Vtaaq en Aanbod
Stad eu QmoeoUuf.
Dr. Colijn en de R.-Kath.
Staatspartij.
TE WATER GERAAKT EN
VERDRONKEN.
De 20-jarige G. M. uit Nijmegen, die
aan de Nieuwehaven aldaar naar het vis-
schen zat te kijken, is plotseling te water
geraakt en verdronken. Hij werd spoedig
door de politie op het droge gebracht,
maar de levensgeesten waren reeds ge
weken.
EEN EN DERTIGSTE SPAARBANKDAG.
Op den gister te Vlissingen gehouden een
en dertigsten spaarbankdag van den Neder-
landschen Spaarbankbond zijn de periodiek
aftredende bestuurders, de heeren P. C. W.
baron van der Feltz en mr. L. F. A. M. van
Ogtrop herbenoemd.
In de vacatures F. Walkate, mr. F. W. R.
Wttewaall en J. N. E. Dekkers werden ge
kozen de heeren: F. C. A. Gebhard te Zaan
dam, mr. G. E. Kronenberg te Leeuwarden
en H. J. S. Schaepkens van Riempst te
Maastricht.
Aan de orde kwamen vervolgens de pun
ten: wijziging der statuten van den bond,
vaststelling van een algemeen reglement en
wijziging van het reglement van het steun
fonds.
De genomen besluiten werden geheel
eensluidend aan de door de commissie van
voorbereiding te dien aanzien ontworpen
redactie, met dien verstande dat verschil
lende amendementen door het bondsbestuur
werden overgenomen.
De overige amendementen werden inge
trokken of met zeer groote meerderheid
verworpen.
In de middagzitting hield de heer A. L.
Slis, directeur van de spaarbank te Rotter
dam, een inleiding over het onderwerp:
„Mijn bezoek aan eenige spaarbanken in
Noord-Amerika".
NAAR HET LOO.
De koningin is gisteravond te 6.10 ure per
trein naar het Loo vertrokken.
DE FEESTEN TE UTRECHT.
Bloemencorso.
Ter gelegenheid van de lustrumfeesten
was een bloemencorso georganiseerd, dat
zoo voortreffelijk geslaagd is, dat verklaard
mag worden, dat Utrecht waarschijnlijk nog
nimmer een dergelijk grootsch en fraai ver
zorgd corso binnen zijn muren heeft gehad.
Er was een afdeeling voor luxe auto's en
een voor reclamewagens, en bij deze laatste
was de reclame meestentijds op een verfijn
de wijze gediend.
Dat moge blijken uit het feit, dat de
groenten- en vruchtenveiling „Utrecht en
Omstreken" een wagen liet meerijden, waar
aan 23 uur aan één stuk door negen man
werd gewerkt om een kleurig mozaiek van
allerlei groenten en vruchten tot stand te
brengen, terwijl twee vaklieden anderhalve
week hebben getimmerd aan het geraamte,
waarop dit mozaiek rustte.
De luxe auto's (meest open) waren even
eens op een verfijnde wijze versierd, terwijl
de bezetting, over het algemeen jongedames,
zich in feestelijke toiletjes hadden gestoken,
die voortreffelijk aanpasten bij de versierde
wagens.
Des avonds had een concert plaats en
daarna een galabal en kermesse d'ete op het
feestterrein.
DE ROLZITTINGEN DER
RECHTBANKEN.
Wijziging in behandeling van
rechtszaken.
Ingediend is een wetsontwerp, dat de
strekking heeft de waarneming der rol
zittingen bij de arrondissements-recht-
banken aan de enkelvoudige Kamer op te
dragen.
In het algemeen zal de rolrechter heb
ben de rolbehandeling. De beslissing der
zaken en het aanhooren der pleidooien
blijven bij de meervoudige Kamer. Toch
bestaat er gereede aanleiding op dezen
laatsten algemeenen regel uitzonderingen
te maken. Dat een rolrechter een dag
vaarding nietig moet kunnen verklaren,
dat hij verstek moet kunnen verleenen,
zal weinig tegenspraak ontmoeten. Toch
kunnen zich ook daarbij gevallen voor
doen waarin de rolrechter blijkt dat het
de voorkeur verdient de zaak aan het oor
deel van de meervoudige kamer te on
derwerpen (bijv. als verstek gevraagd
wordt tegen een buitenlandschen staat).
