JOZEF ISRAËLS.
t
18
81
H
'JUoumciaat TUtmu
Jiadiopcogtamma
I
feuilleton
ET HELSCH
COMPLOT
Z Z 0,n d" H«
Vijf en twintig jaar geleden stierf de groote
Nederlandsche schilder en etser Josef Israëls.
EGMOND AAN ZEE
SCHAGEN
WARMENHUIZEN
VIERINGEN
„Hy aal, dat hy mlas Dempatar haar
drankje ingegeven had en ging onmiddel-
Ujk weg, dat wil zeggan, nadat hy da krui
ken ln het bed gelegd had. Toen gingen ze
samen naar beneden an ben lk wegge
hold".
Een kwart eeuw geleden stierf te Den
Haag de schilder en etser Jozef Israëls, die
als de grootste Nederlandsche picturale
kunstenaar van zijn tijd wordt beschouwd
en in binnen- en buitenland tot de belang
rijkste verschijnselen op het gebied van
schilderkunst wordt gerekend. Het moet
gezegd worden, dat hij ook thans niet
overal dezelfde waardeering ontmoet.
Noemen sommigen hem „de moderne
Rembrandt", anderen verwijten hem ge-
voelstekortkomingen en zelfs in bepaalde
opzichten een gebrek aan techniek. Dat
compositie niet zijn sterkste zijde was, is
juist, en hij heeft dit ook zelf erkend,
maar de vraag is, of het een gebrek mag
heeten, het werk als geheel in aanmer
king genomen.
Tot de kunstenaars, die Israëls het meest
bewonderde, behoorden Rembrandt en
Rafaël, en de laatste imponeerde hem juist
door de kundigheid van compositie, die hij
zich altijd als voorbeeld heeft gesteld.
Wanneer men conclusies wil trekken uit
de oordeelen, die momenteel over Israëls
werk geveld worden, dan moet men vast
stellen, dat hij een van die artisten is, die
goede en slechte scheppingen hebben ge
leverd. Hij heeft veel op bestelling ge
werkt, maar in dit opzicht is geen grenslijn
te trekken wat de kunstwaarde van zijn
doeken betreft, want onder rijn niet op
verzoek vervaardigde voortbrengselen zijn
minder geslaagde en bij de in opdracht
uitgevoerde zijn uitmuntende.
Over het algemeen is men van meening,
dat Israëls eigenlijk groote werk ontstaan
is in het laatste gedeelte van de periode,
die men de Zandvoortsche zou kunnen
noemen. Zijn onderwerpen zijn dan niet
pretentieus meer, „het verhaal", dat velen
in zjjn doeken afkeuren, speelt geen noe
menswaardige rol; hij schept in kleuren,
hetgeen in laatste instantie de eigenlijke
tak van den schilder is. In deze beste wer
ken is hij, zoo ver het de expressiviteit, de
sfeer en verbeelding, van zijn kleeren be
treft, nauwelijks geëvenaard of overtrof
fen. Misschien behoort tot zijn meester
werken het kleine schilderij „Adam en
Eva" (Rijksmuseum te Amsterdam), dat
de onbevooroordeelde beschouwer op één
lijn stelt met het beste, dat hem van alle
meesters uit de wereld der schilderkunst
bekend is. Hier geen nauwgezette weer
gave van de anatomie van het menschelijk
lichaam, een weergave, die bij vele „Adam
en Eva's" hoofddoel schijnt, zocdat dan
het doek even goed iedere andere naam
had kunnen dragen, die betrekking heeft
op twee naaktfiguren. Ook geen geschil
derde voorstelling van het Paradijsver
haal. Maar twee gedaanten in het halfduis
ter van een paradijsachtigen vooravond, te
midden van struiken, boomen en half
schuilgaand water. Het licht is van alle
jaargetijden, de twee menschen zijn van
alle tijden. De sfeer ademt een afwachten
de stilte en een niet uitgesproken wijsheid.
Jozef Israëls werd op 27 Januari 1824
te Groningen geboren. Hij stamde uit een
middenstandsfamilie, waarvan de leden
zich voor litteratuur en muziek interes
seerden. Aanvankelijk zou hij rabbijn
worden en in zijn picturaal werk is dan
ook meermalen de invloed te bespeuren
van de Talmoedstudiën, die hij maakte.
