DRUK WERK DRUKWERK De schedel met de diamanten. ydieepstiidmqm Glimlachje ijs wil (Happy Mag.) Omzet favoriet Royale, verdubbeld dank ri| drie maanden adv.rte.ren in de dagbladpers sOPLAf* ld issgk:- „sr~«u 11 SSartfSS- Jiimtiieuws Van werkers, die het film publiek niet ziet au COSTER11 vergroeiingen van den snavel, misvormin gen aan de pooten, enz. Gedeeltelijk albinisme. Bij ongeveer 50 pCt. der beschreven geworden gedeeltelijk albinistische Merels bevinden zich witte veeren aan den hals; bij de ove rige 50 pCt. strekt zich het wit meestal over het geheele voorste gedeelte van het li chaam uit. Slechts -veinig voorwerpen zyn bekend, waarbij de witkleuring aan de vleugels of aan andere lichaamsdeelen be gint. Bij Merels schijnt dus aan den hals een ontkleurings-centrum te bestaan, wat bij de nauwe verwantschap dezer vogel soort met andere, normaliter door een hals ring gekenmerkte Lijster-soorten (Bef-lys- ter e.a.) licht verklaarbaar is. Het gedeeltelijk albinisme treedt nimmer volkomen symmetrisch op, tenzij het zoo uitgebreid is, dat nog slechts kleine gedeel ten van het vederkleed, b.v. de middelste stuurpennen, gepigmenteerd zijn. Dit wijs. er reeds op zoo zegt dr. R. dat men ook bij gedeeltelijk albinisme met een dege- neratie-verschijnsel te doen heeft. Bij ziek ten gedurende den rui krijgen vogels vaak hier of daar enkele witte veeren. Ook bij verlies buiten de rui-perioden, en vooral na kunstmatige verwijdering van veeren ko men daarvoor dikwijls opgepigmenteerde in de plaats. Toeneming van gedeeltelijk albi nisme bij een vogel-individu op hoogeren leeftijd stellen sommige zoölogen op één lijn met het wit of grijs worden der haren bij de zoogdieren. Albinisme kan op tweeërlei wijze ont- staan t.w.i le. het pigment valt bij gedeelten steeds mee,r en meer uit (toeneming van gedeelte lijk albinisme); 2e de kleurstof wordt gelei delijk bleeker. In het eerste geval is het ge- vederte werkelijk pigment-loos; in het tweede bevatten de veeren pigmen in kleur- looze oxydatie-graden. Derhalve is het pigment-looze, „echte" adbinisme onveran derlijk, terwijl het „onechte", door hyperoxy- datie ontstane albinisme, bij eiken rui wederom in mat-bruinachtige tint kan om slaan. De afbeelding is die van een buitengewoon fraai, geheel zuiver wit Merel-wijfje, waar van ook de bek en pooten pigmentloos zijn; pupil en iris waren echter normaal. Deze vogel werd bij Staverden gevonden; hij bleek zich tegen kippengaas te hebben doodgevlogen. Thans bevindt hij zich in het Museum der Nederlandsche Heidemaat schappij te Arnhem. A. A. VAN PELT LECHNER. Meneer Collet liep naar de veertig. Een bescheiden erfenisje stelde hem in staat een plezierig, rustig leven te leiden, zonder gekke bokkensprongen te doen. Nochtans aarzelde mevrouw Duvivier, een knappe, jonge weduwe, in te gaan op de meer op rechte, dan hoopvolle hofmakerij van me neer Collet, aangezien ze hem iemand vond van te bescheiden middelen. De positie van meneer Collet was daaren boven wat critiek geworden door een ge vaarlijken mededinger, die in den persoon van meneer Dumont was opgedoken. Een bescheiden juwelier, wiens trouwplannen een zeer gewillig oor schenen te vinden bij mevrouw Duvivier. Zoo kwam het dat dezen avond, ondanks Marie Victoire's onvolprezen kookkunst me neer Collet met niet zoo grooten trek hapte in de overheerlijke crème. Zuchtend stak hij even later zijn sigaar op in zijn zitkamer, onderwijl een pakje boeken lospeuterend, dat hij uit de stad had meegebracht. Hij hield veel van oude bandjes, in oud leer en voorzien van vergane oude ijzertjes. Toen hij dien morgen