herdenking kerkhervorming
i
8
i
8
8
8
8
Lars Kansen.
Kerk en School
In de Kapelkerk te Alkmaar.
rome onveranderlijk.
ALKMAARSCHE COURANT van DONDERDAG 29 OCTOBER 1936
«oooeso© JUuÜopcogcatftmaooeeeeoe
c*
0
1
RIJK AAN VITAMINEN
Jmillzton
:ea
Vanwege de afd. Alkmaar der Evangeli
sche Maatschappij werd gisteravond in de
Kapelkerk een bijeenkomst gehouden ter
herdenking van de Kerkhervorming. De
lcerk was slechts zeer matig bezet.
De voorzitter der afdeeling, ds. B a a r,
sprak na opening met gebed een woord van
welkom, speciaal tot de beide sprekers van
den avond, ds. C. A. Lingbeek uit Voorthui
zen en ds. G. W Melchers uit Heiloo, van
beiden roemende hun ijveren voor hun pro-
testantsch beginsel, ondanks vaak drukke
bezigheden, wat b.v. bij eerstgenoemden
gister nog was gebleken, toen hjj tusschen
de vergadering der Tweede Kamer door nog
een bijeenkomst bijwoonde in de Klooster
kerk te Den Haag.
Wat doel en streven der Evangelische
Maatschappij betreft, spreker schetste dit
als volgt: versterking van het protestantsch
bewustzijn en bestrijding van het ultramon-
tanisme als de vijand van geestelijke vrij
heid.
Er dreigt groot gevaar voor onze pro-
testantsche vrijheden, het protestantsche
karakter van ons land dreigt verloren te
gaan en wat het ons bewust zijn van onze
taak betreft is een opfrissching af en toe
noodig. De beide sprekers, aldus ds. Baar.
weten dit uit de practijk van het leven en
zullen dit zeer zeker duidelijk kunnen aan-
toonen. Hij hoopte, dat de aanwezigen voor
zoover nog geen lid waren van de Evange
lische Maatschappij, zich dezen avond nog
als zoodanig zouden opgeven.
Een dreigend gevaar.
Over dit onderwerp werd gesproken door
den eersten spreker, ds. C. A. L i n g b e e k
uit Voorthuizen (Geld.) Hij bedoelde met
dit dreigend gevaar het gevaar van room
«hen kant, dat men niet te laag moet
schatten, omdat van die zijde de vrijheid
van geweten wordt aangetast krachtens
't r.-k. beginsel. Van die vrijheid heeft Rome
wel altijd geprofiteerd; maar het denkt er
niet aan haar ook onvoorwaardelijk toe te
staan aan andersdenkenden. Spr. wees hier
bij op Oostenrijk.
Na strijd tegen Spanje en tegen den paus is
Nederland een vrije natie geworden, vrij op
staatkundig gebied en vrij van elke inmen
ging op godsdienstig terrein.
Wel is het waar, dat in den 80-jarigen oor
log aanvankelijk ook roomschen meestreden
tegen Spanje, maar dat was in den tijd toen
Alva hier was als beul en in opdracht van
den Spaansche koning roomschen zoowel
als geuzen tuchtigde, wat volgens dezen
verdiend was. Maar toen bleek, dat prins
Willem den strijd niet zou opgeven als de
eisch bleef gesteld, dat Nederland weer m
den schoot der r.k. kerk moest terugkeeren,
trokken de roomsche medestrijders zich
terug en sinds dien verzetten zij zich hetzij
bedekt hetzij openlijk tegen de geestesvrij
heid.
Spr. wees erop, hoe Rennenberg de pro
vincies Groningen en Friesland, welke reeds
geheel voor de hervorming waren gewon
nen, weder in handen van Spanje speelde
Het duurde toen tien jaren eer zij weer voor
den prins waren, waarop prins Willem er
den roomschen godsdienst verbood, omdat
de ervaring hem .had geleerd, dat de r.-k.
den eed aan de kerk hooger stelden dan dien
aan den staat.
Verder wees spr. op de werkzaamheden
der jezuiten, gericht op terugwinning der
protestanten voor den roomschen godsdienst
en voor Spanje. Van die werkzaamheid gaf
spr. eenige staaltjes.