Overwogen is nog, of geen speciale re
geling noodig is voor het geval, dat een
eisch is ingesteld op korten termijn.
De verwijzing door den rolrechter naar
de meervoudige kamer geeft zeker opont
houd. De minister meent echter, dat door
tijdig overleg dit oponthoud in de practijk
tot zoo geringe afmetingen kan worden
teruggebracht, dat een speciale wettelijke
regeling niet noodig is.
Het instituut van den rolrechter moet
zoo consequent mogelijk worden doorge
voerd. Moet in een zaak, na enquête, des
kundigen-bericht, of in een ander sta
dium, weder worden geconcludeerd, dan
geschiedt verwijzing naar den rolrechter.
Deze verwijst de zaak wederom naar de
meervoudige kamer, wanneer dezelve op
nieuw rijp is voor pleidooi of recht op de
stukken. Op dezen regel is evenwel een
uitzondering gemaakt. Is krachtens artikel
288b (nieuw) een zaak naar de enkelvou
dige kamer verwezen, dan houdt deze de
zaak verder aan zich voor de rolbehande-
ling, ook al is zij niet dezelfde enkelvou
dige kamer als die, welke de rolzittingen
houdt. Het argument van besparing van
improductief werk geldt in dit geval m^t-
Slechts de meervoudige kamer zal de
zaak ter beslissing naar de enkelvoudige
kunnen verwijzen. Het schijnt niet ge-
wenscht, ook den rolrechter deze bevoegd
heid te geven.
Het voorschrift van artikel 24, lid 4,
der onteigeningswet maakt behandeling
der onteigeningsgedingen door den rol
rechter onmogelijk. De toepasselijkheid
van het nieuwe systeem is hier dus uitge
sloten,
AANRIJDING MET DOODELIJKEN
AFLOOP.
Autobestuurder had de verkeers
regels niet gevolgd.
Gisteravond vond op den Leeuwarder-
straatweg een ernstig verkeersongeluk
plaats. Een wielrydster, mej. de Haan, die
op weg was naar Leeuwarden, werd bij de
wegkruising te Rauwerd aangereden door
een auto, bestuurd door den heer Y. uit
Heerenveen. De vrouw was op slag dood.
De autobestuurder, die een aanrijding
nog trachtte te voorkomen, kwam met zijn
auto in een sloot terecht. De auto werd ern
stig beschadigd, doch de chauffeur bekwam
geen noemenswaardig letsel.
De oorzaak van het ongeluk moet gelegen
zijn in het feit, dat de autobestuurder naliet
de wielrijdster voorrang te geven. Het par
ket uit Leeuwarden begaf zich naar de plaats
van de aanrijding om een onderzoek in te
stellen.
COLPORTAGE-RELLETJE TE
AMSTERDAM.
Gisteravond om half tien ontstond een
colportage-relletje op de Westermarkt te
Amsterdam. Een N.S.B.-er moest na een
vechtpartij de vlucht nemen. Hij zocht zijn
toevlucht in een garage, waar hij werd ont
zet door eenige agenten, die met den gum
mistok ruim baan maakten.
„ZWART FRONT" IN BESLAG
GENOMEN.
Op het Muntplein te Amsterdam is gister
avond een colporteur, die met „Zwart
Front", waarin een beleedigend artikel voor
minister Colijn voorkwam, ventte, aange
houden. Na verhoord te zijn, is hij op vrije
voeten gesteld. De bladen werden in beslag
genomen.
FRANSCHE ONDERSCHEIDING VOOR
LOUIS DE VRIES.
De president van de Fransche republiek
heeft den heer Louis de Vries bericht gezon
den van zijn onderscheiding tot Ridder in
het Legioen van Eer wegens zijn verdiensten
als tooneelspeler voor de Fransche kunst.
DIENSTSTUKKEN GEMEENTE
BESTUREN.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft aan de gemeentebesturen een circulai
re gezonden, waarin het volgende voor
komt: zooals uw college bekend is, komen
de kosten wegens verzending van dienst-
stukken door de gemeentebesturen ten laste
van mijn departement en wordt voor dat
doel jaarlijks een post op de begrooting van
mijn departement uitgetrokken.
Het is een opmerkelijk verschijnsel, dat
het aantal door de gemeentebesturen ver
zonden dienststukken telkenjare een stij
ging vertoont, zoodat herhaaldelijk verhoo
ging van den bedoelden post moest worden
aangevraagd.
