fuchtvaact
PROFESSOR SLIM EN ZOON
het rijkswegen plan in
herziening.
Interview met minister
van Lidth de Joude.
Voorloopig nog geen tweede
autoweg op den Afsluitdijk.
Bond van bedrijfsauto
houders.
Rijngrens en de onafhanke
lijkheid van Nederland.
Met het oog op de steeds toenemende be
hoefte aan nieuwe en veilige wegen voor
het autoverkeer heeft een redacteur van
het Algemeen Nederlandsch Persbureau een
onderhoud gehad met den minister van
Waterstaat, jhr. ir. O. C. A. van Lidth de
Jeude.
In de eerste plaats herinnerde de journa
list onzen verkeersminister aan een rede,
die hij, vóórdat hij zijn ambt aanvaardde, in
1932 hield voor een gecombineerde bijeen
komst van het internationaal comité voor
den bouw van speciale autowegen (icobosa)
en de Nederlandsche vereeniging voor
speciale autowegen over de urgentie van dit
type van verkeersweg, dat toen door ir. van
Lidth de Jeugde méér economisch werd ge
acht dan de autowegen met nevenbanen
voor niet-motorisch verkeer.
Is zoo werd de vraag tot den minister
gericht Uw opvatting ten deze onver
anderd gebleven?
Dat is inderdaad het geval, wanneer
men althans te maken heeft met intensief
snelverkeer. Voor speciale autowegen heeft
heeft men echter minstens vier rijbanen
noodig, met een scheidingsstrook in het
midden, terwijl kruisingen a niveau niet, of
althans zoo min mogelijk, aanwezig mogen
zijn.
Het is de bedoeling, onze nieuwe pri
maire wegen, voorzoover daarop intensief
snelverkeer te verwachten is, reeds dadelijk
of in de toekomst als autosnelwegen aan te
leggen. Dat zullen dan in de eerste plaats
zijn de groote verbindingen noord-zuid en
oost-west.
Minister van Lidth de Jeude.
In voorbereiding is thans een nieuw
overzicht van de wegen, welke in de naaste
toekomst moeten worden aangelegd of ver
beterd.
Het ligt n.1. in de bedoeling, het rijks-
wegenplan-1932, dat evenals het vorige
(1927) voor een werkperiode van 5 jaren
was opgezet, een jaar langer te doen gelden,
om zoodoende tijd te winnen voor een geheel
herzien wegenplan, dat dan in 1938 kan
worden vastgesteld. Daarbij zal dan tevens
rekening worden gehouden met de behoefte
aan wegenverbetering ten plattelande.
Voor verscheidene niet-intensief bereden
primaire wegen kan m.i. voorloopig met
minder dan vier banen worden volstaan,
ook zonder dat de veiligheid in het gedrang
komt.
De interviewer vroeg den minister ver
volgens naar diens indrukken betreffende
den specialen autoweg KeulenDusseldorp,
waarvan Z. Exc. de opening op Hemelvaarts
dag heeft bijgewoond.
Mijn bezoek aldaar, zoo antwoordde de
minister, gold niet alleen den rijksautoweg
Keulen—Dusseldorp, maar ook de „Nur-
autostrasse" FrankfurtHeidelbergMann-
heim, die reeds een tijd geleden in gebruik
werd gesteld..
Vergeleken by de „Nur auto-strasse"
Keulen—Bonn, welke ik vroeger reeds be
reed, beteekenen laatstgenoemde wegen een
belangrijke verbetering. Men heeft er ten
zeerste rekening gehouden met het natuur
schoon, dat van den weg af in dit geacciden
teerde boschrijke gebied in ruime mate te
genieten valt, terwijl er geen enkele krui
sing a niveau is.
