Van Zeeland, de Belgische premier. Titelbescherming voor architecten. fcUtcU CH JüÏH&OtU Een jong staatsman met een wil en met een groote kennis. Zijn politieke loopbaan. Plannen van het N. I. V, A. tot het instellen van een examen. Het standpunt van de regeering. In de eerste maanden van 1935 maakte België een korte, doch heftige crisis door, die uiteindelijk leidde tot een verdere de valuatie, die den Belgischen franc van 7 op 5 cent waarde bracht. Een crisis, ge deeltelijk van zuiver financieel en econo- mischen aard, gedeeltelijk ook van parle mentairen aard, omdat men daarin onder kende een zeker, zij het ook niet scherp uitgesproken gebrek aan vertrouwen in de verdere parlementaire leiding. Het is in die omstandigheden, dat de jonge Bel gische koning Leopold III, die niet langer dan een jaar de teugels van het bewind voerde, zich wendde tot den nog jongen man, die een tijdgenoot van hem was. en toch reeds de leiding voerde van den Bel gischen Staatsbank. En het was als pre mier, dat op 29 Maart 1935 Paul van Zee land de tribune van de Kamer van Afge vaardigden besteeg om voorlezing te doen van de ministerieele verklaring, door hem en zijn collega's uit het Nationaal Kabinet opgesteld, hebbende hun aller instemming, doch in de eerste plaats samengesteld onder zijn verantwoorde lijkheid. De oude rotten van het parle mentaire stelsel haalden de schouders op toen zij hem de tribune zagen bestijgen. Men had hem een regeering van de ster ke hand aangekondigd, een leider, die be reid was om parlementaire adviezen naast zich neer te leggen, en eventueel te han delen ook zonder de toestemming van het Parlement. En zij zagen de leidersplaats op de tribune ingenomen door een jongen, schijnbaar mondainen en eleganten man, een slanke figuur, uiterlijk nog jonger dan hij in werkelijkheid is. Neen, daarmede zouden zij niet veel te stellen hebben! Eigenaardig, de aanvankelijke regeerings- verklaring, gelijk elke dergelijke verkla ring, opgesteld door personen van uiteen- loopende opvattingen en beteekenis, scheen hun gelijk te geven. Maar nadat het papier, dat deze verklaring bevatte, door van Zeeland kon worden terzijde ge schoven, ving diens eigen uiteenzetting aan. En hier beluisterde men al spoedig de stem van den man, die niet de regee ring in handen nam, omdat hij werd ge dreven door politieke ambities, maar die het deed uit aanhankelijkheid jedens den Vorst en het Vaderland, uit een innig ge voel van plicht. Een man, die zich bereid had verklaard om ten bate van het va derland op te treden, die, al gebruikte hij geen sterke woorden, niet geneigd was voor parlementaire dreigementen te wij ken. Een man, die, juist door zijn eenvoud en realiteit, een beroep op de massa kon doen! Inderdaad, zulk een figuur is Paul van Zeeland, 'n nieuweling in de nationale en de internationale politiek, een man, wien de toekomst nog groote vooruitzichten opent, wiens verleden zeker niet afgeslo ten is, ook dan, wanneer hij morgen aan den dag den zetel van den Premier van België moet verlaten. Paul van Zeeland is geboortig uit Vlaanderen, waarheen zijn voorouders in de zeventiende eeuw zijn gekomen, nadat zij de Noordelijke Neder landen hadden verlaten. Vlaanderen is trotsch op de familiën met talrijk kroost, en de familie Van Zeeland maakte daar op geen uitzondering. De vader van den tegenwoordigen Premier kwam uit een gezin van 11 kinderen; zijn moeder had 8 broers en zusters; hijzelf, 11 November 1893 te Soignies geboren, was de zevende van 8 kinderen. In dat kleine Soignies. waar men elkander kent, genoten de Van Zeeland's achting door den eenvoud en de openheid van hun leven. Opgevoed ten deele onder de leiding van geleerde