Stad w Omquomq De proeftochten van de „De Ruyter Menigvuldigheid der voa het Turnkringbestuur en de kleinen met voldoening op terug kunnen zien. De prijzen werden behaald door de navol gende kinderen: Meisjes beneden 9 jaar: N. Muntjewerf (Turnlust), Alkmaar; E. Kroon (D.A.S.K.O.), Warmenhuizen; A. Nij (Turnlust), Oter- leek; D. Jansen, T. Huter, M. Smit, A. Mul der, A. Stoop (allen de Halter), Alkmaar; A. M Kamp, J. Deen, Harreveld (allen van (D.O.V.E.S.), Heiloo; G. Schuuring (Voor waarts), Stompetoren. Meisjes van 9, 10 en 11 jaar: M. Winkel, C. Hemels, A. Narold (Turnlust), Alkmaar; M. Igesz, J. v. d. Struis, N. Greeuw, C. Geertsema, A. Huisman (allen van D.O. V.E.S.), Heiloo; I. Menschoty G. Scholte, J. v. Leeuwen (van D.O.S.), Castricum; T. Mink, B. Vlam (van D.A.S.K.O.), Warmen huizen; G. Woerdeman, A. Leegwater, S. Wolhuizen (van Voorwaarts), Stompetoren; T. Kramen (K. en V.), Alkmaar; C. v. d. Meer (Turnlust), Oterleek; T. Constant, S. Vlaming, B. Hiehle, M. Bijl (allen van de Halter), Alkmaar. Jongens onder 9 jaar: C. Modder, T. Geertsema, J. Blees, J. Muijs, Ik Dekker (allen van D.O.V.E.S.), Heiloo; J. Miedema (D.O.S.), Castricum; J. v. d. Gracht, C. Swart, J. Spaans, C. Hoogland (allen van de Halter), Alkmaar; M. Speur (Voor waarts), Stompetoren; P. Pie (D.A.S.K.O.), Warmenhuizen. Jongens van 9, 10 en 11 jaar: A. Jansen, C. Renses, J. Godijn, J. Engelvaart (allen van de Halter), Alkmaar; T. Helder, P. Borjeson, G. de Gier (van D.O.V.E.S.), Hei loo; J. Spaans, H. Dissel (van D.A.S.KO.), Warmenhuizen; A. Brouwer, O. v. d. Wal (Voortwaarts), Stompetoren J. Stekelbos, A. v. Ham (van Turnlust), Oterleek; G. v. Weert (Turnlust), Alkmaar. Wielrennen. A. S. V. VICTRIX. Deze vereeniging hield Zondag een sprint over 1000 M. voor A, B en C-klasse. De uitslag was als volgt: A klasse: 1 P. Zand voort, 2 J. Zand voort, 3 W. Harms, 4 P. Oudshoorn, 5 H. Oudshoorn. B klasse: 1 Van Dijk, 2 de Zeeuw, 3 W. Ruiter, Evers, 5 Küsch. C klasse: 1 Ottenbros, 2 Nierop, 3 Hamstra, 4 Kla ver, 5 Wester. Zondag hebben de Victrix-leden H Oudshoorn, de gebr. Zandvoort en Jb. KaJ ger een prachtige prestatie volbracht op de wielerbaan te Heemstede. Zij reden daar ploeg-achtervolging tegen de ploegen Am sterdam, Zaandam en Haarlem en zy ver kregen de tweede plaats. Door hun prachtig tactisch rijden kregen zij het publiek op hun hand. WIELERCLUB ALCMARIA. Alcmaria heeft haar baanrenners drie fraaie overwinningen uit Wieringen laten weghalen. In de koppelrace voor nieuwelingen wer den Jan Pronk en aJn Derksen weer eerste met een ronde voorsprong en de meeste punten. Jan Hollebeek en A. Bosma hebben ook in dezen wedstrijd gereden; zij eindigden op de vijfde plaats, wat heel mooi is, daar zij nog nimmer aan een dergelijken wedstrijd hadden meegedaan. Ook zij hadden slechts één ronde achterstand. Jan Derksen won verder nog de afval race op fraaie wijze. Het hoogtepunt was dezen dag was wel de fraaie en verdiende overwinning van Jan Groot en Henk Bol in den koppel wedstrijd voor amateurs en onafhankelijken. Zij behaalden 22 punten en het zeer sterke koppel AdanKorridon eindigde op de 2e plaats met 21 punten. Het in Wieringen zoo populaire koppel KuiperKlink moest nu genoegen nemen met de vierde plaats en 10 