Nieuwe behandeling van de Nijenrodezaak. De officier die de vechtpartij an sich, zoo Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Twee bijfiguren voor het gerechtshof te Amsterdam ion«°ns" ™r de"™ dK ta Bo'SSf v"h?' over Dr. v. d. Does over diverse ziektegevallen in Abessi mie. In een vraaggesprek voor den Phohi-microfoon. Belangrijke films. De roofmoord te Hassum. De roofmoord te Hoensbroek. Een motorfiets ontvreemd- Twee ondernemende vrienden, resp. de 17-jarige J. A. de J. en de 18-jarige Joh. C. J., beiden wonende te den Helder, ont dekten op 3 Maart in de Molenstraat te den Helder de motorfiets van den aanne mer C. Groninger. Aangezien de eigenaar in geen velden of wegen te bekennen was, besloten zij op diens vehikel een ritje te gaan maken. De vriendjes hadden om beurten gereden en toen eindelijk een band den geest gaf, hadden zij de motorfiets maar aan den kant van den weg in den steek gelaten. De officier van justitie achtte het ver grijp van de beide jeugdige delinquenten ernstig, temeer omdat dit een euvel is wat den laatsten tijd hoe langer hoe meer op treedt. Dientengevolge eischte hij tegen J. A. de J. 14 dagen tuchtschool en tegen Joh. C. J. 5 dagen gevangenisstraf. De president die het blijkbaar tlog eens met de, overigens berouwvolle, zondaren wilde probèeren veroordeelde J. A. de J. tot een geldboete van 5 of 7 dagen tuchthuisstraf en Joh. C. J. tot een geldboete van 5 of 5 dagen hechtenis, benevens voor beiden een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand met een proeftijd van 2 jaar. Een voetbal die te ver rolde. De 27-jarige machinist Joh. V., uit Alk maar, vond op 16 Maart in zijn volkstuin tje een voetbal welke van het achter zijn tuintje gelegen voetbalveld in zijn tuintje was verdwaald. V., die blijkbaar al meer last van dergelijke verdwaalde voetballen had gehad, nam den bal mee naar huis met d bedoeling hem te bewaren tot de eige naar hem zou komen ophalen. Toen deze niet verscheen en toen bovendien een paar jongens op aanwijzing van zijn buurman bij hëm kwamen vragen of zij den bal mochten koopen, werd de bal voor een prijs van 1.25 van de hand gedaan. Deze transactie leverde hem echter geen geluk op, daar de voorzitter der voetbalvereeni- ging Aikmaar, welke eigenaar was' van den verdwenen bal, de zaak on tdekte en er werk van maakte. Het resultaat was dat de voetbalvereeni- ging gisteren weer in het bezit van den bal werd gesteld. Voor J. V. liep het min der goed af want de officier eischte tégen hem 15 boete of 10 dagen hechtenis. Uitspraak 10 of 5 dagen. Als vader niet weet wat zoonlief verdient. De 51-jarige visscher E. Z., uit Egmond- binnen, had op 7 en 14 Maart bij het ge meentehuis te Egmondbinnen een valsche opgave gedaan van zijn inkomsten, op grond waarvan hij steun kreeg uitgekeerd. Verdachte had n.L niet opgegeven dat een van zijn zoons gedurende drie weken werk had gehad en daarmee een bedrag van zoo ongeveer 14 had verdiend. Volgens verdachte zou hij niet hebben geweten dat zijn zoon werk had, aangezien deze hem noch van zijn werk noch van zijn verdiensten in kennis had gesteld. De officier, die dit verhaaltje blijkbaar nogal aan twijfel onderhevig achtte, eisch te tegen Z. een gevangenisstraf voor den tijd van 1 maand. Uitspraak 5 of 5 dagen met een voor waardelijke gevangenisstraf van 2 maan den met een proeftijd van 2 jaar. Ook loslippig. De 37-jarige zeeman E. Z. uit Egmond aan Zee had op 26 Maart oneenigheid gekregen, of meèr gezocht, met den colporteur J. C. J. Broek uit' Egmond aan Zee en dezen daar bij eenige minder vleiende woorden toege voegd. Genoemde woorden werden