Mijn eindindruk is, dat het mooie wegen
zijn, maar tevens, dat wij met onze nieuwe
wegen in vergelijking met Duitschland geen
slecht figuur slaan. Onze nieuwe wegen
hebben rijbanen van elk 3 meter met 0,50
M. kantstrook en 2,50 M. zijberm, terwijl de
Duitsche wegen voor elke verkeersrichting
rijbanen van 3,75 M. met een scheidings
strook van 5 M. tusschen beide wegen en
een meter kantstrook met een meter zij berm
aan de rechterzijde hebben. Het gevaar van
tripleeren op een rijweg van 7,50 M. is op
die wijze niet denkbeeldig, terwijl het op
onze wegen met scheidingsstrook, wanneer
er aan weerszijden twee banen vart 3 M. of
iets meer zijn, niet mogelijk is, dat drie
auto's naast elkander rijden. De 2,50 M.
harde berm laat ten onzent een rustig en
veilig stationneeren van defecte auto's op
den zij berm toe, terwijl bij de Duitsche
wegen die gelegenheid niet voldoende is.
Dan nog iets anders: wanneer men op
onze autowegen in vlak terrein door een of
andere oorzaak den koers verliest, dan
kan men op de 2 1/2 meter breede zijstrook
en desnoods op het aangrenzende terrein
den wagen met minder gevaar laten uitloo-
pen dan op den smalleren zij berm der
Duitsche autowegen. Dit is van bijzonder
belang, omdat deze wegen, zooals gezegd,
meestal in geaccidenteerd terrein zijn ge
legen en dus in ophooging of in ingraving
zijn aangelegd.
De A. N. P.-redacteur bracht vervolgens
het bezwaar naar voren, dat hier te lande
de aanleg van autowegen in zoo kleine ge
deelten verspreid geschiedt en constateer
de, dat zoodoende het nuttig effect uiterst
gering is.
De minister erkende dit bezwaar, doch
zeide, de oorzaak in hoofdzaak te moeten
wijten aan technische en administratieve
moeilijkheden, oponthoud bij onteigening
e.d. Z. Exc. voegde hieraan toe, dat er thans
naar gestreefd wordt, om, nadat een weg is
aangevat, dezen zoo spoedig mogelijk te.
voltooien.
Anderzijds mag niet worden vergeten,
dat ook wij wegen aan een stuk weten te
maken, bijv. Amsterdam—Sassenheim. Van
den weg RotterdamEist, ter lengte van
100 K.M., is het gedeelte reeds voltooid. De
weg Den Haag—Gouda—Utrecht, een weg
van 60 K.M., gelegen in uitzonderlijk
slecht terrein, is in een vergevorderd sta
dium van uitvoering.
Bovendien worden er vele millioenen aan
onze bruggen over de groote rivieren be
steed, waarvan dit jaar die te Nijmegen en
te Vianen geheel gereed kwamen en die bij
den Moerdijk bijna gereed is.
Naast de 9 a 10 millioen per jaar uit het
verkeersfonds, is verleden jaar 12 millioen
en wordt dit jaar weder 10 rhillioen uit 't
werkfonds aan de wegenverbetering ten
koste gelegd. Hoewel de middelen beperkt
zijn, wordt inderdaad al het mogelijke ge
daan, om de wegen te doen beantwoorden
aan moderne eischen.
Nog gaf de redacteur uiting aan zijn in
druk, dat spoorweginvloeden den auto-we
gen-aanleg belemmeren.
De minister ontkende niet, dat de scher
pe strijd tusschen rails- en motorverkeer
invloed op de verkeerspolitiek had uitge
oefend, doch achtte zoodanigen invloed op
den aut-wegenaanleg niet aanwezig.
Men moet echter niet vergeten, dat de
spoorwegen het eigendom zijn van de Ne
derlandsche volksgemeenschap en dat zij
dus niet als quantite neglegiable mogen
worden beschouwd. Misschien kunnen wij
over een halve eeuw de spoorwegen mis
sen, doch thans is dat zeker nog niet het
geval. De staat moet nu eenmaal de tekor
ten bijpassen.
