Vtaaq en Aanbod Stad eu QmoeoUuf. Dr. Colijn en de R.-Kath. Staatspartij. TE WATER GERAAKT EN VERDRONKEN. De 20-jarige G. M. uit Nijmegen, die aan de Nieuwehaven aldaar naar het vis- schen zat te kijken, is plotseling te water geraakt en verdronken. Hij werd spoedig door de politie op het droge gebracht, maar de levensgeesten waren reeds ge weken. EEN EN DERTIGSTE SPAARBANKDAG. Op den gister te Vlissingen gehouden een en dertigsten spaarbankdag van den Neder- landschen Spaarbankbond zijn de periodiek aftredende bestuurders, de heeren P. C. W. baron van der Feltz en mr. L. F. A. M. van Ogtrop herbenoemd. In de vacatures F. Walkate, mr. F. W. R. Wttewaall en J. N. E. Dekkers werden ge kozen de heeren: F. C. A. Gebhard te Zaan dam, mr. G. E. Kronenberg te Leeuwarden en H. J. S. Schaepkens van Riempst te Maastricht. Aan de orde kwamen vervolgens de pun ten: wijziging der statuten van den bond, vaststelling van een algemeen reglement en wijziging van het reglement van het steun fonds. De genomen besluiten werden geheel eensluidend aan de door de commissie van voorbereiding te dien aanzien ontworpen redactie, met dien verstande dat verschil lende amendementen door het bondsbestuur werden overgenomen. De overige amendementen werden inge trokken of met zeer groote meerderheid verworpen. In de middagzitting hield de heer A. L. Slis, directeur van de spaarbank te Rotter dam, een inleiding over het onderwerp: „Mijn bezoek aan eenige spaarbanken in Noord-Amerika". NAAR HET LOO. De koningin is gisteravond te 6.10 ure per trein naar het Loo vertrokken. DE FEESTEN TE UTRECHT. Bloemencorso. Ter gelegenheid van de lustrumfeesten was een bloemencorso georganiseerd, dat zoo voortreffelijk geslaagd is, dat verklaard mag worden, dat Utrecht waarschijnlijk nog nimmer een dergelijk grootsch en fraai ver zorgd corso binnen zijn muren heeft gehad. Er was een afdeeling voor luxe auto's en een voor reclamewagens, en bij deze laatste was de reclame meestentijds op een verfijn de wijze gediend. Dat moge blijken uit het feit, dat de groenten- en vruchtenveiling „Utrecht en Omstreken" een wagen liet meerijden, waar aan 23 uur aan één stuk door negen man werd gewerkt om een kleurig mozaiek van allerlei groenten en vruchten tot stand te brengen, terwijl twee vaklieden anderhalve week hebben getimmerd aan het geraamte, waarop dit mozaiek rustte. De luxe auto's (meest open) waren even eens op een verfijnde wijze versierd, terwijl de bezetting, over het algemeen jongedames, zich in feestelijke toiletjes hadden gestoken, die voortreffelijk aanpasten bij de versierde wagens. Des avonds had een concert plaats en daarna een galabal en kermesse d'ete op het feestterrein. DE ROLZITTINGEN DER RECHTBANKEN. Wijziging in behandeling van rechtszaken. Ingediend is een wetsontwerp, dat de strekking heeft de waarneming der rol zittingen bij de arrondissements-recht- banken aan de enkelvoudige Kamer op te dragen. In het algemeen zal de rolrechter heb ben de rolbehandeling. De beslissing der zaken en het aanhooren der pleidooien blijven bij de meervoudige Kamer. Toch bestaat er gereede aanleiding op dezen laatsten algemeenen regel uitzonderingen te maken. Dat een rolrechter een dag vaarding nietig moet kunnen verklaren, dat hij verstek moet kunnen verleenen, zal weinig tegenspraak ontmoeten. Toch kunnen zich ook daarbij gevallen voor doen waarin de rolrechter blijkt dat het de voorkeur verdient de zaak aan het oor deel van de meervoudige kamer te on derwerpen (bijv. als verstek gevraagd wordt tegen een buitenlandschen staat). Overwogen is nog, of geen speciale re geling noodig is