door Broek min of meer als een beleediging uit gelegd en hiertegen had Z. zich gisteren te verantwoorden. Aangezien Z. weinig te zijner verdediging kon inbrengen, wat door den officier van belang werd geacht, eischte de laatste tegen Z. een geldboete van 15 of 10 dagen hechtenis. Uitspraak 10 boete of 5 dagen hechtenis. Crisis-ambtenaar beleedigd. Als vervolg op de Maartsche beleedigings- serie stond vervolgens terecht J. M. D., niet verschenen, die den crisis-ambtenaar J. A. Doornbosch te Beemster had beleedigd, door tegenover een ander persoon zich in beleedi- genden vorm over Doornbosch uit te laten. Verdachte had tegenover den winkelier Hot- tentot te Beemster eenige beleedigende uit drukkingen over Doornbosch gebezigd. Eisch 15 boete of 10 dagen hechtenis. Uitspraak confprm. Oneerlijke concurrentie? De groenten- en fruithandelaar M. S. L., op Texel, had zoo in het begin van Maart een zeer ijverig verkoopertje gehad, 's Zater dags nl. kwam de 11-jarige Jasper Keizer, zoo luidde althans het verhaal van den als verdachte gedagvaarde, bi) hem een aantal sinaasappelen halen die dan door den kleinen scharrelaar aan den man werden gebracht. De activiteit van den kleinen zakenman ging evenwel zoo ver dat hij bij de klanten van den groentenhandelaar v. d. Vis aanbelde en aldaar beweerde sinaasappelen voor St te verk0°Pen- Op deze wijze ]m .i y klanten die anders nooit van L. hsn ®n'. over te kalen van hem sinaasappe len te koopen. Deze practijken kwamen echter den benadeelden groentenhandelaar v. d. Vis ter oore, die 'n vervolging tegen M. S. L.' instelde, wegens oneerlijke concurren tie. Het getuigenverhoor bracht echter ln de eerste plaats niet aan het licht dat L. aan zijn kleinen verkooper opdracht zou hebben gegeven bij de klanten van v. d. Vis te ver tellen dat de sinaasappelen van v. d. Vis kwamen, terwijl tevens niet bleek dat Jas per Keizer bij hem in dienst zou zijn ge> weest, weshalve de officier, vrijspraak requi- reerde.-.Uitspraak conform. Een katachtig heerschap. De 26-jarige C. H. D. uit Hoorn had on eenigheid gekregen op 10 Maart met zekeren P. Deen, slagersknecht eveneens uit Hoorn. D. had tijdens de ontstane vechtpartij zijn tegenstander met voeten en nagels bewerkt, kortom hij had zijn vijand op geenszins mannelijke wijze bestreden. wel als de wij ze waarop deze plaats had ge- ypndeik in. genen deele bleek te appreciee- ren, eischte "tégen D. 20 boete subs. 10 da gen hechtenis. Uitspraak 15 boete of 10 dagen. Weerspannig. De niet verschenen F. L. S. was op 31 Maart toen de gemeenteveldwachter J. W. M. Blokker te Ursem hem wegens openba re dronkenschap naar ,','t schuurtje" wilde 'transporteeren, dusdanig recalcitrant ge weest dat hij daarbij den duim van den ge meentelijken ordebewaarder geheel uit het lid had gedraaid. Zijn opstandigheid kostte hem 3 maan den gevangenisstraf. Hij ging nog niet naar huis. De orgeldraaier J. W. L. uit Énkhuizen had op 1 April op bével yan den voorzitter van het armbestuur een lokaal van ge noemde instelling niet willen verlaten en zich danig onhebbelijk gedragen. Verdachte, bijgenaamd „de schelige Loots", wilde, zooals de getuige G. A. Langeveld vertelde, het lokaal van het armbestuur niet verlaten ondanks de herhaalde aanma ningen om zich te verwijderen. De plakker had, indien hij aanwezig ge weest ware, 14 dagen gevangenisstraf tegen zich kunnen hooren eischen. Uitspraak conform. Het summum van laksheid. De vischventer C. D. te Hoorn deed op een goeden dag een reuze koopje door van een kennis voor de somma van 25 een Fordje over te nemen. Bovendien was bij die 25 inbegrepen het nummerbewijs, dat