DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De Engelsche vragenlijst.
HET LOT VAN ABESSINIË.
Annexatie door Italië?
De Italiaansche koning straks ook keizer
van Ethiopië?
No. 109
Vrijdag 8 Mei 1936
138e Jaargang
Is Duitschland in staat „oprechte verdragen" te sluiten?
DE KWESTIE VAN HET LUCHTPACT.
Voor bestendiging van den vrede.
Fokker C 5 nabij Bandoeng
neergestort.
Sluwe oplichters ont
maskerd.
S.s. „Amsterdam" tegen
Hembrugpijler.
Zoowel schip als pijler
ernstig beschadigd.
Italië viert feest!
MUSSOLINI ONDERSCHEIDEN.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bjj vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rjjk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE AD VERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote
contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
De instructie van de Britsche re
geering aan haar ambassadeur te
Berlijn Sir Erick Phipps, welke het
nadere verzoek om inlichtingen op de
Duitsche vredesvoorstellen bevat,
welke Sir Erick bij zijn gesprek met
den Rijksminister van Buitenlandsche
Zaken overhandigde, is thans gepu
bliceerd.
Zy vangt als volgt aan:
Het kan Uwe Excellentie bekend zijn,
dat de regeering van Z. M. den koning
van Groot-Britannië sedert eenigen tijd
de memoranda inzake de herbezetting der
gedemilitariseerde zóne en de vredes
voorstellen der Duitsche regeering zorg
vuldig heeft bestudeerd, welke mij door
den overleden heer Von Hoesch op 7
Maart 1936 en door den heer Von Rib-
bentrop op 24 Maart en 2 April 1936 zijn
overhandigd.
Een zoodanige bestudeering was na
tuurlijk onontbeerlijk met het oog op de
beteekenis, welke onze regeering hecht
aan de tot stand brenging van ^en waar-
achtigen en duurzamen vrede in Europa,
welke de rechtsgelijkheid en onafhanke
lijkheid van iederen staat erkent en er
op gebaseerd is, dat iedere staat de door
hem aangegane verplichtingen eerbiedigt.
Het is de wensch van Z. M.'s regeering
iedere poging, welke in haar vermogen
ligt, te ondernemen om mede te werken
aan de bevordering van het doel, dat de
Duitsche regeering in het memorandum
van 31 Maart het „groote werk voor de
verzekering van den Europeeschen vrede"
noemt.
Om dit doel te bereiken en om den weg
voor succesrijke onderhandelingen vrij te
maken, rich ik deze instructie tot u met
het verzoek er met den kanselier over te
beraadslagen.
De instructie vervolgt dan:
Kan Duitschland „oprecht verdra
gen sluiten"?
Het eerste punt, waarover het wen-
schelijk is duidelijkheid te verkrijgen,
is de kwestie te weten, of Duitschland
zich thans beschouwt als een partij,
welke in staat is „oprechte verdragen"
(genuine treawties) te sluiten. Het is
natuurlijk duidelijk, dat onderhandelin
gen voor verdragen overbodig zouden
zijn, indien een der partijen zich later
vrij zou gevoelen haar verplichtingen
te ontkennen.
De Britsche regeering zou ten zeer
ste een duidelijk verklaring vanwege de
rijksregeering toejuichen, waarin alle
onzekerheid, op dit punt zou worden
weggenomen.
Indien het argument in het Duitsche me
morandum van 31 Maart in het algemeen
van toepassing zou worden, zou het aanlei
ding geven tot twijfel aangaande de wijze,
waarop de Duitsche regeering voornemens
is de overgebleven clausules van het Ver
drag van Versailles te handhaven. De Brit
sche regeering kan niet de gezichtspunten
der rijksregeering deelen voor wat betreft
de historische interpretatie der uiteengezette
gebeurtenissen.
Het is thans zaak te weten of Duitschland
van meening is, dat de fase is bereikt, waar
in het kan te kennen geven, dat het den
huidigen politieken territorialen status in
Europa erkent en voornemens is deze te
eerbiedigen voorzoover deze later niet zou
kunnen worden gewijzigd bij vrije onder
handeling en overeenstemming.
De kwestie van een luchtpact.