Met het oog op de dringende noodzake
lijkheid van beperking der rijksuitgaven
roep ik uw medewerking in tot een zoo so
ber mogelijk gebruik van de bevoegdheid
tot verzending van dienststukken. In dit
verband meen ik nog eens te moeten wijfen
op de bevoegdheid tot het verzenden van
„aan port onderworpen dienstbrieven". Brie
ven, uitsluitend verzonden in het belang
van den geadresseerde (b.v. bevattend ge
vraagde inlichtingen) en waarvan de porto
kosten billijkheidshalve te zijnen laste kun
nen worden gebracht, behooren niet als ge
woon dienststuk te worden verzonden.
ONTHULLING GEDENKTEEKEN
A. INGENOOL JR.
Gistermiddag heeft op de begraafplaats
Oud Eik en Duinen te Den Haag op het graf
van wijlen den heer A. Ingenool Jr., in
leven directeur van het bureau van den
Koninklijken Nederlandschen Middenstands
bond, de onthulling plaats gehad van een
gedenkteeken, waartoe het initiatief was ge
nomen door een comité, gevormd uit ver
schillende middenstandsorganisaties onder
voorzitterschap van den heer M. Kropveld,
voorziter van de Kamer van Koophandel
voor de kleinbedrijven.
Tot de velen, die met de familie gekomen
waren om bij deze plechtigheid tegenwoor
dig te zijn, behoorden staatsraad mr. D.
Fock, adviseur en Ed. G. Schürmann, voor
zitter van den Kon. Ned. Middenstands
bond, mr. Schmal, chef der afdeeling Mid
denstand van het departement van handel,
nijverheid en scheepvaart, F. van der
Leeuw, directeur van het bureau van den
K.N.M.B. en mr. F. Bach, directeur van de
Ned. R.-K. Middenstandsbank.
Bij het monument, dat door de vlag van
den Kon. Ned. Middenstandsbond gedekt
was, memoreerde de heer Kropveld den
arbeid van den ontslapene, die, na in Rot-
terdag reeds veel voor den middenstand te
hebben gedaan, sedert 1919 in Den Haag
geheel zijn persoon aan de belangen van
den middenstand gaf.
Hierna had de onthulling van het monu
ment plaats door de heeren mr. Schmal en
Weber.
De voorzitter van den Kon. Ned. Midden
standsbond voerd hierna het woord om den
heer Ingenool te herdenken als jeugdvriend,
maar vooral als stichter van het Meuwsen-
fonds, waardoor de nagedachtènis aan den
eersten voorzitter van den bond levendig is
gebleven. Namens dien bond legde spreker
een krans op het monument.
De heer J. F. K. van Bommel sprak nog
namens de 's-Gravenhaagsche winkeliers-
vereeniging, waarna een broeder van den
overledene namens de weduwe en familie
dank betuigde voor de wijze, waarop men
hier de nagedachtenis van den heer Ingenool
heeft willen eeren.
Verschillende bloemstukken werden door
familie en vrienden op het monument ge
legd.
ESPERANTO.
Ondanks het feit, dat in vele Europee-
sche landen het nationalisme opkomt of
er de heerschende politieke richting is,
staat het toch onomstootelijk vast, dat
waar het handel en verkeer, radio en tou
risme betreft de richting een geheel an
dere is.
Lucht- en scheepvaart, toegerust met de
technisch steeds volmaakter wordende
hulpmiddelen, hebben de landen der
wereld dichter en dichter bijeengebracht
en zoo het onderling verkeer der volkeren
intenser gemaakt. Zelfs de minder goed
gesitueerde kan nu, mede dank zij de
spoorwegen en de onvolprezen autobus,
nog wel eens een buitenlandsch reisje
maken, terwijl door middel van de radio
de verschillende Europeesche talen door
dringen in de huiskamers van schier alle
menschen.
Hiervoor bestaan geen grenzen en daar
om wordt meer en meer de behoefte ge
voeld aan één gemeenschappelijke taal.
Nooit te voren was 't zoo noodig als nu,
dat aan de talen-chaos, die direct onaan
genaam merkbaar wordt bij internationale
betrekkingen; die de Volkenbonds-verga-
deringen schatten dot keosten enz., voor
ééns en altijd een einde wordt gemaakt.
Er zijn nog menschen, die er prat op
gaan, dat zij drie soms vier talen spreken
en verstaan, bij nader onderzoek blijkt de
kennis, behoudens een enkele uitzonde
ring, veelal povertjes.
