fuchtvaact PROFESSOR SLIM EN ZOON het rijkswegen plan in herziening. Interview met minister van Lidth de Joude. Voorloopig nog geen tweede autoweg op den Afsluitdijk. Bond van bedrijfsauto houders. Rijngrens en de onafhanke lijkheid van Nederland. Met het oog op de steeds toenemende be hoefte aan nieuwe en veilige wegen voor het autoverkeer heeft een redacteur van het Algemeen Nederlandsch Persbureau een onderhoud gehad met den minister van Waterstaat, jhr. ir. O. C. A. van Lidth de Jeude. In de eerste plaats herinnerde de journa list onzen verkeersminister aan een rede, die hij, vóórdat hij zijn ambt aanvaardde, in 1932 hield voor een gecombineerde bijeen komst van het internationaal comité voor den bouw van speciale autowegen (icobosa) en de Nederlandsche vereeniging voor speciale autowegen over de urgentie van dit type van verkeersweg, dat toen door ir. van Lidth de Jeugde méér economisch werd ge acht dan de autowegen met nevenbanen voor niet-motorisch verkeer. Is zoo werd de vraag tot den minister gericht Uw opvatting ten deze onver anderd gebleven? Dat is inderdaad het geval, wanneer men althans te maken heeft met intensief snelverkeer. Voor speciale autowegen heeft heeft men echter minstens vier rijbanen noodig, met een scheidingsstrook in het midden, terwijl kruisingen a niveau niet, of althans zoo min mogelijk, aanwezig mogen zijn. Het is de bedoeling, onze nieuwe pri maire wegen, voorzoover daarop intensief snelverkeer te verwachten is, reeds dadelijk of in de toekomst als autosnelwegen aan te leggen. Dat zullen dan in de eerste plaats zijn de groote verbindingen noord-zuid en oost-west. Minister van Lidth de Jeude. In voorbereiding is thans een nieuw overzicht van de wegen, welke in de naaste toekomst moeten worden aangelegd of ver beterd. Het ligt n.1. in de bedoeling, het rijks- wegenplan-1932, dat evenals het vorige (1927) voor een werkperiode van 5 jaren was opgezet, een jaar langer te doen gelden, om zoodoende tijd te winnen voor een geheel herzien wegenplan, dat dan in 1938 kan worden vastgesteld. Daarbij zal dan tevens rekening worden gehouden met de behoefte aan wegenverbetering ten plattelande. Voor verscheidene niet-intensief bereden primaire wegen kan m.i. voorloopig met minder dan vier banen worden volstaan, ook zonder dat de veiligheid in het gedrang komt. De interviewer vroeg den minister ver volgens naar diens indrukken betreffende den specialen autoweg KeulenDusseldorp, waarvan Z. Exc. de opening op Hemelvaarts dag heeft bijgewoond. Mijn bezoek aldaar, zoo antwoordde de minister, gold niet alleen den rijksautoweg Keulen—Dusseldorp, maar ook de „Nur- autostrasse" FrankfurtHeidelbergMann- heim, die reeds een tijd geleden in gebruik werd gesteld.. Vergeleken by de „Nur auto-strasse" Keulen—Bonn, welke ik vroeger reeds be reed, beteekenen laatstgenoemde wegen een belangrijke verbetering. Men heeft er ten zeerste rekening gehouden met het natuur schoon, dat van den weg af in dit geacciden teerde boschrijke gebied in ruime mate te genieten valt, terwijl er geen enkele krui sing a niveau is. Mijn eindindruk is, dat het mooie wegen zijn, maar tevens, dat wij met onze nieuwe wegen in vergelijking met Duitschland geen slecht figuur slaan. Onze nieuwe wegen hebben rijbanen van elk 3 meter met 0,50 M. kantstrook en 2,50 M. zijberm, terwijl de Duitsche wegen voor elke verkeersrichting rijbanen van 3,75 M. met een scheidings strook van 5 M. tusschen beide wegen en een meter kantstrook met een meter zij berm aan de rechterzijde hebben. Het gevaar van tripleeren op een rijweg van 7,50 M. is op die wijze niet denkbeeldig, terwijl het op onze wegen met scheidingsstrook, wanneer er aan weerszijden twee banen vart 3 M. of iets meer zijn, niet mogelijk is, dat drie auto's naast elkander rijden. De 2,50 M. harde berm laat