Ten aanzien van de sluiting van een
luchtpact als aanvulling op en versterking
van de overeenkomsten voor de veiligheid
in West-Europa verklaart Eden, in het rap
port dat men in het voorjaar 1935 geloofde,
dat de Duitsche regeering van meening
was, dat de onderhandelingen over een
luchtpact niet bemoeilijkt moesten worden
door de poging tegelijkertijd een verdrag te
sluiten tot beperking der luchtstrijdkrach
ten. In de zitting van den rijksdag van 21
Mei 1935 sprak Hitier over de mogelijkheid
van een verdrag tot beperking van het
luchtwapen op de basis van pariteit der
groote mogendheden in het westen, op
voorwaarde, dat de ontwikkeling van het
luchtwapen in Sovjet-Rusland geen wijzi
ging noodig zou maken.
Het verheugt de Britsche regeering, dat
de Duitsche regeering de sluiting van niet-
aanvalsverdragen met Frankrijk, België en
mogelijk ook met Nederland heeft voorge
steld. De Britsche regeering neemt er ken
nis van dat de rijksregeering er in toestemt,
dat deze pacten worden begeleid door ga
rantieverdragen. De juiste redactie dezer
verdragen zal onderwerp moeten zijn van
een gedetailleerde gedachtenwisseling.
De regeering heeft evenzeer kennis geno
men van het voorstel inzake niet-aanvals-
verdragen met de staten, welke in het Z.O.
en N.O. aan Duitschland grenzen, doch zij
zou gaarne vernemen of, naar de meening
der rijksregeering, in het algemeen zou
moeten worden vastgehouden aan de door
baron von Neurath op 26 Maart van het vo
rig jaar aan minister Sir John Simon gege
ven richtlijn.
De eventueele terugkeer van
Duitschland in den Volkenbond.
De verklaring, welke de rijksregeering
heeft afgelegd nopens haar bereidheid we
derom tot den Volkenbond toe te treden,
maakt het de Britsche regeèring mogelijk
te veronderstellen, dat zich geen enkele
moeilijkheid zal voordoen bij het in over
eenstemming brengen van de voorgestelde
non-agressiepacten met de verplichtingen
der leden van den Volkenbond en dat de
ten uitvoerlegging dezer verdragen binnen
het kader van het Volkenbondsstatuut zal
geschieden. t
De staten aan de oostelijke grens.
De Britsche regeering vestigt nog de aan
dacht op twee andere punten, n.1. in de
eerste plaats op de beteekenis yan de
woorden: „de aan de Zuidoostelijke en
Noordoostelijke grenzen van Duitschland
gelegen staten".
De algemeene regeling zou ten zeerste
wdrden vergemakkelijkt, indien de rijksre
geering deze woorden zoodanig sou kun
nen interpreteeren, dat zij behalve de di
rect aan Duitschland grenzende staten ten
minste ook op Sovjet-Rusland. Letland en
Sstland betrekking hebben.
In dit verband is de Britsche regeering
zoo vrij er aan te herinneren, dat de Duit
sche regeering zich in haar memorandum
van 26 Maart 1935 bereid heeft verklaard
niet-aanvalsverdragen te sluiten met de „bij
de Oost-Europeesche kwesties belangheb
bende mogendheden".
Het tweede punt betreft de niet-inmen-
ging in de aangelegenheden van andere
staten.
Met voldoening herinnert de Britsche re
geering te dezen aanzien aan de op 21 Mei
van het vorig jaar door rijkskanselier Hitier
in den rijksdag afgelegde verklaring, dat de
rijksregeering te allen tijde bereid zou zijn
toe te stemmen in een internationale over
eenkomst welke op doeltreffende wijze zou
verhinderen en onmogelijk maken iedere
poging tot inmenging van buitenaf in de
aangelegenheden van andere staten.
Het internationale scheidsgerecht.
Duitschland heeft voorgesteld een inter
nationaal scheidsgerecht te vormen, dat zou
moeten toezien op de naleving van dit ver
drag. Het zou evenwel gewenscht zijn, in
dien verklaard zou worden hoe de taal en
de samenstelling van een dergelijk scheids
gerecht zou moeten zijn en hoe het tegen
over den Volkenbondsraad en het interna
tionale hof van permanente justitie zou
staan. 4
Ten aanzien van de bereidheid van
Duitschland in den Volkenbond terug te
keeren merkt de Britsche regeering op, dat
de Duitsche regeering zeer zeker haar toe
komstig standpunt tegenover het intern, hof
voor permanente justitie zal bekend maken,
in het bijzonder met betrekking tot de fa
cultatieve clausule, mede tegenover de ver
schillende bepalingen inzake de arbitrage
en verzoening, welke zijn opgenomen in
verdragen, waarin Duitschland partij is.
