Nieuwe behandeling van de Nijenrodezaak.
De officier die de vechtpartij an sich, zoo
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Twee bijfiguren voor het gerechtshof
te Amsterdam
ion«°ns" ™r
de"™ dK ta Bo'SSf v"h?' over
Dr. v. d. Does over diverse ziektegevallen in Abessi
mie.
In een vraaggesprek voor den Phohi-microfoon.
Belangrijke films.
De roofmoord te Hassum.
De roofmoord te
Hoensbroek.
Een motorfiets ontvreemd-
Twee ondernemende vrienden, resp. de
17-jarige J. A. de J. en de 18-jarige Joh.
C. J., beiden wonende te den Helder, ont
dekten op 3 Maart in de Molenstraat te
den Helder de motorfiets van den aanne
mer C. Groninger. Aangezien de eigenaar
in geen velden of wegen te bekennen was,
besloten zij op diens vehikel een ritje te
gaan maken. De vriendjes hadden om
beurten gereden en toen eindelijk een band
den geest gaf, hadden zij de motorfiets
maar aan den kant van den weg in den
steek gelaten.
De officier van justitie achtte het ver
grijp van de beide jeugdige delinquenten
ernstig, temeer omdat dit een euvel is wat
den laatsten tijd hoe langer hoe meer op
treedt. Dientengevolge eischte hij tegen
J. A. de J. 14 dagen tuchtschool en tegen
Joh. C. J. 5 dagen gevangenisstraf.
De president die het blijkbaar tlog eens
met de, overigens berouwvolle, zondaren
wilde probèeren veroordeelde J. A. de J.
tot een geldboete van 5 of 7 dagen
tuchthuisstraf en Joh. C. J. tot een
geldboete van 5 of 5 dagen hechtenis,
benevens voor beiden een voorwaardelijke
gevangenisstraf van 1 maand met een
proeftijd van 2 jaar.
Een voetbal die te ver rolde.
De 27-jarige machinist Joh. V., uit Alk
maar, vond op 16 Maart in zijn volkstuin
tje een voetbal welke van het achter zijn
tuintje gelegen voetbalveld in zijn tuintje
was verdwaald. V., die blijkbaar al meer
last van dergelijke verdwaalde voetballen
had gehad, nam den bal mee naar huis met
d bedoeling hem te bewaren tot de eige
naar hem zou komen ophalen. Toen deze
niet verscheen en toen bovendien een paar
jongens op aanwijzing van zijn buurman
bij hëm kwamen vragen of zij den bal
mochten koopen, werd de bal voor een
prijs van 1.25 van de hand gedaan. Deze
transactie leverde hem echter geen geluk
op, daar de voorzitter der voetbalvereeni-
ging Aikmaar, welke eigenaar was' van den
verdwenen bal, de zaak on tdekte en er
werk van maakte.
Het resultaat was dat de voetbalvereeni-
ging gisteren weer in het bezit van den
bal werd gesteld. Voor J. V. liep het min
der goed af want de officier eischte tégen
hem 15 boete of 10 dagen hechtenis.
Uitspraak 10 of 5 dagen.
Als vader niet weet wat zoonlief
verdient.
De 51-jarige visscher E. Z., uit Egmond-
binnen, had op 7 en 14 Maart bij het ge
meentehuis te Egmondbinnen een valsche
opgave gedaan van zijn inkomsten, op
grond waarvan hij steun kreeg uitgekeerd.
Verdachte had n.L niet opgegeven dat een
van zijn zoons gedurende drie weken
werk had gehad en daarmee een bedrag
van zoo ongeveer 14 had verdiend.
Volgens verdachte zou hij niet hebben
geweten dat zijn zoon werk had, aangezien
deze hem noch van zijn werk noch van
zijn verdiensten in kennis had gesteld.
De officier, die dit verhaaltje blijkbaar
nogal aan twijfel onderhevig achtte, eisch
te tegen Z. een gevangenisstraf voor den
tijd van 1 maand.