Je- zulten, ten deele van de Benedictijnen, toonde hy zich een voortreffelijk latinist. Hij was geen saaie jongen, die alleen voor de studie leefde, maar wel was de studie hem lief. en dat hij het College St. Vin cent verliet met een gouden medaille, een onderscheiding, die niet zoo veelvuldig voorkomt, was aan zijn studiezin te dan ken. Hij had dan ook niet zoo lang noodig om te Leuven zijn diploma van dokter in de rechten te verkrijgen. Zelfs studeerde hij reeds voor zijn philosofisch doctoraat, toen een korte ziekte tusschenbeide kwam en de oorlog uitbrak. Paul van Zeeland heeft niet geaarzeld op dat oogenblik; ziek of niet ziek, hy voegde zich bij zyn regiment. Hy onderscheidde zich op het slagveld, maar niet voor langen tijd, want reeds met Kerstmis 1914 was hy als krijgsgevangene in het kamp van Soltau, een klein plaatsje nabij Hannover. Daar is vriendschap gesloten tusschen Belgi sche jongelieden, die elkander later in het maatschappelijk leven zouden ontmoeten; daar is het eigenaardig optimisme, dat van den jongen Van Zeeland uitging, de steun ?arUeSH Van veFschillende zijner kame- i aden die meenden, dat deze krijgsgevan genschap nooit zou eindigen, die geen oop meer hadden op de toekomst en geen licht meer zagen in de duisternis Vier lange jaren heeft hy er doorgebracht eerst te Soldau, sedert 1917 te Stuttgart', waar hij in de gasfabriek te werk werd gesteld, en niet alleen verliet hem niet zyn opgewektheid, maar ook niet zyn studiezin. Toen hij het kamp verliet, sprak hij zijn Duitsch en Engelsch even goed als zyn Fransch en zijn Vlaamsch, ja, reeds had hij een begin met Russisch gemaakt. Bijkans afgestudeerd toen de oorlog uitbrak, behoefde Paul van Zeeland slechts korten tijd nog aan de Universiteit te verblijven. Hij verwierf zijn graad van dokter in de politieke en diplomatieke wetenschappen, en dank zij de wijze, waarop hij deze studie beëindigd had, kwam hij in aanmerking voor een der beurzen, door de Universiteiten van Amerika uitgeloofd. Zoo bracht hij eeni- gen tijd op de beroemde Universiteit te VAN ZEELAND de jonge leider van het Belgische kabinet, is een der jongere poli tici, die door zijn werk en zijn helder verstand al spoedig een figuur van internationale beteeke nis werd. De „staat van dienst" van Van Zeeland is zeer frappant en bui tengewoon interessant, zooals men uit nevenstaand artikel kan lezen. Princetown door; niet slechts verwierf hi er een nieuwen titel, maar wat hij er waargenomen had gedurende het jaar, dat hij er doorbracht, stelde hem in staat een boek te publiceeren, gewijd aan de Monetaire hervorming van Amerika van 1913 tot 1921, een boek, dat de aandacht van de financiëele kringen van zijn land tot zich trok. Het werd ook opgemerkt door den Directeur der Nationale Bank, die hem in 1922 als Secretaris tot zich riep. En 13 jaren tijds zijn voor dezen be kwamen. maar tegelijk door het geluk ge- dienden financier voldoende om achter eenvolgens het Secretariaat van de Bank zelf, het Directoraat, het vice-Gouver- neurschap te verkrijgen. Terzelfder tijd roept de Universiteit te Leuven hem tot een buitengewonen leerstoel, van welke hij de economische wetenschap onder wijst. Maar niet slechts de theorie, doch ook de praktijk dient hem. Want de tijd der internationale conferenties is aange broken; de besprekingen, van welke men alles verwacht en dieniets of bijkans niets opleveren. Niet minder dan 41 zoo danige internationale conferenties worden er tusschen 11 December 1919 en 4 Ja nuari 1923 gehouden. Hymans. Theunis, Jaspar, Vandervelde en anderen zijn de vooraanstaande Belgische staatslieden, die er aan deelnemen; Francqui, Janson, Davignon, Bourquin enkele der op den voorgrond