De monetaire politiek in het buitenland.
Dankwoord der Vorstelijke Verloofden.
pe Fransche Kamer debatteert over de politiek
der regeering.
Felle aanvallen op de regeering.
ALKMAARSCHE COURANT van DINSDAG 29 SEPTEMBER 1936
DE DEBATTEN.
Na de devaluatie van den
franc.
Prinses Juliana en Prins Bernhard spreken
voor de radio.
De vele gebeurtenissen op politiek
terrein, waaronder wy dan deze keer
willen verstaan de beraadslagingen in
Genève, de Chineesch-Japansche kwes
ties, de burgeroorlog in Spanje en vele
andere, worden sinds Zaterdag geheel
verdrongen door de valuta-vraagstuk
ken, die belangrijker dan ooit zijn ge
worden.
Belangrijker dan ooit, omdat de monetaire
politiek van voorheen meestal een eigen
karakter had van het betreffende land zelf,
en thans een geheel en sterk internationaal
karakter heeft gekregen.
Men weet het: Engeland verliet den gou
den standaard en niemand dacht er aan, dat
andere landen onmiddellijk zouden volgen.
Toch kreeg Engeland meer landen aan zijn
ijjde, zooals Amerika en België. Maar er
was nog altijd een sterk blok, dat den gouden
standaard handhaafde, n.L het goudblok
FrankrijkZwitserlandNederland. In al
deze landen hebben de verschillende regee
ringen zich steeds vastgeklamd aan den
gouden standaard en in alle toonaarden be
zongen, dat zij hun monetaire politiek zou
den handhaven.
En alle drie zijn ze van hun standpunt af
geweken, plotseling en vrijwel onverwacht.
Het begon met Frankrijk, welks regeering
nog niet zoo heel lang geleden openlijk ver
klaarde, den gouden standaard te zullen
blijven handhaven en ter zelf dertyd de
Franschen aanspoorde, om in tet teekenen
op een nieuwe staatsleening. En zooveel ver
trouwen had die regeering, dat de arbei
dersbonden zelfs teekenden voor belang
rijke bedragen!
Hoe dat vertrouwen beschaamd is gewor
den, is nu al bekend, maar toch mogen wij
nog wel verwijzen naar wat onze Parjjsche
correspondent ons schrijft.
De Fransche Kamer en de monetaire
politiek.
Het is natuurlijk niet mogelijk, om in een
beperkte ruimte alles mede te deelen, wat er
zich heeft voorgedaan in de diverse landen
en zelfs moeten wij een beknopt resumé
weergeven van de besprekingen in de Fran-
Khe Kamer.
Men weet reeds, dat de Fransche Kamer
gistermiddag het monetaire wetsontwerp
terug wees naar de financieele commissie en
toen pauzeerde.
Na heropening van de vergadering zeide
de socialistische afgevaardigde Bonnet, dat
zijn fractie altijd gestreden had tegen de
devaluatie. Hij zeide niet te gelooven, dat
de minister tegelijkertijd de uitgifte van de
schatkistbons voorbereidde en een devalua
tie. Devaluatie beteekent een brute verbre
king van contracten en verbintenissen en het
is de middenstand die er het meest van te
leiden heeft.
Met betrekking tot de instelling van de
glijdende schaal voor de loonen zeide Bon
net, dat de regeering hiermede erkende dat
een verhooging van de prijzen onvermijde
lijk was en dat zij daarmede de mislukking
van haar operatie eveneens erkende. Als
men uitzonderingen maakt voor bepaalde
groepen dan zullen andere groepen daar de
gevolgen van moeten dragen. De midden
stand, de landbouwers en de kleine bezitters
zullen het zwaarst getroffen worden. Ver
volgens wendde Bonnett zich tot Blum en
vroeg zich af, wat de bedoeling van den pre
mier was, nu hij afstand deed van de leer
van zijn partij.
Bonnet eindigde zijn rede met zijn onge
rustheid uit te spreken over den verderen
gang van zaken.
Oud-minister Reynaud spreekt.
Na Bonnet kreeg de vroegere minister van
financiën Paul Reynaud, van den onafhan-
keljjken links-radicalen vleugel der repu
blikeinen, het woord. Hij zeide de devalua
tie te betreuren. Er was echter geen andere
uitweg en wij hebben thans onze laatste
kaart uit te spelen. In alle deelen van de
wereld is er tot devaluatie overgegaan en
bier kan men Frankrijk dus moeilijk iets
verwijten. Wat de regeering zich wel kan
verwijten, is, dat zij altijd verklaard heeft
niet tot devaluatie over te zullen gaan. De
Werkloosheid nam toe en de regeering zag
zich genoodzaakt de feiten onder het oog te
zien.
