DTT HET PARLEMENTAIRE LEVEN,
Spoct
ALCMARIA VICTRIX I.
HELDER II.
ALCMARIA VICTRIX I.
Z.V.V. I.
I
ZONDAG a.s. 7 uur:
RAIJCH'BEKER
WEDSTRIJD.
DINSDAG a.s. 8 uur:
Thorbecke en de kunst.
D. HANS.
In het Olympische dorp is alles keurig voor elkaar.
Niets hebben de Duitschers vergeten en zelfs heeft men
een aantal opgewekte, in het wit gekleede jongelui
opgeleid voor allerlei werkzaamheden in het dorp. Zij
staan ter beschiking van de leiders der diverse sport-
groe pen.
Toen de Australische athleten in het dorp arriveerden,
stonden zy netjes opgesteld by den ingang, zooals men
hier ziet.
oefeningen instellen, dwazen? Dat zijn ze
zeker niet. Om in deze tijd minister te
worden of in 't leger een rang te krijgen,
moet men wat onder de pet hebben. Mis
leiden ze dan met opzet? Ook dat niet.
Het is alleen de angst, die in ons volk
schuilt, de instinctieve drang tot zelfbe
houd, die ons drijft. Er waren maar twee
menschen in de Kamer, die stemden tegen
de defensie-begrooting, omdat hun geweten
er zich tegen verzette. De angst grijpt de
menschen. Zij zien hun belangen bedreigd,
de een is bang voor dit en de ander voor
dat.
Omdat ook de overheid zit in den greep
van den drang tot zelfbehoud, wil men onder
de menschen een stemming brengen, die
hen bereid zal maken zich toe te rusten.
De burgemeester van Hilversum riep
voor een te houden luchtbeschermingsoefe
ning 2000 vrijwilligers op. Er meldden er
zich 200 aan en dat waren padvinders. Toen
in Dokkum een oefening werd gehouden,
lachtten de menschen zoo hard, dat zoo de
vliegtuigen de plaats niet hadden gezien,
ze die wel hadden kunnen hooren.
Als men de menschen lang genoeg bang
maakt koopen ze een gasmasker, want al
heeft men er dan niets aan, men heeft er
dan toch een. Deze instinctieve angst
schuilt in ieder, en tenslotte zal men in
zien, dat men ingeschakeld is in het mili
taire systeem. Het gaat er mee als met
sommige advertenties. Als we maar lang
genoeg gelezen hebben, dat C. en A. toch
voordeeliger is, dan koopen we tenslotte
bij C. en A. Als je maar lang genoeg de
menschen suggereert, komt de angst erin.
Spr. geloofde dat men in hoogere kringen
bang is voor de pacifisten.
Men weet dat een kleine groep in het ge
wone leven niet van zooveel belang is,
maar men weet ook, dat als een mobilisa
tie niet geheel slaagt, ze mislukt. Als 10
of 20 het vertikt om op te komen, dan
ligt de boel in duigen.
Een kleine groep helden van den geest is
noodig, een kleine onverzettelijke groep.
Maar heldenmoed is geen massa-artikel.
De kracht om een held te zijn, krijgt men
ook niet uit zichzelf, maar alleen uit God.
Spr. herinnerde hierbij aan Jezus' lijden.
Bij de luchtbescherming komt men een
beroep doen op het zelfbehoudsinstinct,
maar de Heilige Geest doet een ander be
roep op ons. Die vraagt ons in Zijn dienst te
treden en misschien ons te offeren. Chris
tus kan een dieper besef in ons wakker roe
pen dan de menschen.
Na de rede van ds. Cohen trad weer op
mevr. KerkhofPet, die eenige gedichten
voordroeg. Dc gedichten werden zeer sug
gestief weergegeven en maakten grooten
indruk.
Het slotwoord.
Het slotwoord werd gesproken door ds. F.
Kuiper, doopsgezind predikant hier ter
stede, die er op wees, dat, wie deze ver
gadering belegd hadden, geen suggestieve
bedoelingen hadden. Zij willen slechts van
tijd tot tijd hun woord laten hooren.