hij voor het gemak ook maar meenam, om dat de nummerborden er toch al op zaten. D. die zoo eenige jaren met het karretje rond reed, dacht er echter niet over om zijn nummerborden te wijzigen en bleef met het oude nummerbewijs rondrijden. Het vreemdste van het geval was nog wel dat D. zelf wél een nummerbewijs zat. Eisch 25 of 15 dagen. Uitspraak 15 of 10 dagen. (Meerv. strafkamer-zitting 12 Mei.) Uitspraken. Arie de Gr., St. Pancras, diefstal van 'n schop, eisch 25 of 15 dagen. Uitspraak: vrijspraak. Joh. Adr. Z., volontair, Beemster, hooger beroep, rijden zonder licht op de fiets, eisch bevestiging vonnis kantonrechter van 4 of 4 dagen. Uitspraak: conform. Jan M., tuinder, Grootebroek, diefstal van een balk; eisch 40 of 25 dagen. Uitspraak 25 of 10 dagen. Jan L., gedetineerd, Wieringen, hooger beroep vonnis kantonrechter van 15 of 10 dagen en 50 of 30 dagen wegens rijden zander licht en het besturen van een auto onder invloed van sterken drank. Eisch be vestiging. Uitspraak conform. Pieter W. M., Den Helder, rijden zonder verlichte auto; hooger beroep vonnis kan tonrechter van 25 of 10 dagen; eisch be vestiging. Uitspraak 5 of 2 dagen. Jaring H., chauffeur, Wieringen, hooger beroep, ry den met onverlicht nummerbord en niet-werkende remmen; eisch bevestiging vonnis 5 en 15. Uitspraak 2 en 10, subs. resp. 1 of 2 dagen. Johan de M., den Helder, hooger beroep vonnis kantonrechter rijden met on verlich ten wagen, van 5 boete; eisch bevestiging. Uitspraak 2. Het is reeds meer dan twee jaar ge leden, dat voor de rechtbank te Amster- - dam de geruchtmakende „Onnes-zaak" is berecht. Een behandeling, die meer dan dertig zittingsdagen in beslag nam en die eindigde met de vrijspraak van de hoofdpersonen in dit monsterproces. Onnes van Nijenrode en zijn vroegere vriend Koning hoorden door den offi cier van justitie, mr. van Dullemen, hooge gevangenisstraffen tegen zich eische.n. De rechtbank echter achtte het bewijs niet geleverd en sprak hen vrij. Ook de drie „verhuizers" die zoo'n groo- té rol in deze affaire hebben gespeeld werden vrijgesproken. Doch Mees Ger ritsen, de „leverancier"' van de nachte lijke expediteurs kreeg zes maanden gevangenisstraf. Witbraad, die als scha kel fungeerde tusschen Koning en Mees Gerritsen is eveneens door de recht bank vrijgesproken. Het zeer groot opgezette proces liep op niets uit Het aantal feiten en feitjes, dat ter zitting naar voren kwam, was zoo overstel pend groot dat het ook voor de rechtbank moeilijk werd de hoofdlijnen in het oog te houden. De officier van justitie, mr. A. A. "L. F. van Dullemen, teekende hooger beroep aan. Er zou echter meer dan twee jaar overhëen gaan, vóór het gerechtshof een aanvang kon nemen met de behandeling van deze ge ruchtmakende strafzaak. De kasteelheer Onnes van Nijenrode werd na zy'n ontslag uit de preventieve hechtenis ziek, een keeloperatie was noodzakelijk en de president van het Hof, mr. Joh. M. Jol les, stelt zich op het standpunt, dat hij slechts een volledig herstelde hoofdverdach te voor zich wilde zien. Ook de verdediging mr. Th. Muller Massis en mr. N. J. C. M. Kappeyne van de Capello achtten het van groot belang met de behandeling in hooger beroep te wachten, tot de heer Onnes volko en hersteld zal zijn. Toen het tenslotte zoo ver was en een datum was vastgesteld voor de behandeling van de geheele zaak voor het Hof werd de verdachte Koning, hoofd getuige in de zaak tegen Onnes ziek, zoo dat wederom voor ombepaalden tijd uitstel moest worden gegeven. Het voorspel. Vandaag echter wordt de ouverture in dit proces gehouden. Twee bijfiguren, de parti culier detective