langs de Seine een wandeling had gemaakt en bij de boeken stalletjes natuurlijk eenigen tijd had zoek- gebracht, had hij toevallig een klein boekske gevonden met als titel: „Methoden, om met hazardspel rijk te worden", geschreven door een zekeren meneer de la Berche, die twee honderd jaar geleden mogelijk doodarm gestorven was. Hij ging het deeltje een plaatsje inruimen op de boekenplank, toen hij met leedwezen bemerkte, dat de band van binnen eenigs- zins was beschadigd. Er was een kleine scheur en de teleurgestelde kooper stak zijn wijsvinger heel voorzichtig tusschen het karton en het leer om de afmeting van het euvel vast te stellen. Toen hij zijn vinger terugtrok, haalde hij tot zijn verrassing tegelijk een vergeeld, opgevouwen papiertje eruit. Collet ontcij ferde eenige regelen, in de Engelsche taal geschreven, welke hij zonder moeite ver taalde. Ziehier de vertaling: Londen, 18 April 1865. Ik wil, dat het geluk, hetwelk nimmer mijn deel werd, op zekeren dag hem deel achtig worde, die dezen brief, myn wer kelijk testament, zal lezen. Ik vermaak hem een Fransch boek, een verhande ling over de methoden, door hazard-spel rijk te worden. Uit Zuid-Afrika heb ik den schedel van een trouwen bediende, die door my te te verdedigen zelf het leven liet, mee ge bracht. In dezen schedel heb ik vijftig diaman ten, waaronder drie van bijzondere groot te, verstopt, evenals een aantal goudstuk ken, alles bij elkaar een waarde van 40.000 guinjes vertegenwoordigend. Om dezen schat te vinden, zal het vol doende zijn mij een beleefdheidsbezoek te brengen op het kerkhof van mijn geboor teplaats Gateshead, waar ik begraven lig. Op mijn grafsteen liet ik letters en cij fers graveeren, onbegrijpelijk voor een ieder, die niet den volgenden sleutel er van bezit. Het is voldoende, elke klinker door de daarop volgende letter, elke medeklinker door de daaraan voorafgaande te vervan gen en elk cijfer met zeven te vermenig vuldigen en door drie te deglen. Moge hij, dien ik zoo rijk maak, zooveel vriendschap voor mij gevoelen om on danks zijn gelddorst bij mijn graf te bid- den- JOHN LAWRENCE. P.S. Het graf is naast het mausoleum van generaal Warwich Davidson gelegen. Twee dagen later ontving mevrouw Duvi vier met zekere verbazing een lakoniek schrijven van meneer Philippe Collet, da hij, zooals hij schreef, naar Londen was ge reisd om een hoogst gewichtige zaak in orde te maken, die zijn materieele positie for meel zou veranderen. Van Londen, waar hij slechts 48 uren bleef, nam de reiziger, die door de opwin ding al bijna geen drie nachten geslapen had, den trein naar Gateshead. Te New Castle verliet Collet den trein en red per auto over de groote Tyme-brug naar Gateshead, een sombere voorstad, bewoond door armoedige dokwerkers en ambachts lieden. Een klein jongetje wees hem den weg naar het kerkhof, dien hij te voet aflegde. Na een wandeling, die niet scheen te kun nen eindigen, stapte hij eindelijk, met klop pend hart, de stad der dooden binnen. Hy prefereerde het, den bewaker niets te vragen en zoo dwaalde hij al zoekend over het kerkhof rond. De duisternis viel en hij gaf reeds alle hoop op, toen hij plotseling het mausoleum van generaal Warwick Da vidson ontdekte. De brief had niet gelogen. Op een zuil zag hij den naam van John Lawrence inge graveerd. En op den verganen steen vond Collet twee rijen letters en cijfers, die hij in zijn opschrijfboekje noteerde. Het zweet liep over zijn gezicht, toen hij weer overeind stond. Hij las de zeer duidelijke, heldere zinnen nog eens over, welke hij nu had neergeschreven: „Schedel begraven twee meter onder