Het helsch
complot
DE UITWERKING VAN HET
DUITSCHE SIGNALENVERBOD.
Financieel Overzicht.
ALKMAARSCHE COURANT van ZATERDAG 20 JUNI 1936
De vrijwel onhoudbare toestand van vroeger
veranderd in een meer draaglijke
situatie
Een bezoek aan ons land.
I
verbetering ten opzichte van het vooraf
gaande jaar en men hoopt thans, dat deze
vooruitgang in het loopende jaar verdere
vorderingen zal maken. Verwacht wordt,
dat de individueele restrictie voor de bevol
kingsrubber met ingang van 't volgend jaar
zal kunnen worden toegepast, waarmede de
gevaren, die de restrictie soms bedreigden,
vermoedelijk geringer zullen worden. Het
is echter zeer de vraag, of de regeering het
tot een zoodanige prijsstijging zal laten ko
men, dat de ondernemingen, wier plantages
voor de tegenwoordige verhoudingen veel
te hoog te boek staan, de noodzakelijke af
schrijvingen uit de winst kunnen bewerk
stelligen. Aan een financieele reorganisatie
zullen zij wel niet kunnen ontkomen, willen
zij hun bedrijf weer op een loonende basis
brengen.
Van suikeraandeelen hebben vooral H. V.
A. weer een krachtige koersstijging kunnen
boeken, onder de nawerking van het gun
stige jaarverslag. Hoewel er ook van Pary-
sche zijde belangstelling voor dit onds blijft
bestaan, ging de vraag ditmaal toch voorna
melijk van Nederlandsche beleggers uit, die
in de toekomst van de onderneming blijven
gelooven, nu deze de voor alle Indische cul
tures zoo slechte tijden goed doorstaan
heeft. Aangezien er weinig materiaal aan
de markt was, leidde de toeneming van de
vraag tot een aanzienlijk hoogere koers, die
echter niet kon worden gehandhaafd.
In aandeelen Koninklijke Petroleum ging
niet zooveel om en ook de koersschomme
lingen bleven van beperkten omvang. Van
industrieele waarden waren Philips slechts
tijdelijk wat hooger. Unilever zijn weinig
in koers veranderd en Aku's ondervonden
meer invloed van berichten over prijsver-
hooging van kunstzijde in Amerika dan van
het jaarverslag, dat dan ook weinig hou
vast geeft, omdat nog steeds geen herwaar
deering der veel te hoog te boek staande
activa heeft plaats gehad.
De beleggingsmarkt was tamelijk gedrukt.
Op de scherpe koersstijging voor spoorweg-
obligatiën is een reactie voor de meeste
soorten gevolgd.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop:
Deli Batavia Mij. 175, 187, 182 5/8;
Deli Mij. 226, 240, 231 )4;
Senembah 220, 230, 224)4;
Arendsburg 285, 297 1/4, 294;
Amsterdam-Rubber 1181/4, 124 5^, 123 1/4;
Deli Batavia Rubber 64 3/4, 67;
Hessa Rubber 88 1/4, 92;
Handelsver. „Amsterdam" 249)4, 268,
262 M;
Javasche Cultuur 125, 131;
Kon. Petroleum 275, 272 3/4, 277, 275 1/4;
Philips 179, 183 175;
Unilever 1141/4, 113 1/4, 116, 113 3/4;
Aku 22, 21 7/8, 22 3/4, 22 5/8;
4 pCt. Nederland 9614, 95 9/16;
3 pCt. Nederland 8214, 81, 8114;
4 pCt. Ned. Indië 93 3/4, 93 1/8, 93 7/16,
93 1/4;
3 pCt. Holl. Spoor (1888-92) 86, 83;
314 pCt. HolL Spoor (1893) 85, 80)4.
(Van onzen Berlijnschen correspondent.)
De octrooiwijziging van de Neder
landsche Bank. Invloed der goud
bewegingen op valuta en geldmarkt.
De beteekenis der „open-markt-
politiek van de circulatiebank.