Johanknegt en Mees Gerrit sen zullen voor het gerechtshof terecht staan. Aan Johanknegt is het onttrekken van goederen aan de nasporingen van de politie ten laste gelegd en aan Mees Gerrit sen heling. Voor de behandeling van de zaak tegen de hoofdpersonen is nog geen datum vastgesteld. Voorgeschiedenis. Wij herinneren hier kort aan hetgeen aan deze strafzaak is voorafgegaan. In den nacht van 29 Februari op 1 Maart 1932, dus thans ruim 4 jaar geleden, heeft in het kasteel Nijenrode onder Breukelen een zeer opzienbarende inbraak plaats gehad. kostbar»8m?1(Schüderijen' een vijftigtal den werH^n 8 /f1 en andere k°stbaarhe- aen werden gestolen. Ofschoon een groote beloon mg werd uitgeloofd hoorde men ruimen tijd niets. De assurantie-maatschaD Nerd T den kasteelbewoner oïnf; yan Nijenrode aangesproken voor een be drag van meer dan een ton. Later werd een regelmg getroffen en ontving de bestolene een bedrag van ruim 70.000. Tenslotte gelukte het de Amsterdamsche justitie en politie klaarheid te brengen. Zij slaagden erin aan te toonen, dat de inbraak in het kasteel in elkaar was gezet om de verzekeringsmaatschappijen een zeer groot bedrag als schadevergoeding afhandig te maken. Volgens de dagvaarding zou het plan zijn uitgegaan van den kasteelheer Onnes van Nijenrode, daarbij geholpen door zijn ouden vriend Koning. Koning zou zich met Witbraad in verbinding hebben gesteld, die op Zijn beurt in relatie stond met Mees Ger ritsen. Deze leverde „in overleg met zijn compagnon, de drie „inbrekers", die zich tij dens het proces gaarne „verhuizers" lieten noemen. De „inbrekers" kregen nauwkeuri ge instructies en werden bovendien voorzien van een situatieteekening van het kasteel. Vergissingen waren uitgesloten. In den be- wusten nacht haalde dit drietal de vooraf nauwkeurig beschreven kostbaarheden, mi niaturen en schilderijen weg. In verband met een andere zaak verricht te de politie maanden later een huiszoeking bij den detective Johanknegt en dit onder zoek leverde verrassende resultaten op. Er werden n.1. twee miniatuurtjes gevonden, afkomstig uit het kasteel Nijenrode. Een aantal brieven bevestigde het vermoeden, dat een schijninbraak had plaats gehad. Verschillende arrestaties volgden. Koning en Witbraad bekenden volledig en ook Mees Gerritsen gaf toe bij de zaak betrokken te zijn. De drie .verhuizers" deden eveneens een relaas van hun rol in deze tragi-come- die. De heer Onnes van Nijenrode echter hield steeds vol, dat hij van de geheele zaak onkundig was geweest. Volgens hem was de inbraak opgezet door Koning en toen alles reeds voorbij was, zou deze ge poogd hebben chantage op hem te plegen. Als verdediger van Johanknegt en Mees Gerritsen treden resp. op mr. Wilhelm Loeb en mr. Th. Eskens. Het gerechtshof wordt gepresideerd door mr. J. M. Jolles; procureur generaal is mr. Versteegh. Aan Mees Gerritsen is primair verduis tering van eenige miniaturen ten laste ge legd. Pres.: U hebt die miniaturen afkomstig van.het kasteel Neijenrode tusschen twee planken verborgen in huis gekregen? Mees antwoordt niet rechtstreeks. Pres.: Laten we eerst de getuigen maar hooren. Dan komt Maag, een der „verhuizers" voor het hekje. Hy voelt er eerst niet veel voor om de eed af te leggen. „Moet ik een meineed afleggen?" De president stelt hem gerust: Leg eerst de eed af en zeg dan de waarheid. Maag vertelt dan kort, dat hij de minia turen tusschen planken verborgen bij Mees heeft gebracht. Aanvankelijk zouden de verhuizers 10.0000 belooning krijgen. Pres.: van wien? Van Onnes of van Ko ning? Getuige: dat weet ik niet, maar Onnes „kwam niet af" wie 't zou betalen liet ons