Stad w Omquomq
De proeftochten van de „De Ruyter
Menigvuldigheid der voa
het Turnkringbestuur en de kleinen met
voldoening op terug kunnen zien.
De prijzen werden behaald door de navol
gende kinderen:
Meisjes beneden 9 jaar: N. Muntjewerf
(Turnlust), Alkmaar; E. Kroon (D.A.S.K.O.),
Warmenhuizen; A. Nij (Turnlust), Oter-
leek; D. Jansen, T. Huter, M. Smit, A. Mul
der, A. Stoop (allen de Halter), Alkmaar;
A. M Kamp, J. Deen, Harreveld (allen van
(D.O.V.E.S.), Heiloo; G. Schuuring (Voor
waarts), Stompetoren.
Meisjes van 9, 10 en 11 jaar: M. Winkel,
C. Hemels, A. Narold (Turnlust), Alkmaar;
M. Igesz, J. v. d. Struis, N. Greeuw, C.
Geertsema, A. Huisman (allen van D.O.
V.E.S.), Heiloo; I. Menschoty G. Scholte, J.
v. Leeuwen (van D.O.S.), Castricum; T.
Mink, B. Vlam (van D.A.S.K.O.), Warmen
huizen; G. Woerdeman, A. Leegwater, S.
Wolhuizen (van Voorwaarts), Stompetoren;
T. Kramen (K. en V.), Alkmaar; C. v. d.
Meer (Turnlust), Oterleek; T. Constant, S.
Vlaming, B. Hiehle, M. Bijl (allen van de
Halter), Alkmaar.
Jongens onder 9 jaar: C. Modder, T.
Geertsema, J. Blees, J. Muijs, Ik Dekker
(allen van D.O.V.E.S.), Heiloo; J. Miedema
(D.O.S.), Castricum; J. v. d. Gracht, C.
Swart, J. Spaans, C. Hoogland (allen van
de Halter), Alkmaar; M. Speur (Voor
waarts), Stompetoren; P. Pie (D.A.S.K.O.),
Warmenhuizen.
Jongens van 9, 10 en 11 jaar: A. Jansen,
C. Renses, J. Godijn, J. Engelvaart (allen
van de Halter), Alkmaar; T. Helder, P.
Borjeson, G. de Gier (van D.O.V.E.S.), Hei
loo; J. Spaans, H. Dissel (van D.A.S.KO.),
Warmenhuizen; A. Brouwer, O. v. d. Wal
(Voortwaarts), Stompetoren J. Stekelbos,
A. v. Ham (van Turnlust), Oterleek; G. v.
Weert (Turnlust), Alkmaar.
Wielrennen.
A. S. V. VICTRIX.
Deze vereeniging hield Zondag een
sprint over 1000 M. voor A, B en C-klasse.
De uitslag was als volgt:
A klasse:
1 P. Zand voort, 2 J. Zand voort, 3 W.
Harms, 4 P. Oudshoorn, 5 H. Oudshoorn.
B klasse:
1 Van Dijk, 2 de Zeeuw, 3 W. Ruiter,
Evers, 5 Küsch.
C klasse:
1 Ottenbros, 2 Nierop, 3 Hamstra, 4 Kla
ver, 5 Wester.
Zondag hebben de Victrix-leden H
Oudshoorn, de gebr. Zandvoort en Jb. KaJ
ger een prachtige prestatie volbracht op de
wielerbaan te Heemstede. Zij reden daar
ploeg-achtervolging tegen de ploegen Am
sterdam, Zaandam en Haarlem en zy ver
kregen de tweede plaats.
Door hun prachtig tactisch rijden kregen
zij het publiek op hun hand.
WIELERCLUB ALCMARIA.
Alcmaria heeft haar baanrenners drie
fraaie overwinningen uit Wieringen laten
weghalen.
In de koppelrace voor nieuwelingen wer
den Jan Pronk en aJn Derksen weer eerste
met een ronde voorsprong en de meeste
punten.
Jan Hollebeek en A. Bosma hebben ook
in dezen wedstrijd gereden; zij eindigden op
de vijfde plaats, wat heel mooi is, daar zij
nog nimmer aan een dergelijken wedstrijd
hadden meegedaan. Ook zij hadden slechts
één ronde achterstand.