punten. Jan Groot en Henk Bol hebben gereden voor wat ze waard waren en hun overwin ning was welverdiend. Op den weg is de vijfde etappe verreden van de toer. De uitsalg was: A- en B-klasse 83 K.M.: 1. G. Greuter, 2. G. Oukes. C-klasse 54 K.M.: 1. Jan Homan, 2. Hen driks, 3. de Boer, 4. Jan Frijn. VAARDIGHEIDSRIT O. G. De ren- en tourvereeniging Onderling Genoegen te Noordscharwoude had Zondag een vaardigheidsrit uitgeschreven voor ren ners en touristen. Door de renners moest worden gereden een traject van 75 K. M., dat binnen drie uur moest worden gereden. Ook de touristen mochten drie uur over hun afstand doen, welke 45 K. M. was. De deelname aan deze tocht was tenge volge van het slechte weer niet groot. Aan allen die den tocht binnen de vast gestelde tijd hebben afgelegd, werd een herinnering uitgereikt. VAN VLIET TE KOPENHAGEN GEKLOPT. Te Kopenhagen heeft onze landgenoot Van Vliet deelgenomen aan den wedstrijd om den grooten sprintprijs van Kopenha gen. Hij bereikte met den Franschman Chaillot, den Duitscher Merkens en den Deen Magnussen de finale, welke in vier series werd verreden. Na de eerste drie series stond van Vliet met Chaillot, die een gelijk aantal punten hadden, nog steeds aan het hoofd, zoodat de laatste serie de beslissing moest brengen. Deze werd ge makkelijk door Merkens gewonnen, die dus hiermede op den prijs beslag legde, met een totaal van zeven punten voor Chaillot en Van Vliet, den winnaar van het vorig jaar, beiden met 6 punten. 2 Our Dream (eig. K. Wijk, ber. B. Bol wijn), Groningen. 3 Daria (eig. en ber. J. Mensinga), Gro ningen. 4 Roze Morgan (eig. K. Wijk, ber. H. Mensinga), Groningen. KORTEBAANWEDSTRIJDEN TE HEERHUGOWAARD. Ingeschreven 17 paarden. Opgekomen 13 paarden. De uitslag was: 1 Loblied (eig. en ber. T. Slikker), Den Helder. 2 Gretchen H (eig. N. Silver, ber. A. Nottelman), Oudesluis. 3 Trotteur (eig. gebr. Taams, ber. F. Broers), Amsterdam. 4 Harvest Lee (ber. K. Bakker., eig. H. Hofland), Beverwijk. DRAVERIJEN OP WOEDESTEYN. De resultaten van de Zondag op Woude- seyn gehouden draverijen luidden: Daliaprijs prijzendraverij eerse klasse, afstand 2020 meter. 1. Clansiman van stal Zeezicht W. H. Geersen (2040 meter). Tijd 2 min. 52.6 sec. Kilometertijd 1 min. 24.6 sec. 2. Princess stal R. van L. Ensing (2020 meter). Tijd 2 min. 52.6 sec. Kilometertijd 1 min. 25,4 sec. Ella Rosseprys heatdraveril derde en vierde klasse 1610 meter. Ie heat: 1. Voung Henriot, J. de Vlieger (1630 meter). Tya 2 min. 24.2 sec. Tweede haet: 1. Young Henriot, J. de ger, tijd 2 min. 27.2 sec. Kilometertijd 1 min. 30,3 sec. 2. Xerxes van mevrouw van Wieringen m. van Wieringen), tijd 27.6 sec. Tweede Heerrijdersprijs eerste klasse han dicap 2520 meter: 1. The Gleaner, P. van Wansum (M. Brunt), 2640 meter. Tyd 3 min. 48.8 sec. Kilometer tijd 1 min. 26,6 sec. 2. Willy Belwin, E. G. in 't Veen (eigenaar), 2580 meter. Tijd 3 min. 50.2 sec. Kilometer tijd 1 min. 29 sec. Draverij A. Beslissing: L. Welkom van L. Ensing. meter, tijd 1 min. 0.6 sec. 2 X. Doorlooper, J. de Vlieger, 720 meter. 3l Xylandra G., stal Birkhoven, 750 meter. Draverij B. 1. X. Doorlooper, J. de Vlieger, 720 meter, 1 min. 2.6 sec. 2. Arnim, K. C. G. Verkuyk, 750 meter. 