Dekking tegen de hieruit voort
vloeiende risico's. Nadeelen van
het nieuwe systeem voor de particu
liere banken. Vermindering der
koersschommelingen op de diviezen-
markt. Gunstige stemming voor
Indische fondsen.
De ontwikkeling op financieelen en mone
tair gebied in de laatste jaren heeft er toe
geleid, dat het groote publiek zich is gaan
interesseeren voor begrippen en uitdruk
kingen, die vroeger vrijwel uitsluitend be
kend waren aan direct by het bank- en
geldwezen betrokkenen of aan economi
sche theoretici. Nog niet zoo heel lang ge
leden zou een leek, dien men gevraag zou
hebben, wat „Valuta" voor een woord is,
allcht geantwoord hebben: „Een meisjes
naam". „Devaluatie", „inflatie" en „defla
tie" waren nog minder bekend, maar zijn
in loop des tijds begrippen geworden, waar
over tot „the man in the streef' toe met
meer of minder kennis van zaken spreekt.
Thans wordt ons van verschillende kanten
de vraag gesteld, wat die open markt poli-
ttiek of „actieve geldpolitiek", waarover het
wetsontwerp tot verlenging en wijziging
van het octrooi der Nederlandsche Bank
spreekt, nu eigenlijk beteekent.
Om zich hiervan op de hoogte te stellen,
dient men zich allereerst rekenschap te
geven van de functies, welke de Circulatie
bank in het geldverkeer uitoefent. Aller
eerst ten opzichte van het buitenland. De
werking van den gouden standaard brengt
met zich, dat de Nederlandsche Bank, wan
neer de wisselkoers van ons land tegen over
een bepaald land hiertoe aanleiding geeft,
d.w.z. wanneer de gulden een zoodanig
punt heeft bereikt, dat het voor de banken
voordeelig wordt, tot den daartoe vastge-
stelden, onveranderlijken prijs goud bij de
Nederlandsche Bank te koopen en dit in het
buitenland te verkoopen) goud afgeeft.
In normale tijden vormen deze goudver-
koopen (resp. aankoopen) een automatische
correctie op den tijdelijk lagen (resp. hoo-
gen) stand van onzen wisselkoers. Goudver-
koopen aan het buitenland maken immers,
dat het buitenland guldens hiervoor moet
neerleggen, waaruit vraag naar guldens,
met een dienovereenkomstige koersverbete-
ring, resulteert. Goudaankoopen in het bui
tenland hebben de tegenovergestelde uit
werking. Het is duidelijk, dat deze goudbe
wegingen behalve op den stand van den
wisselkoers, ook invloed moeten hebben op
den stand der geldkoersen (d.w.z. de prij
zen, die moeten worden betaald voor het
leenen van geld). Als de goud-exporteurs
bij de Nederlandsche Bank goud koopen,
betalen zij hiervoor of wel zij worden hier
voor gedebiteerd; dit brengt dus een ver
mindering van de geld-circulatie (of van
het beschikbare crediet, wat hetzelfde is)
met zich, m.a.w. een „verkrapping van de
geldmarkt", met zich. Omgekeerd komt
door goudverkoopen aan de Nederlandsche
Bank meer geld voor de markt beschikbaar,
en „verruimen" deze dus de geldmarkt,
waardoor het geld goedkooper verkrijgbaar
wordt. Onder normale omstandigheden zul
len, wanneer de geldkoersen hier te lande
hooger worden, buitenlandsche geldgevers
meer geneigd worden, geld op de Neder
landsche markt uit te zetten, waartoe dus
buitenlandsche geld in Nederlandsche valu
ta moet worden omgezet en vraag naar
guldens met een verbetering van onzen wis
selkoers ontstaat.
De Nederlandsche Bank heeft het in haar
hand, zulk een ontwikkeling te bevorderen,
door over te gaan tot een „disconto-verhoo
ging", d.w.z. zij verhoogt het tarief, waar
tegen by haar wissels kunnen worden ver
disconteerd, en tegelijkertijd meest de rente
tarieven voor by haar beleende effecten en
goederen enz. De banken en andere geld
gevers, die dan voor het opnemen van geld
hoogere prijzen aan de Nederlandsche Bank
moeten betalen, zullen op hun ook hoogere
koersen verlangen van hun geldnemers. Op
deze wijze kan de Circulatiebank, zooals
men dat noemt, „leiding geven" aan de
geldmarkt.
