De Tweede Kamer kan vlug werken. EEN ONBRUIKBAAR STADION. Treffende hulde te Soest aan wijlen de Koningin-Moeder. PARLEMENT De nieuwe vogelwet gewijzigd aangenomen. Handel met Duitschland. FEIJENOORD-STADION BLIJFT GESLOTEN. Waar zal Nederland-België gespeeld worden? Binnenland Monument onthuld in tegenwoordigheid H. M. de Koningin. van Ontroerende plechtigheid. Gisteren is de Tweede Kamer weer bij een gekomen, om een flinke agenda af te werken. Er stonden verscheidene belang rijke wetsontwerpen op, waarvan dat der nieuwe Pachtwet het voornaamste is. Deze staat heel onder aan de reeks, zoodat we er den eersten dag nog niet aan toe zijn gekomen. Daarvoor was er nog te veel W doen daarvoor. Met een prijzenswaardige vlotheid De- handelde de Kamer onderwerpen en kwesties, die in een vroeger stadium van deze parlementaire periode nog verschei dene uren zouden hebben gekort. De snelle „draai" van de behandeling der gewichtige monetaire ontwerpen zit er blijkbaar nog in! Nemen we bijvoorbeeld eens de wyzi ging van de Vogelwet, waarop een aantal amendementen waren ingediend. Dat is een onderwerp waarover op één middag vóór of na den begrootingstijd het debat een jaar of drie geleden waarschijnlijk niet zou zijn geëindigd. En gisteren werden er nog eenige belangrijke dingen bij afge daan! Inderdaad: de Kamer kén vlug en toch degelijk werken. Laat zij op deze wijze vootgaan! Vogelwet Om nu maar ook tegelijk met de nieuwe vogelwet te beginnen, die dan ook wel het meest substantieele debat heeft opgele verd: Zonder hoofdelijke stemming, echter niet ongewijzigd, heeft minister Deckers zijn ontwerp binnen gekregen: Er was critiek, maar slechts welwillende en waar zij wat krachtiger op enkele punten door klonk, daar kwam zij ook van principieele dierenbeschermers zooals de heer van Zadelhof (s.d.a.p.) en mevr. Bakker—Nort (v.d.), die beiden vonden dat de minister nog niet ver genoeg gegaan was met zijn inderdaad toch straffer geworden bepa lingen. Terecht constateerde de bewindsman dat hier twee philosophische beschouwin gen tegen elkaar botsten, de eene, die er van uitgaat dat het dier er is om den mensch te dienen, de andere, die het als 't ware als een den mensch gelijkwaardig wezen beschouwt, dat redelijke vermogens heeft. Hij wilde ook rekening zien gehou den met die menschen, die het houden van een vogel in een kooi een geoorloofde ont spanning vinden. Natuurlijk beteekende zijn betoog niet, dat iemand, die van oor deel is dat het dier er voor zijn gemak en genoegen is, nu ook maar een vrijbrief heeft met zoo'n dier te doen wat hij wiL Het dier behoort tegen mishandeling te worden beschermd en daarom ook is het blindmaken van vogels streng af te keu ren. Maar alleen vanwege het sporadisch voorkomen van deze wijze van mishande ling het houden van kooivogels te ver bieden, ging dr. Deckers te ver. De nieuwe vogelwet verbiedt behalve het vangen en dooden van beschermde vogels, ook de poging daartoe; het uitloven van premiën om dit te doen; voorts den in- en uitvoer van beschermde vogels; zij legt het bedrijf van de preparateurs aan banden; verscherpt de diverse bepalingen op overtredingen. De minister stelt vervol gens voor een commissie van bijstand bij de uitvoering van de wet in te schakelen Een aantal verbeteringen dus, waarbij dan nog de straffe maatregelen ten aanzien van het eieren rapen of -zoeken komen Zooals gezegd, heeft minister Deckers bij de behandeling van de artikelen tegen over de ingediende amendementen zich tegemoetkomend betoond. Er waren er