Het middel om aan de Babylonische
spraak-verwarring een einde te maken
bestaat in den vorm van het zeer gemak
kelijk te leeren esperanto.
Het ligt in mijn bedoeling U in eenige
korte artikelen een en ander te vertellen
over de herkomst en ontwikkeling van
deze taal, waarover zeker iedereen wel
eens iets gehoord zal hebben, maar waar
van velen nog niet het juiste weten.
Twee brieven.
Het bureau der R.K. Staatspartij verzoekt
ons, de volgende mededeeling op te nemen:
Rondom de verklaring namens den mi
nister-president, omtrent „hier te lande ver
spreide geruchten van uiterst kwetsend ka
rakter voor den goeden naam van dr. Co
lijn", worden in de laatste dagen naargeestig
insinueerende berichten geweven, die in
sommige stellige beweringen den vorm van
leugen en laster hebben aangenomen.
Die berichten hebben de strekking, de
R.K. Staatspartij aan te wijzen als de bron,
waaruit door middel van een door de partij
leiding op 13 Juni j.1. belegde persconferen
tie vorenbedoelde geruchten over den minis
ter-president verdere verspreiding zouden
hebben gevonden.
De handhaving van zuivere verhoudingen
in het staatkundig werk is een onmisken
baar landsbelang. Daarom heeft het bureau
der R.K. Staatspartij besloten, thans met
voorkennis en instemming van alle daarbij
betrokkenen een tweetal gewisselde brie
ven openbaar te maken.
Mede in verband met de data dier brie
ven, spreekt de inhoud daarvan voor zich
zelf.
Vorenbedoelde brieven luiden:
's-Gravenhage, 18 Juni 1936.
Aan Zijne Excellentie Dr. H. Colijn.
Excellentie,
In het hierbij ingesloten pamflet dat
ondergeteekenden hedenmiddag ontvingen,
wordt de voorstelling gewekt alsof de heer
mr. C. Goseling een persconferentie zou
hebben bijeengeroepen, uitsluitend om me-
medeelingen te doen als hiernaast ver
meld.
Vervolgens treft ondergeteekenden in de
weergave dezer medeöeelingen de zinsnede,
mr. Goseling in den mond gelegd: „dr. Co
lijn onderhoudt relaties met een der bijzit
ten van den heer Mannheimer".
Ondergeteekenden, die de persconferentie
bijwoonden en reeds gelegenheid hadden
over dit pamflet van gedachten te wisselen,
wenschen te verklaren:
1. het is de gewoonte, dat het bestuur der
R.K. Staatspartij op regelmatige tijdstippen
de hoofdredacteuren en politieke redacteu
ren van de katholieke pers bijeenroept om
voorlichting te geven over po'itieke vraag
stukken. Deze gewoonte, ingevoerd onder
wijlen jhr. mr. Ruys de Beerenbrouck, da
teert reeds van jaren her, zij is door zijn
opvolger, thans mr. Goseling, voortgezet.
Er is geen sprake van, dat bedoelde con
ferentie werd samengeroepen voor de in het
pamflet beschreven zaak. Het hoofddoel er
van was, zooals na een zoo belangrijke ge
beurtenis als de verwerping van het viste
lasten-ontwerp begrijpelijk is, een algemeen
oriënteerende beschouwing over de politieke
situatie te geven. Dit is ook geschied.
2. Daarna heeft de heer Goseling in ver
band met loopende geruchten, welke aan
verschillende bezoekers der conferentie
reeds bekend waren, over het hierbedoelde
geval enkele vaststaande feiten mede'ge-
deeld.
De bewering, als zoude de heer Goseling
de bovenaangehaalde zinsnede of iets, wat
daar ook maar op lijkt, hebben gebezigd,
kunnen ondergeteekenden, als puren laster
brandmerken.
Zij verklaren als eerlijke mannen dat
a. integendeel, toen een der aanwezigen
den naam Mannheimer noemde, de heer Go
seling dien naam onmiddelijk en nadrukke
lijk heeft geëlimineerd, zeggende, dat men
zich alleen aan vaststaande feiten te houden
had en men zich niet op den weg van fan
tasieën diende te begeven;
b. dat op een nadere vraag van denzelfden
bezoeker der conferentie, of de katholieke
pers althans iets zou kunnen publiceeren, als
andere couranten mededeelingen zouden heb
ben gedaan, de heer Goseling uitdrukkelijk
verzocht, dat men zich ook in dat geval
van het mededeelen van zakelijke feiten
zou onthouden, opdat zelfs de schijn zou
worden vermeden, als zou van katholieke
zijde zulk een aangelegenheid tot een voor
werp van gedachtenwisseling in de sfeer
van de zakelijke politiek worden gemaakt.