Hierna maakte spr. opmerkzaam op de
collectie die aan 't einde zou worden ge
houden. Wie niet in staat is tot een kleine
gave is later ook niet in staat tot een ge
tuigenis voor rechtvaardigheid, mensche-
lijkheid en vrijheid. Daarvoor strijden wij
en wij zullen voortgaan, ook door een mo
gelijke nederlaag heen, omdat ons uiteinde
lijk de zege is beschoren.
Voetbal.
ALCMARIA—HELDER n.
In de demi-finale om den Rauchbeker
komen morgenavond Alcmaria en Helder II
op het Alcmaria-terrein tegen elkaar uit.
Helder II slaagde er de vorige week in, in
Texel gelijk te spelen in de allerlaatste
minuut en op zeer eigenaardige wijze, zoo
dat zij de demi-finale bereikt.
Wij mogen er wel op rekenen, dat Alc
maria de finale bereikt.
JUNIOREN-TOURNOOI
VAN DEN N. H. V. B.
Ook dit jaar heeft de Noord Hollandsche
Voetbalbond een junioren-tournooi kun
nen organiseeren, dat ter afwisseling nu
eens niet aan den Zaankant gespeeld zal
worden, maar morgen zal plaats vinden
op de terreinen van de Aikmaarsche Boys,
die voor zulk een dag mede in verband
met de gunstige ligging dicht bij het Hei-
looërbosch een geschikte inrichting zul
len blijken te zijn.
Een junioren-tournooi van den N. H.
V. B. is nog lang geen adspirantendag,
zooals die jaarlijks op ons Gemeentelijk
sportpark plaats vindt; in eerste instantie
wat betreft de deelname. Is deze op een
adspirantendag overweldigend groot, bij
het juniorenkader is dit nog betrekkelijk
gering doch het feit dat thans ons noorde
lijk district ook weer eens vertegenwoor
digd is, maakt het mogelijk, dat de deel
name in de toekomst belangrijk grooter
zal kunnen zijn.
Inmiddels belooft het morgen aan den
Westerweg een dag van jolijt en aardig
voetbalspel te zijn en het feit, dat er zoo
wat van half elf tot half vijf in uurs
wedstrijden, over twee terreinen door de
diverse ploegen gevoetbald zal worden,
doet verwachten, dat er werkelijk nog wel
iets goeds te zien zal zijn. Onder meer be
merken we op het programma als één der
eerste wedstrijden: Alkmaarsche Boys
Purmersteijn, terwijl de winnaar-finales
om 3.15 uur gespeeld zullen worden en de
prijsuitreiking ongeveer half vijf zal plaats
vinden.
Waar de entree zeer laag gesteld is
doorloopende kaarten a 20 cent
en het weer van morgen voor dergelijk
voetbal nog wel geschikt zal zijn, ver
wachten we nog wel eenige belangstelling.
We hopen voor het bondsbtstuur, dat het
geheel een groot succes zal worden opdat
ook dit tournooi in de toekomst geducht
zal groeien.
Tennis.
DE INTERNATIONALE KAMPIOEN
SCHAPPEN VAN WIMBLEDON.
De regen spelbreker.
Heldhaftig verweer van Hughan
en van Swol.
De regen is gisteren spelbreker geweest.
Het gevolg was, dat toen men gistermiddag
de partijen wilde voortzetten, slechts 4
banen bespeelbaar bleken te zijn. Dit gaf
een groote vertraging in de afwerking van
tiet programma. De partij tusschen mej.
Rollin Couquerque en mej. Hom kwam
niet aan de beurt en ook mej. Terwindt en
Knottenbelt zagen hun partij in het ge
mengd dubbelspel uitgesteld.
Vier achtste finales in het heeren-enkel-
spel stonden op het programma. Austin
bereikte gemakkelijk de laatste „acht"
door in drie sets van Martin Legeay te
winnen.
