david lloyb george. m «s J UB JIJft, Jhnzfatu&ciek X)umcuAciek w/A m fflm Wm Wm WA - - - m, 'M fapv i WA f» 'ffA m fchaakcu&riek m m E m lü i Een der meest beteekenende figuren van het Engelsche Lagerhuis. MINISTER IN DE OORLOGSJAREN. fcoest Geef voor dien bloffenden hoest dadelijk Akker's Abdijsiroop. Thans slechts 75 ct. per flacon! HÉ ^L, Ui SU Hl IÉ wk a ém 1 n 1 8 A u i I David Lloyd George is, schoon de nestor onder de Engelsche politici van dezen tijd, nog altijd de meest teekenende figuur on der hen. Niet slechts door het markante uiterlijk, dat hem in elke vergadering reeds op den voorgrond brengt, maar ook om het strijdbare, zij het dikwerf wisselende innerlijk, dat hij toont. Zijn leven, in elk geval, dat deel, dat zijn opkomst uit de groote menigte omvat, is een roman, en de Kelt in hem, de zoon van Wales, die eens Home Rule wilde voor zijn niet onbetee- kenend vaderland, houdt van de roman tiek. Geboren in zeer eenvoudige omstan digheden, schrede voor schrede omhoog geklommen op den ladder der populaire bekendheid en naar maatschappelijke welvaart, kan hij trotsch zijn op zijn ver leden. Dankbaar tegelijk aan degenen, die hem den weg hebben gebaand; dankbaar heid, die hij toonde in den door hem aan genomen naam, die een samenvoeging is van den naam zijns vaders: George en die van zijn oom van moederszijde: Lloyd, die aan zijn eigenlijke opvoeding heeft ge arbeid. Een zoon van Wales. Want Lloyd George, al is hij ook met hart en ziel een zoon van Wales, is gebo ren in het rookige, smokige Manchester, waar zijn vader eenvoudig onderwijzer was. Diens gezondheid werd door de fa- briekslucht der stad bedorven, en zoodanig voor altijd, dat ook de wijk, die hij naar een der plattelandsdistricten nam, hem niet meer voor een vroegtijdigen dood kon behoeden .Teruggekeerd in Wales, vond de moeder met haar jonge kinderen een toevlucht bij haar broeder, een eenvoudi- gen schoenmaker van het dorp Llanystum- dwy, van wien Lloyd George ons vertelt, dat deze zich voornam niet te trouwen, omdat hij dan beter voor zijn neven en nichten kon zorgen. Dat in David iets bij zonders stak, werd al spoedig algemeen erkend; aangezien zijn ambitie uitging naar het ambt van advocaat, werd al het moge lijke gedaan voor zijn opleiding daartoe. De brave Lloyd ging, op reeds gevorder den leeftijd, latijn en griesch blokken om met zijn neef gelijken tred te kunnen hou den. En hij voedde deze op in de leer van de non-Conformisten in Wales, die den uitersten eenvoud aan den dag leggen in hun godsdienstoefeningen. Lloyd was plaatselijk voorganger van een der een voudigste secten, die Wales kende; zij droeg den naam van de Discipelen van Christus; zij werden geleid door een voorganger, op wien alle de plichten van het ambt druk ten zonder dat het hem iets anders schonk dan een grooter eerbied van de zijde van zijn dorpsgenooten. Aan de zijde van dezen ernstigen man, in wien, gelijk in het mee- rendeel zijner landgenooten den wensch leefde naar scheiding van Kerk en Staat, omdat de bevolking van Wales, voor het overgroote deel behoorende tot de non- Conformisten, aan de Anglikaansche kerk moest bijdragen, groeide Lloyd op. Hij ver kreeg er zijn politieke opvoeding tegelijk, en de a.s. organisator in hem toonde zich reeds in de school, toen hij er de leerlin gen van zijn klas toe bracht om den Land heer bij zijn jaarlijksch bezoek niet te ant woorden op de vragen, die luidden naar de