s
JhuUoptoQcaMma
UIT HET PARLEMENTAIRE LEVEN.
Militaire gas-school bestaat 10 jaar.
JfcooiHciactt 'flietues
KAPPEYNE.
(ii)
ALKMAARSCHE COURANT van ZATERDAG 10 MEI 1036
Helaas moet deze school onze algemeene belang
stelling - ook in vredestijd - hebben.
Zij verricht nuttig werlc.
NOORDSCHARWOUDEj
Zondag 17 Mei.
HILVERSUM, 301 M. (8.5512
en 5.-6.— VARA, de VPRO van
6-8*en de AVRO van 12.5
en 8.—12.— uur). 8.55 Orgelspel.
9.Ber, en tuinbouwpr. 9.30 Ber
Veiligheidskwartiertje. 9.45 Orgel
spel. 10— Ber., gr.pl. 10.30 Juridi
sche causerie. 10.45 Hollandsch
strijkkwartet. 11.13 Causerie „Van
Staat en Maatschappij". 1128 Ver
volg kwartetconcert. 12— De Oc-
tophonikers. 1.Schilderij van de
maand. 1.20 Kovacs Lajos orkest.
2— Boekbespreking. 2.30 Omroep
orkest en soliste. 4— Sportpr. 4.30
Olympisch nieuws. 4.45 Sportuitsl.,
gr.pl. 5.Gr.pl. 5.30 Sportpr.,
sportnieuws en gr.pl. 6— Causerie
„De vensters open". 6.30 Lezing
over de Novietenkampen, V.C.S.B.
6.45 Vocaal concert 7.10 Wijdings-
dienst. 8.Ber. 8.15 Concert
gebouw-orkest. 9.05 Radio-jour
naal. 9.20 Orgelspel en zang. 9.40
Aeolian-orkest, solisten en gem.
sextet. 10.30 Gr.pl. 11— Ber. 11.10
12.Kovacs Lajos orkest.
HILVERSUM, 1875 M. (8.30—9.30,
12.15—5— en 7.45—11.30 KRO, de
NCRV van 9.30—12.15 en 5—7.45
uur). 8.30 Gezongen H. Mis. 9.30
Gewijde muziek. 9.50 Ned. Herv.
Kerkdienst. Hierna gewijde muziek.
12.15 KRO-orkest. 1.Boekbespr.
I.20 Verv. concert. 2.Godsd. on
derricht. 2.30 Oe Philips-harmonie.
3.10 Kunstbeschouwing. 3.30 Phi-
lips-Harmonie. 4.10 Gr.pl. 4.30 Zie-
kenhalfuur. 5— Geref. kerkdienst.
Hierna gewijde muziek (koor en
orgel). 7.45 Sportnieuws. 7.50 Cau
serie „Huwelijksleed". 8.10 Ber.
8.20 Gr.pl. 8.30 Kon. Mii. Kapel. 9—
De KRO-boys. 9.15 Kon. Milit.
Kapel. 9.45 Causerie „Volkenbond
en Vrede". 10— KRO-orkest. 10.30
Ber. 10.35 Gr.pl. 10.40 Epiloog. 11.
II.30 Esperantolezing.
DROITWICH, 1500 M. 12.50 BBC-
Schotsch orkest en soliste. 1.50
Walford Hyden's Zigeuner-orkest.
2.20 Blaasconcert en solist. 3.20
Het Crook-kwintet. 4.05 Gr.pl. 4.50
Voor de kinderen. 5.10 Relig.-soc.
causerie. 5.30 Psychologische cau
serie. 5.50 Alt en strijkkwartet.
7.05 Causerie „Living in the Past".
7.20 Cello-orecital en koorconcert.
8.05 Nachtegalenzang. 8.20 Kerk
dienst. 8.35 Rel. causerie. 9.05
Liefdadigheidsoproep. 9.10 Ber. 9.20
Alb. Sandler's orkest en solist.
10.35 Het Bridgewater Harpkwin-
tet 11.05 Epiloog.
RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.20
Gr.pl. 11.20 Orkestconcert. 12.20
Orgelconcert. 1.20 Verv. van 11.20.
3.05 Nat. orkest. 5.20 Pascal-
orkest. 7.50 Piano-recital. 8.20 en
9.05 Radio-tooneel. 11.0512.35
Dansmuziek en populair concert.
KEULEN, 456 M. 6.20 Havencon
cert. 8.20 Kwintetconcert. 12.20
Hans Bund's orkest en solisten.
10.5012.20 Dansmuziek.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
9.25 Gr.pl. 10.20 J. Schnijders'
orkest. 11.05 Salon-orkest. 12.05
Gr.pl. 12.20 Salon-orkest. 1.30 Or
gelconcert en zang. 2.20 Gr.pl. 3.20
Rep. 4.20 Omroeporkest. 5.20
Dansmuziek. 6.20 Kamermuziek.
7.20 Gr.pl. 8.20 Omroeporkest. 10.30
Salon-orkest. 11.20 Gr.pl. 11.35
12.20 Dansmuziek. 484 M.: 9.20
Gr.pl. 10.20 Orgelspel en gr.pl. 11.20
J. Schnijders' orkest. 12.20 Klein-
orkest 1.30 Salon-orkest. 2.20
Operamuziek. 3.20 Koor- en orkest
concert. 4.20 Gr.pl. 5.20 Piano
recital. 6.20 Klein-orkest. 7.35 Gr.
pl. 8.20 Symph.-concert en gr.pl.
10.30 Dansmuziek. 11.2012.20
Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 157Ï M.
8.30 Operettemuziek mmv. solisten,
koor en orkest. 10.20 Ber. 10.50
Sextetconcert. 11.05 Weerber. 11.20
12.20 Dansmuziek.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Parijs Radio 8.30—9.20,
Normandië 9.2011.20, Parijs R.
11.20—12.20, Keulen 12.20—13.20,
Brussel VI. 13.20—13.30, Keulen
13.3014.20, Luxemburg 14.20
16.20, Keulen 16.20—18.20, Parys
Radio 18.20—19.50, Weenen 19.50—
20.20, Brussel Fr. 20.20—22.20,
Brussel VI. 22.20—22.30, Brussel Fr.
22.3022.45, Weenen 1)2.45—24.
Lijn 4: Brussel VI. 8.30—12.50,
Droitwich 12.50—16.50, Lond. Reg.
16.5019.20 Droitwich 19.2020.20
Lond. Reg. 20.20—21.05, Beromün-
ster 21.0521.20, Droitwich 21.20
23.15, Berlyn 23.15—24.—.
Maandag 18 Mei.
HILVERSUM, 301 M. (Alg. progr.
AVRO). 8— Gr.pl. 9._ Ensemble
Jonny Kroon. 10.Morgenwij
ding, gr.pl. 10.30 Verv. ensemble-
concert; 11.Orgel en zang. 12.
Lyra-trio. 12.45 Kovacs Lajos' or
kest. 1.30 Gr.pl. 2.30 Voordr. 3.—
Omroeporkest. 4.- Vrouwen Vre
desgang 1936. 5.— Pianorecital.
5.25 Gr.pl. 5.30 De „Continental
Five". 6.15 Kovacs Lajos' orkest.
7.— Gr.pl. 7.10 Viool en piano. 7.45
PTT-kwartiertje. 8.— Ber. en gr.
pl. 8.15 Concertgebouw-orkest en
soliste. 9.15 Radiotooneel. 10.
Omroeporkest. 11.Ber. 11.10—
12.Micha Novy's orkest en solist.
HILVERSUM, 1875 M. (NCRV-uitz.)
8.Schriftlezing. 8.159.30 Gr.pl.
10.30 Morgendienst. 11.Chr. Lec
tuur. 11.30—12.Gr.pl. 12.15
HOV-kleinorkest en gr.pl. 2.
Wenken voor de keuken. 2.30 Gr.pl.