Door electrificatie van de spooregen kun
nen de exploitatiekosten aanienlijk worden
verlaagd en in die richting wordt thans
hard gewerkt. Bovendien zijn in 1934 een
zestal en in 1935 een vijftal niet-rendabele
Hjnen door den Staat genaast en opgeheven.
Er zijn nu geen particuliere spoorlijnen
meer te naasten, zoodat thans zal moeten
worden overgegaan tot opheffing van
daarvoor in aanmerking komende lijnen
der Nederlandsche spoor, terwijl met de
autobus-dienstondernemers overleg wordt
gepleegd inzake de overneming van het
vervoer. Voorts mag worden verwacht, dat
ook de diesSeltractie de tekorten zal doen
verminderen.
Tenslotte vestigde de interviewer de
aandacht op den afsluitdijk, waarvan tot-
nutoe alleen de zuidelijke helft van het
dwarsprofiel voor het autoverkeer is inge
richt, terwijl nog altijd de noordelijke helft
braak ligt, omdat men bij den aanleg van
den dijk de meening was toegedaan, dat
daar een spoorweg behoorde te worden
geconstrueerd. Is voor vroeg hij uw
excellentie van meening, dat men daar ooit
nog tot spoorwegaanleg zal besluiten?
Voorloopig zal daar zeker niets van ko
men, antwoordde de minister.
Zou uw excellentie dan niet willen over
geven, op dat noordelijke gedeelte een auto
weg aan te leggen voor het verkeer van
Friesland naar Noordholland, om dan den
thans bestaanden weg uitsluitend voor het
autoverkeer in de richting naar Friesland
te kunnen bestemmen?
Thans is er meermalen opstopping van 't
autoverkeer, vooral bij het monument op
den dijk.
Inderdaad wordt de dijk daar ter plaatse
vaak als parkeerterrein gebruikt door auto
mobilisten, die het monument gaan bezich
tigen. Overigens is het autoverkeer op den
afsluitdijk nog niet zoo intensief, dat bij
zondere maatregelen noodig zijn.
Bij vermindering van de drukkende be
lastingen, waaraan het automobilisme is
onderworpen, zal dit in het algemeen en
zeker ook op den afsluitdijk stellig in
tensief worden, was het wederwoord.
Dan zullen we verder zien, wat ons te
doen staat, besloot de minister.
Algemeene vergadering te Nijmegen
Heden is te Nijmegen in het Concert
gebouw „De Vereeniging" de jaarverga
dering begonnen van den B. B. N., Bond
van Bedrijfsautohonders in Nederland.
Na de ontvangst van den deelnemers
hedenmiddag te li.30 uur ten stadhuizs,
werd de vergadering geopend met een
rede van den algemeenen voorzitter, den
heer A. J. ten Hope. Spr. was allereerst
met groote voldoening op de tot standko
ming van de verschillende vaste oeverver
bindingen nu en in de toekomst, die ook
voor bedrijfsautohouders van zoo groot
belang is, gezien o.a. de veergelden en de
vele uren die met het wachten voor de
veren verloren gingen.
De vooruitzichten, waaronder deze
jaarvergadering wordt gehouden, kunnen
nog allerminst gunstig genoemd worden
Het is jammer, dat de voldoening, die
allerwege wordt gemaakt, over de glorie
rijke volbrenging van alle groote werken
getemperd wordt door de wetenschap, dat
het motorisch verkeer opnieuw belast is,
om de verbindingen over rivieren en
stroomen door middel van bruggen tot
stand te brengen.
De plaats, die het motorrijtuig in ons
maatschappelijk bestel inneemt, en volgens
de wett.en der economie moet innemen,
wordt betwist. Daarbij wordt vergeten,
dat die plaats veroverd is, niet dank zij de
economische crisis, maar als een gevolg
daarvan en om haar te overwinnen.