tredende deskundigen. Van Zeeland behoort tot de jongeren, en doet als zoodanig zijn intrede in het internatio nale leven ter groote Economische Confe rentie te Genua in April 1922. Maar hij kwijt zich behoorlijk van zijn taak. en men ziet hem te Praag in 1924, te Athene in 1925, voorbereiding voor de belangrijke rol, die hy te Baden-Baden in 1929, en te 's-Gravenhage, Londen, Paris en Berlijn in 1930 zal spelen, wanneer het gaat om de vervanging van het Dawes door het Young-plan, en om de vestiging van de Bank voor Internationale betalingen. En ook behoort hy tot degenen, die in 1930 te Genève deelnemen aan de conferentie voor het wissel- en chèquerecht, welke onder leiding van onzen landgenoot Lim burg wordt gehouden. Men ken hem in financiëele kringen; als Egypte zijn financiewezen wil herzien, wordt hij aan Koning Foead „geleend". Hij verblijft ge durende een jaar te Cairo, en als hij te rugkomt, in 1932, neemt hij te Stresa deel aan die, opnieuw onvruchtbare con ferentie, welke den Europeeschen econo- mischen gang van zaken opnieuw in be weging zou brengen. En later is hij te Genève, weer later te Parijs, telkenmale zyn het vraagstukken van financieelen en economischen aard die oplossing eischen; en toch geen oplossing vinden! Zoo is hij, op jeugdigen leeftijd nog, te midden zijner landgenooten omhoog ge komen, bekend intusschen slechts bij een kleine groep der vooraanstaanden, als over België de bedenkelijke financieele crisis van den aanvang van 1935 los breekt. Veel heeft hij niet gepubliceerd tot op dat oogenblik, maar voldoende om de aandacht te trekken. In 1930 een klein boekje met gedachten over het vijfjarige Russische plan; in 1932 een grooter boek, gewijd aan een toekomstblik op Europa. In alle deze geschriften doet hij zich ken nen als een man, die tot de kern der za ken doordringt, de begane fouten open legt. Zulk een man is noodig, wanneer net Kabinet onder leiding van minister Theunis op het punt staat te sneven. Van Zeeland heeft dan reeds tot de regeerders behoordals minister zonder portefeuille is hij in Juni 1934, zij het ook na lange aarzeling, tot de regeering onder leiding van de Broqueville toegetreden. Maar deze regeering heeft het niet lang uitge houden, en is reeds in November van dat zelfde jaar door het Kabinet van Theunis vervangen. Deze heeft aan Francqui de leiding der financieele zaken opgedragen, en nauwe samenwerking met de Natio nale Bank, die inmiddels onder Van Zee land's presidium is gekomen, is noodig. Paul van Zeeland, zonder de noodzake lijkheid van een zekere mate van deflatie te ontkennen, verheelt zich niet, dat een deflatie, gelijk Theunis die beproeft, van eenzijdigen aard is. Want deze poogt wel de vermindering van de kosten van levensonderhoud te verkrijgen, maar tornt slechts op tegen de arbeidersloonen en de salarissen der ambtenaren, terwijl hy niet in staat is om de nijverheid in derdaad krachtig te hulp te komen. En de Socialistische Partij, die bijkans de groot ste groep in de Kamer vormt, doet haar den oorlog tot op het uiterste aan. Zoo moet het wel komen tot rampen; het goud ontsnapt aan de controle van de Nationale Bank; zelfs de krachtigste financiëele lichamen in België staan op het punt om in elkander te storten, gelijk het voorbeeld van de Arbeidersbank aan toont. In die omstandigheden, als de avontuurlijke reis van Theunis en de zij nen naar Parijs vergeefs is gebleken, als de politieke mannen van aanzien hulpe loos staan, wendt de Koning zich tot Van Zeeland. En hij gevoelt de verplichting om de leiding in handen te nemen, maar uitsluitend van een regeering van natio nale eenheid, die de drie groote partijen: katholieken, socialisten, liberalen, omvat; en