Na den moord op prins Willem I werd in
Den Bosch feestgevierd
In 1672, toen de roomsche koning van
Frankrijk in ons land binrtenviel en alom
overwinningen behaaldf (o.a. Utrecht ver
overde) sloten de roomschen aldaar zich bij
het zegevierende leger aan.
Uit een volgende periode onzer geschie
denis haalde spr. aan het optreden der room
schen na gelijkstelling met de protestanten
voor den Franschen tijd: zij verdreven of
doodden in Brabant de protestanten
schonden zelfs hun graven.
Verder haalde spr. nog een en ander aan
uit den regeertüd van koning Lodewijk: het
optreden der roomschen tegen de protestan
ten in Brabant werd door spr. geschetst en
toen in 1809 een decreet van den koning
verscheen tot regeling der kerkelijke zaken,
werd het voor laatstgenoemden nog niet
beter.
In den benauwden Franschen tijd bleek,
zei spr., hoe de roomschen uit de benauwd
heid van land en volk munt sloegen voor
hun godsdienst. Uit het verleden kent men
het heden: de roomschen veranderen niet.
Het roomsche gevaar is niet voorbij, of
schoon de r.-k. thans wel gelijkheid van
rechten genieten, want, zei spr., Rome zal
nooit berusten in gelijkheid. Het principe
brengt mee, dat niet eerder gerust wordt dan
wanneer ons land weer is teruggebracht aan
de voeten van den paus. En daarmee is men
druk bezig. En toch desondanks is er
onder de protestanten groote lauwheid, wat
door spr. een geestelijke zelfmoord werd
genoemd. De geestesgesteldheid onzer vade
ren, door Groen van Prinsterer in alle lagen
anti-roomsch genoemd, is bezig te verande
ren. De christelijke politiek heeft in dit op
zicht veel kwaad gedaan. Onze jeugd wordt
nu anders onderwezen dan voorheen. Men
schijnt zich te schamen voor zijn protestan
tisme; de openingsrede van den voorzitter
der jongste synode wijst daarop: hij sprak
wel van de verdrijving der Spanjaarden uit
Amsterdam in 1578, maar verzuimde iets te
zeggen van de toen ingevoerde geloofsvrij
heid aldaar.
En toen de heimelijk roomsch zijnde mi
nister Marchant met verachting sprak van
de vernieling der abdij te Egmond, was er
geen enkele protestant, die hem herinnerde
aan het onthoofden van de graven van Eg-
mond en Hoome.
Zeer zeker zal er aan ons protestantsch
geloof wel wat ontbreken, maar spr. hoop
te toch dat wij bespaard blijven voor toe
standen als in het roomsche Spanje. Wij
zend op het voorbeeld van prins Willem I
zei spr.: weest verdraagzaam als hij, maar
ook zoo beslist protestant als hij, ziet het
gevaar van de weder-verroomsching van
Nederland, bewaart uw heiligste goede
ren: uw bijbel, uw geloof, uw vrije gemeen
ten.
Rede ds. Melchers.
Ds. G. W. M e 1 c h e r s, em.-predikant te
Heiloo, had tot onderwerp gekozen- J)e
kracht van ons beginsel". HU ving aan 'met
te zeggen, dat de roomsche kerk thans nog
evenals vroeger, lijdt aan tegenstrUdig-
heden, wat hij met bewezen staafde.
Tot in de vierde eeuw was de kerk uit
sluitend gericht op het hiernamaals, daarna
stelde zij zich in op het wereldlyke. De
strooming, dat hij die de wereld verzaakte,
de beste christen was, verbreidde zich sterk
en in verband hiermee was ook het verbod
tot huwelijk voor de geestelijken door paus
Gregorius VII. Deze meende nu ook te mo
gen heerschen als wereldvorst, een streven
reeds door Bonifacius in onze landen ge
bracht. De opkomst van het monnikendom
vond steun bij de pausen, want de monniken
trokken overal heen en de keizers hadden
over hen niets te zeggen.
Spr. ging na hoe in de middeneeuwen de
macht der pausen voortdurend toenam, ge
steund door de macht van den banvloek. HU
schetste hoe deze laatste werd aangetast,
toen drie pausen (gelUktU'dig regeerende)
elkaar in den ban deden, waarop weer
tyden volgden, dat de geestelUkheid alle in
vloedrijke ambten bezette.