leerstellingen der Anglikaansche kerk. Advocatenpractjjk. Advocaat geworden in 1884, vestigde Lloyd George zicht te Port Medoc, waar hij zich een groote praktijk verwierf, die echter voornamelijk bestond uit cliënten, die slachtoffers werden van de gestrengheid, waarmede de wetten op het grondbezit en op de jacht ook in Wales werden ten uit voer gelegd. De jonge advocaat leerde voor de rechtbanken, waar hij menigmaal met den president en de rechters in heftig debat trad, zich oefenen voor de a.s. par lementaire loopbaan, en bij verschillende gelegenheden, dat godsdienstige problemen aan de orde waren, stond hij zijn land- en dorpsgenooten ter zijde, en hij had het daarmede zoo druk, dat hij, naar eigen bekentenis, volkomen vergat om er reke ningen voor te schrijven! In het Lagerhuis. Dat in den tijd van opkomst der demo cratische beginselen op Lloyd George de aandacht moest vallen als lid van het La gerhuis, spreekt vanzelf. In 1890 werd hij gekozen, terwijl zijn tegencandidaat de Landsheer in eigen persoon was. Zijn in trede in het Lagerhuis geschiedde op de gebruikelijke wijze, maar onopgemerkt, omdat men in Londen en in het groote En geland van de bijzondere gaven, waarover Lloyd George beschikte, nog maar weinig weten kon. Hij was ook verstandig genoeg om te begrijpen, dat men zich in het En gelsche parlement niet onmiddellijk op den voorgrond kan plaatsen. Hij bestu deerde het Huis en zijn gewoonten, werkte zich in de vraagstukken in, en wachtte zijn beurt af. Zoo lang echter, dat Oom Richard Lloyd de pen op het papier zette om zijn neef te vertellen, dat het goede, dat er bij hem inzat, er ook uit moest komen voor de oogen van geheel de we reld .Lloyd George echter koos zijn eigen oogenblik; versmaadde het in het krijt te treden tegen goden van den minderen rang; nam zijn kans waar toen hij zich rechtstreeks tegenover een Gladstone en een Chamberlain kon stellen. Men zegt, dat Chamberlain, die de gewoonte had de cri- tiek zijner tegenstanders over zich te laten heengaan zonder een spier van zijn gelaat te vertrekken wit van boosheid is opge sprongen; dat Gladstone zich verwaardig de om hem een bestraffing toe te dienen, waarnaar Lloyd George luisterde met open oogen en ooren, omdat hij den meester er in erkende. Het was vanzelf gedaan met Lloyd George's schuchtere achteraf hou ding, gedaan ook met zijn onbekendheid; Ondanks alle zijn gebreken, wel licht door deze, is Lloyd George een merkwaardige verschijning in de Engelsche politiek. Een, die, wanneer morgen aan den dag wel licht gewichtige beslissingen moeten worden genomen, zal worden ge teld onder degenen, die aangewe zen kunnen worden geacht om zulke beslissingen tegenover het volk te verdedigen! niet slechts in het Parlement, maar ook in de eigen partij bracht hij beweging en roerigheid. Zijn positie in Wales versterkte hij door den persdienst, die hij organi seerde; persdienst waarmede hij tegelijk het Welsh als het Engelsch sprekende ge deelte van Wales bereikte. Maar tegelijk dwong hij zijn partij, die der liberalen, om zich met de vraagstuken, die Wales in het bijzonder interesseerden, bezig te houden, ook met die van de scheiding van kerk en staat. Toen hij echter poogde voor Wales een afzonderlijke vleugel van de destijds zoo machtige liberale partij op te richten, leed hij schipbreuk. Wat hem niet verhin derde om in het debat in het Lagerhuis zich van zijn partygenooten af te scheiden In