een paar bij van de commissie van rappor teurs en nog al wat van den heer van Zadelhoff en mevr. BakkerNort te za- men, welk feit de voorzitter eenmaal aan leiding gaf, een beetje ondeugend te spre- ken van een „amendement-van Zadelhoff cum sua", een grapje dat de Kamer bleek te waardeeren. Met 40 tegen 29 stemmen aanvaardde de Kamer eerst een amendement der ge noemde commissie, dat de jacht ten aan zien van het treffen van uitzondering» maatregelen (tijdelijke of permanente) op gelijken voet wilde plaatsen met de vis- ccherij, van welke bescherming de minis ter echter niet gediend was. Tevergeefs was zijn verzet, want de rechterzijde, ge steund door de liberalen, bleek sterker dan de oppositie van links. De heer Rutgers van Rozenburg (c.h.) trachtte het artikel, dat het vangen van kooivogels mogelijk maakt, van de baan te krijgen, doch dat gelukte hem niet. Met 42 tegen 29 stemmen werd het goedge keurd. Het meeningsverschil over de vraag of de raaptijd voor kievitseieren moet duren van 1 Februari tot ten hoogste 24 April in verband met de wenechelijkheid om het derde legsel te sparen, werd opgelost in dezen zin, dat de minister, den heer van Zadelhoff en zijn medestrijdster ook wat willende gunnen, den datum van 24 April veranderde in 20 April; de veertien dagen verkorting, welke gevraagd was, vond hij te veel, te meer omdat de einddatum voor elke provincie veranderd kan worden, be houdens dien van de uiterste grens. Door de overneming eveneens van een amendement der commissie van rappor teurs kwam duidelijker vast te staan, dat degene, die eieren raapt of zoekt, geen hond bij zich mag hebben. De minister nam ook een amendement van den heer van Dijken (a.r.) over, teneinde, in over eenstemming met de Jachtwet, te bepalen dat het eierenrapen alleen geoorloofd is met een schriftelijke toestemming van den eigenaar of in diens aanwezigheid op zijn land. I Hoewel de minister betwistte dat de massa-vangst van beschermde vogels met vallen, kooien, netten, lijmstokken e. d. hier voorkwam, was hij niettemin be reid een amendement-van Zadelhoff dat dit wilde verbieden, over te nemen. Z. h. st. nam de Kamer, gelijk reeds werd medegedeeld, dit ontwerp aan. Opsporen van Nieuw-Guinea. delfstoffen in Een drietal wetsontwerpen was hieraan voorafgegaan, waarvan er twee debat uit lokten. In de eerste plaats de verleening van een concessie aan de te den Haag gevestig de N. V. Mijnbouwmaatschappij Ned.- Nieuw Guinea voor de opsporing en ont ginning van delfstoffen in Nieuw-Guinea op een terrein groot circa 6 millioen hec taren. Gelijk minister Colijn betoogde, was dat in een streek die totaal onbekend was. Derhalve was het risico groot en was het object niet geschikt voor staatsexploitatie. De heer Cramer (s.d.a.p.), die een sterke voorkeur voor dezen vorm van exploitatie heeft, wilde zelfs daar niet op aandrin gen, omdat ook hij den tijd en de omstan digheden er niet voor geschikt achtte. Hij en de heer Joekes (v.d.) drongen er op aan dat wat meer rekening zou wor den gehouden met wenschen van den Volksraad inzake den zetel van in Indië werkende maatschappijen (die liefst déér en niet hier moet zijn), inzake de leiding en de plaatsing van het aandeelen-kapi- taal, welke in Nederlandsche handen moes ten zijn. De minister kon de heeren gerust stellen door te wijzen op de bepalingen van de overeenkomst en de groote macht, welke in deze aangelegenheden aan den G.