Het helsch complot DE UITWERKING VAN HET DUITSCHE SIGNALENVERBOD. Financieel Overzicht. ALKMAARSCHE COURANT van ZATERDAG 20 JUNI 1936 De vrijwel onhoudbare toestand van vroeger veranderd in een meer draaglijke situatie Een bezoek aan ons land. I verbetering ten opzichte van het vooraf gaande jaar en men hoopt thans, dat deze vooruitgang in het loopende jaar verdere vorderingen zal maken. Verwacht wordt, dat de individueele restrictie voor de bevol kingsrubber met ingang van 't volgend jaar zal kunnen worden toegepast, waarmede de gevaren, die de restrictie soms bedreigden, vermoedelijk geringer zullen worden. Het is echter zeer de vraag, of de regeering het tot een zoodanige prijsstijging zal laten ko men, dat de ondernemingen, wier plantages voor de tegenwoordige verhoudingen veel te hoog te boek staan, de noodzakelijke af schrijvingen uit de winst kunnen bewerk stelligen. Aan een financieele reorganisatie zullen zij wel niet kunnen ontkomen, willen zij hun bedrijf weer op een loonende basis brengen. Van suikeraandeelen hebben vooral H. V. A. weer een krachtige koersstijging kunnen boeken, onder de nawerking van het gun stige jaarverslag. Hoewel er ook van Pary- sche zijde belangstelling voor dit onds blijft bestaan, ging de vraag ditmaal toch voorna melijk van Nederlandsche beleggers uit, die in de toekomst van de onderneming blijven gelooven, nu deze de voor alle Indische cul tures zoo slechte tijden goed doorstaan heeft. Aangezien er weinig materiaal aan de markt was, leidde de toeneming van de vraag tot een aanzienlijk hoogere koers, die echter niet kon worden gehandhaafd. In aandeelen Koninklijke Petroleum ging niet zooveel om en ook de koersschomme lingen bleven van beperkten omvang. Van industrieele waarden waren Philips slechts tijdelijk wat hooger. Unilever zijn weinig in koers veranderd en Aku's ondervonden meer invloed van berichten over prijsver- hooging van kunstzijde in Amerika dan van het jaarverslag, dat dan ook weinig hou vast geeft, omdat nog steeds geen herwaar deering der veel te hoog te boek staande activa heeft plaats gehad. De beleggingsmarkt was tamelijk gedrukt. Op de scherpe koersstijging voor spoorweg- obligatiën is een reactie voor de meeste soorten gevolgd. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop: Deli Batavia Mij. 175, 187, 182 5/8; Deli Mij. 226, 240, 231 )4; Senembah 220, 230, 224)4; Arendsburg 285, 297 1/4, 294; Amsterdam-Rubber 1181/4, 124 5^, 123 1/4; Deli Batavia Rubber 64 3/4, 67; Hessa Rubber 88 1/4, 92; Handelsver. „Amsterdam" 249)4, 268, 262 M; Javasche Cultuur 125, 131; Kon. Petroleum 275, 272 3/4, 277, 275 1/4; Philips 179, 183 175; Unilever 1141/4, 113 1/4, 116, 113 3/4; Aku 22, 21 7/8, 22 3/4, 22 5/8; 4 pCt. Nederland 9614, 95 9/16; 3 pCt. Nederland 8214, 81, 8114; 4 pCt. Ned. Indië 93 3/4, 93 1/8, 93 7/16, 93 1/4; 3 pCt. Holl. Spoor (1888-92) 86, 83; 314 pCt. HolL Spoor (1893) 85, 80)4. (Van onzen Berlijnschen correspondent.) De octrooiwijziging van de Neder landsche Bank. Invloed der goud bewegingen op valuta en geldmarkt. De beteekenis der „open-markt- politiek van de circulatiebank. Dekking tegen de hieruit voort vloeiende risico's. Nadeelen van het nieuwe systeem voor de particu liere banken. Vermindering der koersschommelingen op de diviezen- markt. Gunstige stemming voor Indische fondsen. De ontwikkeling op financieelen en mone tair gebied in de laatste jaren heeft er toe geleid, dat het groote publiek zich is gaan interesseeren voor begrippen en uitdruk kingen, die vroeger vrijwel uitsluitend be kend waren aan direct by het bank- en geldwezen betrokkenen of aan economi sche theoretici. Nog niet zoo heel lang ge leden zou een leek, dien men gevraag zou hebben, wat „Valuta" voor een woord is, allcht geantwoord hebben: „Een meisjes naam". „Devaluatie", „inflatie" en „defla tie" waren nog minder bekend, maar zijn