3. Catabora, T. D. de Graaf, 730 meter IIL (Slot). Volle kracht. Hoe begrijpelijk is het mij, dat men nooit den militair den oorlog hoort verheerlijken, dat hij hem verafschuwt, maar ook dat hij met diepen ernst zich voorbereidt, wijl hy, en hij alleen, heeft leeren aanvoelen, wat het beteekenen zou, indien hij zijn land weerloos ten prooi liet aan een vijand, die beschikt over het moderne oorlogstuig. Tegen den middag zyn wij gereed voor onzen eersten run op contractcapaciteit. De autoriteiten hebben zich met stophor loges op de brug opgesteld, de roerganger, gecontroleerd door den loods, houdt stipt zyn koers. De 3 bakens aan het beginpunt der mijl naderden elkaar snel., opgepast!... daar zyn zij precies in elkaar.... stop! Vijf waarnemers geven hun stoptijd op, de waarden worden gemiddeld, men staat weer klaar voor het tweede stel bakens aan het einde van de mijl. Nog eens: „Stop!" wat gescharrel in ta bellen en ik verneem het resultaat van den eersten run: 32.6 mijL Mooi! maar op dezen run hadden wij den wind mee en zoo'n briesje van windkracht 4 levert, als men het tegen heeft een weer stand van 500 paardenkrachten op. Dus vol verwachting loopen .wy den tweeden run in omgekeerde richting. Geen nood, ondanks den tegenwind blijven wij ruim boven de 32 en de derde komt nog fraaier uit, zoodat de heeren verkoopers elkaar toeglunderen, als zij zich in afwach ting van den volgenden run op volle ma chinecapaciteit aan den middagdisch zetten Tegen tweeën zyn wij zoover; tusschen half drie en vier loopen wy de laatste runs en bereiken, evenals bij de voorproeven, dezelfde overschrijding van de gecontrac teerde 32 myl, zonder dat iets is geforceerd. Dan varen wij met 30 mijl terug naar Greenock en verrichten de laatste, zeer in grijpende krachtproef. De machines moeten er namelijk tegen kunnen om, bij urgentie, ineens van volle kracht vooruit op volle kracht achteruit te draaien. Stelt U zich voor, dat U Uw versnellings- handel van Uw auto, als U 55 K M. rijdt, in eens op achteruit zou zetten? U zoudt ons de gevolgen niet kunnen navertellen en ik kan het wel, want onze De Ruyter, met zyn ruim 6500 ton waterverplaatsing en een vaart van 30 myl, ging van de voorste ver snelling op de achterste en boerde al ach teruit, toen ik, die de manoeuvre in de machinekamer bijwoonde, aan dek geijld was om te zien of wij er nog waren. Deze manoeuvre deifinieert volkomen, wat een modern oorlogsschip moet kunnen doorstaan. Geen commandant zal die ma noeuvre uithalen voor sport; zy zal mis schien één keer in het leven van den kruiser voorkomen als daarvan zijn behoud af hangt in groot gevaar. En daarom moet hij vertoonen, dat hij het kan er het zoo- Ver is. In vorige artikelen zei ik reeds, dat de ketels en turbo's van een modern oorlogs schip den leek niet imponeeren, hoewel zy den technicus bijzonder boeien. Zelfs bij de groote vaart van 32 myl in spireerden mijn bezoeken daar my niet om ervan te vertellen op een wijze, die mijn lezers vertrouwd kunnen maken met een energie-ontwikkeling van om en by 70000 paarden. Zeker, onder alle keteis was een gloeiende hel ontstoken, het lawaai was oorverdoovend en alle wijzers der tallooze meetinstrumenten waren aan den dans, doch de compartimenten zagen er even op geruimd en netjes uit, als