Jan Derksen won verder nog de afval
race op fraaie wijze.
Het hoogtepunt was dezen dag was wel
de fraaie en verdiende overwinning van Jan
Groot en Henk Bol in den koppel wedstrijd
voor amateurs en onafhankelijken.
Zij behaalden 22 punten en het zeer sterke
koppel AdanKorridon eindigde op de 2e
plaats met 21 punten.
Het in Wieringen zoo populaire koppel
KuiperKlink moest nu genoegen nemen
met de vierde plaats en 10 punten.
Jan Groot en Henk Bol hebben gereden
voor wat ze waard waren en hun overwin
ning was welverdiend.
Op den weg is de vijfde etappe verreden
van de toer. De uitsalg was:
A- en B-klasse 83 K.M.: 1. G. Greuter, 2.
G. Oukes.
C-klasse 54 K.M.: 1. Jan Homan, 2. Hen
driks, 3. de Boer, 4. Jan Frijn.
VAARDIGHEIDSRIT O. G.
De ren- en tourvereeniging Onderling
Genoegen te Noordscharwoude had Zondag
een vaardigheidsrit uitgeschreven voor ren
ners en touristen.
Door de renners moest worden gereden
een traject van 75 K. M., dat binnen drie
uur moest worden gereden.
Ook de touristen mochten drie uur over
hun afstand doen, welke 45 K. M. was.
De deelname aan deze tocht was tenge
volge van het slechte weer niet groot.
Aan allen die den tocht binnen de vast
gestelde tijd hebben afgelegd, werd een
herinnering uitgereikt.
VAN VLIET TE KOPENHAGEN
GEKLOPT.
Te Kopenhagen heeft onze landgenoot
Van Vliet deelgenomen aan den wedstrijd
om den grooten sprintprijs van Kopenha
gen. Hij bereikte met den Franschman
Chaillot, den Duitscher Merkens en den
Deen Magnussen de finale, welke in vier
series werd verreden. Na de eerste drie
series stond van Vliet met Chaillot, die een
gelijk aantal punten hadden, nog steeds
aan het hoofd, zoodat de laatste serie de
beslissing moest brengen. Deze werd ge
makkelijk door Merkens gewonnen, die
dus hiermede op den prijs beslag legde,
met een totaal van zeven punten voor
Chaillot en Van Vliet, den winnaar van
het vorig jaar, beiden met 6 punten.
2 Our Dream (eig. K. Wijk, ber. B. Bol
wijn), Groningen.
3 Daria (eig. en ber. J. Mensinga), Gro
ningen.
4 Roze Morgan (eig. K. Wijk, ber. H.
Mensinga), Groningen.
KORTEBAANWEDSTRIJDEN TE
HEERHUGOWAARD.
Ingeschreven 17 paarden. Opgekomen 13
paarden.
De uitslag was:
1 Loblied (eig. en ber. T. Slikker), Den
Helder.
2 Gretchen H (eig. N. Silver, ber. A.
Nottelman), Oudesluis.
3 Trotteur (eig. gebr. Taams, ber. F.
Broers), Amsterdam.
4 Harvest Lee (ber. K. Bakker., eig. H.
Hofland), Beverwijk.
DRAVERIJEN OP WOEDESTEYN.
De resultaten van de Zondag op Woude-
seyn gehouden draverijen luidden:
Daliaprijs prijzendraverij eerse klasse,
afstand 2020 meter. 1. Clansiman van stal
Zeezicht W. H. Geersen (2040 meter). Tijd
2 min. 52.6 sec. Kilometertijd 1 min. 24.6 sec.
2. Princess stal R. van L. Ensing (2020
meter). Tijd 2 min. 52.6 sec. Kilometertijd
1 min. 25,4 sec.
Ella Rosseprys heatdraveril derde en
vierde klasse 1610 meter. Ie heat: 1. Voung
Henriot, J. de Vlieger (1630 meter). Tya
2 min. 24.2 sec.
Tweede haet: 1. Young Henriot, J. de
ger, tijd 2 min. 27.2 sec. Kilometertijd 1 min.
30,3 sec.
2. Xerxes van mevrouw van Wieringen m.
van Wieringen), tijd 27.6 sec.
