s JhuUoptoQcaMma UIT HET PARLEMENTAIRE LEVEN. Militaire gas-school bestaat 10 jaar. JfcooiHciactt 'flietues KAPPEYNE. (ii) ALKMAARSCHE COURANT van ZATERDAG 10 MEI 1036 Helaas moet deze school onze algemeene belang stelling - ook in vredestijd - hebben. Zij verricht nuttig werlc. NOORDSCHARWOUDEj Zondag 17 Mei. HILVERSUM, 301 M. (8.5512 en 5.-6.— VARA, de VPRO van 6-8*en de AVRO van 12.5 en 8.—12.— uur). 8.55 Orgelspel. 9.Ber, en tuinbouwpr. 9.30 Ber Veiligheidskwartiertje. 9.45 Orgel spel. 10— Ber., gr.pl. 10.30 Juridi sche causerie. 10.45 Hollandsch strijkkwartet. 11.13 Causerie „Van Staat en Maatschappij". 1128 Ver volg kwartetconcert. 12— De Oc- tophonikers. 1.Schilderij van de maand. 1.20 Kovacs Lajos orkest. 2— Boekbespreking. 2.30 Omroep orkest en soliste. 4— Sportpr. 4.30 Olympisch nieuws. 4.45 Sportuitsl., gr.pl. 5.Gr.pl. 5.30 Sportpr., sportnieuws en gr.pl. 6— Causerie „De vensters open". 6.30 Lezing over de Novietenkampen, V.C.S.B. 6.45 Vocaal concert 7.10 Wijdings- dienst. 8.Ber. 8.15 Concert gebouw-orkest. 9.05 Radio-jour naal. 9.20 Orgelspel en zang. 9.40 Aeolian-orkest, solisten en gem. sextet. 10.30 Gr.pl. 11— Ber. 11.10 12.Kovacs Lajos orkest. HILVERSUM, 1875 M. (8.30—9.30, 12.15—5— en 7.45—11.30 KRO, de NCRV van 9.30—12.15 en 5—7.45 uur). 8.30 Gezongen H. Mis. 9.30 Gewijde muziek. 9.50 Ned. Herv. Kerkdienst. Hierna gewijde muziek. 12.15 KRO-orkest. 1.Boekbespr. I.20 Verv. concert. 2.Godsd. on derricht. 2.30 Oe Philips-harmonie. 3.10 Kunstbeschouwing. 3.30 Phi- lips-Harmonie. 4.10 Gr.pl. 4.30 Zie- kenhalfuur. 5— Geref. kerkdienst. Hierna gewijde muziek (koor en orgel). 7.45 Sportnieuws. 7.50 Cau serie „Huwelijksleed". 8.10 Ber. 8.20 Gr.pl. 8.30 Kon. Mii. Kapel. 9— De KRO-boys. 9.15 Kon. Milit. Kapel. 9.45 Causerie „Volkenbond en Vrede". 10— KRO-orkest. 10.30 Ber. 10.35 Gr.pl. 10.40 Epiloog. 11. II.30 Esperantolezing. DROITWICH, 1500 M. 12.50 BBC- Schotsch orkest en soliste. 1.50 Walford Hyden's Zigeuner-orkest. 2.20 Blaasconcert en solist. 3.20 Het Crook-kwintet. 4.05 Gr.pl. 4.50 Voor de kinderen. 5.10 Relig.-soc. causerie. 5.30 Psychologische cau serie. 5.50 Alt en strijkkwartet. 7.05 Causerie „Living in the Past". 7.20 Cello-orecital en koorconcert. 8.05 Nachtegalenzang. 8.20 Kerk dienst. 8.35 Rel. causerie. 9.05 Liefdadigheidsoproep. 9.10 Ber. 9.20 Alb. Sandler's orkest en solist. 10.35 Het Bridgewater Harpkwin- tet 11.05 Epiloog. RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.20 Gr.pl. 11.20 Orkestconcert. 12.20 Orgelconcert. 1.20 Verv. van 11.20. 3.05 Nat. orkest. 5.20 Pascal- orkest. 7.50 Piano-recital. 8.20 en 9.05 Radio-tooneel. 11.0512.35 Dansmuziek en populair concert. KEULEN, 456 M. 6.20 Havencon cert. 8.20 Kwintetconcert. 12.20 Hans Bund's orkest en solisten. 10.5012.20 Dansmuziek. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 9.25 Gr.pl. 10.20 J. Schnijders' orkest. 11.05 Salon-orkest. 12.05 Gr.pl. 12.20 Salon-orkest. 1.30 Or gelconcert en zang. 2.20 Gr.pl. 3.20 Rep. 4.20 Omroeporkest. 5.20 Dansmuziek. 6.20 Kamermuziek. 7.20 Gr.pl. 8.20 Omroeporkest. 10.30 Salon-orkest. 11.20 Gr.pl. 11.35 12.20 Dansmuziek. 484 M.: 9.20 Gr.pl. 10.20 Orgelspel en gr.pl. 11.20 J. Schnijders' orkest. 