tijdens een suk kelgangetje van 12 myl en de officieren, onderofficieren en bedieningsmanschappen deden even kalm en zwijgzaam hun werk; ja, als er verschil was, zou ik zeggen, dat zy nog aan onbewegelijkheid gewonnen hadden, vooral de hoogeren stonden als standbeelden op hun post. Slechts hun oogen en vingers leefden, zij hadden voor deze gelegenheid een soort doofstommentaal ingeschakeld en met „oog jes geven" aan hun staf sloegen zy de liefste „llapper Omdat ik Paarden. KORTEBAANWEDSTRIJDEN TE RUISCHERBRUG. 18 paarden, opgekomen Ingeschreven paarden. Uitslag: 1 Vitesse S. W. (eig. Leeuwen), Abbekerk. 14 W. Kool, ber. J. van hier maar niet in de ware stemming kon komen, besloot ik de groote manoeuvre van volle kracht vooruit naar volle kracht achteruit by te wonen en ik heb er geen spijt van gehad. Men wist dat ze komen zou; een eerste maal moest men voorzichtig zijn met sur prises. Van wat er gebeurd is, heb ik weinig gesnapt, ik zal daarom volstaan met het wergeven van mijn indrukken. De chef van de wacht stond tusschen zyn wijzerplaten, en stuk of... honderd; er scheen veel contact noodig te zijn tusschen de machinekamer en de ketelruimen, ik zag hem althans vingers opsteken, ze toe knijpen en afweerbewegingen maken en dan greep de korporaal naar een der vele tele fonen en vertelde, voor mij onhoorbaar, wat men bij de ketels weten moest. Het respect van den chef van de wacht voor den chef der machinekamer scheen handge baren niet te dulden, de baas werd inge licht met alle teekenen, waartoe een leven dig oog, een elastisch voorhoofd en wenk brauwen in staat zyn en prompt kwam de aanwijzing of het bevel met een knikje of een vingerwijzing. Door dit intermediair van gebaren en oogluiken scheen het mij dat ook de wyzers der meetinstrumenten werden geïnfluenceerd; in de moderne techniek reageert alles zoo snel, dat het my leek, of al die wyzers zelf ooren en oogen hadden. Daar rinkelden de telegrafen! Stop!... Achteruit... volle kracht! Eén man schiet vooruit, hy draait het groote handwiel van vooruit ijlings dicht en vrywel tegelijk grijpt een maat het wiel voor achteruit en opent den stoom den toe gang tot de turbo's om dezen in hun snellen gang te remmen en andersom te laten draaien. Aan hoeveel kranen en wielen verder ge draaid is, ik weet het niet, maar de leiders bleven standbeelden, al rolden hun oogen en al dansten hun vingers een Indianendans. Ik lette speciaal op de wyzers der slagen tellers, die den ganschen dag „met zon" ge draaid hadden en nu even weifelden en toen dapper „tegen zon" gingen wentelen. Op dat moment rende ik naar dek, naar het achterschip. Daar striemden de schroe ven de zee in omgekerde richting, het groene met wit schuim bedekte zog werd nu naar voren geworpen; het schip lag al stil en voer spoedig achteruit. De proef is schitterend geslaagd, maar als U, zooals ik, gehoord had, welke ongeluk ken mogelyk zijn, indien ook maar één, oogenschijnlijk klein voorzorgje wordt na gelaten, dan zou U met my Uw bewonde ring geuit hebben voor die spirit van coö peratie en dat mooie onderlinge vertrouwen in eikaars kunnen, die de leiders en de hel pers allen bezielden en den leek den indruk geven alsof men de eenvoudigste zaak ter wereld heeft gepresteerd. De