koud. We wilden de tien mille hebben. Daar was het ons om te doen. Pres.: E toen hebben jullie het in goed vertrouwen naar Mees G. en zyn compag non gebracht. Achteraf geloof is dat je be drogen bent. Getuige Maag is het volkomen met den president 'eens: „dat is wel zeker". Maag windt zich plotseling op: ,,'t Is een schande, wij hebben het werk gedaan. Er kwam 10.000 binnen en wij kregen ieder 2.000. Maar Mees had maar 1/3 teruggegeven van het goed en van de rest hoorden we ook portie gekregen te hebben. Pres.: U bent dus boos dat u niet meer dan 10.000 heb gekregen? Getuige (opgewonden): 't gaat om het recht. President: vertel eens, heb je werkelijk wat achtergehouden? Verdachte begint dan op zijn bekende „zachtzinnige" wijze een uitleg van het ge- sch,, Hivoelt zich volkomen on- tective Johanknegt n8ar den de" Mees legt er vooral den nadruk op, dat hy t goed zoo gauw mogelijk uit de woning van K. weg wilde hebben. Bij de pogingen om zich schoon te praten, komt hij een oogenblik in botsing met Maag, dien hij van chantage beschuldigt, De j.1. Woensdag hier te lande uit Abessinië teruggekeerde jhr. dr. J. N. van der Does, waar hij deel uitmaakte van de Ned. Roode Kruis-ambulance, heeft voor de Phoni-zenders P. C. J. en P. H. I. in een vraaggesprek met den heer K. D. Koning, redacteur van het „Algemeen Handelsblad" verschillende mededeelingen gedaan over zijn ver blijf en ervaringen in Abessinië. Na een beschrijving gegeven te hebben over den algemeenen toestand, merkte dr. v. d. Does o.a. op, dat hy in Quoram veel poliklinisch werk verricht heeft. Op de vraag, of hij veel typhusgevallen gehad heeft, paratyphus, cholera of pest, ant woordde hij, dat er slechts een paar geval len van typhus waren voorgekomen. Pest heelemaal niet. In het Abessinische leger kwam echter buitengewoon veel dysenterie voor, zoowel dr. v. d. Does als dr. Veeneklaas hebben het zelf ook gehad. Bijzondere waardeering had dr. v. d. Does voor het werk van de Fransche Peres Lazaristes te Dessie, waar einde Maart, toen hy daar wegging over de 100 patiën ten waren, die uitnemend verzorgd wer den. Met groot genoegen dacht spr. aan de aangename samenwerking daar, terug. Met nadruk merkte hij op, dat algemeen erkend is, dat de Nederlandsche ambulan ce de best uitgeruste was. Toen ter sprake gebracht werd het bom bardeeren van het Britsche Roode Kruis, merkte dr. v. d. Does woordelijk op: door dit bombardeeren zijn voor het Roode Kruis werk in dezen oorlog bezwaren ge komen, welke we niet verwacht hadden. Gevraagd of het geld om met een ambu lance van Nederland naar Abessinië te gaan, rente heeft opgebracht, antwoordde dr. v. d. Does zonder eenige aarzeling, be vestigend. „Wij hebben er" zoo merkte hij op, „zeer nuttig werk kunnen doen, vooral wonde- behandeling". Uitvoerig werd stilgestaan by het gebruik van de gifgassen. Hierover merkte de heer v. d. Does het volgende op: bijna alles was huidaantastend gas, dat uit de vliegtuigen van de tegenpartij in heel fijne druppeltjes als het ware uit een gieter werd verspreid. Door deze wijze van verspreiding werden er veel meer menschen door de vloeistof getroffen, dan in den wereldoorlog met het gas het geval was. Mosterdgas of een der aanverwante gas sen, dat een analoge uitwerking heofi kwamen dus veel voor, chloorgas werd 1,' niet gebruikt. ei Ook werd dr. v. d. Does deze vraag" steld: Wat is er waar van de afgrysèliik» verhalen van verminking door de Abessi niërs, ook bijv. onderling. Inderdaad, aldus de heer v. d. Does ziin deze verminkingen niet geheel fabels, ze ziin wel voorgekomen. En als verklaring'gaf ha de volgende uiteenzetting. In