in loop des tijds begrippen geworden, waar over tot „the man in the streef' toe met meer of minder kennis van zaken spreekt. Thans wordt ons van verschillende kanten de vraag gesteld, wat die open markt poli- ttiek of „actieve geldpolitiek", waarover het wetsontwerp tot verlenging en wijziging van het octrooi der Nederlandsche Bank spreekt, nu eigenlijk beteekent. Om zich hiervan op de hoogte te stellen, dient men zich allereerst rekenschap te geven van de functies, welke de Circulatie bank in het geldverkeer uitoefent. Aller eerst ten opzichte van het buitenland. De werking van den gouden standaard brengt met zich, dat de Nederlandsche Bank, wan neer de wisselkoers van ons land tegen over een bepaald land hiertoe aanleiding geeft, d.w.z. wanneer de gulden een zoodanig punt heeft bereikt, dat het voor de banken voordeelig wordt, tot den daartoe vastge- stelden, onveranderlijken prijs goud bij de Nederlandsche Bank te koopen en dit in het buitenland te verkoopen) goud afgeeft. In normale tijden vormen deze goudver- koopen (resp. aankoopen) een automatische correctie op den tijdelijk lagen (resp. hoo- gen) stand van onzen wisselkoers. Goudver- koopen aan het buitenland maken immers, dat het buitenland guldens hiervoor moet neerleggen, waaruit vraag naar guldens, met een dienovereenkomstige koersverbete- ring, resulteert. Goudaankoopen in het bui tenland hebben de tegenovergestelde uit werking. Het is duidelijk, dat deze goudbe wegingen behalve op den stand van den wisselkoers, ook invloed moeten hebben op den stand der geldkoersen (d.w.z. de prij zen, die moeten worden betaald voor het leenen van geld). Als de goud-exporteurs bij de Nederlandsche Bank goud koopen, betalen zij hiervoor of wel zij worden hier voor gedebiteerd; dit brengt dus een ver mindering van de geld-circulatie (of van het beschikbare crediet, wat hetzelfde is) met zich, m.a.w. een „verkrapping van de geldmarkt", met zich. Omgekeerd komt door goudverkoopen aan de Nederlandsche Bank meer geld voor de markt beschikbaar, en „verruimen" deze dus de geldmarkt, waardoor het geld goedkooper verkrijgbaar wordt. Onder normale omstandigheden zul len, wanneer de geldkoersen hier te lande hooger worden, buitenlandsche geldgevers meer geneigd worden, geld op de Neder landsche markt uit te zetten, waartoe dus buitenlandsche geld in Nederlandsche valu ta moet worden omgezet en vraag naar guldens met een verbetering van onzen wis selkoers ontstaat. De Nederlandsche Bank heeft het in haar hand, zulk een ontwikkeling te bevorderen, door over te gaan tot een „disconto-verhoo ging", d.w.z. zij verhoogt het tarief, waar tegen by haar wissels kunnen worden ver disconteerd, en tegelijkertijd meest de rente tarieven voor by haar beleende effecten en goederen enz. De banken en andere geld gevers, die dan voor het opnemen van geld hoogere prijzen aan de Nederlandsche Bank moeten betalen, zullen op hun ook hoogere koersen verlangen van hun geldnemers. Op deze wijze kan de Circulatiebank, zooals men dat noemt, „leiding geven" aan de geldmarkt. De verwarde toestand op valuta-gebied heeft met zich gebracht, dat de werkng van de disconto-politiek minder doeltreffend was geworden dan tot dusverre. Bij het uit zetten van geld op een bepaalde markt doen zich tegenwoordig in sterke mate overwe gingen gelden, verband houdend met wan trouwen of vertrouwen in de desbetreffende valuta, zoodat minder gezien wordt naar de hoogte der geldkoersen. Tevens maakte de overvloed van geld, waarover de banken en andere geldgevers als gevolg van de in krimping van zaken door de crisis beschik ken, dat zy' in veel mindere mate dan vroe ger een beroep op de Centrale Credietin- stelling behoeven te doen. De Nederland sche Bank kon hierdoor minder dan vroeger „leiding geven" aan het verloop der geld koersen op de open markt; vaak völgt zij eerst met een