Tenslotte vraagt Eden Sir Eric Phipps bij
de besprekingen met den rijkskanselier een
afschrift van zijn instructie te overhandi
gen. Alle punten zijn er wel is waar niet in
opgesomd, doch voor den terugkeer van
Duitschland in den Volkenbond zal ook de
rijksregeering het wel gewenscht achten de
zinsnede „scheiding van het Volkenbonds
statuut van zijn bases binnen het kader
van den Volkenbond" nader te verklaren.
Voor het oogenblik geeft de Britsche re
geering er de voorkeur aan te onderhande
len over de punten, welke een wezenlijke
opheldering vereischen voor den aanvang
van algemeene onderhandelingen, welke de
Britsche regeerig oprecht wenscht te bevor
deren.
(De diplomatieke correspondent van
Reuter merkt op, dat het veelbeteekenend
is, dat in deze vragenlijst geen enkele toe
speling wordt gemaakt op het verzoek van
Duitschland inzake koloniale rechtsgelijk
heid.).
Leerling-vlieger gedood
luitenant licht gewond.
Hedenmorgen is bij het vliegveld
Salatri te Bandoeng een F-C-5 neerge
stort. De sergeant van de luchtvaart-
afdeeling, leerling-vlieger, H. Pieters,
werd gedood. De eerste luitenant der
infanterie H. Maurenbrecher, werd licht
gewond.
Het vliegtuig moet bij manoeuvres in een
vrille zijn geraakt.
Het toestel sloeg over den kop. Drie in
zittenden werden er uit geslingerd, waarna
het toestel in brand vloog en totaal ver
brandde.
Luitenant Maurenbrecher liep eenige
kleine verwondingen op, terwijl sergeant
Pieters werd gedood.
Een hospitaaltoestel vertrok onmiddellijk
derwaarts, waarmede luitenant Mauren
brecher naar Bandoeng vloog, waarna hij
weer naar huis kon terugkeeren.
Sergeant Pieters is vermoedelijk reeds bij
de eerste aanraking met den grond gedood.
De dokter van de luchtvaartafdeeling, dr.
Hubach, verleende de eerste hulp aan den
gewonden luitenant Maurenbrecher, die
daarna naar Bandoeng werd overgebracht.
De begrafenis van sergeant Pieters vindt
Zaterdagmorgen om 8 uur plaats op het
nieuwe kerkhof te Bandoeng. Op dringend
verzoek van de weduwe zal de begrafenis
niet geschieden met militaire honneurs.
Hoe een Limburgsche vrouw
argeloos op een oplichters-
advertentie inging.
In het „Limburgsch Dagblad" van 16
Maart stond een advertentie, waarin
gevraagd werd een depothoudster voor
een filiaal van een broodfabriek te Am
sterdam. Inkomsten acht gulden per
week, benevens vrij wonen en vrij licht
Als borgstorting werd gevraagd 500.
Op deze advertentie heeft gereflecteerd
een inwoonster van Heerlen. Ze ontving
brieven van een bemiddelingsbureau op de
Keizersgracht te Amsterdam. Het broodde
pot was gevestigd in de van Ostadestraat.
De Limburgsche vrouw, die te Amsterdam
was komen, kijken, ging op de aanbieding
in en stortte 150. Den 9en April in de
avonduren kwam ze te Amsterdam aan en
tegelijk met haar de verhuisboedel. In het
perceel in de van Ostadestraat, dat men
haar van tevoren had laten zien, kon zij
geen toegang krijgen, want de huur was
opgezegd tegen den eersten April. Goede
raad was in het late avonduur duur en zij
wendde zich tot de politie, die haar hielp,
maar ook verder op de zaak inging.
Den volgenden morgen heeft de directeur
van het bemiddelingsbureau haar gebracht
naar een winkelhuis in de Celebesstraat,
waar een sigarenzaak gelikwideerd werd,
maar waar het brooddepot van Amstel's
broodfabriek zou worden gevestigd. Inmid
dels was het restant van de waarborgsom
door den directeur van de toekomstige
filiaalhoudster geïnd. Echter van een
biooddepot kwam niets.
De politie heeft thans haar neus wat ver
der in de zaak gestoken en weet nu, dat een
bakkertje in de Nieuwe Leliestraat de direc
teur is van Amstel's broodfabriek, die in
waarheid niet bestaat.