voor het geval, dat een eisch is ingesteld op korten termijn. De verwijzing door den rolrechter naar de meervoudige kamer geeft zeker opont houd. De minister meent echter, dat door tijdig overleg dit oponthoud in de practijk tot zoo geringe afmetingen kan worden teruggebracht, dat een speciale wettelijke regeling niet noodig is. Het instituut van den rolrechter moet zoo consequent mogelijk worden doorge voerd. Moet in een zaak, na enquête, des kundigen-bericht, of in een ander sta dium, weder worden geconcludeerd, dan geschiedt verwijzing naar den rolrechter. Deze verwijst de zaak wederom naar de meervoudige kamer, wanneer dezelve op nieuw rijp is voor pleidooi of recht op de stukken. Op dezen regel is evenwel een uitzondering gemaakt. Is krachtens artikel 288b (nieuw) een zaak naar de enkelvou dige kamer verwezen, dan houdt deze de zaak verder aan zich voor de rolbehande- ling, ook al is zij niet dezelfde enkelvou dige kamer als die, welke de rolzittingen houdt. Het argument van besparing van improductief werk geldt in dit geval m^t- Slechts de meervoudige kamer zal de zaak ter beslissing naar de enkelvoudige kunnen verwijzen. Het schijnt niet ge- wenscht, ook den rolrechter deze bevoegd heid te geven. Het voorschrift van artikel 24, lid 4, der onteigeningswet maakt behandeling der onteigeningsgedingen door den rol rechter onmogelijk. De toepasselijkheid van het nieuwe systeem is hier dus uitge sloten, AANRIJDING MET DOODELIJKEN AFLOOP. Autobestuurder had de verkeers regels niet gevolgd. Gisteravond vond op den Leeuwarder- straatweg een ernstig verkeersongeluk plaats. Een wielrydster, mej. de Haan, die op weg was naar Leeuwarden, werd bij de wegkruising te Rauwerd aangereden door een auto, bestuurd door den heer Y. uit Heerenveen. De vrouw was op slag dood. De autobestuurder, die een aanrijding nog trachtte te voorkomen, kwam met zijn auto in een sloot terecht. De auto werd ern stig beschadigd, doch de chauffeur bekwam geen noemenswaardig letsel. De oorzaak van het ongeluk moet gelegen zijn in het feit, dat de autobestuurder naliet de wielrijdster voorrang te geven. Het par ket uit Leeuwarden begaf zich naar de plaats van de aanrijding om een onderzoek in te stellen. COLPORTAGE-RELLETJE TE AMSTERDAM. Gisteravond om half tien ontstond een colportage-relletje op de Westermarkt te Amsterdam. Een N.S.B.-er moest na een vechtpartij de vlucht nemen. Hij zocht zijn toevlucht in een garage, waar hij werd ont zet door eenige agenten, die met den gum mistok ruim baan maakten. „ZWART FRONT" IN BESLAG GENOMEN. Op het Muntplein te Amsterdam is gister avond een colporteur, die met „Zwart Front", waarin een beleedigend artikel voor minister Colijn voorkwam, ventte, aange houden. Na verhoord te zijn, is hij op vrije voeten gesteld. De bladen werden in beslag genomen. FRANSCHE ONDERSCHEIDING VOOR LOUIS DE VRIES. De president van de Fransche republiek heeft den heer Louis de Vries bericht gezon den van zijn onderscheiding tot Ridder in het Legioen van Eer wegens zijn verdiensten als tooneelspeler voor de Fransche kunst. DIENSTSTUKKEN GEMEENTE BESTUREN. De minister van binnenlandsche zaken heeft aan de gemeentebesturen een circulai re gezonden, waarin het volgende voor komt: zooals uw college bekend is, komen de kosten wegens verzending van dienst- stukken door de gemeentebesturen ten laste van mijn departement en wordt voor dat doel jaarlijks een post op de begrooting van mijn departement uitgetrokken. Het is een opmerkelijk verschijnsel, dat het aantal door de gemeentebesturen ver zonden dienststukken telkenjare een stij ging vertoont, zoodat