Bedrijfsautohouders in vergadering bijeen. vv.PmilC. Kaiser Stad en Omgeving. De heer A. J. ten Hope, voorzitter van den 6.B.N., spreekt over den steeds slechter wordenden toestand van de bedrijfsautohouders in Nederland. motie aangenomen. Associatie voor Lijkbezorging. ieuilielwi industrie-, financie- en Uitgaande van den bond van bedryfs- autohouders in Nederland was gisteravond een vergadering belegd in de bovenzaal van café „Central". Deze vergadering werd slechts matig bezocht. Na een kort openingswoord, was het woord aan den heer A. J. Ten HoPe'^al" gemeen leider en voorzitter van den bond van bedrijfsautohouders in Nederland, die een rede hield over „De lasten op de bedrijfsauto, een aanslag op den volkswelvaart Bij de indiening der millioenennota in 1932, aldus spr., heeft de toenmalige minis ter van financiën, sprekende over de spoor wegtekorten, deze een donkere vlek op de rijksbegrooting genoemd. Zien wy, welke zware heffingen de regeering in een paar jaar tijds op de auto heeft gelegd, dan is er voor ons meer reden, om in de uitspraak van den minister een bedreiging van de ontwikkeling der auto te zien. In den tijd van nauwelijks 5 jaar zyn de lasten op het motorrijtuig met honderden procenten opgeloopen. Terwijl aan benzine-heffing en aan wegen-plus personeele belasting in 1931 ruim 22 millioen werd opgebracht, wezen de in komsten uit diezelfde bronnen in 1935 reeds meer dan 65 millioen aan, d.w.z. een ver meerdering met meer dan 200 pet. De uitkomsten van het eerste jaar ver- keersfonds hebben aangetoond, dat de B. B. N. juist had gezien. De uiterste draag kracht is overschreden. De opbrengst van de motorrijtuigenbelasting was in 1935 1 1/4 millioen beneden de raming. Alle teekenen wijzen er op, dat de daling in de ontvangsten zich zal voortzetten. Nog meent de regeering verder te kunnen gaan. In behandeling is een ontwerp van wet tot heffing van nogmaals 1/2 cent be lasting op de benzine, om daaruit, gelijk wordt gezegd, de kosten te bestrijden, ont staan uit versnelden bruggebouw. Maar ook dat schijnt nog niet genoeg te zijn. In overweging is, het geheele verkeer met motorrijtuigen voor vervoer van per sonen en goederen tegen betaling aan een vérgunningsstelsel te onderwerpen. Er wordt genoeg door het motorrijtuig op gebracht, om daaruit de kosten van wegen, bruggen, enz. te bestrijden. Het is al erg genoeg, dat nog groote bedragen moéten wofden betaald aan tollen en veren, als men van de eenè plaats in ons land naar een ariderè wil. Ontoélaatbaaf is het, dat" mén hét in sommigé gemeenten oirbaar acht," het motorrijtuig nog extra te kunnen belasten met heffingen wegens parkeer- of staan geld. De bedrijfsauto betaalt genoeg, oni van zulke bijzondere heffingen verschoond te blijven. Een vergunningsstelsel is het summum van onrechtvaardigheid. Alles wat de regeering tot nog toe heeft gedaan, om de lasten op de auto te ver zwaren, en alles wat zij in petto heeft, om het bedrijfsautomobilisme te bemoeilijken en te beknotten, vindt men terug in de publicaties vanwege de Spoor- en Tram wegen. Is de regeering daarvan soms de gehoorzame dienares? Er is voor den B. B. N. dus alle reden, om zyn waarschuwende stem opnieuw te ver heffen. Het gaat in de eerste plaats om het bestaan van het bedrijfsautomobilisme, maar dit bedrijfsautomobilisme is zoo ver knocht