Zij weet ook, dat de directeur van het be
middelingsbureau de zwager is van den
bakker uit de Nieuwe Leliestraat. Beide
heeren zijn geen onbekenden van de politie
en zij zitten thans beiden achter slot en
grendel op het bureau Leidscheplein om na
dere verklaringen af te leggen in deze zaak,
waarvan de Heerlensche inwoonster de du
pe is geworden deze vertoeft op het
oogenblik nog te Amsterdam, maar gaat
toch over een paar dagen weer naar Lim
burg terug, met een ervaring rijker, een
minder zware portemonnaie, ofschoon de
politie de hoop heeft, dat van haar 500
nog wel een en ander zal terechtkomen.
Nederland's grootste vrachtschip
de „Amsterdam" van de Kon. Stoom
boot Maatschappij, welk schip zoo
als kort geleden is meegedeeld naar
Italië is verkocht, is in den afgeloopen
nacht te ruim drie uur bij het opstoo-
men van IJmuiden naar Amsterdam
in botsing geweest met een pijler van
dc Hembrug. De aanvaring werd ver
oorzaakt doordat de „Amsterdam" uit
haar roer liep. Men heeft nog ge
tracht, een botsing met de brug te
voorkomen door het anker te laten
vallen, waardoor echter nog meer
schade werd aangericht, aangezien
het anker den lichtkabel ter plaatse
vernielde, met het gevolg dat de Ka
naalverlichting langs de boorden bui
ten bedrijf geraakte. De manoeuvre
met het anker sorteeide overigens
geen effect, het schip zette door en
raakte den pijler, welke ernstig be
schadigd werd, evenals de bakboords
boeg, van de „Amsterdam", waarin
boven de waterlijn een scheur van
meer dan drie meter lengte ontstond.
Het schip is na de botsing doorgeva
ren naar Amsterdam, waar het is
vastgemaakt op de boeien aan de
Sumatrakade. De weinige lading, die
het schip in heeft, zal eerst gelost
worden alvorens een beslissing over
de reparatie zal worden genomen. In
afwachting van het resultaat van het
onderzoek naar den omvang van de
schade, welke aan den pijler is toege
bracht, werden voor het treinverkeer
over de Hembrug maatregelen geno
men, welke in hoofdzaak hierop neer
kwam, dat de treinen in langzaam
tempo over de brug werden geleid,
waardoor vermeden werd dat men
voor plotselinge verrassingen zou
kunnen komen te staan. De schade
aan den lichtkabel zal vandaag nog
worden hersteld.
Het schip wordt hersteld na vol
tooiing van de reis.
Omtrent deze aanvaring vernemen wij
nader, dat de schade, welke het schip is
toegebracht een scheur van meer dan
drie meter aan bakboordsboeg voorloo-
pig provisorisch zal worden hersteld, aan
gezien de „Amsterdam", die, van Chili
komende, tot dusverre Liverpool en Rot
terdam heeft aangedaan, Dinsdag a.s. wan
neer de voor Amsterdam bestemde lading
uit het schip zal zijn verwijderd, de reis
zal voortzetten naar Antwerpen, waar
mede 2000 ton lading moet worden gelost.
Waar de scheur in de huid van het schip
zich een flink eind boven de waterlijn be
vindt, bestaat er geen bezwaar om de
„Amsterdam" haar reis te doen vervol
gen. Na terugkeer zal de schade definitief
worden hersteld, hiertoe zullen eenige
platen en een achttal spanten moeten
worden verwijderd.
De Hbld.-correspondent schrijft d.d. 7
Mei aan zijn blad:
De vreugde te Rome duurt nog onvermin
derd voort. Gisteren waren het de studen
ten, die met groote manifestaties aan den
Duce en aan den koning uiting gaven aan
hun gevoelens. Vandaag is het de beurt
geweest der fascistische vrouwen en meis
jes.
Van het balkon van het Palazzo Venezia
heeft Mussolini een toespraak gehouden tot
de fascistische vrouwenorganisaties. Hon
derd duizend vrouwen en mannen waren
op het plein voor het paleis saamgestroomd
De Duce zeide: „Het fascistische Italië,
dat door 52 naties belegerd werd, had u een
moeilijke en belangrijke taak toevertrouwd:
gij moest van ieder gezin een bolwerk in
den strijd tegen de sancties maken. Gij hebt
u voortreffelijk van deze taak gekweten.
Het vaderland dankt u daarvoor en ver
zekert u, dat uw voorbeeld in de annalen
van Italië bewaard zal blijven".
De stad is ook heden nog getooid met
vlaggen en versieringen, en zoowel heden-
als morgenavond zijn de openbare gebou
wen weer geïllumineerd. De drukte op de
straten is werkelijk verbijsterend, daar
ieder behoefte gevoelt om zooveel mogelijk
in het stadscentrum te verkeeren, waar
men de laatste berichten verneemt, en waar
men vrienden en kennissen ontmoet met
wie men den gelukkigen uitslag van den
oorlog bespreken kan.