disconto-verhooging, nadat de geldkoersen op de open markt reeds geste gen zijn. Heeft dus het klassieke wapen der dis conto-verhooging wel wat aan kracht ver loren, men zou stellig veel te ver gaan door te beweren, dat het zijn werking mist. De herhaalde wijzigingen in het disconto der Nederlandsche Bank van de laatste jaren hebbe, ondanks alle tegenwerekende facto ren, tenslotte toch de beoogde uitwerking gehad, vooral ook omdat zij beschouwd werden als even zoovele uitingen van den vasten wil tot handhaving van de vrije werking van den gouden standaard. Dit neemt niet weg, dat in de laatste jaren toch hoe langer hoe meer de wensche- lijkheid naar voren is gekomen, om de Ne derlandsche Bank in staat te stellen, meer direct in de ontwikkeling van de geldmarkt in te grijpen. Zy kan dit doen, door niet langer te wachten, tot de particuliere geld gevers haar noodig hebben en bij haar ko men om wissels voor hen te disconteeren, maar door zelf op de open markt wissels en schatkistpapier te koopen of te verkoo pen. Dit is de „actieve geldpolitiek", waar toe de octrooiwijziging de Nederlandsche Bank de bevoegdheid verleent. Zij kan van deze bevoegdheid eerst gebruik maken op 1 April van het volgende jaar, wanneer het nieuwe octrooi ingaat. Het is moeilijk te voorspellen, hoe dan de omstandigheden op monetair gebied zullen zijn. Maar ook als de toestand niet meer zoo verward is als op het oigenblik, kan er herhaaldelijk aanlei ding voor de bank bestaan, om actief op de geldmarkt op te treden. Het kan niet alleen op een gegeven oogenblik wenschelijk zijn, om een sterke stijging van de geldkoersen tegen te houden en dus door het koopen van wissel meer geld in de markt te bren gen, maar ook kan de toestand zich zóó ont wikkelen, dat de Centrale Credietinstelling geld duurder wil maken. Dit laatste zal vooral het geval zijn in een tijd van onge breidelde hausse op fondsen- of goederen markten, die tot een ongewenschte, over dreven uitbreiding van de productie en de productie-middelen dreigt te leiden. In der gelijke gevallen kan de disconto-politiek krachtig gesteund worden door ingrijpen op de open markt. In de practijk zal natuurlijk moeten blij ken, of zulk een credietpolitiek, die door de circulatiebanken in de meeste andere lan den wordt gevolgd, ook voor ons land de juiste is. De bekwame handen, waarin de leiding van onze circulatiebank zich be vindt, woorborgt op zich zelf reeds de juiste toepassing van de desbetreffende be palingen. Misbruik zou hiervan alleen kun nen worden gemaakt door mindere voor zichtigheid bij de credietverstrekking, waardoor verliezen voor de Bank zouden kunen ontstaan. Tegen het normale risico, dat de open-markt-politiek met zich brengt, worden voorzieningen getroffen door ver hooging van de stortingen in het gewone reservefonds totdat dit f 20 millioen, d. i. 100 van het kapitaal der bank, bereikt heeft (tot dusverre was het maximum der reserve bepaald op 5 millioen of 25 van het kapitaal) en voorts door het kwee ken van een extra reserve van maximum 10 millioen, welke extra reserve gevoegd zal worden uit de helft van de inkomsten der bank uit de operaties in de open markt en de buitenlandsche wisseltransactie, welke laatste evenwel geen grooten omvang heb ben. Om te voorkomen, dat de nieuwe bepa lingen inzake den handel in schatkistpapier aanleiding zou kunnen geven tot een onge wenschte credietverleening aan den Staat, doordien deze op ruimere schaal dan tot dusverre rechtstreeks schatkistpapier bij de circulatiebank zou onderbrengen, (wat in sommige landen inderdaad geschiedt) is vastgesteld, dat de Nederlandsche Bank al leen schatkistpapier mag overnemen, dat zich in handen van derden bevindt. Ter beurze heeft men voor de voorgestel de octrooiwijziging van de Nederlandsche Bank nog al belangstelling aan den dag ge legd Als een voordeel van de „open