met het geheele bedrijfsleven, dat de B. B. N. niet enkel strijdt ter verdedi ging en bevordering van zijn statutaire doeleinden, maar evenzeer voor de bescher ming van de belangen onzer gemeenschap. Een tijdlang is het den spoorwegen ge lukt, de binnenscheepvaart aan hun zijde te krijgen. Het is een versteviging van onze opvatting over de intrinsieke waarde van het vraagstuk, dat de inzichten in de krin gen der binnenscheepvaart zich geleidelijk aan van die van het railvervoer hebben los gemaakt en zich ervan ver-wij deren, Het vraagstuk wordt in zeer veel gevallen beheerscht door defensiepolitiek. Het is dus een hopelooze strijd, dien de spoorwegen hebben aangebonden. Tegen den vooruitgang, die voortkomt uit het menschelijk vernuft en den drang naar ontwikkeling op ieder ge bied, helpt geen verweer. Toch is het ontegenzeggelijk deze weg, dien onze regeering heeft betreden. Met de bewering, dat de auto zyn weg niet betaalt, moet het nu dan ook maar eens gedaan zyn. De voor zijn verkeer noodige wegen en bruggen worden ruimschoots door het motorrijtuig betaald. Als men hier een vergelijking wil maken, dan moet deze zóó uitvallen: De auto betaalt zyn weg geheel, en meer dan dat, hij krijgt niets cadeau de spoorweg vergoedt aan den Staat voor het gebruik van den door den Staat bekostigden ijzeren weg niet meer dan een schamele huur. Om financieelen of welken anderen steun ook hebben de bedrijfsautohouders nooit gevraagd. Maar zij vroegen ook niet om ordening, althans in den zin, dien de regee ring beoogt. Zy stellen zich nog altijd op dit standpunt, dat de weg vrijgelaten worde voor de ontwikkeling van het motorisch verkeer. Zy vragen, dat elke auto vrij zyn taak in het verkeer zal kunnen vervullen, en zy willen dan gaarne voldoen aan deze voorwaarden: 1° Er zy een doeltreffende mits geen hinderlijke technische controle op het materieel, dat in behoorlijken staat moet verkeeren, 2° overbelasting van wagens, dient ver meden, 3° geen motorrijtuig worde op den weg toegelaten, indien niet voldaan is aan den plicht van verzekering tegen wettelijke aan sprakelijkheid jegens derden, 4° regelen omtrent behoorlijke rusttijden voor autobestuurders moeten worden nage leefd. Wordt aan deze maatregelen de hand ge houden, dan zullen de motorrijtuigen, die wegens hun toestand niet op den weg thuis behoor en, spoedig genoeg verdwijnen. Het spoorwegbedrijf in het eene land nam zijn toevlucht tot z.g. veqhttarieven, in het andere land was de regeering dwaas ge noeg, om het autovervoer als het ware ongércurateele van de spoorwegen... te stellen, in Nederland wisten de spoorwegen dé vrachtenmarkt voikomen te bederven door het sluiten van reductiecontracten met verladers. Het is tenslotte niet de auto, die concur rentie toebrengt aan de spoorwegen, neen, de spoorwegen vermoorden èn auto èn binnenscheepvaart door toepassing van exploitatie-methoden, die onduldbaar zijn voor een bedrijf, dat zijn verliezen afwen telt op de gemeenschap. De Spoorwegen hebben allerlei werken doen uitvoeren in een tijd van hoogconjunc tuur. Ook het particuliere bedrijf heeft dat gedaan, maar hier heeft men in den tijd van neergang de tanden op elkaar gezet en gedaan, waaraan door de wijziging in de omstandigheden geen ontkomen meer aan was. Wij mogen eischen, dat de spoorwegen hun tarieven- en financieele politiek