DTT HET PARLEMENTAIRE LEVEN, Spoct ALCMARIA VICTRIX I. HELDER II. ALCMARIA VICTRIX I. Z.V.V. I. I ZONDAG a.s. 7 uur: RAIJCH'BEKER WEDSTRIJD. DINSDAG a.s. 8 uur: Thorbecke en de kunst. D. HANS. In het Olympische dorp is alles keurig voor elkaar. Niets hebben de Duitschers vergeten en zelfs heeft men een aantal opgewekte, in het wit gekleede jongelui opgeleid voor allerlei werkzaamheden in het dorp. Zij staan ter beschiking van de leiders der diverse sport- groe pen. Toen de Australische athleten in het dorp arriveerden, stonden zy netjes opgesteld by den ingang, zooals men hier ziet. oefeningen instellen, dwazen? Dat zijn ze zeker niet. Om in deze tijd minister te worden of in 't leger een rang te krijgen, moet men wat onder de pet hebben. Mis leiden ze dan met opzet? Ook dat niet. Het is alleen de angst, die in ons volk schuilt, de instinctieve drang tot zelfbe houd, die ons drijft. Er waren maar twee menschen in de Kamer, die stemden tegen de defensie-begrooting, omdat hun geweten er zich tegen verzette. De angst grijpt de menschen. Zij zien hun belangen bedreigd, de een is bang voor dit en de ander voor dat. Omdat ook de overheid zit in den greep van den drang tot zelfbehoud, wil men onder de menschen een stemming brengen, die hen bereid zal maken zich toe te rusten. De burgemeester van Hilversum riep voor een te houden luchtbeschermingsoefe ning 2000 vrijwilligers op. Er meldden er zich 200 aan en dat waren padvinders. Toen in Dokkum een oefening werd gehouden, lachtten de menschen zoo hard, dat zoo de vliegtuigen de plaats niet hadden gezien, ze die wel hadden kunnen hooren. Als men de menschen lang genoeg bang maakt koopen ze een gasmasker, want al heeft men er dan niets aan, men heeft er dan toch een. Deze instinctieve angst schuilt in ieder, en tenslotte zal men in zien, dat men ingeschakeld is in het mili taire systeem. Het gaat er mee als met sommige advertenties. Als we maar lang genoeg gelezen hebben, dat C. en A. toch voordeeliger is, dan koopen we tenslotte bij C. en A. Als je maar lang genoeg de menschen suggereert, komt de angst erin. Spr. geloofde dat men in hoogere kringen bang is voor de pacifisten. Men weet dat een kleine groep in het ge wone leven niet van zooveel belang is, maar men weet ook, dat als een mobilisa tie niet geheel slaagt, ze mislukt. Als 10 of 20 het vertikt om op te komen, dan ligt de boel in duigen. Een kleine groep helden van den geest is noodig, een kleine onverzettelijke groep. Maar heldenmoed is geen massa-artikel. De kracht om een held te zijn, krijgt men ook niet uit zichzelf, maar alleen uit God. Spr. herinnerde hierbij aan Jezus' lijden. Bij de luchtbescherming komt men een beroep doen op het zelfbehoudsinstinct, maar de Heilige Geest doet een ander be roep op ons. Die vraagt ons in Zijn dienst te treden en misschien ons te offeren. Chris tus kan een dieper besef in ons wakker roe pen dan de menschen. Na de rede van ds. Cohen trad weer op mevr. KerkhofPet, die eenige gedichten voordroeg. Dc gedichten werden zeer sug gestief weergegeven en maakten grooten indruk. Het slotwoord. Het slotwoord werd gesproken door ds. F. Kuiper, doopsgezind predikant hier ter stede, die er op wees, dat, wie deze ver gadering belegd hadden, geen suggestieve bedoelingen hadden. Zij willen slechts van tijd tot tijd hun woord laten hooren. Hierna maakte spr. opmerkzaam op de collectie die aan 't einde zou worden ge houden. Wie niet in staat is tot een kleine gave is later ook niet in staat tot een ge tuigenis voor rechtvaardigheid, mensche- lijkheid en vrijheid. Daarvoor strijden wij en wij zullen voortgaan, ook door een mo gelijke nederlaag heen, omdat ons uiteinde lijk de zege is beschoren. Voetbal. ALCMARIA—HELDER n. In de demi-finale om den