het Oosten in de woestijn Danakil, wonen de Danakils een woest en primitief woestijnvolk. Daar brengt de zede nog mee, zooals eertijds het scalpeeren by de Indianen, dat men vermin kingen toebrengt. Daarvoor werden de door hen meestal gehate Abessiniërs van meer westelijk gelegen streken genomen en ook zullen ze wel Italianen hebben verminkt wanneer ze hiertoe gelegenheid kregen Deze Danakils zyn sluw, weten overal door te dringen. En als zij geen vreemdelingen hebben, dan nemen ze hun eigen menschen Men moet, aldus zei dr. v. d. Does, dus wat anders zien dan „verminkingen", al komt het er in de praktijk dan ook op neer. Met de eigenlijke Abessiniërs heeft het niets te maken. Op de vraag: hoe waren de uitkomsten van de conservatieve chirurgie, d.w.z. de chirurgie waarvoor de amputatie niet noodig was, b.v. het opzoeken van kogels? merkte dr. van der Goes op: Alle wonden waren zeer geïnfecteerd. De menschen zelf hadden geen verband bii zich en waren dus op de ambulance aangewezen. Dr. v. d. Does heeft slechts een geval van gasgangreen gezien. Gewonden, die door dum-dum kogel.' getroffen waren' heeft dr. v. d. Does niet behandeld, doch dat er niet eens een enkele maal een dum-dum verwonding ontstaan zou zijn, zoo vervolg de hij, dat komt toch in eiken oorlog voor. Verder gaf hij aan, hoe deze dum-dums ge makkelijk kunnen ontstaan, bijv. door be schadiging van den mantel uit de patroon- tasch. Op een der laatste vragen, nl.: heeft U van het verblijf in Abessinië die resultaten ge zien, die U zich voorstelde, toen U er heen ging, antwoordde dr. v. d. Does: Ik persoon lijk heb als medicus bijzondere ervaringen opgedaan, die van groot belang zijn voor de medische wetenschap. Zeer kostbaar mate riaal voor de vele collega's-artsen zijn de films, die hij gemaakt heeft Ik heb, aldus de dokter, geen spijt dat ik er geweest ben. Met het spelen van het „Wilhelmus" als een hulde voor het werk van de Ned. Am bulance in Abessinië, werd deze zeer interes sante uitzending besloten. De president maakt echter spoedig een eind aan het conflict. De tweede verhuizer is aan de beurt. Grotjohan voelt er al evenmin voor om een eed af te leggen en tenslotte teekent hij een verklaring, de waarheid te zullen zeg gen. Zijn verklaringen wijken niet af van die van Maag. De detective gehoord. Na de „verhuizers" komt de detective Jo hanknegt als getuige voor het hekje. Hij doet een uitvoerig, doch volkomen onver staanbaar verhaal. Hy vertelt, hoe hij de „gouden draad" in deze zaak in handen heeft gekregen. Evenals voor de rechtbank dwaalt hij af naar allerlei onbelangrijke bijzonderheden. Johanknegt zet zijn verhaal voort. Van v. d. D. kreeg hij 10.000 en deze had hy betaald aan B. (den compagnon van verd.) In ruil daarvoor had hij een deel van het goed teruggekregen. Een belooning had ge tuige niet gekregen. Het slot van de geschiedenis is dan, dat de rest van het goed voor 8000 aan de ver zekering werd teruggegeven. Bij die on derhandeling had verdachte Mees G. de lei ding gehad. Verdachte ontkent dit echter hardnekkig. „Ik heb niet met de verzekering onderhan deld, ik houd niet van die verzekeringen, 't is alles geknoei", roept verdachte uit. De secretaresse van Johanknegt, die even eens gehoord wordt, verklaart dat er voor de tweede partij eveneens betaald moest worden. Zij had den indruk gekregen, dat Mees de hoofdpersoon was geweest. De zitting wordt dan geschorst tot half twee. Na de pauze. Direct na de pauze is het woord aan den procureur-generaal, mr. Versteegh, die ver zoekt de zaak voor onbepaalden tijd aan te houden. In verband met het subsidiair ten laste