12.20 Klein- orkest 1.30 Salon-orkest. 2.20 Operamuziek. 3.20 Koor- en orkest concert. 4.20 Gr.pl. 5.20 Piano recital. 6.20 Klein-orkest. 7.35 Gr. pl. 8.20 Symph.-concert en gr.pl. 10.30 Dansmuziek. 11.2012.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 157Ï M. 8.30 Operettemuziek mmv. solisten, koor en orkest. 10.20 Ber. 10.50 Sextetconcert. 11.05 Weerber. 11.20 12.20 Dansmuziek. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Parijs Radio 8.30—9.20, Normandië 9.2011.20, Parijs R. 11.20—12.20, Keulen 12.20—13.20, Brussel VI. 13.20—13.30, Keulen 13.3014.20, Luxemburg 14.20 16.20, Keulen 16.20—18.20, Parys Radio 18.20—19.50, Weenen 19.50— 20.20, Brussel Fr. 20.20—22.20, Brussel VI. 22.20—22.30, Brussel Fr. 22.3022.45, Weenen 1)2.45—24. Lijn 4: Brussel VI. 8.30—12.50, Droitwich 12.50—16.50, Lond. Reg. 16.5019.20 Droitwich 19.2020.20 Lond. Reg. 20.20—21.05, Beromün- ster 21.0521.20, Droitwich 21.20 23.15, Berlyn 23.15—24.—. Maandag 18 Mei. HILVERSUM, 301 M. (Alg. progr. AVRO). 8— Gr.pl. 9._ Ensemble Jonny Kroon. 10.Morgenwij ding, gr.pl. 10.30 Verv. ensemble- concert; 11.Orgel en zang. 12. Lyra-trio. 12.45 Kovacs Lajos' or kest. 1.30 Gr.pl. 2.30 Voordr. 3.— Omroeporkest. 4.- Vrouwen Vre desgang 1936. 5.— Pianorecital. 5.25 Gr.pl. 5.30 De „Continental Five". 6.15 Kovacs Lajos' orkest. 7.— Gr.pl. 7.10 Viool en piano. 7.45 PTT-kwartiertje. 8.— Ber. en gr. pl. 8.15 Concertgebouw-orkest en soliste. 9.15 Radiotooneel. 10. Omroeporkest. 11.Ber. 11.10— 12.Micha Novy's orkest en solist. HILVERSUM, 1875 M. (NCRV-uitz.) 8.Schriftlezing. 8.159.30 Gr.pl. 10.30 Morgendienst. 11.Chr. Lec tuur. 11.30—12.Gr.pl. 12.15 HOV-kleinorkest en gr.pl. 2. Wenken voor de keuken. 2.30 Gr.pl. 2.453.45 Rep. v. d. Maranatha- conferentie. 4.— Bijbellezing. 5.— Ensemble v. d. Horst en gr.pl. 6.30 Vragenuur. 7.Ber. 7.15 Rep. 7.30 Vragenuur. 8.Ber. 8.15 Tiel's Mannenkoor, mmv. solisten. 9.15 Causerie ter gelegenheid van den Volkenbondsdag. 9.45 Gr.pl. (10.10 Ber.) 11.—11.30 Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 11.20—11.50 en 12.05—12.20 Gr.pl. 12.45 Weth- mar-trio en sopraan. 1.352.20 Orgelconcert. 3.203.55 Gr.pl. 4.29 Cello en piano. 4.50 Northern Ire- land Blaasorkest, mmv. tenor. 5.35 Cedric Sharpe sextet. 6.05 Cricket- verslag. 6.206.45 Ber. 6.50 Cem balorecital. 7.10 Toeristenpr. 7.30 Boekbespr. 7.50 Natuurhistorische causerie. 8.20 Folkloristische repor- tage.9.05 Het Café Colette-orkest mmv. solisten. 9.50 Ber. 10.20 Bui- tenlandsch overzicht. 10.35 BBC- orkest, mmv. zangsoliste. 11.35 12.20 Dansmuziek. RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.35 Gr.pl. 11.20 Orkestconcert. 2.50 Gr. pl. 4.20 Orkestconcert. 5.50 Dito. 8.20 Zang, piano en viool. 9.05 Pa- rijsch Instr. kwintet, zang, fluit en voordracht. 11.05 Dansmuziek, gr.- pl. 11.3512.35 Krettly-orkest. KEULEN, 456 M. 6 50 Orkestcon cert. 12.20 Populair concert. 1.35 Nedersaks. Symph.-orkest. 2.35 Or gelconcert. 6.20 Gr.pl. 9.20 Omroep- kleinorkest en violist. 10.40 Kamer muziek. 11.3512.20 Orkestconcert. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Constantin- orkest. 