2.453.45 Rep. v. d. Maranatha-
conferentie. 4.— Bijbellezing. 5.—
Ensemble v. d. Horst en gr.pl. 6.30
Vragenuur. 7.Ber. 7.15 Rep. 7.30
Vragenuur. 8.Ber. 8.15 Tiel's
Mannenkoor, mmv. solisten. 9.15
Causerie ter gelegenheid van den
Volkenbondsdag. 9.45 Gr.pl. (10.10
Ber.) 11.—11.30 Gr.pl.
DROITWICH, 1500 M. 11.20—11.50
en 12.05—12.20 Gr.pl. 12.45 Weth-
mar-trio en sopraan. 1.352.20
Orgelconcert. 3.203.55 Gr.pl. 4.29
Cello en piano. 4.50 Northern Ire-
land Blaasorkest, mmv. tenor. 5.35
Cedric Sharpe sextet. 6.05 Cricket-
verslag. 6.206.45 Ber. 6.50 Cem
balorecital. 7.10 Toeristenpr. 7.30
Boekbespr. 7.50 Natuurhistorische
causerie. 8.20 Folkloristische repor-
tage.9.05 Het Café Colette-orkest
mmv. solisten. 9.50 Ber. 10.20 Bui-
tenlandsch overzicht. 10.35 BBC-
orkest, mmv. zangsoliste. 11.35
12.20 Dansmuziek.
RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.35
Gr.pl. 11.20 Orkestconcert. 2.50 Gr.
pl. 4.20 Orkestconcert. 5.50 Dito.
8.20 Zang, piano en viool. 9.05 Pa-
rijsch Instr. kwintet, zang, fluit en
voordracht. 11.05 Dansmuziek, gr.-
pl. 11.3512.35 Krettly-orkest.
KEULEN, 456 M. 6 50 Orkestcon
cert. 12.20 Populair concert. 1.35
Nedersaks. Symph.-orkest. 2.35 Or
gelconcert. 6.20 Gr.pl. 9.20 Omroep-
kleinorkest en violist. 10.40 Kamer
muziek. 11.3512.20 Orkestconcert.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 Constantin-
orkest. 1.50—2.20, 5.20, 6.50 en 7.20
Gr.pl. 8.20 Salonorkest en gr.pl.
9.20 Dansmuziek. 10.3C11.20 Gr.
pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Salon
orkest. 1.502.20 Gr.pl. 5.20 Dans
muziek. 6.35 Salonorkest. 8.20 Gr.-
pl. 8.50 Koor- en orkestconcert.
10.Gr.pl. 10.3011.20 Dansmu
ziek.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
8.30 Fehse-kwartet. 9.20 Radio-too
neel met muziek. 10.20 Ber. 10.50
Piano-recital. 11.05 Weerber. 11.20
12.20 Dansmuziek.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.8.50, Norman
dië 8.50—10.05 Keulen 10.05—10.20
D.sender 10.2010.50, Keulen 10.50
11.20, Parijs Radio 11.2012.20,
Brussel VI. 12.20—14.20, Keulen
14.2014.50, Parijs Radio 14.50
17.20, Brussel Fr. 17.20—18.20, Keu
len 18.20—20.05, Parijs PTT 20.05—
20.20, Parijs Radio 20.2020.55,
Rome 20.5522.20, Brussel VI. 22.20
—22.30, Weenen 22.30—23.05, Boe
dapest 23.05CA.
Lijn 4: Brussel VI. 8.10.35,
Lond. Reg. 10.3515.20, Droitwich
15.20—15.50, Lond. Reg. 15.50
16.50, Droitwich 16.5018.50, Lond.
Reg. 18.50—21.05, Droitwich 21.05—
21.50, Lond. Reg. 21.50—24.—.
Wie het optreden van Kappeyne bestu
deert ten aanzien van onze algemeene
politiek en van de toenmaals actueele
vraagstukken van den dag, ziet vóór zich
een figuur van ongemeene intellectueele
en oratorische gaven, een figuur die zich
ais regel ver verheft boven het milieu,
waarin zij verkeert. Van Kappeynes
scherpzinnigheid gaan merkwaardige
verhalen; zijn vernuft was bijzonder pun
tig, zijn welsprekendheid en slagvaardig
heid waren suggereerend en meesleepend.