De verwarde toestand op valuta-gebied
heeft met zich gebracht, dat de werkng van
de disconto-politiek minder doeltreffend
was geworden dan tot dusverre. Bij het uit
zetten van geld op een bepaalde markt doen
zich tegenwoordig in sterke mate overwe
gingen gelden, verband houdend met wan
trouwen of vertrouwen in de desbetreffende
valuta, zoodat minder gezien wordt naar de
hoogte der geldkoersen. Tevens maakte de
overvloed van geld, waarover de banken en
andere geldgevers als gevolg van de in
krimping van zaken door de crisis beschik
ken, dat zy' in veel mindere mate dan vroe
ger een beroep op de Centrale Credietin-
stelling behoeven te doen. De Nederland
sche Bank kon hierdoor minder dan vroeger
„leiding geven" aan het verloop der geld
koersen op de open markt; vaak völgt zij
eerst met een disconto-verhooging, nadat de
geldkoersen op de open markt reeds geste
gen zijn.
Heeft dus het klassieke wapen der dis
conto-verhooging wel wat aan kracht ver
loren, men zou stellig veel te ver gaan door
te beweren, dat het zijn werking mist. De
herhaalde wijzigingen in het disconto der
Nederlandsche Bank van de laatste jaren
hebbe, ondanks alle tegenwerekende facto
ren, tenslotte toch de beoogde uitwerking
gehad, vooral ook omdat zij beschouwd
werden als even zoovele uitingen van den
vasten wil tot handhaving van de vrije
werking van den gouden standaard.
Dit neemt niet weg, dat in de laatste
jaren toch hoe langer hoe meer de wensche-
lijkheid naar voren is gekomen, om de Ne
derlandsche Bank in staat te stellen, meer
direct in de ontwikkeling van de geldmarkt
in te grijpen. Zy kan dit doen, door niet
langer te wachten, tot de particuliere geld
gevers haar noodig hebben en bij haar ko
men om wissels voor hen te disconteeren,
maar door zelf op de open markt wissels
en schatkistpapier te koopen of te verkoo
pen. Dit is de „actieve geldpolitiek", waar
toe de octrooiwijziging de Nederlandsche
Bank de bevoegdheid verleent. Zij kan van
deze bevoegdheid eerst gebruik maken op
1 April van het volgende jaar, wanneer het
nieuwe octrooi ingaat. Het is moeilijk te
voorspellen, hoe dan de omstandigheden op
monetair gebied zullen zijn. Maar ook als
de toestand niet meer zoo verward is als op
het oigenblik, kan er herhaaldelijk aanlei
ding voor de bank bestaan, om actief op de
geldmarkt op te treden. Het kan niet alleen
op een gegeven oogenblik wenschelijk zijn,
om een sterke stijging van de geldkoersen
tegen te houden en dus door het koopen
van wissel meer geld in de markt te bren
gen, maar ook kan de toestand zich zóó ont
wikkelen, dat de Centrale Credietinstelling
geld duurder wil maken. Dit laatste zal
vooral het geval zijn in een tijd van onge
breidelde hausse op fondsen- of goederen
markten, die tot een ongewenschte, over
dreven uitbreiding van de productie en de
productie-middelen dreigt te leiden. In der
gelijke gevallen kan de disconto-politiek
krachtig gesteund worden door ingrijpen op
de open markt.
