JOZEF ISRAËLS. t 18 81 H 'JUoumciaat TUtmu Jiadiopcogtamma I feuilleton ET HELSCH COMPLOT Z Z 0,n d" H« Vijf en twintig jaar geleden stierf de groote Nederlandsche schilder en etser Josef Israëls. EGMOND AAN ZEE SCHAGEN WARMENHUIZEN VIERINGEN „Hy aal, dat hy mlas Dempatar haar drankje ingegeven had en ging onmiddel- Ujk weg, dat wil zeggan, nadat hy da krui ken ln het bed gelegd had. Toen gingen ze samen naar beneden an ben lk wegge hold". Een kwart eeuw geleden stierf te Den Haag de schilder en etser Jozef Israëls, die als de grootste Nederlandsche picturale kunstenaar van zijn tijd wordt beschouwd en in binnen- en buitenland tot de belang rijkste verschijnselen op het gebied van schilderkunst wordt gerekend. Het moet gezegd worden, dat hij ook thans niet overal dezelfde waardeering ontmoet. Noemen sommigen hem „de moderne Rembrandt", anderen verwijten hem ge- voelstekortkomingen en zelfs in bepaalde opzichten een gebrek aan techniek. Dat compositie niet zijn sterkste zijde was, is juist, en hij heeft dit ook zelf erkend, maar de vraag is, of het een gebrek mag heeten, het werk als geheel in aanmer king genomen. Tot de kunstenaars, die Israëls het meest bewonderde, behoorden Rembrandt en Rafaël, en de laatste imponeerde hem juist door de kundigheid van compositie, die hij zich altijd als voorbeeld heeft gesteld. Wanneer men conclusies wil trekken uit de oordeelen, die momenteel over Israëls werk geveld worden, dan moet men vast stellen, dat hij een van die artisten is, die goede en slechte scheppingen hebben ge leverd. Hij heeft veel op bestelling ge werkt, maar in dit opzicht is geen grenslijn te trekken wat de kunstwaarde van zijn doeken betreft, want onder rijn niet op verzoek vervaardigde voortbrengselen zijn minder geslaagde en bij de in opdracht uitgevoerde zijn uitmuntende. Over het algemeen is men van meening, dat Israëls eigenlijk groote werk ontstaan is in het laatste gedeelte van de periode, die men de Zandvoortsche zou kunnen noemen. Zijn onderwerpen zijn dan niet pretentieus meer, „het verhaal", dat velen in zjjn doeken afkeuren, speelt geen noe menswaardige rol; hij schept in kleuren, hetgeen in laatste instantie de eigenlijke tak van den schilder is. In deze beste wer ken is hij, zoo ver het de expressiviteit, de sfeer en verbeelding, van zijn kleeren be treft, nauwelijks geëvenaard of overtrof fen. Misschien behoort tot zijn meester werken het kleine schilderij „Adam en Eva" (Rijksmuseum te Amsterdam), dat de onbevooroordeelde beschouwer op één lijn stelt met het beste, dat hem van alle meesters uit de wereld der schilderkunst bekend is. Hier geen nauwgezette weer gave van de anatomie van het menschelijk lichaam, een weergave, die bij vele „Adam en Eva's" hoofddoel schijnt, zocdat dan het doek even goed iedere andere naam had kunnen dragen, die betrekking heeft op twee naaktfiguren. Ook geen geschil derde voorstelling van het Paradijsver haal. Maar twee gedaanten in het halfduis ter van een paradijsachtigen vooravond, te midden van struiken, boomen en half schuilgaand water. Het licht is van alle jaargetijden, de twee menschen zijn van alle tijden. De sfeer ademt een afwachten de stilte en een niet uitgesproken wijsheid. Jozef Israëls werd op 