Talent voor schilderen en teekenen toonde
hij reeds vroeg en zijn eerste onderwijs op
dit gebied ontving hij van leeraren der
academie „Minerva" (Van Wicheren en
Buys). In 1840 werd Israëls leerling van
den Amsterdamschen portretschilder Jan
Adam Kruseman. Drie jaren tevoren gaf
hij in een mannenkop al blijk van psycho
logische gaven, 's Avonds bezocht Israëls
de academie en maakte goede vorderingen,
o.m. onder leiding van Jan Willem Piene-
man, ofschoon de idealiseerende academi
sche richting hem niet aanstond.
Ary Scheffers doek „Gretchen aan het
spinnewiel" deed in hem de lust ontwaken
om Parijs te bezoeken. Hoewel hij weinig
geld bezat, vertrok hij naar de lichtstad, in
gezelschap van zijn vriend Van Konings
veld. De indruken ,die hij opdeed, bleven
echter beneden zijn verwachtingen. Het
atelier van Picot had hem niet veel te zeg
gen, terwijl de Académie des Beaux Arts
eveneens meer of minder een ontgooche
ling voor hem was, hoewel hij daar in aan
raking kwam met goede leeraren als Pra-
dier, Vernet en Delaroche. In het Louvre
maakte hij copieën en zijn vereering voor
Scheffer en Decamps nam toe. Met Van
Koningsveld samen componeerde hij in
1840 twee stukken „Geplunderd en ver
jaagd" en „Moeder en kind", beide nog
geheel afgestemd op den smaak van den
tijd.
Eigenaardig is, dat Israëls eenige keeren
aan prijsvragen heeft meegedaan zonder
nochtans een prijs te winnen, maar reeds
de eerste keer was de critiek op zijn hand.
Hij had de Amsterdamsche academie voor
beeldende kunsten in 1847 (kort na zijn te
rugkeer naar ons land) een zondvloed-
scéne toegezonden, die veler bewondering
wekte. Het was niet in de laatste plaats
het gevolg van de gunstige critiek, dat zijn
„Dood van Pacecho" door Arti werd aan
gekocht voor de loterij van die instelling.
Kort daarop leverde hij als bijdrage voor
het Rembrandt-album „Dido's droom".
In 1848 nam hij nogmals aan de prijs
vraag van de academie deel, verwierf we
derom geen prijs maar verkreeg thans van
de academie bepaalde faciliteiten. Het was
in dat jaar, dat men zijn genie begon te
erkennen: hij werd eenerzijds hoog ge
roemd en anderzijds hevig aangevallen,
een bijna zeker bewijs voor groote kwali
teiten. Zijn „Aaron en zijn zonen" trok
zeer de aandacht, evenals het portret van
de actrice Mme Teigny, dat door sommige
critici onedel werd genoemd, de beste re
clame, die er bestaat. Uit hetzelfde jaar
bezitten wij een fijn geschilderd dames
portret en het doek „De kleine vlsscher",
dat als het ware de inleiding vormt tot
Israëls laatste periode.
Schildert hij tevoren vooral bijbelsche
en historische tafereelen, gedurende de
laatste periode, de „Zandvoortsche" zoekt
hij zijn thema's vooral aan de kust, bij de
boeren en ook wel in de stad, in ieder ge
val vereeuwigt hij vooral typen van tijdge-
nooten. Niettemin wordt hij in dien tijd
toch ook door den bijbel geïnspireerd. Het
beroemde „Saul en David" is van 1898, en
het meer genoemde „Adam en Eva" van
1803.
Terwijl „De kleine visscher" in 1848/49
ontstond, begint de Zandvoortsche tijd niet
eerder dan in 1856. Voordien maakte
Israëls nog een reekf historische en an
dere doeken, bijv. „Ophelia" (1850), een
jonge vrouw, die peinzend bij een vijver
ligt. Voor dit werk kreeg hij vijfhonderd
gulden, die hij gebruikte voor een bezoek
aan Dusseldorp. Veel succes had hij voorts
met „Adagio con espressione", „De laatste
brief van Oldenbarneveldt", „De prins
van Oranje en Margaretha van Parma"
etc.