Bovenal treft ook in hem, dat hij omtrent
Verscheidene belangrijke punten een zeer
speciale, een eigen en oorspronkelijke
opvatting had, waarvan hij op origineele
en pikante manier getuigenis aflegde en
die vaak vooral in de gelederen der
tegenstanders veel deining verwekte.
Het hoofdmoment uit Kappeyne's leven
is voor velen zoo links als rechts
zijn onderwijs-standpunt en onderwijs
strijd.
Ten onrechte.
Ik geloof dat de Wet-Kappeyne moge
de meeste emotie en beroering hebben
gemaakt het zwaartepunt van Kap
peyne's parlementaire loopbaan elders
moet worden gezocht.
Eerst echter een woord over dat onder
wijs-standpunt. Want daarin komt de ty
pische oorspronkelijkheid en zelfstandig
heid van Kappeyne het meest eigenaardig
uit. Toen Kappeyne minister werd, was
2ijn overtuiging inzake het onderwijs reeds
algemeen bekend. Men wist wat men aan
hem had. In zijn geruchtmakende, naar
den vorm schitterende rede van 8 Decem
ber 1874 (een rede, waarvan later een
tegenstander zeide, dat zij „zeer brillant"
was geweest) had hy als zijn „ideaal" op
schoolgebied dit denkbeeld ontwikkeld:
„Een van rijkswege ingerichte uitmun
tende volksschool, openstaande voor een
ieder en voor een ieder kosteloos. Wie dan
van die kostelooze school geen gebruik wil
maken, wie zijn kinderen dan niet wil
laten zitten tusschen de kinderen van
allerlei soort van zijn medeburgers, voor
hem zou over blijven de betalende
school."
Tot de rechterzijde, die toen sterker en
sterker om subsidieering begon te vragen,
richtte hij het bittere en scherpe en niet-
rechtvaardige woord, dat oyze voorvade
ren nooit bij den Staat waren gekomen
„met den bedelnap der Geuzen, om geld te
vragen voor hun particuliere scholen".
Men ziet, hoe scherp en hoe bijzonder zijn
standpunt was. Toen hij minister werd,
begreep hij echter zeer goed, dat zijn
„ideaal" niet meer te bereiken viel, en, hij
moge dan met zijn Onderwijs-wet succes
hebben gehad, dit was slechts tijdelijk. Al
spoedig braken onder de vrijzinnigen
andere denkbeelden zich baan. Nog voor
het jaar '90 was aangebroken werd de wet
Mackay aangenomen, zelfs door de over
wegend-liberale Eerste Kamer.
Kappeyne maakte toen van die Kamer
deel uit. Hij stemde tegen de wet-
Mackay. Hij bleef zich-zelf ten einde toe
gelijk. Maar zijn onderwijs-politiek is geen
succes voor hem geweest.
En:
zij heeft de aandacht van vriend en
vijand te veel afgeleid van datgene, wat
voor mij het hoofdmoment is uit Kap
peyne's parlementaire leven; zijn algemeen
liberale standpunt, zijn ontwikkeling van
het liberaal program, voor de toekomst.
Hij heeft zijn denkbeelden daaromtrent
ontwikkeld in de meesterlijke, monumen
tale rede, gehouden bij de algemeene be
schouwingen over de Staatsbegrooting
voor 1875; een der fraaiste, een der be
langrijkste redevoeringen, ooit in ons par
lement gehouden. Nog op dit oogenblik is
de lezing daarvan een verkwikkend ge
not. Rengers, een bezadigd beoordeelaar,
die de zwakke stêe van Kappeyne zeer
goed zag, spreekt van „een sedert beroemd
gebleven rede" en noemt haar „een baken
te midden van de heerschende politieke
duisternis."