her zien, want zij wentelen de gevolgen van hun bedrijfsvoering op de gemeenschap. Het is noodig, dat de spoorwegen zich bepalen tot het railvervoer. Hoe zullen ooit zuivere toestanden op het stuk van ver voer verkregen kunnen worden, als een be drijf, dat voor zijn slechte exploitatie-uit komsten steun ontvangt van den Staat, zich bezig houdt met allerlei ondernemingen, waarmede het vervoer niets te maken heeft? Weet men wat de A. T. O. aan den staat kost? Kan iemand zeggen, voor hoeveel de nevenbedrijven der spoorwegen deel heb ben in de tekorten, die op de Verlies- en Winstrekening der spoorwegen voorkomen? De staat koope de aan de spoorwegen ge geven garantie af en late het bedrijf aan zijn eigen leiding ov.er. De staat schrijve voor, dat het bedrijf zich bepalen zal tot den ijzeren weg. Autotractie moet voor het rail verkeer verboden zijn. Het beginsel van de onderneming is daarmede in strijd. Zooals het nu is, komt het daarop neer, dat de be drijfsauto in den vorm van allerlei belastin gen de gevolgen betaalt van een onjuist be heer van zijn grootsten concurrent. De regeering neemt een zeer zware ver antwoordelijkheid op zich, als zy, gedreven door het belang, dat de staat heeft by het spoorwegbedrijf, voortgaat op haar weg tot verdere belasting van den auto en tot het bevorderen van coördinatie, oftewel orde ning. Veèl van hetgeen in den loop der laatste jaren door vervoerseconomén en -deskun digen mét verbijsterend aplomb in woord en geschrift werd verkondigd, is als een kolos op leemen voeten ineengezakt. Hetgeen toenmaals nog als een onwederlegbare stel ling werd geponeerd is door de feiten teruggebracht tot de ijdele beweringen, die het voor den onbevooroordeelden deskun dige van den aanvang af zyn geweest. Maar nu is in wijder kring zichtbaar geworden, dat het bedrijfsautomobilisme belaagd werd met wapenen, waarvan de kracht nooit meer was dan die van tooneelwapenen. Onze maatschappelijke verhoudingen vragen om aanpassing. Daartoe geraakt het bedrijfsleven vanzelf, want het is niet de overheid, die het economisch leven maakt, dat doet de maatschappij; deze richt zich zelf. Aanpassing is de natuurlijke ontwikke ling volgen deze moet niet kunstmatig in het leven worden geroepen. Er moet voor gewaakt worden, dat de kloof tusschen overheidsmaatregel en refchtsbewustzyn niet onoverbrugbaar wordt. Door te ver door gevoerde ordeningsmacht wordt het rechts bewustzijn van het volk gesmoord. (Applaus). Na eenig debat werd de volgende motie aangenomen. Vertegenwoordigers uit den handel, de in dustrie, den land- en tuinbouw en het ver keerswezen, die in hun bedrijf de automo biel als transportmiddel gebruiken of doen gebruiken, -r bijeen in een door den B. B. N., Bond van Bedrijfsautohouders in Nederland belegde openbare vergadering te Alkmaar in café „Central", verklarende, dat de steeds zwaarder ge worden belasting op den auto de grens van veler draagvermogen heeft overschreden en dat verschillende bedrijven zich dien tengevolge niet hebben kurtnen handhaven, er op wijzende, dat dit reeds is gebleken uit de vermindering der in verkeer zijnde motorrijtuigen, waarvan het aantal voor het eerst is achteruitgegaan, De aandacht vestigende r-óp de gevolgen vóór' de schatkist, waarin uit hoofde der mètorrijtüigenbelastmg-irr 1-935 rond een en een kwart millioen. gulelèh