mannen op dit schip hebben den kruiser „in hun zak' aan zulke kerels kan de Natie haar mil- lioenen met een gerust hart toevertrouwen; die standbeelden zullen, als het moet, niet met hol gebral, maar met het dwingend oog en hun doofstommentaal de artille risten brengen op de plaats, waar deze Hol lands stem moeten laten weerklinken. Het behoeft wel geen betoog, dat de stem ming aan den spontaan gearrangeerden feestdisch een „gehobene" werd. Ook de koks en de hofmeesters zyn on misbare raderen in het drijfwerk van den moderne kruiser, ook zy reageeren als de wijzers der technische instrumenten. Lieve Hollandsche huismoeders, doet het hun maar eens na om met twee uren optie een feestmaal van 50 gasten te arrangeeren en dat klaar te stoomen in een kombuis, die niet grooter is dan de keuken van een boven huisje. Er is aan tafel gesproken op de klassieke Marinewijze, zonder hiep-hiep-hoera-geest- drift, zonder pluimstrijkerij, zonder mutueele adoratie. Ik hoorde slechts klanken, zoo uit het hart wellend, van mutueele waardee ring, van dank en van gelukwenschen en bovenal van vreugde, dat Nederland iets zeer belangrijks gewonnen had, een echt Nederlandsch schip, waarop het dienen een lust zal zijn. Niet in een speech, maar by den avond groet drukte de opperschipper jegens my hetzelfde uit, op een wijze, die ieder marine man uit het hart gegrepen is. „Mijnheer" zéi hij, „het is toch fijn, dat wy eiken meelegger achter ons gelaten hebben, het is wel eens heel anders ge weest". Na den zeer vermoeiden Vrijdag is er niet druk gepassagierd, maar des te langer nage praat, of „nagebreeuwd", zooals het in de Marine heet, over de mooie belevingen van den dag. Zaterdag den 30en Mei zijn wy, goed uit gerust, ten 12 uur 's middags ankerop ge gaan, door de Iersche Zee, via Landsend en Wight naar huis toe. Op dien dag is de vaar- Droef van 6 uur stoomen met 30 myl begrij pelijkerwijs ook volkomen geslaagd en zeer ot mijn personlyk genoegen en ten bate er rust van het machinekamerpersoneel is steld tÏ!h S TndS de vaart °P 15 nUÜ ge- ik nn J u* l8atSte kr#chtProef kreeg óorioLI gCn Cid tC Zien' hoe een modern oorlogsschip verstoppertje met zijn tegen aan pneuamtische verfspuiten doen denken een zuur spul uitgedreven, dat in de lucht verdampt tot zware nevelwolken. Het merk waardige van dezen nevel is, dat hy voor de vuurleiding van het eigen schip doorzichtig is maar voor den vijand niet. De nevel is ais 't ware het tulen gordijntje voor onze ramen, dat ons niet hindert in het naar buiten kijken, maar onbescheiden oogen van de straat buitensluit. Deze nevel hecht zich zoo stevig op het zeeoppervlak, dat hij heel lang hangen blijft, zoo lang, dat wij bijvoorbeeld na het uitstooten van een wolk er ons achter ver stoppen konden en in een mist raakten, welke ons voor alle schepen in de buurt onzichtbaar maakte. De drukke Zaterdag spoedt ten einde. Niets aan dek herinnert meer aan de emotie volle jacht der vorige dagen; hier, op den avond, heerscht de stilte van een normale Eerste Wacht (8—12 uur 's avonds), op een kruisreisje. Het is een idylle met dit verrukkelijke weer. Wij stoomen den wind dood, de vlag hangt blak neer aan den vlaggestok. De of ficier van de wacht kuiert zijn enkele stap pen op en