In het jaar 1853 bezocht hij voor de
tweede maal Parijs. Eigenaardigerwijze
valt Millet, met wien hij in zijn werk veel
overeenkomst vertoont, dan nog niet on
der z(jn aandacht.
En dan, in 1856, als hy voor gezondheid
naar Zandvoort moet, komt de ommekeer,
weliswaar niet plotseling, maar duidelijk
merkbaar. Langzamerhand treedt die
verstilling en verdieping op. die er toe
hebben geleid, dat men zijn latere werken
vergelijkt met het oevre van den lateren
Rembrandt. Aanvankelijk heeft de ver
telling nog'een belangrijk aandeel ln
Israëls scheppingen uit dien tijd en zij zijn
soms ook nog sentimenteel: „Langs Moe
ders graf" etc. „De verdronken visser
is echter al aangrijpend door zijn zakelijk
heid. Meesterlijk zijn „Eerste Liefde
„Ida, het vissersmeisje", „Kinderen van
de zee" etc. Beroemd werden „Alleen op
de wereld", „Als men oud wordt", „Een
zoon van het oude volk", „De Joodsche
bruiloft" en vele andere stukken van het
zelfde genre, in zooverre men hier y»n een
genre kan spreken, want de thema s zijn
zeer verschillend. De kunstenaar slaagt er
evenwel in, in ieder van deze werken zeer
persoonlijke gevoelens tot uitdrukking te
brengen; juist deze zijn het, die niet altijd
de instemming van beschouwers schijnen
te wekken.
Behalve schilder was Israëls teeke.iaar
en etser. Zijn reisbeschrijving „Spanje
illustreerde hij zelf. Hij schreef dit boek
in 1844. Sinds 1856 was zijn domicilie in
naar aanleiding van een reis, ondernomen
Den Haag. 's Zomers bezocht hij meest
Scheveningen en ook trok hij wel met zijn
vriend Salomon van Witsen naar Brabant
of het Gooi in. In 1880 begaf hij zich voor
de derde maal naar Parijs, dezen keer Mil
let niet vergetend. Verder reisde hij door
Italië, de laatste maal in 1909.
In zijn later leven nam Israëls, die eens
tevergeefs getracht had een acandemische
prijs te behalen, een belangrijke plaats in
het Nederlandsche kustleven in. Hij was
wijd en zijd vermaard en als schilder po
pulair. Veel tgenstand ondervond hij als
lid van de jury voor staatsaankoop van
toenmaals moderne schilderijen.
Wat de invloed van Israëls aangaat: na
gevolgd is hij eigenlijk niet. In sommige
opzichten leerde Van Gogh van hem. Deze
laat zich in zijn vermaarde brieven zeer
geestdriftig over hem uit. Jozef Israëls
zoon Isaac is eigen wegen gegaan. Wel ech
ter zijn invloeden van Israëls senior bij den
Duitschen schilder Max Liebermann op te
merken.
Bazar der Ned. herv. dameekrans.
Dinsdag hield de Ned. herv. dames-
krans haar jaarlijksche bazar in het kerk
gebouw, dat smaakvol met bloemen ver
sierd was en waar de prijzen op tafels waren
tentoongesteld. Het bezoek was des mid
dags door het mooie weder niet druk, maar
des avonds kwamen velen, waaronder heel
wat badgasten een kijkje nemen. Er waren
weder heel veel inzendingen en telken
jare staat men verbaasd over hetgeen door
deze vereen iging, die niet meer dan 11 leden
telt, wordt gepresteerd. In totaal waren er
niet minder dan 170 prijzen, waarvan een
gedeelte door anderen geschonken was,
maar die toch grootendeels door de leden
zelf vervaardigd waren. Er was weder van
allerlei te bewonderen, vooral veel brei
werk, kinderkleertjes, aardige kussens, een
fraaie gehaakte sprei, die de hoofdprijs
der verloting was en ook aardig handge-
werkt lederwerk. Met dit laatste is de ver-
eeniging dit jaar voor het eerst begonnen
en zij gaat zich daar nu meer op toe leg
gen.
