DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
ifit
RIJKSBEGROOTING ZONDER NIEUWE BELASTING
Tekort van 471|2 millioen gedekt.
BIJNA 48 MILLIOEN TEKORT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTEENs
Van 1—5 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 219
Woensdag 16 September 1936
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
138e Jaargang
Heffing opcenten verlengd.
Ten aanzien van hier te lande g®vest'^e
'zeemdelingen, die, als zijnde zonder mid-
del«n van bestaan, voor uitleiding in aan
2*rmalen, dat uitleiding een hardhe
Rijksbegrooting 1937.
Perspectief-bezuinigingen zullen 28,3 millioen
opleveren.
Peisbelasting van de baan.
DE RESTAURATIE VAN DE
GROOTE KERK.
ALKMAARSCHE COURANT.
Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
HUIS DER KONINGIN.
Restauratie Paleis Amsterdam.
Evenals in vorige jaren, wordt ook voor
1937 een bedrag van 50.000 aangevraagd
voor de voortzetting der restauratie van het
Koninklijk Paleis te Amsterdam.
Tevens is bijgevoegd een opgave .van
wetten, waarvan de herziening of inwer
kingtreding aan een bepaalden termijn is
gebonden, alsmede de wetsbepalingen, wel
ke op zekeren tijd automatisch vervallen.
JUSTITIE.
Indienststelling jeugdgevangenis te
Zutphen.
Voor Hoofdstuk IV (Justitie) is voor 1936
toegestaan 26.048.816, voor 1937 is ge-
rtamd 25.832.993, zoodat minder wordt
aangevraagd 215.823.
Meer is o.a. geraamd voor personeelsuit
breiding bij de rechterlijke macht 65.000.
Maatregelen voor de opheffing van den
achterstand in de executie van gevangenis-
en hechtenisstraffen 100.000.
Het inrichten van een strafafdeeling bij
het rijksopvoedingsgest. te Doetinchem
30.000.
Indienststelling van de jeugdgevangenis
te Zutphen 170.000.
Uitbreiding van het korps politietroeper
121.000.
Daartegenover staat o.m. lagere ramingen
voor:
Uitgaven, verband houdende met de wet
ten tot verlaging van openb. uitgaven
777.000.
Wachtgelden 98.000.
Gerechtskosten in .strafzaken 17.000.
Bezuiningen, verband houdende met de
omstandigheid, dat vacatures eenigen tijd
onvervuld blijven, alsmede doordat in die
vacatures niet of door lager bezoldigd per
soneel wordt voorzien 65.500.
BINNENLANDSCHE ZAKEN.
Onderhandelingen met Duitsch-
land over armlastigen.
Voor hoofdstuk 5 (Binnenlandsche Za
ken) werd voor 1936 toegestaan: gewone
dienst 17.752.165, kapitaaldienst f 13.182.500
Voor 1937 wordt geraamd respectievelijk
17.539.967 en 13.162.682, zoodat minder
wordt aangevraagd resp. 212.198 en
S 19.818.
De verhoogingen betreffen o.a. de volgen
de posten:
Militaire politie 104.079;
Uitvoering van de wet betreffende de be
scherming van de bevolking tegen lucht
aanvallen 50.000.
Steun noodlijdende gemeenten.
Op de begrooting voor 1936 werd uitge
trokken 3.450.000 voor Rijkssteun aan ge
meenten welke buiten staat zijn uit eigen
middelen in de kosten harer huishouding
volledig te voorzien. Dit bedrag zal ver
moedelijk niet voldoende zijn voor den steun
Wit 's Rijks kas, welke voor het jaar 1936
noodig zal zijn. In verband met de thans
beschikbare gegevens wordt verwacht, dat
de post met 3.550.000 zal moeten worden
verhoogd.
De toestand van 's rijks financiën verzet
rich tegen het uittrekken op de begrooting
voor 1937 van een hooger bedrag dan op de
Primitieve begrooting voor 1936 is geraamd.
Het voteeren van zulk een hooger bedrag
zou toch het gevolg hebben, dat het Rijk
tekorten van de gemeenten overnam, voor
Welke het zelf geen dekking heeft.
