DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Een interview met Maarschalk Badoglio.
No. 151
138e Jaargang
Hei woeste Abessinië zal met stipten regelmaat
geexploiteerd worden
Italië zal de crisis overwinnen.
De stakingen in Frankrijk.
De toestand in het
verre Oosten.
Spoorwegongeluk in
Roemenië.
Autobus tegen een boom.
Brandweer-auto te water.
Auto door den trein gegrepen.
Twee tramtreinen van de
Gooische stoomtram
op elkaar gereden.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon*
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden by vooruitbetaling voor Alkmaar f 2.—
franco door het geheele Ryk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PEK GEWONE AD VERTEN Tl EN:
Van 15 regels f 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Maandag 29 Juni 1936
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
De correspondent van de „Sunday
Express", Ignatius Phayre, heeft een
onderhoud gehad met maarschalk
Badoglio.
De maarschalk begon met te zeg
gen, dat hij over politiek niet
wenschte te spreken, aangezien die
hem niet aanging. Evenmin wenschte
hij iets te hooren over „den goudmijn,
het dorado Abessinië", aangezien dat
alles illusie is, zoolang de bewijzen
nog niet zijn geleverd. Weliswaar is
de oorlog voorbij, maar de zuivering
blyft nog, en daarna moet de „ver
overing" komen.
Maarschalk Badoglio
„Voordat wij in October j.1. de Mareb
overtrokken, aldus ging de maarschalk
voort, dacht de duce, dat de veldslagen
een half jaar zouden kunnen duren en
de rest misschien een halve eeuw. Alles
moet er nog gedaan worden. In Abessinië
hebben wij een vraagteeken, dat drie of
vier maal het gebied van Italië zou kun
nen beslaan. Abessinië tot ontwikkeling te
brengen is een zoo veelomvattend en inge
wikkeld probleem, dat het tot het uiterste
het genie van ons ras op de proef zal stel
len, maar de geheele wereld zal zien, hoe
wij opgewassen zullen raken tegen deze
crisis in de geschiedenis. Er moet geen on
gepaste haast gemaakt worden bij deze
taak, want Italië kan zich niet veroor
loven ernstige fouten daarbij te maken.
Zy die critiek op ons uitoefenen moeten er
zich bewust van zijn, dat dit maagdelijke
land nog een chaos is van wildheid, waar
alleen nog maar in het centrum een ver
nisje is opgelegd van beschavingstee
kenen.
In de allereerste plaats zullen wy het
land moeten verkennen en kaarten ma
ken. Voorts moeten wy de rechten en
tradities eerbiedigen van de inboorlingen,
die de Arabische veroveraars van oudsher
geclassificeerd hebben als Habeshi, d. w. z.
een mengelmoes van volken. Maar onze
Romeinsche vrede zal de overhand hou
den en zich uitbreiden als een roemrijke
morgen over een land van duisternis.
Eerst zullen wij voor water zorgen, dan
voor wegen en daarna voor gebouwen.
Dat zijn de symbolen van het Romeinsche
fascisme, die gij in Tripolitana en Cyre-
naica met eigen oogen hebt kunnen zien
Wanneer onze duce dit tot stand heeft
kunnen brengen als een „verzamelaar van
woestijnen", wat kan hij dan niet in
Abessinië verrichten?
Wy hebben daar artsen noodig aldus
vervolgde Badoglio na een oogenblik
een medisch centrum trekt de inboorlin
gen onmiddellijk aan. Een blanke recht
spraak moet door allen worden gevonden,
evenals in Engeland's eigen gebied in Azië
en Afrika. Wat scholen betreft, telegraaf,
radiostations, burgerluchtvaart enz. die
helpers van den vooruitgang zullen spoe
dig komen.
En dit alles heeft betrekking op wat ik
de „periode der penetratie" zou kunnen
noemen. Naar myn meening zal die vier
of vyf jaar beslaan. Let wel, niet dat zich
voordien geen koloniën kolonisten in
Abessinië zouden kunnen vestigen. Tien
duizenden Italianen zyn reeds ter plaatse
en zijn niet voornemens terug te keeren.
De tweede periode zou ik „het tijdperk
der ontwikkeling willen noemen". Ba
doglio gaf hier rustig en krachtig de ver
zekering, dat de buitenlandsche critici, die
de Italiaansche doeleinden omlaag halen
en de mislukking daarvan voorspellen,
teleurgesteld zullen worden, evenals de
buitenlandsche strategen dat zijn in den
loop van den oorlog.
„Afgescheiden van overdreven ver
wachtingen, zie ik niet in", zoo ging Ba
doglio voort, „waarom Abessinië niet tot
een tweede Italië geschapen kan worden.