Rauchbeker komen morgenavond Alcmaria en Helder II op het Alcmaria-terrein tegen elkaar uit. Helder II slaagde er de vorige week in, in Texel gelijk te spelen in de allerlaatste minuut en op zeer eigenaardige wijze, zoo dat zij de demi-finale bereikt. Wij mogen er wel op rekenen, dat Alc maria de finale bereikt. JUNIOREN-TOURNOOI VAN DEN N. H. V. B. Ook dit jaar heeft de Noord Hollandsche Voetbalbond een junioren-tournooi kun nen organiseeren, dat ter afwisseling nu eens niet aan den Zaankant gespeeld zal worden, maar morgen zal plaats vinden op de terreinen van de Aikmaarsche Boys, die voor zulk een dag mede in verband met de gunstige ligging dicht bij het Hei- looërbosch een geschikte inrichting zul len blijken te zijn. Een junioren-tournooi van den N. H. V. B. is nog lang geen adspirantendag, zooals die jaarlijks op ons Gemeentelijk sportpark plaats vindt; in eerste instantie wat betreft de deelname. Is deze op een adspirantendag overweldigend groot, bij het juniorenkader is dit nog betrekkelijk gering doch het feit dat thans ons noorde lijk district ook weer eens vertegenwoor digd is, maakt het mogelijk, dat de deel name in de toekomst belangrijk grooter zal kunnen zijn. Inmiddels belooft het morgen aan den Westerweg een dag van jolijt en aardig voetbalspel te zijn en het feit, dat er zoo wat van half elf tot half vijf in uurs wedstrijden, over twee terreinen door de diverse ploegen gevoetbald zal worden, doet verwachten, dat er werkelijk nog wel iets goeds te zien zal zijn. Onder meer be merken we op het programma als één der eerste wedstrijden: Alkmaarsche Boys Purmersteijn, terwijl de winnaar-finales om 3.15 uur gespeeld zullen worden en de prijsuitreiking ongeveer half vijf zal plaats vinden. Waar de entree zeer laag gesteld is doorloopende kaarten a 20 cent en het weer van morgen voor dergelijk voetbal nog wel geschikt zal zijn, ver wachten we nog wel eenige belangstelling. We hopen voor het bondsbtstuur, dat het geheel een groot succes zal worden opdat ook dit tournooi in de toekomst geducht zal groeien. Tennis. DE INTERNATIONALE KAMPIOEN SCHAPPEN VAN WIMBLEDON. De regen spelbreker. Heldhaftig verweer van Hughan en van Swol. De regen is gisteren spelbreker geweest. Het gevolg was, dat toen men gistermiddag de partijen wilde voortzetten, slechts 4 banen bespeelbaar bleken te zijn. Dit gaf een groote vertraging in de afwerking van tiet programma. De partij tusschen mej. Rollin Couquerque en mej. Hom kwam niet aan de beurt en ook mej. Terwindt en Knottenbelt zagen hun partij in het ge mengd dubbelspel uitgesteld. Vier achtste finales in het heeren-enkel- spel stonden op het programma. Austin bereikte gemakkelijk de laatste „acht" door in drie sets van Martin Legeay te winnen. De tijd, dat Frankrijk in 't heeren-enkel- spel nog kansen bezat, schijnt wel voor goed verdwenen te zijn. Von Cramm moest een set afstaan aan den Spanjaard Maier, nadat vooral in den eersten set hevig ge streden was. Budge sloeg den Tsjech Caska zonder veel moeite, maar ook Alli- son ondervond bij Jones meer tegenstand dan hij verwacht had. In vier sets won de Amerikaan, maar hij moest niet minder dan 23 games afstaan, zelf won hij er 24. Twee Amerikanen, 1 Engelschman en 1 Duitscher hebben zich dus reeds voor de kwarteindstrijden geklasseerd. In het dames-enkelspel en in 't dubbel spel vielen geen bijzondere of verrassende uitslagen te noteeren. In het heeren enkelspel was de ontmoeting tusschen de Amerikanen Grant en Stratford tegen onze landgenooten Hughan en van Swol hoogst interessant. In vijf sets, waarin van begin tot eind strijd geleverd werd wonnen de Amerika nen met 97 in den beslissenden set. De cijfers toonen al heel duidelijk aan, dat onze landgenooten zich tot het alleruiter