Zagcï.um i
Raadsel hoekie
PROFESSOR SLIM EN ZOON
jftL
Trjn
VOUWPLAATJE
Activeerende
advertenties
op het juiste moment.
10.
16.
lil-riE WAS WEG!
WEDSTRIJD IN SPEELGOEDLAND
.(Nadruk verboden).
X
X
X
X
X
X
X
X
X
EEN TAAK IN DE VACANTIL
„Het grootste deel van ons reclame
budget is, en was reeds voor jaren,
belegd in courantenreclame.
Dit wordt volkomen gemotiveerd
door het feit, zoo herhaaldelijk bij
ondervinding bewezen, dat adverten
ties in colranten hun invloed laten
gelden op het oogenblik van aan-
kóopenü
Courantenreclame geeft de laatste
krachtige stoot in elk weldoordacht
reclame-plan."
Aldus R. D. Chapin, president Hud-
son oMtor Car Cy, een bedrijf dat in
1935 in 90 plaatsen 750.174 regels
méér in couranten verbruikte dan het
vorige jaar.
7.
8.
9.
11.
12.
13.
14.
15.
h3 c6
Wit wil Pg4 voor goed verhinderen.
e4 e5
Dit moet nu wel.
0—0 Tfe8
Le3 Dc7
Dc2 a6
Tfdl b5
Sterker lijkt hier a4 voor wit.
cb5: cb5:
Db3 Lb7
Tacl Da5
Ld4:. Pd4: ging nu niet.
De zwarte dame staat op a5 niet fraai.
Pg5 Tf8
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
30.
31.
32.
33.
34.
35.
36.
37.
38.
39.
40.
41.
42.
43.
44.
Te7 lijkt sterker.
de5: de5:
Pd5 Pd5:
ed5: h6
Pe6 Tfc8
Een mooi offer. Na fe6: de6: krijgt
wit zijn stuk terug met goed spel.
Pg7: Kg7:
f4 ef4:
Wit verzwakt zijn koningsvleugel.
Beter Ld2.
Lf4: Tel:
Tel: Tc8
Tfl Db6f
Le3 Dd6
Nu moet d5 aangevallen.
Ld4f f6
Df3 Tc4
Df2 Tc8
Hier kon Ld5:.
Le3 h5
Ld5:, Tdl!
Ld5:. Dd5:. Lf6:. Kg8.
a3
Kh2
ab4:
Lf4
Da7
Tel
a5
b4
ab4:
Pe5
Tc7
Tel:
Beter was Td7.
Lel: Dc7
d6 Pf3f
Ziet er sterk uit, maar het antwoord
van zwart geeft de redding. Eerst Lf4
was beter.
Lf3: Dc2f
Kgl Dcl:f
Kf2 41. Db2:f
Een misgreep. Dd2t. Le2 Dd5 was
beter.
Le2 Kh6
Zwart rekende op Db7: Dd4. en Dd6:.
Er volgt echter:
De3f g5
d7
Opgegeven.
Dr. P. FEENSTRA KUIPER.
We spelen: schuitje varen.
De tobbe is de zee,
En broertje Piet doet n u graag
Met mij en popje mee.
Maar 'k hoop: het gaat niet stormen,
Pop heeft geen zwempak aan,
Mag in haar mooie jurkje
Niet kopje-onder gaan!
(Nadruk verboden).
'k Ken Piet wel een beetje!
Hij is soms vreesTijk wild.
En daarom denk ik angstig:
Wat voert hij in zijn schild?
Piet, blijf nu rustig zitten.
Broer Jan maakt ons portret,
Dan worden wij en popje
In 't kinderblad gezet!
C. E. d. L. H.
Op het lage stoepje
Zit een kleine meid
Zóó bedroefd te huilen:
Z is haar hondje kwijt!
Tippie, Tip! waar ben je?
Kom bij kleine vrouw!