Uitspraak 5 of 5 dagen met een voor
waardelijke gevangenisstraf van 2 maan
den met een proeftijd van 2 jaar.
Ook loslippig.
De 37-jarige zeeman E. Z. uit Egmond aan
Zee had op 26 Maart oneenigheid gekregen,
of meèr gezocht, met den colporteur J. C.
J. Broek uit' Egmond aan Zee en dezen daar
bij eenige minder vleiende woorden toege
voegd. Genoemde woorden werden door
Broek min of meer als een beleediging uit
gelegd en hiertegen had Z. zich gisteren te
verantwoorden. Aangezien Z. weinig te zijner
verdediging kon inbrengen, wat door den
officier van belang werd geacht, eischte de
laatste tegen Z. een geldboete van 15 of 10
dagen hechtenis. Uitspraak 10 boete of 5
dagen hechtenis.
Crisis-ambtenaar beleedigd.
Als vervolg op de Maartsche beleedigings-
serie stond vervolgens terecht J. M. D., niet
verschenen, die den crisis-ambtenaar J. A.
Doornbosch te Beemster had beleedigd, door
tegenover een ander persoon zich in beleedi-
genden vorm over Doornbosch uit te laten.
Verdachte had tegenover den winkelier Hot-
tentot te Beemster eenige beleedigende uit
drukkingen over Doornbosch gebezigd. Eisch
15 boete of 10 dagen hechtenis. Uitspraak
confprm.
Oneerlijke concurrentie?
De groenten- en fruithandelaar M. S. L.,
op Texel, had zoo in het begin van Maart een
zeer ijverig verkoopertje gehad, 's Zater
dags nl. kwam de 11-jarige Jasper Keizer,
zoo luidde althans het verhaal van den als
verdachte gedagvaarde, bi) hem een aantal
sinaasappelen halen die dan door den kleinen
scharrelaar aan den man werden gebracht.
De activiteit van den kleinen zakenman ging
evenwel zoo ver dat hij bij de klanten van
den groentenhandelaar v. d. Vis aanbelde
en aldaar beweerde sinaasappelen voor
St te verk0°Pen- Op deze wijze
]m .i y klanten die anders nooit van L.
hsn ®n'. over te kalen van hem sinaasappe
len te koopen. Deze practijken kwamen
echter den benadeelden groentenhandelaar
v. d. Vis ter oore, die 'n vervolging tegen M.
S. L.' instelde, wegens oneerlijke concurren
tie.
Het getuigenverhoor bracht echter ln de
eerste plaats niet aan het licht dat L. aan
zijn kleinen verkooper opdracht zou hebben
gegeven bij de klanten van v. d. Vis te ver
tellen dat de sinaasappelen van v. d. Vis
kwamen, terwijl tevens niet bleek dat Jas
per Keizer bij hem in dienst zou zijn ge>
weest, weshalve de officier, vrijspraak requi-
reerde.-.Uitspraak conform.
Een katachtig heerschap.
De 26-jarige C. H. D. uit Hoorn had on
eenigheid gekregen op 10 Maart met zekeren
P. Deen, slagersknecht eveneens uit Hoorn.
D. had tijdens de ontstane vechtpartij zijn
tegenstander met voeten en nagels bewerkt,
kortom hij had zijn vijand op geenszins
mannelijke wijze bestreden.
wel als de wij ze waarop deze plaats had ge-
ypndeik in. genen deele bleek te appreciee-
ren, eischte "tégen D. 20 boete subs. 10 da
gen hechtenis. Uitspraak 15 boete of 10
dagen.
Weerspannig.
De niet verschenen F. L. S. was op 31
Maart toen de gemeenteveldwachter J. W.
M. Blokker te Ursem hem wegens openba
re dronkenschap naar ,','t schuurtje" wilde
'transporteeren, dusdanig recalcitrant ge
weest dat hij daarbij den duim van den ge
meentelijken ordebewaarder geheel uit het
lid had gedraaid.