herhaaldelijk verhoo ging van den bedoelden post moest worden aangevraagd. Met het oog op de dringende noodzake lijkheid van beperking der rijksuitgaven roep ik uw medewerking in tot een zoo so ber mogelijk gebruik van de bevoegdheid tot verzending van dienststukken. In dit verband meen ik nog eens te moeten wijfen op de bevoegdheid tot het verzenden van „aan port onderworpen dienstbrieven". Brie ven, uitsluitend verzonden in het belang van den geadresseerde (b.v. bevattend ge vraagde inlichtingen) en waarvan de porto kosten billijkheidshalve te zijnen laste kun nen worden gebracht, behooren niet als ge woon dienststuk te worden verzonden. ONTHULLING GEDENKTEEKEN A. INGENOOL JR. Gistermiddag heeft op de begraafplaats Oud Eik en Duinen te Den Haag op het graf van wijlen den heer A. Ingenool Jr., in leven directeur van het bureau van den Koninklijken Nederlandschen Middenstands bond, de onthulling plaats gehad van een gedenkteeken, waartoe het initiatief was ge nomen door een comité, gevormd uit ver schillende middenstandsorganisaties onder voorzitterschap van den heer M. Kropveld, voorziter van de Kamer van Koophandel voor de kleinbedrijven. Tot de velen, die met de familie gekomen waren om bij deze plechtigheid tegenwoor dig te zijn, behoorden staatsraad mr. D. Fock, adviseur en Ed. G. Schürmann, voor zitter van den Kon. Ned. Middenstands bond, mr. Schmal, chef der afdeeling Mid denstand van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart, F. van der Leeuw, directeur van het bureau van den K.N.M.B. en mr. F. Bach, directeur van de Ned. R.-K. Middenstandsbank. Bij het monument, dat door de vlag van den Kon. Ned. Middenstandsbond gedekt was, memoreerde de heer Kropveld den arbeid van den ontslapene, die, na in Rot- terdag reeds veel voor den middenstand te hebben gedaan, sedert 1919 in Den Haag geheel zijn persoon aan de belangen van den middenstand gaf. Hierna had de onthulling van het monu ment plaats door de heeren mr. Schmal en Weber. De voorzitter van den Kon. Ned. Midden standsbond voerd hierna het woord om den heer Ingenool te herdenken als jeugdvriend, maar vooral als stichter van het Meuwsen- fonds, waardoor de nagedachtènis aan den eersten voorzitter van den bond levendig is gebleven. Namens dien bond legde spreker een krans op het monument. De heer J. F. K. van Bommel sprak nog namens de 's-Gravenhaagsche winkeliers- vereeniging, waarna een broeder van den overledene namens de weduwe en familie dank betuigde voor de wijze, waarop men hier de nagedachtenis van den heer Ingenool heeft willen eeren. Verschillende bloemstukken werden door familie en vrienden op het monument ge legd. ESPERANTO. Ondanks het feit, dat in vele Europee- sche landen het nationalisme opkomt of er de heerschende politieke richting is, staat het toch onomstootelijk vast, dat waar het handel en verkeer, radio en tou risme betreft de richting een geheel an dere is. Lucht- en scheepvaart, toegerust met de technisch steeds volmaakter wordende hulpmiddelen, hebben de landen der wereld dichter en dichter bijeengebracht en zoo het onderling verkeer der volkeren intenser gemaakt. Zelfs de minder goed gesitueerde kan nu, mede dank zij de spoorwegen en de onvolprezen autobus, nog wel eens een buitenlandsch reisje maken, terwijl door middel van de radio de verschillende Europeesche talen door dringen in de huiskamers van schier alle menschen. Hiervoor bestaan geen grenzen en daar om wordt meer en meer de behoefte ge voeld aan één gemeenschappelijke taal. Nooit te voren was 't zoo noodig als nu, dat aan de talen-chaos, die direct onaan genaam merkbaar