Millioenen emigranten zijn misschien te
overdadig. De tijd zal het uitwijzen".
Op de vraag van den journalist, hoe
spoedig het bezettingsleger teruggetrok
ken zou kunnen worden, antwoordde
Badoglio:
„Dat weten wy niet. Daadwerkelijk be
zit te nemen van zoo'n vaag gebied
vrijwel geheel zonder wegen is een
taak, die niet overhaast kan worden".
Ten aanzien van de economische moge
lijkheden gaf de maarschalk als zyn mee
ning te kennen, dat Abessinië zeker de
kosten der verovering in de eerstvolgende
paar jaar honderdvoudig zou terugbeta
len. „Onze kans is gekomen, een onont
gonnen rijk van onberekenbare waarde is
nu in onze handen, en geheel Italië is zich
daarvan bewust. Onze jonge mannen
staan te trappelen om er op uit te gaan en
dit land te regeeren en tot ontwikkeling
te brengen.
Het is een land van ongeloofelijke con
trasten. Een aardrijkskundige gril op fa
buleuze schaal, een hel, misschien, maar
met vele paradijzen in zyn woeste ruim
ten wy schenken geen aandacht aan de
Klondyke-verhalen over schatten, ruimte
om producten te verbouwen, dat zoeken
wij. Alles zal men er kunnen kweeken,
dank zij de groote verschillen in hoogte.
Toch zijn er ook goud, platina en duide
lijke sporen van petroleum. Maar de land-
bouwmogelykheden staan bovenaan, voor
katoen bijv. zyn er uitstekende mogelijk
heden, evenals voor rubber. Italië zal in
veel opzichten profijt trekken van de Brit-
sche koloniale methodes."
Op een vraag van den interviewer,
waar Italië het geld voor al c^ze plannen
vandaan wilde halen, antwoordde de
maarschalk: „de jeugd van Italië zal
daarin voorzien. Ons voornaamste actief
is de jeugd. „Maak plannen", heeft de
duce tot mij gezegd, „vraag alles wat gy
noodig hebt en gij zult het krijgen."
Nog geen algeheele werkhervatting.
De werklieden van de scheepswerven te
St. Nazaire blyven staken. Zondagavond
heeft opnieuw een onderhoud plaats gehad
tusschen den staatssecretaris voor handels
marine en de vertegenwoordigers van de
werklieden. Incidenten hebben niet plaats
gehad.
Botsingen in Rouaan.
Gisteravond laat zyn in het centrum van
de stad botsingen ontstaan tusschen leden
var. het Volksfront -.n aanhangers van het
nationale front. De politie zag zich ge
dwongen in te grijpen. Drie agenten wer
den gewond, een arrestatie werd verricht.
De staking in de metaalindustrie
breidt zich uit.
De staking in de metaal-industrie heeft
zich uitgebreid tot Moyeuvre, Rosselange,
Hayange en Thionville. De fabrieken zyn
door de stakers bezet. Incidenten hadden
niet plaats.
Ongeregeldheden te Parijs.
Zaterdagavond heeft de politie ter hoogte
van de Avenue George 5 te Parijs een 500-
tal jongelieden moeten verspreiden die na
afloop van de plechtige ontsteking van de
vlam by de Are de Triomphe de Champs
Elysees ingetrokken met den kreet „Frank
rijk voor de Franschen". Het was eenigen
tyd in de Avenue George 5 en omliggende
straten onrustig, doch ernstige incidenten
hebben zich niet voorgedaan. Arrestaties
hebben niet plaats gehad.
Verklaring van minister Salengro.
Minister Salengro heeft tijdens een ter
eere van de minister van arbeid, Lebas, ge
organiseerde bijeenkomst, o.m. verklaard:
Wy behooren niet tot de regeeringen die
zoodra zy aan het bewind komen er slechts
aan denken hun overwinning te doen ver
ontschuldigen. Wy blyven getrouw aan het
gegeven woord. Wy zyn vastbesloten front
te maken tegenover de demagogie indien
wy deze op onzen weg zouden ontmoeten,
Wy zyn besloten de verwachtingen van
millioenen niet te beschamen en wy zullen
vereend blyven, in de regeering, in de ka
mers en in het land. Slechts tot dien prys
zullen wy het program uitvoeren, dat onze
partijen gezamenlijk hebben geteekend.
Geen oorlogsschepen door stakers
bezet.
Burgemeester Blancho heeft ontkend, dat
de stakers een oorlogsbodem of handels
vaartuig bezet zouden houden. Zoodra de
staking was begonnen op de marinewerven
hebben de werklieden, die zich aan boord
van de oorlogsschepen bevonden, deze ver
laten en zich by hun kameraden in de
werkplaatsen gevoegd.