Het gaat niet aan, hier groote citaten uit
deze rede te geven. Ik zou dan een uitvoe
riger studie aan Kappeyne's figuur moeten
wijden. Doch ik herhaal, dat zij een mees
terstuk is, ook al is zij niet in alle opzich
ten verwezenlijkt. Wat, bijvoorbeeld, zegt
men van deze uitspraak: „De scheidslijn
in de politiek zal altijd deze blijven, dat,
terwijl sommigen meer of minder hervor-
mings-gezind zijn, anderen zijn meer of
minder hervormings-schuw" .Kappeyne
heeft niet voorzien niet kunnen voor'
zien, dat allerlei concentraties en coalities
onze politiek voor vele jafen zouden ver
troebelen en de ware „scheidslijn" uit-
wisschen.
In deze beroemde rede, in deze „breede
ontwikkeling van beginselen" (Rengers)
gaf Kappeyne aan de nieuwe richting, die
zich eerst later met volle kracht zou baan
breken. Hij noemde het „de moderne
levensbeschouwing". Ik zou het liever
willen noemen de moderne staats
leer, welke Treub later van den Amster-
■damschen katheder verkondigde, en die
door Borgesius en de zijnen met kracht
werd toegepast. Kappeyne's groote
speecrwas het eerste duide-
1 ij k e krachtige teekenindie
richting. Zij was als een klaroenstoot,
die over de lage landen schalde, Kappeyne
deed pionierswerk, toen hij aldus wees op
den plicht der liberalen tot hervormings-
arbeid. Hij was als een heraut. Hij zelf
heeft op dat oogenblik zeer goed gevoeld,
dat hij de verwezenlijking van zijn ideeën
niet aanstonds kon verwachten.
Nogmaals: het is jammer, dat Kap
peyne's onderwijs-strijd, die al spoedig op
zijn nederlaag uitliep, de aandacht te veel
van zijn groote program heeft afgeleid.
Daarom te meer heb ik het als een plicht
gevoeld, dit laatste als het hoofdmo
ment uit het leven van dezen staatsman
naar voren te brengen.
En in dit opzicht heeft hij niet verloren,
doch overwonnen. Want de moderne
staatsleer heeft zich baangebroken in de
Nederlandsche staatkunde: langs de lijnen,
door Kappeyne aangegeven, heeft zich de
sociale politiek ontwikkeld en is zij in
practijk gebracht.
Laat ons dit alles niet vergeten. Wij moe
ten dezen man zien in het licht van zijn
„beroemde" rede, die naar vorm en inhoud
volstrekt Thorbeckiaansch was en waarin
zich de volger en leerling van den twee
jaar vroeger gestorven Thorbecke duide
lijk toonde.
Hij had ook typische, eigenaardige ge
woonten. Het moet voorgekomen zijn, dat
men hem op een belangrijk parlementair
oogenblik noodig had. Een ijlbode, naar
zijn huis gezonden, vond den staatsman
slapende op den grond liggen, tusschen
boeken en stukken in. Het was vaak zijn
gewoonte om, liggende op den grond, de
stukken te bestudeeren: hij was er bij in
slaap gevallen. Maar hy kwam ijlings naar
de Kamer, en hield een speech
D. HANS.
(Van onzen R.-redacteur).
Een jubileum van een instelling, wier be
lang helaas in deze tijden maar al te actueel
is, staat Maandag a.s. gevierd te worden. Op
18 Mei 1926 werd de militaire gasschool te
Utrecht opgericht en in de tien jaren van
haar bestaan heeft ze reeds veel nuttig werk
verricht ter zaken van het paraat maken
van onze weermacht tegen mogelyke gas
aanvallen, die ondanks alle goedbedoelde
verdragen in een komenden oorlog niet uit
gesloten mogen worden geacht.
De oorlog in Abessinië heeft opnieuw be
wezen, dat het gebruik van gassen door de
strijdende partyen, die zich verbonden heb
ben dit onmenschelijke strijdmiddel uit te
bannen, geenszins wordt versmaad om een
overwinning te forceeren. En aangezien
elke oorlog begonnen wordt om in een over
winning te eindigen, is het ook zeer waar
schijnlijk, dat het als wapen zal blijven
worden gebruikt. Onze milRaire autoritei
ten hebben dat reeds vele jaren geleden in
gezien. Toen reeds zijn ze begonnen, maat
regelen te nemen, die door sommigen als
overdreven werden gekenschetst, maar
waarvan de juistheid thans door den loop
der dingen op tragische wijze is aangetoond.