De Italianen zijn eigenlijk over den
uitslag van den oorlog niet weinig ver
baasd. Niemand, ook de regeering niet,
had gedacht of zelfs maar durven ho
pen, dat men in 7 maanden Addis Abeba
zou kunnen bezetten en nog veel min
der had men verwacht, dat het vertrek
van den Negus en vrijwel alle Abessi-
nische legeraanvoerders den oorlog tot
zoo'n snel einde zou hebben gebracht.
Het is onze indruk, dat zelfs na de
groote overwinning bij Amba Aranam
en in Sjiré de Italiaansche regeering
niet de bedoeling had, geheel Abessinië
in te lijven. Men achtte dit destijds ook
niet mogelijk.
De overwinning is thans zoo overweldi
gend, dat men den indruk krijgt, dat men er
in Rome bijna geen raad mee weet. De be
volking althans en daarmede bedoel ik ook
de meer ontwikkelden, kan niet nalaten
telkens weer te verzekeren, dat niemand
zooiets had durven verwachten en dat het
bijna al te mooi is. In die laatste uitdruk
king, die telkens weerkeert, ligt reeds opge
sloten, dat men voorziet en vreest, dat er
nog heel wat moeilijkheden zullen komen.
Moeilijkheden misschien met den Volken
bond en moeilijkheden zeker met de inboor
lingen, die nog wel niet allen tegenstand
zullen opgeven en die, wat nog erger zou
zijn, wanneer eenmaal de troepenmacht in
Afrika verminderd wordt, een opstand zou
den kunnen beginnen.
Wat de samenkomst van den Volkenbons-
raad betreft, is het van belang dat heden
bekend is gemaakt, dat de groote fascis
tische Raad voor Zaterdagavond 10 uur in
buitengewone zitting is bijeengeroepen in
het Paleis Venezia, terwijl eveneens Zater
dagavond om halfelf een buitengewone zit
ting in hetzelfde paleis zal plaats vinden
van den ministerraad. De besluiten, welke
daar genomen .zullen worden, zullen na af
loop der zitting van het balcon van het
paleis aan het volk worden medegedeeld.
Men verwacht, dat de bedoelde be
slissingen hierin zullen bestaan, dat de
annexatie van Ethiopië door Italië zal
worden afgekondigd en eventueel ook
Koning Victor Emanuel III tot Keizer
van Ethiopië zal worden uitgeroepen.
Victor Emanuel
Verder mag »men verwachten, dat de
Groote Fascistische Raad juist in verband
met de samenkomst te Genève, nog eer.s
duidelijk aan den Volkenbond te verstaan
zal geven, hoe gevaarlijk het is de sancties
te bestendigen. Italië wil thans, dit blijkt
uit verschillende uitingen, in den kortst
mogelijken tijd den druk der sancties opge
heven zien. Het is daarom te verwachten,
dat de Groote Fascistische Raad er nog eens
duidelijk aan zal herinneren, dat de sancties
destijds werden afgekondigd met de bedoe
ling den oorlog te bekorten. Daar de oorlog
thans is afgeloopen, heeft dezen economi-
schen druk, naar Italiaansche opvatting,
geen zin meer.
Bestendiging ervan zou niets anders be-
teekenen, dan dat men Italië wil dwarsboo-
men en Italië laat zich niet dwarsboomen.
In den wat plechtiger vorm van een alge
meen besluit, om zoo noodig de vruchten
van de overwinning der fascistische wape
nen tot het uiterste te verdedigen tegen
ieder, die zou willen trachten Italië thans
moeilijkheden in den weg te leggen, zal de
Fascistische Raad naar wij verwachten,
deze waarschuwng doen hooren, vóór de zit
ting te Genève begint. Men gaat hier reeds
zoover te zeggen, dat de besprekingen te
Genève zeer eenvoudig kunnen zijn, daa-r
Ethiopië opgehouden heeft te bestaan er.
dus vanzelf ook geen lid meer is van den
Volkenbond. Men zou het hier normaal
vinden wanneer Maandag aan den vertegen
woordiger van Ethiopië de toegang tot de
Raadszaal te Genève zou worden ontzegd,
daar hij niets en niemand meer vertegen
woordigt.
Naar aanleiding van de woorden van
„Daily Telegraph", dat thans Italië in Afri
ka nog hard werk voor zich heeft, alvorens