Op het ontwerp van wet tot het tegen
gaan van oververmoeidheid by bestuur
ders van motorrijtuigen verklaart de me
morie van toelichting, dat de in die wet
beoogende maatregelen ook zuilen mede
werken, de coördinatie te bevorderen.
Vorige week is een ontwerp van wet ver
schenen, om voor de gezamenlijke tram
wegen in Noord-Brabant de schatkist van
rijk en provincie weer open te zetten.
Spr. wees er op, dat met deze nieuwe
aderlating op de gemeenschapsgelden ook
weder wordt betoogd, dat zij zoo goed zal
zijn voor de coördinatie.
Volgens spr. zou men thans eindelijk
een einde moeten maken aan dezen over
heidssteun in den bodemloozen put en het
vervoer overlaten aan het particuliere ini
tiatief.
En wat betreft de Rijtydenwet inzake
voorstellen over rust- en arbeidstijden voor
autobestuurders achtte spr. het van vitaal
belang, dat de regeering in deze de voor
lichting van het bedrijfsleven vraagt.
Voorts zou het op prijs worden gesteld,
indien de versterking van bruggen liggen
de in groote wegen, maar afgesloten voor
zwaardere motorrijtuigen, spoedig ter hand
werd genomen.
De heer ten Hope memoreerde tenslotte
de goede betrekkingen met de andere ver-
keersbonden.
Na deze openingsrede van den voorzit
ter werd de vergadering huishoudelijk.
Ter afsluiting va ndezen dag wordt een
tocht door de omgeving gemaakt.
De lasten van het motorverkeer.
Tijdens de lunch van den Bond van Be
drijfsautohouders in Nederland hield prof.
mr. dr. H. Westra, voorzitter van de Alge
meene Nederlandsche Verkeersfederatie,
een speech over de toenemende lasten van
het motorwegvereker. Hij wees erop, dat
de spoorwegen terecht een onderwerp van
algemeen belang vormen, doch dat dit
evenzeer het geval is met de andere ver-
keersvormen als de luchtvaart, de binnen
scheepvaart en het motorwegverkeer. In
het algemeene verkeersbeeld neemt juist
het motorwegverkeer een belangrijke
plaats in door zijn economisch rendement
en door de moeilijkheden van ontwikke
ling, die deze jonge verkeersvorm biedt.
Het is daarom te betreuren, dat de toe
nemende lasten een dalend accres te zien
geven, telkens bij de invoering van nieuwe
belastingen, terwijl voor het eerst in 1935
ee nteruggang te constateeren valt. Waar
het motorwegverkeer zijn aandeel in de
kosten van den weg meer dan opbrengt,
en alles bij elkaar gerekend meer dan 72
millioen per jaar opbrengt, zal de nieuwe
heffing op de benzine en de coördinatie
een verdere daling te zien geven. Mocht
dit bewaarheid worden, dan zal dit zoo
wel fiscaal als ten aanzien van de werk
loosheid funest kunnen worden.
DE REISBELASTING.
De Stichting voor Studiereizen, gevestigd
te Amsterdam, heeft zich gewend tot de
Tweede Kamer met het verzoek, de wet op
de reisbelasting niet aan te nemen, tenzij
wordt bepaald, dat voormalle studiereizen
een maximum-tarief zal gelden van 12 en
dat dit bedrag slechts één maal behoeft te
worden voldaan, ook indien de studie-reizi
ger zijn verblijf in het buitenland door een
bezoek aan Nederland onderbreekt. De
stichting acht het tarief van 24 voor „be-
roesreiziger" te groot, daar de studie-reizi
ger, om dit bedrag te kunnen voldoen, zijn
verblijf in het buitenland in den regel met
8 tot 10 dagen zal moeten bekorten.
UITVOERING DER
ZUIDERZEESTEUNWET.
Stopzetting uitbetaling toeslagen op
bedrijfsinkomsten?
