DE GEBROEDERS „GOCHEM"
OtJÉtÜl
"IS ill pl
Raadselhoekie
TEEKEN- EN KLEURPLAAT
VROOLIJK PINKSTEREN
MUZIEK
m
mKJ^wTSÊTm
W W/
wm.
M
m.m,
wm wm.
WW, WW,
w/"/-
i
PINKSTERFEEST
HOE CAROOTJE ZICH
FOPPEN LAATI
x
xxxxxxxxx
i X
6. 49 40 6. 26 37
4342 7. 37:48
8. 40—35 8. 48 30
9. 35 2!
Uit de party.
In den volgenden stand:
i W^JÊÊLjÊÊ^Ëi
üP HP HP
Zw. 6 sch. op: 3, 13, 16, 24, 25, 37 en dam
op 49.
W. 3 sch. op: 33, 46, 47 en dam op 4.
speelt zwart 3742 (wit 4 48), 4938
(wit 33 42) 2430 en dreigt 3034 en
25 34, waaraan wit niet ontkomen kan.
Ook deze eenvoudige stand is heel
aardig:
'HP fM
Zw. 5 sch. op: 16, 19, 20, 27, 30.
W. 5 sch. op: 26, 28, 33, 41, 42.
Wit speelt 42—37 (zw. 27—31), 37—32
(zw. 31—37), 28—23 (zw. 1939) A,
2621 (zw. 16 38), 41 23 Slaat zwart
bij A. 37 19, dan volgt 23 43.
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 1439 van Miskin. (Eindspel).
Zw. 2 sch. op: 26, 32.
W. 1 sch. op 42 en dam op 39.
Wit speelt en wint.
In onze volgende rubriek geven wij de
oplossing.
door C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
't Is Pinksterfeest en heerlijk weer.
Hoor toch de vogels fluiten!
Ze zeggen in hun eigen taal:
O, kind'ren, komt nu buiten!
De Pinksterzon schijnt, blijft dus niet
In huis achter de ruiten!
Versta je ook de vogeltaal
Die moet niet moeilijk wezen,
Toen je de vogels pinda's gaf,
Bedankten toch de meezen!
Wie ooren en wie oogen heeft,
Kan veel vierstaan en lezen.
Komt allen nu naar buiten mee!
Wat staat er veel te bloeien!
Het lekker warme zonnetje
Doet bloem' en kind'ren groeien.
Naar buiten dus en laten wij
Naar hartelust maar stoeien.
't Is Pinksterfeest en heerlijk weer.
Hoor toch de vogels fluiten!
Wie, die gezond en vroolijk is,
Wil nu niet graag naar buiten
En blijft met 't zonnig zomerweer
In huis achter de ruiten?
(Nadruk verboden).
Verhaaltje op Rijm
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
Carootje kijkt toch zóó verbaasd!
Wat staat daar op den grond?
Een glimmend ding, dat hij weet
'tvast!
Nooit in dien hoek nog stond!
Carootje snuffelt, zieteen hond
Hij laat de tanden zien!
Daarvoor gaat toch dat vreemde dier
Wel op de vlucht misschien!
Maar nee, hoor! bang is d' ander niet.
Hij heeft ook tanden, zeg!
En laat ze zien. Hij denkt wellicht:
Voor j ou ga ik niet weg!
Carootje blaft en d' and're hond
(Caro ziet 'taan zijn bek!)
Blaft ook, maar... geeft toch een geluid!
Dat vindt Carootje gek!
Hü kijkt eens achter 't vreemde ding....
Niets is daar op den grond!
En toch zag hij heel duidelijk
Daarnet een grooten hond!
Hij snapt er heusch geen ziertje van!
Geen hond is er nu meer!
Maar als hij aan den vóórkant kijkt,
Dan woef! daar is hij weer!
Daar komt de vrouw en zegt: Caro,
Laat toch denspiegel staan!
Want als je daar in kijkt, 'tis
vast!
Komt d'and're hond er aan!
Zij neemt den spiegel op. Caro
Ziet nergens meer een hond,
Zooals daar toch zoo duid'lijk was,
Toen 't vreemde ding er stond!
Hij schudt zijn kop, gaat naar zijn mand,
Bromt n o g en kijkt zoo kwaad,
Alsof hij zeggen wil: Jouw schuld,
Dat i k mij foppen laat!
Nadruk verboden.
Oplossing der raadsels uit het
vorige nummer.
Voor grooteren.
Het werk is klaar, maar het is te laat
geworden om uit te gaan. (arm).
In den zomer gaat Oom Henk eiken
dag zwemmen. (enkel).
De buurman leek niet erg opgewekt
te zijn. (knie).
Zou je met Tante Miek uitgaan van
middag? (kuit).
Kabeljauw. Wak, blauw, kabel, jak.
Sal (on), Peter salpeter.
Zee Zuurkool
Uil
Uur
Rat
Kei
Oor
Oog
Lek
Voor kleineren.
lam, mal.
Fluiten buiten,
Mei blij,
dropje kopje,
nood groot,
(joe) chee mee.
Dahlia, speenkruid, margriet, anemoon.
Doorn.
OM OP TE LOSSEN.
Voor grooteren.
Ki uisraadsel.
Op de beide kruisjeslijnen komt de
naam van een koninkrijk.
X
X
X
X
X
le rij een medeklinker.
2e een slim viervoetig dier.
3e houten schoeisel.
4e iets, wat op elke school gebruikt
wordt.
5e 't gevraagde woord.
6e een ander woord voor grap.
7e iets, waarvan er meestal ver
scheiden op een bladzijde voor
komen.