Voor de verloting der 170 prijzen waren
totaal 600 loten uitgegeven, die grif ver
kocht waren. Tijdens de tentoonstelling
werden nog loten verkocht voor een aparte
verloting van een sprei, die de vereeniging
voor dat doel ten geschenke gekregen had
en een ontbijt-servies.
Vrijdag 14 Augustus.
HILVERSUM, 1875 M. (8—12—
4—8.— en 11.—12.— VARA. de
AVRO van 12.—4.— en de VI'RO
van 8.—11.— uur». 8 Gr.pl 10
VPRO-morgen wijding. 10.15 De
Notenkrakers on zang. 10.45 Voor
dracht. 11.— Verv. concert. 11.30
Gr.pl. 12.—Kovacs Lajos' orkest en
gr.pl. 2.— Tuinbouwpr. 2.30 Dans
muziek. 3.15 Olympisch nieuws. 4.—
Or.pl. 4.30 Kinderuurtje. 5.— E.
Walis en zijn orkest en gr.pl. 8.45
De nieuwe Gulllvér, causerie. 7.03
Orgelspel. 7.30 Or.pl. 7.50 ANP-
nleuwsber. 7.57 Herh. SOS-ber. 8.—
Olympisch nieuws. 9.De mensch
en het artistieke leven, csuserle.
9.30 Pianorecital. 10.— „Rondom
het vredesvraagstuk", lezing. 10.30
Or.pl. 10.40 Avondwijding. 11.
ANP-nleuwsber. 11.05 Jazzmuziek
(gr.pl.) 11.35—12.— Or.pl.
HILVERSUM, 301 M. (Alg. progr.
NCRV). 8.— Schriftlezing. 8.15—
9.30 Or.pl. 10.30 Morgendienst.
11.— Zang. 12.15 Or.pl. 12.30 En
semble v. d. Horst. 2.— Or.pl. 2.30
Chr. Lectuur.' 3.— Orgelspel. 4
Pianorecital. 4.45 Or.pl. 5.30 Arn-
hemsch Strijkkwartet. 8.30 Tuln-
bouwpraatje. 7.— Ber. 7.15 Lite
raire causerie. 7.45 Rep. 8.ANP-
nieuwsber. 8.16 Orgelconcert. 9.—
Zakenbrieven in levende taal, cau
serie. 9.30 NCRV-strijkorkest. 10.—
ANP-ber. 11.11.30 Or.pl., hierna
schriftlezing.
DROITWICH, 1500 M. 11.05 Orgel
concert. 11.35 Het Serge Krlah Sep
tet. 12.20 Gr.pL 12.50 Dansmuziek.
1.35 Het Birmingham Ladies' Trio.
2.20 BBC-Northern-orkest. 3.20 Het
Buxton Spa Orkest. 4.23 Het Hotel
Victoria Orkest. 5.05 Or.pL 5.35 Po
pulair concert. 5.45 Olymp. nieuws.
6.— Verv. concert. 6.20 Ber. 6.45
Olympisch nieuws. 7.— Dansmu
ziek. 7.35 Het Ralph Elman Sextet.
8.06 Sportpr. 8.20 Operette-uiU.
9.20 Voordr. 9 40 Flu.trecital. 10.—.
Ber. 10.20 „Down to the sea in
ships", causerie. 10.40 Viool en
piano. 11.3512.20 Dansmuziek.
RADIO PARIS, 1848 M. 7.20 en 8.20
Gr.pl. 1120 Orkestconcert. 2.50 en
4.50 Or.pl. 5.50 Kamerorkest. 8.20
Zang en plano. 9 05 Operette-uitz.
11.05—1.05 Orkestconcert.
KEULEN, 468 M. 6.20 Populair con
cert. 8.20 Qevar. concert. 9.20 Or.pL
en Olympisch nieuws. 12.20 Om
roeporkest en solisten. 2.20 Om-
roep-Amusements-orkest, populair
orkest en solisten en Olympisch
nieuws. 8.301.15 Zie Deutschland-
sender.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 M. Alexys' orkest. 1.20—2.20
Or.pl. 8.20 Or.pl. 6.50 J. Schnijder's
orkest. 8.23 Vlaamsch kwartet. 9.20
J. Schnijder's orkest. 10.50 Or.pL
484 M.: 12.20 Or.pL 1.30—2.20 J.
Schnijder's orkest. 5.20 Harmonica
recital. 6.10 Or.pL 6.60 PlanorecltaL
7.35 Zang. 8.20 J. S-hnyder's or
kest. 9.40 Or.pl. 9.50 Zang. 10.05—
11.20 Or.pL
DEUTSCHLAND8ENDER. 1871 M.
