DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Duitschland meer dan ooit reisland. No. 152 Dinsdag 30 Juni 1936 138e Jaargang Hei verlangen, buitenlanders naar Duitschland te lokken, is sterker dan ooit Hittler Nazi-lid no. 7. Lagerhuis vergadert. Hoogdruk in Genève. Het ongeluk met den Dieseltrein. EILAND HONDO ZWAAR GETEISTERD. Honderden huizen en hutten ingestort. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per S maanden bjj vooruitbetaling voor Alkmaar 2.— franco door het geheele Rqk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIKN Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordans C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. (Van onzen Berlijnschen correspondent.) Berlijn, 29 Juni. De menschen hebben hier op het oogenblik nog slechts voor één zaak werkelijke belangstelling: voor hun vacantie. Nu, dat zal wel iets zijn, wat niet tot Duitschland beperkt blijft. Maar het komt me, sinds ik temidden der Duitschers woon, toch zoo voor, alsof in weinig landen ter wereld deze zucht tot uitspanning zoo sterk aan wezig is, althans zich zoo duidelijk ma nifesteert, als juist in Duitschland. Duitschers zijn altijd harstochtelijke rei zigers geweest (en helaas niet altijd buiten hun grenzen overal geziene gasten, wat in- tusschen niet aan den Duitscher in het alge meen, maar aan een vooral voor den oorlog zeer verbreid type van schreeuwerige, op scheppende Pruisen te danken geweest is). In de eerste jaren na den wereldoorlog moesten zij intusschen de ervaring opdoen, dat zij in vele Europeesche landen slechts met geringe belangstelling en vreugde be groet werden. Natuurlijk bleven hun nog voldoende mogelijkheden open. Maar het duurde toch jaren, voordat de groote stroom naar Italië, Zwitserland, Noorwegen en nog andere door Duitschers bij voorkeur ge kozen route's de oude beddingen terugge vonden had. Toen kwam echter de inflatie de nieuw-ontwaakte vreugde verstoren, en nauwelijks was het wonder van de mark- stabilisatie een feit geworden, of het bleek, dat ook toen nog verschillende beroemde centra van vreemdelingenverkeer voor den Duitscher te duur gebleven waren. Maar erger voor den reislustige was toch nog de omwenteling van 1933, die plots zoo sterke internationale antipathieën uitlokte, dat nog afgezien van de daarop volgende devie zen-ellende, die heden nog grooter is dan vier jaren geleden het er werkelijk naar ging uitzien, alsof de Duitscher tot nader order ook als reiziger in een soort van splendid isolation gedrongen was. Reis-misère. Op het oogenblik is het inderdaad een feit, dat verreweg de meeste Duitschers niet meer in staat zijn, naar het buitenland te reizen, en dat een fanatieke kern onder hen dat ook niet meer wil (hetzij dan, dat men hier aan de te hoog hangende druiven moet denken?) En ongetwijfeld beteekent dat niet alleen voor de zoo graag reizende Duitschers, maar ook voor het hotelbedrijf in verschillende landen, in de eerste plaats wel voor Zwitserland, Oostenrijk, Italië en Nederland, een verlies van beteekenis. Het nationaal-socialisme heeft, geheel in stijl met een oversterk nationalistische ten- denz, ook onmiddellijk het reizen in eigen land gepropageerd, een streven, dat door het gebrek aan buitenlandsche betaalmiddelen en de enorme moeilijkheid om als reiziger in het buitenland aan geld te komen, natuur lijk op overweldigende wijze ondersteund is. Maar het verlangen, buitenlanders naar Duitschland te lokken. („Germany wants to see you!") was niet alleen gebleven, maar uit den aard der zaak nog honderd malen sterker geworden. En wel in de eerste plaats omdat men van hen voorspoed verwacht voor het Duitsche hotelwezen en wat daar mee verband houdt; maar ook, omdat deze vreemdelingen, zij het ook in bescheiden omvang, toch altijd weer wat vreemd geld naar binnen brengen en ten slotte, om dat men de hoop koestert, dat dit bezoek uit andere landen wat gunstiger meeningen over het nieuwe Duitschland mee naar huis zal nemen. Het is logisch, dat het feit van een Duitsche Olympiade in 1936 dit streven een onverwachte ondersteuning ge bracht heeft. Duitschland als reisland. Nu Is buiten alle politiek om niet weg te cijferen, dat Duitschland steeds een zeer aanlokkelijk reisland gebleven is. Ja, het is het heden nog meer dan vroeger. Want het Derde Rijk staat nu eenmaal in het centrum van internationale belangste.