Zijn opstandigheid kostte hem 3 maan
den gevangenisstraf.
Hij ging nog niet naar huis.
De orgeldraaier J. W. L. uit Énkhuizen
had op 1 April op bével yan den voorzitter
van het armbestuur een lokaal van ge
noemde instelling niet willen verlaten en
zich danig onhebbelijk gedragen.
Verdachte, bijgenaamd „de schelige Loots",
wilde, zooals de getuige G. A. Langeveld
vertelde, het lokaal van het armbestuur
niet verlaten ondanks de herhaalde aanma
ningen om zich te verwijderen.
De plakker had, indien hij aanwezig ge
weest ware, 14 dagen gevangenisstraf tegen
zich kunnen hooren eischen.
Uitspraak conform.
Het summum van laksheid.
De vischventer C. D. te Hoorn deed op
een goeden dag een reuze koopje door van
een kennis voor de somma van 25 een
Fordje over te nemen. Bovendien was bij
die 25 inbegrepen het nummerbewijs, dat
hij voor het gemak ook maar meenam, om
dat de nummerborden er toch al op zaten.
D. die zoo eenige jaren met het karretje
rond reed, dacht er echter niet over om
zijn nummerborden te wijzigen en bleef
met het oude nummerbewijs rondrijden.
Het vreemdste van het geval was nog wel
dat D. zelf wél een nummerbewijs zat.
Eisch 25 of 15 dagen. Uitspraak 15 of
10 dagen.
(Meerv. strafkamer-zitting 12 Mei.)
Uitspraken.
Arie de Gr., St. Pancras, diefstal van 'n
schop, eisch 25 of 15 dagen. Uitspraak:
vrijspraak.
Joh. Adr. Z., volontair, Beemster, hooger
beroep, rijden zonder licht op de fiets, eisch
bevestiging vonnis kantonrechter van 4 of
4 dagen.
Uitspraak: conform.
Jan M., tuinder, Grootebroek, diefstal van
een balk; eisch 40 of 25 dagen. Uitspraak
25 of 10 dagen.
Jan L., gedetineerd, Wieringen, hooger
beroep vonnis kantonrechter van 15 of 10
dagen en 50 of 30 dagen wegens rijden
zander licht en het besturen van een auto
onder invloed van sterken drank. Eisch be
vestiging. Uitspraak conform.
Pieter W. M., Den Helder, rijden zonder
verlichte auto; hooger beroep vonnis kan
tonrechter van 25 of 10 dagen; eisch be
vestiging. Uitspraak 5 of 2 dagen.
Jaring H., chauffeur, Wieringen, hooger
beroep, ry den met onverlicht nummerbord
en niet-werkende remmen; eisch bevestiging
vonnis 5 en 15. Uitspraak 2 en 10,
subs. resp. 1 of 2 dagen.
Johan de M., den Helder, hooger beroep
vonnis kantonrechter rijden met on verlich
ten wagen, van 5 boete; eisch bevestiging.
Uitspraak 2.
Het is reeds meer dan twee jaar ge
leden, dat voor de rechtbank te Amster-
- dam de geruchtmakende „Onnes-zaak"
is berecht. Een behandeling, die meer
dan dertig zittingsdagen in beslag nam
en die eindigde met de vrijspraak van
de hoofdpersonen in dit monsterproces.
Onnes van Nijenrode en zijn vroegere
vriend Koning hoorden door den offi
cier van justitie, mr. van Dullemen,
hooge gevangenisstraffen tegen zich
eische.n. De rechtbank echter achtte het
bewijs niet geleverd en sprak hen vrij.