wordt bij internationale betrekkingen; die de Volkenbonds-verga- deringen schatten dot keosten enz., voor ééns en altijd een einde wordt gemaakt. Er zijn nog menschen, die er prat op gaan, dat zij drie soms vier talen spreken en verstaan, bij nader onderzoek blijkt de kennis, behoudens een enkele uitzonde ring, veelal povertjes. Het middel om aan de Babylonische spraak-verwarring een einde te maken bestaat in den vorm van het zeer gemak kelijk te leeren esperanto. Het ligt in mijn bedoeling U in eenige korte artikelen een en ander te vertellen over de herkomst en ontwikkeling van deze taal, waarover zeker iedereen wel eens iets gehoord zal hebben, maar waar van velen nog niet het juiste weten. Twee brieven. Het bureau der R.K. Staatspartij verzoekt ons, de volgende mededeeling op te nemen: Rondom de verklaring namens den mi nister-president, omtrent „hier te lande ver spreide geruchten van uiterst kwetsend ka rakter voor den goeden naam van dr. Co lijn", worden in de laatste dagen naargeestig insinueerende berichten geweven, die in sommige stellige beweringen den vorm van leugen en laster hebben aangenomen. Die berichten hebben de strekking, de R.K. Staatspartij aan te wijzen als de bron, waaruit door middel van een door de partij leiding op 13 Juni j.1. belegde persconferen tie vorenbedoelde geruchten over den minis ter-president verdere verspreiding zouden hebben gevonden. De handhaving van zuivere verhoudingen in het staatkundig werk is een onmisken baar landsbelang. Daarom heeft het bureau der R.K. Staatspartij besloten, thans met voorkennis en instemming van alle daarbij betrokkenen een tweetal gewisselde brie ven openbaar te maken. Mede in verband met de data dier brie ven, spreekt de inhoud daarvan voor zich zelf. Vorenbedoelde brieven luiden: 's-Gravenhage, 18 Juni 1936. Aan Zijne Excellentie Dr. H. Colijn. Excellentie, In het hierbij ingesloten pamflet dat ondergeteekenden hedenmiddag ontvingen, wordt de voorstelling gewekt alsof de heer mr. C. Goseling een persconferentie zou hebben bijeengeroepen, uitsluitend om me- medeelingen te doen als hiernaast ver meld. Vervolgens treft ondergeteekenden in de weergave dezer medeöeelingen de zinsnede, mr. Goseling in den mond gelegd: „dr. Co lijn onderhoudt relaties met een der bijzit ten van den heer Mannheimer". Ondergeteekenden, die de persconferentie bijwoonden en reeds gelegenheid hadden over dit pamflet van gedachten te wisselen, wenschen te verklaren: 1. het is de gewoonte, dat het bestuur der R.K. Staatspartij op regelmatige tijdstippen de hoofdredacteuren en politieke redacteu ren van de katholieke pers bijeenroept om voorlichting te geven over po'itieke vraag stukken. Deze gewoonte, ingevoerd onder wijlen jhr. mr. Ruys de Beerenbrouck, da teert reeds van jaren her, zij is door zijn opvolger, thans mr. Goseling, voortgezet. Er is geen sprake van, dat bedoelde con ferentie werd samengeroepen voor de in het pamflet beschreven zaak. Het hoofddoel er van was, zooals na een zoo belangrijke ge beurtenis als de verwerping van het viste lasten-ontwerp begrijpelijk is, een algemeen oriënteerende beschouwing over de politieke situatie te geven. Dit is ook geschied. 