van een Regeering bovendien, die, zon der er ook maar een komma in te veran deren, het door hem opgestelde economi sche en financieele programma zal aan vaarden. De parlementariërs hebben geen keuze, omdat de toestand zoo moeilijk is. En naast de ouderen onder hen, den ka tholiek Poullet, den liberaal Hymans, den socialist Vandervelde, neemt Paul van Zeeland de jongere krachten van elke partij, die hij vindt in een Henri de Man, een Spaak, een Gérard e. a. En hij slaagt in betrekkelijk korten tijd om de rust te herstellen, de financieele stabili teit te doen wederkeeren; hij slaagt in het moeilijk stuk om te devalueeren zonder dat tegelijkertijd de kosten van het levensonderhoud aanmerkelijk stijgen. Althans voorloopig, want ook daarna blijven de slagen niet uit. Dit gesaneerde België heeft verkiezin gen gehouden, die de oppermacht der drie bestaande groote politieke partyen heb ben bevestigd. Nog zijn katholieken, soci alisten en liberalen aan het bewind, mits zij vereenigd blijven. Er moge in de on derlinge verhoudingen eenige verande ring intreden, ondanks het feit, dat de communisten zijn versterkt en de frontis- ten eveneens, staat achter een Kabinet van nationale eenheid een vastbesloten meerderheid. Maar de Rexisten, met aan hun hoofd den jeugdigen Léon Degrelle vormen een verschijning, die de moeite waard is om in het oog te worden gehou den. Zij, de ontevredenen, veroverden bij eersten stormloop een tiende deel van de zetels van de Kamer, en zulks op het zelfde oogenblik, dat de oppositie tegen de drie vereenigde partijen toch reeds toeneemt. Zoodoende is de taak, die op den nieuwen leider der Regeering rust geen gemakkelijke. Van der Velde, als socialist na de verkiezingen de leider der sterkste partij, wordt tot het Premier schap geroepen; hij slaagt niet, gelijk te voren te verwachten viel. Paul van Zee land wordt door den Koning geroepen, en weigert, omdat de politieke partijen, in het bijzonder de socialisten, te veel van hem vragen. Voor een man als van Zee land is de toestand kenmerkend veran derd; het zijn niet technisch-economische financiëele problemen, die thans om op lossing vragen; het is geheel een politieke toestand, die onder het oog moet worden gezien. Hij acht zich daarvoor, begrijpe lijk, niet de eerst aangewezen figuur Maar de crisis gaat voort, de ontevreden heid neemt toe, en opnieuw wordt een be roep op hem gedaan. En dan neemt hi, opnieuw de leiding in handen, echter niet zonder vrij belangrijke concessies aan de politieke partijen te hebben gedaan. Want niet minder dan 6 van de totaal 14 porte feuilles, waarover de formateur de be schikking heeft, komen aan de socialisten en daaronder de belangrijke portefeuille van Buitenlandsche Zaken aan den op dit gebied niet geroutineerden Spaak; die van Financiën aan De Man, den vader van het z.g.n. Arbeidsplan. De katholieken stellen zich met een geringer aantal por tefeuilles tevreden, maar daaronder de belangrijke van Binnenlandsche Zaken, terwijl zij bovendien nauw verbonden zijn met de aan de Christen-democraten toe gekende portefeuilles van Economie en Koloniën. En de liberalen krijgen Justitie, Verkeer en Onderwijs, welke laatste den bekenden publicist Hoste ten deel valt. Generaal Denies aanvaardt Defensie. Een team, waarmede het opstellen van een gemeenschappelijk programma niet zoo gemakkelijk is. België staat aan het begin van een moeilijke periode. Het leunt tegen Frank rijk aan, en de wijze, waarop de Regee ring van Blum haar entrée heeft gemaakt, doet daar alles mogelijk schijnen. België met zijn groote nijverheidscentra, zyn lO.OOOen arbeiders, België met zijn twee talig gebied en zijn sterk ontwikkeld par lementarisme, mag in tal van omstandig heden niet gemakkelijk te hanteeren wor den geacht. Het kan zich gelukkig reke nen, dat de leiding in elk geval in handen is van een bekwaam en tegelijk onpartij dig man, in wie men vertrouwen heeft en kan hebben. Maar er zijn oogenblikken, waarin zelfs de meest bekwamen niet kunnen slagen en het is niet uitgesloten, dat zulk een oogenblik ook voor Van Zee land aanwezig is! (Van onzen R.