De tijd, dat Frankrijk in 't heeren-enkel-
spel nog kansen bezat, schijnt wel voor
goed verdwenen te zijn. Von Cramm moest
een set afstaan aan den Spanjaard Maier,
nadat vooral in den eersten set hevig ge
streden was. Budge sloeg den Tsjech
Caska zonder veel moeite, maar ook Alli-
son ondervond bij Jones meer tegenstand
dan hij verwacht had. In vier sets won de
Amerikaan, maar hij moest niet minder
dan 23 games afstaan, zelf won hij er 24.
Twee Amerikanen, 1 Engelschman en 1
Duitscher hebben zich dus reeds voor de
kwarteindstrijden geklasseerd.
In het dames-enkelspel en in 't dubbel
spel vielen geen bijzondere of verrassende
uitslagen te noteeren. In het heeren
enkelspel was de ontmoeting tusschen de
Amerikanen Grant en Stratford tegen
onze landgenooten Hughan en van Swol
hoogst interessant.
In vijf sets, waarin van begin tot eind
strijd geleverd werd wonnen de Amerika
nen met 97 in den beslissenden set. De
cijfers toonen al heel duidelijk aan, dat
onze landgenooten zich tot het alleruiter
ste verdedigd hebben en dat zij zelfs
meiigmaal goede kansen op een zege heb
ben gehad. Is het Perry zelf niet geweest
die in de „Evening Standard" schrijft „dat
men nog wel meer van den Nederlander v.
Swol met zijn prachtige eerste service zal
hooren? Later, zegt Perry, en vooral een
speler met zijn figuur en zijn slag zal in de
toekomst nog menige verrassing brengen.
In het gemengde dubbelspel wonnen de
titelhouder Perry en Dorothy Round zon
der veel moeite van het Zuid-Afrikaansche
paar Sperce en mevrouw Allister. Ook
mej. Noel met haar partner Borotra kwa
men een ronde verder.
Heeren enkelspel: achtste finales:
(Frankrijk) 64, 61, 62.
Austin (Engeland) sloeg Martin Legeay
Von Cramm (Duitschland) sloeg Maier
(Spanje) 10—8, 6—2, 2—6, 6—2.
Budge (V. S.) sloeg Caska (Tsjecho-
Slowakije) 63, 60, 64.
Allison (V. S.) sloeg Jones (Engeland)
10—8, 6—4, 1—6, 7—5.
Dames enkelspel, derde ronde:
Mej. Noel (Engeland)mej. Lumb (En
geland) w.o. mej. Adamson (België) sloeg
mevr. Henrotin (Frankrijk) 64, 46,
9—7.
Mej. James (Engeland) sloeg mej. Saun-
ders (Engeland) 36, 6,4 63.
Mej. Heeley (Engeland) sloeg mej.
Dickin (Engeland) 63, 22 ret.
Dames dubbelspel: mevr. Allister en
mej. Nuthall (Zuid-Afrika—Engeland)
sloegen mej. Babcock en mevr. van Rijn
(V.S.) 6—4, 3—6, 6—3.
Heeren dubbelspel: Malfroy en Stedman
(Nieuw-Zeeland) sloegen Butler en Rit-
chie (Engeland) 57, 71, 75, 64.
Crawford en Quist (Australië) sloegen
Kho en Lum (China) 61, 62, 64.
Grant en Stratford (V.S.) sloegen
Hughan en van Swol (Nederland)
46, 6-4, 63, 57, 97.
Gemengd dubbelspel: mej. Noel en Bo
rotra (EngelandFrankrijk) sloegen
mevr. O'Meara en Ritchie (Engeland)
6—0, 7—5.
Perry en Dorothy Round (Engeland)
sloegen dr. Spence en mevr. Allister (Zuid-
Afrika) 62, 63.
Zeilen.
DE BERMUDA-RACE.
Te Hamilton-eilanden zijn berichten ont
vangen, volgens welke de deelnemende
jachten aan de Bermuda-race met slecht
weer te kampen hebben gehad.