2. Daarna heeft de heer Goseling in ver band met loopende geruchten, welke aan verschillende bezoekers der conferentie reeds bekend waren, over het hierbedoelde geval enkele vaststaande feiten mede'ge- deeld. De bewering, als zoude de heer Goseling de bovenaangehaalde zinsnede of iets, wat daar ook maar op lijkt, hebben gebezigd, kunnen ondergeteekenden, als puren laster brandmerken. Zij verklaren als eerlijke mannen dat a. integendeel, toen een der aanwezigen den naam Mannheimer noemde, de heer Go seling dien naam onmiddelijk en nadrukke lijk heeft geëlimineerd, zeggende, dat men zich alleen aan vaststaande feiten te houden had en men zich niet op den weg van fan tasieën diende te begeven; b. dat op een nadere vraag van denzelfden bezoeker der conferentie, of de katholieke pers althans iets zou kunnen publiceeren, als andere couranten mededeelingen zouden heb ben gedaan, de heer Goseling uitdrukkelijk verzocht, dat men zich ook in dat geval van het mededeelen van zakelijke feiten zou onthouden, opdat zelfs de schijn zou worden vermeden, als zou van katholieke zijde zulk een aangelegenheid tot een voor werp van gedachtenwisseling in de sfeer van de zakelijke politiek worden gemaakt. Er is dit zij uwe excellentie ten over vloede er bij verzekerd ook uit den boe zem der vergadering zeer ernstig opgeko men tegen publicatie van dingen als hier- bedoeld. Wij hebben er aan gehecht, dadelijk na ontvangst van dit onware pamflet, uwe excellentie deze mededeelingen te doen ge worden, omdat wij van oordeel waren, dat een lasterlijke verdachtmaking, als hier te gen mr. Goseling werd gericht, naar ons oordeel, geen moment, althans by uwe ex cellentie, onweersproken mocht blijven en wij behouden ons, zoo noodig, voor, het aan uwe excellentie berichte, waarvan bereids afschrift werd gezonden aan mr. Goseling, openbaar te maken. Met verschuldigde hoogachting, van uwe Excellentie, w.g. S. Bruysten. w.g. P. Kasteel, w.g. L. Hazelzet. Van te voren verspreide overdruk uit „Hier Dinaso" van 20 Juni 1936. De ondergeteekende, G. P. Bon, voorzitter van de katholieke journalistenvereeniging, stelt er prijs op, aan het bovenstaande toe te voegen, dat hij, ter inleiding van het onder zoek, dat hij in verband met het bovenstaan de geboden acht, de deelnemers der confe rentie in kennis heeft gesteld met hetgeen bij dezen aan uwe excellentie wordt bericht. w.g. G. P. Bon, Voorzitter R.K. Journalistenkring. Brief van dr. Colijn aan den heer Bon, d.d. 20 Juni: De ontvangst van uw schrijven van 18 Juni j.1. erkennende, voeg ik daaraan toe, dat ik de gedane mededeelingen gaarne als onvoorwaardelijk juist aanvaard. (Uitsluitend 2e hands artikelen). Van 15 regels 35 cent bij vooruit betaling. TE KOOP nog eenige z. g. a. n. DAMES- en HEERENRIJWIELEN met org. Torpe donaaf, DAMESRIJWIEL 12.00, JON GENSRIJWIEL 12.00. S. P. COERSEN, „Rijwielhal", Vrouwenstraat 4. TE KOOP z. g. a. n. JONGENS RIJWIEL 4.50, HEERENRIJWIELEN 5.50 en 7.50 met Torpedon., DAMESRIJW. met Torpedon. 6.50. MOTORRIJWIEL 18 en 5.50. LIMMERHOEK 18. Te koop z. g. a. n. 1 beste Schildersezel, 1 prima Schrijfmachine, 1 Mangel, 1 Tuin bank, 1 mahonie Glazenkast, 1 Bureau, 1 Brandkast, bill. prijzen. GEB. VERWER, Koningsweg 67, Alkmaar. TE KOOP zoo goed als nieuw GLADDE RINGEN, GOUDEN HEERENHORLOGES, DAMESARMBANDHORLOGES, GOUDEN ARMBANDEN. S. W. VET, Verdronkenoord 5. EXCELSIOR STOFZUIGER voor 17.50. SPOORSTRAAT 69. AANGEBODEN eersteklas DAMES RIJWIEL en MEISJESRIJWIEL met Torpedonaaf. KLAAS DIK, Ritse voort 17, telef. 2814, Alkmaar. Ledikanten 12.50, Veerenbed 5, Keukentafel 1, pracht Fornuis 6.50, Gemakskoffer 6.50, Closetstoel, Jongens fiets 5.50, Stoelen, Buffetten, Bedden, enz. DEKKER, Laat 182. Als nieuw Burgers E. N. R. Heerenrij wiel 16.00, Heerenrijwiel met Torpedon. 12.50, Jongensfiets 10.00, Damesrijw. 