Er is dit zij uwe excellentie ten over
vloede er bij verzekerd ook uit den boe
zem der vergadering zeer ernstig opgeko
men tegen publicatie van dingen als hier-
bedoeld.
Wij hebben er aan gehecht, dadelijk na
ontvangst van dit onware pamflet, uwe
excellentie deze mededeelingen te doen ge
worden, omdat wij van oordeel waren, dat
een lasterlijke verdachtmaking, als hier te
gen mr. Goseling werd gericht, naar ons
oordeel, geen moment, althans by uwe ex
cellentie, onweersproken mocht blijven en
wij behouden ons, zoo noodig, voor, het aan
uwe excellentie berichte, waarvan bereids
afschrift werd gezonden aan mr. Goseling,
openbaar te maken.
Met verschuldigde hoogachting,
van uwe Excellentie,
w.g. S. Bruysten.
w.g. P. Kasteel,
w.g. L. Hazelzet.
Van te voren verspreide overdruk uit
„Hier Dinaso" van 20 Juni 1936.
De ondergeteekende, G. P. Bon, voorzitter
van de katholieke journalistenvereeniging,
stelt er prijs op, aan het bovenstaande toe te
voegen, dat hij, ter inleiding van het onder
zoek, dat hij in verband met het bovenstaan
de geboden acht, de deelnemers der confe
rentie in kennis heeft gesteld met hetgeen
bij dezen aan uwe excellentie wordt bericht.
w.g. G. P. Bon,
Voorzitter R.K. Journalistenkring.
Brief van dr. Colijn aan den heer Bon,
d.d. 20 Juni:
De ontvangst van uw schrijven van 18
Juni j.1. erkennende, voeg ik daaraan toe,
dat ik de gedane mededeelingen gaarne als
onvoorwaardelijk juist aanvaard.
(Uitsluitend 2e hands artikelen).
Van 15 regels 35 cent bij vooruit
betaling.
TE KOOP nog eenige z. g. a. n. DAMES-
en HEERENRIJWIELEN met org. Torpe
donaaf, DAMESRIJWIEL 12.00, JON
GENSRIJWIEL 12.00. S. P. COERSEN,
„Rijwielhal", Vrouwenstraat 4.
TE KOOP z. g. a. n. JONGENS RIJWIEL
4.50, HEERENRIJWIELEN 5.50 en
7.50 met Torpedon., DAMESRIJW. met
Torpedon. 6.50. MOTORRIJWIEL 18
en 5.50. LIMMERHOEK 18.
Te koop z. g. a. n. 1 beste Schildersezel,
1 prima Schrijfmachine, 1 Mangel, 1 Tuin
bank, 1 mahonie Glazenkast, 1 Bureau, 1
Brandkast, bill. prijzen. GEB. VERWER,
Koningsweg 67, Alkmaar.
TE KOOP zoo goed als nieuw GLADDE
RINGEN, GOUDEN HEERENHORLOGES,
DAMESARMBANDHORLOGES, GOUDEN
ARMBANDEN.
S. W. VET, Verdronkenoord 5.
EXCELSIOR STOFZUIGER voor 17.50.
SPOORSTRAAT 69.
AANGEBODEN eersteklas DAMES
RIJWIEL en MEISJESRIJWIEL met
Torpedonaaf. KLAAS DIK, Ritse
voort 17, telef. 2814, Alkmaar.
Ledikanten 12.50, Veerenbed 5,
Keukentafel 1, pracht Fornuis 6.50,
Gemakskoffer 6.50, Closetstoel, Jongens
fiets 5.50, Stoelen, Buffetten, Bedden,
enz. DEKKER, Laat 182.
Als nieuw Burgers E. N. R. Heerenrij
wiel 16.00, Heerenrijwiel met Torpedon.
12.50, Jongensfiets 10.00, Damesrijw.
13.0014.0015.00, enz. Te koop
gevr. Motorrijw. voor den sloop.
NIEROP, Koningsweg 40.