Tweede Heerrijdersprijs eerste klasse han
dicap 2520 meter:
1. The Gleaner, P. van Wansum (M. Brunt),
2640 meter. Tyd 3 min. 48.8 sec. Kilometer
tijd 1 min. 26,6 sec.
2. Willy Belwin, E. G. in 't Veen (eigenaar),
2580 meter. Tijd 3 min. 50.2 sec. Kilometer
tijd 1 min. 29 sec.
Draverij A.
Beslissing: L. Welkom van L. Ensing.
meter, tijd 1 min. 0.6 sec.
2 X. Doorlooper, J. de Vlieger, 720 meter.
3l Xylandra G., stal Birkhoven, 750 meter.
Draverij B.
1. X. Doorlooper, J. de Vlieger, 720 meter,
1 min. 2.6 sec.
2. Arnim, K. C. G. Verkuyk, 750 meter.
3. Catabora, T. D. de Graaf, 730 meter
IIL
(Slot).
Volle kracht.
Hoe begrijpelijk is het mij, dat men nooit
den militair den oorlog hoort verheerlijken,
dat hij hem verafschuwt, maar ook dat hij
met diepen ernst zich voorbereidt, wijl hy,
en hij alleen, heeft leeren aanvoelen, wat
het beteekenen zou, indien hij zijn land
weerloos ten prooi liet aan een vijand, die
beschikt over het moderne oorlogstuig.
Tegen den middag zyn wij gereed voor
onzen eersten run op contractcapaciteit.
De autoriteiten hebben zich met stophor
loges op de brug opgesteld, de roerganger,
gecontroleerd door den loods, houdt stipt
zyn koers.
De 3 bakens aan het beginpunt der mijl
naderden elkaar snel., opgepast!... daar
zyn zij precies in elkaar.... stop!
Vijf waarnemers geven hun stoptijd op,
de waarden worden gemiddeld, men staat
weer klaar voor het tweede stel bakens aan
het einde van de mijl.
Nog eens: „Stop!" wat gescharrel in ta
bellen en ik verneem het resultaat van den
eersten run: 32.6 mijL
Mooi! maar op dezen run hadden wij den
wind mee en zoo'n briesje van windkracht
4 levert, als men het tegen heeft een weer
stand van 500 paardenkrachten op.
Dus vol verwachting loopen .wy den
tweeden run in omgekeerde richting. Geen
nood, ondanks den tegenwind blijven wij
ruim boven de 32 en de derde komt nog
fraaier uit, zoodat de heeren verkoopers
elkaar toeglunderen, als zij zich in afwach
ting van den volgenden run op volle ma
chinecapaciteit aan den middagdisch zetten
Tegen tweeën zyn wij zoover; tusschen
half drie en vier loopen wy de laatste runs
en bereiken, evenals bij de voorproeven,
dezelfde overschrijding van de gecontrac
teerde 32 myl, zonder dat iets is geforceerd.
Dan varen wij met 30 mijl terug naar
Greenock en verrichten de laatste, zeer in
grijpende krachtproef. De machines moeten
er namelijk tegen kunnen om, bij urgentie,
ineens van volle kracht vooruit op volle
kracht achteruit te draaien.
Stelt U zich voor, dat U Uw versnellings-
handel van Uw auto, als U 55 K M. rijdt, in
eens op achteruit zou zetten? U zoudt ons
de gevolgen niet kunnen navertellen en ik
kan het wel, want onze De Ruyter, met zyn
ruim 6500 ton waterverplaatsing en een
vaart van 30 myl, ging van de voorste ver
snelling op de achterste en boerde al ach
teruit, toen ik, die de manoeuvre in de
machinekamer bijwoonde, aan dek geijld
was om te zien of wij er nog waren.
Deze manoeuvre deifinieert volkomen, wat
een modern oorlogsschip moet kunnen
doorstaan. Geen commandant zal die ma
noeuvre uithalen voor sport; zy zal mis
schien één keer in het leven van den kruiser
voorkomen als daarvan zijn behoud af
hangt in groot gevaar. En daarom moet
hij vertoonen, dat hij het kan er het zoo-
Ver is.