Het tekort van de begrooting zal 25 mil-
liard zijn en daarom moest de regeering tot
devaluatie overgaan. Indien de regeering
ziet, dat de eerste verwachtingen van haar
devaluatiepolitiek uitkomen, dan is er alle
reden tot hoop.
Ik zal, aldus spr., de verantwoordelijkheid
voor een devaluatie op mij nemen, maar ik
zal vóór of tegen de regeering stemmen al
naar gelang haar verklaring zal zijn. Zult
sli u laten leiden door uw politiek van gis
teren of zult ge het voorbeeld volgen van
de vijftig andere landen in welke de deva
luatie geslaagd is. (Applaus van rechts.)
Reynaud stelde met nadruk vast, dat door
bet samengaan van de drie groote democra-
lioche mogendheden het maatschappelijke
«h economische leven van deze drie landen
Seen groote verschillen toelaat. Indien gy
«en politiek voert, die niet te vereenigen is
jnet die van de regeeringen, w/an^e. g'Jt
een accoord gekomen zytdan
uw partners. Uw overeenkomst houdt
een samenwerking in van dag g'
OP zekeren dag ook opgezegd kan worden
^dien opzegging volgt, wat zal dit dan nu
mede brengen?
Gii moet geen andere maatregelen nemen,
gevolgd zijn in Engeland of m de Ver.
Staten. Welnu, in uw wetsontwerp stelt gy
v«o te voren vast, dat de kosten van het le
vensonderhoud zullen toenemen, m.a.w. gy
kondigt het oploopen der prijzen aan. Er
Kan geen sprake zyn van een devaluatie van
links of van een devaluatie van recht, doch
slechts van een geslaagde of van een mis
lukte devaluatie.
Uw maatregelen hebben misschien edel
moedige bedoelingen, maar ik oefen er cri-
tiek op uit om hun economische gevolgen en
met name omdat gij door de glijdende scha
len een oploopen van de prijzen van tevo
ren vastlegt. Waarom geen rekening te hou
den met hetgeen in andere landen gedaan
is? De devaluatie mag voor u geen aanlei
ding zyn, om een verderfelijke politiek
voort te zetten. De devaluéftie is onze laat
ste kaart, zal zij ons succes brengen of niet?
Verandering moet er komen en daarom stel
ik aan het parlement de vraag: zal Frankrijk
het eenige land ter wereld zijn waar de de
valuatie mislukt is?
Na de rede van Reynaud werd opnieuw
een pauze gehouden van een half uur.
Auriol verdedigt het wetsontwerp.
Na de heropening van de zitting nam de
minister van financiën, Vincent Auriol het
woord. Hij begon met eenige opmerkingen
te maken aan het adres van de oppositie, en
gaf vervolgens een uiteenzetting van den
ontredderden toestand, waar het economi
sche leven in was geraakt als gevolg van de
economische wereldcrisis. Hij bracht de
wanverhouding tusschen de productie en het
consumptievermogen in herinnering, die
mebracht, dat de wereldprijzen werden te
ruggebracht tot beneden die van voor den
oorlog. In Frankrijk werd te goeder trouw
een deflatiepolitiek gevoerd. Dit nam niet
weg, dat het economische leven de kwade
gevolgen ondervond en dat het begrootings-
tekort steeg tot zes milliard. De schatkist
werd uitgeput en pogingen om aan geld te
komen mislukte, de vlottende schuld die na
28 verdwenen was, steeg weer tot 64 mil
liard franc. Frankrijk was wat zijn finan
ciën betreft ingesloten in een bankschroef.
Op het oogenblik dat de regeering naar
besluit van devaluatie nam, waren in de
schatkist nog meer dan acht milliard frank
aanwezig, waarover de staat kon beschik
ken. Het geschiedde dus niet onder den
drang van de noodzakelijkheid.
Naar aanleiding van de perscommen
taren, die wilden, dat de monetaire en
tente Frankryk was opgedrongen, zeide
Auriol: De overeenkomst, gesloten door
de drie groote bevriende mogendheden,
werd geïnspireerd door de groote be
zorgdheid voor de economische orde er.
den internationalen vrede. Wjj zyn er
trotsch op, dat het geheim der onder
handelingen zoo goed bewaard is geble
ven.