Tot nu toe zijn reeds drie Amerikaansche
jachten uitgevallen.
(Men weet, dat ook het Hollandsche
jacht „Zeearend" van den heer Bruynzeel
uit de Zaanstreek aan deze wedstrijd deel
neemt. Red. A. C.)
Zwemmen.
DRIE NIEUWE WERELDRECORDS
IN AMERIKA.
Twee door mevrouw Kight
verbeterd.
Bij de Amerikaansche dameskampioen
schappen verbeterde mevrouw Leonore
KightWingard twee wereldrecords.
Over den mijl (1609 meter) deed zij 24
minuten, 7.2 sec., terwijl het wereldrecord
tot nu toe stond op naam van Helen Ma-
dison met een tijd van 24 minuten 34.6 sec.,
gevestigd op 3 Juli 1930 te Long Beach.
Het tweede wereldrecord, dat mevrouw
Kight verbeterde, was op de 1500 meter.
Daarover deed zij 22 minuten 39.2 sec. Het
oude wereldrecord stond al weer op naam
van Helen Madison met een tijd van 23
minuten 17.2 sec., gevestigd op 15 Juli 1931
te New York.
NIEUW WERELDRECORD 1500 METER
VRIJE SLAG DAMES.
Tijdens de te Kopenhagen gehouden
zwemwedstrijden slaagde de Deensche
zwemster Frederiksen erin, met een tijd
van 22 min. 39.2 sec., dat zij juist een dag
tevoren op haar naam had gebracht. (Men
zie hier boven!)
Het oude stond op naam van mevrouw
L. KightWingard (V. S.) met een tijd
van 22 min. 39.2 sec. Dat zij juist een dag
tevoren op haar naam had gebracht.
Wielrennen.
VOORRONDE NATIONALE STAYERS
KAMPIOENSCHAPPEN.
Matena en van der Valk plaatsen
zich.
Gisteravond werd op de Stadionbaan te
Amsterdam de voorronde verreden van de
wedstrijden om het nationale stayerskam
pioenschap.
Daar de gegadigden voor dezen titel zoo
talrijk waren, was bepaald, dat de twee
eerstaankomenden in deze voorronde de
twee nog openstaande plaatsen in de series
zouden innemen.
Hoewel het vroeg in den avond geregend
had', was de baan, toen er gestart werd,
droog.
De volgende acht stayers met hun gang
makers startten voor de 100 K.M. race:
Leyse (Wiersma), van der Heyden (Veld
huis), van der Stel (Bustraan), Matena
(Ceurremans), van der Meer (Moeskops),
de Wit (Sterke), Woldendorp (Slesker), en
van der Valk (Kaeser).
Reeds dadelijk schoot Matena naar voren
en ging aan den kop rijden, terwijl van der
Valk in twee positie las.
Na 14 ronden reeds kreeg van der Heyden
de eerste lap en van der Meer volgde even
later. Er werd in een vry snel tempo ge
reden.
Dat alle rijders de stayerskunst nog niet
machtig zijn, bleek wel uit de talrijke ma
len, dat zij „zwommen".
Woldendorp werkte zich langzaam maar
zeker naar de derde plaats, terwijl van der
Valk een aantal pogingen deed om Matena
te passeeren.
De Hagenaar sloeg iederen aanval echter
af en van der Valk werd naar de tweede
plaats verwezen.
Het kalme, gelijkmatige rijden van Matena
viel op.
Na 47 ronden had hy verschillende deel
nemers reeds voor de derde keer gelapt,
terwijl zijn nijdige spurtjes als antwoord op
van der Valk's aanvallen van het goede
soort waren.
Na ongeveer 50 K.M. ging Woldendorp
over van der Valk heen en lag toen op de
tweede plaats.
Lang duurde dit evenwel niet en hy
moest tenslotte voor de herhaalde aanvallen
van Van der Valk zwichten. Nadat Leyse
wegens te grooten achterstand uit den strijd
was genomen, ging van der Heyden achter
Wiersma rijden, zij het met eenige ronden
achterstand.