Het Tweede Kamerlid Drop heeft aan den
minister van waterstaat de volgende schrif
telijke vragen gesteld:
1. Is het waar, dat de Rijksdienst ter uit
voering van de Zuiderzeesteunwet heeft be
sloten, de toeslagen op bedrijfsinkomsten,
verleend volgens artikel 6 der Zuiderzee
steunwet aan belanghebbenden in den zin
dier wet, voorloopig na 21 Juni 1936 niet
verder uit te betalen?
2. Wil de minister, indien vraag 1 be
vestigend moet worden beantwoord, mede-
deelen wat de rendenen voor dit besluit zijn
geweest en voor welke groepen van belang
hebbenden deze beslissing geldt, zulks met
mededeeling van den volledigen inhoud der
vastgestelde toeslagregelingen?
3. Indien vraag 1 in ontkennenden zin
zou moeten worden beantwoord, wil de mi
nister dan alle vastgestelde toeslagregelin
gen publiceeren met mededeeling, voor
welke groepen van belanghebbenden deze
verschillende regelingen gelden?
ONPLEZIERIGE ONTMOETING VAN
EEN WOONSCHIP.
Gistermiddag heeft op den Ouden Rijn,
nabij de Gouwsluis, een aanvaring plaats
gehad, welke zich aanvankelijk zeer ernstig
liet aanzien, doch dat tenslotte nog bijzon
der goed is afgeloopen.
Aan den wal lag een woonschip van den
heer Pijnenburg, gedomicilieerd te Den
Haag, gemeerd, toen het motorschip „De tijd
zal 't leeren met schipper Jan Pols uit
Gouderak passeerde. Juist op dat oogenblik
maakte de giek van het motorschip een
zwaai en bleef achter den mast van het
woonschip steken, met het gevolg, dat de
drijvende woning werd meegesleurd.
Een en ander veroorzaakte natuurlijk
consternatie. Het schip kantelde eenigszins,
waardoor eenige kinderen van Pijnenbuig,
die zich aan dek bevonden, te waten vielen.
Zij konden door toegeschoten hulp zeer
spoedig op het droge worden gebracht.
In het woonschip zelve werd het huisraad
dooreen geworpen, waardoor het meubilair
ernstig werd gehavend.
Doordat de mast van het woonschip af
knapte, kwam het vaartuig tenslotte tot stil-
stand,
De politie heeft de zaak ta onderzoek.
AAN EEN ZONNESTEEK OVERLEDEN.
Te Alphen aan den Rijn is gistermiddag
de zeventigjarige Cor Bruines, terwijl hij
by den landbouwer Oosthoek aan den
West-kanaal weg werkzaam was, vermoede
lijk door een zonnesteek getroffen. De be
jaarde man, die op een wagen met hooi
stond, stortte plotseling omlaag en werd
levenloos opgenomen.
GOEDKOOPE GROENTEN VOOR DE
MIJNWERKERS.
De Algemeene Nederlandsche Mijnwer
kers Bond heeft een adres aan den minister
van sociale zaken gezonden, waarin wordt
verzocht aan de mijnwerkers goedkoope
groenten te willen verstrekken in denzelf
den geest als dit aan de werkloozen ge
schiedt en dan hen ook bij de verstrekking
van het bussenvleesch weer in te schakelen.
CONGRES CENTRALE BOND VAN
TRANSPORTARBEIDERS.
De tweede dag.
De tweejaarlyksche algemeene vergade
ring van den Centralen Bond van Trans
portarbeiders, welke gisteren in de Doelen
te Rotterdam is begonnen, is gistermorgen
voortgezet.»
De heer Sormani (hoofdbestuur) beant
woordde eenige op den eersten dag van het
congres gemaakte opmerkingen ten aan
zien van de Unie van chauffeurs, van welker
handhaving als zelfstandige organisatie spr.
geen voorstander is.
