DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. ZONDAG A.S. NAAR ALKMAAR MOTORRACES JUBILEUM-STERRIT Muziektuin). Reorganisatie in het spoorwegbedrijf. No. 136 138e Jaargang De Staat zat de Staatsspoorwegen ter waarde van f 100.000,000 in een nieuwe N.V. inbrengen tegen f 10,000.000 aan aandeelen. Holiandsche Spoor en Staatepoor. Prof. Aalberse geen rijks bemiddelaar meer. Ontslag aangevraagd. Ontploffing in een mijntunnel 18 dooden en 3 gewonden in mijn streek op Sumatra's Westkust. Leiding generale Thesaurie. aanvang 2 uur. GROOTE INTERNATIONALE Lijnkoeken-opslagplaats geheel door vuur vernield. Schade ongeveer f 125.000. De Belgische kabinetscrisis. Complot tegen dr. Brüning tijdig ontdekt. Wat de arrestatie van een Gestapo- agent aan het licht bracht ALKMAARSCHE COURANT, Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bjj vooruitbetaling voor Alkmaar f 2.— franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE AD VERTEN TIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, grooto contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordans C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Donderdag II Juni 1936 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Ingediend is een ontwerp van wet tot reorganisatie van het spoorwegbedrijf. In de memorie van toelichting zeggen de ministers van waterstaat en van financiën o.m.: Gelijk reeds in de memorie van toe lichting op het wetsontwerp tot verla ging van de openbare uitgaven is uit eengezet, is het bedrijfstekort van de spoorwegen, dat zulk een zwaren en nog steeds stijgenden druk legt op het rijks- budget, te wijten aan verschillende oor zaken. In de eerste plaats heeft de crisis het ver voer, zoowel van personen als van goede ren in sterke mate doen afnemen. In de ja ren 19211923 heeft zich hetzelfde ver schijnsel voorgedaan. Doch terwijl toen de na den oorlog sterk gestegen exploitatie kosten belangrijke besparingsmogelijkheden boden en bovendien aanzienlijke daling van de prijzen van de brandstoffen en andere materialen aan dekking van het tekort te hulp kwam, zijn thans door de krachtig voortgezette versobering in de bedrijfsorga nisatie besparingsmogelijkheden van vol doenden omvang niet meer zoo gemakkelijk aan te wijzen. Daarbij komen andere moeilijkheden, wel ke zich in de jaren 19211923 in veel min der sterke mate deden gevoelen. Terwijl «enerzijds én door de internationale han delsbelemmeringen én door de algemeene daling van het welvaartspeil het aanbod van "vervoer en goederen sterk is geslonken, heeft zich anderzijds zoowel in den perso nen- als in den vrachtauto een machtige concurrent ontwikkeld, die het railverkeer uit de deels monopolistische positie van vroeger heeft verdrongen. De samenwer king van beide oorzaken, heeft op de finan- cieele uitkomsten van het spoorwegbedrijf een zeer nadeeligen invloed, welk nadeel nog is vergroot door de uitbreiding, welke in de laatste jaren door het graven van kanalen aan het vervoer te water is gege ven. Alleen wegens de Juliana- en Twente kanalen lijden de spoorwegen, volgens een door de directie gemaakte berekening, een nadeel van netto omstreeks f 10 millioen 's jaars. Nog een vierde omstandigheid moet als een van de belangrijke oorzaken van de financieele moeilijkheden, waarin het spoor wegbedrijf thans verkeert, vermeld worden. De verscherpte concurrentie met de weinig kapitaalintensieve autodiensten heeft voor de spoorwegen het vraagstuk van de overkapitalisatie steeds meer accuut doen worden. In het rapport van de mrs. Van Doorninck, Van Manen en Van der Meulen is de overkapi talisatie van S.S. en H.S. op grond van te geringe afschrijvingen in vorige jaren, be cijferd op ongeveer 229 millioen. Sedert dien is, ofschoon inmiddels de jaarlijksche afschrijvingen op peil zijn gebracht, door de afnemende gebruikswaarde van de spoor wegen de overkapitalisatie veeleer grooter dan kleiner geworden. In de gunstige jaren 19241930, welke in het jaar 1929 hun hoogtepunt