samenwerking met enkele anderen, on der wie de thans uit het parlement ver dwenen arbeidersleider Thomas, bevocht hij de regeering door middel van obstruc tie, en zij lieten zich noch door de partij; noch door den Speaker gezeggen. Hetgeen Lloyd George bij zijn herkiezing in 1892 in Carnavon niet schaadde, want ondanks het feit, dat Sir John Puleston, in Amerika schatrijk geworden, man van beteekenis in zijn omgeving, zich tegen hem liet can- dideeren, werd hij met groote meerderheid gekozen. Hij had reeds toen te lijden van de aanvallen ,die zijn tegenstanders niet nalieten op hem te doen. Te allen tijde heeft Lloyd George den strijd aangedurfd. Hij heeft het gedaan tegen de conservatieve regeering van Lord Roseberry, maar niet minder tegen die van Sir Henry Campell Banneman, die na de zen aan het bewind kwam. En hy toonde bijzondere kwaliteiten; een rustelooze aan- valskracht, felle en venijninge interrup ties, een eigen en tot luisteren dwingende wijze van spreken. Meer dan eens kwam hy in het scherpst conflict met de banken van de Regeering; in 1895 gebeurde het, dat hij, na eindelooze reeksen amendemen ten te hebben voorgesteld en het huis te hebben gedwongen om des nachts door te vergaderen, door den Speaker werd te recht gewezen, en dat hy toch met onver- rorbare kalmte antwoorde, dat hy zich verzette tegen een poging van de regeering i „een voldoende' discussie over het aan hangige ontwerp te beletten". Hoezeer hy een persoonlijkheid was, bleek, toen hij na het uitbreken van den oorlog in Zuid- Afrika, niet aarzelde zich te scharen aan de zijde van degenen, die in dezen oorlog een financieel en een moreel gevaar zagen. Zelfs had hij den moed, die overmoed ge lijk was, om in den heftigen verkiezings strijd van 1900 te willen spreken in Bir- mingham, den zetel van Joseph Chamber lain, een waagstuk, dat ondanks alle poli tietoezicht leidde tot groote moeilijkheden, waaraan Lloyd George slechts ontsnapte ar zich in de uniform van een politie agent te steken. Tijdelijk leed zijn popu lariteit er onder, zoodat zyn herkiezing in zijn oude district Carnavon op het kantje af was! De algemeene verkiezingen van 1905 brachten den liberalen een overwinning van zoo grooten omvang als de Engelsche parlementaire geschiedenis niet kent. Campell Banneman kon niet weigeren, al deed hij het wellicht niet gaarne, om Lloyd George op te nemen in zijn Kabinet, waarin hij hem de bescheiden positie van President van the Board of Trade gaf, dus tot Minister van Handel maakte. Maar Lloyd George slaagde erin zijn departe ment niettemin een plaats van beteekenis te verschaffen, en toen na Banneman's dood Asquith de leiding in handen nam, gaf deze hem het Departement van Finan ciën. Daar heeft Lloyd George den grooten strijd gestreden, die de overmacht van het Hoogerhuis voorgoed heeft gebroken. Minister! Lloyd George, groot voorstander van de sociale wetgeving, die hij in Duitschland had bestudeerd, laschte deze in zijn be roemd geworden begrootingen in. Het was tot dusver gebruik, dat het Hoogerhuis zich van afkeuring van de begrooting ont hield. Maar de Lords voelden zich door Lloyd George's begrooting in dubbel op zicht aangetast, want eenerzijds waren zij tegen de sociale wetgeving, die daarin werd opgenomen, en anderzijds zouden zij het grootste gedeelte moeten betalen van de belastingen, die daarvoor werden ver- eischt. Zoo is in de jaren 1909 en 1910 de groote strijd gestreden, die