-G. is gegeven, die bij dreigend gevaar zoo'n N.V. dadelijk kan ontbinden. Wat den zetel betreft, die zou niet in alle gevallen in Indië kunnen zijn. Men zou de Billiton Mij., die sterk in de nieuwe N.V. is geïn teresseerd, bijv. moeilijk voor deze gele genheid naar Indië kur.nen overbrengen! Het ontwerp werd z. h. st. aangenomen. In het begin van zijn rede heeft minister Colijn, in navolging van mr. Joekes, woor den van deernis met de slachtoffers van de scheepsramp in Indië gesproken. Steun aan textielindustrieën. Alleen de heer Cramer sprak een kort woord en dan nog een waardeerend, bij drie ontwerpen, die in hun onderlingen samenhang werk aan de Nederlandsche textielnijverheid beoogden te geven, Het eerste betrof de goedkeuring van een besluit van den G. G. van Ned. Indië tot behoud van de contingenteering van gebleekte en ongebleekte katoenen stof fen. met verlichting van den druk op de batik-nijverheid; het tweede gold een ontwerp waarbij voor een en ander 850.000 in Indië werd beschikbaar ge steld; het derde, een tijdelijke verhooging van sommige invoerrechten hier, werd van de agenda afgevoerd. Zonder stemming gingen zij er door, nadat de minister had verklaard, dat die continentgeeringen voorloopig nog niet kunnen worden gemist. Wijziging defenslebegrooting. Zonder discussie en z. h. s. werd een wijziging van de defensiebegrooting goed gekeurd. waarbij gelden worden aange vraagd (circa 2 ton) voor het langer in dienst houden van de dienstplichtigen in het voorjaar (toen er aan den linker-Rijn- oever weer garnizoenen kwamen) en voor de eerste uitkeering van het Defensie fonds ad 3.570.000. Belasting nalatenschapen van Nederlanders ir den vreemde. Ook onder den hamer door gingen de belasting, welke voortaan van nalaten schappen van Nederlanders, die het Rijk metterwoon hebben verlaten en van door zoodanige Nederlanders gedane schenkin gen za worden geheven; voorts de goed keuring van een invoerrecht op zinkwit en lithopone en andere met zink bereide witte verfstoffen. Handelsverdragen. De heer Hermans (r.k.) vroeg meer aan dacht voor de belangen van den tuinbouw en den landbouw bij het afsluiten van een nieuw handelsverdrag met Duitschland by gelegenheid van de goedkeuring van het op 23 December 1935 te Berlijn geslo ten verdrag voor 1936. Minister Gelissen stemde toe, dat wij ten aanzien van het goederenverkeer met Duitschland achteruit waren gegaan; hij wees echter op de groote moeilijkheden in het betalingsverkeer en zeide hoop te heb ben op een intensiever handelsverkeer, als de afwikkeling van de clearing gunstig blijft verloopen. Van Sept. 1934 af tot Sept. jj. toe is de achterstand van 70 millioen tot 20 millioen teruggeloopen. Het ontwerp werd goedgekeurd, evenals het op 20 Dec. 1935 te Washington geslo ten handelsverdrag met Amerika. Op een vraag van den heer Schilthuis (v.d.) deel de minister Gelissen mede, dat hij zijn aan dacht zal gevestigd houden op de moei lijkheden welke Amerika door zijn vér doorgedreven sanitaire maatregelen aan onzen export van planten e.d. in den weg legt. In een vlug tempo doorwerkend, had de Kamer tot half zes heel wat afgedaan! moet alles hier door het particulier ini tiatief worden verricht? Ir. Amsterdam heeft indertijd de gemeente wel ervoor gezorgd. Maar toen was er geld en tegenwoordig is er dat niet, althans niet in de kas van de gemeente Rotterdam Het stadionbestuur heeft zich beroepen op een toezegging van den burgemeester, mr. P. Droogleever Fortuyn. Daarop heeft de wethouder van openbare werken, de heer J. Brautigam, in een persconferentie het stand punt van het gemeentebestuur verdedigd en ter staving daarvan