gelegde (onttrekken van goederen aan dc nasporingen der politie) acht spr. een onderzoek hiervan niet mogelijk zonder On nes en Koning te hooren. De zaak tegen Mees G. wordt voor onbepaalden tijd ge schorst. Direct daarna vangt het hof aan met de behandeling van de zaak tegen Johanknegt, die verdedigd wordt door mr. Wilhelm Loeb. Het O. M. heeft drie getuigen gedagvaard, n.1.: Maag, Grotjohan en de ex-secretaresse van verdachte. Waarom bent U in beroep gegaan, U bent van de heele tenlastelegging alleen maar veroordeeld wegens schuldheling tot een voorwaardelijke straf van drie maanden. Johanknegt: 't Is m'n eer te na. Ik ben vol komen onschuldig en ik wensch van allen blaam gezuiverd te worden. Johanknegt mag vlak voor de tafel van het hof plaatsnemen, de zenuwen spelen hem parten. Hy is nog moeilijker te ver staan dan vanmorgen. Maag, een der verhuizers, komt voor het hekje. Zijn verklaringen van vanmorgen worden kort door hem herhaald. Op een vraag van Johanknegt verklaart hij, dat hy den de tective vroeger nooit had ontmoet. Pres.: Met Mees en zijn compagnon was U wel goed. Verdachte: Dat moest wel om mijn vak behoorlijk uit te oefenen. Grotjohan, de tweede verhuizer, vertelt evenmin iets nieuws. Zijn verhoor neemt nauwelijks een minuut in beslag. Weer levenslang geëischt. Zoowel de officier van justitie bij de rechtbank te 's-Hertogenbosch als de verdachte M. V. uit Gennep, zijn in hoo ger beroep gegaan van het vonnis der rechtbank, waarbij V., wegens de roof moord te Hassum, tot twintig jaar ge vangenisstraf is veroordeeld. De officier van justitie had levenslang geëischt. DE KINDERMISHANDELING TE MEGEN. In hooger beroep wordt 4 maanden gevangenisstraf geëischt Voor het gerechtshof te den Bosch heef gisteren in hooger beroep terecht gestaan e 61-jarige mej. M. W. uit Megen, die ervan verdacht werd twee voogdij-kinderen, aan haar waren toevertrouwd te he en mishandeld. Zij was door den politierec e te 's-Hertogenbosch tot zes maanden gev genisstraf veroordeeld. Haar was ten laste gelegd, dat zy de ei kinderen met een stok geslagen zou ne en het jongste kind met de handjes g den brandende kachel zou hebben g u Bij het getuigenverhoor verklaarden de deren minder positief dan voor den po rechter. Een onderwijzeres verklaarde, ais getuige h décharge, dat het jongs e toen haar gevraagd werd hoe zy aa wondjes op haar hand kwam, gezegd dat zij tegen de kachel was gevallen. De advocaat-generaal eischte vier m den gevangenisstraf. Uitspraak over 14 dagen. Het getuigenverhoor in de zaak van den roofmoord te Hoensbroek voor de Maas- trichtsche rechtbank duurde tot half twee, waarna de behandeling der zaak om uur werd voortgezet. Onder de getuigenverklaringen waren er enkele zeer bezwarende o.a. een zekeren H. K„ die in het ziekenhuis Heerlen verpleegd was geworden w 1928. De verdachte van der B. had naast hem gelegen en had hem zyi verteld, en ook gezegd, dat hij m®eg® w had aan den roofmoord op de oude vrou te Hoensbroek. De vrouw A. H., echtgenoote M., ver klaarde, dat verd. v. d. B. verzoeMji y verklaren, dat hij dien bewusten nacht by haar had doorgebracht. Andere zeer bezwarende verklarl"? welke voor de marechaussee waren g legd door getuige P. de Bie en diens ecMj genoote en volgens welke verd. van O. de Bie thuis omstandig zou hebben ve teld, hoe de zaak zich had toegedrag werden thans door deze twee getuigen rug genomen De Bie zeide onder ee deze verklaring hem was voorgez®g£' ft< dat van O. heelemaal niets verteld hee De getuig. T. J. van B.heeftvrager eveneens bezwarende verklaringen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 6