Ook de drie „verhuizers" die zoo'n groo-
té rol in deze affaire hebben gespeeld
werden vrijgesproken. Doch Mees Ger
ritsen, de „leverancier"' van de nachte
lijke expediteurs kreeg zes maanden
gevangenisstraf. Witbraad, die als scha
kel fungeerde tusschen Koning en Mees
Gerritsen is eveneens door de recht
bank vrijgesproken.
Het zeer groot opgezette proces liep op
niets uit Het aantal feiten en feitjes, dat ter
zitting naar voren kwam, was zoo overstel
pend groot dat het ook voor de rechtbank
moeilijk werd de hoofdlijnen in het oog te
houden.
De officier van justitie, mr. A. A. "L. F.
van Dullemen, teekende hooger beroep aan.
Er zou echter meer dan twee jaar overhëen
gaan, vóór het gerechtshof een aanvang kon
nemen met de behandeling van deze ge
ruchtmakende strafzaak.
De kasteelheer Onnes van Nijenrode werd
na zy'n ontslag uit de preventieve hechtenis
ziek, een keeloperatie was noodzakelijk en
de president van het Hof, mr. Joh. M. Jol
les, stelt zich op het standpunt, dat hij
slechts een volledig herstelde hoofdverdach
te voor zich wilde zien. Ook de verdediging
mr. Th. Muller Massis en mr. N. J. C. M.
Kappeyne van de Capello achtten het van
groot belang met de behandeling in hooger
beroep te wachten, tot de heer Onnes volko
en hersteld zal zijn. Toen het tenslotte zoo
ver was en een datum was vastgesteld voor
de behandeling van de geheele zaak voor
het Hof werd de verdachte Koning, hoofd
getuige in de zaak tegen Onnes ziek, zoo
dat wederom voor ombepaalden tijd uitstel
moest worden gegeven.
Het voorspel.
Vandaag echter wordt de ouverture in dit
proces gehouden. Twee bijfiguren, de parti
culier detective Johanknegt en Mees Gerrit
sen zullen voor het gerechtshof terecht
staan. Aan Johanknegt is het onttrekken
van goederen aan de nasporingen van de
politie ten laste gelegd en aan Mees Gerrit
sen heling. Voor de behandeling van de
zaak tegen de hoofdpersonen is nog geen
datum vastgesteld.
Voorgeschiedenis.
Wij herinneren hier kort aan hetgeen aan
deze strafzaak is voorafgegaan. In den
nacht van 29 Februari op 1 Maart 1932, dus
thans ruim 4 jaar geleden, heeft in het
kasteel Nijenrode onder Breukelen een zeer
opzienbarende inbraak plaats gehad.
kostbar»8m?1(Schüderijen' een vijftigtal
den werH^n 8 /f1 en andere k°stbaarhe-
aen werden gestolen. Ofschoon een groote
beloon mg werd uitgeloofd hoorde men
ruimen tijd niets. De assurantie-maatschaD
Nerd T den kasteelbewoner oïnf;
yan Nijenrode aangesproken voor een be
drag van meer dan een ton. Later werd een
regelmg getroffen en ontving de bestolene
een bedrag van ruim 70.000.
Tenslotte gelukte het de Amsterdamsche
justitie en politie klaarheid te brengen. Zij
slaagden erin aan te toonen, dat de inbraak
in het kasteel in elkaar was gezet om de
verzekeringsmaatschappijen een zeer groot
bedrag als schadevergoeding afhandig te
maken. Volgens de dagvaarding zou het plan
zijn uitgegaan van den kasteelheer Onnes
van Nijenrode, daarbij geholpen door zijn
ouden vriend Koning. Koning zou zich met
Witbraad in verbinding hebben gesteld, die
op Zijn beurt in relatie stond met Mees Ger
ritsen. Deze leverde „in overleg met zijn
compagnon, de drie „inbrekers", die zich tij
dens het proces gaarne „verhuizers" lieten
noemen. De „inbrekers" kregen nauwkeuri
ge instructies en werden bovendien voorzien
van een situatieteekening van het kasteel.