Lloyd George op 29 April 1909'inleidde met een rede, die ruim 4 uur de aandacht van het Lagerhuis in beslag nam; inleiding tot de behande ling, die meer dan zes maanden duurde en waarbij niet minder dan 550 amendemen ten waren betrokken. Het Hoogerhuis ver wierp de begrooting; het Lagerhuis werd daarop door den koning ontbonden tenein de het volk te doen beslissen. Toen deze beslissing ten gunste van de regeering, die Lloyd George's begrooting had ingediend, uitviel, bleek by de meest strijdlustige der lords groote neiging om den strijd voort te zetten. Maar de regeering had krachtige middelen voorhanden, niet het minst deze om door benoeming van nieuwe lords en masse de meerderheid van het Hooger huis te veranderen. Zoo gaf het Hooger huis toe in dezen feilen strijd, waarin ge heel het samenstel der Engelsche wetge vende tradities op het spel stond. Niet echter dan nadat een tweede ontbinding van het Parlement op 28 November 1910 noodzakelijk was gebleken, niet dan nadat de z.g. veto-conferentie der beide partijen was mislukt. Maar op 31 Januari 1911 gaf een nieuwe verkiezing een nieuwe meer derheid aan Asquith en Lloyd George, en nu was het verzet der Lords gebroken, omdat zij wilden redden wat voor de rech ten van het Hoogerhuis nog te redden viel. In dien strijd is Lloyd George geworden de eigenlijke aanvoerder van de Liberale Partij, de man, die de kracht in zich bleek te bezitten om deze party, ongetwijfeld steunend op een roemrijk verleden, te ver jongen. Zoo stond hij aan het hoofd van de schatkist bij het uitbreken van den oorlog; zoo behoorde hij tot degenen, die over de vraag of Engeland al dan niet in den oor log zou treden, uiteindelijk hadden te be slissen. In de Gedenkschriften, die Lloyd George aan de oorlogsperiode heeft ge wijd, beschrijft hij ons dan bijkans tragi- schen avond, dien hij en zijn medeministers in het Regeeringsgebouw in Whitehall doorbrachten, wachtende op de laatste der 11 slagen, van de Big Ben, de klok van de Westminster Abbey, die het einde van den termijn, door Engeland voor het ultima tum gesteld, zou aankondigen. Lloyd George was, gelijk geheel zijn opvoeding medebracht, pacifist; een man, die den oorlog verafschuwde. Maar tegelijk was hij een nationalist in dien zin, dat hij in het krijt wilde treden voor de rol, die ook z. i. Engeland geroepen is in de wereld te spe len. Voor hem was de schending van de Belgische neutraliteit een beslissend mo ment; voor hem, en naar hij te allen tijde heeft volgehouden, voor de groote meer derheid van het Engelsche volk. Eenmaal in den oorlog gegaan, heeft Lloyd George van geen wijken geweten. Hij is de man geweest, die heeft aangestuurd op de vor ming van een Ministerie van Munitie, toen het Oorlogsministerie onmachtig bleek in de behoeften van het leger te voorzien; hij slaagde erin de Iersche ontevredenheid telkenmale te temperen; hij aarzelde niet om tot den val van Asquith einde '16 mede te werken, toen hij in de leiding van diens nationaal Kabinet niet meer het vertrou wen had, noodig om zegevierend uit den stryd te voorschijn te komen. De belang wekkende dagen, die leidden tot Asquith's val en tot Lloyd George's Premierschap, zijn ons door Lord Beaverbrook tot in bij zonderheden beschreven, en zij zijn de moeite waard! De Liberale party wordt minder machtig. Lloyd George behoorde met Wilson, Clemenceau en Orlando tot de „groote vier", die den vrede van Versailles en de daarop