Zoo was het in den rijd van Luther, toen in
tal van omstandigheden groote bronnen van
inkomsten werden gevonden voor de kerk,
o.a. in den verkoop van aflaten. Luther, die
in het klooster was gegaan om de wereld te
verzaken, had grooten eerbied voor de histo
rische gebruiken, en dit moet men bedenken
by het beoordeelen van zUn houding tegen
over wat hU verkeerd vond. HU worstelde in
het klooster, zocht om steun voor zyn ge
loof, probeerde het met alles wat door de
kerk werd voorgeschreven, maar vond niet
wat hy zocht, tot hU door het lezen van
Paulus in den bUbel tot de overtuiging
kwam, dat de r.-k. kerk zich tusschen God
en den mensch had gesteld. De verkoop der
aflaten leerde hem, dat er groote sommen
werden betaald om vergeving van zonden te
krijgen en werd de naaste aanleiding voor
het publiceeren van zUn stellingen aan de
hoofddeur der kerk te Wittenberg op den
dag van Allerheiligen in 1517.
Uitvoerig ging spr. in op den stryd, tegen
Luther gevoerd.
De staatkundige wijzigingen, die zich
toen ter tyde voltrokken (opkomst der
steden, verdwijning der hoorigheid) leidde
tot de opvatting, dat de niet-werkende
bedel-monniken toch zeker niet betere
christenen waren dan de werkers; d? geest
van critiek nam toe en dit alles maakte dat
de woorden van Luther grooten weerklank
vonden. Noch voor het gezag van een kerk
vergadering, noch voor dat van den Duit-
schen keizer wilde de monnik buigen, hy
deed niets tegen zyn geweten".
Hierin ligt het groote van het protestan
tisme: het wil vrUheid van geweten. Voor dit
groote goed hebben in Alva's tyd 18000 men-
schen hun leven gelaten.
Het roomsche principe is door alle eeuwen
heen hetzelfde: als het kans ziet grUpt het
naar de macht. De roomschen zyn hier te
lande gelUk gesteld met andersdenkenden
en van de daarin liggende voorrechten heb
ben zij gretig gebruik gemaakt en hoewel
wy hen die vrUheid van godsdienst gaarne
gunnen, maken wU bezwaar tegen hun
systeem van werken om steeds grooter in
vloed en macht te krUgen, want slechts zoo
lang het niet anders kan, berusten zy in de
gelykheid. Daartegen moet het protestantsch
beginsel zich krachtig te weer stellen.
Spr. wees op den grooten invloed der
ezuïten in de roomsche kerk, een macht,
die zich niet ontzag de geschiedenis te ver-
valschen (spr. noemde het leerstuk der on
bevlekte ontvangenis van Maria).
Met een krachtige opwekking om het pro
testantsch beginsel trouw te blyven en
krachtig te houden, eindigde spr.
Vrijdag 30 October.
HILVERSUM, 301 M. (8.12.
4—8.— en 11.—12.— VARA, de
AVRO van 12.—4— en de VPRO
van 8.—11.— nur). 8.— Gr.pl. 10.—
VPRO-morgenwyding. 10.15 Voor
dracht. 10.35 Gr.pl. 11.— Voordr.
11.20 Gr.pl. 12.Dansmuziek. 12.45
Kovacs Lajos' orkest en gr.pl. 2.10
Kniples. 2.30 Omroeporkest en so
list. 4.05 De Flierefluiters en gr.pl.
5.Kinderuur. 5.30 Melody Circle
en gr.pl. 6.30 Politiek Radiojour
naal. 6.50 Gr.pl. 7.Causerie over
het Plan van den arbeid. 7.20 Zang
en orgel. 7.50 ANP-ber. 7.57 Herh.
SOS-ber. 8.— Ber. V. G. P. 8.05
„Wat dunkt U van den mensch?"
lezing. 8.30 Concert. 9.— Jeugd en
Godsdienst, lezing. 9.30 Reportage
jeugdwerk. 10.30 Gr.pl. 10.40
Avondwyding. 11.— ANP-ber. 11.05
Opvoeding van de rijpere jeugd,
causerie. 11.3012.Gr.pl.