Vergissingen waren uitgesloten. In den be-
wusten nacht haalde dit drietal de vooraf
nauwkeurig beschreven kostbaarheden, mi
niaturen en schilderijen weg.
In verband met een andere zaak verricht
te de politie maanden later een huiszoeking
bij den detective Johanknegt en dit onder
zoek leverde verrassende resultaten op. Er
werden n.1. twee miniatuurtjes gevonden,
afkomstig uit het kasteel Nijenrode. Een
aantal brieven bevestigde het vermoeden,
dat een schijninbraak had plaats gehad.
Verschillende arrestaties volgden. Koning
en Witbraad bekenden volledig en ook Mees
Gerritsen gaf toe bij de zaak betrokken te
zijn. De drie .verhuizers" deden eveneens
een relaas van hun rol in deze tragi-come-
die. De heer Onnes van Nijenrode echter
hield steeds vol, dat hij van de geheele
zaak onkundig was geweest. Volgens hem
was de inbraak opgezet door Koning en
toen alles reeds voorbij was, zou deze ge
poogd hebben chantage op hem te plegen.
Als verdediger van Johanknegt en Mees
Gerritsen treden resp. op mr. Wilhelm Loeb
en mr. Th. Eskens.
Het gerechtshof wordt gepresideerd door
mr. J. M. Jolles; procureur generaal is mr.
Versteegh.
Aan Mees Gerritsen is primair verduis
tering van eenige miniaturen ten laste ge
legd.
Pres.: U hebt die miniaturen afkomstig
van.het kasteel Neijenrode tusschen twee
planken verborgen in huis gekregen?
Mees antwoordt niet rechtstreeks.
Pres.: Laten we eerst de getuigen maar
hooren.
Dan komt Maag, een der „verhuizers"
voor het hekje. Hy voelt er eerst niet veel
voor om de eed af te leggen.
„Moet ik een meineed afleggen?"
De president stelt hem gerust: Leg eerst
de eed af en zeg dan de waarheid.
Maag vertelt dan kort, dat hij de minia
turen tusschen planken verborgen bij Mees
heeft gebracht. Aanvankelijk zouden de
verhuizers 10.0000 belooning krijgen.
Pres.: van wien? Van Onnes of van Ko
ning?
Getuige: dat weet ik niet, maar Onnes
„kwam niet af" wie 't zou betalen liet ons
koud. We wilden de tien mille hebben.
Daar was het ons om te doen.
Pres.: E toen hebben jullie het in goed
vertrouwen naar Mees G. en zyn compag
non gebracht. Achteraf geloof is dat je be
drogen bent.
Getuige Maag is het volkomen met den
president 'eens: „dat is wel zeker".
Maag windt zich plotseling op:
,,'t Is een schande, wij hebben het werk
gedaan. Er kwam 10.000 binnen en wij
kregen ieder 2.000.
Maar Mees had maar 1/3 teruggegeven
van het goed en van de rest hoorden we
ook portie gekregen te hebben.
Pres.: U bent dus boos dat u niet meer
dan 10.000 heb gekregen?
Getuige (opgewonden): 't gaat om het
recht.
President: vertel eens, heb je werkelijk
wat achtergehouden?
Verdachte begint dan op zijn bekende
„zachtzinnige" wijze een uitleg van het ge-
sch,, Hivoelt zich volkomen on-
tective Johanknegt n8ar den de"
Mees legt er vooral den nadruk op, dat
hy t goed zoo gauw mogelijk uit de woning
van K. weg wilde hebben. Bij de pogingen
om zich schoon te praten, komt hij een
oogenblik in botsing met Maag, dien hij van
chantage beschuldigt,
De j.1. Woensdag hier te lande uit
Abessinië teruggekeerde jhr. dr. J. N.
van der Does, waar hij deel uitmaakte
van de Ned. Roode Kruis-ambulance,
heeft voor de Phoni-zenders P. C. J.
en P. H. I. in een vraaggesprek met den
heer K. D. Koning, redacteur van het
„Algemeen Handelsblad" verschillende
mededeelingen gedaan over zijn ver
blijf en ervaringen in Abessinië.