volgende Vredesverdragen met de andere teg enstanders der Entente hebben voorbereid en aan de overwonnenen heb ben opgelegd. Hij leidde de bedenkelijke verkiezingen van 1920, die hem een meer derheid brachten, waarmede hij kon re- geeren naar eigen inzicht. Een meerder heid echter tegelijkertijd, die hem, erken nende de gevoelens van het Britsche volk, in den steek liet, toen hij, teneinde aan Kemal Pasja's Turksche herleving het hoofd te bieden, daarvoor een nieuwen oorlog in het Oosten wilde wagen. De ne derlaag der Grieken bezegelde Lloyd George's loopbaan als Minister, bezegelde ook het lot van de eens zoo machtige libe rale partij. Vanaf het oogenblik, dat Lloyd George het gezag aan de conservatieven, al spoedig onder leiding van Baldwin, moest overgeven, is de liberale partij in beteekenis, althans in aantal zetels in het Lagerhuis, voortdurend achteruit gegaan. De eenheid in de partij was zoek; de wisselende stemmingen, waarin Lloyd George zich uitte, waren mede daaraan schuld. Toen in 1924 het Conservatieve Kabinet moest aftreden, werden niet de liberalen, maar de sooaal-democraten, die een sterke groep in het Parlement vorm den, tot de regeering geroepen. Toen zij reeds zes maanden daarna moesten aftre den, waren het de conservatieven, die tot ls29 de leiding hadden. En toen de Labour- regeering tengevolge van de crisis en de Engelsche devaluatie het veld moest rui mer., brachten de vtrkiezingen van 1931 een overwinning vtor de conservatieven van zoodanigen aard, dat de overigens versplinterde liberalen, die ten deele met MacDonald en Baldwin medegingen, ten deele onder leiding van Lloyd George zich in de oppositie schaarden, weinig beteeke nis meer hadden. Zoo behoort Lloyd George niet meer tot de figuren, die op het Engelsche parlemen taire leven een grooten invloed oefenen. Het mag, gezien het kleine groepje volge lingen, waarover hy beschikt de vraag heeten of hij ooit tot eenige functie van beteekenis nog zal worden geroepen. Het mag ook de vraag heeten of zich om hem, die van zoo wisselende inzichten op inter nationaal gebied heeft blijk gegeven, vol doende aanhangers kunnen groepeeren! Maar de strijdkracht van Lloyd George is onverzwakt gebleven; de vrees, die men voor zyn debaterskracht heeft, niet ver- Het behoeft geen kinkhoest te zijn, maar een kinderhoest moet niet verwaarloosd worden. Waarom Uw kind noodeloos te laten lijden. Waarom zoudt Ge niet juist nog iJdel op tijd het beste en meest krachtige middel geven. Dat middel is toch Akker's Abdij siroop, die reeds zoovelen geholpen heeft I Heeft Uw kindje het benauwd? Slaapt het 's nachts niet door hoesten, kuchen of fiepen op het borstje? Abdijsiroop zal Uw ind helpen, die slijm losmaken, de hoest rijp maken en stoppen. En morgen ziet Ge niet meer de traantjes in de oogen door dat afmattend hoesten. De afmatting van de ademhalingsorganen is weggenomen, de ademhaling zal weer ruim en diep zijn. minderd. Lloyd George is een der meest beteekenende figuren van het Lagerhuis, waarin hij zetelt op de voorste bank van degenen, die de oppositie leiden. Hij zat daar toen een Labour Regeering, aan welke hij meestal vriendelijken steun gaf, aan het bewind was; hy is er blijven zit ten, sedert het Nationaal Kabinet onder leiding van MacDonald en Baldwin de za ken in handen nam en hy zit er npg. En hij was het, die den jongen Staatssecretaris Eden bij zijn voorstel tot opheffing der sancties toeriep, dat