mmder vloeide dan-geraamd was, - uitsprekende de overtuiging,-dat-de belas tingopbrengst en andere -baten Voor de schatkist, voortvloeiende uit den invoer en het gebruik van motorrijtuigen, nog scher per zullen dalen, tenzij vèrlichting in de belasting wordt gebracht èn de ontwikke ling van het autowezen niet wordt aange tast door z.g. maatregelen van ordening, bekend gevende hun standpunt, dat or dening in het belang van de vrijheid en vei ligheid kan worden verkregen, indien voor schriften worden gegeven 1° ten aanzien van den toestand der mo torrijtuigen en controle daarop, 2° ter voorkoming vaft Overbelasting, 3° met betrekking tot verplichte verzeke ring tegen de gevolgen van wettelijke aan sprakelijkheid jegens derden, 4° tot verzekering van behoorlijke rust tijden voor bestuurders van motorrijtuigen, doen een krachtig en ernstig beroep op de regeering, om de lasten op den auto te ver lagen en af te zien van voorschriften tot coördinatie, welke alleen de belangen van de gemeenschap, alsook die van de schat kist kunnen schaden, verzoekt het bestuur van den B. B. N. deze motie te brengen ter kennis van de regeering, de volksvertegenwoordiging, de Centrale Commissie van Advies en Bijstand voor het Verkeersfonds en van de pers, gaat over tot de orde van den dag. Hierna- werd de vergadering gesloten. Vrijdag 8 Mei. HILVERSUM, 301 M. (8.—12.— 4.-8.— en II.—12.— VARA, de AVRO van 12.4.en de VPRO van 8.11.uur). 8.Gr.pl. 10.— VPRO-morgenwijding. 10.15 Voordracht. 10.30 Gr.pl. 11.Voor dracht. 11.20 Gr.pl. 12.30 Omroep orkest en zangkwartet „Amster dam-Oost". 2.30 Tuinbouwpr. 2.50 Muzik. causerie (met gr.pl.) 3.20 Gr.pl. 5.Kinderuurtje. 5.30 Varia tieconcert. 6.30 Dansmuziek. 7.05 Rel.-soc. lezing. 7.25 Gr.pl 7.50 Ber. 8.05 Bijbelsche causerie. 8.30 Zang door de dames P. en C. Arnt- zenius. 9.Causerie: Arnhem: Eenheid in verscheidenheid. 10.— Lezing over reclasseeringswerk. 10.45 Ber. 11.12.„America calling?" HILVERSUM, 1875 M. (Alg. progr. NCRV). 8.— Schriftlezing. 8.15 9.30 Gr.pl. 10.30 Morgendienst. 11.— Gr.pl. 11.1512.— Piano recital. 12.15 Gr.pl. 1.— Ensemble v. d. Horst 2.30 Chr. Lectuur. 3.— 2.45 Viool en piano. 4.Gr.pl. 5. Sopraan en tenor. 6.30 Voor tuin- liefhebbers. 7.Ber. 7.15 Rep. 7.30 Literaire causerie. 8.Ber. 8.15 Orgelconcert 9.— Lezing over de Rotterdamsche haven. 9.30 Arn- hemsche Orkestvereen., mmv. cel list. 10.10 Ber. 11.—11.30 Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 10.20—10.50 Orgelspel. 11.10 Gr.pl. 11.50 Dans muziek. 12.35—1.20 Birming- hamsch Philh. Strijkorkest. 2.20 2.50 Vrijdagmiddagpraatje. 3.15 E. Colombo's orkest. 4.05 Gr.pl. 4.35 Sextetconcert. 5.20 Ber. 5.50 Beet- hovenconcert. 6.10 Tuinbouwpr. 6.30 Muzikale lezing. 6.50 Zang. 7 20 „Underground", reportage. 8. Voordracht. 8.10 Dansmuziek. 8.50 Ber. 9.20 Lezing over nationalisme. 9.40 Pianokwartet. 10.3511.20 Dansmuziek. RADIO PARIS, 1648 M. 6.20, 7.35 en 10.35 Gr.pl. 11.35 Nat. orkest I.50 Gr.pl. 3.20 Geva.*. concert. 4.50 Orkest. 7.50 Uit Brussel: Orkest concert. 10.2012.05 Gr.pl. KEULEN, 456 M. 5.50 Orkestcon cert. 11.20 Populair concert. 12.35 Omroepkleinorkest. 1.35 Kwintet concert. 5-20 Omroeporkest. 7.30 Gevar. progr. m. m. v. solisten, het Omroepkoor en -orkest. 10.20— II.20 Dansmuziek, BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 11.20 en 12.301.20 en 4.20 Om roeporkest. 