ten onzent een rustig en veilig stationneeren van defecte auto's op den zij berm toe, terwijl bij de Duitsche wegen die gelegenheid niet voldoende is. Dan nog iets anders: wanneer men op onze autowegen in vlak terrein door een of andere oorzaak den koers verliest, dan kan men op de 2 1/2 meter breede zijstrook en desnoods op het aangrenzende terrein den wagen met minder gevaar laten uitloo- pen dan op den smalleren zij berm der Duitsche autowegen. Dit is van bijzonder belang, omdat deze wegen, zooals gezegd, meestal in geaccidenteerd terrein zijn ge legen en dus in ophooging of in ingraving zijn aangelegd. De A. N. P.-redacteur bracht vervolgens het bezwaar naar voren, dat hier te lande de aanleg van autowegen in zoo kleine ge deelten verspreid geschiedt en constateer de, dat zoodoende het nuttig effect uiterst gering is. De minister erkende dit bezwaar, doch zeide, de oorzaak in hoofdzaak te moeten wijten aan technische en administratieve moeilijkheden, oponthoud bij onteigening e.d. Z. Exc. voegde hieraan toe, dat er thans naar gestreefd wordt, om, nadat een weg is aangevat, dezen zoo spoedig mogelijk te. voltooien. Anderzijds mag niet worden vergeten, dat ook wij wegen aan een stuk weten te maken, bijv. Amsterdam—Sassenheim. Van den weg RotterdamEist, ter lengte van 100 K.M., is het gedeelte reeds voltooid. De weg Den Haag—Gouda—Utrecht, een weg van 60 K.M., gelegen in uitzonderlijk slecht terrein, is in een vergevorderd sta dium van uitvoering. Bovendien worden er vele millioenen aan onze bruggen over de groote rivieren be steed, waarvan dit jaar die te Nijmegen en te Vianen geheel gereed kwamen en die bij den Moerdijk bijna gereed is. Naast de 9 a 10 millioen per jaar uit het verkeersfonds, is verleden jaar 12 millioen en wordt dit jaar weder 10 rhillioen uit 't werkfonds aan de wegenverbetering ten koste gelegd. Hoewel de middelen beperkt zijn, wordt inderdaad al het mogelijke ge daan, om de wegen te doen beantwoorden aan moderne eischen. Nog gaf de redacteur uiting aan zijn in druk, dat spoorweginvloeden den auto-we gen-aanleg belemmeren. De minister ontkende niet, dat de scher pe strijd tusschen rails- en motorverkeer invloed op de verkeerspolitiek had uitge oefend, doch achtte zoodanigen invloed op den aut-wegenaanleg niet aanwezig. Men moet echter niet vergeten, dat de spoorwegen het eigendom zijn van de Ne derlandsche volksgemeenschap en dat zij dus niet als quantite neglegiable mogen worden beschouwd. Misschien kunnen wij over een halve eeuw de spoorwegen mis sen, doch thans is dat zeker nog niet het geval. De staat moet nu eenmaal de tekor ten bijpassen. Door electrificatie van de spooregen kun nen de exploitatiekosten aanienlijk worden verlaagd en in die richting wordt thans hard gewerkt. Bovendien zijn in 1934 een zestal en in 1935 een vijftal niet-rendabele Hjnen door den Staat genaast en opgeheven. Er zijn nu geen particuliere spoorlijnen meer te naasten, zoodat thans zal moeten worden overgegaan tot opheffing van daarvoor in aanmerking komende lijnen der Nederlandsche spoor, terwijl met de autobus-dienstondernemers overleg wordt gepleegd inzake de overneming van het vervoer. Voorts mag worden verwacht, dat ook de diesSeltractie de tekorten zal doen verminderen. Tenslotte vestigde de interviewer de aandacht op den afsluitdijk, waarvan tot- nutoe alleen de zuidelijke helft van het dwarsprofiel voor het autoverkeer is inge richt, terwijl nog altijd de noordelijke helft braak ligt, omdat men bij den aanleg van den dijk de meening was toegedaan, dat daar een spoorweg behoorde te worden geconstrueerd. Is voor vroeg hij uw excellentie van meening, dat men daar ooit nog tot spoorwegaanleg zal besluiten? Voorloopig zal daar zeker niets van ko men, antwoordde de minister. Zou uw excellentie dan niet willen over geven, op