27 Januari 1824 te Groningen geboren. Hij stamde uit een middenstandsfamilie, waarvan de leden zich voor litteratuur en muziek interes seerden. Aanvankelijk zou hij rabbijn worden en in zijn picturaal werk is dan ook meermalen de invloed te bespeuren van de Talmoedstudiën, die hij maakte. Talent voor schilderen en teekenen toonde hij reeds vroeg en zijn eerste onderwijs op dit gebied ontving hij van leeraren der academie „Minerva" (Van Wicheren en Buys). In 1840 werd Israëls leerling van den Amsterdamschen portretschilder Jan Adam Kruseman. Drie jaren tevoren gaf hij in een mannenkop al blijk van psycho logische gaven, 's Avonds bezocht Israëls de academie en maakte goede vorderingen, o.m. onder leiding van Jan Willem Piene- man, ofschoon de idealiseerende academi sche richting hem niet aanstond. Ary Scheffers doek „Gretchen aan het spinnewiel" deed in hem de lust ontwaken om Parijs te bezoeken. Hoewel hij weinig geld bezat, vertrok hij naar de lichtstad, in gezelschap van zijn vriend Van Konings veld. De indruken ,die hij opdeed, bleven echter beneden zijn verwachtingen. Het atelier van Picot had hem niet veel te zeg gen, terwijl de Académie des Beaux Arts eveneens meer of minder een ontgooche ling voor hem was, hoewel hij daar in aan raking kwam met goede leeraren als Pra- dier, Vernet en Delaroche. In het Louvre maakte hij copieën en zijn vereering voor Scheffer en Decamps nam toe. Met Van Koningsveld samen componeerde hij in 1840 twee stukken „Geplunderd en ver jaagd" en „Moeder en kind", beide nog geheel afgestemd op den smaak van den tijd. Eigenaardig is, dat Israëls eenige keeren aan prijsvragen heeft meegedaan zonder nochtans een prijs te winnen, maar reeds de eerste keer was de critiek op zijn hand. Hij had de Amsterdamsche academie voor beeldende kunsten in 1847 (kort na zijn te rugkeer naar ons land) een zondvloed- scéne toegezonden, die veler bewondering wekte. Het was niet in de laatste plaats het gevolg van de gunstige critiek, dat zijn „Dood van Pacecho" door Arti werd aan gekocht voor de loterij van die instelling. Kort daarop leverde hij als bijdrage voor het Rembrandt-album „Dido's droom". In 1848 nam hij nogmals aan de prijs vraag van de academie deel, verwierf we derom geen prijs maar verkreeg thans van de academie bepaalde faciliteiten. Het was in dat jaar, dat men zijn genie begon te erkennen: hij werd eenerzijds hoog ge roemd en anderzijds hevig aangevallen, een bijna zeker bewijs voor groote kwali teiten. Zijn „Aaron en zijn zonen" trok zeer de aandacht, evenals het portret van de actrice Mme Teigny, dat door sommige critici onedel werd genoemd, de beste re clame, die er bestaat. Uit hetzelfde jaar bezitten wij een fijn geschilderd dames portret en het doek „De kleine vlsscher", dat als het ware de inleiding vormt tot Israëls laatste periode. Schildert hij tevoren vooral bijbelsche en historische tafereelen, gedurende de laatste periode, de „Zandvoortsche" zoekt hij zijn thema's vooral aan de kust, bij de boeren en ook wel in de stad, in ieder ge val vereeuwigt hij vooral typen van tijdge- nooten. Niettemin wordt hij in dien tijd toch ook door den bijbel geïnspireerd. Het beroemde „Saul en David" is van 1898, en het meer genoemde „Adam