Het conflict te IJmuiden.
De bondsvoorzitter zeide, dat het hoofd
bestuur betreurt, dat een belangrijk deel
van de leden van den C. B. T. te IJmuiden
medewerking heeft verleend aan de op
richting van een comité van actie. Het
hoofdbestuur blijft elke samenwerking met
dit comité afwijzen, en het blijft eischen,
dat de leden van den Centralen Bond zich
losmaken van dit comité, zooals reeds een
belangrijk deel heeft gedaan en zich in
middels achter de bondsleiding heeft ge
plaatst.
Het bestuur van de reedersvereeniging te
IJmuiden, met wie de oplossing voor dit
conflict moet gevonden worden, verlangt
dat de leden van de arbeidersorganisaties
zich achter de bondsleiding plaatsen en is
alleen dan bereid met de vier organisaties
der werknemers in overleg té treden.
Na de discussies van eergisteren heeft het
hoofdbestuur vergaderd met het afdeelings-
bestuur en eenige leden uit IJmuiden, in
welke bijeenkomst overeenstemming is
bereikt.
De staking te Antwerpen.
De heer de Witte, vertegenwoordiger van
een Belgische organisatie van transportar
beiders, die de leiding heeft gehad bij de j.L
Maandag opgeheven staking in de Antwerp-
sche haven, heeft daarop het woord ge
voerd over het verloop van het conflict.
Middagvergadering van den twee
den dag.
In de middagbyeenkomst van den Cen
tralen Bond van Transportarbeiders heeft
Ir. H. Vos, leider van het wetenschappelijk
bureau van de S. D. A. P., een inleiding ge
houden over het vervoersvraagstuk en het
Plan van den Arbeid, waarin spr. uiteen
zette, dat de voorgestelde ordening volgens
het plan verhooging van het transport be-
teekent.
Op het referaat volgde eenige discussie.
Het congres zette zich daarna weer aan zijn
huishoudelijke taak. Met 110 tegen 101 stem
men nam de vergadering het voorstel van
het hoofdbestuur aan om het aantal hoofd
bestuursleden van 15 op 13 te brengen.
Ook is een wijziging van het huishoude
lijk reglement, betreffende de verdeeling
van de functies in het congres aangenomen.
Het congres is daarop verdaagd tot he
denochtend 9 uur.
Dezer dagen is onder de rubriek "inge
zonden stukken" in de „Daily Telegraph"
een schrijven gepubliceerd van den heer H
C. Buurman uit Amsterdam, die daarin crl-
tiek uitoefende op een artikel van majoor
A. C. Temperley en die de doelmatigheid
van de Nederlandsche defensie behandelde
In de editie van heden antwoordt gene
raal majoor Temperley den heer Buurman
in een uitvoerig schrijven, waarin hij uit
eenzet, dat by een Duitschen aanval op
Frankrijk de Duitsche troepen zich weinig
gelegen zouden laten liggen aan de Holland-
sohe waterlinie, aangezien zij slechts door
Limburg en Brabant zouden moeten trekken
voor het uitvoeren van een snellen aanval
in zuidelijke richting. Bovendien zouden de
achter de waterlinie liggende Nederlandsche
steden uit de lucht zonder directen aanval
op den grond in de asch kunnen worden
gelegd.
Generaal majoor Temperley beëindigd
zyn beschouwing als volgt:
„De bestudeering van een goede kaart zal
de meeste menschen overtuigen van de
redelijkheid der opvatting, dat Nederland
en België de sleutel vormen voor een suc
cesvolle verdediging tegen een aanval in
West-Europa. Frankrijk is sterk genoeg om
voor zich zelf te zorgen.