de aarde bij noteboom in eenzame omgeving midden in het land, zes mijlen noordooste lijk, Stanhopestraat, Durham". Met kinderlijk geloof sprak meneer Collet koortsachtig twee Onze vader's en twee Ave Maria's uit voor het zieleheil van John Law rence, geboren 1812, gestorven 1866. Den volgenden dag, in den middag, ver liet meneer Collet na een korte reis, te Stanhope den trein en haastte zich te voet, zonder zich tijd voor een middagmaal te gunnen, naar de plek, waar hij zijn schat begraven wist. Plotseling trok een eenzaam huis, honderd meter van den straatweg af, zijn opmerk zaamheid. Het huis zag er zeer weinig aantrekkelijk uit, wekte geen vertrouwen. Toen meneer Collet zijn rond buikje tegen het hek druk te, kon hij nagenoeg ontdekken, dat er een noteboom stond achter de traliën, maar hy moest haastig ook weer terug, daar twee groote wolfshonden met gloeiende oogen en jonge bekken hevig blaffend naar hem toe sprongen. De ontvangst was niet direct beminnelijk te noemen en meneer Collet verwijderde zich haastig. Twee kilometer verder vond hy logies bij een smoezeligen herbergier, die hem wantrouwend voor een week een kamer in deze vuile omgeving verhuurde. Door voorzichtig uitvragen hoorde hij, dat de eigenaar van het huis een Ier was, een voormalig matroos, dien men zelden te zien kreeg en die doorging voor een wilde, wreede man, lijdend asm vervolgingswaan zin. Meneer Collet voelde een rilling langs zijn rug loopen, toen hy deze geruchten vernam. Reeds kreeg hij het verlangen om maar direct naar Frankrijk terug te gaan Op zekeren morgen werd hij echter ziels vergenoegd wakker. Dat hij niet dadelijk deze oplossing had gevonden! De matroos zou wel geen al te hooge eischen stellen en zijn bezitting wel billijk willen overdoen. Door den koop vsm het huis en den tuin zou hij van zelf rechtmatige eigenaar van den schedel worden, zonder diefstal te be gaan en gevangenis te riskeeren! Een notaris te Stanhope werd over deze zaak geraadpleegd, die echter maar niet zoo vlot verliep als gedacht werd. Eerst na lang loven en bieden werd de oude zeerob bereid gevonden een bod van duizend pond goed te keuren. Meneer Collet was niet weinig van streek over deze som, maar het kapitaal dat hem wachtte bood alle mogelijkheden. Hij droeg den notaris op de zaken in orde te maken, reisde voor enkele dagen naar Frankrijk om het noodige geld door verkoop van waardevol papier los te krijgen en keerde naar Engeland terug voor de ver dere sifwikkelingen. Nadat het geld was uitbetaald, kon meneer Collet bezit nemen van het geheimzinnige huis. De Ier, een stugge, roodharige kerel met verweerden baard gaf hem grimmig, zonder woord van eenig welkom, de *l«ute's en vertrok. Toen het donker was, vertrouwde Loiiei zich, klappertandend en rillerig den tuin in. Hij wilde bij het graven niet van den straat weg gezien worden. In de duisternis ondernam de nieuwe be zitter zijn vermoeienden arbeid. Acht uren lang groef hij, zonder iets te vinden. De rug, als gebroken, met bloedende handen en uit geputte armen zocht hij tevergeefs onder de boomwortels. Eindelijk by het eerste schijnsel van een druilerige dag sprong hij plotseling om hoog, zyn oogen traden byna uit de kassen en een schreeuw van vreugde ontsnapte zyn droge keel. Hij had, toen hij met de handen een steen wilde opheffen, zich aan een scherpe bot van een menschelijke kaak gestooten. Daar was hij, de schedel van John Law- rence's bediende! Alle moeite en offers zou den worden beloond. Maar, aan de handen, die toepakten, ont viel de schedel. En de schedel was leeg. Een bureau in Oxfordstreet. Met R™0* respect