In vorige artikelen zei ik reeds, dat de
ketels en turbo's van een modern oorlogs
schip den leek niet imponeeren, hoewel zy
den technicus bijzonder boeien.
Zelfs bij de groote vaart van 32 myl in
spireerden mijn bezoeken daar my niet om
ervan te vertellen op een wijze, die mijn
lezers vertrouwd kunnen maken met een
energie-ontwikkeling van om en by 70000
paarden. Zeker, onder alle keteis was een
gloeiende hel ontstoken, het lawaai was
oorverdoovend en alle wijzers der tallooze
meetinstrumenten waren aan den dans,
doch de compartimenten zagen er even op
geruimd en netjes uit, als tijdens een suk
kelgangetje van 12 myl en de officieren,
onderofficieren en bedieningsmanschappen
deden even kalm en zwijgzaam hun werk;
ja, als er verschil was, zou ik zeggen, dat
zy nog aan onbewegelijkheid gewonnen
hadden, vooral de hoogeren stonden als
standbeelden op hun post.
Slechts hun oogen en vingers leefden, zij
hadden voor deze gelegenheid een soort
doofstommentaal ingeschakeld en met „oog
jes geven" aan hun staf sloegen zy de liefste
„llapper
Omdat ik
Paarden.
KORTEBAANWEDSTRIJDEN TE
RUISCHERBRUG.
18 paarden, opgekomen
Ingeschreven
paarden.
Uitslag:
1 Vitesse S. W. (eig.
Leeuwen), Abbekerk.
14
W. Kool, ber. J. van
hier maar niet in de ware
stemming kon komen, besloot ik de groote
manoeuvre van volle kracht vooruit naar
volle kracht achteruit by te wonen en ik
heb er geen spijt van gehad.
Men wist dat ze komen zou; een eerste
maal moest men voorzichtig zijn met sur
prises. Van wat er gebeurd is, heb ik weinig
gesnapt, ik zal daarom volstaan met het
wergeven van mijn indrukken.
De chef van de wacht stond tusschen zyn
wijzerplaten, en stuk of... honderd; er
scheen veel contact noodig te zijn tusschen
de machinekamer en de ketelruimen, ik zag
hem althans vingers opsteken, ze toe
knijpen en afweerbewegingen maken en dan
greep de korporaal naar een der vele tele
fonen en vertelde, voor mij onhoorbaar,
wat men bij de ketels weten moest. Het
respect van den chef van de wacht voor den
chef der machinekamer scheen handge
baren niet te dulden, de baas werd inge
licht met alle teekenen, waartoe een leven
dig oog, een elastisch voorhoofd en wenk
brauwen in staat zyn en prompt kwam de
aanwijzing of het bevel met een knikje of
een vingerwijzing. Door dit intermediair
van gebaren en oogluiken scheen het mij
dat ook de wyzers der meetinstrumenten
werden geïnfluenceerd; in de moderne
techniek reageert alles zoo snel, dat het my
leek, of al die wyzers zelf ooren en oogen
hadden. Daar rinkelden de telegrafen!
Stop!... Achteruit... volle kracht!
Eén man schiet vooruit, hy draait het
groote handwiel van vooruit ijlings dicht en
vrywel tegelijk grijpt een maat het wiel
voor achteruit en opent den stoom den toe
gang tot de turbo's om dezen in hun snellen
gang te remmen en andersom te laten
draaien.
Aan hoeveel kranen en wielen verder ge
draaid is, ik weet het niet, maar de leiders
bleven standbeelden, al rolden hun oogen en
al dansten hun vingers een Indianendans.
Ik lette speciaal op de wyzers der slagen
tellers, die den ganschen dag „met zon" ge
draaid hadden en nu even weifelden en
toen dapper „tegen zon" gingen wentelen.
Op dat moment rende ik naar dek, naar
het achterschip. Daar striemden de schroe
ven de zee in omgekerde richting, het
groene met wit schuim bedekte zog werd nu
naar voren geworpen; het schip lag al stil
en voer spoedig achteruit.