C 30 Omroeporkest en solisten, u.08
Scheeps weer ber. 11.05 Dansmuziek
en populair concert l.l(k—1.18 Slui
ting.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Llja I: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 2: Keulen 8 12.20, Bruseal
(VI.) 13.20—14.20 Ktulen 14 20
20.20. Lond. Reg. 26 20—22.30,
Brussel VL 22.20—22.30. Brussel Fr.
22.30—23.05, Keulen 23.05—34.—%
Lijn 4: Bruseel VL 8—910. Nor-
mandie 9.20—10.35. Droitwich 10.35
—18.30, Luxemburg 18.20—1848,
Droitwich 18.45—2020. Parijs R.
20 20—22.20. Lond. Reg. 22 30—
24.—%
de noodzakelijkheid van de aanwezigheid
van een reddingstoestel op dit gedeelte van
het Zuidcratrand. Daarom togen de twee
genoemde hecren aan het werk en hielden
een collecte onder de badgasten om aan de
Egmondzeeër Reddingsbrigade, dia op dit
strandgadeelte wal een reddlngakaatje heeft
staan, ook een reddingstoeatel ter beechlk-
klng te kunnen stellen. Binnen enkele dagen
wisten zij voor het sympathieke doel een
bedrag van 41 bijten te brengen, terwijl
de inzameling nog vorder voortgezet wordt.
De Reddingsbrigade, actief als altijd, heeft
inmiddels het toestel maar vast besteld en
zal het dezer dagen op het Zuiderstrand
plaatsen. Dat de brigade met deze onver
wachte medewerking bijzonder Ingenomen
Is, behoeft geen betoog!
IfvrrrwvwT w
57)
Vrij &aar het Engelaoh
deor ANNIK 8WAN.
„Wat kon je vanuit de kleedkamer zien?"
„Alleen maar den haard en het raam on
da kast ln den hoek tegenover de deur"
„Kon Je mrs. Dalgleish zien?"
«Je. Toen ik in de kleedkamer kwam,
was ze bezig verschillende sleutels op de
kast te probeeren".
„Die miss Harman gesloten hield?"
„Ja, zij had den sleutel. Ik zag haar
sleutels op haar toilettafel liggen, toen ik
hat blaadje op haar kamer bracht".
„Ja wilt daarmee dus veronderstellen, dat
mrs. Dalgleish haar eigen of andere sleutels
aan het probeeren was?"
„Ja, dat deed ze. Ze had twee bossen. Ze
haaft ar minstens twintig geprobeerd, voor
dat zij de kast open kreeg".
„En wat gebeurde er toen?"
„Ze bekeek alles, wat er in was. Ze nam
da flaachjes er een voor een uit on het
kiatja?"
„Dat kistje", zei het meisje onverwachts,
op hat medicijn-kistje wyzend, dat op de
tafèl stond.
„O, dat kistje! Heeft ze er iets uitgeno
men? En wat voor dingen9"
„Fleschjes, die ze tegen het licht hield.
Aan een paar ervan heeft ze geroken. Toen
heeft ze het weer op zijn plaatst gezet en
een paar brieven ingekeken, die in een
mandje op een van de planken lagen
brieven van miss Herman. Ik heb gezien,
dat zij ze er neer legde, toen ik den haard
aan het schoonmaken was. Het waren En-
gelsche brieven".
„Dus mrs. Dalgleish heeft ze allemnel
bekeken?"
„Js, maar voordat ze ermee klaar wa»,
ging de bel en liep ze naar beneden om
den dokter binnen te laten",
„Hoe laat was dat?"
»Vüf on twintig minuten voor twaalven
Ik kon de klok op den schoorsteenmantel
zien
„Kwam de dokter met haar mee naar
boven?"