Gepoogd zal worden binnen het raam van
het voor 1937 uitgetrokken bedrag, den
grootsten nood te lenigen.
Overigens zal aan de gemeenten, die niet
niet volledig geholpen kunnen worden,
«n zelf alles hebben gedaan om het tekort
t°t het uiterste te reduceeren, zooveel mo
gelijk medewerking worden verleend ter
overwinning van de moeilijkheden, welke
zich voor haar voordoen.
Het ligt in het voornemen deze gemeen
ten in het bedrag, dat, naar het oordeel
Ier Regeering, geacht kan worden op gee
nerlei wijze te kunnen worden gedekt, te
gemoet te komen met voorschotten uit s
riJks kas tegen matige rente.
Armlastige vreemdelingen.
Werking komen - voornamelijk waar het
geldt gezinnen, waarvan de vrouw
haar huwelijk Nederlandsche was
tekenen. Anderzijds is het
Min. Oud
plaatselijke openbare kassen zeer bezwaar
lijk, dergelijke vreemdelingen blijvend te
ondersteunen. Restitutie van de ondersteu-
ningskosten wordt door de betrokken
vreemde regeering als regel niet verleend.
Daar het hier in hoofdzaak Duitsche on
derdanen betreft en aangezien in Duitsch-
land een vrij groot aantal Nederlanders
woont, die met Duitsche vrouwen zijn ge
huwd en wier uitleiding naar Nederland
veelal eveneens bezwaar ontmoet, wordt
thans met de Duitsche regeering onderhan
deld, teft einde op voet van wederkeerigheid
deze aangelegenheid in den zin te regelen,
dat beide regeeringen zich verbinden in ge
vallen als hier bedoeld, de kosten van on
dersteuning voor de helft te vergoeden en
aldus uitleiding te voorkomen. Voor zoover
daartoe aanleiding zal blijken te zijn, zal
getracht worden, ook met andere regee
ringen een dergelijke regeling te treffen.
Komt de voorgestelde regeling met
Duitschland tot stand, dan is het billijk, den
betrokken gemeenten eveneens het voor
haar rekening blijvend gedeelte der onder-
steuningskosten te vergoeden. Ook in geval
len, waarvan uit andere overwegingen uit
leiding niet kan plaats hebben (b.v. wan
neer het deserteurs betreft), is het billijk,
de betrokken gemeenten in de kosten van
ondersteuning tegemoet te komen. Een be
drag van 100.000 is globaal daarvoor ge
raamd.
BUITENLANDSCHE ZAKEN.
Bezuiniging onbillijk gebleken.
Bij de wet van 29 Februari 1936 werd het
derde hoofdstuk der Rijksbegrooting (bui-
tenlandsche zaken) voor het dienstjaar 1936
vastgesteld op 3.429.219.
terwijl voor 1937 geraamd wordt 3.612.963
alzoo meer geraamd voor 1937 dan oor
spronkelijk toegestaan voor 1936 183.744.
De vermeerderingen, welke tot deze uit
komst hebben geleid, bedroegen 323.456,
waar tegenover staat een vermindering inet
139.712.
Voor artikel 5 is 55.000 meer uitgetrok
ken. De leiding van Hr. Ms. gezantschappen
te Lissabon, Rio de Janeiro, Warschau,
Weenen en Boedapest was in den laatsten
tijd toevertrouwd aan gezantschapsraden,
aan wie de persoonlijke titel van buitenge
woon gezant en gevolmachtigd minister
werd verleend. Hiermede werd een zekere
bezuiniging verkregen, omdat het aan die
ambtenaren toekomende tractement lager is
dan dat van een gezant, terwijl hun voorts
een lagere verblijfsvergoeding werd toege
kend dan tegenover effectieve gezanten nor
maal zoude zijn met het oog op den staat,
dien deze hebben te voeren.