- ling. Al naar zijn politieke oriënteering be kijkt de vreemdeling het met alle variaties van gloeiende bewondering tot felste afkeu ring. Maar niemand zal kunnen loochenen, dat hier het een en ander gebeurt, dat een korte studiereis waard is en waarover men alleen op grond van de informaties der drukpers niet voldoende oordeelen kan. Het Derde Rijk ziet in toenemend vreem delingenverkeer een factor van de aller grootste beteekenis. Dat blijkt o.a. uit de omstandigheid, dat de vroegere Beiersche staatsministers Esser tot leider van dit ver keer gemaakt is, een werkzaamheid, die steeds zijn zeer bijzondere belangstelling gehgd heeft. Esser is overigens pok pQlitiek een interessante figuur. Hij is n.1. een nog ouder nationaal-socialist dan Hitier. In de eerste maanden van deze beweging had hij reeds lidmaatschapskaart nr. 4, terwijl Hitier pas als nr. 7 opgenomen werd. Hermann Esser was echter op verré na niet een zoo krachtige persoonlijkheid, of- scheen het hem in die eerste Miinchener jaren aan fanatisme werkelijk niet ontbrak. Nu is van dien wilden strijdgeest in den overigens nog steeds jongen man niet al te veel meer overgebleven. Hij is als chef van het vreemdelingenverkeer eigenlijk op een dood zijljjntje gerangeerd, al is zijn tegen woordige baantje natuurlijk nog wel van ingrijpende beteekenis. Duitschland is, ook onder het Derde Rijk, hetzelfde hoogst interessante reisland geble ven, dat het altijd geweest is. En al kunnen we ons zeer goed begrijpen, dat groote groepen buitenlanders tot nader order Duitschland thans mijden, omdat hier op velerlei gebied dingen doorgevoerd zijn en theorieën in practijk gebracht worden, met welke men zich nimmer zal kunnen en willen vereenzelvigen, zoo blijft toch voor weer anderen het Duitsche Rijk een ge weldige attractie alleen al om de tallooze mogelijkheden, aan de geneeskrachtige bronnen, die nog steeds in aantal en ver scheidenheid toenemen en die een geschenk aan de geheele menschheid willen zijn, van kwalen te genezen en gesterkt naar huis terug te keeren. Geneeskrachtige baden. In den laatsten tijd is op het gebied der Duitsche geneeskrachtige baden nog een laatste nieuwigheid gekomen, die wellicht ook voor Nederland nog onbekend is. Men heeft in Westerland en Borkum een methode ontdekt om zeewater dusdanig te preparee ren, dat het zonder tegenzin gedronken kan worden, en reeds is geconstateerd, dat zulk een kuur ongedachte uitwerkingen voor een groote reeks van ziekten heeft, die de Noordzeebaden op den duur tallooze nieu we klanten bezorgen kunnen. Zien we even af van de toevallige om standigheid, dat Duitschland straks als gastheer voor de internationale Olympiade optreedt en daardoor als het ware door een bof een schitterende propaganda voor zijn vreemdelingenverkeer kan maken (ofschoon kenners aannemen, dat gezien de enorme voorbereidingen het zaakje voor Duitschland voorloopig een enorm verlies met zich zal brengen) en al staan we op het standpunt, dat deze Olympiade, die niet van Duitschland uitgaat maar aan Duitschland opgedragen is, daarom een uitzondering be hoort te maken en een overdruk bezoek van buitenaf verdient; dan willen we toch niet verzwijgen, dat ons buiten deze extra gebeurtenis om, een aanbeveling voor rei zen naar Duitschland, zoolang dit land zijn eigen menschen feitelijk dwingt binnen de grenzen te blijven, wat al te altruïstisch voorkomt. Het beteekent niet een tekort doen aan de bijzondere schoonheden der Duitsche landen en aan de gastvrijheid van verschillende Duitsche stammen, als we er hier de aandacht op vestigen, dat in de vreemdelingenpolitiek het Duitsche Rijk tegenwoordig wat al te hinderlijk eenzijdig geworden en wat al te openhartig