ste verdedigd hebben en dat zij zelfs meiigmaal goede kansen op een zege heb ben gehad. Is het Perry zelf niet geweest die in de „Evening Standard" schrijft „dat men nog wel meer van den Nederlander v. Swol met zijn prachtige eerste service zal hooren? Later, zegt Perry, en vooral een speler met zijn figuur en zijn slag zal in de toekomst nog menige verrassing brengen. In het gemengde dubbelspel wonnen de titelhouder Perry en Dorothy Round zon der veel moeite van het Zuid-Afrikaansche paar Sperce en mevrouw Allister. Ook mej. Noel met haar partner Borotra kwa men een ronde verder. Heeren enkelspel: achtste finales: (Frankrijk) 64, 61, 62. Austin (Engeland) sloeg Martin Legeay Von Cramm (Duitschland) sloeg Maier (Spanje) 10—8, 6—2, 2—6, 6—2. Budge (V. S.) sloeg Caska (Tsjecho- Slowakije) 63, 60, 64. Allison (V. S.) sloeg Jones (Engeland) 10—8, 6—4, 1—6, 7—5. Dames enkelspel, derde ronde: Mej. Noel (Engeland)mej. Lumb (En geland) w.o. mej. Adamson (België) sloeg mevr. Henrotin (Frankrijk) 64, 46, 9—7. Mej. James (Engeland) sloeg mej. Saun- ders (Engeland) 36, 6,4 63. Mej. Heeley (Engeland) sloeg mej. Dickin (Engeland) 63, 22 ret. Dames dubbelspel: mevr. Allister en mej. Nuthall (Zuid-Afrika—Engeland) sloegen mej. Babcock en mevr. van Rijn (V.S.) 6—4, 3—6, 6—3. Heeren dubbelspel: Malfroy en Stedman (Nieuw-Zeeland) sloegen Butler en Rit- chie (Engeland) 57, 71, 75, 64. Crawford en Quist (Australië) sloegen Kho en Lum (China) 61, 62, 64. Grant en Stratford (V.S.) sloegen Hughan en van Swol (Nederland) 46, 6-4, 63, 57, 97. Gemengd dubbelspel: mej. Noel en Bo rotra (EngelandFrankrijk) sloegen mevr. O'Meara en Ritchie (Engeland) 6—0, 7—5. Perry en Dorothy Round (Engeland) sloegen dr. Spence en mevr. Allister (Zuid- Afrika) 62, 63. Zeilen. DE BERMUDA-RACE. Te Hamilton-eilanden zijn berichten ont vangen, volgens welke de deelnemende jachten aan de Bermuda-race met slecht weer te kampen hebben gehad. Tot nu toe zijn reeds drie Amerikaansche jachten uitgevallen. (Men weet, dat ook het Hollandsche jacht „Zeearend" van den heer Bruynzeel uit de Zaanstreek aan deze wedstrijd deel neemt. Red. A. C.) Zwemmen. DRIE NIEUWE WERELDRECORDS IN AMERIKA. Twee door mevrouw Kight verbeterd. Bij de Amerikaansche dameskampioen schappen verbeterde mevrouw Leonore KightWingard twee wereldrecords. Over den mijl (1609 meter) deed zij 24 minuten, 7.2 sec., terwijl het wereldrecord tot nu toe stond op naam van Helen Ma- dison met een tijd van 24 minuten 34.6 sec., gevestigd op 3 Juli 1930 te Long Beach. Het tweede wereldrecord, dat mevrouw Kight verbeterde, was op de 1500 meter. Daarover deed zij 22 minuten 39.2 sec. Het oude wereldrecord stond al weer op naam van Helen Madison met een tijd van 23 minuten 17.2 sec., gevestigd op 15 Juli 1931 te New York. NIEUW WERELDRECORD 1500 METER VRIJE SLAG DAMES. Tijdens de te Kopenhagen gehouden zwemwedstrijden slaagde de Deensche zwemster Frederiksen erin, met een tijd van 22 min. 39.2 sec., dat zij juist een dag tevoren op haar naam had gebracht. (Men zie hier boven!) Het oude stond op naam van mevrouw L. KightWingard (V. S.) met een tijd van 22 min. 39.2 sec. Dat zij juist een dag tevoren op haar naam had gebracht. Wielrennen. VOORRONDE NATIONALE STAYERS KAMPIOENSCHAPPEN. Matena en van der Valk plaatsen zich. Gisteravond werd op de Stadionbaan te Amsterdam de voorronde verreden van de wedstrijden om het nationale stayerskam pioenschap. Daar de gegadigden voor dezen titel zoo talrijk waren, was bepaald, dat de twee eerstaankomenden in deze voorronde de twee nog openstaande plaatsen in de series zouden innemen. Hoewel het vroeg in den avond geregend had', was de baan, toen er gestart werd, droog. De volgende acht stayers met hun gang makers startten voor