neer op de brug, een blik op de kaart, op het kompas, een enkele peiling is al wat er van hem wordt verlangd. Aan dek zyn slechts de wachtslieden en enkele burgers, die eindelijk verlost zijn van hun werkzaamheden in de diepste holten van 1 schip en behoefte voelen aan frissche lucht. De commandant herinnert zich warempel, dat hy over een heerlijk verblijf beschikt en nu eens tijd krijgt om er op zijn gemak ken nis mee te maken; tot nu toe was hem dit niet gegeven. In de longroom schuiven de officieren, die niet te moe zijn en die niet de hondenwacht en dagwacht hebben, ge zellig aan, de radio speelt en het zou mij niet verwonderen, dat er zoometeen een bridge wordt voorgesteld. Ik mis, waar ik ook speur, de specialisten; waarschijnlijk schrijven zy hun rapporten in het net, of tobben met differentiaal en integraal om hun gegevens uit te werken, want zonder hoogere miskunde schijnt een schip geen 32 mijl te kunnen loopen. My trekt myn stil plekje op de aard appelzakken, want men krijgt er uit een of ander rooster een heerlijk warm briesje in den hek, maar het is zoo windstil, dat mij zoo nu en dan wat neergeslagen walm uit den schoorsteen in de neus komt en ik ver huis daarom naar het halfdek, het heilig dom van den „ouwe", die echter op zyn schip in aanbouw niet zoo nauw ziet en mij wel niet zal laten wegjagen. Ik tref het op mijn nieuw plekje. Dwars- uit aan stuurboord staat de hemel, onder een wolkenbank, die de dalende zon bedekt in vuur en vlam, de roode gloed verheldert een bergrug van het verre Ierland; recht vooruit schijnt de halve maan, nog bleekjes, maar al winnend in zilverglans. Geheel achteruit staat de matroos van het achter dek, eenzaam en alleen bij den vlaggestok. Op dit schip, dat nog geen oorlopachip is, wordt natuurlijk geen vlaggeparade ge houden bij zonsondergang, maar wordt de vlag, als op elk schip, gestreken zoodra de zon onder de kim verdwijnt. Het is zoover; de vurige ellips verdwynt. de vlag zakt en ik, die misschien nooit meer de gelegenheid zal krijgen de schoone plechtigheid van een avondvlaggeparade by te wonen, kan niet nalaten de militaire houding aan te nemen en eerbiedig mijn deukhoedje te lichten voor mijn dierbaar rood-wit-blauw. Geen mensch ziet immers, dat ik op myn eentje vlaggeparade houd. Ik heb nog een uurtje halfsdekjes ge slagen en ben naar kooi gegaan, gerust en voldaan en heb geslapen als een jonge adel borst tot half zes, toen de commandant mij „porren" liet om den merkwaardigen gra nieten vuurtoren op Wolfrock, die stijl op rijst uit zee, te komen bewonderen. De toren ligt tusschen de Scilly-eilanden cn Landsend en wat de zeelui nu eens lek ker niet wisten is, dat waar zij nu voeren, in zeer ouden, maar toen toch historischen tyd de Scilly's vastzaten aan Engeland. Het was nu eerste Pinksterdag gewor den; men merkt er weinig anders van, dan dat het rustdag is onder stoom. Een enkele proef moest zelfs nog genomen worden, maar ik zal U daarvan niets opsommen, de chef van de machinekamer zei ervan: „Och, die proefjese noemen wy het klein-ambte- naarsexamen, daar draaien wij geen hand meer voor om". En daarom heb ik na de rijsttafel, de copieuse Zondagstractatie, aan boord een fijnen piepslag (dutje) gemaakt of, zooals het in de