marKt- politiek", zooals deze het volgende jaar zal worden toegepast, beschouwt men het, dat fluctuaties op de geldmarkt, die wanneer zy scherp zijn, een storenden invloed op den beurshandel en het zakenleven in het algemeen kunnen uitoefenen, erdoor binnen beperkte grenzen kunnen worden gehou den. Voor de particuliere banken zyn er echter aan het nieuwe systeem nadeelen verbonden; de extra-winsten, welke de Ne derlandsche Bank uit deze nieuwe bedryfs- tak zal ontvangen, moeten wel een nadee- ligen invloed hebben op de winsten, die de particuliere banken tot dusverre op dit ter rein aakten. Ook zal door het optreden der nieuwe „concurrente" de winstmarge in geen geval grooter, doch eerder geringer W De koersen van bankaandeelen hebben van de aangekondigde uitbreiding der werk zaamheden van de Nederlandsche Bank niet veel invloed ondervonden. Als gezegd, gaat deze eerst het volgend jaar April in en nie mand kan zeggen, hoe de verhoudingen in den tusschentijd zijn veranderd. De buitenlandsche wisselmarkt verkeert vooralsnog in een stemming van afwachting. De categorische verklaringen van de nieu we Fransche regeering tegen devaluatie van den franc verhinderen niet, dat men de financieele vooruitzichten van Frankryk even pessimistisch blijft beoordeelen als voorheen, aangezien men vreest, dat in de economische en financieele politiek der re geering de kiem ligt opgesloten van inflatie en de funeste gevolgen daarvan. De ontspan ning, die zoo nu en dan op de valuta-markt valt waar te nemen, is dan ook meerendeels van technischen aard. Zoolang de fluctuaties op de deviezen markt slechts binnen beperkte grenzen blijven, oefenen zij op de effectenbeurs ook geen overwegenden invloed uit, en is het koersverloop van andere factoren afhanke lijk Zoo waren tabaks-aandeelen vooral in de eerste helft der week weer byzonder gunstig gestemd, dank zij het feit, dat het resultaat der vijfde Sumatra-tabaksmschry- ving de hooggestemde verwachtingen ten volle bevredigd heeft. Voor de ditmaal op de markt gebrachte tabak werd een prys bedongen van gemiddeld 1.51 per A K. terwijl dezelfde merken het vorige jaar, 124 bedongen. In totaal weiden tot op heden door alle Sumatra-tabaksmaatschap- pijen tezamen 85.306 pakken verkocht tegen gemiddeld 1.69 per K K.G. tegen 81.155 pakken van dezelfde merken het vorige ajar die in doorsnee 1.46 per lA K.G. op brachten. De Deli Mij. maakte tot dusverre een doorsnee-prijs van f 1.66 tegen 1.40 voor dezelfde merken het vorigejaar, de Deli Batavia Mij. f 161 tegën 1.39, de Se nembah 1.85 tegen f 1.70 en de Arendburg blijft de kroon spannen met een gemiddel de van 1.93 tegen f 1.60 vorig jaar. Dit alleszins bevredigende resultaat is in de eerste plaats te danken aan de zeer goe de kwaliteit van het product uit oogst 1935, dat dit jaar ter markt komt, die op zich zelf de kooplust stimuleert. Maar daarnaast weerspiegelt de economische verbetering in dc Ver. Staten zich in een toeneming van de vraag naar het Sumatra-product van Amerikaansche zijde. De Amerikaansche aankoopen overtreffen die van het vorige jaar op hetzelfde tijdstip reeds met circa 800 pakken, mede doordien sommige groote Amerikaansche sigarenfabrieken, die sinds vele jaren geen directe aankoopen op de Amsterdamsche markt hadden gedaan, dit jaar weer flihke partijen hebben gekocht. De afzet in Duitschland blijkt eveneens mee te vallen en ook de Nederlandsche handel laat zich niet onbetuigd. Al met al mag wor den verwacht, dat de financieele resultaten van de Sumatra-tabaksmaatschappijen weer aanmerkelijk beter zullen worden dan over 1935, dat reeds gunstiger voor hen was dan zijn voorganger. Winstnemingen hebben tot gevolg gehad, dat de hoogste koersen voor tabaksaandeelen niet konden worden be houden. Voor rubberaandeelen was de stemming gunstiger dan zij in langen tijd geweest is, in aansluiting op de vastere tendenz voor het product te Londen. Hoewel de jaarver slagen van de Ned.