op eigen voordeel bedacht is. En daarom kunnen we ons levendig voorstellen, dat de Nederland- sche reiziger zich na de internationale Olym pische Spelen bij voorkeur die vreemde landen zal uitzoeken, die bereid en in staat zijn, om belangstelling met tegenbezoeken te beantwoorden. Uittocht naar zee. De Duitsche spoorwegen hebben de laatste twee weken enorme massa's reizigers naar de kusten en naar het gebergte vervoerd. De groote steden zijn wat stiller geworden. Wie nog wat overgespaard heeft, is met vrouw en kinderen naar de Noord- en de Oostzee getrokken, dan wel naar het Rijn land, den Harz, het Zwarte Woud of het Beiersche Hoogland. De beroemde Kurorte zijn weer meer dan uitverkocht. Maar de groote aantrekkingspunten zijn toch als altijd de badplaatsen aan zee. Voor Noord en Oostzee heeft de Duitscher minstens zoo veel hartstochtelijke liefde als wij Neder landers. Van Borkum tot aan de Kurdische Nehrung en Zoppot ligt de eene badplaats naast de andere. Het zijn er ten slotte hon derd en meer. En we moeten bekennen, dat we in lange jaren tijds slechts de allerbe langrijkste persoonlijk hebben kunnen be leven. Kraft durch Freude. zal in Duitschland niet alleen door de on- mogelijkheid voor vele klassen der bevol king, zich buiten de grenzen geld te ver schaffen, maar vooral ook door het geweldig toegenomen automobilisme en de in aan bouw zijnde prachtverkeerswegen (al zijn die ook niet zooveel beter dan vele in Ne derland!) op den duur steeds grooter afme tingen gaan aannemen. De hoteliers klagen ook niet meer, gelijk een jaar of wat ge leden nog wel degelijk het geval was. Ook de zeer verschillend beoordeelde, en lang niet door alle hotelhouders begroette, groepsreizen van de beweging „Kraft durch Freude" (een officieel sterk geprotegeerde partij-onderneming, die zich ten doel stelt, arbeiders en bureau-personeel wat meer af leiding en cultureele ontwikkeling te be zorgen) brengt natuurlijk nieuw leven in het verkeerswezen en laat tientallen mil- lioenen rollen. We zullen nog wel gelegen heid krijgen, op deze beweging, die zeker interessante projecten in de daad wil om zetten, nog nader terug te komen. Sir John Simon spreekt. Sir John Simon, sprekende namens de Engelsche regeering, verklaarde, dat de in druk, dat Duff Cooper naar Parijs is ge gaan en er een Engelsch-Fransch militair verdrag heeft bepleit, geheel ongegrond is, hij deed niets van dien aard. Spr. verklaar de dat niemand, die de rede gelezen heeft, hem dat zou kunnen tegenspreken. Het schijnt, aldus vervolgde Sir John, dat het verschil van meening voor een belang rijk deel is toe te schrijven aan het feit, dat weinig afgevaardigden de rede van Duff Cooper hebben gelezen. Hoevelen van hen, die giseravond gesproken hebben of nog zullen spreken kunnen oprecht verklaren haar te hebben gelezen? Sir John Simon Veel verschil met onze Nederlandsche badplaatsen valt eigenlijk niet op. Slechts is bij ons meestal het strand breeder be halve dan op de Oostfriesche eilanden als Borkum en Juist waartegenover staat, dat onze badplaatsen in vergelijking met de Duitsche nog altijd te duur zijn. Het reizen Churchill antwoordde: „Ik". Het schijnt, dat hij de eenige is, die kan zeggen haar in extenso te hebben gelezen. Sir John ver volgde, dat de critieken gebaseerd zijn op de verkeerde veronderstelling, dat Duff Cooper op hartelijke wijze een Fransch-En- gelsche bondgenootschap zou hebben be pleit, maar het is zeer zeker niet waar, dat hij dit ten koste van Duitschland heeft ge daan. Hij heeft nimmer eenig militair bondgenootschap bepleit. Hij noemde welis waar de Rijngrenzen, maar noemde slechts, wat Baldwin reeds heeft genoemd. Sir John is van meening, dat men even min andere deelen van Duff Coopers rede voering kan aanvallen. John Simon voeg de hieraan toe, dat het wenschelijk is, dat Groot Brittannië goede betrekkingen onder houdt met Frankrijk en dat deze onder alle omstandigheden moeten worden voortgezet. Tenslotte zeide sir John, dat de deur niet is gesloten voor een mogelijke vreedzame