Marine heet, ik ben naar het lek gaan luisteren. Weet U, hoe men aan die uitdrukking komt? U weet het niet en de moderne zee lieden weten het evenmin; slechts zij, die zich met de zeehistorie afgeven, kunnen U inlichten. Wanneer in den ouden tijd een schip in het gevecht ging, zond de schipper de scheepsjongens, knaapjes van 9, 10 jaar dik wijls onder in het schip, omdat zij aan het geschut en met kortjan toch geen dienst konden doen. Maar zy kregen een taak, zy moesten plat op dek liggend, scherp luiste ren naar lekken, opdat de plaats, waar een kogel onder de waterlijn binnendrong, zoo spoedig mogelyk kon worden vastgesteld. Maar bij dit baantje dutten de knapen wel eens in, zoodat men nu zegt, dat men naar het lek gaat luisteren, als men een uiltje wenscht te knappen. vaderlanders het hijschen van vla~~ logswimpel zullen zien van rnll**' minuut de inwyding kunnen volgen Als ik wat te zeggen had, zou ik v, ooggetuige-verslaggever opschommel* ten ook de luisteraars aan de radio te 1 001 bereiken. kuruien g MOLlfv^ VARIA UIT DE VOGELWERELrT Wit-geboren jon den zwaan, zomer van 1935 gen v»n In den zomer van ïaao werden schillende plaatsen in ZwitserlandP zwanen met wit in plaats van grayw h°öh kleed gezien; begin September droec*„ j jongen het effen witte vederkleed ouden. Witte jonge zwanen zyn Vr reeds meermalen in verschillend# wP1 (ook in Nederland, v. P. L.) w Meermalen komen in een broedsel zoowel witte als voor. J0IHn De ooievaars-sta Z'wit seriand. Het zeer geringe aantal ooievaars in Z*u seriand in 1934 slechts 10 bezette --- onderging in 1935 opnieuw een v«m? waren toen broedsel opl^ en hetzelfd, grauwe jon. ind nesten 3 geen leezen-pn 496 miles stander kan spelen. Wy hebben namelijk een neveloefening gehouden. Uit een batterij achter op het schip werd uit vier straalpypjes, die sterk Ik ben aan het einde van myn verslag der proeftochten van de De Ruyter gekomen, mijn landgenooten, mede-eigenaars van het schip, weten nu dat hun belastingpenningen goed zijn besteed en goed beheerd zullen worden. Zy zullen nu vier maanden lang weinig of niets van den kruiser hooren, want nu wordt hij afgetimmerd, dat is geheel gereed ge maakt voor de bewoning van zyn 450 kop pen tellende bemanning. En dan zal het schip officieel worden overgenomen en als Harer Majesteit „De Ruyter" in dienst gesteld worden. Van harte hoop ik, dat de ontroerende plechtig heid van de indienststelling zoo georgani seerd kan werden, dat zooveel mogelyk dering: slechts 7 woond, waarvan den. Een aardige waarnemiBl (in België) by een DiltJ vinkpaartje. Het wijfje van een Distelvink-paartje be. gon aan den bouw van het tweede nat toen de jongen van het eerste broedsel tofe uitgevlogen, doch nog niet zelfstandig 3 ren Telkens nu als het wijfje nestmaterisi] ging halen, vlogen het mannetje en de jon. gen met haar mede. dering door koolmeezea, ouders. Aquila" (Hongaarsch Ornithologisch T5jA schrift) vermeldt dat een koolim gedurende 16 uren voedsel bracht. In het „Journal für Ornithologie" deelde L. Schuster indertijd mede, dat hij fa (fe, loop van een dag. op 15 uren gerekend, een koolmeezen-paar ongeveer 900 keeren voed. 1 zag brengen. Een sprekend geval,wu> uit weer eens het nat via den koekoek blijkt In Mei 1932 hadden de kru;sbeOtndkm in een tuin te Newburn-on-Tyne (Nortbua. berland) veel te lijden van rupsen vinden Bonte Bessenvlinder, ook wel Hariekija ge naamd. 