-redacteur). De architecten vragen om bescher ming van hun titel en zij zyn waarlijk niet de eenigen, die steun zoeken in den strijd tegen de beunhazerij. Reeds lang zoeken vele groepen naar de middelen om deze bescherming (liefst wettelijk) te krijgen en nu heeft het Neder- landsch instituut van architecten voor deze groep onlangs de knoop doorge hakt en de gemeenschap verrast met de mededeeling, dat een examen zal wor den ingesteld ter toetsing van hen, die zich als architect willen vestigen. Wat is de beteekenis en de waarde daarvan en welke zullen de gevolgen ervan zijn? We hebben eens bij verschillende instan ties geïnformeerd en het is ons gebleken, dat overal bij de betrokkenen behoefte be staat aan grootert waarborgen omtrent des kundigheid en aesthetisch inzicht, dan er thans in het architecten vak bestaan. Het is niet alleen een streven naar de wering van deloyale concurrentie, het is ook wel degelijk het verlangen om een beroep, dat in het verleden en in den modernen tijd tot de belangrijkste cultureele uitingen be hoort, hoog te houden. Het gevaar van den zich architect noemenden dorpstimmerman wordt daarom zoo groot geacht, omdat nóch bouw- en woningtoezicht, nóch schoonheids commissie voldoende in staat zijn om on- gewenschte bouwwerken tegen te houden, daar deze instanties alleen maar kunnen aangeven hoe het niet moet en dus slechts het ergste kunnen voorkomen. Iets goeds is alleen te bereiken, door de kwaliteit te waarborgen van de personen, die met het ontwerpen der bouwsels zijn belast. Titelbescherming. De bescherming van een titel is niet nieuw al kent onze wetgeving slechts spo radisch een dergelijk stelsel. De wet van 2 Mei 1922 tot wettelijke bescherming van het diploma voor ziekenverpleging gaat reeds van dit principe uit. In artikel 1 van deze wet wordt bepaald, dat de bevoegd heid, den titel van verpleger of verpleegster te voeren, slechts toekomt aan hen, wien een geldig diploma van verpleger of ver pleegster is uitgereikt. Hiermede is dus in onze wetgeving de erkenning opgenomen, dat het gebruik van een bepaalde beroeps aanduiding, waardoor bij het publiek ver wachtingen worden gewekt omtrent be kwaamheid en zekere kwaliteiten van den drager ervan, aan wettelijke regelen gebon den dient te worden. Wat deze gedachten aangaat, bestaat er nu ten aanzien van het architecten- beroep een volmaakte analogie. Daar was het de volksgezondheid, hier is het de technische en aesthetische verzor ging van den opbouw van ons landelijk en stedelijk schoon, die een bepaalde voorziening eischen. Daar komt voor dc architecten nog een belangrijke factor bij, n.1. de last, welke rust op alle plaat selijke overheidsdiensten van bouw- en woningtoezicht, om de plannen van allerlei beunhazen in het bouwvak te beoordeelen en die vaak neerkomt op het gedeeltelijk of geheel omwerken van de ingediende plannen, teneinde alsnog iets goeds tot stand te brengen. De moeilijkheid bij de regeling van deze materie lag dus niet bij de overweging, dat het hier een novum in onze wetgeving zou zyn. Veeleer waren het de aan zulk een re geling verbonden kosten, die langen tyd de regeering terug hielden van het treffen van wettelijke maatregelen. Bovendien gold de overweging, dat een titel-bescherming bij een ambt, dat