1.50—2.20, 5.20, 6.50 en 7.20 Gr.pl. 8.20 Salonorkest en gr.pl. 9.20 Dansmuziek. 10.3C11.20 Gr. pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Salon orkest. 1.502.20 Gr.pl. 5.20 Dans muziek. 6.35 Salonorkest. 8.20 Gr.- pl. 8.50 Koor- en orkestconcert. 10.Gr.pl. 10.3011.20 Dansmu ziek. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 8.30 Fehse-kwartet. 9.20 Radio-too neel met muziek. 10.20 Ber. 10.50 Piano-recital. 11.05 Weerber. 11.20 12.20 Dansmuziek. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.8.50, Norman dië 8.50—10.05 Keulen 10.05—10.20 D.sender 10.2010.50, Keulen 10.50 11.20, Parijs Radio 11.2012.20, Brussel VI. 12.20—14.20, Keulen 14.2014.50, Parijs Radio 14.50 17.20, Brussel Fr. 17.20—18.20, Keu len 18.20—20.05, Parijs PTT 20.05— 20.20, Parijs Radio 20.2020.55, Rome 20.5522.20, Brussel VI. 22.20 —22.30, Weenen 22.30—23.05, Boe dapest 23.05CA. Lijn 4: Brussel VI. 8.10.35, Lond. Reg. 10.3515.20, Droitwich 15.20—15.50, Lond. Reg. 15.50 16.50, Droitwich 16.5018.50, Lond. Reg. 18.50—21.05, Droitwich 21.05— 21.50, Lond. Reg. 21.50—24.—. Wie het optreden van Kappeyne bestu deert ten aanzien van onze algemeene politiek en van de toenmaals actueele vraagstukken van den dag, ziet vóór zich een figuur van ongemeene intellectueele en oratorische gaven, een figuur die zich ais regel ver verheft boven het milieu, waarin zij verkeert. Van Kappeynes scherpzinnigheid gaan merkwaardige verhalen; zijn vernuft was bijzonder pun tig, zijn welsprekendheid en slagvaardig heid waren suggereerend en meesleepend. Bovenal treft ook in hem, dat hij omtrent Verscheidene belangrijke punten een zeer speciale, een eigen en oorspronkelijke opvatting had, waarvan hij op origineele en pikante manier getuigenis aflegde en die vaak vooral in de gelederen der tegenstanders veel deining verwekte. Het hoofdmoment uit Kappeyne's leven is voor velen zoo links als rechts zijn onderwijs-standpunt en onderwijs strijd. Ten onrechte. Ik geloof dat de Wet-Kappeyne moge de meeste emotie en beroering hebben gemaakt het zwaartepunt van Kap peyne's parlementaire loopbaan elders moet worden gezocht. Eerst echter een woord over dat onder wijs-standpunt. Want daarin komt de ty pische oorspronkelijkheid en zelfstandig heid van Kappeyne het meest eigenaardig uit. Toen Kappeyne minister werd, was 2ijn overtuiging inzake het onderwijs reeds algemeen bekend. Men wist wat men aan hem had. In zijn geruchtmakende, naar den vorm schitterende rede van 8 Decem ber 1874 (een rede, waarvan later een tegenstander zeide, dat zij „zeer brillant" was geweest) had hy als zijn „ideaal" op schoolgebied dit denkbeeld ontwikkeld: „Een van rijkswege ingerichte uitmun tende volksschool, openstaande voor een ieder en voor een ieder kosteloos. Wie dan van die kostelooze school geen gebruik wil maken, wie zijn kinderen dan niet wil laten zitten tusschen de kinderen van allerlei soort van zijn medeburgers, voor hem zou over blijven de betalende school." Tot de rechterzijde, die toen sterker en sterker om subsidieering begon te vragen, richtte hij het bittere en scherpe en niet- rechtvaardige woord, dat oyze voorvade ren nooit bij den Staat waren gekomen „met den bedelnap