Van der Stel moet dan wegens een defect
aan zijn fiets opgeven, terwijl ook de Wit
van de baan verdween.
Nog 14 ronden waren er te verrijden en
er werd hard gestreden, vooral Woldendorp
en van der Valk leverden slag tegen elkaar,
terwijl Matena voortdurend aan den kop
bleef. vii
Toen kreeg hij zeven ronden voor het ein
de een lekke band. De jury moest hem tot
drie maal toe waarschuwen om te stoppen.
Hij wilde echter niet ophouden en reed de
laatste ronden op een platten voorband.
Van der Valk maakt hiervan gebruik om
weg te schieten en ging als eerste over de
eindstreep.
De jury was echter van meening, dat men
Matena de laatste twee ronden moest kwijt
schelden, en de stayer, die van het begin af
aan de volle 100 K.M. aan den kop had ge
reden, werd winnaar verklaard.
Matena en van der Valk, die op 100 M.
tweede was geworden, zullen dus in de
series worden geplaatst.
Dat het tempo zeer hoog was, blijkt uit
feit, dat de 100 K.M. in 1 uur 22 min en 2
sec. werden afgelegd.
De uitslag luidde:
1. Matena, 2. van der Valk op 100 M„ 3.
Woldendorp op 460 M., 4. van der Heyden
op 3350 M., 5. Van der meer op 4500 M.
Boksen.
MAX SCHMELING TE BERLIJN
AANGEKOMEN.
Vrijdagavond omstreeks negen uur is de
ex-wereldkampioen in het zwaargewicht
Max Schmeling per extra-vliegtuig, dat hem
door den rijksminister voor propaganda, dv.
Goebbels, ter beschikking was gesteld, op
het vliegveld Tempelhof aangekomen, waar
hij door een duizendkoppige menigte be
groet werd. Nadat hem een aantal kransen
en bloemstukken overhandigd waren, werd
hem door den vertegenwoordiger van den
rijkssportleider, een plaquette overhandigd
terwijl zijn echtgenoote evenals haar man
een z.g. Olympische palmtak werd aange
boden.
Nadat vele foto's gemaakt waren en Max
Schmeling zijn dank had uitgesproken voor
de hem gebrachte hulde, verliet hij, nog
maals luide toegejuicht door de aanwezigen
het vliegveld.
Drive.
BRIDGE DRIVE TE EGMOND AAN ZEE.
Onder leiding van den heer Bink werd in
hotel Trompenberg te Egmond aan Zee een
gezellige bridge-drive georganiseerd. Een
32-tal liefhebbers van bridgen kampten om
de pryzen.
De uitslag van den wedstrijd was:
Oneven paren: 1. de heeren Beurs en
Schoorl uit Alkmaar; 2. de heeren dr. Hart.
man en Delvaux uit Purmerend; 3. da
heeren Kooiman uit Purmerend, respectie
velijk met 20, 23 1/2 en 26 1/2 punt Even
paren: 1. de heeren Kareis uit Egmond aan
den Hoef en Ruigewaard uit Egmond aan
Zee; 2. de heeren H. van Pel en Th. da
Graaff uit Egmond aan Zee; 3. de damea
Berkhouwer en Trijbetz uit Alkmaar, met
respectievelijk 29 1/2, 35 en 35 punten.
n.
Het debat bij het adres van antwoord op
22 September 1862 had een naspel bij de
behandeling der begrooting van Binnen-
landsche Zaken, enkele maanden later.
Op 25 November hield Thorbecke naar
aanleiding van eenige opmerkingen, in het
debat gemaakt een rede, die in hooge
mate illustreerend was en is voor zijn op
vatting inzake de verhouding van den staat
en de regeering tot de kunst. Al aanstonds
dit woord:
„Niemand verwachte van mij, dat ik niet
zou wenschen wetenschap of kunst te be
vorderen, dat wil zeggen, voor zoover het
van rijkswege geschieden kan, de midde
len te verstrekken, of te vermenigvuldigen,
die tot bevordering van kunst en weten
schap kunnen leiden".