Deze toestand, welke zeer tijdelijk kan
worden aanvaard, is echter op den duur niet
vol te houden. De betreffende diplomatieke
ambtenaren kwamen allen reeds sinds ge-
ruimen tijd in aanmerking voor een benoe
ming tot effectief gezant. Onbillijkheden zijn
ontstaan, doordat jongeren reeds tot dat
ambt zijn aangesteld, en tenslotte kwam
evengenoemde regeling neer op een extra
belasting der betrokkenen, die uit hoofde
van den hun toegekenden titulairen rang de
zelfde verplichtingen hebben als werkelijke
gezanten, zonder nochtans de inkomsten te
genieten, die aan dezen worden toegekend,
en die, in vergelijking met menig ander
land, toch reeds niet hoog zijn.
Den aldus ontstanen toestand te besten
digen komt den minister ook daarom niet
wenschelijk voor, aangezien de dienst op
die wijze te zeer zoude zijn aangewezen op
diplomatieke ambtenaren met een eigen in
komen van beteekenis. Een en ander geeft
hem aanleiding, de noodige gelden aan te
vragen, opdat de gezantschapsraden met den
persoonlijken titel van buitengewoon gezant
en gevolmachtigd minister, die thans belast
zijn met de leiding van Hr. Ms. gezantschap
pen in de hierboven genoemde hoofdsteden,
definitief in dien rang kunnen worden be
noemd, onder toekenning van een verblijfs
vergoeding, die in overeenstemming is met
de op den betreffenden post te stellen
eischen.
Met het oog op de belangen van Neder-
landsch-Indië bij een goede economische
voorlichting omtrent Japan wordt aldus
voorgesteld, het consulaat-generaal te Kobe,
dat thans door een ambtenaar van lageren
rang wordt waargenomen, weder te doen be
zetten door een beroepsconsul-generaal.
ONDERWIJS, KUNSTEN EN
WETENSCHAPPEN.
Een brandgevaarlijk gebouw te
Delft
In hoofdstuk VI (Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen) wordt voor het hooger on
derwijs voor 1937 aangevraagd 10.008.441.
Voor 1936 is toegestaan 9.874.471.
Meer wordt o.a. aangevraagd: voor bij
drage in de exploitatiekosten van de stich
ting „Stads- en Academisch Ziekenhuis" te
Utrecht 14.400, voor materieele uitgaven
van de Technische Hoogeschool te Delft
414.000, voor studiebeurzen aan Zuid-Afri-
kaansche studenten 2000.
Minder wordt o.a. uitgetrokken voor per
soneel van de rijksuniversiteit te Leiden
50.000, voor personeel van het ziekenhuis
te Leiden 13.700, voor personeele uitgaven
van de Rijksuniversiteit te Utrecht f 66.000,
voor personeele uitgaven van de Rijksuni
versiteit te Groningen 29.000 voor perso
neel van de Technische Hoogeschool te
Delft 72.000.
Voor het voorbereidend hooger en mid
delbaar onderwijs werd voor 1936 toege
staan 12.173.960, uitgetrokken is voor 1937
11.734.695.
Minder wordt o.a. uitgetrokken voor per
soneele uitgaven van de rijks hoogere bur
gerscholen 124.000, voor subsidiën aan ge
meentelijke gymnasia 15.000, voor subsidiën
aan gemeentelijke en bijzondere handels
schalen resp. 35.500 en 10.300.
Meer wordt o.a. aangevraagd voor subsi
diën aan bijzondere gymnasia over 1936
22.000, voor subsidiën aan gemeentelijke
hoogere burgerscholen f 2000 en voor subsi
diën aan bijzonder hoogere burgerscholen
en lycea over 1936 f 181.000.
Voor het nijverheidsonderwijs werd voor
1936 toegestaan f 12.974.842, uitgetrokken
is voor 1937 12.326.735. Minder wordt o.a.
aangevraagd voor de Rijksnijverheidsscho
len 15.800, voor middelbare scholen voor
techniek, nijverheid, mijnbouw, nijverheids-
kunst en teekenen 55.000, voor lagere nij
verheidsscholen voor jongens 254.000, voor
zeevaart-, machinisten-, visschery- en bin-
nenvaartscholen 81.500, voor scholen voor
huishouden, landbouwhuishouden, vrouwe
lijke handwerken en maatschappelijk werk
179.500.