In de practijk zal natuurlijk moeten blij
ken, of zulk een credietpolitiek, die door de
circulatiebanken in de meeste andere lan
den wordt gevolgd, ook voor ons land de
juiste is. De bekwame handen, waarin de
leiding van onze circulatiebank zich be
vindt, woorborgt op zich zelf reeds de
juiste toepassing van de desbetreffende be
palingen. Misbruik zou hiervan alleen kun
nen worden gemaakt door mindere voor
zichtigheid bij de credietverstrekking,
waardoor verliezen voor de Bank zouden
kunen ontstaan. Tegen het normale risico,
dat de open-markt-politiek met zich brengt,
worden voorzieningen getroffen door ver
hooging van de stortingen in het gewone
reservefonds totdat dit f 20 millioen, d. i.
100 van het kapitaal der bank, bereikt
heeft (tot dusverre was het maximum der
reserve bepaald op 5 millioen of 25
van het kapitaal) en voorts door het kwee
ken van een extra reserve van maximum
10 millioen, welke extra reserve gevoegd
zal worden uit de helft van de inkomsten
der bank uit de operaties in de open markt
en de buitenlandsche wisseltransactie, welke
laatste evenwel geen grooten omvang heb
ben.
Om te voorkomen, dat de nieuwe bepa
lingen inzake den handel in schatkistpapier
aanleiding zou kunnen geven tot een onge
wenschte credietverleening aan den Staat,
doordien deze op ruimere schaal dan tot
dusverre rechtstreeks schatkistpapier bij
de circulatiebank zou onderbrengen, (wat
in sommige landen inderdaad geschiedt) is
vastgesteld, dat de Nederlandsche Bank al
leen schatkistpapier mag overnemen, dat
zich in handen van derden bevindt.
Ter beurze heeft men voor de voorgestel
de octrooiwijziging van de Nederlandsche
Bank nog al belangstelling aan den dag ge
legd Als een voordeel van de „open marKt-
politiek", zooals deze het volgende jaar zal
worden toegepast, beschouwt men het, dat
fluctuaties op de geldmarkt, die wanneer
zy scherp zijn, een storenden invloed op
den beurshandel en het zakenleven in het
algemeen kunnen uitoefenen, erdoor binnen
beperkte grenzen kunnen worden gehou
den. Voor de particuliere banken zyn er
echter aan het nieuwe systeem nadeelen
verbonden; de extra-winsten, welke de Ne
derlandsche Bank uit deze nieuwe bedryfs-
tak zal ontvangen, moeten wel een nadee-
ligen invloed hebben op de winsten, die de
particuliere banken tot dusverre op dit ter
rein aakten. Ook zal door het optreden der
nieuwe „concurrente" de winstmarge in
geen geval grooter, doch eerder geringer
W De koersen van bankaandeelen hebben
van de aangekondigde uitbreiding der werk
zaamheden van de Nederlandsche Bank niet
veel invloed ondervonden. Als gezegd, gaat
deze eerst het volgend jaar April in en nie
mand kan zeggen, hoe de verhoudingen in
den tusschentijd zijn veranderd.
De buitenlandsche wisselmarkt verkeert
vooralsnog in een stemming van afwachting.
De categorische verklaringen van de nieu
we Fransche regeering tegen devaluatie van
den franc verhinderen niet, dat men de
financieele vooruitzichten van Frankryk
even pessimistisch blijft beoordeelen als
voorheen, aangezien men vreest, dat in de
economische en financieele politiek der re
geering de kiem ligt opgesloten van inflatie
en de funeste gevolgen daarvan. De ontspan
ning, die zoo nu en dan op de valuta-markt
valt waar te nemen, is dan ook meerendeels
van technischen aard.
Zoolang de fluctuaties op de deviezen
markt slechts binnen beperkte grenzen
blijven, oefenen zij op de effectenbeurs ook
geen overwegenden invloed uit, en is het
koersverloop van andere factoren afhanke
lijk Zoo waren tabaks-aandeelen vooral in
de eerste helft der week weer byzonder
gunstig gestemd, dank zij het feit, dat het
resultaat der vijfde Sumatra-tabaksmschry-
ving de hooggestemde verwachtingen ten
volle bevredigd heeft. Voor de ditmaal op
de markt gebrachte tabak werd een prys
bedongen van gemiddeld 1.51 per A K.