Wel nu?
Is dit eene, simpele zinnejte al niet reeds
voldoende, om ieder gebruik van het woord,
dat kunst geen regeeringszaak is, als een
misbruik te brandmerken? In die enkeie
stelling erkent Thorbecke een staatszaak
op het gebied der kunst, een plicht, om de
middelen te verschaffen, die tot bevorde
ring er van kunnen leiden. Natuurlijk, „voor
zoover het van rijkswege geschieden kan",
want aan iedere staatszaak zijn grenzen
en Thorbecke zet dan ook in zijn rede uit
een, dat die bevordering niet kunstmatig
mag geschieden, dat men deze taak van den
staat niet mag „annonceeren", om niet
„een speculatieve geest" wakker te roepen,
om niet van de kunst „een carriere" te doen
maken als ieder andere: alleen de goede
kunst, die zich reeds als zoodanig heeft
doen kennen, mag gesteund worden.
Nogmaals neem dat eene zinnetje, dat
als een programpunt is, en ieder beseft dat
het dwaasheid is te veronderstellen, alsof
deze man twee maanden vroeger een taak
der regeering op dit terrein zou hebben
ontkend.
Hij ging verder.
In die rede van 25 November 1862 ont
wikkelde Thorbecke als het ware een pro
gram.
In de eerste plaats erkende hij, dat het
aanbeveling verdient, „jeugdige talenten"
in staat te stellen, in het buitenland zich te
gaan ontwikkelen en hij voegde er aan toe:
„Ik heb onlangs nog zoodanige voordracht
aan den Koning gedaan. Dat zal, voor zoo
ver van mij afhangt, verder geschieden.
Het is, zoo persoonlijke gunst buitengeslo
ten blijft, een goed middel".
In de tweede plaats legde hij den nadruk
op „goed onderwijs" op dit gebied en de
bevordering daarvan.
In de derde plaats wees hij op de nood
zakelijkheid van „openbaarheid en concen
treering van hetgeen wij hebben, teneinde
de kunst bij het publiek bekend te maken
en hen, die het vermogen om kunstenaar te
worden in zich gevoelen, tot voorbeeld te
dienen. Een uitstekend middel, dat op groo
te schaal enkel door de regeering kan wor
den gebezigd. Ik zal ook te dien aanzien
doen wat ik kan". Zeker zoo vervolgde
hij „daarvoor zijn goede lokalen noodig.
„Wij zullen een groot besluit moeten ne
men, om een waardig lokaal op een ge
schikte plaats te bouwen. Ik zal niet schro
men een hooge som aan te vragen, om
musea te Amsterdam te vereenigen en al-
zoo den indruk van hetgeen onze kunst was
en van hetgeen zij nog is op vreemdelingen
liefhebbers, kunstenaars, op het gansche
publiek te versterken".
In de vierde plaats bracht hij een som
op de begrooting, om schilderijen van le
vende meesters te koopen. Hij vond dit een
prachtig middel, mits „met gestrengheid"
toegepast en „als een nationaal eereblijk"
Ziedaar!
Twee maanden, nadat hy het Adres van
Antwoord het korte debat had plaats ge
vonden, ontwikkelde Thorbecke een pro
gram op kunstgebied: zeide hy, dat op zijn
voordracht jonge kunstenaars staatsgeld
hadden ontvangen om naar het buitenland
te gaan; verklaarde hy het onderwijs op dit
terrein te willen bevorderen: trok hij geld
uit om schilderyen van levende meesters te
koopen en verklaarde hy er niet tegen te
zullen opzien, om „een hooge som" voor 't
stichten van musea aan te vragen.
En tegen dezen staatsman wordt nog tel
kens het woord aangevoerd, dat hy kunst
geen regeeringszaak vond.