een brief aangehaald van een jaar geleden, waarin de toenmalige directeur van gemeentewerken mededeelde, dat z.L niet verwacht mocht worden, dat de gemeente naast den straataanleg ook nog de zorg op zich zou nemen voor voldoende par keergelegenheid. Op dezen brief zyn onder handelingen gevolgd, dis echter geen resul taat hebben opgeleverd. Twee standpunten. Nu heeft tenslotte het stadionbestuur daar weer tegenover gesteld, dat het gemeente bestuur uit den aan dit bestuur^ v financieelen opzet kon weten d, bek«ndetl erop rekende, dat de gemeente doende parkeergelegenheid z0» °°r M- inhoud van den bovenbedoelden hSS** terstond met den burgemeester die het standpunt van gemPB5!"pr°ken „absurd" noemde en als zijn m Werkerl kennen gaf, dat voorziening in ng te legenheid voor het zich in aanbouT^' dende stadion de taak van d« bevin- was. gen>eetite De burgemeester is thans uitsterf.» zal na zijn terugkeer heel veel Ky ben, partijen tot elkaar te brenw,!*^ heb' leg van een parkeergelegenheid Un' een ton kosten. Maar het zal erv Z,ker komen, wil het nieuwe stadion l! zyn. Voorloopig zit Rotterdam du* Ütbt*r een doelmatig en voor publiek en n°f met met veel moderne accomodatie Sp<lers sportcentrum, waarin geen speeld wordt. De talrijke zitplaat*»!, tot bezoek, maar er wordt niemandn.°°<iln laten. En Amsterdam i.rt,» 1 ^te- vuistje in *tjn (Van onzen R.-correspondent). Waar werd eens een postkantoor ge bouwd zonder brievenbus en een stad huis, waarin de ramen waren vergeten? Rotterdam is bezig in dezen trans een nieuwe reputatie te vestigen, welke nu eens waarlijk verdiend is. Daar is een modern stadion gebouwd, het is kant en klaar en er zou zoo dadelijk een be langrijke wedstrijd in gespeeld kunnen worden,maar het kan niet worden geopend, omdat er geen mogelijkheid bestaat om de talrijke auto's en bussen te bergen, die de talrijke bezoekers kun nen aanbrengen. Een stadion zonder parkeergelegenheid! Terecht durft het bestuur de openstelling niet aan, want het zou een hopelooze verwarring geven en met één slag deze belangrijke in richting in nationale sportkringen in dis- crediet brengen. Maar zal daar dan niet in worden voor zien? Ieder is het er over eens, dat er iets moet gebeuren, maar de vraag is alleen: wie zal het moeten doen? De beide instan ties, die ervoor in aanmerking komen het Rotterdamsche gemeentebestuur en de N.V. Stadion Feijenoord werpen elkaar den bal toe, om een beeld te gebruiken, dat in deze omgeving geen slecht figuur maakt. Rotterdam zit nu als het ware op het doel punt te wachten, doch dit blijft uit en het schijnt zelfs, als er geen bijzondere dingen gebeuren, voorloopig niet te zullen komen. NederlandBelgië. Deze miserabele geschiedenis is een onder- deel van een heele reeks strubbelingen en moeilijkheden, die aan de tot standkoming van dit moderne sporthuis zijn verbonden Ze is daarom echter voor geheel voetbal- lievend Nederland van belang, omdat de Rotterdammers vurig hopen, dat de eerst volgende ontmoeting tusschen ons nationale voetbalelftal en het Belgische op Neder- landschen bodem hier zou kunnen worden gehouden. Men schynt daar in de kringen van het K. N. V. B.