terwijl dezelfde merken het vorige jaar,
124 bedongen. In totaal weiden tot op
heden door alle Sumatra-tabaksmaatschap-
pijen tezamen 85.306 pakken verkocht tegen
gemiddeld 1.69 per K K.G. tegen 81.155
pakken van dezelfde merken het vorige
ajar die in doorsnee 1.46 per lA K.G. op
brachten. De Deli Mij. maakte tot dusverre
een doorsnee-prijs van f 1.66 tegen 1.40
voor dezelfde merken het vorigejaar, de
Deli Batavia Mij. f 161 tegën 1.39, de Se
nembah 1.85 tegen f 1.70 en de Arendburg
blijft de kroon spannen met een gemiddel
de van 1.93 tegen f 1.60 vorig jaar.
Dit alleszins bevredigende resultaat is in
de eerste plaats te danken aan de zeer goe
de kwaliteit van het product uit oogst 1935,
dat dit jaar ter markt komt, die op zich
zelf de kooplust stimuleert. Maar daarnaast
weerspiegelt de economische verbetering in
dc Ver. Staten zich in een toeneming van
de vraag naar het Sumatra-product van
Amerikaansche zijde. De Amerikaansche
aankoopen overtreffen die van het vorige
jaar op hetzelfde tijdstip reeds met circa
800 pakken, mede doordien sommige groote
Amerikaansche sigarenfabrieken, die sinds
vele jaren geen directe aankoopen op de
Amsterdamsche markt hadden gedaan, dit
jaar weer flihke partijen hebben gekocht.
De afzet in Duitschland blijkt eveneens mee
te vallen en ook de Nederlandsche handel
laat zich niet onbetuigd. Al met al mag wor
den verwacht, dat de financieele resultaten
van de Sumatra-tabaksmaatschappijen weer
aanmerkelijk beter zullen worden dan over
1935, dat reeds gunstiger voor hen was dan
zijn voorganger. Winstnemingen hebben tot
gevolg gehad, dat de hoogste koersen voor
tabaksaandeelen niet konden worden be
houden.
Voor rubberaandeelen was de stemming
gunstiger dan zij in langen tijd geweest is,
in aansluiting op de vastere tendenz voor
het product te Londen. Hoewel de jaarver
slagen van de Ned.-Indische rubberonderne
mingen in het algemeen teleurstellend wa
ren, gaven zij toch vaak blijk van eenige
(Van onzen correspondent).
Berlijn, 18 Juni.
Helaas ben ik zoo uiterst zelden in
gelegenheid myn Duitsche indrukken
eens met die van myn vaderland af te
wisselen. Het is in het algemeen ge
sproken een fout, dat wy Nederlandsche
journalisten in het buitenland niet op
geregelde tijden, minstens eenmaal
per jaar, naar Nederland kunnen ko
men om daar door deskundige leiders
te worden ingelicht over wat het eigen
land intusschen gepresteerd heeft. We
weten, dat het vaak niet weinig is. We
lezen er over in Hollandsche bladen.
We weten, dat byv. de K. L. M. enorme
prestaties bereikt met haar vluchten naar
Indië. Dat onze autowegen prima-prima zyn,
althans in zekere deelen van Nederland.
We lezen van nieuwe prachtige bruggen
en van geraffineerde architectonische
bouwwerken. Ook wel eens van minder
indrukwekkende dingen op het gebied der
politieke verdeeldheid. Maar dat behoort
niet tot onze eigenlijke competentie
Hoofdindruk is toch wel, dat er in ons land
veel moois en veel kranigs tot stand ge
bracht wordt, dat we graag van nabij zou
den willen zien om het te kunnen verge
lijken met wat ons hier in het buitenland
voorgezet wordt. Edoch, zulke informatie
reizen schijnen wel tot de schoone droo-
men te blijven behooren.
Maar één indruk uit het lieve vaderland
is me toch bijgebleven, omdat daarmede
slapelooze nachten, halve zenuwtoevallen
en aanvallen van nauwelijks bedwongen
woede verbonden waren. Die indruk was:
het verkeer op Nederlands straten in Ne
derlands steden.