„Ja, ze kwamen samen weer binnen".
»K" h*dden z® er geen vermoeden vun,
dat JU in de kleedkamer zat?"
„Neen, Edelachtbare, ze hebben me niet
gezien of gehoord".
„Maar je bent wel geblveen?"
„Je".
„Kon Je hen hooren spreken?"
„Ja, maar ze zeiden niet veel. De dokter
ging niet naar het bed en keek heelemaal
niet naar miss Dempster om. Hij deed het
eerste de kastdeur open. Ze hed hem er
zeker van verteld toen ze naar boven kwa
men".
„Onderzocht hij de dingen ook?"
„Ja, hij haalde alles te voorschyn. Hij
Een ongeval, dat een goeden kant
had!
Zooals eerst later bekend werd, dreigde
de vorige week Vrijdag een dame, die niet
zwemmen kon, in zee te verdrinken. Denk
zij het energiek optreden van twee badgas
ten, de heeren E. van Schalkwijk uit
Utrecht, lid der Utrechtsche Reddings
brigade en W. Th. Vaags uit Rotterdam,
werd zij gered. Bij dit ongeval bleek echter
was het langste met het kistje bezig en
hi) zei tegen Dalgleish, dat het hem niets
beviel en dat alles in zoo'n kistje gestopt
kon worden en eruit komen. Hij zei, det hi)
de fleschjes wel mee zou willen nemen om
ze te onderzoeken".
„Heeft mist Dalgleish daarop eenig ant
woord gegeven?"
„Ja, ze zei, dat hij ze een voor een mee
kon nemen, daar zij den sleutel had, waar
mee de kaat geopend kon worden".
„Wat gebeurde er toen?"
„Hij keek langen tijd naar da flaachjes
en wat ar verder nog in zat. Toen zetta hij
ze neer en ging naar hat bed. HIJ zei, dat
mlas Dempster erg koud was en stuurde
Dalgleish naar de keuken om heet water te
halen".
„En wat toen?"
Ze drukte een oogenblik haar hand op
haar hart on beet op haar lippen. Mr. War-
burton had haar verteld, det ze moeat
zorgen heel goed op te letten, ala ze aan
dat gedeelte ven haar verheel gekomen
was, daar dat van hat grootata belang was
het punt, waar alles van af zou hangen.
De herinnering aan die waarachuwlng en
het beaef, wat dit alias wel voor haar
moestere! kon bataekenen, daad haar haar
gewone kalmte verliezen. De advocaat, dia
'"p>nnen gadesloeg, merkte haar
oogenblik van aarzaling op, maar schreef
uTu v,rltMrd® oorzaak toe.
„Hy haalde ieta ln ean blauw papiartja
uit zijn zak, ging naar de tafel toe en
loste een gedeelte ervan in een glas water
op. Het was een wit poeder",
Jubileum H. de NQ1.
Maandag 10 Augustus herdacht onze
plaatsgenoot, de heer H. de Nijs, adjunct-
commies ten postkantore te Schagen, dan
dag waarop hij voor 25 jaar in dienst trad
bij de administratie der P. T. T.
De waarnemend inspecteur der P.T.T. te
Haarlem kwam dan jubilaris namens dan
directeur-generaal en den inspecteur geluk-
wenachen met zijn zilveren ambtsjubileum.
De vriendelijke woning van den jubllaret
was herschapen in een waar bloemen-pa-
leis.
Hat personeel van het kantoor Schagen
en ressort bood den Jubilaris een bureau-
ministre met bijpassende bureau-stoel aan,
de afdeellng achagen van dan C. B. P. T. T.
een bureaulamp, terwijl familie en kennis
sen de verdere completeering van het bu
reau volmaaktan.
Een stroom van brieven, telegrammen en
kaartjes bereikten den jubilaris
Tentoonstelling.
Op het markterrein te Schagen zal op
Donderdag 20 Auguitus e.k. een tentoon
stelling van vat weidevee en vette achapen
worden gehouden. Voor deze tentoonatel-
üng worden geldprijzen uitgeloofd.
„Ben je er zeker van, dat hat aan poeder
was?"
„Ja, een wit poeder in een blauw na-
piertje".
„Wat daad hij daarna?"