Solide Brandkast (koopje), prima wer
kende Handnaaimachine 6.50, beste
Trapnaaimachine 15, Luxe Hand- en
Trapnaaimachines (koopjes), Naaimachi
nes vanaf 3.50. DEKKER, Laat 182.
Zeer mooie solide 2 p. WERF-KANO
met compleet zeiltuig, peddels enz. te koop
geboden, tegen elk aann. bod.
KENNEMERPARK 15, Alkmaar.
OPENBARE VERGADERING „KERK
EN VREDE" EN DE VROUWEN
VREDEBOND.
Men schrijft ons:
Donderdagavond werd in de groote zaal
van de Harmonie een openbare vergadering
gehouden door de vereeniging „Kerk en
Vrede" en de Vrouwen-Vredebond, waar
het onderwerp: luchtbescherming is behan
deld.
Opening.
De voorzitster van de Vrouwen-Vrede
bond, mevr. KuiperHeuvelink, opende
met een kort woord, waarin zij eraan her
innerde, dat het genoegzaam is bekend, dat
luchtbescherming iets is, dat niet alleen
militairen, maar allen aangaat. Spr. ver
heugde zich over de goede opkomst. Er wa
ren, ondanks het slechte weer, bijna 400
aanwezigen.
Declamatie.
Hierna trad op de voordrachtskunstenares
mevr. T. Kerkhof—Pet uit Haarlem. Ze
leefde zich in in haar gedichten, boeide
haar gehoor en sleepte het mee. Hier was
techniek, maar ook het verstaan der kunst,
en de macht dit aan anderen mede te dee-
len. Zij droeg voor gedichten van Adama
van Scheltema en een gedicht van Margot
Vos.
Rede ir. Hondius.
Als spreker trad op ir. Hondius uit Rotter
dam, die de technische zijde van de lucht
bescherming behandelde. De gememoreerde
feiten spraken voor zichzelf. Het zakelijke
en duidelijk betoog zal geen der aanwezi
gen in den zoeten waan gelaten hebben,
dat luchtbescherming „wel helpen" zal.
Na een korte inleiding begon spr. met te
verklaren, dat, wil men zich in deze kwes
tie geen rad voor de oogen draaien, men
zich goed moet rivragen, waartoe de tech
niek in staat is. Duizenden zyn aan 't werk
om de techniek vooruit te helpen, maai
deze dient hoofdzakelijk tot verdelging,
waarbij spr. herinnerde aan een woord van
Baldwin, gesproken op den 1
standsdag 1932 in het Lagerhuis: Wy moe
ten beseffen, dat onze eenige verdediging
ligt in den aanval.
Op de grootst mogeliike snelheid legt men
zich toe bij de overrompeling van een
volk. Spr. las iets voor uit een brochure
van kapitein Claassen, directeur van de
gasschool te Utrecht die schrijft dat men
by een luchtaanval na 3 of 4 uur het ver
blijf weer verlaten kan.
Op papier kan men, zei spr., heel wat op
stellen.
Hij citeerde vervolgens iets uit het boen:
Luftschutz, dat van een inleiding ls voor
zien van Herman Göring, een boek, waarin
alle vragen worden beantwoord en waarin
von Bülow, die in den wereldoorlog vele
luchtaanvallen op Londen leidde, zegt, dat
men zich in het buitenland toelegt op den
dag en nacht aanhoudenden aanval..
Hier te lande zegt men, dat de luchtbe
schermingsdienst een burgerlijke aangele
genheid is. Als men echter leest hoever
het burgerlijk ervan zich uitstrekt, krijgt
men er een eigenaardigen kijk op.
In groote buitenlandsche steden bereidt
men de uitleiding van de bevolking voor,
omdat men weet, dat men er met een an
dere bescherming niet komt.
De „vitale belangen" mogen evenwel
niet worden geschaad, en dat blijken de
militaire aangelegenheden te zyn, de fa
brieken waar de oorlogs-industrie werkt.
In de jaren 1915—1918, vertelt kapitein
Maas werden op de 100- bommen resp. 12,
9, 2 en 5 slachtoffers gemaakt.
Hoe zou het er in 1919 uitgezien heb
ben?
Spr. citeerde één excemplaar van de
N. R. Crt., waarin twee verslagen staan
over de verduisterings-oefening te Utrecht.
Het eene zegt, dat er geen lichtje meer was
te bespeuren, het andere verteld, dat de
stad uit de lucht zeer gemakkelijk was te
zien.