De leening, die de Fransche regeering
kort geleden heeft aangegaan, was noodza
kelijk om tydens de onderhandelingen het
Fransche crediet veilig te stellen.
Ik ben er van overtuigd, dat de handel, de
landbouw en de industrie alleen maar te
winnen hebben by de overeenkomst. De
toestand wykt zeer af van dien van voor
1928. De deviezen zyn herleid met betrek
king tot de wereldpryzen. De huidige ope
ratie influenceert de binnenlandsche prij
zen niet, gelijk de deflatie dat deed.
De zitting geschorst.
Na de hervatting van de Kamerzitting om
half tien werd het woord gevoerd door den
onafhankelijk-republikeinschen afgevaardig
de Fernant Laurent, die de monetaire opera
ties der regeering critiseerde. Niet de tech
nische positie van Frankrijk, aldus spr.,
heeft de regeering er toe gebracht, de munt
te devalueeren, doch de onmogelijkheid om
een in evenwicht zijnde begrooting in te die
nen.
Na Laurent spraken de tot de oppositie
behoorende oud-minister Thellier en de ra
dicaal-socialist Rethore.
De Kamerleden werden rumoerig en daar
het tumult voortduurde, schorste voorzitter
Herriot de zitting om 11.05 uur, om die la
ter weer te heropenen.
Nadat talrijke afgevaardigden op beëin
diging der discussies hadden aangedrongen,
stemde de Kamer te 1 uur door handopste
ken voor sluiting der algemeene behande
ling van het monetair ontwerp.
Daarop ontspon zich een debat over een
ingediend verzoek om artikelsgewijze stem
ming over het ontwerp, waartoe tenslotte
met 344 tegen 246 stemmen besloten werd.
Het wetsontwerp aangenomen.
Na de debatten heeft minister Blum een
rede gehouden en de maa.tregelen van de
regeering verdedigd en toen volgde de stem
ming.
De Kamer nam het geheele wetsontwerp
aan met 350 tegen 221 stemmen.
(Van onzen correspondent.)
Parys, 27 September.
De Parij zenaars, die hun vacantie lang
plegen te rekken, en die daarom pas op
het eind van deze maand aan het terug
komen zyn, hebben op het oogenblik
dat ze hun normale leventje weer dach
ten te gaan hervatten een onaangename
verrassing gekregen. Hun munteenheid,
de franc, ondergaat een nieuwe amputa
tie, die hem van de vier sous van vroe
ger, dien hjj sinds Poincaré waard was,
tot onder de drie sous terugbrengt.
Het bericht daarvan, dat voor velen als
een donderslag uit een helderen hemel ge
komen is, heeft hier aanvankelijk groote
nervositeit gewekt. Dat komt omdat de pers
tot voor nog betrekkelijk korten t(jd een
devaluatie is blijven voorstellen als een van
de grootste rampen, die Frankrijk maar zou
kunnen treffen. Het zou ongetwijfeld ver
standiger zijn geweest er het publiek een
beetje meer op voor te bereiden, maar de
verkiezingen hadden dezen maatregel zoo
ondubbelzinnig veroordeeld, dat de linksche
meerderheids-bladen huiverig waren ervan
te reppen, terwijl men rechts al zijn best
deed om als devaluatie noodig worden mocht
de tegenwoordige regeering daarvan al het
odium te laten. Zoo overviel de beslissing
het groote publiek geheel onvoorbereid, en
was de zenuwachtige spanning om hetgeen
er gebeuren ging, die Vrijdagavond en giste
ren hier geheerscht heeft, buitengewoon
groot.
Het onbillijke van het geval te, dat de
groote kapitalisten, die overal hun voel
horens hebben, het onvermijdelijke al lang
hadden zien aankomen, en dienovereen
komstig hun maatregelen hadden genomen.
Er zijn sinds maanden groote bedragen aan
kapitaal naar het buitenland uitgeweken, en
daar in buitenlandsche munt in banken ge
deponeerd. Voor zoover ze in ponden, dol
lars en Belga's verwisseld waren, schijnen
ze door de nieuwe muntverzwakking weinig
gedeerd te zyn, terwijl zy die den Zwitser-
schen franc of den Hollandschen gulden ge
kozen hebben, er bekaaid afkomen. We
staan dus voor een „Umwertung aller Wer-
ten", die vérstrekkende gevolgen zal heb
ben, en veelal het contrast tusschen rijken
en armen nog grooter zal maken dan het
reeds was.