Tippie, Tip! foei, stouterd!
Zeg, waar zit je nou?
Ik moet naar mijn bedje!
Jij hoort in je mand!
Plots kijkt 't booze meisje
Naar den and'ren kant.
(Nadruk verboden).
Daar komtmet een vaartje
Tippie wer'lijk aan!
'k Zie het kleine vrouwtje
Beide armen slaan
Om zijn nek. Zij kan toch
Heusch niet anders doen!
Geeft hem op zijn kopje
Zelfs een dikken zoen.
Boos is zij niet langer.
Tippie is terug!
Gauw gaat zij naar Moeder
En vertelt het vlug.
door C. E. DE LILLE HOGER WAARD.
Al klein Jantje's speelgoeddieren
Deden saSm een eenig spel:
Wie het allerhardst kon loopen.
'n Wedstrijd dus. En bü de bel
Liepen het konijn en 't eendje,
Teddy-beer en Puck, de hond,
Miesje-mauw en Kwaak, de kikker
Om het hardste op den grond
Van de groote, groote kamer.
En wie, denk je, dat het won?
Niet verklappen hoor, maar i k denk..
Wie het vlugste loopen kon!
En dat was maar eig'lijk sprong hij! -
Kwaakje. Net nog vóór 't konijn
Kon hij bij het voetenbankje,
't Eindpunt van de renbaan, zijn.
Kwaakje heeft het dus gewonnen,
D'and'ren droegen hem in 't rond.
Heel parmantig zat ons Kwaakje
Op den rug van Puck, den hond.
Jammer hè? juist als het leuk is
'n Dierenwedstrijd ls zoo fijn!
Zorgen zij wel, dat geen kind'ren,
Niemand in de buurt kan zijn!
(Nadruk verboden).
DE IJSCO-MAN MET ZIJN WAGEN.
Eerst de plaatjes, behalve het voor
beeld, dat alleen maar dient om naar te
kijken, op dun, doorzichtig papier over
treken.
Dit daarna op dun karton plakken en de
plaatjes uitsnijden of -knippen.
Nu vouwen, zooals het voorbeeld aan
geeft.
De assen van de wielen zijn twee luci
fers zonder koppen, die je onder tegen hst
wagentje plakt. Daardoor kunnen de wie
len draaien.
Staan de jjaco-man en zijn wagen goed
stevig? (Nadruk verboden).
4.
C Cartagena
aap
|t a rw t
dictaat
Cartagena
B e r' g a m o
trein
eng
a
Brandnetel. Been, lat, Daan, leer, lente.
Voor kleineren.
Kroos je (kleine pruim), roosje.
Manen.
Met den neus van een schoen.
D
A
K
A
D
A
K
A
M
ge-
eiland in
3.
CARLA HOOG.
FOUTEN IN HET FOUTEN-ZOEK-
FLAATE DER VORIGE WEEK.
I. De eerste schooven zijn niet gebon
den.
II. Aan den kruiwagen ontbreekt één
handvat en
III. een stut van achteren.
IV. De hark mist verscheiden tanden.
V. De maaier heeft maar één klomp
aan, terwijl er twee bij den kruiwagen
staan.
VI. Aan 't handvat van den maaier
ontbreekt de sikkel.
VII. De maan schijnt, terwijl er over
dag gemaaid wordt.
1.
2.
Oplossing der raadsels uit het
vorige nummer.
Voor grooteren.
Het is het beste u regelrecht tot den
directeur te wenden. (Steur en egel)
We gaan met Bob, Evert, Frits en Her
man kampeeren. (bever).
Wat moet er met al dat spek gebeu
ren? Ik weet alleen, dat één partij
gerookt wordt. (eend en tijger).
Wist je, dat meneer van Dorth op reis
was, Mathilde? (hop).
Ik wist niet, dat deze lijst erkend
wordt als de goede, (ezel en lijster)
Zwaard, visch; zwaardvisch.