HILVERSUM, 1875 M. (Alg. progr.
KRO). 8.—9.15 en 10.— Gr.pl. 11.30
12.BUbelsche causerie. 12.15
KRO-orkest en gr.pl. 3.4.en
4.05 Gr.pl. 4.15 Zang en piano. 4.30
Gr.pl. 4.45 Verv. zang en piano. 5.
Gr.pl. 5.30 Verkeerspr. 5.45 KRO-
melodisten en solist. 6.Land- en
Tuinbouwcauserie. 6.20 KRO-melo-
disten. 7.Ber. 7.15 Lezing over
Liberia. 7.35 Musica Catholica. 8.—
ANP-ber. 8.10 KRO-orkest. 9.—-
Paul Godwin's orkest. 9.45 Zigeu-
nermuziek. 10.15 Gr.pl. 10.30 ANP-
ber. 10.35 De KRO-Boys, solist en
gr.pl. 11.30—12.— Gr.pl.
DROITWICH, 1500 M. 11.40—11.50
Piano-recital. 12.10 Orgelconcert
12.50 Dansmuziek. 1.352.20 Viool
en piano. 4.20 BBC-Midland-orkest.
5.35 Het Wethmar Trio en soliste.
6.20 Ber. 6.45 Orgelspel. 7.20 Muzi
kale causerie. 7.50 Dansmuziek. 8.20
Revue-progr* 9.20 Ber. 9.40 Scheep
vaartcauserie. 10.Piano-recital.
10.20 BBC-orkest. 11.35—12.20
Dansmuziek.
RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.20
Gr.pl. 11.20 Nat orkest. 2.50 Gr.pt
4.20 Blaaskwintet. 5.50 Orkestcon
cert. 8.20 Viool-recital. 9.05 Ope-
rette-uitz. 11.05 Gr.pl. 11.201.05
Orkestconcert.
KEULEN, 456 M. 5.50 Orkestcon
cert. 11.20 Westduitsch Kamer
orkest. 1.35 Gevar. concert 3.20 Li-
terair-muz. progr. 5.20 Dresdensch
Philh. orkest en solisten. 6.20 Solis
tenconcert. 7.30 Voor soldaten. 10.20
11.20 Orkestconcert.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 Klein-orkest 1.30
Omroeporkest. 1.502.20 Gr.pl.
5.20 Klein-orkest. 6.20 Gr.pl. 6.50
en 7.20 Salonorkest. 8.20 Gr.pl. 8.35
Hoorspel. 9.20 Omroeporkest. 10.30
11.20 Dansmuziek. 484 M.: 12.20
Gr.pl. 12.40 Zang. 12.50 Omroep
orkest 1.30 Klein-orkest. 1.50 Zang.
2.2.20 Gr.pl. 5.20 Accordeonmu-
ziek. 5.50 Verdi-progr. 6.10 en 6.35
Gr.pl. 6.50 Piano-recital. 7.35 Zang.
8.20 Symph.-concert en zang. 10.30
—11.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.30 Vroolyke gr.pl. 8.30 Radio-
tooneeL 9.20 Ber. 9.40 Nieuws uit
Amerika. 9.50 Sextetconcert. 10.05
Weerber. 10.2011.20 Dansmuziek.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Parys R. 8.059.05, Keu
len 9.0511.20, ParUs Radio 11.20
12.05, Brussel VI. 13.05—14.25, Lu
xemburg 14.2514.55, Parys R.
14.55—17.20, Keulen 17.20—19.30,
Leipzig 19.3020.50, Straatsburg
20.5022.50, Weenen 22.5024.
Lijn 4: Brussel VL 8.—9.20, Nor-
mandië 9.2010.35, Lond. Reg.
10.35—16.20, Droitwich 16.20—18.20,
Brussel VI. 18.2018.45, Droitwich
18.4521.20, Luxemburg 21.20
22.45, Lond. Reg. 22.4524.
Het slotwoord.