5.20 Dansmuziek. 6.20 Gr.pl. 7.20 Symph.-concert 9.30— 10.20 Gr.pl. 484 M.: 11.20 Gr.pL 11.50 Zigeunermuziek. 12.50 Zang. 1.—1.20 Gr.pl. 4.20 en 5.35 Gr.pL 5.50 Pianorecital. 6.85 Zang. 7.20 Militair concert en toespraak voor oud-stryders. 9.30 Gr.pl. 9.45— 10.20 Harmonicamuziek. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 Gr.pl. 8.05 Bruckner's 8ste symph. 9.20 Ber. 9.50 Viooi en piano. 10.05 Weerber. 10.2011.20 Dansmuziek. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Brussel VI. 8.—9.05, Keu len 9.0510.10, D.sender 10.10 10.35, Parys Radio 10.3513.20, Keulen 13.20—14.20, Kalundborg 14.2015.20, Parys R. 15.2016.20, Brussel VI. 16.20—17.20, Keulen 17.2019.05, Luxemburg 19.05 20.10, Droitwich 20.1021.05, Lond. Reg. 21.0521.45, Brussel Fr. 21.45 —22.20, Berlijn 22.20—23.20, Wee- nen 23.2024. Lijn 4: Normandië 8.9.35, Lond. Reg. 9.3510.20, Droitwich 10.20— 12.35, Lond. Reg. 12.35—15.15, Droitwich 15.15—17.20, Luxemburg 17.20—17.50, Lond. Reg. 17.50 21.05, North. Reg. 21.05—21.40, Parijs P. P. 21.4022.35, Droitwich 22.3523.20, Kalundborg 23.20— 24.—. Algemeene ledenvergadering in de dancing van de Harmonie. Deze vergadering was gisteravond be zocht door een vijftigtal leden. De voorzitter, de heer T. Bonse- m a, constateerde, dat het onmogelijk schijnt, een kleine hondertal leden bijeen te krijgen. Met voldoening merkte spr. op, dat het ledental geregeld stijgt en dat de verrichtingen van de vereenigingsteeds meer waardeering ondervinden, waarvoor spr. in de eerste plaats dank meende te mogen brengen aan den directeur-uitvoer der, den heer H. A. van Heerden. Nog voor deze vergadering was een dankbetuiging ingekomen voor de correcte en nette wijze, waarop een teraardebestelling was uitgevoerd. Jaarverslag van den secretaris. Aan het jaarverslag van den secreta ris, den heer J. W. B e u d e k e r, ont- leenen wij het volgende: Het ledental bedraagt 1961 tegen 1820 in 1934. In de samenstelling van het bestuur kwam in 1935 geen verandering. In den raad van toezicht werd in de vacature-Cammeraat gekozen de heer K. de Vries. In 1935 werden 1 gewone algemeene ledenvergadering gehouden, 1 vergadering van het bestuur met het personeel, bene vens 3 bestuursvergaderingen. Aan den heer A. Amse werd in der loop van 1935 wegens het bereiken van de voor het personeel gestelde leeftijdsgrens, eervol ontslag verleend. In zijn plaats werd be noemd de heer W. C. van Deventer. Over het personeel is het bestuur tevreden. De verhouding tot andere op denzelfden grondslag werkende vereenigingen in Ne derland is goed. Bij het Centraal Genoot schap voor Lijkbezorging zijn thans een achttal vereenigingen, die op denzelfden grondslag als onze vereeniging werken, aangesloten. Over de medewerking van onze leveran ciers zyn wij ook in het afgeloopen jaar tevreden. Er zyn door de vereeniging 150 bedie ningen uitgevoerd (het jaar tevoren 133), n.1. voor leden 101 en voor niet-leden 49. Het verslag werd goedgekeurd. De aansluiting by het Centraal Genootschap. De heer Van Heerden verklaarde, zich. tegenstander van aansluiting bij een federatie of" eeh genootschap. Nu intus^, scherv door het .bestuur tót "aahsTuitiiyf by .r het Centraal Genootschap is overgegaan, meende spr., dat dit door de ledenverga dering moet worden bekrachtigd. Spr, achtte die aansluiting onnoodig