dat noordelijke gedeelte een auto weg aan te leggen voor het verkeer van Friesland naar Noordholland, om dan den thans bestaanden weg uitsluitend voor het autoverkeer in de richting naar Friesland te kunnen bestemmen? Thans is er meermalen opstopping van 't autoverkeer, vooral bij het monument op den dijk. Inderdaad wordt de dijk daar ter plaatse vaak als parkeerterrein gebruikt door auto mobilisten, die het monument gaan bezich tigen. Overigens is het autoverkeer op den afsluitdijk nog niet zoo intensief, dat bij zondere maatregelen noodig zijn. Bij vermindering van de drukkende be lastingen, waaraan het automobilisme is onderworpen, zal dit in het algemeen en zeker ook op den afsluitdijk stellig in tensief worden, was het wederwoord. Dan zullen we verder zien, wat ons te doen staat, besloot de minister. Algemeene vergadering te Nijmegen Heden is te Nijmegen in het Concert gebouw „De Vereeniging" de jaarverga dering begonnen van den B. B. N., Bond van Bedrijfsautohonders in Nederland. Na de ontvangst van den deelnemers hedenmiddag te li.30 uur ten stadhuizs, werd de vergadering geopend met een rede van den algemeenen voorzitter, den heer A. J. ten Hope. Spr. was allereerst met groote voldoening op de tot standko ming van de verschillende vaste oeverver bindingen nu en in de toekomst, die ook voor bedrijfsautohouders van zoo groot belang is, gezien o.a. de veergelden en de vele uren die met het wachten voor de veren verloren gingen. De vooruitzichten, waaronder deze jaarvergadering wordt gehouden, kunnen nog allerminst gunstig genoemd worden Het is jammer, dat de voldoening, die allerwege wordt gemaakt, over de glorie rijke volbrenging van alle groote werken getemperd wordt door de wetenschap, dat het motorisch verkeer opnieuw belast is, om de verbindingen over rivieren en stroomen door middel van bruggen tot stand te brengen. De plaats, die het motorrijtuig in ons maatschappelijk bestel inneemt, en volgens de wett.en der economie moet innemen, wordt betwist. Daarbij wordt vergeten, dat die plaats veroverd is, niet dank zij de economische crisis, maar als een gevolg daarvan en om haar te overwinnen. Op het ontwerp van wet tot het tegen gaan van oververmoeidheid by bestuur ders van motorrijtuigen verklaart de me morie van toelichting, dat de in die wet beoogende maatregelen ook zuilen mede werken, de coördinatie te bevorderen. Vorige week is een ontwerp van wet ver schenen, om voor de gezamenlijke tram wegen in Noord-Brabant de schatkist van rijk en provincie weer open te zetten. Spr. wees er op, dat met deze nieuwe aderlating op de gemeenschapsgelden ook weder wordt betoogd, dat zij zoo goed zal zijn voor de coördinatie. Volgens spr. zou men thans eindelijk een einde moeten maken aan dezen over heidssteun in den bodemloozen put en het vervoer overlaten aan het particuliere ini tiatief. En wat betreft de Rijtydenwet inzake voorstellen over rust- en arbeidstijden voor autobestuurders achtte spr. het van vitaal belang, dat de regeering in deze de voor lichting van het bedrijfsleven vraagt. Voorts zou het op prijs worden gesteld, indien de versterking van bruggen liggen de in groote wegen, maar afgesloten voor zwaardere motorrijtuigen, spoedig ter hand werd genomen. De heer ten Hope memoreerde tenslotte de goede betrekkingen met de andere ver- keersbonden. Na deze openingsrede van den voorzit ter werd de vergadering huishoudelijk. Ter afsluiting va ndezen dag wordt een tocht door de omgeving gemaakt. De lasten van het motorverkeer. Tijdens de lunch van den Bond van Be drijfsautohouders in Nederland hield prof. mr. dr. H. Westra, voorzitter van de Alge meene Nederlandsche Verkeersfederatie, een speech over de toenemende lasten van het motorwegvereker. Hij wees erop, dat de spoorwegen terecht een onderwerp van algemeen belang