-bestuur wel voor te voelen, vooral omdat deze belangrijke jaar- lijksche voetbalwedstrijden ontsproten zijn aan Rotterdamsch initiatief en aanvankelijk ook in de Maasstad werden gespeeld. Men wil deze wedstrijden nu gaarne terug heb ben en het bondsbestuur staat daar, althans voor dezen keer, niet direct afwijzend te genover, doch de geschikte gelegenheid moet daarvoor aanwezig zijn. Het is echter niet al.eer. voor deze wed- stryden, dat het Rotterdamsche stadion is gebouwd. De voetbalvereeniging Feijenoord, een krachtige club, die haar leden hoofd zakelijk recruteert uit de aan den Zuidkant van de Maas gelegen Rotterdamsche vólks- wijk van dien naam, had al jaren lang een veel te kleine behuizing, voor in verband met de bijna jaarlyks terugkeerende kam pioenschapswedstrijden, die steeds veel publiek trekken. Met hulp van eenige kapi taalkrachtige Rotterdammers werd eenige jaren geleden opgericht de N.V. Stadion Feijenoord, die een stuk grond kocht aan den Zuidrand van de stad en daarop een flink en doelmatig stadion liet bouwen, dat nu gereed is en met zyn twee rijen tribunes boven elkaar het modernste is van ons land Deze plaats was gunstig voor de club waarvoor in de eerste plaats het stadion ge bouw is, en verder voor het Zuiden van ons land, wanneer straks de bruggen in de groote verkeerswegen betere verbindingen zullen geven. Niet echter voor het voor naamste deel van Rotterdam en voor de rest van Nederland, omdat terecht mag worden betwijfeld of de Maasbruggen in deze stad, die op de drukke uren thans reeds nauwelijks voor het intense verkeer voldoende blijken te zyn, wel den te ver wachten stroom van voertuigen zullen kun nen verwerken. De keuse van deze plaats was daarentegen weer wel in het belang van de eigenaren van gronden in de om geving ervan, die er het toekomstige cen trum van nieuwe woonwijken in zagen op een ruimte, welke nu nog grootendeels grasland is. Kamper uien. Maar toen begon plotseling op deze plaats een veld Kamper uien te ontspruiten, dat wellicht nog langen tijd in de voetbalwereld stof tot vermakelijke verhalen zal geven Want wel bouwden de Nederlandsche spoorwegen in de nabijheid aan de lijn RotterdamDordrecht een nieuw station, dat alleen bij belangrijke wedstrijden in het stadion zal worden gebruikt, en legde de gemeente er tramlijnen aan in deze rich ting, maar het bleek opeens, dat er geen toegangswegen naar het stadion waren. Het gebouw stond er, doch men kon er niet behoorlijk bijkomen! Een nieuwe N.V. ver schafte een half jaar geleden aan de ge meente het geld, om de straten aan te leg gen, en dit bleek tenslotte een bevredigende oplossing. Thans is er weer de kwestie van het parkeerterrein naar voren gekomen, waarvan de moeilijkheid zich eerst de vorige week heeft geopenbaard. Eenig uitzicht op een oplossing daarvan schynt er voorshands niet te bestaan. In prin cipe is de zaak terug te brengen tot deze vraag: kan men redelijkerwijze eischen, dat de gemeente zorgt voor een parkeer terrein by een particulier stadion of Sta- van en haar gevolg naar het paviljoen werden geleid. Warm en gedragen klonken, nadat de ko ningin gezeten was, de stemmen der zoo tal rijk vertegenwoordigde schooljeugd wyu begeleid door de stafmuziek, de gezichten opgeheven naar den heer van der Glas, die hen met zijn dirigeerstok als aan een touw- tje had, het eerste ver» zong van het „0 Heer, die daar des hemels tente spreydt". Rede van den burgemeester. Onder doodsche stilte ving hierna de bur gemeester zyn gedachtenisrede aan. Majesteit, zoo zeide hij, het zij mij veroor loofd voor de onthulling van het monument, dat de burgerij van Soest met den haar ka- merkenden eenvoud heeft opgericht en dit is gewijd aan haar, die een koninklijk voor- beeld van toewijding, trouw en liefde is ge weest, die nimmer heeft opgehouden ons wel te doen en ten zegen van een ieder t« zijn, een enkel woord ter herdenking te