der Geuzen, om geld te vragen voor hun particuliere scholen". Men ziet, hoe scherp en hoe bijzonder zijn standpunt was. Toen hij minister werd, begreep hij echter zeer goed, dat zijn „ideaal" niet meer te bereiken viel, en, hij moge dan met zijn Onderwijs-wet succes hebben gehad, dit was slechts tijdelijk. Al spoedig braken onder de vrijzinnigen andere denkbeelden zich baan. Nog voor het jaar '90 was aangebroken werd de wet Mackay aangenomen, zelfs door de over wegend-liberale Eerste Kamer. Kappeyne maakte toen van die Kamer deel uit. Hij stemde tegen de wet- Mackay. Hij bleef zich-zelf ten einde toe gelijk. Maar zijn onderwijs-politiek is geen succes voor hem geweest. En: zij heeft de aandacht van vriend en vijand te veel afgeleid van datgene, wat voor mij het hoofdmoment is uit Kap peyne's parlementaire leven; zijn algemeen liberale standpunt, zijn ontwikkeling van het liberaal program, voor de toekomst. Hij heeft zijn denkbeelden daaromtrent ontwikkeld in de meesterlijke, monumen tale rede, gehouden bij de algemeene be schouwingen over de Staatsbegrooting voor 1875; een der fraaiste, een der be langrijkste redevoeringen, ooit in ons par lement gehouden. Nog op dit oogenblik is de lezing daarvan een verkwikkend ge not. Rengers, een bezadigd beoordeelaar, die de zwakke stêe van Kappeyne zeer goed zag, spreekt van „een sedert beroemd gebleven rede" en noemt haar „een baken te midden van de heerschende politieke duisternis." Het gaat niet aan, hier groote citaten uit deze rede te geven. Ik zou dan een uitvoe riger studie aan Kappeyne's figuur moeten wijden. Doch ik herhaal, dat zij een mees terstuk is, ook al is zij niet in alle opzich ten verwezenlijkt. Wat, bijvoorbeeld, zegt men van deze uitspraak: „De scheidslijn in de politiek zal altijd deze blijven, dat, terwijl sommigen meer of minder hervor- mings-gezind zijn, anderen zijn meer of minder hervormings-schuw" .Kappeyne heeft niet voorzien niet kunnen voor' zien, dat allerlei concentraties en coalities onze politiek voor vele jafen zouden ver troebelen en de ware „scheidslijn" uit- wisschen. In deze beroemde rede, in deze „breede ontwikkeling van beginselen" (Rengers) gaf Kappeyne aan de nieuwe richting, die zich eerst later met volle kracht zou baan breken. Hij noemde het „de moderne levensbeschouwing". Ik zou het liever willen noemen de moderne staats leer, welke Treub later van den Amster- ■damschen katheder verkondigde, en die door Borgesius en de zijnen met kracht werd toegepast. Kappeyne's groote speecrwas het eerste duide- 1 ij k e krachtige teekenindie richting. Zij was als een klaroenstoot, die over de lage landen schalde, Kappeyne deed pionierswerk, toen hij aldus wees op den plicht der liberalen tot hervormings- arbeid. Hij was als een heraut. Hij zelf heeft op dat oogenblik zeer goed gevoeld, dat hij de verwezenlijking van zijn ideeën niet aanstonds kon verwachten. Nogmaals: het is jammer, dat Kap peyne's onderwijs-strijd, die al spoedig op zijn nederlaag uitliep, de aandacht te veel van zijn groote program heeft afgeleid. Daarom te meer heb ik het als een plicht gevoeld, dit laatste als het hoofdmo ment uit het leven van dezen