-Indische rubberonderne mingen in het algemeen teleurstellend wa ren, gaven zij toch vaak blijk van eenige (Van onzen correspondent). Berlijn, 18 Juni. Helaas ben ik zoo uiterst zelden in gelegenheid myn Duitsche indrukken eens met die van myn vaderland af te wisselen. Het is in het algemeen ge sproken een fout, dat wy Nederlandsche journalisten in het buitenland niet op geregelde tijden, minstens eenmaal per jaar, naar Nederland kunnen ko men om daar door deskundige leiders te worden ingelicht over wat het eigen land intusschen gepresteerd heeft. We weten, dat het vaak niet weinig is. We lezen er over in Hollandsche bladen. We weten, dat byv. de K. L. M. enorme prestaties bereikt met haar vluchten naar Indië. Dat onze autowegen prima-prima zyn, althans in zekere deelen van Nederland. We lezen van nieuwe prachtige bruggen en van geraffineerde architectonische bouwwerken. Ook wel eens van minder indrukwekkende dingen op het gebied der politieke verdeeldheid. Maar dat behoort niet tot onze eigenlijke competentie Hoofdindruk is toch wel, dat er in ons land veel moois en veel kranigs tot stand ge bracht wordt, dat we graag van nabij zou den willen zien om het te kunnen verge lijken met wat ons hier in het buitenland voorgezet wordt. Edoch, zulke informatie reizen schijnen wel tot de schoone droo- men te blijven behooren. Maar één indruk uit het lieve vaderland is me toch bijgebleven, omdat daarmede slapelooze nachten, halve zenuwtoevallen en aanvallen van nauwelijks bedwongen woede verbonden waren. Die indruk was: het verkeer op Nederlands straten in Ne derlands steden. Als voorbeeld neem ik Amsterdam. Ik heb verleden jaar en vorige jaren in verschillende groote Amsterdamsche hotels gelogeerd. Namen wil ik niet noemen. Ze lagen en liggen op drukke punten. Gelijk vrijwel al onze groote hotels. Amsterdam mers kunnen hier niet meepraten. In de eerste plaats wonen ze veelal in buitenwij ken, maar bovendien, en dat is de hoofd zaak, zijn ze door de wol geverfd. Wat ze doormaken, merken ze pas jaren later. En dan is het wellicht te laat. Maar menschen als schrijver dezes, die uit buitenlandsche wereldsteden komen, die vijf- tot achtmaal zooveel inwoners hebben als Amsterdam en waar de autonummers de drie tot vier honderdduizend bereikt hebben om van voorstadtreinen, omnibussen, ondergrond- sche sporen, viaducten, akelig veel lucht verkeer en alles wat daar verder, als eenige honderden tramlijnen, zoo bij hoort, maar niet eens in bijzonderheden te tre den wij arme wereldstedelingen xijn niet afgestompt of wel we hebben wellicht niet zoo ijzersterke zenuwen als echte Amsterdammers. Wy komen in de hotels aan, trachten nachtrust te vinden, pogen een rustige wandeling door de citywyken te maken. En komen tot de intdekking dat de groote steden in Nederland een ware plaag zyn door het ziekelijk vermaak, dat men er daar in schijnt te vinden, zyn me- demenschen het leven door oorverdoovend en nimmer eindigend lawaai tot een hel te maken. Nou-nou, hoor ik u al zeggen: ie dat niet in hooge mate overdreven uitgedrukt? Maar dan verwijs ik u naar uw eigen bla den, waarin vrijwel wekelijks ingezonden stukken voorkomen tegen het lawaai, naar uwe organisaties, die dit lawaai willen te gengaan, naar de onderzoekingen van Hollandsche politie-instanties, die in het buitenland reeds hun licht hebben opge stoken. Er schijnt dus toch wel het een en ander van waar te zijn! De plaag is internationaal. Vergis ik mij niet, dan is het de stad Rome geweest, dia eenige jaren geleden begon te bemerken, dat haar bewoners en bezoekers het maxi mum van brullende luidruchtigheid zoo on geveer bereikt hadden. Er volgde ten minste een radicale maatregel: Rome ver bood eenvoudig alle signalen op den open baren weg. En het succes was verrassend! In