Voor het lager onderwijs werd voor 1936
toegestaan f 92.742.481, uitgetrokken is voor
1937 87.498.989. Minder wordt o.a. aange-
vraag voor personeel van de rij kskweek- en
leerscholen 179.500, voor bijdragen aan ge
meentelijke en bijzondere kweekscholen
394.000, voor het openbaar gewoon en uit
gebreid lager onderwijs 1.850.000, voor het
bijzonder gewoon en uitgebreid lager onder
wijs 1.703.500.
Meer is uitgetrokken: voor het onderwijs
aan schipperskinderen 17.750 en voor spe
ciale inrichtingen in het belang van onder
wijs en opvoeding (Nederlandsche cursussen
in Duitschland) f 5000.
Voor de deelneming in het garantiefonds
van de in 1937 in ons land te houden wereld
jamboree der padvinders is 17.500 uitge
trokken.
Kunsten en wetenschappen.
Voor de afd. Kunsten en Wetenschappen
werd voor 1936 toegestaan 2.648.864, uit
getrokken is voor 1937 2.579.023.
Meer wordt aangevraagd voor uitkeerin-
gen aan het algemeen burgerlijk pensioen
fonds in verband met de voorloopige pen-
sionneering van onderwijzers 1.900.000.
Voor de afdeeling overige uitgaven be-
tieffende onderwijs, kunsten en wetenschap
pen werd voor 1936 toegestaan 6.816.029.
Uitgetrokken voor 1937 is 3.318.545, zoodat
hiervoor minder wordt gevraagd 3.497.484.
Minder wordt aangevraagd voor vorde
ringen over afgesloten dienstjaren 100.000
en voor wachtgelden 3.397.484.
Reeds vele jaren zijn de scheikundige
vakken van de technische hoogeschool te
Delft in een complex gebouwen en barak
ken tusschen de Westvest en het Oude Delft
ondergebracht op een wijze, die niet met
het belang van het onderwijs in deze vak
ken in overeenstemming is en ernstige ge
varen medebrengt voor degenen die er in
moeten arbeiden. De brandgevaarlijkheid in
het complex is aanzienlijk, de behuizing is
i.
a.
b.
c.
d.
De gisteren ingediende rijksbegrooting voor 1937 Iaat een totaal aan uitgaven
zien van rond 657.8 millioen (vorig jaar 710.8), een totaal aan inkomsten van rond
610 millioen (vorig jaar 598.8), latende een nadeelig saldo van rond 47.7
millioen.
Teneinde dit tekort te dekken stelt de minister de volgende maatregelen voor:
Perspectiefbesparingen, welke van het dekkingsplan voor 1936 zijn overge
bleven:
Besparing op uitgaven van het Departement van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen7.6 millioen.
Vermindering van de Rijksuitgaven, als gevolg van het afloopen van wacht
gelden 3.2 millioen.
Besparing te verkrijgen uit het Capitulantenstelsel5.5 millioen.
Besparing op de uitgaven van het Verkeersfonds door vermindering van het
Spoorwegtekort 12 millioen.
2. Bjj aanneming van het wetsontwerp tot herberekening van pensioenen van bur
gerlijke en militaire ambtenaren zal een jaarlijksche vermindering van uitgaven
worden verkregen van 3.3 millioen.
3. Aanhangig is een drietal wetsontwerpen strekkende tot het verleenen van een
bijdrage door Nederland aan Nederlandsch-Indië, wegens door laatstbedoeld ge
biedsdeel te verleenen steun in verband met den invoer daar te lande van be
paalde Nederlandsche textielgoederen en tot heffing van rechten in Nederland op
den invoer van bepaalde goederen. Uit deze heffing kan een bate voor Rijks
budget worden verwacht van 1.25 millioen.
4. Uit de grootere opbrengst van de hij de Staten-Generaal aanhangige wetsontwer
pen tot wijziging van de wet op de inkomstenbelasting en van de Successiewet,
alsmede van een in voorbereiding zijnde technische wijziging der wet op de om
zetbelasting zal nog de resteerende f 3.5 millioen worden gevonden.
Door al deze maatregelen is het tekort nagenoeg gedekt.
Voorts deelt de minister mede, dat voor voorschotten aan gemeenten ten einde
deze in staat te stellen aan particuliere bouwondernemingen geldleeningen te ver
strekken onder verband van tweede hypotheek voor den bouw van arbeiderswonin
gen, 4 millioen wordt uitgetrokken.