mo gen spreken. De tegenwoordigheid van uwe majesteit geeft een bijzonder licht aan de plechtig heid. welke gewijd is aan de nagedachtenis van haar, wier hart, naar de woorden van uwe majesteit in de tot het Nederlandsche volk gerichte dank-radio-toespraak, ons al len heeft omvat, die zich wist In ts denken in de nood en van geheel het volk, die steeds allee heeft gedaan, wat in haar vermogen lag, om deze nood en te verzachten. De sonore klanken ven de doodsklokken, welke het Nederlandsche volk kond hebben gedaan van den diepen rouw, waarin dat volk werd gedompeld zyn reeds lang weg gestorven, maar diep, diep in ons aller ziel blijft de groote ontroering van het heen gaan van die geliefde vorstin. Innerlijk, diep in ons, blijft de gedachte aan haar, wier leven was een dienen, een dienen van volk en vaderland, een dienen, voort gesproten uit en bestraald door die in nerlijke groote, warme liefde voor dat volk en dat vaderland. Na getuigd te hebben, hoe groot en diep, bij haar verscheiden, de ontroering was in het hart van ieder Nederlander, deed spr. uitkomen, dat het leven van de koningia- e" moeder een zegenryk leven geweest is voor van haar gevolg was opgetrokken. De gere- - Begrensd door Torenstraat en tionsweg, aan den grooten weg Soest naar Amersfoort, is, vóór de Ned. herv. kerk en tegen een achtergrond van hooge sparren en een beplanting met coniferen, het monument verrezen, dat tot in lengte van dagen de herinne ring zal levendig houden aan wijlen de koningin-moeder, wier nagedachtenis door de ingezetenen van Soest, in wier onmiddellijke nabijheid deze vriende lijke, nobele vrouwe zoo dikwijls ver bleef en zoo menigmaal getuigenis af legde van haar warme belangstelling voor hun welzijn, op geen betere wijze geëerd had kunnen worden en wien vandaag, bij de onthulling van het in zijn eenvoud zoo fraaie kunstwerk, het voorrecht te beurt is gevallen, dat deze plechtigheid zich voltrok in aanwezig heid van Hare Majesteit de koningin, die hierdoor mede heeft doen blijken van haar diepgevoelde erkentelijkheid voor deze daad van piëteit der Soester- bevolking. Reeds een tweetal uren vóór de aankomst van de landsvrouwe, welke op elf uur was vastgesteld, was ter plaatse zoowel het ver keer van de richting Amsterdam, als dat van de richting Amersfoort en Baarn omgelegd, mede als gevolg waarvan de opstelling van genoodigden en publiek een vlot en orde lijk verloop had. De omgeving van het mo nument, waarvan het te onthullen gedeelte door vlaggendoek was afgedekt, bood tegen half elf een imposanten aanblik. Op den Stationsweg, aan den rand van het kleine en frissche, zich vóór het monument uit strekkende plantsoen, dat in verband met het wegprofiel den vorm van een langge- rekten driehoek heeft gekregen, werd de aandacht getrokken door een klein pavil joen, dat daar voor de koningin serveerde plaatsen ter weerszijden daarvan waren ingenomen door leden van het comi té en eereleden, zoomede, ter rechterzijde, door een groot aantal autoriteiten. Aan de overzijde, in de Torenstraat, was, dicht bij het monument, de stafmuziek opge steld van het 5e regiment infanterie, dat onder leiding van kapelmeester adjudant van der Glas het muzikale gedeelte van het programma verzorgen zou. Daarnaast, in een lange, bonte rij, vele gezichten hoogrood ge kleurd door de spanning van het wachten de jeugd: twaalfhonderd schoolkinderen van de 4e, 5e, 6e en 7e klasse der lagere en geheele ulo-scholen uit Soest en Soester- berg met hun geleiders. Voorts vele genoo digden, wien een