OM OP TE LOSSEN.
Voor grooteren.
Mijn geheel wordt met 6 letters
schreven en noemt een
Europa.
Een 3, 2, 6, 1 is een vogel.
Een 1, 5, 2, 3 bestaat uit verscheiden
stemmen.
Een 1, 6, 3, 4 is een insnijding.
Een 1, 5, 3, 4 is een mand.
Een 3, 2, 6, 3 is een deel van een schip.
Maak plaatsen in Europa van:
lama ga
te lood
naar kasi
nog vin a
Zeg eens, wat 'k ben.
Ik word gerookt.
En meestal word ik ook gekookt.
Veel menschen zeggen:
'k smaak heel goed!
Soms ben ik zout en nimmer zoet.
Maar geeft men mij een and'ren staart,
1.
2.
3.
4.
Dan ben 'k aan voet en schoen
wat waard.
Daarna maakt een nieuw kopje gauw
Van mij een deel van een gebouw.
Verborgen rivieren in het buitenland.
De stof was niet me^r voorradig en
dus moest ik er iets anders bij nemen.
Heeft Tante Lena Do uren laten wach
ten, zeg je? (2)
Van dit satinet heb je maar weinig
noodig.
Op die manier ben je niet zuinig: er
loopt veel te veel water weg!
Voor kleineren.
Ladderraadsel.
Ie (bovenste) sport een
bloem.
2e sport een roofvogeL
3e sport een wateropper
vlakte.
4e sport iets, wat soms bij
naaien gebruikt wordt.
5e sport de naam van een
maand.
6e sport iets, wat sommige
dieren op hun kop dra
gen.
7e sport een meestal mooi
deel van een plant.
8e sport een groene plant.
9e sport een -tad in Drente.
10e sport een zeer bekende
vloeistof.
De woorden bestaan alle uit 5 letters
en de middelste vormen, van boven
naar beneden gelezen, den- naam
van iets, dat op de boterham gege
ten wordt.
Drie letters noemen 't vogeltje
Met 'n kuifje op den kop.
En dertien noemen 'n ander nog.
Wie lost dit raadseltj' op?
Wat staat soms op tafel en treft men
soms in zee aan?
Welke stoelen vindt men soms in het
bosch?
(Nadruk verboden).
Hoera! het is vacantie!
De schooldeur is goed dicht
Blijft zes weken gesloten!
Wij gaan met blij gezicht
Naar buiten: naar de bosachen
Of naar de groote hei.
Aan zee kun j'ons ook vinden
En in de groenne wei!
We kregen heusch! een „taak"
Maar één, die prettig is.
Waarvan we allen houden.
Dat heb ik vast niet mis!
Waarvoor wjj moeten zorgen?
Voor wangen, dik en rood.
Dat is de „taak" der schooljeugd.
Van kind'ren, klein en groot!
Graag willen wij ons best doen.
Ons helpt de trouwe zon.
Die ieder vast wil houden.
Als h\j 't maar even kon!
Maar.., heeft de zon vacantie
En regent het, dat 't giet,
Dan willen wij niet mopp'ren.
Vervelen doen w'ons niet!
We teek'nen, spelen, lezen...
Komt plots de zon terug.
Dan gaan w'opnieuw naar buiten
En doen w'ons best weer vlug.
Ik hoop, dat in September
Het „Hoofd" een prijsje geeft
Aan wie de allerdikste,
Verbrande wangen heeft!
(Nadruk verboden).
ANNIE O.
- "*s nwiue iijj geoiai van Fidel de «traaf
hond. Er zat een gat in de schutting en Pietje rien h t
hondje bij zich. „Kom Fidel", riep hii dan P
samen wijn spelen". P y' "dan gaan we
wary. blaffend wipte Fidel den tuin in en weldra
een .j v'e en de straathond aan het spelen dat het
balendwerc'en beiden echter hoe langer hoe