Vreemd gebaar van de regeering.
Er bestaat na het gebeuren een verklaar
baar streven er de regeering een ernstig
verwijt van te maken, dat ze tot dezen
maatregel is overgegaan, na tot het laatst te
hebben volgehouden, dat ze dat niet zou
doen. In de ministerieele verklaring, die de
heer Léon Blum begin Juni in de Kamers
heeft voorgelezen, werd met onmiskenbare
zelfingenomenheid verklaard, dat dit kabinet
niet met dergelijke oneerlijke dingen aan
komen zou, en die houding is de regeering
blijven aannemen, ook toen ze zich er zelf al
rekenschap van moet hebben gegeven, dat
ze haar woord niet houden kon. De leening,
waarvoor zooveel reclame gemaakt was, en
waarop het inschrijven als een daad van
vaderlandsliefde en democratische gevoelens
was voorgesteld, zoodat dan ook alle moge
lijke arbeiders-organisaties er flinke bedra
gen van genomen hebben, is pas enkele
dagen geleden gesloten. Degenen die heb
ben ingeschreven lijden thans groote scha
de, zooals allen die effecten bezitten die een
vaste rente geven, en in hun misnoegen
daarover steken ze niet onder stoelen of
banken, dat ze zich als slachtoffers beschou
wen van een ware oplichting. Omdat er
onder die inschrijvers zooveel „kleine luy-
den" zyn, heerscht er dan ook een alge
meene verslagenheid.
Nu moet ter verdediging van Blum en zijn
medeministers worden aangevoerd, dat ze
nog lang gehoopt hebben er zonder nieuwe
muntverzwakking af te kunnen komen, en
er waren in het ministerie zelf zooveel
tegenstanders daarvan, dat toen Vrijdag de
ministerraad begon, het volstrekt nog niet
zeker was, dat tot devaluatie zou worden be
sloten. Alleen is het onbegrijpelijk, dat niet
alle machthebbers van het oogenblik hebben
ingezien dat de politiek die zij volgden
noodzakelijkerwijze hiertoe leiden moest. De
enorme opdrijving van de staatsuitgaven van
de laatste maanden, waarvoor geen nieuwe
baten gezocht werden anders dan in het
steeds maar weer vergrooten van de schuld
die de staat by de Banque de France had, en
tegen welker toenemen die bank, na de wij
zigingen in de samenstelling van zyn be
stuur gebracht, zich niet meer verzetten kon,
liet geen anderen uitweg meer. Weger.s
haar Volksfront-karakter aarzelend om zich
tegen de telkens nieuwe eischen van de
menigte te verzetten, heeft het kabinet zelf
deze nieuwe amputatie van den franc onver
mijdelijk gemaakt.
V erontwaardiging.
Daarom is er vooral in gematigde kringen
een storm van verontwaardiging opgestoken
tegen de voorstelling, die Blum in zijn uitin
gen van gisteren tegen de journalisten van
de gevallen beslissing gegeven heeft. Het
heet daarin, dat men te doen heeft met een
„alignement", een internationale aanpassing
van de munteenheden aan elkaar en als be
wijs daarvan wordt de overeenkomst geci
teerd, die met de Engelsche en Amerikaan-
sche regeeringen is aangegaan en die blijkt
uit de gemeenschappelijke verklaring, giste
ren bekend gemaakt. Maar wie die verkla
ring op den keeper beschouwd, kijkt al gauw
door deze verklaring heen. Gold het een
„alignement" dan moesten Engeland en de
Ver. Staten zich verbinden hun eigen munt
op de tegenwoordige waarde te houden en
die niet verder te verzwakken. Een derge
lijke verplichting hebben die landen in het
geheel echter niet aangegaan en ze bepalen
zich er toe in vrij vage bewoordingen te be
loven, dat ze het Fransche experiment niet
zullen belemmeren, voor zoover de zorg
voor hun eigen belangen dat toelaat. Dit be
wijst dat in strijd met alle beweringen, we
wel degelijk te doen hebben met een Fran
sche devaluatie, die onvermijdelijk gewor
den was, maar die in het geheel geen inter
nationaal karakter vertoont.
Zooveel over den aard van den genomen
maatregel. Iedereen vraagt zich thans na
tuurlijk vol ongerustheid af, welke gevolgen
hij zal hebben. Die gevolgen zyn van betee-
kenis op tweeërlei gebied: het financieele
en het politieke.