13.0014.0015.00, enz. Te koop gevr. Motorrijw. voor den sloop. NIEROP, Koningsweg 40. Solide Brandkast (koopje), prima wer kende Handnaaimachine 6.50, beste Trapnaaimachine 15, Luxe Hand- en Trapnaaimachines (koopjes), Naaimachi nes vanaf 3.50. DEKKER, Laat 182. Zeer mooie solide 2 p. WERF-KANO met compleet zeiltuig, peddels enz. te koop geboden, tegen elk aann. bod. KENNEMERPARK 15, Alkmaar. OPENBARE VERGADERING „KERK EN VREDE" EN DE VROUWEN VREDEBOND. Men schrijft ons: Donderdagavond werd in de groote zaal van de Harmonie een openbare vergadering gehouden door de vereeniging „Kerk en Vrede" en de Vrouwen-Vredebond, waar het onderwerp: luchtbescherming is behan deld. Opening. De voorzitster van de Vrouwen-Vrede bond, mevr. KuiperHeuvelink, opende met een kort woord, waarin zij eraan her innerde, dat het genoegzaam is bekend, dat luchtbescherming iets is, dat niet alleen militairen, maar allen aangaat. Spr. ver heugde zich over de goede opkomst. Er wa ren, ondanks het slechte weer, bijna 400 aanwezigen. Declamatie. Hierna trad op de voordrachtskunstenares mevr. T. Kerkhof—Pet uit Haarlem. Ze leefde zich in in haar gedichten, boeide haar gehoor en sleepte het mee. Hier was techniek, maar ook het verstaan der kunst, en de macht dit aan anderen mede te dee- len. Zij droeg voor gedichten van Adama van Scheltema en een gedicht van Margot Vos. Rede ir. Hondius. Als spreker trad op ir. Hondius uit Rotter dam, die de technische zijde van de lucht bescherming behandelde. De gememoreerde feiten spraken voor zichzelf. Het zakelijke en duidelijk betoog zal geen der aanwezi gen in den zoeten waan gelaten hebben, dat luchtbescherming „wel helpen" zal. Na een korte inleiding begon spr. met te verklaren, dat, wil men zich in deze kwes tie geen rad voor de oogen draaien, men zich goed moet rivragen, waartoe de tech niek in staat is. Duizenden zyn aan 't werk om de techniek vooruit te helpen, maai deze dient hoofdzakelijk tot verdelging, waarbij spr. herinnerde aan een woord van Baldwin, gesproken op den 1 standsdag 1932 in het Lagerhuis: Wy moe ten beseffen, dat onze eenige verdediging ligt in den aanval. Op de grootst mogeliike snelheid legt men zich toe bij de overrompeling van een volk. Spr. las iets voor uit een brochure van kapitein Claassen, directeur van de gasschool te Utrecht die schrijft dat men by een luchtaanval na 3 of 4 uur het ver blijf weer verlaten kan. Op papier kan men, zei spr., heel wat op stellen. Hij citeerde vervolgens iets uit het boen: Luftschutz, dat van een inleiding ls voor zien van Herman Göring, een boek, waarin alle vragen worden beantwoord en waarin von Bülow, die in den wereldoorlog vele luchtaanvallen op Londen leidde, zegt, dat men zich in het buitenland toelegt op den dag en nacht aanhoudenden aanval.. Hier te lande zegt men, dat de luchtbe schermingsdienst een burgerlijke aangele genheid is. Als men echter leest hoever het burgerlijk ervan zich uitstrekt, krijgt men er een eigenaardigen kijk op. In groote buitenlandsche steden bereidt men de uitleiding van de bevolking voor, omdat men weet, dat men er met een an dere bescherming niet komt. De „vitale belangen" mogen evenwel niet worden geschaad, en dat blijken de militaire aangelegenheden te zyn, de fa brieken waar de oorlogs-industrie werkt. In de jaren 1915—1918, vertelt kapitein Maas werden op de 100- bommen resp. 12, 9, 2 en 5 slachtoffers gemaakt. Hoe zou het er in 1919 uitgezien heb ben? Spr. citeerde één excemplaar van de N. R. Crt., waarin twee verslagen staan over de verduisterings-oefening te Utrecht. Het eene zegt, dat er geen lichtje meer was te bespeuren, het andere verteld, dat de stad uit de lucht zeer gemakkelijk was te zien. Tegenwoordig is een boekje in den han del dat heet: „Weest bereid", en dat be doeld is om de schoolkinderen met het idee vertrouwd