Ds. B a a r had grooten lof voor het ge
tuigenis der beide sprekers, dat beschamend
kan zUn voor zeer vele protestanten. Spr.
onderschreef, dat Rome door alle eeuwen
dezelfde blijft; als zU op sommige momenten
een ander aangezicht toont, geschiedt dat
uit politieke overwegingen. Dat Rome actief
is, valt te pryzen, maar dat haar macht in
ons land toeneemt, is de schuld van een ver
waterd protestantisme. Ieder goede pro
testant moet anti-papist zyn, uit overtui
ging tegen het papale systeem. Wy zullen
tegen de groeiende macht van Rome niets
kunnen doen, als wU niet zyn overtuigde
protestanten, wier geloof positief is opge
groeid in eigen ziel. En daarmee is het bij
velen droevig gesteld. ZU gelooven niet,
omdat hy het wel gelooven".
Spr. hoopte, dat het woord der beide
sprekers had opgewekt tot zuiver protestan
tisme, bereid daarvan te getuigen op elk
terrein des levens, zooals ds. Lingbeek ook
durft te doen in de Tweede Kamer, waar
andere protestanten hem vaak in de kou la
ten staan. Dit laatste geschiedt buiten de
Staten-Generaal, ook in Alkmaar, helaas
maar al te vaak. Ware dat niet zoo, dan zou
er geen vrees behoeven te bestaan voor
roomsche overheersching. Daarom wekte
spr. krachtig op tot steun aan het werk der
Evangelische Maatschappy (zeer gaarne ook
door lidmaatschap), omdat deze organisatie
de eenige is, die de dingen durft te noemen
zooals zy zyn.
Staande werden aan het einde der bijeen
komst gezongen van Gez. 264 (het Luther-
lied) de coupletten 1 en 4.
Aan den uitgang werd een schaalcollecte
gehouden.
OPPERRABBIJN TE AMSTERDAM
BENOEMD.
De heer L. H. Sarlouis.
In de gisteravond te Amsterdam gehou
den vergadering van den kerkeraad van het
nieuwe synagogaal ressort Amsterdam van
het Ned. Isr. kerkgenootschap is de rabbyn
der Ned. Isr. hoofdsynagoge te Amsterdam,
fungeerend voorzitter van het rabbinaat, de
heer L. H. Sarlouis, met op twee na alge-
meene stemmen benoemd tot opperrabbyn
van dit nieuwe ressort.
In het geheel hebben 24 kerkeraadsleden
hun stem aan de benoeming gegeven, terwyl
twee stemmen in blanco werden uitgebracht.
Eén lid was afwezig.
BB.IO C
Een overwintering op
spitsbergen.
17)
Toen de maaltyd beëindigd was, stond
Jens op, liep eens heen en weer door het
vertrek, bleef staan en toen hy de anderen
«cherp aan keek, werd het doodstil, want
®He drie voelden, dat Jens ergens over
dacht en iets te zeggen had. EindelUk begon
hjj:
..Git is dan myn laatste Kerstmis en daar
ik hiervan volkomen zeker ben, wil ik eens
met jelui praten, want dat zwygen ver
wordt mij. Ik wil niet spreken in mijn be
*ang, doch met het oog op jelui drieën die
hier overblijven. Ik ben nu bUna aan het
eind rieb er vrede mee en ik heo
"yin rekening opgemaakt. Ik heb mU myn
zietke op den hals gehaald in den nacht
]-oen wU de sloep cwer de ysschotsen naar
Mosselbaai hebben gedragen Jelui herin
£ert je, dat wU toen onder de berenhuiden
hebben geslagen cn dat wy door het kruien
v»n het Us --i gc-wekt Toen ik wakker
)verd, wist ik dadelyk wat er gebeurd was,
ik had in den kouden sneeuwjacht met myn
^8 buiten de berenhuid gelegen. By het in
kepen was ik nat bezweet en toen ik ont
maakte, was myn rug vanaf mijn nek tol
de heuptii ijskoud. Die koude heeft zich
daar vastgezet en die ben ik niet weer kwy'
geraakt. Vanaf dien dag is het met mij niet
goed gegaan. Ik ben steeds minder gewor
den en thans is het zoo ver gekomen dat ik
ongeveer aan het einde ben. Het gaat harj
bergaf. Vooral de laatste dagen is het er
niet beter op geworden; ik kan niet meer
slapen.