Duitschland las men daarover in de bladen. En aangezien ook hier de verkeers- hel reeds losgebroken was, waagde men een poging tot navolging. Herinner ik het me wel, dan was het niet Berlijn maar Stuttgart, dat als eerste Duitsche stad alle signalen behalve natuurlijk in geval van werkelijken nood! ging verbieden. De groote Duitsche bladen zonden hun speciale berichtgevers, de stadsbesturen hun ver- keersspecialisten naar Stuttgart. Het was een kleine sensatie. Maar men kon niet anders dan vol bewondering terugkeeren. Nu sinds ongeveer een jaar is nu ook Ber lijn een veel stillere stad geworden. De nieuwe, jeugdige president van politie 5euiêlzlw Vrjj naar het Engelsch door ANNIE S. SWAN. 11). Christina had he* gevoel, dat ze iets doen noest en voor het eerst van haar leven ontwaakte in haar het teedere, vrouwelijke instinct om iemand, die lijdt, behulpzaam ie zyn. Ze was jong, vol leven, sterk en opgewekt en het leek haar verschrikkelijk om zoo uitgeteerd en zwak te zijn, om daar bewegingloos te moeten liggen en je tot niets in staat te voelen. Ofschoon ze ze niet onder woorden had kunnen brengen, wa- ren dit haar gedachten. Miss Dempster voelde de verborgen tee- derheid van haar stem en bhk en het was, alsof zich iets in haar ontspande. Ze keek bijna aandoenlijk gretig naar het meisje op ..Ik vind het prettig om jou in myn kamer ie hebben. Zeg aan miss Alice, dat, wan- neer zij me alleen moet laten, jij by me nioet blijven inplaats van Dalgleish. Die "toet niet meer bij me komen. Ze past al leen maar bij gezonde menschen. Zelfs aar rokken maken geluid". «et zou niet prettig vuor mrs. Dalgleish geweest zyn, als ze deze woorden, die sta melend en met lange tusschenpoozen uit gesproken werden, gehoord had. Maar, of- lctl0°n ze aan den buitenkant van de deur met haar oor stijf tegen het sleutelgat ge drukt stond, kon ze wel de stem van Chris tina verstaan, maar van miss Dempster vernam ze slechts een vaag gemompel. Tot wanhoop gedreven, opende ze haastig de deur en ging opnieuw de kamer binnen. oor zoover zij wist, ./as ci.t de eersie keer sinds vele dagen, dat haar meesteres bij het bewustzijn was. Miss Harman had dienzelfden ochtend nog met duidelijke be zorgdheid gezegd, dat die voort iurende be wusteloosheid haar ernstig verontrustte. Nu zag ze haar kans gekomen om haar macht te doen gelden en Christina Caldweil voorgoed te verslaan. Ze had het recht om dat te doen, wan.; Tzegd zou hebben, had ze miss Dempster de laatste twintig jaren trouw gediend. „O, mevrouw, wat doet het me goed, dat ik zie, dat u weer uzelf bent!" zei ze. „Ls er iets, wat ik voor u kan doen? U weet, dat u op uw arme, oude Dalgleish kunt rekenen, die zoo lang by u gediend heeft. Het heeft me pijn gedaan, mevrouw, meer dan ik kan zeggen, om opzy geschoven te worden door menschen, die op zijn zachtst gesproken, niet eens mijn meerdere zijn. Zelfs de kasten worden afgesloten, zoodat ik nergens meer bij kan". „Wie heeft de kasten afgesloten?" vroeg miss Dempster, terwijl er iets, dat veel van een glimlach weg had, om haar lippen speelde. „Miss Harman, en ze laat dat meisje hier, die nuttelooze, luie meid, bij u oppasser., inplaats van mij, Dalgleish, die hier al in betrekking was, toen zij nog geboren moest worden. Het is meer dan een mensch kan verdragen, mevrouw, en ik hoop, dat u haar een goed standje wilt geven, want dat ver dient ze en dan weet ze meteen haar plaats en kan trachten zich daar aan te houden". „Als miss Harman de kast afgesloten heeft, Dalgleish, dan kun je er zeker van zijn, dat ze daartoe een reden had", was het onverwachte antwoord van de oude vrouw. „Je kunt nu naar beneden gaan. Dit meisje blijft bij me, tot miss Alice terug komt". Voor den tweeden keer, en nog duide lijker, werd Dalgleish door haar eigen meesteres opzij geschoven en dat in tegen woordigheid van een, die zij zoo