Financieel gesproken brengt de deva
luatie aan den Franschen staat de ge
bruikelijke verlichting, ten koste van
zijn schuldeischers. Maar vrijwel alle
competente beoordeelaars zijn het er
Prinses Juliana
VGravenhage, 29 September.
Hedenmiddag om kwart voor één hebben
prinses-Juliana en prins Bernhard voor de
radio een dankwoord gesproken voor de
overstelpende bewijzen van belangstelling
bij Hun verloving ondervonden.
Het eerst sprak prinses Juliana als volgt:
Ingezetenen in alle deelen des rijks,
gij allen, die op deze wijze met onze
verloving hebt medegeleefd, zooals gij
hebt gedaan.
Ik heb my nooit nog zoo verrassend
dicht bij een ieder, die ik nu aanspreek,
gevoeld, als in dezen tijd van vreugde,
die gij met ons gedeeld hebt, en dat in
't bijzonder door op zulk een mensche-
lijke, broederlijke en zusterlijke wijze
mee te leven in ons geluk. Er zijn hier
door banden gelegd, die van onvergan
kelijke hoedanigheid zyn.
Wij hebben verbijsterd van ontroe
ring gestaan en dat talrijke malen
opnieuw over de afmetingen, die de
algemeene vreugde, juist over ons per
soonlijk geluk, heeft aangenomen.
Een schooner welkom had ge waar
lijk nooit mijn aanstaanden man kun
nen bereiden.
Mag ik langs dezen weg tevens mijn
dank betuigen voor de ontelbare schrif
telijke en telegrafische gelukwenschen,
die wy samen, of ik alleen, ontvingen.
Gaarne zouden zy ook schriftelijk be
antwoord zyn, indien het mogelijk was
geweest, doch dit geeft my het voordeel,
u persoonlijk te kunnen toespreken en
mijn dank te uiten voor de bewoordin
gen, waarin uwe wenschen waren ver
vat en waarin wij de hartelijkheid, die
ze had ingegeven, zoozeer hebben ge
waardeerd.
Wanneer ik thans een woord van
dank tot u moet richten, kan ik alleen
zeggen: ik dank u, dat gij ons zoo ge-
Prins Bernhard
lukkig hebt gemaakt De gloedrijke
glans, waarmee gij onzen verlovingstijd
hebt beschenen, zal onze herinneringen
steeds blijven overstralen.
Dankwoord prins Bernhard.
Hierna dankte prins Bernhard met de
volgende woorden:
Ook my is het een behoefte persoon
lijk uiting te geven aan de dankbaar
heid, waarvan ik vervuld ben, voor de
overstelpende bewijzen van deelneming
van het Nederlandsche volk in ona
groote geluk.
Talloos zijn de gelukwenschen, die wij
mochten ontvangen van openbare li
chamen, corporatiën, vereenigingen en
particulieren. Het is welhaast ondoenlijk
ieder afzonderlijk te bedanken. Ik
moge daarom mondeling aan allen mijne
diepgevoelde erkentelijkheid uitspreken.
Het is misschien minder formeel, maar
het gesproken woord heeft toch altijd
het voordeel rechtstreeks van hart tet
hart te gaan.
Mag ik mij dan van schriftelijke dank
betuiging ontslagen rekenen, dan zou ik
nu gaarne aan den arbeid gaan en mijne
economische studiën voortzetten over de
belangen van Nederland en speciaal
zijn overzeesche gewesten.
Ik zou daarbij een vriendelijk beroep
willen doen, met name op de ingezete
nen van Amsterdam, om by dien arbeid
geen notitie van my te nemen en mij
als ieder ander, rustig en ongestoord
aan mijn dagelij ksch werk te laten
gaan. Als gij mij hierin ter wille zyt,
zal ik een nieuwe reden tot dankbaar
heid jegens U hebben.
Heruitzending door de A. V. R. O.
De A. V. R. O. zal hedenavond na de uit
zending van de nieuwsberichten door het
A. N. P., om 20.05 uur een heruitzending
geven van de rede van H. K. H. prinses
Juliana en van die van prins Bernhard.
over eens, dat die verlichting onvol
doende is om het ryk uit zijn financieele
moeilijkheden te helpen.
Men schat het bedrag, dat de Fransche
Staat aan de Banque de France schul
dig is op meer dan dertig milliard francs.
De meerwaarde van 25 a 30 die uit de
muntverzwakking voortvloeit, zal op
zijn hoogst een bedrag van zestien mil
liard opleveren. Daarvan moet tien mil
liard gereserveerd bly ven voor een fonds
dat dienen moet om den franc op zijn
nieuwe waarde te handhaven. Er blijft
dus maar een zestal milliarden voor
schuldderving over en dat is betrekke lij i:
maar een heel klein beetje.