staatsman naar voren te brengen. En in dit opzicht heeft hij niet verloren, doch overwonnen. Want de moderne staatsleer heeft zich baangebroken in de Nederlandsche staatkunde: langs de lijnen, door Kappeyne aangegeven, heeft zich de sociale politiek ontwikkeld en is zij in practijk gebracht. Laat ons dit alles niet vergeten. Wij moe ten dezen man zien in het licht van zijn „beroemde" rede, die naar vorm en inhoud volstrekt Thorbeckiaansch was en waarin zich de volger en leerling van den twee jaar vroeger gestorven Thorbecke duide lijk toonde. Hij had ook typische, eigenaardige ge woonten. Het moet voorgekomen zijn, dat men hem op een belangrijk parlementair oogenblik noodig had. Een ijlbode, naar zijn huis gezonden, vond den staatsman slapende op den grond liggen, tusschen boeken en stukken in. Het was vaak zijn gewoonte om, liggende op den grond, de stukken te bestudeeren: hij was er bij in slaap gevallen. Maar hy kwam ijlings naar de Kamer, en hield een speech D. HANS. (Van onzen R.-redacteur). Een jubileum van een instelling, wier be lang helaas in deze tijden maar al te actueel is, staat Maandag a.s. gevierd te worden. Op 18 Mei 1926 werd de militaire gasschool te Utrecht opgericht en in de tien jaren van haar bestaan heeft ze reeds veel nuttig werk verricht ter zaken van het paraat maken van onze weermacht tegen mogelyke gas aanvallen, die ondanks alle goedbedoelde verdragen in een komenden oorlog niet uit gesloten mogen worden geacht. De oorlog in Abessinië heeft opnieuw be wezen, dat het gebruik van gassen door de strijdende partyen, die zich verbonden heb ben dit onmenschelijke strijdmiddel uit te bannen, geenszins wordt versmaad om een overwinning te forceeren. En aangezien elke oorlog begonnen wordt om in een over winning te eindigen, is het ook zeer waar schijnlijk, dat het als wapen zal blijven worden gebruikt. Onze milRaire autoritei ten hebben dat reeds vele jaren geleden in gezien. Toen reeds zijn ze begonnen, maat regelen te nemen, die door sommigen als overdreven werden gekenschetst, maar waarvan de juistheid thans door den loop der dingen op tragische wijze is aangetoond. Nederland heeft het protocol van Geneve van 17 Juni 1925, waarbij de gasoorlog is verboden, mede onderteekend. Daarvan heeft onze regeering de juiste consequentie getrokken, door zich te onthouden van de voorbereiding tot het gebruik van gas als wapen door onze weermacht. In de militaire gasschool wordt alleen opgeleid tot een doelmatige gasbescherming en van een actieve voorbereiding van het gebruik van chemische strijdmiddelen houdt men zich verre. Natuurlijk worden wel oorlogsgassen gefabriceerd, maar deze dienen hier uit sluitend voor onderzoek der bestrijdings middelen en om de leerlingen der school in de practijk der gasbescherming te oefenen. In den grooten wereldoorlog werd voor het eerst van gifgassen gebruik gemaakt. Velen zullen zich nog het afgrijzen herinne ren, dat iedereen bezielde, toen de eerste berichten omtrent de toepassing van dit af schuwelijke aan val wapen werden gepubli ceerd. Al spoedig kwamen toen de gasmas kers in zwang. Zij werden volmaakter naar gelang de techniek van de chemische