De proef is schitterend geslaagd, maar als
U, zooals ik, gehoord had, welke ongeluk
ken mogelyk zijn, indien ook maar één,
oogenschijnlijk klein voorzorgje wordt na
gelaten, dan zou U met my Uw bewonde
ring geuit hebben voor die spirit van coö
peratie en dat mooie onderlinge vertrouwen
in eikaars kunnen, die de leiders en de hel
pers allen bezielden en den leek den indruk
geven alsof men de eenvoudigste zaak ter
wereld heeft gepresteerd. De mannen op
dit schip hebben den kruiser „in hun zak'
aan zulke kerels kan de Natie haar mil-
lioenen met een gerust hart toevertrouwen;
die standbeelden zullen, als het moet, niet
met hol gebral, maar met het dwingend
oog en hun doofstommentaal de artille
risten brengen op de plaats, waar deze Hol
lands stem moeten laten weerklinken.
Het behoeft wel geen betoog, dat de stem
ming aan den spontaan gearrangeerden
feestdisch een „gehobene" werd.
Ook de koks en de hofmeesters zyn on
misbare raderen in het drijfwerk van den
moderne kruiser, ook zy reageeren als de
wijzers der technische instrumenten.
Lieve Hollandsche huismoeders, doet het
hun maar eens na om met twee uren optie
een feestmaal van 50 gasten te arrangeeren
en dat klaar te stoomen in een kombuis, die
niet grooter is dan de keuken van een boven
huisje.
Er is aan tafel gesproken op de klassieke
Marinewijze, zonder hiep-hiep-hoera-geest-
drift, zonder pluimstrijkerij, zonder mutueele
adoratie. Ik hoorde slechts klanken, zoo uit
het hart wellend, van mutueele waardee
ring, van dank en van gelukwenschen en
bovenal van vreugde, dat Nederland iets
zeer belangrijks gewonnen had, een echt
Nederlandsch schip, waarop het dienen een
lust zal zijn.
Niet in een speech, maar by den avond
groet drukte de opperschipper jegens my
hetzelfde uit, op een wijze, die ieder marine
man uit het hart gegrepen is.
„Mijnheer" zéi hij, „het is toch fijn, dat
wy eiken meelegger achter ons gelaten
hebben, het is wel eens heel anders ge
weest".
Na den zeer vermoeiden Vrijdag is er niet
druk gepassagierd, maar des te langer nage
praat, of „nagebreeuwd", zooals het in de
Marine heet, over de mooie belevingen van
den dag.
Zaterdag den 30en Mei zijn wy, goed uit
gerust, ten 12 uur 's middags ankerop ge
gaan, door de Iersche Zee, via Landsend en
Wight naar huis toe. Op dien dag is de vaar-
Droef van 6 uur stoomen met 30 myl begrij
pelijkerwijs ook volkomen geslaagd en zeer
ot mijn personlyk genoegen en ten bate
er rust van het machinekamerpersoneel is
steld tÏ!h S TndS de vaart °P 15 nUÜ ge-
ik nn J u* l8atSte kr#chtProef kreeg
óorioLI gCn Cid tC Zien' hoe een modern
oorlogsschip verstoppertje met zijn tegen
aan pneuamtische verfspuiten doen denken
een zuur spul uitgedreven, dat in de lucht
verdampt tot zware nevelwolken. Het merk
waardige van dezen nevel is, dat hy voor de
vuurleiding van het eigen schip doorzichtig
is maar voor den vijand niet. De nevel is
ais 't ware het tulen gordijntje voor onze
ramen, dat ons niet hindert in het naar
buiten kijken, maar onbescheiden oogen van
de straat buitensluit.
Deze nevel hecht zich zoo stevig op het
zeeoppervlak, dat hij heel lang hangen
blijft, zoo lang, dat wij bijvoorbeeld na het
uitstooten van een wolk er ons achter ver
stoppen konden en in een mist raakten,
welke ons voor alle schepen in de buurt
onzichtbaar maakte.
De drukke Zaterdag spoedt ten einde.
Niets aan dek herinnert meer aan de emotie
volle jacht der vorige dagen; hier, op den
avond, heerscht de stilte van een normale
Eerste Wacht (8—12 uur 's avonds), op een
kruisreisje.