te maken. Spr. hoopte, dat de onderwijzers óók „bereid" zouden zijn, maar dan op een andere manier. Tegen brandgevaar door brandbommen, is niet veel te doen. Men wil ieder 5 c.M. zand op zyn zolder geven. Een deskundige zegt, dat als men 5 c.M. zand wilde strooien op alle zolders in Ne derland, men aan alle duinen en alle zand verstuivingen niet genoeg had. Dan is het duidelijker wat in „Luftschutz" staat, n.1., dat tijdens een nachtelijken aanval in een groote stad met alle bommen, die geen doel treffen, toch nog 2000 branden zullen worden gemaakt, en dat de autoriteiten daartegenover machteloos zullen staan. Spr. vroeg zich af welk deel der bevol king zich een kelder zou kunnen bouwen. Dr. van Schelven zeide, dat diep in den grond de eenige veiligheid te vinden was. In een kring van scheikundigen had spr. kapt. Claassen hooren zeggen: Wij militairen zijn erg bang voor mosterd gas. Spr. ging daarna in op de langdurige wer king van dit gas, waarvan men na 8 uur pas iets merkt en dat dagen en weken werkzaam blijft. Men heeft voor neutrali seering 2 a 3 ton bleekpoeder noodig per H.A. en daar men deze stof niet reserveeren kan, behoort dus bestrijding van mosterd gas met bleekpoeder tot de onmogelijk heden. Kapt. van Riessen zegt, dat wij in ons waterland zeer trefbaar zijn in onze dijken, die in een ommezin met brisant-bommen vernietigd kunnen worden. Men heeft dan een volkomen onvoorziene overstrooming. Steeds wordt er op gehamerd, dat voor hulpverleening bij luchtaanvallen physiek en moreel zeer krachtige menschen aanwezig moeten zijn. Deze zijn echter in 't leger. Met een bacteriënorlog moet wel degelijk reke ning worden gehouden, maar men wil het gevaar uit de lucht niet al te groot doen schijnen. Spr. deed een beroep op het gezond ver stand, dat ons vertelt, dat hier het woord „bescherming" een volkomen misleiding is. Wij kunnen ons niet beschermen, tenzij wij het oorlogsmonster zoo krachtig mogelijk aanpakken. Rede ds. Cohen. Na de pauze kwam ds. Cohen aan 't woord, die de moreele kant van het vraag stuk behandelde. Op een acht jaar geleden in Utrecht gehouden vergadering werd het woord gevoerd door generaal Snijders. Spr. bewonderde hem, omdat hij een beroep deed op instincten, die wij allen bezitten. Daarop doen militarisme en nationalisme altijd een beroep. Men vraagt vaak jongens, die be zwaar hebben tegen militairen dienst, wat ze zouden doen, als eens iemand by hen kwam stelen of hun moeder doodde. Spr. hoopte in een dergelijk geval de kracht te krijgen als christen te reageeren, al zou hij bang zijn, dat het natuurlijke in hem de overhand zou krijgen. Dit natuurlijke is de drang tot zelfbehoud en het militarisme is te beschouwen als de gestileerde drang tot zelfbehoud. Als oorlogsgevaar dreigt, worden de men schen dronken gemaakt met phrasen. Als ze sneuvelen,, dan sneuvelen ze als helden. Soldaten sterven niet als helden, maar als angstige menschen, die zich in hun doods angst een roes hebben gedronken, die be dreigd worden door de wapens, ook van hen, die achter hen staan. Zei niet de eene generaal tegen de ander: Zeg, stuur me nog wat kanonnenvleesch? Verdoofd door drank, gedreven met revol vers, worden soldaten in prikkeldraadver sperringen gejaagd. Zij blijven er in hangen en over hen komen anderen, totdat de vloer van doode en nog levende menschen dik genoeg is om er gemakkelijk over heen te trekken. Als de mensch de hel van den oorlog ge- Waar wordt, wil hij wel terug, maar dan staat achter hen de militaire macht. Zijn menschen, die de luchtbeschermings-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 7