de 100 K.M. race: Leyse (Wiersma), van der Heyden (Veld huis), van der Stel (Bustraan), Matena (Ceurremans), van der Meer (Moeskops), de Wit (Sterke), Woldendorp (Slesker), en van der Valk (Kaeser). Reeds dadelijk schoot Matena naar voren en ging aan den kop rijden, terwijl van der Valk in twee positie las. Na 14 ronden reeds kreeg van der Heyden de eerste lap en van der Meer volgde even later. Er werd in een vry snel tempo ge reden. Dat alle rijders de stayerskunst nog niet machtig zijn, bleek wel uit de talrijke ma len, dat zij „zwommen". Woldendorp werkte zich langzaam maar zeker naar de derde plaats, terwijl van der Valk een aantal pogingen deed om Matena te passeeren. De Hagenaar sloeg iederen aanval echter af en van der Valk werd naar de tweede plaats verwezen. Het kalme, gelijkmatige rijden van Matena viel op. Na 47 ronden had hy verschillende deel nemers reeds voor de derde keer gelapt, terwijl zijn nijdige spurtjes als antwoord op van der Valk's aanvallen van het goede soort waren. Na ongeveer 50 K.M. ging Woldendorp over van der Valk heen en lag toen op de tweede plaats. Lang duurde dit evenwel niet en hy moest tenslotte voor de herhaalde aanvallen van Van der Valk zwichten. Nadat Leyse wegens te grooten achterstand uit den strijd was genomen, ging van der Heyden achter Wiersma rijden, zij het met eenige ronden achterstand. Van der Stel moet dan wegens een defect aan zijn fiets opgeven, terwijl ook de Wit van de baan verdween. Nog 14 ronden waren er te verrijden en er werd hard gestreden, vooral Woldendorp en van der Valk leverden slag tegen elkaar, terwijl Matena voortdurend aan den kop bleef. vii Toen kreeg hij zeven ronden voor het ein de een lekke band. De jury moest hem tot drie maal toe waarschuwen om te stoppen. Hij wilde echter niet ophouden en reed de laatste ronden op een platten voorband. Van der Valk maakt hiervan gebruik om weg te schieten en ging als eerste over de eindstreep. De jury was echter van meening, dat men Matena de laatste twee ronden moest kwijt schelden, en de stayer, die van het begin af aan de volle 100 K.M. aan den kop had ge reden, werd winnaar verklaard. Matena en van der Valk, die op 100 M. tweede was geworden, zullen dus in de series worden geplaatst. Dat het tempo zeer hoog was, blijkt uit feit, dat de 100 K.M. in 1 uur 22 min en 2 sec. werden afgelegd. De uitslag luidde: 1. Matena, 2. van der Valk op 100 M„ 3. Woldendorp op 460 M., 4. van der Heyden op 3350 M., 5. Van der meer op 4500 M. Boksen. MAX SCHMELING TE BERLIJN AANGEKOMEN. Vrijdagavond omstreeks negen uur is de ex-wereldkampioen in het zwaargewicht Max Schmeling per extra-vliegtuig, dat hem door den rijksminister voor propaganda, dv. Goebbels, ter beschikking was gesteld, op het vliegveld Tempelhof aangekomen, waar hij door een duizendkoppige menigte be groet werd. Nadat hem een aantal kransen en bloemstukken overhandigd waren, werd hem door den vertegenwoordiger van den rijkssportleider, een plaquette overhandigd terwijl zijn echtgenoote evenals haar man een z.g. Olympische palmtak werd aange boden. Nadat vele foto's gemaakt waren en Max Schmeling zijn dank had uitgesproken voor de hem gebrachte hulde, verliet hij, nog maals luide toegejuicht door de aanwezigen het vliegveld. Drive. BRIDGE DRIVE TE EGMOND AAN ZEE. Onder leiding van den heer Bink werd in hotel Trompenberg te Egmond aan Zee een gezellige bridge-drive georganiseerd. Een 32-tal liefhebbers van bridgen kampten om de pryzen. De uitslag van den wedstrijd was: Oneven paren: 1. de heeren Beurs en Schoorl uit Alkmaar; 2. de heeren dr. Hart. man en Delvaux uit Purmerend; 3. da heeren Kooiman uit Purmerend, respectie velijk met 20, 23 1/2 en 26 1/2 punt Even paren: 1. de heeren Kareis uit Egmond aan den