overeenkomst met Duitschland. Het doel van onze politiek, aldus besloot Sir John Simon, is bevrediging van den toe stand in Europa. Attlee, de leider der Labour-oppositie, maakte een toespeling op de rede van Duff Cooper. Hij zeide, dat het aandringen op een zeer nauwe samenwerking tusschen de beide groote democratieën van West Europa weliswaar zeer wenschelijk is (luid ap plaus), maar dat het iets heel anders is frases te gebruiken, welke in de pers kunnen wor den geïnterperteerd als een aanwijzing voor het verlangen naar een nauw militair bond genootschap. Duff Cooper heeft gewezen op het convenant van een „Entente Cordiale", maar wees niet op het convenant van den Volkenbond als geheel. Wij hebben onze ver plichtingen uit hoofde van het Volkenbonds convenant en onze verplichting uit hoofde van Locarno. Verder is het ongewenscht, dat andere ministers zich mengen in de zaken van het Foreign Office. Sinclair, de leider der liberale oppositie, zegt dat veel van de rede van Duff Cooper in groote mate de instemming heeft van Groot-Brittannië, maar de grief tegen hem is, dat hij den Franschen zou hebben ge suggereerd, dat het uur zou zyn gekomen, .waarop onze beide groote naties zouden I kunnen samenwerken tegen een derde. Sin clair hecht de voorkeur aan een politiek, zooals deze wordt voorgestaan door den minister-president en zou wenschelijk vin den een overeenkomst tusschen de groote mogendheden, met inbegrip van Italië, om de vredespolitiek, welke de politiek van den Volkenbond is, voort te zetten. Churchill zegt, dat Duff Cooper zijn uit stekende redevoering met een bewonderens waardig gevoel heeft uitgesproken, zonder eenig ander land te denigreeren. De a.s. Volkenbondsvergadering. De diplomatieke atmosfeer schijnt aan den vooravond van de Volkenbonds-verga- dering op geluk ge wijze te zijn opgehel derd en men ziet thans zonder bezorgdheid het resultaat van het buitengewone debat, dat er eerst zoo dreigend voor de toekomst van den Volkenbond uitzag, tegemoet. Van Zeeland, die verzocht zal worden de zitting te presideeren, zal waarschijnlijk direct de vergadering in kennis stellen van de nota, waarin de Italiaansche regeering aan den Volkenbond de redenen zal uiteenzetten, waarom Italië niet aan de zitting zal deel nemen en zal protesteeren tegen het deel nemen van den Negus. Volgens mededee- ling uit Italiaansche kringen afkomstig, zal de toon van het stuk echter zeer verzoe ningsgezind zijn. Mussolini zal daarin uiteenzetten, dat het Italiaansche volk van meening is geant woord te hebben op een lang voorbereide Abessinische agresie. Bovendien zal er met nadruk op gewezen worden dat de verovering van Abessinië met een minimum aantal slachtoffers toi stand kwam, en worden verklaard, dat Mus solini bereid is alle inlichtingen te verstrek ken omtrent zijn voornemens met betrek king tot de administratieve hervorming van het bezette land. Met de bezetting van Abessinië heeft Italië gehandeld evenals andere groote mogendheden ten opzichte van achterlijke landen. De bezetting is een soort vrijwillig mandaat, waarmede het land zich belast in het belang van de be schaving. Verder zal de regeering van Ro me een tweetal verzekeringen geven: Ie geen inboorlingen-leger in het geannexeer de gebied te zullen instellen, doch er slechts een beperkte politie-macht te zullen orga- niseeren, en 2e: op economisch gebied alle noodzakelijke concessies te zullen doen tot de handhaving van het principe van open deur, door met name het binnenkomen van vreemd kapitaal in het land te begunsti gen. Als eerste spreker op de vergadering is ingeschreven Cantilo, de Argentijnsche ambassadeur te Rome, die het verzoek tot bijeenroeping der buitengewone Volken bondsvergadering zal rechtvaardigen. Ook de Negus zal het woord nemen om mede te deelen het voornemen te hebben naar het gebied van Goreh terug te kee ren, indien de Volkenbond hem de noodige middelen tot voortzetting van den strijd te gen den indringer zal verschaffen. Met belangstelling worden de redevoe ringen van