Als voorbeeld neem ik Amsterdam.
Ik heb verleden jaar en vorige jaren in
verschillende groote Amsterdamsche hotels
gelogeerd. Namen wil ik niet noemen. Ze
lagen en liggen op drukke punten. Gelijk
vrijwel al onze groote hotels. Amsterdam
mers kunnen hier niet meepraten. In de
eerste plaats wonen ze veelal in buitenwij
ken, maar bovendien, en dat is de hoofd
zaak, zijn ze door de wol geverfd. Wat ze
doormaken, merken ze pas jaren later. En
dan is het wellicht te laat. Maar menschen
als schrijver dezes, die uit buitenlandsche
wereldsteden komen, die vijf- tot achtmaal
zooveel inwoners hebben als Amsterdam
en waar de autonummers de drie tot vier
honderdduizend bereikt hebben om van
voorstadtreinen, omnibussen, ondergrond-
sche sporen, viaducten, akelig veel lucht
verkeer en alles wat daar verder, als
eenige honderden tramlijnen, zoo bij hoort,
maar niet eens in bijzonderheden te tre
den wij arme wereldstedelingen xijn
niet afgestompt of wel we hebben wellicht
niet zoo ijzersterke zenuwen als echte
Amsterdammers. Wy komen in de hotels
aan, trachten nachtrust te vinden, pogen
een rustige wandeling door de citywyken
te maken. En komen tot de intdekking dat
de groote steden in Nederland een ware
plaag zyn door het ziekelijk vermaak, dat
men er daar in schijnt te vinden, zyn me-
demenschen het leven door oorverdoovend
en nimmer eindigend lawaai tot een hel te
maken.
Nou-nou, hoor ik u al zeggen: ie dat niet
in hooge mate overdreven uitgedrukt?
Maar dan verwijs ik u naar uw eigen bla
den, waarin vrijwel wekelijks ingezonden
stukken voorkomen tegen het lawaai, naar
uwe organisaties, die dit lawaai willen te
gengaan, naar de onderzoekingen van
Hollandsche politie-instanties, die in het
buitenland reeds hun licht hebben opge
stoken. Er schijnt dus toch wel het een en
ander van waar te zijn!
De plaag is internationaal. Vergis ik mij
niet, dan is het de stad Rome geweest, dia
eenige jaren geleden begon te bemerken,
dat haar bewoners en bezoekers het maxi
mum van brullende luidruchtigheid zoo on
geveer bereikt hadden. Er volgde ten
minste een radicale maatregel: Rome ver
bood eenvoudig alle signalen op den open
baren weg.
En het succes was verrassend!
In Duitschland las men daarover in de
bladen. En aangezien ook hier de verkeers-
hel reeds losgebroken was, waagde men
een poging tot navolging. Herinner ik het
me wel, dan was het niet Berlijn maar
Stuttgart, dat als eerste Duitsche stad alle
signalen behalve natuurlijk in geval van
werkelijken nood! ging verbieden. De
groote Duitsche bladen zonden hun speciale
berichtgevers, de stadsbesturen hun ver-
keersspecialisten naar Stuttgart. Het was
een kleine sensatie. Maar men kon niet
anders dan vol bewondering terugkeeren.
Nu sinds ongeveer een jaar is nu ook Ber
lijn een veel stillere stad geworden. De
nieuwe, jeugdige president van politie
5euiêlzlw
Vrjj naar het Engelsch
door ANNIE S. SWAN.
11).
Christina had he* gevoel, dat ze iets doen
noest en voor het eerst van haar leven
ontwaakte in haar het teedere, vrouwelijke
instinct om iemand, die lijdt, behulpzaam
ie zyn. Ze was jong, vol leven, sterk en
opgewekt en het leek haar verschrikkelijk
om zoo uitgeteerd en zwak te zijn, om daar
bewegingloos te moeten liggen en je tot
niets in staat te voelen. Ofschoon ze ze niet
onder woorden had kunnen brengen, wa-
ren dit haar gedachten.