plaats was toebedeeld op het Kerkplein om de kerk, waarin zy, naar wie op dit uur aller gedachten uitgingen, zoo menigen dienst had bijgewoond Op het overige deel van het terrein en in de omgeving daarvan was, achter de voor treffelijk door de politie verzorgde afzettin gen, het publiek toegelaten en zoo daarvan velen, wien een minder gunstige staanplaats ten deel was gevallen, slechts weinig zou den kunnen zien, was niettemin, door het aanbrengen van luidsprekers, zorggedragen dat het gesproken woord ook voor hen ver staanbaar zou zijn De aankomst van Hare Majesteit. Een gejuich, dat zich spontaan in de rijen der wachtenden voortplantte, weerklonx toen de auto met den koninklijken standaard en daarachter die met het klein gevolg in zicht kwamen. Onmiddellijk had ook de heer van der Glas de dirigeerstok opgeheven en zette, terwijl de autos aanreden, de stafmuzle „Wilhelmus" in, vertrouwde klanken, wu^jciicven en zette, terwijl de autos aanreden, de stafmuziek het „Wilhelmus" in, vertrouwde klanken, die luister bijzetten aan dit plechtige oogenblik. Nadat de landsvrouwe de auto verlaten had werd zij begroet door den burgemeester var. Soest, mr. G. Deketh en kreeg diens dochter, mej. T. H. Deketh, gelegenheid, de koningin een bloemenhulde aan te bieden. De burgemeester stelde vervolgens de beide wethouders, de heeren H. J. Gasille en D. A. de Bruyn, zoomede den gemeente secretaris, den heer J. G. A. Batenburg, aan de koningin voor, waarna de landsvrouwe het Nederlandsche "volk in het algemeen, t och ook in het bijzonder voor de bevolking van Soest, voor wie zij een onvergetelijke Beschermvrouwe was. En daarom is het mij, aldus spr., eene be- oefte uwe majesteit de verzekering te ge ven van onze trouw, onze liefde en onze toe- wyding aan haar, haar huis en ons volk. Menschelijke woorden zyn onvolkomen klanken van wat diep in den mensch de ziel beroert. Ook deze hier gesproken woorden. oorden van liefde tot de overleden vorstin, misschien reeds eerder gesproken ik weet t niet maar mij dunkt toch altijd weer nieuw, omdat ze weer uit een andere bron wellen. Menschelijke woorden, doch luiste rend naar de stem van Hem, uit Wien, door Wien, en tot Wien alle dingen zijn, die onze geliefde koningin-moeder heeft opgeroepen, cn-.dat haar taak hier op aarde was vervuld, kunnen wij slechte stamelen: Heer, Uw wil geschiede, niet de onze. Wij denken slechte un menschelijke overwegingen, Gij denkt in goddelijke raden. De onthulling. Nadat de stafmuziek, als een naklank op deze ontroerende woorden, door het ten ge- hoore brengen van het „Wilt heden nu tre den daarop een bijzonder accent had ge legd, was het de voorzitter van het comité uit de burgerij, de heer A. O. Dammers, die een korte rede uitsprak. Spr. zeide, dat het een gelukkige ge duchte van den gemeente-secretaris, den heer Batenburg geweest is, om te trachten in deze gemeente te komen tot de oprich ting van een eenvoudig gedenkteeken ge- wyd aan de nagedachtenis van H.M. de ko ningin-moeder. Een eenvoudig gedenkteeken. Eenvoudig niet alleen, omdat de tijdsom standigheden niet gedoogen iets grootsch te stichten, maar ook omdat dit H.M. de konin gin-moeder het meest welgevallig zou zUD geweest. Over de plaats waar het gedenkteeken moest verrijzen, heeft nimmer eenig ver- u, van meening bestaan. 'lier in het midden der gemeente, tegen- over de kerk, waar H.M. de koningin-moe- ei 8eregeld de godsdienstoefeningen placht by te wonen als zy op Soestdyk vertoefde,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 6