strijd middelen voortschreed. Ons land maakte er gelukkig niet rechtstreeks mee kennis, maar ons militaire autoriteiten volgden den gang van zaken nauwkeurig, voor zoover dat mogelijk was. Na den oorloe werd er meer over bekend en de wetenschap werkte met onverdroten ijver ook in vredestijd aan een vervolmaking ervan. Op bescheiden wijze werd eerst in Neder land aan gasbescherming gedaan. Aan de stormscholen te Amersfoort en Den Haag werd ook in dit vak opleiding gegeven, doch het bleek al spoedig, dat dit lang niet vol doende was. Het was de toenmalige kapitein P. W. Best van de luchtvaartafdeeling, die in 1934 den stoot gaf tot de oprichting van een gasschool en de totstandkoming van een gascolonne. Hij hield op 28 November van dat jaar een lezing voor de vereeniging ter beoefening van de krijgswetenschap over den invloed van chemische strijdmiddelen op de oorlogvoering en kwam daarbij tot de conclusie, dat het ook in vredestijd nood zakelijk is den troepen ten aanzien van de gasbescherming te instrueeren. Daarnaast bepleitte hij ook actieve voorbereiding van het gebruik van deze strijdmiddelen. Dat was nog voor de totstandkoming van het protocol van Genève. De voorbereidin gen van zulk een centraal opleidingsinsti tuut namen echter nogal wat tijd in beslag en zoo werd de school pas een jaar ongeveer na de toestandkoming van dit protocol op gericht. Daarmee was voor de Nederland sche militaire autoriteiten meteen beslist, dat de organisatie der school uitsluitend op het onderricht in gasbescherming zou wor den gebaseerd. Bij de besprekingen, die aan de oprichting vooraf gingen, rezen echter ook nog andere vragen. Moest er een aparte school komen voor de marine en een voor de landmacht? Onder wien zou de school ressorteeren en waar zou zij worden geves tigd? Van het systeem twee scholen werd, mede in verband met de kosten, afgezien en be sloten werd, dat één school in de behoefte zou voorzien. Na ampele besprekingen zou zij komen te ressorteeren onder de inspectie van de genie, terwijl Utrecht om haar cen trale ligging als plaats van vestiging werd uitverkoren. Er is nog sprake van geweest, dat de school zou worden overgebracht naar de K.M.A. te Breda, maar afgezien van de geldelijke lasten zegevierde de gunstige ligging van Utrecht. De school werd gevestigd in een gebouw aan de Mineurslaan te Utrecht. Directeur werd de toenmalige kapitein van de IVe artillerieij brigade S. Schilderman, die zich in korten tijd moest inwerken in een mate rie, waarin hier te lande feitelijk nog geen deskundigen bestonden. Voor allerlei on verwachte moeilijkheden kwam men te staan, doch de directeur en zijn staf van militaire en burgerleeraren wisten er zich op den duur met groote voortvarendheid doorheen te slaan. In tegenstelling met vroeger mag. de school zich thans in de aandacht van velen verheugen, in verband met de luchtbescher mingsoefeningen, die meer en meer in den lande gehouden worden, oefeningen die voor een groot deel ook gebaseerd zyn op een onderstelden gasaanval. De school heeft nu ook speciale cursussen voor- dokters en paardenartsen, buiten de gewone cursussen voor beroepsofficieren, reserve-gasofficie- cieren