10 Mei kwamen opeens 6 Koekoeken zich aan die vaak schadelijke, ook hier te lande algemeen voorkomende rupaen te goed doen en bleven dit doen, totdat alle rupsen en poppen de rupsen verpoppen zich in een los, aan een blad of tak vastge hecht spinsel verdwenen waren. Andere, naburige tuinen, waarin geen kruisbes-strui ken stonden, werden niet door koekoeken bezocht, en geen enkele der andere vogel* die zich in de tuinen ophielden, viel dl Harlekijn-rupsen aan. Uit dit laatste bleek opnieuw de voorkeur van den koekoek voor voedsel, dat door de meeste andere vogels vermeden wordt A. A. VAN PELT LECHNER, Arnhem, Juni 1936. DISTR1CTS-ARBEIDSBEURS. Doelenstraat 30, telef. 4395. Groep Bouwvakken: 1 bouwkundige, 2 opz. teekenaars, 2 bouwk. opzichters, 1 wa terbouwkundige 3 glas in loodzetters, I glazenwasscher, 1 steenbikker, 2 straten makers, 2 stratenm. opperlieden, 1 stuc opperman, 8 betonwerkers, 36 opperlieden, 18 stucadoors, 47 metselaars, 15 voeger* 14 schilders, 111 grondwerkers, 88 tim merlieden. Groep Metaalindustrie: 2 autog. schers, 13 bankwerkers, 2 blikslagers, 1 carrosseriebouwer, 1 constructiewerker, 12 electriciens, 2 fitters, 1 fraiser, 2 instru mentmakers, 2 kernmakers, 2 ketelma kers, 7 klinkers, 13 loodgieters, 2 lijnwer* kers, 8 machinisten, 2 mach. teekenaar* 8 metaaldraaiers, 1 metaalvyler, 2 metaal slijpers, 15 monteurs, 3 orgelmakers, plaatwerkers, 4 rijwielherstellers, 1 W" wiellakker, 5 scheepsbouwers, 1 scheepjj timmerman, 1 scheepswerktuigkundige, smeden, 12 stokers, 2 tandtechnikers, voorslaander, 2 vuurwerkers, 2 wagenma kers, 1 werktuigbouwkundige, 13 1)**" werkers, 1 zandbereider. Groep Voedings- en Genotmiddelen: 9» sigarenmakers, 3 sorteerders, 1 kisten p'akker, 1 stripper, 4 tabskebewerkers, slagers, 6 chocoladebewerkers. 1 suike - bakker, 1 off. choc. dragist, 24 bakkers, bierbottelaars, 2 zuivelbereiders. Groep Verkeerswezen: 59 chauffeurs, koetsiers, 5 motorschippers, 22 pakhui» knechts, 22 magazijnbedienden, 7 kelln** 1 loopknecht. Groep Houtbewerking: 22 meubel®", makers, 2 borstelmakers, 6 stoffeerders, beitser, 8 mach. houtbewerkers, 2 kiste» makers, 1 beeldhouwer, 1 kuiper. Groep Boek- en Steendrukkerijen: terzetters, 2 drukkers. rs Groep Handel: 21 vertegenwoordig»"» 2 winkelbedienden, 1 colporteur. Groep Land- en Tuinbouwbedrijven- tuinlieden, 22 boerenarbeiders, 3 bloem" Overige beroepen: 9 boekbinders, 4 j schers, 8 schoenmakers, 1 port. huislc verfbereider, 2 kalkbranders, 2 hui zouters, 5 incasseerders, 6 zakkenstopP°|^ 1 secretarie-ambtenaar, 1 kl°mPeh® er., 1 cartonnagebewerker, 1 PaPie,r^fciei 24 kantoorbedienden. l b€ ,p,,rs 5 let- der, ker, I, x - „j. der, 1 administrateur, 2 administrateu 39 transport- en 253 los-arbeiders. trjt Gedeeltelijk werkloos: Tabaksin 1, metaalindustrie 13, overige ber°?p" 18 Jeugdige werkzoekenden beneden jaar in diverse beroepen: 27. Vrouwelijk personeel: 1 steno-t. p 3 kantoorbedienden, 2 dagmeisjes, meisje, 2 dienstboden, 2 erkooRt^f 3 werksters. Alkmaar, 13 Juni 1936. De Directeur v.a^ U&HSt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 12