebt ge
hoord in de laan, terwyl jij daar stond".,
Dirk Droog keek hem aan zonder eenige
uitdrukking in zijn oogen.
„Ja", zei hij toonloos, „dat heb ik, maar
ik vertel niet, wie het was. Vraag me dat.
dus maar niet. Ik zag hem toen hij doof
de opening kroop. Ik ken hem! Hij heeft
mij niet gezien! Maar toen hij zich bukte
dacht ik eerst dat U het weer was en riep
U daarom. Maar toen zag ik, dat het een
ander was. Hy ging recht op staan en zon
der door het gat gekropen te zyn of ant
woord te geven, rende hy de laan weer.
af".
„De laan af?" (Wordt vervolgd).