Den volgenden dag dus 26 November
1862 zou Thorbecke een nieuwe gelegen
heid krijgen, om zijn goeden wil te toonen.
Reeds had hy den 25sten, uit eigen bewe
ging een post uitgetrokken voor medailles,
overgebracht naar een ander artikel, naar
een post uitgetrokken voor aankoop van
schilderyen, omdat hij meende dat op deza
wijze het kunstbelang beter werd gediend.
Den 26sten echter stelde de heer van Mui
ken, bijgenaamd „de kunstlievende gene
raal", voor, om den aankooppost nog met
4000 te verhoogen. En wat deed Thor
becke? Wees hij dit amendement van de
hand? Geenszins. Hij noemde het „zeer
gratieus" om de regeering meer geld te ge
ven dan zij vroeg, en dat nog wel „voor een
zoo edel doeleinde", alleen meende hij, dat
het amendement op een verkeerd artikel
was voorgesteld, en daarom verhoogde de
minister zelf den goeden post met een be
drag, dat vrijwel aan dat van het amende
ment gelijk was, waarop van Muiken zijn
voorstel introk.
Wat zegt men nu van dit alles? Is dit niet
de houding van een bewindsman, die de
kunst tot op bepaalde hoogte wel de
gelijk regeeringszaak acht?
Maar:
zijn stelling van 22 September hield Thor
becke vol. Dit bleek in die November-dagen.
Want op zeker oogenblik stond mr. De
Brauw op (die, gelijk men weet, in Septem
ber de poes de bel had aangebonden) en
zeide guitig, met verwijzing naar Thor-
becke's kunstprogram: „Het is mij voorge
komen, dat de kunst nu inderdaad een
zaak van regeering geworden is". En wat
antwoordde Thorbecke hierop? Dit: „Ik
antwoord, dat de kunst in mijn oog thans
evenmin een regeeringszaak is, als zij dit
vroeger was. De kunst is geen regeerings
zaak, in zooverre de regeering geen oordeel,
noch eenig gezag heeft op het gebied der
kunst. Dit is de zin, waarin ik gesproken
heb. Indien de uitgave tot aankoop van een
schilderij of tot opzichting van een museum
gebouw de kunst maakt tot een regeerings
zaak, zeg dan, dat het gebied der kerkge
nootschappen, daar zij meestal uit de schat
kist onderhouden worden, een eerste en
voorname regeeringszaak is".
De Brauw hield staande, dat de stelling
van Thorbecke onjuist was; immers zoo
zeide hij wanneer de regeering schilde
rijen koopt of laat koopen, dan moet zij
critisch onderscheiden of namens haar laten
onderscheiden, en bij de keus der aan te
koopen stukken moet zy dus wel degelijk
van een „oordeel" blijk geven. Doch ik kan
dit punt verder laten rusten, omdat het
geenszins ter zake doet. Hoofdpunt van het
geding was de vraag, of Thorbecke inder
daad kunst geen regeeringszaak vond,
d.w.z. (want in dien zin wordt de uitdruk
king altijd gebruikt) of volgens hem de
staat onverschillig en werkeloos moest
blijven op dit gebied. Ik meen te hebben
aangetoond:
ten eerste dat Thorbecke het woord nooit
heeft gesproken in den vorm, waarin het
zoo vaak geciteerd wordt;
ten tweede, dat Thorbecke alleen heeft
bedoeld te zeggen, dat de regeering „oor
deel" (critisch oordeel) noch „gezag" heeft
op kunstgebied;
ten derde, dat hy op eigen initiatief aller
lei maatregelen ter bevordering van de
goede kunst zon, en daarbij tegen finan-
cieele offers niet opzag;
Welnu;
zal door dit alles de legende, het misbruik
van Thorbecke's woord, verstommen?
O, neen.
U zult het telkens weer tegenkomen, let
maar op.
Het gaat hiermee als met het legen
darische monster: de kop dien men er van
voren afhakt, groeit er even snel van achte
ren weer aan.