in het beroeps- en bedrijfsle ven zulk een belangrijke en veelzijdige plaats inneemt, niet uitsluitend het depar tement van onderwijs, kunsten en weten schappen aangaat, maar ook diep ingrijpt in sociale- en economische verhoudingen. Ten slotte betreft het hier ook een soort „orde ning", waaraan principieele consequenties verbonden zijn. We gelooven, dat hiermede de overwe gingen der regeering ten aanzien van deze kwestie wel ongeveer zijn weergegeven Een persoonlijke psychologische factor komt daar wellicht nog by. De huidige minister van onderwijs, prof. Slotemaker de Bruine, heeft van de regeling van de bevoegdheid der tandtechnici weinig pleizier beleefd, en nu is niets begrijpelijker, dan het stand punt, dat hy zich niet gaarne wederom in een dergelijk wespennest zal steken! Het plan van het N.I.V.A. Minister Marchant vond bij zijn optreden een plan, dat althans één der mogelijke be zwaren, die der aan een regeling verbonden kosten, wegnam. Het Nederlandsch instituut van architecten had een commissie benoemd waarin zitting hadden prof. ir. R L. A. Schoemaker, prof. ir. J. G. Wattjes de ar chitect Harry Elte en de tegenwoordige directeur-generaal van het onderwijs, prof. dr. G. A. van Poelje (de laatste als rappor teur), die over de titelbescherming van architecten een rapport had uitgebracht. Volgens de hierbij ontworpen regeling wa ren er voor de overheid geen kosten aan verbonden. Gevraagd werd slechts een sar.c- tionneermg van een particulier examen, waarvan de kosten geheel bestreden zouden worden uit de examengelden. Ook de archi- tectenraad, die de diploma's zou uitreikon en registreeren en eventueel over intrekking der bevoegdheid zou beslissen, zou gehono reerd worden met de inkomsten uit de exa mengelden. Toen minister Marchant heenging, lag een wetsontwerp klaar, dat geba seerd was op het rapport der N.I.V.A- commissie. Door de ministerwisseling is de afdoening daarvan geremd. Het schijnt dat minister Slotemaker de Bruine voorloopig niet van plan is op dezen weg voort te gaan. Dit valt al thans te lezen uit de mededeelden van het N.I.V.A. en nu heeft deze ver- eeniging de koe zelf maar bij de genomen. Zij heeft besloten, zelf°0rns examen voor architect in 'te6<!ri zonder de wettelijke sanctie dj^1'""' zulk een regeling kracht moet billet*** De oudste architectenorganisatie i land, de maatschappij tot bevorderin 0Rs bouwkunst, Bond van Nederlandse! der tecten, doet aan deze regeling niot t arc'"i- de kringen van den B.N.A. vernamf66' In dat men daar niets voelt voor een We, liere ti tel verleen ing, hoe goed nr,uParti(^- werkt. De B.N.A. is in de plannen van"'^' N.I.V.A. niet gekend en men weet er °et welke geest dit examen zal worden 'n vat. Het grootste bezwaar is evenwel °PgC' het niet te zeggen is, waar men eindL dL3t een particuliere titel verleen ing Vand j het een architectenorganisatie, morgen 35'S schien een particuliere school of iets h m's" lijks. De eenige instantie, die dient i rfie" grijpen, is het rijk, niemand moet er 1e eigen houtje aan beginnen. Zoo 0orrfa°,P men daar. aee't N.I.V.A. en B.\ We krijgen nu de zonderlinge figuur j het N.I.V.A. een examen heeft ingesteld de B.N.A. bepaalde eischen stelt voor h" toelating tot lid harer organisatie. Het r maatschap van den B.N.A. wordt thans re H als een soort beschermde titel beschouwd daar deze bond met zyn 300 leden lang n; iedereen aanneemt en het werk der as.et rant-leden eerst door een commissie laat b'" oordeelen. Bovendien is er een zekere con trole op de beroepsuitoefening. Het N.I.V.A. daarentegen, dat veel ]ate is opgericht, kende een dergelijke streng selectie niet, althans niet op dezelfde wjij Het heeft nu een examen