Na een beschrijving gegeven te hebben
over den algemeenen toestand, merkte dr.
v. d. Does o.a. op, dat hy in Quoram veel
poliklinisch werk verricht heeft. Op de
vraag, of hij veel typhusgevallen gehad
heeft, paratyphus, cholera of pest, ant
woordde hij, dat er slechts een paar geval
len van typhus waren voorgekomen.
Pest heelemaal niet. In het Abessinische
leger kwam echter buitengewoon veel
dysenterie voor, zoowel dr. v. d. Does als
dr. Veeneklaas hebben het zelf ook gehad.
Bijzondere waardeering had dr. v. d.
Does voor het werk van de Fransche Peres
Lazaristes te Dessie, waar einde Maart,
toen hy daar wegging over de 100 patiën
ten waren, die uitnemend verzorgd wer
den. Met groot genoegen dacht spr. aan de
aangename samenwerking daar, terug.
Met nadruk merkte hij op, dat algemeen
erkend is, dat de Nederlandsche ambulan
ce de best uitgeruste was.
Toen ter sprake gebracht werd het bom
bardeeren van het Britsche Roode Kruis,
merkte dr. v. d. Does woordelijk op: door
dit bombardeeren zijn voor het Roode
Kruis werk in dezen oorlog bezwaren ge
komen, welke we niet verwacht hadden.
Gevraagd of het geld om met een ambu
lance van Nederland naar Abessinië te
gaan, rente heeft opgebracht, antwoordde
dr. v. d. Does zonder eenige aarzeling, be
vestigend.
„Wij hebben er" zoo merkte hij op, „zeer
nuttig werk kunnen doen, vooral wonde-
behandeling".
Uitvoerig werd stilgestaan by het gebruik
van de gifgassen. Hierover merkte de heer
v. d. Does het volgende op: bijna alles was
huidaantastend gas, dat uit de vliegtuigen
van de tegenpartij in heel fijne druppeltjes
als het ware uit een gieter werd verspreid.
Door deze wijze van verspreiding werden
er veel meer menschen door de vloeistof
getroffen, dan in den wereldoorlog met het
gas het geval was.
Mosterdgas of een der aanverwante gas
sen, dat een analoge uitwerking heofi
kwamen dus veel voor, chloorgas werd 1,'
niet gebruikt. ei
Ook werd dr. v. d. Does deze vraag"
steld: Wat is er waar van de afgrysèliik»
verhalen van verminking door de Abessi
niërs, ook bijv. onderling.
Inderdaad, aldus de heer v. d. Does ziin
deze verminkingen niet geheel fabels, ze ziin
wel voorgekomen. En als verklaring'gaf ha
de volgende uiteenzetting. In het Oosten in
de woestijn Danakil, wonen de Danakils een
woest en primitief woestijnvolk. Daar
brengt de zede nog mee, zooals eertijds het
scalpeeren by de Indianen, dat men vermin
kingen toebrengt. Daarvoor werden de door
hen meestal gehate Abessiniërs van meer
westelijk gelegen streken genomen en ook
zullen ze wel Italianen hebben verminkt
wanneer ze hiertoe gelegenheid kregen
Deze Danakils zyn sluw, weten overal door
te dringen. En als zij geen vreemdelingen
hebben, dan nemen ze hun eigen menschen
Men moet, aldus zei dr. v. d. Does, dus wat
anders zien dan „verminkingen", al komt het
er in de praktijk dan ook op neer. Met de
eigenlijke Abessiniërs heeft het niets te
maken.