Miss Dempster voelde de verborgen tee-
derheid van haar stem en bhk en het was,
alsof zich iets in haar ontspande. Ze keek
bijna aandoenlijk gretig naar het meisje op
..Ik vind het prettig om jou in myn kamer
ie hebben. Zeg aan miss Alice, dat, wan-
neer zij me alleen moet laten, jij by me
nioet blijven inplaats van Dalgleish. Die
"toet niet meer bij me komen. Ze past al
leen maar bij gezonde menschen. Zelfs
aar rokken maken geluid".
«et zou niet prettig vuor mrs. Dalgleish
geweest zyn, als ze deze woorden, die sta
melend en met lange tusschenpoozen uit
gesproken werden, gehoord had. Maar, of-
lctl0°n ze aan den buitenkant van de deur
met haar oor stijf tegen het sleutelgat ge
drukt stond, kon ze wel de stem van Chris
tina verstaan, maar van miss Dempster
vernam ze slechts een vaag gemompel.
Tot wanhoop gedreven, opende ze haastig
de deur en ging opnieuw de kamer binnen.
oor zoover zij wist, ./as ci.t de eersie keer
sinds vele dagen, dat haar meesteres bij
het bewustzijn was. Miss Harman had
dienzelfden ochtend nog met duidelijke be
zorgdheid gezegd, dat die voort iurende be
wusteloosheid haar ernstig verontrustte.
Nu zag ze haar kans gekomen om haar
macht te doen gelden en Christina Caldweil
voorgoed te verslaan. Ze had het recht om
dat te doen, wan.; Tzegd zou
hebben, had ze miss Dempster de laatste
twintig jaren trouw gediend.
„O, mevrouw, wat doet het me goed, dat
ik zie, dat u weer uzelf bent!" zei ze. „Ls
er iets, wat ik voor u kan doen? U weet,
dat u op uw arme, oude Dalgleish kunt
rekenen, die zoo lang by u gediend heeft.
Het heeft me pijn gedaan, mevrouw, meer
dan ik kan zeggen, om opzy geschoven te
worden door menschen, die op zijn zachtst
gesproken, niet eens mijn meerdere zijn.
Zelfs de kasten worden afgesloten, zoodat
ik nergens meer bij kan".
„Wie heeft de kasten afgesloten?" vroeg
miss Dempster, terwijl er iets, dat veel van
een glimlach weg had, om haar lippen
speelde.
„Miss Harman, en ze laat dat meisje hier,
die nuttelooze, luie meid, bij u oppasser.,
inplaats van mij, Dalgleish, die hier al in
betrekking was, toen zij nog geboren moest
worden. Het is meer dan een mensch kan
verdragen, mevrouw, en ik hoop, dat u haar
een goed standje wilt geven, want dat ver
dient ze en dan weet ze meteen haar plaats
en kan trachten zich daar aan te houden".
„Als miss Harman de kast afgesloten
heeft, Dalgleish, dan kun je er zeker van
zijn, dat ze daartoe een reden had", was
het onverwachte antwoord van de oude
vrouw. „Je kunt nu naar beneden gaan.
Dit meisje blijft bij me, tot miss Alice
terug komt".
Voor den tweeden keer, en nog duide
lijker, werd Dalgleish door haar eigen
meesteres opzij geschoven en dat in tegen
woordigheid van een, die zij zoo hartgron
dig verachte.
„Is dat nu de dank, die ik voor al mijn
trouwe diensten krijg, mevrouw?" zei ze
stijfjes. „Dan blijft er me niets anders over
dan mijn koffers te pakken en te vertrek
ken".
„Zooals je wilt, Dalgleish, als je het op
die manier opneemt. Miss Harman zal wel
zoo vriendelijk willen zijn je te betalen,
wat ik je nog schuldig ben. Maar ga nu. Je
bent een goede kamenier voor gezonde
menschen, niet voor zieke. Zelfs je kleeren
brengen onrust in de kamer".