Nederland heeft het protocol van Geneve
van 17 Juni 1925, waarbij de gasoorlog is
verboden, mede onderteekend. Daarvan
heeft onze regeering de juiste consequentie
getrokken, door zich te onthouden van de
voorbereiding tot het gebruik van gas als
wapen door onze weermacht. In de militaire
gasschool wordt alleen opgeleid tot een
doelmatige gasbescherming en van een
actieve voorbereiding van het gebruik van
chemische strijdmiddelen houdt men zich
verre. Natuurlijk worden wel oorlogsgassen
gefabriceerd, maar deze dienen hier uit
sluitend voor onderzoek der bestrijdings
middelen en om de leerlingen der school in
de practijk der gasbescherming te oefenen.
In den grooten wereldoorlog werd voor
het eerst van gifgassen gebruik gemaakt.
Velen zullen zich nog het afgrijzen herinne
ren, dat iedereen bezielde, toen de eerste
berichten omtrent de toepassing van dit af
schuwelijke aan val wapen werden gepubli
ceerd. Al spoedig kwamen toen de gasmas
kers in zwang. Zij werden volmaakter naar
gelang de techniek van de chemische strijd
middelen voortschreed. Ons land maakte er
gelukkig niet rechtstreeks mee kennis,
maar ons militaire autoriteiten volgden den
gang van zaken nauwkeurig, voor zoover
dat mogelijk was. Na den oorloe werd er
meer over bekend en de wetenschap werkte
met onverdroten ijver ook in vredestijd aan
een vervolmaking ervan.
Op bescheiden wijze werd eerst in Neder
land aan gasbescherming gedaan. Aan de
stormscholen te Amersfoort en Den Haag
werd ook in dit vak opleiding gegeven, doch
het bleek al spoedig, dat dit lang niet vol
doende was. Het was de toenmalige kapitein
P. W. Best van de luchtvaartafdeeling, die
in 1934 den stoot gaf tot de oprichting van
een gasschool en de totstandkoming van een
gascolonne. Hij hield op 28 November van
dat jaar een lezing voor de vereeniging ter
beoefening van de krijgswetenschap over
den invloed van chemische strijdmiddelen
op de oorlogvoering en kwam daarbij tot
de conclusie, dat het ook in vredestijd nood
zakelijk is den troepen ten aanzien van de
gasbescherming te instrueeren. Daarnaast
bepleitte hij ook actieve voorbereiding van
het gebruik van deze strijdmiddelen.
Dat was nog voor de totstandkoming van
het protocol van Genève. De voorbereidin
gen van zulk een centraal opleidingsinsti
tuut namen echter nogal wat tijd in beslag
en zoo werd de school pas een jaar ongeveer
na de toestandkoming van dit protocol op
gericht. Daarmee was voor de Nederland
sche militaire autoriteiten meteen beslist,
dat de organisatie der school uitsluitend op
het onderricht in gasbescherming zou wor
den gebaseerd. Bij de besprekingen, die aan
de oprichting vooraf gingen, rezen echter
ook nog andere vragen. Moest er een aparte
school komen voor de marine en een voor
de landmacht? Onder wien zou de school
ressorteeren en waar zou zij worden geves
tigd?
Van het systeem twee scholen werd, mede
in verband met de kosten, afgezien en be
sloten werd, dat één school in de behoefte
zou voorzien. Na ampele besprekingen zou
zij komen te ressorteeren onder de inspectie
van de genie, terwijl Utrecht om haar cen
trale ligging als plaats van vestiging werd
uitverkoren. Er is nog sprake van geweest,
dat de school zou worden overgebracht naar
de K.M.A. te Breda, maar afgezien van de
geldelijke lasten zegevierde de gunstige
ligging van Utrecht.