Het is een idylle met dit verrukkelijke
weer. Wij stoomen den wind dood, de vlag
hangt blak neer aan den vlaggestok. De of
ficier van de wacht kuiert zijn enkele stap
pen op en neer op de brug, een blik op de
kaart, op het kompas, een enkele peiling is
al wat er van hem wordt verlangd. Aan
dek zyn slechts de wachtslieden en enkele
burgers, die eindelijk verlost zijn van hun
werkzaamheden in de diepste holten van 1
schip en behoefte voelen aan frissche lucht.
De commandant herinnert zich warempel,
dat hy over een heerlijk verblijf beschikt en
nu eens tijd krijgt om er op zijn gemak ken
nis mee te maken; tot nu toe was hem dit
niet gegeven. In de longroom schuiven de
officieren, die niet te moe zijn en die niet
de hondenwacht en dagwacht hebben, ge
zellig aan, de radio speelt en het zou mij niet
verwonderen, dat er zoometeen een bridge
wordt voorgesteld. Ik mis, waar ik ook
speur, de specialisten; waarschijnlijk
schrijven zy hun rapporten in het net, of
tobben met differentiaal en integraal om
hun gegevens uit te werken, want zonder
hoogere miskunde schijnt een schip geen
32 mijl te kunnen loopen.
My trekt myn stil plekje op de aard
appelzakken, want men krijgt er uit een of
ander rooster een heerlijk warm briesje in
den hek, maar het is zoo windstil, dat mij
zoo nu en dan wat neergeslagen walm uit
den schoorsteen in de neus komt en ik ver
huis daarom naar het halfdek, het heilig
dom van den „ouwe", die echter op zyn
schip in aanbouw niet zoo nauw ziet en mij
wel niet zal laten wegjagen.
Ik tref het op mijn nieuw plekje. Dwars-
uit aan stuurboord staat de hemel, onder
een wolkenbank, die de dalende zon bedekt
in vuur en vlam, de roode gloed verheldert
een bergrug van het verre Ierland; recht
vooruit schijnt de halve maan, nog bleekjes,
maar al winnend in zilverglans. Geheel
achteruit staat de matroos van het achter
dek, eenzaam en alleen bij den vlaggestok.
Op dit schip, dat nog geen oorlopachip
is, wordt natuurlijk geen vlaggeparade ge
houden bij zonsondergang, maar wordt de
vlag, als op elk schip, gestreken zoodra de
zon onder de kim verdwijnt.
Het is zoover; de vurige ellips verdwynt.
de vlag zakt en ik, die misschien nooit meer
de gelegenheid zal krijgen de schoone
plechtigheid van een avondvlaggeparade by
te wonen, kan niet nalaten de militaire
houding aan te nemen en eerbiedig mijn
deukhoedje te lichten voor mijn dierbaar
rood-wit-blauw.
Geen mensch ziet immers, dat ik op myn
eentje vlaggeparade houd.
Ik heb nog een uurtje halfsdekjes ge
slagen en ben naar kooi gegaan, gerust en
voldaan en heb geslapen als een jonge adel
borst tot half zes, toen de commandant mij
„porren" liet om den merkwaardigen gra
nieten vuurtoren op Wolfrock, die stijl op
rijst uit zee, te komen bewonderen.
De toren ligt tusschen de Scilly-eilanden
cn Landsend en wat de zeelui nu eens lek
ker niet wisten is, dat waar zij nu voeren,
in zeer ouden, maar toen toch historischen
tyd de Scilly's vastzaten aan Engeland.
Het was nu eerste Pinksterdag gewor
den; men merkt er weinig anders van, dan
dat het rustdag is onder stoom. Een enkele
proef moest zelfs nog genomen worden,
maar ik zal U daarvan niets opsommen, de
chef van de machinekamer zei ervan: „Och,
die proefjese noemen wy het klein-ambte-
naarsexamen, daar draaien wij geen hand
meer voor om".
En daarom heb ik na de rijsttafel, de
copieuse Zondagstractatie, aan boord een
fijnen piepslag (dutje) gemaakt of, zooals
het in de Marine heet, ik ben naar het lek
gaan luisteren.
Weet U, hoe men aan die uitdrukking
komt? U weet het niet en de moderne zee
lieden weten het evenmin; slechts zij, die
zich met de zeehistorie afgeven, kunnen U
inlichten.