en min- ANJ Nieuwe beschuitjes van Paul C. Kaiser. Vier kant! Een leuke afwisseling.en erg makkelijk voor 't maken een hartig hapje. A 9 voor 6 cent. van Met Paula- bon! vierkante AQ$ci\MJih N V. PAUL C. KAISER, BESCHUITFABRIEKEN, ROTTERDAM ue daarna kwam dokter Allenson,. men<£h i °ude heer> die reeds een menschenleven lang de dokter van de gra- familie was. Toen hy hoorde, welk drama zich hier had afgespeeld, was hij zeer ontdaan en na enkele oogen- blikken verzocht hij de aanwezigen de ka mer te willen verlaten, daar hij graag met den commissaris een nauwkeuriger onder zoek wilde instellen. Gedurende twintig minuten werd er geen woord tusschen de beide mannen' gesproken. Tenslotte richtte de dokter zich op en keek den dectective ernstig aan. „U bent immers commissaris van politie?" vroeg hy. „Ja, dokter, mijn naam is Van der Vel den". „Aangenaam, commissaris. Dan kan ik dus openhartig met U spreken en.U ver trouwen, nietwaar? Kijk, het is moeilijk om het te bewijzen, maar het lijdt geen twijfel, dat het meisje vermoord is". „Dat was ook mijn opinie", zei hij. „Zoudt U mij echter kunnen zeggen, hoe het ge beurd is?." De dokter vervolgde nu: „Ik mpet er kennen, dat ik het niet weet. Eerst dacht ik aan een hartverlamming, maar ik herin nerde my toevallig, dat het meisje een paar weken geleden een kleine aanval van griep heeft gehad. En zonder overdrijving kan ik zeggen, dat het hart van Hetty Frank uitstekend functionneerde. Ik sta werkelijk voor een raadsel". „Vergif?" vroeg nu de commissaris zacht. „Ingenomen? N-neen. Ik heb meer den indruk, dat zij plotseling den dood zag na deren en dat zij vreeselijk is geschrokken". „Gelooft U, dat U te weten kunt komen, hoe zy vermoord is?" De dokter haalde de schouders op. „Er zal een gerechtelijk onderzoek moeten worden ingesteld", zei hij, „en dan zal ik vragen of ik sectie op het lijk mag ver enten. Misschien brengt dat iets aan het zinniDriaar 'S wel het meest geheim- maakt". ooit heb mecgc- rfeur „Iw °°genblik werd er zacht op de deur geklopt en James, die intusschen wee- bfnnen.aP CVen verlegen naa' „Commissaris, er is iemand in de hall die U dringend wenscht te spreken, hij heet Dirk Droog". „Dat is haar verloofde", zei de chef. „Misschien hebt U er niets op tegen, als wij hem hier binnen laten? Dirk Droog is een type, dat juist in een geval als dit op zijn plaats is. Een grimmige duivel itc denk dat U hem wel zult kennen. Hij woont hier al een paar jaar in de buurt". „O ja, ik weet, wie hij is. Een eigenaar dige kerel. Ik geloof niet, dat hy een be trekking heeft en er zijn maar een paar menschen in het dorp, waarmee hij om gaat. Eigenaardig dat hy verloofd was met zoo'n levenslustig meisje als Hetty Frans. Zou iemand hiervan iets weten?" „Neen, dat geloof ik niet", antwoordde de chef. „Ik zal order geven, dat niemand hier binnen mag komen, totdat het gerecht hier geweest is. Als het noodig/nocht zijn zal ik een agént voor de deur laten pos ten". Hij onderbrak zichzelf. De deur vloog open. en met zware stappen kwam Dirx Droog de kamer binnen. Zonder op de bei de mannen te letten, liep hij regelrecht naar het bed en keek strak naar het gelaat van het vermoorde meisje. Hij sprak niet en gedurende enkele minuten bewoog hy zelfs niet, maar op zyn gelaat kwam een uitdrukking van stille en diepe smart, die de getuigenis