De school werd gevestigd in een gebouw
aan de Mineurslaan te Utrecht. Directeur
werd de toenmalige kapitein van de IVe
artillerieij brigade S. Schilderman, die zich
in korten tijd moest inwerken in een mate
rie, waarin hier te lande feitelijk nog geen
deskundigen bestonden. Voor allerlei on
verwachte moeilijkheden kwam men te
staan, doch de directeur en zijn staf van
militaire en burgerleeraren wisten er zich
op den duur met groote voortvarendheid
doorheen te slaan.
In tegenstelling met vroeger mag. de
school zich thans in de aandacht van velen
verheugen, in verband met de luchtbescher
mingsoefeningen, die meer en meer in den
lande gehouden worden, oefeningen die voor
een groot deel ook gebaseerd zyn op een
onderstelden gasaanval. De school heeft nu
ook speciale cursussen voor- dokters en
paardenartsen, buiten de gewone cursussen
voor beroepsofficieren, reserve-gasofficie-
cieren en leerlingen van de krijgsschool om.
Vaak krijgt de gasschool tevens verzoeken
van lichamen, die de luchtbescherming be
oefenen, om deskundige voorlichting. Met
het oog hierop werd een z.g. modellenkamer
ingericht, waarin op overzichtelijke wijze
alles is opgesteld met betrekking tot de
gasbescherming.
Bijna tien jaar heeft de eerste directeur
aan het hoofd van de school gestaan. Met
ingang van 1 Januari J.L heeft de heer
Schilderman den dienst als luitenant-kok*
nel verlaten. Hij werd opgevolgd door det)
kapitein der infanterie A. W. Claesen, dM
wordt bijgestaan door twee militaire leera-
ren en eenige civiel docenten. De school ge*»
niet thans algemeene belangstelling en kan
voor ons volk helaas, voegen we eraan
toe nog zeer veel nuttig werk verrichten.
Rede pater Henna»
In de Burg te Noordscharwoude spraji
voor de afdeeling van den R.K. Volksbonji
de bekende pater Henricus uit Helmond
over het onderwerp „Daadwerkelijke ordÉ-
ning".
Na opening door den voorzitter en eert
speciaal welkomstwoord door pastoor
Noord ving pater Henricus zijn rede aefi
met de leuze „Leve de Internationale", een
leuze, welke de katholieken zich hebben
laten afnemen. Spr. werkte dit verder
door te zeggen, dat als over 25000 jaar
student een examen aflegt en de leer
Lenin kritisch beschouwt, onze Internatiif-
nale nog zingt het: „Aan U, O Koning dp
Eere". Wij leven in moeilijke tijden en zijn
de bouwers van de maatschappij, die komen
gaat en waarvan God de opperarchitect en
Paus Pius XI de aannemer is.
Paus Pius roept ons op, evenals Napoleon
zyn troepen opriep en wij komen allen. Sjy.
geloofde niet aan een betere maatschappij
dan die, waarvan het fundament is een diep
doorleefde godsdienst. In het eerste gedeelte
van zijn rede behandelde de pater het gods
dienstige, waarbij hij wees op de twep
werelden op deze aarde, die van elkaar af»
zwemmen: de wereld van het geloof en van
het ongeloof. Wij blijven gelooven in God,
Die nog in deze crisisdagen met ons zijii
liefdesplannen heeft. Wij gelooven in een
voorzienigheid. De toestand is thans echter
zoo, dat het denken een janboel is gewor
den. Wij zouden schrijven bij een overlijden
„Overleden in Christus". In Duitschland
schrijft men „Gestorven in Hitier". De
mensch dringt God van zijn stel en gaaf
er zelf op zitten. Men vraagt zich thans al*
leen af: is het mooi, is het lekker en wat
kost het. Cultuur is thans een opzichtige j'as
en gepolijste nageltjes. De dames zouden dfe
veer en van de Engelen in de kerk willen
plukken voor haar boudoirs. De spil, die het
gammele boeltje van Europa nog wat vast»
houdt, is het christendom. Een goed Chris^
ten is ernstig en een ernstig katholiek doet
niet mee aan maskerade. Echt katholiek is
ook in eigen boezem durven tasten, om
zien of de vloer van de katholieke practijk
ken niet verschimmeld is. Werkelijk katho
liek is daadkracht, dynamiek en span
kracht, zooals er spankracht en idealisme is
in Rusland. Het is noodig, breed en forsoh
katholiek te zyn, want aan ons is de beslis
sing of ons land over 100 jaar vloekt of bidt,
of het radicaal rood is of niet. Het is niet
genoeg een kerksch christen te zijn, al slaat
spr. het gebed hoog aan, doch ook om in dg
productie, in handel en industrie doof
werkgever en werknemer de economie wer
kelijk op christelijke wijze uit te oefener^
Wij hebben niet genoeg aan vrijheid in dq
kerk. Het katholieke geloof is een geheel
levensbeschouwing.