Zoolang de Locarno-verplichting bestaat
behoort de bepaling betreffende militairen
bijstand aan de lage landen het kardinale
punt van onze strategie uit te maken. Het is
een gemakkelijke, maar onverstandig» leer
te veronderstellen, dat hierin kan worden
voorzien alleen door de lucht. Onze groote
inspanning moet uitgaan naar het voorko
men van het aanleggen van vijandelijke
vliegvelden en duikbootbases aan de Vlaam-
sche kust. Dit kan alleen geschieden door
militairen steun aan de Nederlandsch en
Belgische legers. Deze vliegvelden achter
den Rijn te houden, zal ons niet beveiligen
tegen luchtbombardementen, maar het zal
de intensiteit daarvan enorm verminderen.
In een tijd, waarin staatslieden bespre
kingen voeren over de vraag voor welke
doeleinden het volk van dit land bereid la
oorlog te voeren, mogen we zonder aarzelen
de onafhankelijkheid van de lage landen
als eerstvolgende plaatsen na onze eigen
rijksverdediging.
MISLUKTE LANDING OP WAALHAVEN.
Met de Koolhoven F.K. 48.
De leerling-vlieger Schoute heeit heden
morgen bij een oefenvlucht met de Koolhoven
F.K. 43, de PH-AJK (Krekel) een mislukte
landing op Waalhaven gemaakt, waarbij het
toestel ernstig werd beschadigd.
De bestuurder en de andere inzittende leer
ling-vlieger Natan bekwamen geen letseL
ESKADER LETLANDSCHE WATER
VLIEGTUIGEN BEZOEKT
SCHELLINGWOUDE.
Gisteravond te ongeveer half zeven, !s in de
Marine-vlieghaven te Schellingwoude een
ekader aangekomen van drie Letlandscbe
militaire watervliegtuigen, die een tocht maken
langs Oost- en Noordzee, en daarbij, behalve
ons land, ook Denemarken, Engeland en
Frankrijk bezoeken.
De machines daalden vlot op het water van
het buiten-IJ en taxieden vervolgens naar de
vliegloods, waar ter verwelkoming aanwezig
waren: de consul van Letland te Amsterdam,
de heer T. van Monsjou, als vertegenwoordiger
van den zelf verhinderden commandant der
Marine te Amsterdam, zijn plaatsvervanger
luitenant ter zee der tweede klasse jhr. J. H.
W. S. Laman Trip en de commandant van dt
Marine-vlieghaven, luitenant ter zee Gestel.
Het eskader bestaat uit drie eenmotorige
Fairey Seal toestellen, die plaats bieden aan
drie personen.
Commandant van het eskader is de kolonel
Indans, die vergezeld wordt door drie kapi
teins, drie kapitein-luitenants, een sergeant
majoor en een sergeant.
Naar oud Letlandsch gebruik bood het
dochtertje van den heer van Monjou, den
commandant van het eskader, bij wijze van
verwelkoming brood met zout aan als sym
bool der gastvrijheid.
Hedenavond offreerde de heer van Monjou
den officieren in het Amstel-hotel een diner.
Morgen zullen de Letlandsche militairen een
bezoek brengen aan Schiphol en de daar ge
vestigde afdeeling der Fokkerfabrieken be
zichtigen, terwijl daarna commandant Indans
informeele bezoeken zal afleggen bij den bur
gemeester, bij den Garnizoenscommandant
van Amsterdam, overste Boswijk en bij den
commandant der Marine, kapitein ter zee J, E.
Meijer Ranneft.
Te drie uur vertrekt het eskader van Schel
lingwoude.
Op den terugweg zal het, op 30 Juni a.s., nog
een kort bezoek brengen aan het vliegkamp
„De Mok".
41. Vol aandacht bestudeerde de professor de nieuwe
vermomming, maar hij bedacht dat de dieren op het
veld waarschijnlijk nog meer zouden schrikken van een
olifant dan van een mensch.
42. „Weet je wat Piet", zei hij tegen zijn zoontje, „we
zullen onze oude beproefde pakjes maar weer aantrek
ken voor onze verdere reizen".