en leerlingen van de krijgsschool om. Vaak krijgt de gasschool tevens verzoeken van lichamen, die de luchtbescherming be oefenen, om deskundige voorlichting. Met het oog hierop werd een z.g. modellenkamer ingericht, waarin op overzichtelijke wijze alles is opgesteld met betrekking tot de gasbescherming. Bijna tien jaar heeft de eerste directeur aan het hoofd van de school gestaan. Met ingang van 1 Januari J.L heeft de heer Schilderman den dienst als luitenant-kok* nel verlaten. Hij werd opgevolgd door det) kapitein der infanterie A. W. Claesen, dM wordt bijgestaan door twee militaire leera- ren en eenige civiel docenten. De school ge*» niet thans algemeene belangstelling en kan voor ons volk helaas, voegen we eraan toe nog zeer veel nuttig werk verrichten. Rede pater Henna» In de Burg te Noordscharwoude spraji voor de afdeeling van den R.K. Volksbonji de bekende pater Henricus uit Helmond over het onderwerp „Daadwerkelijke ordÉ- ning". Na opening door den voorzitter en eert speciaal welkomstwoord door pastoor Noord ving pater Henricus zijn rede aefi met de leuze „Leve de Internationale", een leuze, welke de katholieken zich hebben laten afnemen. Spr. werkte dit verder door te zeggen, dat als over 25000 jaar student een examen aflegt en de leer Lenin kritisch beschouwt, onze Internatiif- nale nog zingt het: „Aan U, O Koning dp Eere". Wij leven in moeilijke tijden en zijn de bouwers van de maatschappij, die komen gaat en waarvan God de opperarchitect en Paus Pius XI de aannemer is. Paus Pius roept ons op, evenals Napoleon zyn troepen opriep en wij komen allen. Sjy. geloofde niet aan een betere maatschappij dan die, waarvan het fundament is een diep doorleefde godsdienst. In het eerste gedeelte van zijn rede behandelde de pater het gods dienstige, waarbij hij wees op de twep werelden op deze aarde, die van elkaar af» zwemmen: de wereld van het geloof en van het ongeloof. Wij blijven gelooven in God, Die nog in deze crisisdagen met ons zijii liefdesplannen heeft. Wij gelooven in een voorzienigheid. De toestand is thans echter zoo, dat het denken een janboel is gewor den. Wij zouden schrijven bij een overlijden „Overleden in Christus". In Duitschland schrijft men „Gestorven in Hitier". De mensch dringt God van zijn stel en gaaf er zelf op zitten. Men vraagt zich thans al* leen af: is het mooi, is het lekker en wat kost het. Cultuur is thans een opzichtige j'as en gepolijste nageltjes. De dames zouden dfe veer en van de Engelen in de kerk willen plukken voor haar boudoirs. De spil, die het gammele boeltje van Europa nog wat vast» houdt, is het christendom. Een goed Chris^ ten is ernstig en een ernstig katholiek doet niet mee aan maskerade. Echt katholiek is ook in eigen boezem durven tasten, om zien of de vloer van de katholieke practijk ken niet verschimmeld is. Werkelijk katho liek is daadkracht, dynamiek en span kracht, zooals er spankracht en idealisme is in Rusland. Het is noodig, breed en forsoh katholiek te zyn, want aan ons is de beslis sing of ons land over 100 jaar vloekt of bidt, of het radicaal rood is of niet. Het is niet genoeg een kerksch christen te zijn, al