en Eva" van 1803. Terwijl „De kleine visscher" in 1848/49 ontstond, begint de Zandvoortsche tijd niet eerder dan in 1856. Voordien maakte Israëls nog een reekf historische en an dere doeken, bijv. „Ophelia" (1850), een jonge vrouw, die peinzend bij een vijver ligt. Voor dit werk kreeg hij vijfhonderd gulden, die hij gebruikte voor een bezoek aan Dusseldorp. Veel succes had hij voorts met „Adagio con espressione", „De laatste brief van Oldenbarneveldt", „De prins van Oranje en Margaretha van Parma" etc. In het jaar 1853 bezocht hij voor de tweede maal Parijs. Eigenaardigerwijze valt Millet, met wien hij in zijn werk veel overeenkomst vertoont, dan nog niet on der z(jn aandacht. En dan, in 1856, als hy voor gezondheid naar Zandvoort moet, komt de ommekeer, weliswaar niet plotseling, maar duidelijk merkbaar. Langzamerhand treedt die verstilling en verdieping op. die er toe hebben geleid, dat men zijn latere werken vergelijkt met het oevre van den lateren Rembrandt. Aanvankelijk heeft de ver telling nog'een belangrijk aandeel ln Israëls scheppingen uit dien tijd en zij zijn soms ook nog sentimenteel: „Langs Moe ders graf" etc. „De verdronken visser is echter al aangrijpend door zijn zakelijk heid. Meesterlijk zijn „Eerste Liefde „Ida, het vissersmeisje", „Kinderen van de zee" etc. Beroemd werden „Alleen op de wereld", „Als men oud wordt", „Een zoon van het oude volk", „De Joodsche bruiloft" en vele andere stukken van het zelfde genre, in zooverre men hier y»n een genre kan spreken, want de thema s zijn zeer verschillend. De kunstenaar slaagt er evenwel in, in ieder van deze werken zeer persoonlijke gevoelens tot uitdrukking te brengen; juist deze zijn het, die niet altijd de instemming van beschouwers schijnen te wekken. Behalve schilder was Israëls teeke.iaar en etser. Zijn reisbeschrijving „Spanje illustreerde hij zelf. Hij schreef dit boek in 1844. Sinds 1856 was zijn domicilie in naar aanleiding van een reis, ondernomen Den Haag. 's Zomers bezocht hij meest Scheveningen en ook trok hij wel met zijn vriend Salomon van Witsen naar Brabant of het Gooi in. In 1880 begaf hij zich voor de derde maal naar Parijs, dezen keer Mil let niet vergetend. Verder reisde hij door Italië, de laatste maal in 1909. In zijn later leven nam Israëls, die eens tevergeefs getracht had een acandemische prijs te behalen, een belangrijke plaats in het Nederlandsche kustleven in. Hij was wijd en zijd vermaard en als schilder po pulair. Veel tgenstand ondervond hij als lid van de jury voor staatsaankoop van toenmaals moderne schilderijen. Wat de invloed van Israëls aangaat: na gevolgd is hij eigenlijk niet. In sommige opzichten leerde Van Gogh van hem. Deze laat zich in zijn vermaarde brieven zeer geestdriftig over hem uit. Jozef Israëls zoon Isaac is eigen wegen gegaan. Wel ech ter zijn invloeden van Israëls senior bij den Duitschen schilder Max Liebermann op te merken. Bazar der Ned. herv. dameekrans. Dinsdag hield de Ned. herv. dames- krans haar jaarlijksche bazar in het kerk gebouw, dat smaakvol met bloemen ver sierd was en waar de prijzen op tafels waren tentoongesteld. Het bezoek was des mid dags door het mooie weder niet druk, maar des avonds kwamen velen, waaronder heel wat badgasten