bereikten, kon het bedrijf zonder groote bezwaren dezen improductieven kapitaallast torsen, maar toen na dat jaar het vervoer begon terug te loopen en de verscherpte -concurrentie, ge paard aan de gedaalde koopkracht, een an dermaal tot tariefsverlaging dwong, waar van het nadeel niet meer door toeneming van het vervoer werd gedekt, en bovendien de steeds toenemende snelheidsbehoeften, ook aan het rollende materiaal der spoorwe gen nieuwe eischen gingen stellen, bleek al spoedig, hoezeer de achterstand in de af schrijvingen voor het spoorwegbedrijf een belemmering vormde om den concurrentie strijd vol te houden Het inhalen van den achterstand is tot slechts enkele millioenen guldens beperkt gebleven en nu de productieve waarde der spoorwegen blijft dalen, is allengs een toe stand ontstaan, welke grondige herziening onvermijdelijk maakt. Middelen tot verbetering. Genezing moet worden gezocht in ver schillende richtingen. Vooreerst is het noodig, de taak, die de spoorwegen te midden van andere verkeers middelen hebben te vervullen, opnieuw en *°o goed mogelijk te bepalen. Een objectief onderzoek daaromtrent kan slechts tot de conclusie leiden, dat, terwijl eenerzijds de spoorwegen als middel van vervoer zoowel van personen als van goederen niet kunnen Worden gemist, anderzijds speciaal wat het locale en regionale vervoer betreft, passen der verkeersmiddelen zijn ontstaan, waar tegen de spoorwegen niet meer kunnen concurreeren. Moet deze conclusie er onvermijdelijk toe leiden, met de inkrimping van het bedrijf nog verder te gaan en de organisatie op eenvoudigen grondslag in te richten, ander zijds zal ook het gedeelte, dat daarna over blijft, in menig opzicht verder gemoderni seerd moeten worden en, waar mogelijk, beter moeten worden toegerust met snellere en economischer vervoermiddelen dan de meer en meer verouderde stoomtreinen. Voorts zal verbetering moeten worden ge zocht in eenvoudiger en overzichtelijker constructie van het bedrijf, in bevrijding van nog overgebleven onereuze exploitatie contracten en niet het minst ook in leniger en minder gebonden bedrijfsvoering, die een goede aanpassing waarborgt aan de dien sten van andere vervoersondernemingen. En eindelijk zal ook herziening in financieel opzicht niet zijn te ontgaan, nu mede door de ontwikkeling van de techniek de ge bruikswaarde van de spoorwegen zoodanig is gedaald, dat het vervoer de kapitaallasten geenszins meer kan dekken en de waarde van het actief door het totale bedrag van de schulden belangrijk wordt overtroffen. Deze overwegingen hebben de regeering ■geleid tot de overtuiging, dat het wensche- lijk is, S.S. en H.S. samen te voegen in een nieuwe N.V. De Nederlandsche Spoorwegen, terwijl S.S. en H.S. zouden moeten worden geliquideerd. De geleidelijke ontwikkeling sinds 1890, die in de volledige belangenge meenschap van 1917 haar eindpunt vond, geeft trouwens ook op zich zelf alle aanlei ding om de eerlang reeds twintigjarige fei telijke eenheid te bevestigen door juridische eenheid. In de eerste plaats is het noodig, de kapi taalpositie grondig te herzien en het bedrijf te ontlasten zoowel van de overkapitalisatie die door te lage afschrijvingen in de perio de voor 1925 is ontstaan, als van die, welke een gevolg is van de sterk verminderde ren dabiliteit en de snellere veroudering van het materieel. Daartoe zal onvermijdelijk ook door de obligatiehouders moeten wor den medegewerkt. Maatregelen inzake de schulden. Dit deel van het voorstel komt in het kort hierop neer, dat aan de obligatiehouders en aan hen, die aan S.S. of aan H.S. op schuld bekentenis geld hebben geleend, de gelegen heid zal worden geboden, om hun obliga ties en schuldbekentenissen in te ruilen voor staatsobligaties. De rentevoet van de nieuwe staatsobligaties zal voor alle te con- verteeren spoorwegleeningen gelijkelijk op 3 procent worden gesteld. Het ligt in de bedoeling, de gelegenheid tot inruiling tegen staatsobligaties aanstonds na aanneming van het wetsontwerp