Het evangelie is het evangelie der armen,
het hangt vol arme menschenlucht, de armeij
loopen echter weg, waarom, moet men ziclji
afvragen. De twee werelden moeten doof
ons aanéén gevoegd worden tot een
smaragd en gelegd worden op het wam»
kloppende hart van God. Het eerste gedeel
te beëindigde spr. met te zeggen: Trouw tot
in den dood, een christen buigt niet en eeil
christen breekt nooit.
In het tweede gedeelte, na de pauze uitge
sproken, wilde spr. trachten aan te toonen,
dat ieder zijn eigen verdiende boterham
moest hebben.
Christus heeft geen economisch stekel
aan de hand gedaan, doch het christendon»
omvat alles. Christus heeft richtlijnen ge»
bracht van sociale rechtvaardigheid eö
sociaal georiënteerde liefde. Er bestaat eehfr
ter nog te veel aalmoezenliefde. Dat moqjl
anders worden. Het is niet waar, dat cfe
wereld zoo zal blijven als nu, onbewoon
baar, Zij, die zeggen: dit is een permanent^
toestand, geven een kaakslag aan het chris
tendom. Spr. schetste den tragischen achter
uitgang, de moordende concurrentie, de afy
slachting der concurrenten in dezen tijd, hqt
record-aantal werkloozen. Het is echter oojc
tragisch en onverantwoordelijk, dat honder
den millioenen guldens geld blijven liggajl
tot de eigenaar er weer winst in ziet ze tig
gebruiken.
Verder besprak spr. de innerlijke criefp»
waardoor de godsdienst wordt geknauw^
Nood leert bidden, zegt men, maar langdu
rige nood maakt desperado's. Het karaktej
van duizenden wordt door allerlei oorzaken
gedeprimeerd, waardoor tenslotte alleaq
het eigen ik wordt gediend. Hoe moet daaf
een eind aan komen? Niet door fatalisme*
wij zijn niet aan het einde van Europa's be
staan. Wij hebben verschillende dingen ech
ter niet te onderschatten als de opstandig
heid der menschen, welke spr. illustreerde
met de staking in Tilburg, de boerenactie
in Gelderland en Brabant. Het verstand
raakt uit het evenwicht. We moeten niat
doen aan revolutie-geest, tenminste niet in
den bloedigen zin van het woord. Spr. ge
loofd in den vooruitgang in stoffelijken zin
van Rusland, maar die boterham is duur
betaald, doordat men slaaf is van den staat
en op God spuwt. De volksvertegenwoordi
gers moeten hier voelen de nooden van het
volk. De zaak is wel wat verprutst en het
zal veel moeizaam werk, offerzin en
idealisme kosten dit weer in orde te krij
gen. Wanneer men alles direct had als in
Quadrogesimo Anno is beschreven, zou men
er toch niets aan hebben als de geest der
menschen niet anders was. In de verre toe
komst ziet spr. echter deze staat van be»
drijfsschappen, welke bereikt wordt ovef
een weg, bolrond en spiegelglad in ceg
dikke mist. De evangelie van de stof raaW
afgeloopen, waarbij spr. de herziening MJ
de soc dem. noemt, welke het zouden kun»
nen maken, dat wij het met hun eens
nen zijn. Er moet geopereerd worden
de maatschappij.
kun
aan