een kijkje nemen. Er waren weder heel veel inzendingen en telken jare staat men verbaasd over hetgeen door deze vereen iging, die niet meer dan 11 leden telt, wordt gepresteerd. In totaal waren er niet minder dan 170 prijzen, waarvan een gedeelte door anderen geschonken was, maar die toch grootendeels door de leden zelf vervaardigd waren. Er was weder van allerlei te bewonderen, vooral veel brei werk, kinderkleertjes, aardige kussens, een fraaie gehaakte sprei, die de hoofdprijs der verloting was en ook aardig handge- werkt lederwerk. Met dit laatste is de ver- eeniging dit jaar voor het eerst begonnen en zij gaat zich daar nu meer op toe leg gen. Voor de verloting der 170 prijzen waren totaal 600 loten uitgegeven, die grif ver kocht waren. Tijdens de tentoonstelling werden nog loten verkocht voor een aparte verloting van een sprei, die de vereeniging voor dat doel ten geschenke gekregen had en een ontbijt-servies. Vrijdag 14 Augustus. HILVERSUM, 1875 M. (8—12— 4—8.— en 11.—12.— VARA. de AVRO van 12.—4.— en de VI'RO van 8.—11.— uur». 8 Gr.pl 10 VPRO-morgen wijding. 10.15 De Notenkrakers on zang. 10.45 Voor dracht. 11.— Verv. concert. 11.30 Gr.pl. 12.—Kovacs Lajos' orkest en gr.pl. 2.— Tuinbouwpr. 2.30 Dans muziek. 3.15 Olympisch nieuws. 4.— Or.pl. 4.30 Kinderuurtje. 5.— E. Walis en zijn orkest en gr.pl. 8.45 De nieuwe Gulllvér, causerie. 7.03 Orgelspel. 7.30 Or.pl. 7.50 ANP- nleuwsber. 7.57 Herh. SOS-ber. 8.— Olympisch nieuws. 9.De mensch en het artistieke leven, csuserle. 9.30 Pianorecital. 10.— „Rondom het vredesvraagstuk", lezing. 10.30 Or.pl. 10.40 Avondwijding. 11. ANP-nleuwsber. 11.05 Jazzmuziek (gr.pl.) 11.35—12.— Or.pl. HILVERSUM, 301 M. (Alg. progr. NCRV). 8.— Schriftlezing. 8.15— 9.30 Or.pl. 10.30 Morgendienst. 11.— Zang. 12.15 Or.pl. 12.30 En semble v. d. Horst. 2.— Or.pl. 2.30 Chr. Lectuur.' 3.— Orgelspel. 4 Pianorecital. 4.45 Or.pl. 5.30 Arn- hemsch Strijkkwartet. 8.30 Tuln- bouwpraatje. 7.— Ber. 7.15 Lite raire causerie. 7.45 Rep. 8.ANP- nieuwsber. 8.16 Orgelconcert. 9.— Zakenbrieven in levende taal, cau serie. 9.30 NCRV-strijkorkest. 10.— ANP-ber. 11.11.30 Or.pl., hierna schriftlezing. DROITWICH, 1500 M. 11.05 Orgel concert. 11.35 Het Serge Krlah Sep tet. 12.20 Gr.pL 12.50 Dansmuziek. 1.35 Het Birmingham Ladies' Trio. 2.20 BBC-Northern-orkest. 3.20 Het Buxton Spa Orkest. 4.23 Het Hotel Victoria Orkest. 5.05 Or.pL 5.35 Po pulair concert. 5.45 Olymp. nieuws. 6.— Verv. concert. 6.20 Ber. 6.45 Olympisch nieuws. 7.— Dansmu ziek. 7.35 Het Ralph Elman Sextet. 8.06 Sportpr. 8.20 Operette-uiU. 9.20 Voordr. 9 40 Flu.trecital. 10.—. Ber. 10.20 „Down to the sea in ships", causerie. 10.40 Viool en piano. 11.3512.20 Dansmuziek. RADIO PARIS, 1848 M. 7.20 en 8.20 Gr.pl. 1120 Orkestconcert. 2.50 en 4.50 Or.pl. 5.50 Kamerorkest. 8.20 Zang en plano. 9 05 Operette-uitz. 11.05—1.05 Orkestconcert. KEULEN, 468 M. 6.20 Populair con cert. 8.20 Qevar. concert. 9.20 Or.pL en Olympisch nieuws. 12.20 Om roeporkest en solisten. 2.20 Om- roep-Amusements-orkest, populair orkest en solisten en Olympisch nieuws. 8.301.15 Zie Deutschland- sender. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 M. Alexys' orkest. 1.20—2.20 Or.pl. 8.20 Or.pl. 6.50 J. Schnijder's orkest. 