aflegde, hoeveel hij van het meisje had gehouden. Het groote, mannelijke gelaat werd weer norscher, onvergeeflijker dan de commis saris het ooit had gezien. Er kwam geen plotselinge uitbarsting van woede, geen w'raak dld*taanva1, zelfs geen uiting van kwamenkonhtils5elleZndhe Uchtjïs 'te voor- stap achteruit en tedeïdaad Droog iets ontzagwekkends want^et groote, krachtige armen, d.e nu langs IZ lichaam neerhingen, leek hij meer op een gorilla dan op een mensch. De chef liep naar hem toe en pakte hem onder den arm. „Sterkte, kerel", zei hij zachtjes. Hy liep langzaam naar de deur. Dirk volgde hem zonder den minsten tegenstand als een groote aap, die door zijn oppasser buiten zijn kooi wordt rondgeleid. In de gang gekomen, sloot Dirk zelf de deur van de kamer. „Ik wil haar niet meer zien", zei hy eenvoudig. Van der Velden haalde een flacon met brandewijn te voorschijn en bood deze aan Dirk aan. „Kom, drink eens, er zit nog wat in. Giet het door je keel, het zal je goed doen". Maar Dirk blikte even op de flesch, met een enkele, langzame beweging van zijn hand schoof hy hem opzij. „Neen, dank U", zei hij en daarna met een lichte stemverheffing: „Chef, ik wil ik wil een groote gunst aan u vragen. U weet, dat ik niet dikwijls aan iemand iets vraag, maar nu wil ik het toch bij uitzon dering doen". „Kom er maar mee voor den dag, ouwe jongen, ik luister", zei van der Velden. „Ik zou graag willen, dat U Uw aandacht alleen by de robijnen bepaalde. Dat is al les. Dat andere hy weer met zijn hand naar de deur „dat is myn zaak! Begrijpt U? De mijne!" en met een plotse ling opkomende woede, brulde hij: „Ik zal hem krijgen! Daar blijven jullie af! Ik zal niet eerder rusten voordat ik hem in mijn handen heb!" Dadelijk daarop was zijn drift gezakt. De woordenvloed hield op en hy was weer kalm, tenminste uiterlijk, hoewel de vonk jes m zijn oogen lieten zien, dat de bedrei ging hem ernst was. De chef antwoordde niet. Na een paaf tellen van stilte bracht hy het gesprek voorzichtig op een andei onderwerp over. „Zeg Dirk, ik zou je graag wat willen vragen", zei hy. „Als je tenminste in staat bent mij te antwoorden". Dirk knikte toestemmend. „Het gaat over gisterenavond, toen ik je by de opening in de haag ontmoette. JB- stond daar op Hetty te wachten, nietwaar* Is zij nog gekomen?" „Neen. Ze zal het te druk gehad hebben of misschien heeft zy het kasteel niet dur ven verlaten, omdat U het aan het perso neel verboden had". i l „Hoe lang heb je nog staan wachten?" „Totdat de lichten in de bedienden ver trekken uitgedraaid werden. Dat zal van nacht een uur of drie geweest zijn". „Wat?" Ben je tot drie uur blijven wach- ten?" J*: „Ja, en toen regende het vreeselijk hard'. „Vertel me eens of je niemand hebt ge hoord in de laan, terwyl jij daar stond"., Dirk Droog keek hem aan zonder eenige uitdrukking in zijn oogen. „Ja", zei hij toonloos, „dat heb ik, maar ik vertel niet, wie het was. Vraag me dat. dus maar niet. Ik zag hem toen hij doof de opening kroop. Ik ken hem! Hij heeft mij niet gezien! Maar toen hij zich bukte dacht ik eerst dat U het weer was en riep U daarom. Maar toen zag ik, dat het een ander was. Hy ging recht op staan en zon der door het gat gekropen te zyn of ant woord te geven, rende hy de laan weer. af". „De laan af?" (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 6