dit een lafheid was die hy beging! Ondanks alle zijn gebreken, wellicht door deze, is Lloyd George een merkwaar dige verschijning in de Engelsche politiek. Een, die, wanneer morgen aan den dag wellicht gewichtige beslissingen moeten worden genomen, zal worden geteld on der degenen, die aangewezen kunnen wor den geacht om zulke beslissingen tegenover het volk te verdedigen! Onze Vierde Augustus-Opgave. Lettergreep-puzzle. De oplossing van deze lang niet gemak kelijke puzzle was als volgt: 1. a n d r o d e 2. evenement 3. amanuensis 4. reprouveeren 5. hippopotamus 6. overweging 7. balearen 8. levenslustig 9. drakenkruid 10. politieagent 11. integendeel 12. generatie 13. alignement 14. predilectie 15. metagenesis 16. cavalcade 17. predikant 18. bariton 19. bevriezen 20. smakelijk 21. monument 22. moduleeren 23. overgave 24. Venetië 25. desespereeren 26. retrograde 27. egaliseeren 28. ommelanden 1. De appel valt niet ver van den stam. 2. Den vogel kent men aan zijne veeren. Onze Nieuwe Opgave. (No. 5 der Augus- tus-serie). Twee vragen. 1. Onze aarde is een bol. Indien men een touw om den evenaar zou kunnen spannen zou dat 40.000 K M. lang zijn. Maar als men nu gaarne wilde dat het touw overal 1 M. 75 cM. van de aarde verwijderd was, hoe lang is dan het stuk touw dat men zou moeten tusschenvoegen? 2. Welk beroep oefent de heer B. U. A E. Roenratwuil uit, als het met dezeifde letters wordt geschreven als de naam? Oplossingen (2 p. voor elk één) liefst zoo vroegtijdig mogelyk, doch uiterlijk tot Vrijdag 4 September 12 uur aan den Puzzle Redacteur van de Alkm. Courant. Glimlachje Stil, hoor! sagier! ik ben blinde pas- Aan de Dammers! In onze vorige rubriek gaven wij t oplossing probleem 1451. er Stand. Zw. 7 sch. op: 1, 12, 13, 18. 22, 28 37 W. 8 sch. op: 6, 16, 29, 31, 33, 39 42 44 Oplossing. 1. 31—26 2. 26—21 3. 21—17 17 17 5. 16: 7 6. 6— 1! 1. 37 48 2. 48 23 3. 28 50 4. 50:11 5. 1:12 Combinaties. De volgende combinatie is ingezonden door den heer F. Kunst te Sint Pancras. Zw. 5 sch. op: 2, 6, 12, 18, 22 en twee dammen op 25 en 3. W. 8 sch. op: 14, 16, 20, 21, 27, 29, 31, 32 en dam op 40. De stand is niet mooi maar de ontleding toont weer eens welke verrassende moge- lkheden er in een dampositie schuilen. Wit speelt 1410 en nu moet zwart met dam 25 vijf schijven slaan van 25 naar 5. Wit vervolgt met 2923. Weer moet dam 5 slaan nu naar 21. Wit slaat met zijn dam op 40 naar 7. Zwart 2:11 en Wit 16 9 en wint. Nu volgt een stand samengesteld door den heer A. Roos te Alkmaar. f Uk Zw. 11 sch. op: 7, 9, 10, 12, 13, 14, 17, 19, 22, 28, 38. W. 9 sch. op: 25, 26, 30, 31, 34, 37, 39, 44, 48. Wel heeft wit twee schijven minder dan zwart, maar dat belet hem niet als volgt te winnen: 1. 25—20 1. 14 :25 2. 2621 2. 17 26 3. 48—43 3. 38 :29 4. 37—32 4. 25 43 5. 32: 3 5. 26:37 6. 3:4! Ter oplossing voor deze week: Probleem 1452 van F. Kunst te Sint Pancras. Si Zw. 7 sch. op: 8, 9, 16, 18, 20, 24, 30 en dam op 1. W. 10 sch. op: 17, 27, 28, 32, 37, 38, 39, 43, 44, 49. In onze volgende rubriek geven wy de oplossing. De oplossing van het probleem van Kraemer zal ik de volgende week geven. K. A. L. Kubbel. Krusta Mikla 1935. Ie prijs. 8 7 6 ■Ur,. 5 4 3 2 1 b 0 d 1 (j h Wit begint en geeft mat in twee zetten. Wit: KaÖ, Dh4, Th5, Ld3 en f8, Pcö en M, pi a2, b2 en c6. Zwart: Kb4, Dd6, Tgl en h6, Lbl, P»J en c2, pi a4, b6 en g2. i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 10