8.23 Vlaamsch kwartet. 9.20 J. Schnijder's orkest. 10.50 Or.pL 484 M.: 12.20 Or.pL 1.30—2.20 J. Schnijder's orkest. 5.20 Harmonica recital. 6.10 Or.pL 6.60 PlanorecltaL 7.35 Zang. 8.20 J. S-hnyder's or kest. 9.40 Or.pl. 9.50 Zang. 10.05— 11.20 Or.pL DEUTSCHLAND8ENDER. 1871 M. C 30 Omroeporkest en solisten, u.08 Scheeps weer ber. 11.05 Dansmuziek en populair concert l.l(k—1.18 Slui ting. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Llja I: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 2: Keulen 8 12.20, Bruseal (VI.) 13.20—14.20 Ktulen 14 20 20.20. Lond. Reg. 26 20—22.30, Brussel VL 22.20—22.30. Brussel Fr. 22.30—23.05, Keulen 23.05—34.—% Lijn 4: Bruseel VL 8—910. Nor- mandie 9.20—10.35. Droitwich 10.35 —18.30, Luxemburg 18.20—1848, Droitwich 18.45—2020. Parijs R. 20 20—22.20. Lond. Reg. 22 30— 24.—% de noodzakelijkheid van de aanwezigheid van een reddingstoestel op dit gedeelte van het Zuidcratrand. Daarom togen de twee genoemde hecren aan het werk en hielden een collecte onder de badgasten om aan de Egmondzeeër Reddingsbrigade, dia op dit strandgadeelte wal een reddlngakaatje heeft staan, ook een reddingstoeatel ter beechlk- klng te kunnen stellen. Binnen enkele dagen wisten zij voor het sympathieke doel een bedrag van 41 bijten te brengen, terwijl de inzameling nog vorder voortgezet wordt. De Reddingsbrigade, actief als altijd, heeft inmiddels het toestel maar vast besteld en zal het dezer dagen op het Zuiderstrand plaatsen. Dat de brigade met deze onver wachte medewerking bijzonder Ingenomen Is, behoeft geen betoog! IfvrrrwvwT w 57) Vrij &aar het Engelaoh deor ANNIK 8WAN. „Wat kon je vanuit de kleedkamer zien?" „Alleen maar den haard en het raam on da kast ln den hoek tegenover de deur" „Kon Je mrs. Dalgleish zien?" «Je. Toen ik in de kleedkamer kwam, was ze bezig verschillende sleutels op de kast te probeeren". „Die miss Harman gesloten hield?" „Ja, zij had den sleutel. Ik zag haar sleutels op haar toilettafel liggen, toen ik hat blaadje op haar kamer bracht". „Ja wilt daarmee dus veronderstellen, dat mrs. Dalgleish haar eigen of andere sleutels aan het probeeren was?" „Ja, dat deed ze. Ze had twee bossen. Ze haaft ar minstens twintig geprobeerd, voor dat zij de kast open kreeg". „En wat gebeurde er toen?" „Ze bekeek alles, wat er in was. Ze nam da flaachjes er een voor een uit on het kiatja?" „Dat kistje", zei het meisje onverwachts, op hat medicijn-kistje wyzend, dat op de tafèl stond. „O, dat kistje! Heeft ze er iets uitgeno men? En wat voor dingen9" „Fleschjes, die ze tegen het licht hield. Aan een paar ervan heeft ze geroken. Toen heeft ze het weer op zijn plaatst gezet en een paar brieven ingekeken, die in een mandje op een van de planken lagen brieven van miss Herman. Ik heb gezien, dat zij ze er neer legde, toen ik den haard aan het schoonmaken was. Het waren En- gelsche brieven". „Dus mrs. Dalgleish heeft ze allemnel bekeken?" „Js, maar voordat ze ermee klaar wa», ging de bel en liep ze naar beneden om den dokter binnen te laten", „Hoe laat was dat?" »Vüf on twintig minuten voor twaalven Ik kon de klok op den schoorsteenmantel zien „Kwam de dokter met haar mee naar boven?" „Ja, ze kwamen samen weer binnen". »K" h*dden z® er geen vermoeden