Wanneer in den ouden tijd een schip in
het gevecht ging, zond de schipper de
scheepsjongens, knaapjes van 9, 10 jaar dik
wijls onder in het schip, omdat zij aan het
geschut en met kortjan toch geen dienst
konden doen. Maar zy kregen een taak, zy
moesten plat op dek liggend, scherp luiste
ren naar lekken, opdat de plaats, waar een
kogel onder de waterlijn binnendrong, zoo
spoedig mogelyk kon worden vastgesteld.
Maar bij dit baantje dutten de knapen wel
eens in, zoodat men nu zegt, dat men naar
het lek gaat luisteren, als men een uiltje
wenscht te knappen.
vaderlanders het hijschen van vla~~
logswimpel zullen zien van rnll**'
minuut de inwyding kunnen volgen
Als ik wat te zeggen had, zou ik v,
ooggetuige-verslaggever opschommel* ten
ook de luisteraars aan de radio te 1 001
bereiken. kuruien
g MOLlfv^
VARIA UIT DE VOGELWERELrT
Wit-geboren jon
den zwaan,
zomer van 1935
gen
v»n
In den zomer van ïaao werden
schillende plaatsen in ZwitserlandP
zwanen met wit in plaats van grayw h°öh
kleed gezien; begin September droec*„ j
jongen het effen witte vederkleed
ouden. Witte jonge zwanen zyn Vr
reeds meermalen in verschillend# wP1
(ook in Nederland, v. P. L.) w
Meermalen komen in een
broedsel zoowel witte als
voor. J0IHn
De ooievaars-sta
Z'wit seriand.
Het zeer geringe aantal ooievaars in Z*u
seriand in 1934 slechts 10 bezette ---
onderging in 1935 opnieuw een v«m?
waren toen
broedsel opl^
en hetzelfd,
grauwe jon.
ind
nesten
3 geen
leezen-pn
496 miles
stander kan spelen.
Wy hebben namelijk een neveloefening
gehouden. Uit een batterij achter op het
schip werd uit vier straalpypjes, die sterk
Ik ben aan het einde van myn verslag der
proeftochten van de De Ruyter gekomen,
mijn landgenooten, mede-eigenaars van het
schip, weten nu dat hun belastingpenningen
goed zijn besteed en goed beheerd zullen
worden.
Zy zullen nu vier maanden lang weinig of
niets van den kruiser hooren, want nu wordt
hij afgetimmerd, dat is geheel gereed ge
maakt voor de bewoning van zyn 450 kop
pen tellende bemanning.
En dan zal het schip officieel worden
overgenomen en als Harer Majesteit „De
Ruyter" in dienst gesteld worden. Van
harte hoop ik, dat de ontroerende plechtig
heid van de indienststelling zoo georgani
seerd kan werden, dat zooveel mogelyk
dering: slechts 7
woond, waarvan
den.
Een aardige waarnemiBl
(in België) by een DiltJ
vinkpaartje.
Het wijfje van een Distelvink-paartje be.
gon aan den bouw van het tweede nat
toen de jongen van het eerste broedsel tofe
uitgevlogen, doch nog niet zelfstandig 3
ren Telkens nu als het wijfje nestmaterisi]
ging halen, vlogen het mannetje en de jon.
gen met haar mede.
dering door koolmeezea,
ouders.
Aquila" (Hongaarsch Ornithologisch T5jA
schrift) vermeldt dat een koolim
gedurende 16 uren
voedsel bracht.
In het „Journal für Ornithologie" deelde
L. Schuster indertijd mede, dat hij fa (fe,
loop van een dag. op 15 uren gerekend, een
koolmeezen-paar ongeveer 900 keeren voed.
1 zag brengen.
Een sprekend geval,wu>
uit weer eens het nat via
den koekoek blijkt
In Mei 1932 hadden de kru;sbeOtndkm
in een tuin te Newburn-on-Tyne (Nortbua.
berland) veel te lijden van rupsen vinden
Bonte Bessenvlinder, ook wel Hariekija ge
naamd. 10 Mei kwamen opeens 6 Koekoeken
zich aan die vaak schadelijke, ook hier te
lande algemeen voorkomende rupaen te
goed doen en bleven dit doen, totdat alle
rupsen en poppen de rupsen verpoppen
zich in een los, aan een blad of tak vastge
hecht spinsel verdwenen waren. Andere,
naburige tuinen, waarin geen kruisbes-strui
ken stonden, werden niet door koekoeken
bezocht, en geen enkele der andere vogel*
die zich in de tuinen ophielden, viel dl
Harlekijn-rupsen aan. Uit dit laatste bleek
opnieuw de voorkeur van den koekoek voor
voedsel, dat door de meeste andere vogels
vermeden wordt
A. A. VAN PELT LECHNER,
Arnhem, Juni 1936.