8e een boom.
e een medeklinker.
Dit plaatje is gemakkelijker na te tee
kenen dan het misschien op het eerste
gezicht wel lijkt. Het linker-bovenhoekje
(A) helpt je al gauw op de hoogte, want
daaraan kun je zien, dat je de figuurtjes
met behulp van, 3 cirkels van verschillende
grootte (b.v. knoopen) gemakkelijk kunt
nateekenen.
Wanneer je het prentje op een brief
kaart teekent en het daarna met aardige
kleurtjes netjes kleurt, zul je er stellig
wel iemand plezier mee kunnen doen, is
het niet?
Zulke fleurige meisjes uit den ouden
tijd, die bezig zijn Pinksterbloemen te
plukken, zien we niet elk jaar.
Het zonnetje heeft er ook schik in. Dat
merk je wel aan het lachende gezicht
waarmee het dit tooneeltje gadeslaat.
Wij wenschen jullie allen ook
EEN PRETTIGE PINKSTEREN!
(Nadruk verboden.)
2. Vul deze 16 vakjes in met:
7 E 1D IK 2 L 8 R 2S 1Z
maar doe het zóó, dat je van links
naar rechts en van boven naar be
neden leest:
2.
le rij een vruchtje.
2e een viervoetig dier.
3e een ander woord voor toespraak.
4e een voorwerp, dat in ons land
alleen onder zekere omstandigheden
in den winter gebruikt wordt.
Verborgen vruchten.
De naam van de nieuwe boot van Oom
Bram is Pelikaan.
Mijn verzameling schelpen breidt zich
u it; ik zoek er steeds nieuwe bij.
Wist je, dat Oom Jaap pelsmutsen
heeft?
Deze sommen zijn veeli te moeilijk
voor die kinderen en ik geloof, dat
zelfs de knapper er niet veel van
terecht zullen brengen.
Mijn eerste heeft veel water,
Een huisdier is de rest
En ga je eens naar Artis,
Doe dan maar goed je best.
Je kunt mij stellig vinden
In 't water leef ik en
Zeg nu met zeven letters
Welk dier, of ik wel ben!
Voor kleineren.
Ik zag een huisje loopen,
Al ging het niet zoo vlug.
En 't grappigst was: het huis kwam
Na 'n tijdje weer terug!
Wie kan mij 't huisje noemen?
Je kent het stellig ook:
Dat huisje zonder schoorsteen
En zelfs den minsten rook!
Mijn geheel wordt met 9 letters ge
schreven en noemt een vaartuig.
Een 5, 7, 9 is een insect, dat veel scha
de kan aanrichtpn.
2, 3, 4, 1 is een meisjesnaam.
Een 6, 8, 9 is een visch.
Een 6, 3, 4, 5 staat in een tuin, park,
laan, bosch, zelfs in een straat of op
een plein.
9, 7, 5 is een jongensnaam.
Iets, wat ik op school zoowel als bij
het leeren van een bepaalde les ge
bruik, viel uit mijn handen. Het lag
in 5 deelen op den grond. Ik raapte
ze op, voegde ze in verkeerde volg
orde samen en kreegeen me
taal. Hoe kan dat?
Wat kun je maken van:
Pk Fie nest res
Pita is cent varken
(Nadruk verboden).
299, En de vreugde in huize „Goochem" bereikte nu
het topupnt. Vader had nooit kunnen denken dat hij
zijn doodgewaanden broer nog ooit zou terugzien. Het
werd een gezellige familiebijeenkomst, waarbij vader
en moeder niets anders te doen hadden dan gretig te
luisteren naar al de lotgevallen van hun zoons en oom
John.
bracht, wareif ze^han?'trelïestelJtemensïh'1'1611 meege"
en vader kon zijn zoons in het schoenenvak
kwamen. Ze lieten een flink huis met een mn
kei bouwen en de bewoners van het sta"* ^kakenme't
plezier over de prachtige schoenenzaak, waar ze k™
keurig door vader en de gebroeders Goochem werden
bediend.
Kijk toch eens even in de wei:
Daar loopt ons kleine Elsje blij.
Ze is al heel vroeg opgestaan
En stilletjes uit huis gegaan,
Want overal, aan eiken kant
Staan bloemen op het groene land.
Klein Elsje loopt maar in de wei,
Wat zingt ons meisje toch zoo blij?
Ze zingt: 't Is Pinksteren, hoezee!
Ik breng voor Moeder bloemen mee!
Die heeft de Bloemenfee vannacht
Hier allemaal naar toe gebracht!
Wat hoort ze plots daar voor geluid?
Het is een vogeltje, dat fluit.
Het zingt als Elsje, even blij,
En 't klinkt zoo lustig met z'n bel!
Ze zingen stellig alle twee;
Een vroolijk Pinksteren, hoezee!
RO FRANKFORT-
WERKENDAM.
(Nadruk verboden.)
Floor, Jan, Mieke, op een rij
Kijken lachend. Zij zijn blij!
Hoor je 't wel? Daar klinkt muziek!
Zegt op eens de jongste, Miek.
Tra-la-la! Hoor! Tra-la-la!
Graag doe 'k muzikanten na!
Dansen kan 'k ook op de maat.
Feest'lijk is op eens de straat!
(Nadruk verboden).
Als ik groot ben, zegt broer Jan,
Ik bedoel: als Paps een man!
Word ik muzikantje, hoor!
Ikke ook! juicht broertje Floor.
Vroolijk is het in de straat.
Kleuters loopen in de maat,
Blij klinkt hun: Hoera! Joechée!
Allen doen natuurlijk mee.
C. E. d. L. H.