Op de vraag: hoe waren de uitkomsten
van de conservatieve chirurgie, d.w.z. de
chirurgie waarvoor de amputatie niet noodig
was, b.v. het opzoeken van kogels? merkte
dr. van der Goes op:
Alle wonden waren zeer geïnfecteerd. De
menschen zelf hadden geen verband
bii zich en waren dus op de ambulance
aangewezen. Dr. v. d. Does heeft slechts een
geval van gasgangreen gezien. Gewonden,
die door dum-dum kogel.' getroffen waren'
heeft dr. v. d. Does niet behandeld, doch dat
er niet eens een enkele maal een dum-dum
verwonding ontstaan zou zijn, zoo vervolg
de hij, dat komt toch in eiken oorlog voor.
Verder gaf hij aan, hoe deze dum-dums ge
makkelijk kunnen ontstaan, bijv. door be
schadiging van den mantel uit de patroon-
tasch.
Op een der laatste vragen, nl.: heeft U van
het verblijf in Abessinië die resultaten ge
zien, die U zich voorstelde, toen U er heen
ging, antwoordde dr. v. d. Does: Ik persoon
lijk heb als medicus bijzondere ervaringen
opgedaan, die van groot belang zijn voor de
medische wetenschap. Zeer kostbaar mate
riaal voor de vele collega's-artsen zijn de
films, die hij gemaakt heeft Ik heb, aldus
de dokter, geen spijt dat ik er geweest ben.
Met het spelen van het „Wilhelmus" als
een hulde voor het werk van de Ned. Am
bulance in Abessinië, werd deze zeer interes
sante uitzending besloten.
De president maakt echter spoedig een
eind aan het conflict.
De tweede verhuizer is aan de beurt.
Grotjohan voelt er al evenmin voor om een
eed af te leggen en tenslotte teekent hij
een verklaring, de waarheid te zullen zeg
gen.
Zijn verklaringen wijken niet af van die
van Maag.
De detective gehoord.
Na de „verhuizers" komt de detective Jo
hanknegt als getuige voor het hekje. Hij
doet een uitvoerig, doch volkomen onver
staanbaar verhaal. Hy vertelt, hoe hij de
„gouden draad" in deze zaak in handen
heeft gekregen. Evenals voor de rechtbank
dwaalt hij af naar allerlei onbelangrijke
bijzonderheden.
Johanknegt zet zijn verhaal voort. Van
v. d. D. kreeg hij 10.000 en deze had hy
betaald aan B. (den compagnon van verd.)
In ruil daarvoor had hij een deel van het
goed teruggekregen. Een belooning had ge
tuige niet gekregen.
Het slot van de geschiedenis is dan, dat
de rest van het goed voor 8000 aan de ver
zekering werd teruggegeven. Bij die on
derhandeling had verdachte Mees G. de lei
ding gehad.
Verdachte ontkent dit echter hardnekkig.
„Ik heb niet met de verzekering onderhan
deld, ik houd niet van die verzekeringen, 't
is alles geknoei", roept verdachte uit.
De secretaresse van Johanknegt, die even
eens gehoord wordt, verklaart dat er voor
de tweede partij eveneens betaald moest
worden. Zij had den indruk gekregen, dat
Mees de hoofdpersoon was geweest.
De zitting wordt dan geschorst tot half
twee.
Na de pauze.
Direct na de pauze is het woord aan den
procureur-generaal, mr. Versteegh, die ver
zoekt de zaak voor onbepaalden tijd aan te
houden. In verband met het subsidiair ten
laste gelegde (onttrekken van goederen aan
dc nasporingen der politie) acht spr. een
onderzoek hiervan niet mogelijk zonder On
nes en Koning te hooren. De zaak tegen
Mees G. wordt voor onbepaalden tijd ge
schorst.
Direct daarna vangt het hof aan met de
behandeling van de zaak tegen Johanknegt,
die verdedigd wordt door mr. Wilhelm Loeb.
Het O. M. heeft drie getuigen gedagvaard,
n.1.: Maag, Grotjohan en de ex-secretaresse
van verdachte.