Dit deed de deur dicht. Opnieuw stormde
Dalgleish de kamer uit. Zelfs Christina had
met haar te doen en vermeed het haar aan
te zien, toen ze langs haar liep. Dalgleish
durfde de deur niet in het bijzijn van haar
meesteres dicht te slaan, maar ze ging naar
Meikle's provisiekamer en stortte bij hem
haar hart uit.
Toen beklaagden zij zich er samen over,
hoe zij, die door hen de indringster ge
noemd werd, groote veranderingen in het
huis teweeg gebracht had, hoe zy hen
van hun plaats gedrongen had, zichzelf in
de gunst van miss Dempster had weten te
dringen en dat alles met bedoelingen, die
zeker niet goed konden zyn.
Temidden van hun sombere overpein
zingen ging de bel van de voordeur.
„Als dat de dokter is", zei Dalgleish, tot
het uiterste gedreven, „laat hem dan in
de ontbijtkamer. Misschien is hij in staat
een stokje voor de plannen van de juffrouw
te steken".
Meikle knikte en haastte zich naar de
voordeur. De stemmen weerklonken nog
steeds in de eetkamer, zoodat het nu of
nooit voor hen was. Meikle's uiterlijk was
het omgekeerde van dat van mrs. Dalgleish.
Hij was een klein, verschrompeld manne
tje, met een fretachtig gezicht. Zijn li vrei
hing slobberig om zijn mager lichaam en in
zijn geheele houding lag iets kruiperigs,
wat een teeken was van een laag karakter.
Dergelijk soort mannen bezit echter dik
wijls een groote volharding tot het ver
krijgen van dingen, die ze wenschen te
hebben; ook zijn ze erkende grootmeesters
in de kunst van het haten.
Hij liet niet openlijk merken, dat hij
tegen Alice Harman was en daardoor was
hy in werkelijkheid een gevaarlijker vij
and dan Dalgleish, die zich te veel bloot
gaf.
„Dokter, zoudt u misschien een oogenblik
in de ontbijtkamer willen komen, voordat
u naar boven gaat?" vroeg hy onderdanig
terwijl hij den jongen man uit zijn jas hielp.
„Mrs. Dalgleish zou u graag even onder
vier oogen spreken en boven is daar nooit
kans toe".
Ruthven knikte begrijpend en er lag een
verborgen voldoening in zijn oogen, toen
hij Meikle toestond hem uit zijn jas te hel
pen.
Hij was er heelemaal niet afkeerig van
een gesprek met mrs. Dalgleish te hebben,
want hij wist, wat voor een uiterst ge
vaarlijk spelletje er in het huis gespeeld
werd en wilde juist erg graag weten, wat
zijn aandeel erin was.
Hy verkeerde in groote moeilijkheden en
kon zich niet veroorlooven eenige hulp, hoe
gering die ook was, van de hand te wijzen.
Er lag een gretige blik op zijn gezicht,
toen hij de ontbijtkamer binnenging en
haar goedendag zei.
HOOFDSTUK VII.
Beraadslagingen.
„Het gaat over miss Harman, dokter",
zei Vnrs. Dalgleish zuur. „Mr. Meikle en ik
hebben met elkaar gesproken en we vin
den dat er in dit huis dingen gebeuren,
waarvan u in kennis gesteld moet wor
den".
„Mijn lieve hemel! En wat kunnen die
dingen wel zijn?" vroeg de dokter op den
schertsenden toon, dien hij soms aannam,
als hij zijn werkelijke gevoelens wenschte
te verbergen. „Miss Harman schijnt toch
heel welmeenend, ofschoon ik moet toege
ven, dat ze me erg streng lijkt en moeilijk
om mee om te gaan".
„O, dokter, ik geloof dat ze veel kwader
is", riep mrs. Dalgleish opgewonden uit^
„Om mijn arme, lieve mevrouw in haar
klauwen haar klauwen!" herhaalde zij.
terwijl ze haar vuist schudde, „te zien is
meer dan ik verdragen kan. Ik heb gezwo
ren, dat ik het u vertellen zou en ik doe
het ook".
Wordt vervolgd.