vun, dat JU in de kleedkamer zat?" „Neen, Edelachtbare, ze hebben me niet gezien of gehoord". „Maar je bent wel geblveen?" „Je". „Kon Je hen hooren spreken?" „Ja, maar ze zeiden niet veel. De dokter ging niet naar het bed en keek heelemaal niet naar miss Dempster om. Hij deed het eerste de kastdeur open. Ze hed hem er zeker van verteld toen ze naar boven kwa men". „Onderzocht hij de dingen ook?" „Ja, hij haalde alles te voorschyn. Hij Een ongeval, dat een goeden kant had! Zooals eerst later bekend werd, dreigde de vorige week Vrijdag een dame, die niet zwemmen kon, in zee te verdrinken. Denk zij het energiek optreden van twee badgas ten, de heeren E. van Schalkwijk uit Utrecht, lid der Utrechtsche Reddings brigade en W. Th. Vaags uit Rotterdam, werd zij gered. Bij dit ongeval bleek echter was het langste met het kistje bezig en hi) zei tegen Dalgleish, dat het hem niets beviel en dat alles in zoo'n kistje gestopt kon worden en eruit komen. Hij zei, det hi) de fleschjes wel mee zou willen nemen om ze te onderzoeken". „Heeft mist Dalgleish daarop eenig ant woord gegeven?" „Ja, ze zei, dat hij ze een voor een mee kon nemen, daar zij den sleutel had, waar mee de kaat geopend kon worden". „Wat gebeurde er toen?" „Hij keek langen tijd naar da flaachjes en wat ar verder nog in zat. Toen zetta hij ze neer en ging naar hat bed. HIJ zei, dat mlas Dempster erg koud was en stuurde Dalgleish naar de keuken om heet water te halen". „En wat toen?" Ze drukte een oogenblik haar hand op haar hart on beet op haar lippen. Mr. War- burton had haar verteld, det ze moeat zorgen heel goed op te letten, ala ze aan dat gedeelte ven haar verheel gekomen was, daar dat van hat grootata belang was het punt, waar alles van af zou hangen. De herinnering aan die waarachuwlng en het beaef, wat dit alias wel voor haar moestere! kon bataekenen, daad haar haar gewone kalmte verliezen. De advocaat, dia '"p>nnen gadesloeg, merkte haar oogenblik van aarzaling op, maar schreef uTu v,rltMrd® oorzaak toe. „Hy haalde ieta ln ean blauw papiartja uit zijn zak, ging naar de tafel toe en loste een gedeelte ervan in een glas water op. Het was een wit poeder", Jubileum H. de NQ1. Maandag 10 Augustus herdacht onze plaatsgenoot, de heer H. de Nijs, adjunct- commies ten postkantore te Schagen, dan dag waarop hij voor 25 jaar in dienst trad bij de administratie der P. T. T. De waarnemend inspecteur der P.T.T. te Haarlem kwam dan jubilaris namens dan directeur-generaal en den inspecteur geluk- wenachen met zijn zilveren ambtsjubileum. De vriendelijke woning van den jubllaret was herschapen in een waar bloemen-pa- leis. Hat personeel van het kantoor Schagen en ressort bood den Jubilaris een bureau- ministre met bijpassende bureau-stoel aan, de afdeellng achagen van dan C. B. P. T. T. een bureaulamp, terwijl familie en kennis sen de verdere completeering van het bu reau volmaaktan. Een stroom van brieven, telegrammen en kaartjes bereikten den jubilaris Tentoonstelling. Op het markterrein te Schagen zal op Donderdag 20 Auguitus e.k. een tentoon stelling van vat weidevee en vette achapen worden gehouden. Voor deze tentoonatel- üng worden geldprijzen uitgeloofd. „Ben je er zeker van, dat hat aan poeder was?" „Ja, een