Waarom bent U in beroep gegaan, U bent
van de heele tenlastelegging alleen maar
veroordeeld wegens schuldheling tot een
voorwaardelijke straf van drie maanden.
Johanknegt: 't Is m'n eer te na. Ik ben vol
komen onschuldig en ik wensch van allen
blaam gezuiverd te worden.
Johanknegt mag vlak voor de tafel van
het hof plaatsnemen, de zenuwen spelen
hem parten. Hy is nog moeilijker te ver
staan dan vanmorgen.
Maag, een der verhuizers, komt voor het
hekje.
Zijn verklaringen van vanmorgen worden
kort door hem herhaald. Op een vraag van
Johanknegt verklaart hij, dat hy den de
tective vroeger nooit had ontmoet.
Pres.: Met Mees en zijn compagnon was
U wel goed.
Verdachte: Dat moest wel om mijn vak
behoorlijk uit te oefenen.
Grotjohan, de tweede verhuizer, vertelt
evenmin iets nieuws. Zijn verhoor neemt
nauwelijks een minuut in beslag.
Weer levenslang geëischt.
Zoowel de officier van justitie bij de
rechtbank te 's-Hertogenbosch als de
verdachte M. V. uit Gennep, zijn in hoo
ger beroep gegaan van het vonnis der
rechtbank, waarbij V., wegens de roof
moord te Hassum, tot twintig jaar ge
vangenisstraf is veroordeeld.
De officier van justitie had levenslang
geëischt.
DE KINDERMISHANDELING TE
MEGEN.
In hooger beroep wordt 4 maanden
gevangenisstraf geëischt
Voor het gerechtshof te den Bosch heef
gisteren in hooger beroep terecht gestaan e
61-jarige mej. M. W. uit Megen, die ervan
verdacht werd twee voogdij-kinderen,
aan haar waren toevertrouwd te he en
mishandeld. Zij was door den politierec e
te 's-Hertogenbosch tot zes maanden gev
genisstraf veroordeeld.
Haar was ten laste gelegd, dat zy de ei
kinderen met een stok geslagen zou ne
en het jongste kind met de handjes g
den brandende kachel zou hebben g u
Bij het getuigenverhoor verklaarden de
deren minder positief dan voor den po
rechter. Een onderwijzeres verklaarde, ais
getuige h décharge, dat het jongs e
toen haar gevraagd werd hoe zy aa
wondjes op haar hand kwam, gezegd
dat zij tegen de kachel was gevallen.
De advocaat-generaal eischte vier m
den gevangenisstraf.
Uitspraak over 14 dagen.
Het getuigenverhoor in de zaak van den
roofmoord te Hoensbroek voor de Maas-
trichtsche rechtbank duurde tot half twee,
waarna de behandeling der zaak om
uur werd voortgezet.
Onder de getuigenverklaringen waren
er enkele zeer bezwarende o.a. een
zekeren H. K„ die in het ziekenhuis
Heerlen verpleegd was geworden w
1928. De verdachte van der B. had
naast hem gelegen en had hem zyi
verteld, en ook gezegd, dat hij m®eg® w
had aan den roofmoord op de oude vrou
te Hoensbroek.
De vrouw A. H., echtgenoote M., ver
klaarde, dat verd. v. d. B. verzoeMji y
verklaren, dat hij dien bewusten nacht by
haar had doorgebracht.
Andere zeer bezwarende verklarl"?
welke voor de marechaussee waren g
legd door getuige P. de Bie en diens ecMj
genoote en volgens welke verd. van O.
de Bie thuis omstandig zou hebben ve
teld, hoe de zaak zich had toegedrag
werden thans door deze twee getuigen
rug genomen De Bie zeide onder ee
deze verklaring hem was voorgez®g£' ft<
dat van O. heelemaal niets verteld hee
De getuig. T. J. van B.heeftvrager
eveneens bezwarende verklaringen