open te stellen. De contante waarde van elke vordering blijft, behoudens twee op reëele verschillen gegronde kortingen, voor iederen crediteur gelijk. Het ligt in de bedoeling, dat de staat een zoodanig deel van de spoorwegschuld, die op 31 December 1935 ongeveer 412 millioen bedroeg en die door herleiding van het no minale bedrag eenigszins zal worden ver hoogd, zal overnemen, als overeenkomt met de overkapitalisatie, die een rechtstreeksch gevolg is van de te lage afschrijving in de jaren voor 1925 en die door de bovenge noemde commissie in 1927 op f 229 millioen is becijferd. De staat zal dit offer brengen door in de eerste plaats de Staatsspoorwegen, welke zoowel naar de gekapitaliseerde huur als volgens het bedrag, dat thans nog ter zake van spoorwegaanleg in de staatsschuld aan wezig is, een waarde van ongeveer 100 millioen vertegenwoordigen, in de nieuwe N.V. Nederlandsche Spoorwegen in te bren gen tegen overgifte van een bedrag van 10 millioen aan aandeelen. Hierdoor komt op de balans f 90 millioen beschikbaar, dat aan de afschrijvingsrekeningen kan worden toegevoegd. Voorts ziet de staat zijn bezit verminde ren, doordat het in 1921 op zijn aandeelen op naam gestorte bedrag van 4.950.000 by de liquidatie zal blijken verloren te gaan. In het wetsontwerp vraagt de regeering de machtigingen, welke zij behoeft, ten ein de het hierboven toegelichte plan te kunnen uitvoeren. Omtrent de financieele gevolgen moge worden opgemerkt, dat, ofschoon het van zelf spreekt, dat door de voorgestelde maat regelen de dekking van het tegenwoordige spoorwegtekort bij lange na niet kan wor den bereikt, toch voor het spoorwegbedrijf de hieruit voortvloeiende besparing, be staande vooreerst in het vervallen van de aan den staat verschuldigde huur voor spoorwegen en terreinen van ruim 4.420.000 en voorts in verlaging van de in terestrekening, welke de minister op onge veer 7.000.000 schatte, belangrijk is, ter wijl vervanging van de uitstaande geldlee- ningen der maatschappijen door één lee ning van den staat voor sommige van de eerstgenoemde leeningen verlenging van looptijd ten gevolge heeft, waardoor het aan aflossing benoodigde bfedrag belangrijk ver mindert. Bedacht moge voorts worden, dat er geen sprake van zou kunnen zyn het ge heele spoorwegtekort te dekken uitsluitend door een financieele reconstructie. Verdere besparing zal moeten komen uit maatrege len als b.v. verdere opheffing van de meest verliesgevende lijnen en bevrijding van verouderde en te bezwaarlijk gewor den exploitatiecontracten, voortzetting van de versobering van de bedrijfsorganisatie en dergelijke, welke maatregelen door de voor stellen worden vergemakkelijkt of mogelijk gemaakt, doch waarvan de geldelijke gevol gen thans niet onder cijfers gebracht kun nen worden. Voor den staat zijn de onmiddellijk uit het wetsontwerp voortvloeiende besparingen veel kleiner, want tegenover de belangrijke vermindering van het door den staat te be talen spoorwegtekort (met bovengenoemde bedragen van ruim 4.420.000 en ruim 7.000.000) staan voor hem het niet meer ontvangen van de door S.S. en H.S. thans verschuldigde huur voor spoorwegen en ter reinen van ruim 4.420.000, en de overne ming van een in 50 annuïteiten te delgen kapitaalschuld wegens overkapitalisatie van 130 millioen. Ook voor den staat zal intus- schen nog een niet onbelangrijk netto-voor deel overblijven. Minister Aalberse Naar wij vernemen is prof. mr. P. J. M. Aalberse, vorzitter van de Tweede Kamer, bij nader beraad tot het besluit gekomen, dat het gelijktijdig vervullen van de functie van rijksbemiddelaar eventueel tot moeilijkheden zou kunnen leiden. Hij heeft daarom tot H. M. de koningin het eerbiedig verzoek gericht, hem als rijksbemiddelaar in het 4e dis trict eervol ontslag te willen verleenen. Hedenmorgen vertrok prof. Aalberse naar Genève, ter bijwoning van de Inter nationale Arbeidconferentie, als le ge delegeerde der Nederlandsche regeering. Volgens bij de regeering ontvangen