Hoef en Ruigewaard uit Egmond aan Zee; 2. de heeren H. van Pel en Th. da Graaff uit Egmond aan Zee; 3. de damea Berkhouwer en Trijbetz uit Alkmaar, met respectievelijk 29 1/2, 35 en 35 punten. n. Het debat bij het adres van antwoord op 22 September 1862 had een naspel bij de behandeling der begrooting van Binnen- landsche Zaken, enkele maanden later. Op 25 November hield Thorbecke naar aanleiding van eenige opmerkingen, in het debat gemaakt een rede, die in hooge mate illustreerend was en is voor zijn op vatting inzake de verhouding van den staat en de regeering tot de kunst. Al aanstonds dit woord: „Niemand verwachte van mij, dat ik niet zou wenschen wetenschap of kunst te be vorderen, dat wil zeggen, voor zoover het van rijkswege geschieden kan, de midde len te verstrekken, of te vermenigvuldigen, die tot bevordering van kunst en weten schap kunnen leiden". Wel nu? Is dit eene, simpele zinnejte al niet reeds voldoende, om ieder gebruik van het woord, dat kunst geen regeeringszaak is, als een misbruik te brandmerken? In die enkeie stelling erkent Thorbecke een staatszaak op het gebied der kunst, een plicht, om de middelen te verschaffen, die tot bevorde ring er van kunnen leiden. Natuurlijk, „voor zoover het van rijkswege geschieden kan", want aan iedere staatszaak zijn grenzen en Thorbecke zet dan ook in zijn rede uit een, dat die bevordering niet kunstmatig mag geschieden, dat men deze taak van den staat niet mag „annonceeren", om niet „een speculatieve geest" wakker te roepen, om niet van de kunst „een carriere" te doen maken als ieder andere: alleen de goede kunst, die zich reeds als zoodanig heeft doen kennen, mag gesteund worden. Nogmaals neem dat eene zinnetje, dat als een programpunt is, en ieder beseft dat het dwaasheid is te veronderstellen, alsof deze man twee maanden vroeger een taak der regeering op dit terrein zou hebben ontkend. Hij ging verder. In die rede van 25 November 1862 ont wikkelde Thorbecke als het ware een pro gram. In de eerste plaats erkende hij, dat het aanbeveling verdient, „jeugdige talenten" in staat te stellen, in het buitenland zich te gaan ontwikkelen en hij voegde er aan toe: „Ik heb onlangs nog zoodanige voordracht aan den Koning gedaan. Dat zal, voor zoo ver van mij afhangt, verder geschieden. Het is, zoo persoonlijke gunst buitengeslo ten blijft, een goed middel". In de tweede plaats legde hij den nadruk op „goed onderwijs" op dit gebied en de bevordering daarvan. In de derde plaats wees hij op de nood zakelijkheid van „openbaarheid en concen treering van hetgeen wij hebben, teneinde de kunst bij het publiek bekend te maken en hen, die het vermogen om kunstenaar te worden in zich gevoelen, tot voorbeeld te dienen. Een uitstekend middel, dat op groo te schaal enkel door de regeering kan wor den gebezigd. Ik zal ook te dien aanzien doen wat ik kan". Zeker zoo vervolgde hij „daarvoor zijn goede lokalen noodig. „Wij zullen een groot besluit moeten ne men, om een waardig lokaal op een ge schikte plaats te bouwen. Ik zal niet schro men een hooge som aan te vragen, om musea te Amsterdam te vereenigen en al- zoo den indruk van hetgeen onze kunst was en van hetgeen zij nog is op vreemdelingen liefhebbers, kunstenaars, op het gansche publiek te versterken". In de vierde plaats bracht hij een som op de begrooting, om schilderijen van le vende meesters te koopen. Hij vond dit een prachtig middel, mits „met gestrengheid" toegepast en „als een nationaal eereblijk" Ziedaar! Twee maanden, nadat hy het Adres van Antwoord het korte debat had plaats ge vonden, ontwikkelde Thorbecke een pro gram op kunstgebied: zeide hy, dat op zijn voordracht jonge kunstenaars staatsgeld hadden ontvangen om naar het buitenland te gaan; verklaarde hy het onderwijs