Fransch stoomschip belet te vertrekken.
Ofschoon de havenarbeiders en matrozen
te Bordeaux niet staken, hebben zy toch
het vertrek van het Fransche s.s. Jamaica
naar west-Afrika belet. Aan boord van de
Jamaica staken, zooals overal te Bordeaux,
metaalbewerkers die aan het schip repara
tiewerkzaamheden moesten verrichten.
Om deze staking te steunen, hebben de
matrozen ervoor gezorgd, dat de „Jamaica"
de haven voorloopig niet kan verlaten.
Japansche officieren beschoten;
twee dooden en twee gewonden.
Volgens een bericht uit Harbin zyn vier
Japansche officieren van den post Sui Fen
Ho ten Noordwesten van Wlawidwostok
aan de grens beschoten. Twee werden ge
dood en twee gewond. De daders zijn onbe
kend, doch men vermoedt, dat het bandie
ten waren, die in verbinding staan met de
grenswacht Van de sovjet.
Een militaire regeering over Bin-
nen-Mongolie.
Vernomen wordt, dat op 22 Juni besloten
is tot het instellen van een militaire regee-
ring in binnen-mongolie onder den Mon-
goolschen vorst Teh als president. De leuze
der nieuwe regeering is: Mongolië voor de
Mongolen. De zetel der regeering zou zich
te Kiapoosze bevinden. Voorts verluidt, dat
de Mandjoegeneraal Lisjoebsin met de nieu
we regeering zou samenwerken en dat de
regeering gebruik zou maken van talrijke
Japansche raadgevers.
Het conflict tusschen Nanking en
Kanton.
Japansche militaire kringen, die langen
tijd de ontwikkeling van het conflict tus
schen Nanking en Kanton hebben gadege
slagen, gelooven. dat dit conflict een groo-
ten invloed zal hebben op den toestand in
Noord-China. Zy waarschuwen Kanton voor
het gevaar, dat van de anti-Japansche be
weging gebruik zal worden gemaakt om de
campagne tegen Tsjang Kai Sjek te bevor
deren.
Versterking grensgarnizoen
Kwantoeng-Kwangsi.
Men meldt, dat de militaire leiders van
Kwantoeng en Kwangsi de grensgarnizoe-
nen der beide provincies versterken, een
boerenmilitie organiseeren en een geregeld
leger op de been brengen.
De generaal van het Kwangsi-leger Pai
Tsjoen Hsi, gaat voort met de mobilisatie
zijner troepen voor den opmarsch naar het
Noorden.
Kwantoeng heeft besloten een leening
aan te gaan van 12 millioen Mexicaansche
dollars voor de versterking van de lucht
macht van deze provincie.
Men meldt verder, dat een scherpe cen
suur wordt uitgeoefend in het Zuidwesten
in het bijzondere op mededeelingen het
leger betreffende.
Vier personen gedood.
In het station Tusnad te Boekarest is een
locomotief op een personentrein ingereden.
Vier personen kwamen om het leven.
Het spoorwegongeluk is veroorzaakt
doordat de locomotief en 6 wagons van een
persoientrein zyn omgevallen, als gevolg
van een verzakking van den spoorweg,
veroorzaakt door de jongste overstroo
mingen.
Twaalf personen gewond.
Zondagavond omstreeks elf uur heeft op
den Boschdyk ter hoogte van de grens tus
schen de gemeenten Eindhoven en Best een
vry ernstig autobusongeluk plaats gehad.
Een autobus van den heer Jac. Verhagen
uit Gilzeryen, bestuurd door den heer G.
Piere, kwam van de richting Deurne en
reed in de richting Best. De inzittenden keer
den terug van een priesterfeest te Deurne.
Op de grens van de gemeente Einhoven
liepen eenige personen, die min of meer
onder invloed van sterken drank verkeer
den, op den rijweg. Toen de bus naderde,
week één dezer personen naar het midden
van den ryweg. Een aanrijding was onver
mijdelijk, De voetganger, E. Sukkel uit
Eindhoven, liep daarbij een beenbreuk op.
Tengevolge van de plotselinge zwenking
van het stuur, waarmede de chauffeur een
aanryding had getracht te vermijden, ver
loor deze de macht over het stuur. De auto
reed met een vaart van 4050 K. M. tegen
een boom, waardoor de bus grootendeels
werd vernield.
Van de veertien inzittenden liepen
twaalf verwondingen op.