wit poeder in een blauw na- piertje". „Wat daad hij daarna?" „Hij ging naar hat bed en gaf het aan miss Dempster". ,Hoe kon je dat weten? Je hebt de lig ging van de kamer zoo juiat uitgelegd en vertild, dat ja vanuit de kleedkamer het bed niet kon zien?" „Ik kon het ln den spiegel boven den schoorsteenmantel zien. Ik zag. hoe hii J1el'ngaf"ip,t#r °prlchtte *n h,tr h#t drank- „Wat gebeurde er toen?" „Hij ging naar de kast en haalde het S!i„ WMt htI"w" „En?" nJ d##d °P*n «topte het blauwe pakje, waar hy miss Dempster's drankje ïfff' h'<*. >n. Hy de* hat ln nat kistje in een van de laatjea", „Een blauw papier als dit?" e#n 'trUHn0.0"1 tlW# l*1 °P' *"roy voer Hat dak" .opw'nd'nf dOOr da zaal v.! h. W#Lrd °P*n«*d"n «n uit üki. rn tjM ,haaid""n Pakje in blauw papier gewikkeld, n™ ,WM k*t. Er zat ten roze touwje "u V f,b#urd* daarna?" de kL WMr' ,topt* 1" Ouden van dagen. Volgens een door het oomlté gerichte circulaire aan de betrokken ouden ven da gen te Warmenhuizen, zal op 31 Augustus as hun een autorit sar.grbodsn worden over Nieuwe Niedorp, WinkeL Wieringer- meerpolder. Wtertngen, Afsluitdijk, dea Helder en verder loopende langs de Duin streek Het vertrek op dien dag heeft plaats om 8 uur v.m. (oude tijd). De ouden van da gen worden per auto van huls gehaald. Uiterlijk 7 uur hoopt men weer thuis te zija Dank xU da goede gaven van vele ingaat- tene la het comité ook dit jaar wader in és gelegenheid den oudjes een rijtoer aan ts bieden. Een mooie ultnoodlfhi Het bekende damee-mandoline-eaoHRbte O. K. K. te Hippolytuahoef. directeur de heer P. Jongkind, heeft een uitnoodifing ontvangen van de Oranje-vereeniging te Woudenberg (Utr.) om tljdena de aldaar begin September te houden festiviteiten, op een der feestavonden een conoert Ie komen geven. O. K. K. heeft dit aanbod aanvaard en soo gaan de dames geheel onverwacht binnen kort weer op reia. Van deze gelegenheid wordt teven* ge bruik gemaakt om te voldoen aan een reeds lang gekoesterde wenech, n.L om eenige gramofoonplaten te doen opnemen van de laatste succesnummers. Al deze dingen werken mede om het enthousiasme ln dete bloeiende vereeniging wakker te houden. „Zei hy let* tegen mra. Dalgleish over wat hy gadaan had?" „Den volgenden dag stierf mlas Demp* ster. Heb Je aan Iemand verteld, wat Ja ge* zien had?" „Aan niemand. Ik heb er voor het eert' over gesproken tegen dr. Guthrie op den dag, dat mlas Harman naar da gevangenü gebracht werd". Er was aan kleine pauze, waarna het kruisverhoor begon. Het duurde haal l*nS en was heel grondig en werd door een v*" de knapste advocaten van de balie afge nomen, die er echter niet ln slaagde ha*' getuigenis ook maar ln het minat aan h« wankelen te brengen. Chrlatlna was ln *Un geheel drie volle uren ln da getulgan-ban»- Eindeiyk werd haar medegedeeld, dal hc genoeg was. Terwyi se naar bulten ging, keek se m"® Harman aan, die een kleine beweging n*1 haar hand maakte en haar aoo'n dan baren blik toewierp, dat da tranen °y Christina's wangen stroomden. Bulten 8* komen, sonk se uitgeput en bevend op bank neer, doodeiyk bevreesd, dat genoeg gedaan had, of dat «y late v,r9" had ta zeggen, det had kunnen help*»- Wordt verv olfd'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 10