In de toelichting merkt minister Oud nog op, dat van de reisbelasting voor het
oogenblik wordt afgezien.
Tenslotte wordt nog medegedeeld, dat het aanhangige wetsontwerp inzake be
lastingen op z.g. besloten vennootschappen zoodanig zal worden gewijzigd, dat de
belangrijkste bezwaren zullen worden ondervangen.
zoo compact en gebrekkig, dat een ongeluk
met de vele aanwezige explosieve stoffen
een catastrophe ten gevolge zou kunnen
hebben.
De regeering heeft deze situatie reeds
geruimen tijd als een wantoestand gevoeld.
Dit heeft er toe geleid, dat vlak na den oor
log het groote gebouw aan de Julianalaan
is opgericht met het doel, de scheikundige
vakken hierheen over te brengen. Het is
evenwel wegens de vervolgens intredende
financieele depressie niet afgewerkt en ledig
en ongebruikt gelaten. Intusschen werd de
toestand aan de westvest bestendigd.
In het najaar van 1935 is een nuttige be
stemming gevonden voor een gedeelte van
liet gebouw, namelijk voor het staatsbedrijf
der artillerie-inrichtingen. Dit door den mi
nister van financiën voorgestaan plan deed
er van afzien, om het geheele gebouw eer
lang voor de scheikunde in te richten. De
minister heeft hiermede ingestemd, toen
zijn ambtgenoot zich bereid had verklaard
er aan mede te werken, dat voor de huis
vesting van de scheikunde een afdoende
verbetering zou worden verkregen door het
oprichten van een nieuw gebouw op een
voudiger schaal met gebruikmaking van de
naast het bestaande gebouw gelegen funda
menten. Deze oplossing, welke voordien
reeds eenige malen was geopperd, zou het
voordeel bieden van lagere kosten, zoowel
v/at de bouw als de exploitatie betreft, dan
afwerking, inrichting en gebruik van het
bestaande gebouw.
Een inmiddels uitgebracht, vry onrustba
rend rapport omtrent de brandgevaarlyk-
heid van het gebouwencomplex aan de
Westvest heeft de noodzakelijkheid van een
spoedige verhuizing der scheikundige vak
ken bevestigd.
De bezuiniging tengevolge van de vermin
dering van het aantal ryks- en gesubsidiéer-
de kweekscholen kan op rond i 525.000
worden gesteld.
Het ligt nu in het voornemen van het on
derwijsfonds voor de Scheepvaart, aldaar
twee scholen te stichten: een voor de
In de memorie bij het hoofdstuk
Onderwijs, Kunstenen Wetenschap
pen, treffen wij de volgende mede-
deeling over onze Groote kerk aan:
De gedachte om de verdere res
tauratie van de Groote kerk te
Alkmaar in werkverschaffing te
doen geschieden, leidde tot nu toe
nog niet tot een gunstig resultaat.
In afwachting van verdere pogingen
om voor dit werk een financieele
basis te vinden, wordt ook voor 1937
een memoriepost uitgetrokken.
roomsch-katholieke en een voor de protes-
tantsche schipperskinderen van Nederland
sche nationaliteit.
NATIONALE SCHULD.
Op hoofdstuk VII der Rijksbegrooting
(Nationale Schuld) wordt voor het dienst
jaar 1937 aangevraagd: voor den geheelen
dienst 154.152.260, waarvan voor den ka
pitaaldienst 11.000.000 en voor den gewo
nen dienst 143.152.260.
Voor 1936 is daartoe onderscheidenlijk
toegestaan 153.825.211, 6.780.000 en
147.045.211.
Derhalve wordt voor den gewonen dienst
van 1937 minder aangevraagd 3.892.951.
De uitgaven wegens gevestigde schuld ten
laste van den gewonen dienst komende zijn
152.451 lager uitgetrokken dan het voor
1936 toegestaan bedrag: tegenover een toe
neming van de geraamde rente met
2.091.069 staat een verlaging van de ra
ming voor schulddelging met f 2.243.520.
De rente der voor het jaar 1935 gevestig
de schuld is door voortgezette amortisatie