hartgron dig verachte. „Is dat nu de dank, die ik voor al mijn trouwe diensten krijg, mevrouw?" zei ze stijfjes. „Dan blijft er me niets anders over dan mijn koffers te pakken en te vertrek ken". „Zooals je wilt, Dalgleish, als je het op die manier opneemt. Miss Harman zal wel zoo vriendelijk willen zijn je te betalen, wat ik je nog schuldig ben. Maar ga nu. Je bent een goede kamenier voor gezonde menschen, niet voor zieke. Zelfs je kleeren brengen onrust in de kamer". Dit deed de deur dicht. Opnieuw stormde Dalgleish de kamer uit. Zelfs Christina had met haar te doen en vermeed het haar aan te zien, toen ze langs haar liep. Dalgleish durfde de deur niet in het bijzijn van haar meesteres dicht te slaan, maar ze ging naar Meikle's provisiekamer en stortte bij hem haar hart uit. Toen beklaagden zij zich er samen over, hoe zij, die door hen de indringster ge noemd werd, groote veranderingen in het huis teweeg gebracht had, hoe zy hen van hun plaats gedrongen had, zichzelf in de gunst van miss Dempster had weten te dringen en dat alles met bedoelingen, die zeker niet goed konden zyn. Temidden van hun sombere overpein zingen ging de bel van de voordeur. „Als dat de dokter is", zei Dalgleish, tot het uiterste gedreven, „laat hem dan in de ontbijtkamer. Misschien is hij in staat een stokje voor de plannen van de juffrouw te steken". Meikle knikte en haastte zich naar de voordeur. De stemmen weerklonken nog steeds in de eetkamer, zoodat het nu of nooit voor hen was. Meikle's uiterlijk was het omgekeerde van dat van mrs. Dalgleish. Hij was een klein, verschrompeld manne tje, met een fretachtig gezicht. Zijn li vrei hing slobberig om zijn mager lichaam en in zijn geheele houding lag iets kruiperigs, wat een teeken was van een laag karakter. Dergelijk soort mannen bezit echter dik wijls een groote volharding tot het ver krijgen van dingen, die ze wenschen te hebben; ook zijn ze erkende grootmeesters in de kunst van het haten. Hij liet niet openlijk merken, dat hij tegen Alice Harman was en daardoor was hy in werkelijkheid een gevaarlijker vij and dan Dalgleish, die zich te veel bloot gaf. „Dokter, zoudt u misschien een oogenblik in de ontbijtkamer willen komen, voordat u naar boven gaat?" vroeg hy onderdanig terwijl hij den jongen man uit zijn jas hielp. „Mrs. Dalgleish zou u graag even onder vier oogen spreken en boven is daar nooit kans toe". Ruthven knikte begrijpend en er lag een verborgen voldoening in zijn oogen, toen hij Meikle toestond hem uit zijn jas te hel pen. Hij was er heelemaal niet afkeerig van een gesprek met mrs. Dalgleish te hebben, want hij wist, wat voor een uiterst ge vaarlijk spelletje er in het huis gespeeld werd en wilde juist erg graag weten, wat zijn aandeel erin was. Hy verkeerde in groote moeilijkheden en kon zich niet veroorlooven eenige hulp, hoe gering die ook was, van de hand te wijzen. Er lag een gretige blik op zijn gezicht, toen hij de ontbijtkamer binnenging en haar goedendag zei. HOOFDSTUK VII. Beraadslagingen. „Het gaat over miss Harman, dokter", zei Vnrs. Dalgleish zuur. „Mr. Meikle en ik hebben met elkaar gesproken en we vin den dat er in dit huis dingen gebeuren, waarvan u in kennis gesteld moet wor den". „Mijn lieve hemel! En wat kunnen die dingen wel zijn?" vroeg de dokter op den schertsenden toon, dien hij soms aannam, als hij zijn werkelijke gevoelens wenschte te verbergen. „Miss Harman schijnt toch heel welmeenend, ofschoon ik moet toege ven, dat ze me erg streng lijkt en moeilijk om mee om te gaan". „O, dokter, ik geloof dat ze veel kwader is", riep mrs. Dalgleish opgewonden uit^ „Om mijn arme, lieve mevrouw in haar klauwen haar klauwen!" herhaalde zij. terwijl ze haar vuist schudde, „te zien is meer dan ik verdragen kan. Ik heb gezwo ren, dat ik het u vertellen zou en ik doe het ook". Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 5