berichten van den assistent-resident van Kota Nopan (Sumatra's Westkust) heeft gistermiddag een ontploffing plaats ge had in het voorste dynamiet-magazijn van de mijntunnel bij het mijnbedrijf Pagaran Siojoe; deze ontploffing werd gevolgd door een tweede groote en een derde, kleine ontploffing. De oorzaak is nog onbekend. Door den ontstanen luchtdruk zijn 18 Inlandsche werklieden onmiddellijk gedood, terwijl drie In landsche werklieden door dynamietdam- pen aan de longen zijn aangetast. Een van deze laatsten verkeert in levens gevaar. Ook een lid van de reddings brigade raakte bedwelmd. Naar wij vernemen, heeft de heer B. J. de Leeuw, oud-directeur van finan ciën in Nederlandsch-Indië, zich, op verzoek van den minister van financiën, bereid verklaard, de leiding van de generale thesaurie van diens departe ment tijdelijk op zich te nemen. (Gered, prijzen vanaf 75 cent). In den afgeloopen nacht te omstreeks half twee werd de brandweer van Wor- merveer gealarmeerd voor een uit- slaanden brand in de oliefabrieken „De Toekomst" der firma Bloemendaal en Laan, gelegen aan den Zaanweg te Wormerveer. Onder commando van ir. P. Klinkenberg verscheen de brand weer spoedig ter plaatse, terwijl ge meente- en rijkspolitie, onder leiding van den commissaris den heer F. de Groot, voor een flinke afzetting zorg droegen. Het voornaamste bluschmateriaal der ge meente Wormerveer en Wormer, met welke laatste gemeente men een afspraak heeft om elkaar te assisteeren, werd rondom het bedreigde fabriekscomplex opgesteld. Met groote hevigheid woedde de brand in de achter de eigenlijke oliefabriek staande ka pitale opslagplaats van lijnkoeken. Een ge lukkige omstandigheid, waardoor het ge lukte de fabriek zelve te 'behouden, was het feit, dat de branddeur, bij het ontdekken van den brand, nog tijdig door het perso neel kon worden gesloten. Ondanks de groo te hoeveelheden water, welke in de vuur zee werden geworpen, duurde het gerui- men tyd voor de brand minderde. Als een enorme fakkel verlichtte de brandende op slagplaats de rondom gelegen fabrieksge- bouen. Bij het licht viel goed waar te ne men, hoeveel toeschouwers zich met bootjes op de Zaan bevonden om den strijd tus- schen water en vuur gaande te slaan. Tot ver in den omtrek kon men een hevigen vonkenregen, welke op de in de nabijheid gelegen gebouwen neerdaalde, waarnemen. Gevaar bestond er echter niet. De brand weer hield e enpaar straalpijpen in reserve voor de embalagefabriek der firma Rem en Zoon aan den Wandelweg, welke fabriek grooten deels van hout is opgetrokken en in de nabijheid steeds veel zaagsel ligt. Toen de brand in alle hevigheid woedde verschenen ook de brandweren van Zaan dam, Koog aan de Zaan en Zaandijk om hulp te verleenen. Deze was evenwel op dat oogenblik het was toen ongeveer drie uur niet meer noodig. Nadat gedurende ander half uur groote hoeveelheden water in de vuurzee waren geworpen, verminderde dit zienderoogen en ke de brand als overwonnen worden be schouwd. De oliefabriek, die geen brandschade kreeg, heeft toch door het vele bluschwater schade opgeloopen. De groote opslagplaats, ongeveer 30 x 30 meter, waarin lijnkoeken waren opgeslagen, is geheel door het vuur verteerd. Schade geschat op 125.000. Te negen uur hedenmorgen was met uit zondering van de stoomspuit, de geheele brandweer van Wormerveer nog ijverig in de weer voor de nablussching. Naar schat ting waren de pakhuizen gevuld met onge veer vijfhonderd ton koeken en dertig a vijftig ton koolzaad, waarvan de resten op groote hoopen nog lagen te smeulen. De brandweer legde er zich op toe deze massa zooveel mogelijk onder water te zetten. De totale schade wordt, met inbegrip van de gebouwen en machinerieën, geschat op ongeveer 125.000, welk be drag door verzekering gedekt wordt. De fabrieksgebouwen leden zoo goed als geen schade. Deze bleef tot eenige water schade beperkt. De automatische los-inrichting ging geheel verloren. Aan het blusschingswerk werd deelgeno men door drie autospuiten, een