De chauffeur bleef ongedeerd. Acht
gewonden zyn naar het katholieke
Binnen-Gasthuis te Eindhoven overge
bracht, de anderen naar het St. Jo-
sephs-ziekenhuis te Eindhoven.
Van de acht gewonden, die in eerst
genoemd ziekenhuis zyn overgebracht,
konden er denzelfden avond vyf wor
den ontslagen om thuis te worden ver
pleegd; drie dames, alle licht gewond,
blyven voorloopig ter observatie opge
nomen. Erger zyn de vier gewonden
er aan toe, die naar het St. Josephs-
ziekenhuis zyn overgebracht.
De wagen die grootendeels vernield ls,
is naar het politiebureau te Eindhoven ge
sleept, terwijl door de verkeersrecherche
van Eindhoven een onderzoek is ingesteld
naar de schuldvraag.
Alle inzittende van de autobus waren af
komstig van Gilzeryen.
Monteur meegesleurd en verdronken.
De brandweerman K. Slagter te Al
melo, die belast was met het onderhoud
van den brandweerwagen, is hedenmor
gen met deze auto te water geraakt. De
auto verdween geheel onder water en
hoewel het spoedig gelukte S. weer op
het droge te brengen, bleken de levens
geesten reeds geweken te zijn. Het on
geluk geschiedde by het uitrijden van
de auto uit het gebouw van de gemeen
tewerken, dat aan het kanaal gelegen is.
De wagen rolde van den dijk af en
sleurde S. mee; het slachtoffer was 60
jaar oud en gehuwd.
Bestuurder levensgevaarlijk gewond.
Hedenmorgen had op den onbewaaktcn
overweg op den Doodeweg te Leusden,
welke weg de verbinding vormt tusschen
Hamersveld en Leusden, een ernstig onge
val plaats.
Te omstreeks half negen naderde uit de
richting Amersfoort trein 2017, die om 8.16
uur van Amsterdam naar Kesteren vertrok.
Uit de richting Hamersveld kwam een melk-
auto. bestuurd door den 35-jarigen KI.
Hoollwerf uit Barneveld. De machinist der
locomotief gaf tal van signalen, doch de be
stuurder trachtte nog den overweg te pas-
seeren. Het gevolg hiervan was, dat de
wagen aan de achterzijde werd gegrepen en
150 meter werd meegesleurd. Op 75 M. af
stand van den overweg werd de bestuurder
uit het voertuig geslingerd en bleef zwaar
gewond liggen. De auto werd geheel ver
splinterd.
De bestuurder, die een ernstige hoofd
wonde had en tal van zware kneuzingen,
werd per auto naar de Lichtenberg te
Amersfoort vervoerd.
Tengevolge van het ongeval moesten de
treinen over één spoor worden geleid.
Het opruimingswerk geschiedde onder
leiding van den ingenieur van tractie van
het bureau Amersfoort, ir. J. Hille.
Twee tramtreinen van de Gooische
stoomtram zijn gistermiddag op het
baanvak achter de Vrolikstraat te
Amsterdam op elkaar gereden. In bei
de treinen zaten tusschen de 100 en
150 passagiers.
Er waren 12 gewonden, van wie zes
op het terrein zijn verbonden en da
delijk naar huis gingen. Zes werden
door den G. G. D. naar het Ned. Isr.
ziekenhuis vervoerd, waar zij werden
verbonden en naar huis vervoerd.
Op het baanvak van de Gooische
stoomtram, dat ligt achter de Vrolikstraat,
te Amsterdam, zijn gistermiddag twee
tramtreinen, ieder van drie wagens, op
elkaar geloopen. De tramtrein, die van de
Weesperpoort vertrok in de richting van
Diemen, moest de uit die richting komende
tramtrein passeeren aan de Linnaeus-
straat. Deze laatste is echter door den
wissel gereden naar de Weesperpoort.
Zy orttmoetten elkaar juist op het punt
waar de Vrolikstraat zich ombuigt en de
wagenbestuurders elkaar niet konden
zien. De bestuurder van de tram uit de
richting van de Linnaeusstraat zou nog
tweemaal hebben gefloten.
Ofschoon niet harder werd gereden dan
met een vaart van 12 a 15 K.M., was de
botsing hevig en de slag geweldig.
Van alle kanten kwamen de bewoners
uit de huizen toesnellen, vooral toen ook
uit alle wagens een geweldig gegil op
steeg. Zij klommen over de hekken van
hun tuintjes en verleenden dadelijk alle
mogelijke hulp.
De schrik had de meeste passagieis
te pakken en met een glas water kwamen
de meeste weer op hun verhaal.
Er bleken echter ook gewonden te zyn.