vormen, doch dat dit evenzeer het geval is met de andere ver- keersvormen als de luchtvaart, de binnen scheepvaart en het motorwegverkeer. In het algemeene verkeersbeeld neemt juist het motorwegverkeer een belangrijke plaats in door zijn economisch rendement en door de moeilijkheden van ontwikke ling, die deze jonge verkeersvorm biedt. Het is daarom te betreuren, dat de toe nemende lasten een dalend accres te zien geven, telkens bij de invoering van nieuwe belastingen, terwijl voor het eerst in 1935 ee nteruggang te constateeren valt. Waar het motorwegverkeer zijn aandeel in de kosten van den weg meer dan opbrengt, en alles bij elkaar gerekend meer dan 72 millioen per jaar opbrengt, zal de nieuwe heffing op de benzine en de coördinatie een verdere daling te zien geven. Mocht dit bewaarheid worden, dan zal dit zoo wel fiscaal als ten aanzien van de werk loosheid funest kunnen worden. DE REISBELASTING. De Stichting voor Studiereizen, gevestigd te Amsterdam, heeft zich gewend tot de Tweede Kamer met het verzoek, de wet op de reisbelasting niet aan te nemen, tenzij wordt bepaald, dat voormalle studiereizen een maximum-tarief zal gelden van 12 en dat dit bedrag slechts één maal behoeft te worden voldaan, ook indien de studie-reizi ger zijn verblijf in het buitenland door een bezoek aan Nederland onderbreekt. De stichting acht het tarief van 24 voor „be- roesreiziger" te groot, daar de studie-reizi ger, om dit bedrag te kunnen voldoen, zijn verblijf in het buitenland in den regel met 8 tot 10 dagen zal moeten bekorten. UITVOERING DER ZUIDERZEESTEUNWET. Stopzetting uitbetaling toeslagen op bedrijfsinkomsten? Het Tweede Kamerlid Drop heeft aan den minister van waterstaat de volgende schrif telijke vragen gesteld: 1. Is het waar, dat de Rijksdienst ter uit voering van de Zuiderzeesteunwet heeft be sloten, de toeslagen op bedrijfsinkomsten, verleend volgens artikel 6 der Zuiderzee steunwet aan belanghebbenden in den zin dier wet, voorloopig na 21 Juni 1936 niet verder uit te betalen? 2. Wil de minister, indien vraag 1 be vestigend moet worden beantwoord, mede- deelen wat de rendenen voor dit besluit zijn geweest en voor welke groepen van belang hebbenden deze beslissing geldt, zulks met mededeeling van den volledigen inhoud der vastgestelde toeslagregelingen? 3. Indien vraag 1 in ontkennenden zin zou moeten worden beantwoord, wil de mi nister dan alle vastgestelde toeslagregelin gen publiceeren met mededeeling, voor welke groepen van belanghebbenden deze verschillende regelingen gelden? ONPLEZIERIGE ONTMOETING VAN EEN WOONSCHIP. Gistermiddag heeft op den Ouden Rijn, nabij de Gouwsluis, een aanvaring plaats gehad, welke zich aanvankelijk zeer ernstig liet aanzien, doch dat tenslotte nog bijzon der goed is afgeloopen. Aan den wal lag een woonschip van den heer Pijnenburg, gedomicilieerd te Den Haag, gemeerd, toen het motorschip „De tijd zal 't leeren met schipper Jan Pols uit Gouderak passeerde. Juist op dat oogenblik maakte de giek van het motorschip een zwaai en bleef achter den mast van het woonschip steken, met het gevolg, dat de drijvende woning werd meegesleurd. Een en ander veroorzaakte natuurlijk consternatie. Het schip kantelde eenigszins, waardoor eenige kinderen van Pijnenbuig, die zich aan dek bevonden, te waten vielen. Zij konden door toegeschoten hulp zeer spoedig op het droge worden gebracht. In het woonschip zelve werd het huisraad dooreen geworpen, waardoor het meubilair ernstig werd gehavend. Doordat de mast van het woonschip af knapte, kwam het vaartuig tenslotte tot stil- stand, De politie heeft de zaak ta onderzoek. AAN EEN ZONNESTEEK OVERLEDEN. Te Alphen aan den Rijn is gistermiddag de zeventigjarige Cor Bruines, terwijl hij by den landbouwer Oosthoek aan den West-kanaal weg werkzaam was, vermoede lijk door een zonnesteek