motorspuit en een stoomspuit uit Wormerveer, bene vens de motorspuit uit Wormer die tezamen 6500 liter water per minuut leverden. Bo vendien werd nog water toegevoerd door twee brandkranen. ZWARE HAGELSTORMEN IN LITHAUEN. In Lithauen hebben zware hagelstormen gewoed, die op de velden groote verwoes tingen hebben aangericht en verscheidene slachtoffers hebben gemaakt. DRIE DOODEN BIJ AUTO-ONGELUK. Nabij het plaatsje Droge (Duitschl.) is een auto met vier personen tegen een boom te pletter gereden. Drie der inzitten den kwamen om het leven. De vierde bleef ongedeerd. De heer Van Zeeland geslaagd? De heer Van Zeeland heeft Woensdag middag een aantal vooraanstaande politici ontvangen, o.m. den heer Jules Hoste, direc teur van het Laatste Nieuws", wien hy de portefeuille van onderwijs heeft aangeboden. De heer Hoste heeft deze aangenomen op voorgaarde, dat hy de portefeuille zou af staan, indien er een geschikter functionnaris voor te vinden zou zyn. De vermoedelijke samenstelling der regeering. De nieuwe regeering-Van Zeeland zal ver moedelijk als volgt zijn samengesteld: Onder-voorzitter van den raad van minis ters, minister zonder portefeuille, Vander- velde. Openbare werk, Van Isacker. Landbouw, De Schrijver. Koloniën, Rubbens. Openbaar onderwijs, Jules Hoste. Binnenlandsche zaken, Bovesse. Financiën, Max Leon Gerard. Arbeid en sociale voorzorg, Merlot. P. T. T„ Arthur Wauters. Economische zaken, De Man. Buitenlandsche zaken, Spaak. Landsverdediging, generaal Gilleaux. Daar de heer Hayoit de Thermicourt, procureur van het beroepshof van Brussel, de portefeuille van justitie heeft geweigerd, zal voor dezen post een anderen function naris moeten worden gezocht. Donderdagavond zou de nieuwe regeering definitief vastgesteld zyn. Het Zwitsersch telegraaf-agentschap meldt, dat men onlangs te Zürich een agent van de Gestapo heeft gearresteerd en dat gister officieel is medegedeeld, dat men hier te doen heeft met Hugo Romer uit Dortmund, die ervan be schuldigd wordt een poging te hebben gedaan een actie op touw te zetten jegens een hooge persoonlijkheid van het vorig regiem in Duitschland, die indertijd te Zürich in een kliniek werd verpleegd. Romer werkte samen met een ande deren, eveneens uit Dortmund afkom- stigen Duitscher Eduard Müller. Deze werd in Nederland gearresteerd. Hy werd te Zürich door den met het onderzoek belasten rechter ondervraagd. Müller bekende agent van de Gestapo te zyn geweest en tezelfdertijd vertrou wensman van de katholieke actie, zich in Frankrijk aan spionnage te hebben schuldig gemaakt en militaire inlich tingen naar Duitschland te hebben ge zonden. Tenslote bekende hij dat zyn inlichtingendienst zich uitstrekte tot den persoon waarvan hierboven sprake is en dien hij onschadelijk wilde maken. Men bevestigt, dat deze persoon dr. Brüning zou zijn, de vroegere rijks kanselier. DE QUEEN MARY TERUG IN SOUTHAMPTON. De Queen Mary is gisteren om 14.25 in Southampton teruggekeerd en heeft daar mede haar eerste reis over den Atlanti- schen Oceaan volbracht V.ier en een half uur tevoren had het schip aangelegd te Cherbourg, waar ruim 200 passagiers van boord waren gegaan. Voor de derde maal op de overtocht is het schip gistermorgen in het Kanaal door mist opgehouden. Bij aankomst te Southampton werd of ficieel medegedeeld, dat het vaartuig had afgelegd 3198 myl van de vuurtoren Am- brose tot Cherbourg in 4 dagen, 15 uur 15 min met een gemiddelde snelheid 'van 28.74 knoopen. De afgelegde afstanden in elke periode van 23 uur en in de laatste periode bedroegen 621, 679, 670, 679, en 549 myl. Duizenden stonden op de kade en juich ten de Queen Mary bij het binnenvaren toe. DORP DOOR BRAND VERWOEST. Het dorp Dikèikino, nabij de Sovjet-Rus sische grens, is door een zwaren brand ver woest. Verscheidene personen zijn in de vlammen omgekomen. De brand heeft zich meegedeeld aan een aangrenzend bosch en dreigt ontstellende afmetingen aan te nemen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 1