nadert een bediende de schrijftafel van den directeur. Op deze schrijftafel liggen een dozyn oude boeken met zeldzame banden. „Austin, heb je de akte?" „Ja meneer." Austin opent een map en trekt eenige ver geelde brieven eruit. De inkt is verbleekt, hier en daar zelfs uitgewischt. Als zustertjes gelijken deze brieven op het testament van John Lawrence, geboren 1812, gestorven Ï866. De business-man vouwt ze en schuift een ieder in den gescheurden binnenband van het boek. Austin, deze drie boeken voor den anti quair in Parijs; deze twee voor Rome. dit naar Berlijn. De andere naar Manchester, Liverpool en Birmingham." „Best, meneer." „Ook nieuwe vermeldingen over verlaten graven, waar men zonder onaangenaam heden iets kan laten ingraveeren?" „Hier, meneer, een nieuwe lijst van onge veer dertig, uit alle hoeken van Engeland „Uitstekend. Je zei, dat Fitzpatrich terug ia?" „Ja, meneer, hy wacht op uw orders". „Laat binnenkomen". De bediende liet den Ier binnentreden De man is niet meer grimmig, zijn baard niet verslorderd. Hij draagt een net colbert „Dus de laatste opdracht is uitgevoerd, Fitzpatrick?" „Geheel." „De kooper?" „Een Franschman, twee weken zijn vol doende gebleken." „Prijs?" „Duizend pond". „Goeie zaken gedaan. Jij krijgt de beken de provisie". De keurige, onberispelijke business-man glimlacht fijntjes: „Tja! Het is niet voldoende om oude, ver vallen huizen te koopen, men moet ze ook van de hand weten te doen!" SCHEEPSTIJDINGEN. RotterdamZ. Amerika Lijn. Alchiba thuisr. 6 Juli te Bahia. Silver-Java-Pacific Lijn. Mapia 5 Juli v. Calcutta te N. Westminster. Manoeran 7 Juli v. Singapore n. Pacifickust. Tapanoeli 7 Juli v. R'dam te Tampa. JavaChinaJapan Lijn. Tjisondari 6 Juli v. Hongkong n. Shanghai. Kon. Paketvaart Mij. Roggeveen 6 Juli v. Durban n. Lorenzo Marqués. Mij. Oceaan. City of Wellington Japan n. R'dam 7 Juli te Londen. Deucalion Japan n. R'dam pass. 8 Juli Perim City of Cardiff 7 Juli v. R'dam n. Japan. Halcyon Lijn. Maasbrug 7 Juli v. Vlaardingen te Narvik. Stad A'dam 7 Juli v. Lulea te Vlaardingen. Stad Vlaardingen 7 Juli v. Narvik te Vlaardingen. HollandAmerika Lijn. Bilderdyk 7 Juli v. R'dam Hamburg Veendam 7 Juli v. R'dam te New York. Dinteldyk 7 Juli van R'dam te San Francisco Drechtdyk, uitr., 6 Juli v. Cristobal. Rott. Lloyd. Sibajak, thuisr., pass. 7 Juli n.m. 7 u. Perim. Djambi, uitr., 8 Juli vm. 9 uur te Belawan. Kota Napon, thuisr., pass. 7 Juli nm. 1 uur Perim. Sitoebondo, uitr., pass. 7 Juli vm. 11 uur Finisferre. Indrapoera, uitr., 8 Juli van Suez. Palembang, uitr., 8 Juli van Suez. „Wat bedoel Je, Angus, of lk nóg een portie hebben? Ik heb er nog heelemaal geen gehad". De Schot: „Wét zeg je? En die portie dan, die lk voor Je gekocht heb, toen we het vorige jaar hier waren?" nu rv»1 9* rm» •ede mm. _«dd9ee"- i^ldoer». 4* 4*"r "n en Met do uiUrsie welwillendheid Hond de directie der Soplafabrieken N V. ons toe. bovenstaande verklaring Ie publiceereti die het groote vertrouwen in courantenredame van dezen adverteerder volkomen motiveert. OUR ANTEN RECLAME IS NIET TE, VER VANGEN Onmisbare personen by het let stand komen van een film. Wie van fnnu houdt, in eresseert zich voor het veihaal en voor de a. Cs ten. Op het tweede p.an Komt pat de belangstel ling voor de menschen, die achter de schermen werken. Deze me.ischen achter de schermen zijn de stille medewerkers, un namen kan men van het witte doek af lezen. Maar wie interesseert zich voor hen? Van de tien bioscoopbezoekers zullen U noem zelf maar een getal de meesten het antwoord schuldig blijven op de vragen: „Wie is de maatschappij, die de