slaat spr. het gebed hoog aan, doch ook om in dg productie, in handel en industrie doof werkgever en werknemer de economie wer kelijk op christelijke wijze uit te oefener^ Wij hebben niet genoeg aan vrijheid in dq kerk. Het katholieke geloof is een geheel levensbeschouwing. Het evangelie is het evangelie der armen, het hangt vol arme menschenlucht, de armeij loopen echter weg, waarom, moet men ziclji afvragen. De twee werelden moeten doof ons aanéén gevoegd worden tot een smaragd en gelegd worden op het wam» kloppende hart van God. Het eerste gedeel te beëindigde spr. met te zeggen: Trouw tot in den dood, een christen buigt niet en eeil christen breekt nooit. In het tweede gedeelte, na de pauze uitge sproken, wilde spr. trachten aan te toonen, dat ieder zijn eigen verdiende boterham moest hebben. Christus heeft geen economisch stekel aan de hand gedaan, doch het christendon» omvat alles. Christus heeft richtlijnen ge» bracht van sociale rechtvaardigheid eö sociaal georiënteerde liefde. Er bestaat eehfr ter nog te veel aalmoezenliefde. Dat moqjl anders worden. Het is niet waar, dat cfe wereld zoo zal blijven als nu, onbewoon baar, Zij, die zeggen: dit is een permanent^ toestand, geven een kaakslag aan het chris tendom. Spr. schetste den tragischen achter uitgang, de moordende concurrentie, de afy slachting der concurrenten in dezen tijd, hqt record-aantal werkloozen. Het is echter oojc tragisch en onverantwoordelijk, dat honder den millioenen guldens geld blijven liggajl tot de eigenaar er weer winst in ziet ze tig gebruiken. Verder besprak spr. de innerlijke criefp» waardoor de godsdienst wordt geknauw^ Nood leert bidden, zegt men, maar langdu rige nood maakt desperado's. Het karaktej van duizenden wordt door allerlei oorzaken gedeprimeerd, waardoor tenslotte alleaq het eigen ik wordt gediend. Hoe moet daaf een eind aan komen? Niet door fatalisme* wij zijn niet aan het einde van Europa's be staan. Wij hebben verschillende dingen ech ter niet te onderschatten als de opstandig heid der menschen, welke spr. illustreerde met de staking in Tilburg, de boerenactie in Gelderland en Brabant. Het verstand raakt uit het evenwicht. We moeten niat doen aan revolutie-geest, tenminste niet in den bloedigen zin van het woord. Spr. ge loofd in den vooruitgang in stoffelijken zin van Rusland, maar die boterham is duur betaald, doordat men slaaf is van den staat en op God spuwt. De volksvertegenwoordi gers moeten hier voelen de nooden van het volk. De zaak is wel wat verprutst en het zal veel moeizaam werk, offerzin en idealisme kosten dit weer in orde te krij gen. Wanneer men alles direct had als in Quadrogesimo Anno is beschreven, zou men er toch niets aan hebben als de geest der menschen niet anders was. In de verre toe komst ziet spr. echter deze staat van be» drijfsschappen, welke bereikt wordt ovef een weg, bolrond en spiegelglad in ceg dikke mist. De evangelie van de stof raaW afgeloopen, waarbij spr. de herziening MJ de soc dem. noemt, welke het zouden kun» nen maken, dat wij het met hun eens nen zijn. Er moet geopereerd worden de maatschappij. kun aan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 9