DISTR1CTS-ARBEIDSBEURS.
Doelenstraat 30, telef. 4395.
Groep Bouwvakken: 1 bouwkundige, 2
opz. teekenaars, 2 bouwk. opzichters, 1 wa
terbouwkundige 3 glas in loodzetters, I
glazenwasscher, 1 steenbikker, 2 straten
makers, 2 stratenm. opperlieden, 1 stuc
opperman, 8 betonwerkers, 36 opperlieden,
18 stucadoors, 47 metselaars, 15 voeger*
14 schilders, 111 grondwerkers, 88 tim
merlieden.
Groep Metaalindustrie: 2 autog.
schers, 13 bankwerkers, 2 blikslagers, 1
carrosseriebouwer, 1 constructiewerker,
12 electriciens, 2 fitters, 1 fraiser, 2 instru
mentmakers, 2 kernmakers, 2 ketelma
kers, 7 klinkers, 13 loodgieters, 2 lijnwer*
kers, 8 machinisten, 2 mach. teekenaar*
8 metaaldraaiers, 1 metaalvyler, 2 metaal
slijpers, 15 monteurs, 3 orgelmakers,
plaatwerkers, 4 rijwielherstellers, 1 W"
wiellakker, 5 scheepsbouwers, 1 scheepjj
timmerman, 1 scheepswerktuigkundige,
smeden, 12 stokers, 2 tandtechnikers,
voorslaander, 2 vuurwerkers, 2 wagenma
kers, 1 werktuigbouwkundige, 13 1)**"
werkers, 1 zandbereider.
Groep Voedings- en Genotmiddelen: 9»
sigarenmakers, 3 sorteerders, 1 kisten
p'akker, 1 stripper, 4 tabskebewerkers,
slagers, 6 chocoladebewerkers. 1 suike -
bakker, 1 off. choc. dragist, 24 bakkers,
bierbottelaars, 2 zuivelbereiders.
Groep Verkeerswezen: 59 chauffeurs,
koetsiers, 5 motorschippers, 22 pakhui»
knechts, 22 magazijnbedienden, 7 kelln**
1 loopknecht.
Groep Houtbewerking: 22 meubel®",
makers, 2 borstelmakers, 6 stoffeerders,
beitser, 8 mach. houtbewerkers, 2 kiste»
makers, 1 beeldhouwer, 1 kuiper.
Groep Boek- en Steendrukkerijen:
terzetters, 2 drukkers. rs
Groep Handel: 21 vertegenwoordig»"»
2 winkelbedienden, 1 colporteur.
Groep Land- en Tuinbouwbedrijven-
tuinlieden, 22 boerenarbeiders, 3 bloem"
Overige beroepen: 9 boekbinders, 4 j
schers, 8 schoenmakers, 1 port. huislc
verfbereider, 2 kalkbranders, 2 hui
zouters, 5 incasseerders, 6 zakkenstopP°|^
1 secretarie-ambtenaar, 1 kl°mPeh® er.,
1 cartonnagebewerker, 1 PaPie,r^fciei
24 kantoorbedienden. l b€ ,p,,rs
5 let-
der,
ker,
I, x - „j.
der, 1 administrateur, 2 administrateu
39 transport- en 253 los-arbeiders. trjt
Gedeeltelijk werkloos: Tabaksin
1, metaalindustrie 13, overige ber°?p" 18
Jeugdige werkzoekenden beneden
jaar in diverse beroepen: 27.
Vrouwelijk personeel: 1 steno-t. p
3 kantoorbedienden, 2 dagmeisjes,
meisje, 2 dienstboden, 2 erkooRt^f
3 werksters.
Alkmaar, 13 Juni 1936.
De Directeur v.a^
U&HSt