Het waren de passagiers uit de eerste wa
gens van de beide tramtreinen, waarvan
enkele ruiten braken en de banken van
haar plaatsen werden gerukt en de bodems
werden verbogen.
De passagiers van deze wagons werden
als kogels door elkaar geworpen, waardoor
dan ook de passagiers, die gewond werden,
meest hoofdwonden hadden.
Alle passagiers van beide tramtremen
verlieten zoo spoedig mogelijk de rijtuigen
en werden door de bewoners van de Vro
likstraat in hun huizen opgenomen.
De gewonden, een twaalftal, werden ge
holpen in het leegstaande perceel no. 68
door dr. de Haas van den geneeskundigen
dienst. Zes hunner, die hoofdzakelijk snij-
en schaafwonden hadden, konden daarna
te voet naar huis keeren. De overigen
meer of minder ernstig gewond werden
naar het Ned. IsraëL ziekenhuis gebracht,
vanwaar allen later naar hun woningen
konden worden vervoerd.
De rijtuigen van de beide tramtreinen
hadden schade, de beide eerste wagons
waren het meest beschadigd. Van alle an
dere wagons waren de koppelingen ge
broken en stonden de bordessen stijf tegen
elkaar. Een drietal wagons stond eveneens
naast de rails.
De dienst van de Gooische tram was
door dit ongeluk in de war, omdat de weg
versperd was.
De passagiers uit de richting Diemen
konden niet verder worden vervoerd dan
tot aan de Linnaeusstraat en van de Wees
perpoort kon geen tram vertrekken.
De passagiers in de richting Diemen
werd gezegd op eigen gelegenheid naar de
Linnaeusstraat te gaan, vanwaar de trams
vertrokken in de richting Diemen.
Een fout van den treingeleider,
door dezen ruiterlijk erkend.
Wij ontleenen nog aan De Crt.:
Van de twee verongelukte tramtreinen
was de één te 3 uur 35 van het Weesper-
poortstation vertrokken, terwijl de ander
uit de riching Laren te halfvier by het
Weesperpoortstation moest arriveeren.
Deze trein was echter eenige minuten te
laat en zou dus arriveeren op een oogen
blik, dat de andere trein reeds was ver
trokken. Van het Weesperpoortstation tot
de Oetenwalerstraat maakt de Gooische
stoomtram gebruik van enkel spoor. Nabij
de Oetenwalerstraat is een kruising, waar
verder een dubbelspoor is aangelegd.
Toen nu de tram met twee bijwagens
dus van het Weesperpoortstation vertrek
ken zou, moest de bestuurder van den
tramtrein, die in aantocht was uit het Gooi,
dus weten dat hij de kruising niet mocht
passeeren, alvorens de tram van W.P. de
kruising voorbij was.
Een boodschap, die telefonisch van het
Weesperpoortstation uitgegeven was, had
de bestuurder inderdaad op tijd ontvangen
van den conducteur, die tevens treingelei
der is en die zich geheel volgens zijn in
structies té Diemerbrug met het Weesper
poortstation in verbinding had gesteld om
te vertellen, dat hij te laat was en dus niet
op tijd kon binnen zijn.
„Wachten bij de laatste kruising", luidde
toen de opdracht.
Deze opdracht gaf de treingeleider aan
de halte Hoogeweg door aan den nieuwen
treingeleider, die hem hier (bij de remise
Hoogeweg) kwam aflossen.
Deze tramgeleider beging nu een fout,
welke de oorzaak was van alle ellende.
Hij vergat de zoojuist ontvangen opdracht
(stoppen bij de laatste kruising) door te
geven aan den bestuurder van zijn trein.
Deze fout erkende de geleider nader
hand ten volle en de wijze waarop hij dit
deed, heeft later een zeer goeden indruk
op de autoriteiten gemaakt. De man was
zeer onder den indruk van het gebeurde,
verweet zichzelf de groote fout en zeide:
„Hel is heel erg wat er gebeurd is. Ik
had er aan moéten denken, maar helaas,
ik mag en kan niet anders zeggen dan dat
het mijn schuld is.
De trein reed door en eerst op het aller
laatste oogenblik, toen wij de laatste krui
sing reeds gepasseerd waren en uit de an
dere richting de trein van W. P. naderde,
dacht ik plotseling aan mijn order," zoo
vertelde de geleider verder. „De bestuur
der van onzen trein zag den anderen direct
toen hij even uit de bocht op eenige hon
derden meters voor ons, te voorschijn
kwam. Zij remden beiden zoo krachtig
mogelijk, zij deden het uiterste wat zy
konden doen, doch helaas, het was te
laat