getroffen. De be jaarde man, die op een wagen met hooi stond, stortte plotseling omlaag en werd levenloos opgenomen. GOEDKOOPE GROENTEN VOOR DE MIJNWERKERS. De Algemeene Nederlandsche Mijnwer kers Bond heeft een adres aan den minister van sociale zaken gezonden, waarin wordt verzocht aan de mijnwerkers goedkoope groenten te willen verstrekken in denzelf den geest als dit aan de werkloozen ge schiedt en dan hen ook bij de verstrekking van het bussenvleesch weer in te schakelen. CONGRES CENTRALE BOND VAN TRANSPORTARBEIDERS. De tweede dag. De tweejaarlyksche algemeene vergade ring van den Centralen Bond van Trans portarbeiders, welke gisteren in de Doelen te Rotterdam is begonnen, is gistermorgen voortgezet.» De heer Sormani (hoofdbestuur) beant woordde eenige op den eersten dag van het congres gemaakte opmerkingen ten aan zien van de Unie van chauffeurs, van welker handhaving als zelfstandige organisatie spr. geen voorstander is. Het conflict te IJmuiden. De bondsvoorzitter zeide, dat het hoofd bestuur betreurt, dat een belangrijk deel van de leden van den C. B. T. te IJmuiden medewerking heeft verleend aan de op richting van een comité van actie. Het hoofdbestuur blijft elke samenwerking met dit comité afwijzen, en het blijft eischen, dat de leden van den Centralen Bond zich losmaken van dit comité, zooals reeds een belangrijk deel heeft gedaan en zich in middels achter de bondsleiding heeft ge plaatst. Het bestuur van de reedersvereeniging te IJmuiden, met wie de oplossing voor dit conflict moet gevonden worden, verlangt dat de leden van de arbeidersorganisaties zich achter de bondsleiding plaatsen en is alleen dan bereid met de vier organisaties der werknemers in overleg té treden. Na de discussies van eergisteren heeft het hoofdbestuur vergaderd met het afdeelings- bestuur en eenige leden uit IJmuiden, in welke bijeenkomst overeenstemming is bereikt. De staking te Antwerpen. De heer de Witte, vertegenwoordiger van een Belgische organisatie van transportar beiders, die de leiding heeft gehad bij de j.L Maandag opgeheven staking in de Antwerp- sche haven, heeft daarop het woord ge voerd over het verloop van het conflict. Middagvergadering van den twee den dag. In de middagbyeenkomst van den Cen tralen Bond van Transportarbeiders heeft Ir. H. Vos, leider van het wetenschappelijk bureau van de S. D. A. P., een inleiding ge houden over het vervoersvraagstuk en het Plan van den Arbeid, waarin spr. uiteen zette, dat de voorgestelde ordening volgens het plan verhooging van het transport be- teekent. Op het referaat volgde eenige discussie. Het congres zette zich daarna weer aan zijn huishoudelijke taak. Met 110 tegen 101 stem men nam de vergadering het voorstel van het hoofdbestuur aan om het aantal hoofd bestuursleden van 15 op 13 te brengen. Ook is een wijziging van het huishoude lijk reglement, betreffende de verdeeling van de functies in het congres aangenomen. Het congres is daarop verdaagd tot he denochtend 9 uur. Dezer dagen is onder de rubriek "inge zonden stukken" in de „Daily Telegraph" een schrijven gepubliceerd van den heer H C. Buurman uit Amsterdam, die daarin crl- tiek uitoefende op een artikel van majoor A. C. Temperley en die de doelmatigheid van de Nederlandsche defensie behandelde In de editie van heden antwoordt gene raal majoor Temperley den heer Buurman in een uitvoerig schrijven, waarin hij uit eenzet, dat by een Duitschen aanval op Frankrijk de Duitsche troepen zich weinig gelegen zouden laten liggen aan de Holland- sohe waterlinie, aangezien zij slechts door Limburg en Brabant zouden moeten trekken voor het uitvoeren van een snellen aanval in zuidelijke richting. Bovendien zouden de achter de waterlinie liggende Nederlandsche steden uit de lucht zonder directen aanval op den grond in de asch kunnen worden