op dit terrein te willen bevorderen: trok hij geld uit om schilderyen van levende meesters te koopen en verklaarde hy er niet tegen te zullen opzien, om „een hooge som" voor 't stichten van musea aan te vragen. En tegen dezen staatsman wordt nog tel kens het woord aangevoerd, dat hy kunst geen regeeringszaak vond. Den volgenden dag dus 26 November 1862 zou Thorbecke een nieuwe gelegen heid krijgen, om zijn goeden wil te toonen. Reeds had hy den 25sten, uit eigen bewe ging een post uitgetrokken voor medailles, overgebracht naar een ander artikel, naar een post uitgetrokken voor aankoop van schilderyen, omdat hij meende dat op deza wijze het kunstbelang beter werd gediend. Den 26sten echter stelde de heer van Mui ken, bijgenaamd „de kunstlievende gene raal", voor, om den aankooppost nog met 4000 te verhoogen. En wat deed Thor becke? Wees hij dit amendement van de hand? Geenszins. Hij noemde het „zeer gratieus" om de regeering meer geld te ge ven dan zij vroeg, en dat nog wel „voor een zoo edel doeleinde", alleen meende hij, dat het amendement op een verkeerd artikel was voorgesteld, en daarom verhoogde de minister zelf den goeden post met een be drag, dat vrijwel aan dat van het amende ment gelijk was, waarop van Muiken zijn voorstel introk. Wat zegt men nu van dit alles? Is dit niet de houding van een bewindsman, die de kunst tot op bepaalde hoogte wel de gelijk regeeringszaak acht? Maar: zijn stelling van 22 September hield Thor becke vol. Dit bleek in die November-dagen. Want op zeker oogenblik stond mr. De Brauw op (die, gelijk men weet, in Septem ber de poes de bel had aangebonden) en zeide guitig, met verwijzing naar Thor- becke's kunstprogram: „Het is mij voorge komen, dat de kunst nu inderdaad een zaak van regeering geworden is". En wat antwoordde Thorbecke hierop? Dit: „Ik antwoord, dat de kunst in mijn oog thans evenmin een regeeringszaak is, als zij dit vroeger was. De kunst is geen regeerings zaak, in zooverre de regeering geen oordeel, noch eenig gezag heeft op het gebied der kunst. Dit is de zin, waarin ik gesproken heb. Indien de uitgave tot aankoop van een schilderij of tot opzichting van een museum gebouw de kunst maakt tot een regeerings zaak, zeg dan, dat het gebied der kerkge nootschappen, daar zij meestal uit de schat kist onderhouden worden, een eerste en voorname regeeringszaak is". De Brauw hield staande, dat de stelling van Thorbecke onjuist was; immers zoo zeide hij wanneer de regeering schilde rijen koopt of laat koopen, dan moet zij critisch onderscheiden of namens haar laten onderscheiden, en bij de keus der aan te koopen stukken moet zy dus wel degelijk van een „oordeel" blijk geven. Doch ik kan dit punt verder laten rusten, omdat het geenszins ter zake doet. Hoofdpunt van het geding was de vraag, of Thorbecke inder daad kunst geen regeeringszaak vond, d.w.z. (want in dien zin wordt de uitdruk king altijd gebruikt) of volgens hem de staat onverschillig en werkeloos moest blijven op dit gebied. Ik meen te hebben aangetoond: ten eerste dat Thorbecke het woord nooit heeft gesproken in den vorm, waarin het zoo vaak geciteerd wordt; ten tweede, dat Thorbecke alleen heeft bedoeld te zeggen, dat de regeering „oor deel" (critisch oordeel) noch „gezag" heeft op kunstgebied; ten derde, dat hy op eigen initiatief aller lei maatregelen ter bevordering van de goede kunst zon, en daarbij tegen finan- cieele offers niet opzag; Welnu; zal door dit alles de legende, het misbruik van Thorbecke's woord, verstommen? O, neen. U zult het telkens weer tegenkomen, let maar op. Het gaat hiermee als met het legen darische monster: de kop dien men er van voren afhakt, groeit er even snel van achte ren weer aan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 8