film maakte?" „Wie is de regisseur, of, wie verzorgde de fotografie?" Toch zyn deze onzichtbare werkers de oorzaak van het product, dat het publiek dag in dag uit als resultaat van hun werk wordt voorgezet. Wij zullen U eens iets vertellen van de taak van de belangrijkste mede werkers, die bij het tot stand komen van een film noodig kunnen zijn. Regisseur: Zy zyn de opperste leiders van het te maken product. Zy engageeren de artisten, geven hun instructies betref fende spel en beweging en beslissen, welke speelscènes worden vastgelegd op de cel- luloidstrook. Zy zijn bovendien verant woordelijk voor de geheele filmstrook, die synthese is van aan elkaar gehechte speel scènes, en voor het siyden van de film tot de juiste lengte. Gewoonlijk heeft een re gisseur groote zeggingsschap in het te ver filmen verhaal en in het toekennen van een rol voor de artisten. Assistent-regisseur: Hij zorgt voor de figuranten en bewerkstelligt hun aanstel ling via het aanwerfbureau. Hy redigeert ze, waar ze noodig zyn en zorgt, dat ze hun loon uitbetaald krijgen. Hy is de rechter hand van den regisseur en neemt diens taak over by minder belangrijke scènes. Ie Cameraman: Voor diens rekening komt de fotografie, hel beeld van de film In werkelijkheid hanteert hy de camera niet. Daarvoor zorgt zyn assistent. Wat hy wèl doet is: aanwijzingen geven aan de electriciëns met betrekking tot de schijn werpers. Hy pleegt overleg met den re gisseur betreffende het vastleggen van het beeld en hy heeft het laatste woord in net instellen van de camera en in het vast stellen van de juiste belichting. Hij is eigenlijk de artistieke leider van het foto grafische métier. Assistent-cameraman: De assistent- cameraman is eigenlyk de man, die de d' W' z" hlJ handelt in h!t vonr tZljn suPeneur. Hy behandelt het voor electrisch dry ven ingerichte ap- 3 d. bUnlfilm voor do X. 2e Assistent-cameraman: Hij zorst voor Ook hVj „o wJu«dÓn »™r' verplaatsen, d* ™w<Lüï PuMSt'ouSteMe" m"kt V0OT den genomen zit de eeïidïn W°r' Wd .«uodmtxo, soundproof hokje voor het registn van het geluid. Microfoon-operateur: De microfofl tn instrument, dat het spreken der sten en andere geluidseffecten voor lm vervangt. Het mechanisme, dat dradan en wielen verbonden ia, wordt i den operateur gedirigeerd van acteur of actrice naar de andere. Da i foor wordt steeds in de nabybeid van de spelers, die aan het woord (Slot ve DE K.-K. KERK EN DE FILM. Een pauselijke Z. H. de Paus h Episcopaat in een gezonden, die aan „Vigilanti Cura... heeft op de zedelykheid van de film. doet opmerken dat de Arocnkaansche j producer ïien zien r« is hebben bezig houden met de door slechte films zaakte kwaal en beloofd hebben geen moraliseerende films meer te maken door de menschelijke wetten in zouden worden gebracht. In feite optreden ondoelmatig gebleken vt werkelijk ing hunner beloften, hebben de Amerikaansche bisscb „fatsoensbond" gevormd, welks leden met een jaarlijks te hernieuwen verplichting nooit naar da bioscoop 11 gaan. Z. H. wyst erop, dat het probleem zyn opgelost, wanneer men alleen films vertoonde. Tenslotte geeft de richtlijnen voqr het op hoog moreel brengen van de films. Er zullen in land filmclasificatiebureaux moeten den ingericht welke afhankelijk moeten i van den bisschop en die de geloovigen r len inlichten over de films, die zij gevaar kunnen gaan bekijken. WENSCMT M BCSTUT KW Eerst naar LINKS, dan naar RECHTS uitkeken vóór oversteekt, an...» avan uw baurt al- wachten. (Naam lie ver aan latara tram dan., da auto van dan „Eerste Hulp dienst J

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 8