gelegd. Generaal majoor Temperley beëindigd zyn beschouwing als volgt: „De bestudeering van een goede kaart zal de meeste menschen overtuigen van de redelijkheid der opvatting, dat Nederland en België de sleutel vormen voor een suc cesvolle verdediging tegen een aanval in West-Europa. Frankrijk is sterk genoeg om voor zich zelf te zorgen. Zoolang de Locarno-verplichting bestaat behoort de bepaling betreffende militairen bijstand aan de lage landen het kardinale punt van onze strategie uit te maken. Het is een gemakkelijke, maar onverstandig» leer te veronderstellen, dat hierin kan worden voorzien alleen door de lucht. Onze groote inspanning moet uitgaan naar het voorko men van het aanleggen van vijandelijke vliegvelden en duikbootbases aan de Vlaam- sche kust. Dit kan alleen geschieden door militairen steun aan de Nederlandsch en Belgische legers. Deze vliegvelden achter den Rijn te houden, zal ons niet beveiligen tegen luchtbombardementen, maar het zal de intensiteit daarvan enorm verminderen. In een tijd, waarin staatslieden bespre kingen voeren over de vraag voor welke doeleinden het volk van dit land bereid la oorlog te voeren, mogen we zonder aarzelen de onafhankelijkheid van de lage landen als eerstvolgende plaatsen na onze eigen rijksverdediging. MISLUKTE LANDING OP WAALHAVEN. Met de Koolhoven F.K. 48. De leerling-vlieger Schoute heeit heden morgen bij een oefenvlucht met de Koolhoven F.K. 43, de PH-AJK (Krekel) een mislukte landing op Waalhaven gemaakt, waarbij het toestel ernstig werd beschadigd. De bestuurder en de andere inzittende leer ling-vlieger Natan bekwamen geen letseL ESKADER LETLANDSCHE WATER VLIEGTUIGEN BEZOEKT SCHELLINGWOUDE. Gisteravond te ongeveer half zeven, !s in de Marine-vlieghaven te Schellingwoude een ekader aangekomen van drie Letlandscbe militaire watervliegtuigen, die een tocht maken langs Oost- en Noordzee, en daarbij, behalve ons land, ook Denemarken, Engeland en Frankrijk bezoeken. De machines daalden vlot op het water van het buiten-IJ en taxieden vervolgens naar de vliegloods, waar ter verwelkoming aanwezig waren: de consul van Letland te Amsterdam, de heer T. van Monsjou, als vertegenwoordiger van den zelf verhinderden commandant der Marine te Amsterdam, zijn plaatsvervanger luitenant ter zee der tweede klasse jhr. J. H. W. S. Laman Trip en de commandant van dt Marine-vlieghaven, luitenant ter zee Gestel. Het eskader bestaat uit drie eenmotorige Fairey Seal toestellen, die plaats bieden aan drie personen. Commandant van het eskader is de kolonel Indans, die vergezeld wordt door drie kapi teins, drie kapitein-luitenants, een sergeant majoor en een sergeant. Naar oud Letlandsch gebruik bood het dochtertje van den heer van Monjou, den commandant van het eskader, bij wijze van verwelkoming brood met zout aan als sym bool der gastvrijheid. Hedenavond offreerde de heer van Monjou den officieren in het Amstel-hotel een diner. Morgen zullen de Letlandsche militairen een bezoek brengen aan Schiphol en de daar ge vestigde afdeeling der Fokkerfabrieken be zichtigen, terwijl daarna commandant Indans informeele bezoeken zal afleggen bij den bur gemeester, bij den Garnizoenscommandant van Amsterdam, overste Boswijk en bij den commandant der Marine, kapitein ter zee J, E. Meijer Ranneft. Te drie uur vertrekt het eskader van Schel lingwoude. Op den terugweg zal het, op 30 Juni a.s., nog een kort bezoek brengen aan het vliegkamp „De Mok". 41. Vol aandacht bestudeerde de professor de nieuwe vermomming, maar hij bedacht dat de dieren op het veld waarschijnlijk nog meer zouden schrikken van een olifant dan van een mensch. 42. „Weet je wat Piet", zei hij tegen zijn zoontje, „we zullen onze oude beproefde pakjes maar weer aantrek ken voor onze verdere reizen".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 6