Blum en Eden tegemoet gezien, die deze waarschijnlijk Woensdag zullen uitspreken en in gemeenschappelijk overleg Dinsdagavond zullen opstellen. Wagenvoerder tot een maand voor waardelijk en 60 boete veroor deeld. Het Amsterdamsche gerechtshof wees arrest in de strafzaak tegen den 35-jari gen bestuurder bij de Nederlandsche Spoorwegen L„ die wegens het aan zijn schuld te wijten hebben, dat gevaar is ontstaan voor het verkeer door mecha nische kracht over een spoorweg der N.S. is veroordeeld tot een voorwaarde lijke gevangenisstraf van een maand met een proeftijd van een jaar en tot 60 boete. De rechtbank had dezelfde straf opgelegd en de procureur gene raal had bevestiging van het vonnis geëischt. Het betrof hier het ernstig ongeluk met een Dieseltrein, dat op Zondag 5 Aug. 1934 in de hoofdstad naby het Weesperpoortstation plaats had en waarbij achttien personen min of meer ernstig werden gewond. Het ongeluk had vlak na het vertrek plaats. Het eerste rijtuig werd in de linkerflank aangereden door den tender van een locomotief van een dat personen bin- nenrydenden stoomtrein. Verd. was weggereden niettegen staande het uitry-signaal op onveilig stond. DE AMERIKAANSCHE T' Al Smith en de verkiezingscampagne Alfred Smith, die zooals bekend bij de democratische conventie te Philadephia een voorstel had ingediend om in plaats van Roosevelt, een volbloed democraat tot can- didaat voor het presidentschap te benoe men, is voornemens tijdens de verkiezings campagne minstens drie groote redevoerin gen uit te spreken, ter bestrijding van de New Deal. Hy zal echter niet direct den republikeinschen candidaat, gouverneur Landon, steunen. Een groot gebied tengevolge van wolkbreuken overstroomd. Centraal- en Noord-Oost-Hondo, het hoofdeiland van Japan, is door ontzettende wolkbreuken en overstroomingen geteisterd Honderden huizen en boerenhutten zyn ingestort. Het zakenleven in vele steden is geheel stilgelegd. De meeste scholen in het overstroomde gebied zijn gesloten. Onder leiding van de plaatselijke auto riteiten zijn omvangrijke hulpmaatregelen getroffen. Ten einde de door de kleine boeren gele den materieele schade zooveel mogelijk te vergoeden, is een verordening uitgevaar digd, waarbij aan hen, die door het hoog water getroffen zijn, terstond uitstel van rente- en pachtbetaling wordt verleend. Om epidemieën te voorkomen, zyn groote hoeveelheden medicamenten naar het ge teisterde gebied gezonden. Hoeveel slachtoffers er zijn, is nog niet bekend, daar de verbindingen over groote afstanden zyn verbroken. DE SPANNING TUSSCHEN KANTON EN NANKING. Troepen gebombardeerd. De correspondent van de „Daily Tele- graph" seint uit Hongkong: Officieel wordt verklaard, dat de bombardementsvliegtui gen der Nanking-regeering de loopgraven van de zuidelijke troepen ten noorden van Wintsjau Zaetrdag en Zondag hebben aan gevallen, de verliezen waren niet groot. De Kanton-regeering heeft te Nanking protest ingediend. Een deel van de 51-ste Nanking divisie is in Hoenang en zuid-Kiangsi aan het mui- 'tm geslagen en rukt, achtervolgd door bombardementstoestellen, naar de Kwan- toeng-grens op. GERUCHTEN OMTRENT EEN AFTREDEN VAN BALDWIN. Het feit, dat de Engelsche minister-presi dent Baldwin zyn verblijf op Crequers, waar hij het weekeinde pleegt door te bren gen, heeft verlengd, wordt door alle bladen druk besproken. Ver gaan geruchten, dat hij om gezond heidsredenen zou aftreden, hetgeen hij Don derdag a.s. zou meedeelen in een rede tij dens een banket van de vereeniging van conservatieven in de Londensche City. Het gerucht gaat voorts, dat Neville Chamber- lain Baldwin zal ovolgen, doch dit stuit op fel verzet van degenen, die Eden als opvol ger wenschen. DE „NORMANDIE" HEEFT PECH. Tegen een pijler gedrukt. De „Normandie" is gisteren bij het bin- nenloopen van de haven beschadigd. Het schip voer nl. met eb naar binnen en werd door den wind tegen een pijler gedrukt. De brug werd ernstig beschadigd door een sta len dwarsbalk.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 1