ingesteld, bljjkbj, omdat de behoefte aan een selectie daar co bestaat. De B.N.A. had echter reeds voor do oprichting van het N.I.V.A. een commissie ingesteld en deze bracht een rapport om trent titelbescherming uit, dat tot een regoe' ringsexamen concludeerde. Minister Terps'ra wilde daar echter niets van weten. Veel werd onderhandeld, maar de zaak kwam niet vn- der. Daarna heeft het N.I.V.A. ook des» materie onder de loupe genomen en ten slotte met hetzelfde poovere resultaat Om iets goeds te bereiken, zullen de beide organisaties nader tot elkaar dienen te wer den gebracht. Thans schijnen daartoe per- soonlyke en zakelijke redenen een hinder paal te vormen. Misschien zal het in de fee- komst gelukken hier de noodige eenheid te verkrijgen. HOLLANDSCHE MAATSCHAPPIJ VAN LANDBOUW. Afdeeling Alkmaar. Gisteravond vergaderde de afd. Alkmaar in Central. In totaal waren veertien perso nen aanwezig. De voorzitter, de heer 0. J. Govers opende de vergadering, waarna de notulen werden gelezen en gnedgetairi Bestuur De heeren J. Swaag en J. Borst die moes ten aftreden als bestuurslid, werden bij ac clamatie herkozen, terwijl in de vacature P. N. Groot verkozen werd de heer J. M. Groot te Alkmaar. Als afgevaardigde en plaatss ervangmid af gevaardigde voor de algemeene vergadering der Maatschappij op 16 dezer te Den Haag werden benoemd resp. de heeren J. Sijp en Jb. Kramer. Beschrijvingsbrief algemeene ver gadering. In de bestuurslid-vacature H. K. Koster werd besloten den afgevaardigde te laten stemmen den heer Joh. de Veer te Schagen, terwijl voor een lid der financieele commis sie gestemd zal worden de heer H. K. Koster. Als commissaris voor de Onderlinge Brand erzekering de heer K. Kuiper, Oostwdud. Verder werd den afgevaardigde opdracht gegeven naar eigen inzicht te handelen. Rondvraag. De heer E. Dz. Govers deelde op verzoek van den heer Syp mede, dat voor de as. tentoonstelling het geregistreerde wolvee en de varkens nog beter vertegenwoordigd zul len zyn dan het vorig jaar, zoodat Alkmaar^ daar met recht trots op kan zyn. De voorzitter dankte den heer Sijp voor al zyn bemoeiingen. Verder wilde de heer E. Dz. Govers twee punten het bestuur in overweging geven, n.L om te komen tot sa menwerking met andere afdeelingen of ver- eenigingen om te geraken tot de oprichting van een vereeniging voor Vee-arbitrage en een bedryfscontrolevereeniging. De voorzit ter zegde toe een en ander in het bestuur onder de oogen te zullen zien. De heer Borst wilde gaarne weten wat e heer Bakker van Heiloo over de markt ha opgemerkt. De heer D. J. Govers zeide, da de heer Bakker zoo graag de Zaterdagse markt zou bevorderen, b.v. door een groo- tere aanvoer fokschapen en vette schapen- Dit idee is spr. zeer sympathiek, maar U ziet geen weg tot verbetering. De heer E Dz. Govers meende, dat er misschien een kleine kans is verbetering - verkrijgen, zij het dan niet op de Zater as sehe, maar op de Maandagsche markt. M moet hier dan komen tot een markt waal de gewone boer zijn kleine surplus aan sc pen kan markten, de slagers vinden dan dc gewenschte koeien en varkens schapen. Misschien is er verder nog Ujkheid om te komen tot een aparte a ling voor t.b.c.-vrü vee. Noordholland nee momenteel 64.000 t.b.c.-vrye gecontroieci runderen. Laat men probeeren uit anc streken hier t.b.c.-vrij vee te krijgen, op gereserveerde plaats op de markt me desbetreffende aanduiding. De voor zeide een en ander by de bevoegde ties naar voren te zullen brengen. Na nog enkele huishoudeiyke gen sloot de heer Govers de vergader Waarom de voorkeur aan een dagbladadvertentie Wel, enkel dan alleen krijgt gil v«n elk atte"»e'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 14