„Hij ging naar hat bed en gaf het aan
miss Dempster".
,Hoe kon je dat weten? Je hebt de lig
ging van de kamer zoo juiat uitgelegd en
vertild, dat ja vanuit de kleedkamer het
bed niet kon zien?"
„Ik kon het ln den spiegel boven den
schoorsteenmantel zien. Ik zag. hoe hii
J1el'ngaf"ip,t#r °prlchtte *n h,tr h#t drank-
„Wat gebeurde er toen?"
„Hij ging naar de kast en haalde het
S!i„ WMt htI"w"
„En?"
nJ d##d °P*n «topte het blauwe
pakje, waar hy miss Dempster's drankje
ïfff' h'<*. >n. Hy de* hat ln
nat kistje in een van de laatjea",
„Een blauw papier als dit?"
e#n 'trUHn0.0"1 tlW# l*1 °P' *"roy
voer Hat dak" .opw'nd'nf dOOr da zaal
v.! h. W#Lrd °P*n«*d"n «n uit
üki. rn tjM ,haaid""n
Pakje in blauw papier gewikkeld,
n™ ,WM k*t. Er zat ten roze touwje
"u V f,b#urd* daarna?"
de kL WMr' ,topt* 1"
Ouden van dagen.
Volgens een door het oomlté gerichte
circulaire aan de betrokken ouden ven da
gen te Warmenhuizen, zal op 31 Augustus
as hun een autorit sar.grbodsn worden
over Nieuwe Niedorp, WinkeL Wieringer-
meerpolder. Wtertngen, Afsluitdijk, dea
Helder en verder loopende langs de Duin
streek Het vertrek op dien dag heeft plaats
om 8 uur v.m. (oude tijd). De ouden van da
gen worden per auto van huls gehaald.
Uiterlijk 7 uur hoopt men weer thuis te zija
Dank xU da goede gaven van vele ingaat-
tene la het comité ook dit jaar wader in és
gelegenheid den oudjes een rijtoer aan ts
bieden.
Een mooie ultnoodlfhi
Het bekende damee-mandoline-eaoHRbte
O. K. K. te Hippolytuahoef. directeur de
heer P. Jongkind, heeft een uitnoodifing
ontvangen van de Oranje-vereeniging te
Woudenberg (Utr.) om tljdena de aldaar
begin September te houden festiviteiten, op
een der feestavonden een conoert Ie komen
geven.
O. K. K. heeft dit aanbod aanvaard en soo
gaan de dames geheel onverwacht binnen
kort weer op reia.
Van deze gelegenheid wordt teven* ge
bruik gemaakt om te voldoen aan een reeds
lang gekoesterde wenech, n.L om eenige
gramofoonplaten te doen opnemen van de
laatste succesnummers.
Al deze dingen werken mede om het
enthousiasme ln dete bloeiende vereeniging
wakker te houden.
„Zei hy let* tegen mra. Dalgleish over
wat hy gadaan had?"
„Den volgenden dag stierf mlas Demp*
ster. Heb Je aan Iemand verteld, wat Ja ge*
zien had?"
„Aan niemand. Ik heb er voor het eert'
over gesproken tegen dr. Guthrie op den
dag, dat mlas Harman naar da gevangenü
gebracht werd".
Er was aan kleine pauze, waarna het
kruisverhoor begon. Het duurde haal l*nS
en was heel grondig en werd door een v*"
de knapste advocaten van de balie afge
nomen, die er echter niet ln slaagde ha*'
getuigenis ook maar ln het minat aan h«
wankelen te brengen. Chrlatlna was ln *Un
geheel drie volle uren ln da getulgan-ban»-
Eindeiyk werd haar medegedeeld, dal hc
genoeg was.
Terwyi se naar bulten ging, keek se m"®
Harman aan, die een kleine beweging n*1
haar hand maakte en haar aoo'n dan
baren blik toewierp, dat da tranen °y
Christina's wangen stroomden. Bulten 8*
komen, sonk se uitgeput en bevend op
bank neer, doodeiyk bevreesd, dat
genoeg gedaan had, of dat «y late v,r9"
had ta zeggen, det had kunnen help*»-
Wordt verv
olfd'