Daarbij komt dat voor het land, voor de
particulieren, voor de productie, voor den
buitenlandschen handel de voordeelen die
een goedkoopere franc brengt, beperkt zul
len blijven. Om de communisten met de
devaluatie te verzoenen, heeft de regeering
hun moeten beloven, dat een z.g. „glijdende
loonschaal" zal worden ingevoerd, volgens
welke de loonen telkens zullen moeten wor
den aangepast aan de kosten van het levens
onderhoud. Die kosten waren reeds stijgende
en een verder stijgen zal, wat de regeering
ook op dit punt aan maatregelen moge
nemen, zeer moeilijk zijn tegen te gaan. De
fabrikanten, die alle uit het buitenland af
komstige grondstoffen duurder zullen moe
ten betalen, zullen ook hun arbeidsloonen
voortdurend omhoog zien gaan.
Op die manier blijft er weinig of niets
geen voordeel over in den strijd tegen de
buitenlandsche concurrentie op de we
reldmarkt. Met een devaluatie behoort
een verlaging van den belastingdruk samen
te gaan en die wordt ons dan ook nu al
beloofd. Maar aan den anderen kant kon
digt de regeering allerlei maatregelen aan
om degenen te hulp te komen, die econo
misch de schade van de nieuwe waarde
vermindering van den franc niet lijden
kunnen.
Ze zal de burgerlijke en militaire pen
sioenen van de minst-bedeelden verhoo-
gen, en ze zal een compensatie zoeken voor
de kleine kapitalisten, hier zoo talrijk, die
staatsrente bezitten. Dit geld moet wel op
de een of andere wijze gevonden worden
en wie moet het anders opbrengen dan de
belasting-betaler? Juist omdat na een
devaluatie een gezonde financieele gestie
en een eerlijk sluitende begrooting vol
strekt noodzakelijk zijn, wil ze de ge-
wenschte voordeelen opleveren, is het een
feitelijke onmogelijkheid een belasting
verlichting van eenige beteekenis toe te
staan. Ook hierbij is dus niets dan teleur
stelling te wachten en men heeft rekening
te houden met een nog steeds voortgaande
stijging van alle kosten die op het budget
van den particulier drukken.
De devaluatie geen redding?
Op grond van dit alles zijn er hier ve
len, die verwachten dat de devaluatie
tenslotte niets zal opleveren en dat wa
binnen afzienbaren tijd weer voor dezelf
de moeilijkheden zullen komen te staan.
Ze oordeelen dat, om een verlichting van
beteekenis te krijgen, de franc nog veel
lager gesteld zal moeten worden.
De bekende economist Rist heeft in ver
trouwelijke gesprekken het cijfer van
50 genoemd inplaats van op zyn hoogst
35, zooals geworden is.
En ze voorspellen dat een nieuwe ampu
tatie op den duur niet vermeden zal kunnen
worden. Voorspelling, die te ernstiger is,
omdat ze de neiging heeft den terugkeer te
verhinderen van de uitgeweken kapitalen,
die alleen terugkomen als in een land waar
lijk vertrouwen bestaat voor de toekomst
die zoo noodig is om te komen tot de ver
laging van den rentevoet, welke normaliter
van de gunstige gevolgen van een munt
verzwakking behoort te zyn.
De toestand niet bemoedigend.
Uit een politiek opzicht is de toestand niet
veel bemoedigender, want ook hierin zyn
we allerminst zeker van een periode van
rust en zekerheid.
De wijze waarop de devaluatie heeft plaats
gehad, heeft de positie van de regeering
ongetwijfeld verzwakt. Men weet dat in
dit opzicht innerlijk verdeeld was en dat
met name de radicale ministers er in het
geheel niet vóór waren. Dit zal de opposi
tie in de Kamers versterken en men kan
verwachten, dat de aanvallen op 't kabinet
van de zijde van de gematigde groepen, dia
het tot dusver slechts hebben geduld, in
aantal en gevaarlijkheid sterk zullen toe
nemen. Niemand voorspelt het ministerie-
Blum nog een lang leven. Dat beduidt nieu
we onrust, nieuwe onzekerheid, en de kans
op botsingen, wanneer de arbeiders zich bij
een heengaan van hun idee niet goed
schiks zullen neerleggen.