Tegenwoordig is een boekje in den han
del dat heet: „Weest bereid", en dat be
doeld is om de schoolkinderen met het
idee vertrouwd te maken.
Spr. hoopte, dat de onderwijzers óók
„bereid" zouden zijn, maar dan op een
andere manier.
Tegen brandgevaar door brandbommen,
is niet veel te doen. Men wil ieder 5 c.M.
zand op zyn zolder geven.
Een deskundige zegt, dat als men 5 c.M.
zand wilde strooien op alle zolders in Ne
derland, men aan alle duinen en alle zand
verstuivingen niet genoeg had. Dan is het
duidelijker wat in „Luftschutz" staat, n.1.,
dat tijdens een nachtelijken aanval in een
groote stad met alle bommen, die geen
doel treffen, toch nog 2000 branden zullen
worden gemaakt, en dat de autoriteiten
daartegenover machteloos zullen staan.
Spr. vroeg zich af welk deel der bevol
king zich een kelder zou kunnen bouwen.
Dr. van Schelven zeide, dat diep in den
grond de eenige veiligheid te vinden was.
In een kring van scheikundigen had spr.
kapt. Claassen hooren zeggen:
Wij militairen zijn erg bang voor mosterd
gas.
Spr. ging daarna in op de langdurige wer
king van dit gas, waarvan men na 8 uur
pas iets merkt en dat dagen en weken
werkzaam blijft. Men heeft voor neutrali
seering 2 a 3 ton bleekpoeder noodig per
H.A. en daar men deze stof niet reserveeren
kan, behoort dus bestrijding van mosterd
gas met bleekpoeder tot de onmogelijk
heden.
Kapt. van Riessen zegt, dat wij in ons
waterland zeer trefbaar zijn in onze dijken,
die in een ommezin met brisant-bommen
vernietigd kunnen worden. Men heeft dan
een volkomen onvoorziene overstrooming.
Steeds wordt er op gehamerd, dat voor
hulpverleening bij luchtaanvallen physiek
en moreel zeer krachtige menschen aanwezig
moeten zijn. Deze zijn echter in 't leger. Met
een bacteriënorlog moet wel degelijk reke
ning worden gehouden, maar men wil het
gevaar uit de lucht niet al te groot doen
schijnen.
Spr. deed een beroep op het gezond ver
stand, dat ons vertelt, dat hier het woord
„bescherming" een volkomen misleiding is.
Wij kunnen ons niet beschermen, tenzij wij
het oorlogsmonster zoo krachtig mogelijk
aanpakken.
Rede ds. Cohen.
Na de pauze kwam ds. Cohen aan 't
woord, die de moreele kant van het vraag
stuk behandelde. Op een acht jaar geleden
in Utrecht gehouden vergadering werd het
woord gevoerd door generaal Snijders. Spr.
bewonderde hem, omdat hij een beroep deed
op instincten, die wij allen bezitten. Daarop
doen militarisme en nationalisme altijd een
beroep. Men vraagt vaak jongens, die be
zwaar hebben tegen militairen dienst, wat
ze zouden doen, als eens iemand by hen
kwam stelen of hun moeder doodde. Spr.
hoopte in een dergelijk geval de kracht te
krijgen als christen te reageeren, al zou hij
bang zijn, dat het natuurlijke in hem de
overhand zou krijgen. Dit natuurlijke is de
drang tot zelfbehoud en het militarisme is
te beschouwen als de gestileerde drang tot
zelfbehoud.
Als oorlogsgevaar dreigt, worden de men
schen dronken gemaakt met phrasen. Als
ze sneuvelen,, dan sneuvelen ze als helden.
Soldaten sterven niet als helden, maar als
angstige menschen, die zich in hun doods
angst een roes hebben gedronken, die be
dreigd worden door de wapens, ook van
hen, die achter hen staan. Zei niet de eene
generaal tegen de ander: Zeg, stuur me nog
wat kanonnenvleesch?
Verdoofd door drank, gedreven met revol
vers, worden soldaten in prikkeldraadver
sperringen gejaagd. Zij blijven er in hangen
en over hen komen anderen, totdat de vloer
van doode en nog levende menschen dik
genoeg is om er gemakkelijk over heen te
trekken.
Als de mensch de hel van den oorlog ge-
Waar wordt, wil hij wel terug, maar dan
staat achter hen de militaire macht.
Zijn menschen, die de luchtbeschermings-