Ik weet, dat ik niet veel dagen meer te
goed heb laat ik daarom dit nog ze"~en
Het noodlot gaai z'n weg, het heorscht hiei
zoowel als overal en wU kunnen n ets doe",
dan ons ootmoedig buigen voor de Mach:
die over leven en dood beschikt.
Johan, ik zie, dat je tranen in je ooger
hebt geloof me, ik heb er mij geheel ir
gevonden, ik weet thans dat de ci~od nie'«
schrikwekkends heeft inte' ndee) icd i
uur verlang ik er meer naar." Johan. iy
bent altijd mUn beste vriend geweest. Je
bent streng, doch rechtvaardi" en je zult Ie
andere twee zeker goed en wel naar huis
naar Tromsö brerron. D ir moet je dan
myn meisje m:in groeten ovei ree m»
mijn ring en eveneens mijn ouders, mini
zusters en broers. Je weet wel dat mUn
meisje de dochter is van harpoenier Stel
lander Alette geef haar den ring er.
zeg haar, dat ik haar alles goeds toewensch
Verder verzoek ik je, van het geld, dat ik
te goed heb uit de opbrengst van mUn aan
deel in „De Hoop" een horloge te koopen
voor myn jongste zusje Else. Vergeet dit
niet!"
Na deze lange toespraak, waartusschen hy
herhaaldelijk zulke hoestbuien had, dat Jo
han hem moest ondersteunen, bleef 't dood
stil en gedurende het verdere van dezen
Kerstavond was er een stille vrede in dezt
hut en toen er later op den avond beren
biefstuk werd opged-'end het was taai
en mager werden zij hierdoor toch weei
een beetje opge'r scht, maar toch, het bleef
stil, zcowel buiten als binnen.
Op 1 Januari stierf Jens Baldsnes.
Van de planken van de kooi, waarin Jen*
had gelegen, werd een kist gemaakt en er
werd een plaats voor hem ingeruimd in het
schuurtje, dat teen het huis was aange
bouwd. Daar sto'"d hij gedurende den ge
-len w nter
Zyn dood was een droevige gebeurtenis
voor de drie overlevenden. Vooral de eerste
dagen waren dru!:uend. Euitendien was het
weer om "es'•"•en. Fen reweldige storm en
d-'urde onaf-ebrok-n tot 18 'a-
rurr: Dr-e d'ie eken waren de ergste, die
men hier had doorgebracht. Er was geen
sprake Vrn om een oogenblik naar buitei
te gaan. Den 13 Januari moest men het toen
probeèren, want de sneeuw was zoo hoog
ongewfoid'. dat de kr.ch«»l niet meer wild»
,rcM.c.n pe( dat het huis geheel o-
der de sneeuw zat begraven en d^t zelfs de
•:r..-h'eloijo. die fcb .en het dak uits'ak, wa-
bedelven Toen moesten zy wel alle drie
naar buiten. Het huis stond op een honderd
meter afstand van een steile bergketen, die
ongeveer 20 meter boven het huis uitstak.
Toen zU de deur openden, moesten zy be
ginnen met in de sneeuw een gang te gra
ven en daarna groeven zU deze trapsgewij
ze omhoog. Eerst na de zestiende trede
kwamen zy in de vrye lucht. ZU bemerkten
toen, dat het geheele land, zoo ver zy om
zich heen konden zien, vlak was geworden
Vanaf hun huis tot de bergketen waren alle
oneffenheden verdwenen. Voor zoover hun
uitzicht langs de rotsen reikte, zagen zy
mets dan één vlakte.
Nadat de kachelpUp was vrU gemaakt,
g'ng één van hen naar beneden, om de
kachel weer aan te maken. De beide ande
ren bouwden aan de windzUde een stevigen
muur van sneeuw. Niettegenstaande den he-
vigen sneeuwval gedurende de volgende vyf
da-en, hield deze de pUp vrij.
Zoo zaten ze daar nu onder de sneeuw
en wisten geen raad. De honger pijnigde hen
verschrikkelijk en bovendien hadden zy
niet zooveel brandstof, dat zij gedurende
den nacht konden stoken, want sinds de
laatste v.er weken, toen Johan met het be-
renvleesch was thuis gekomen, hadden zy
zooveel verbruikt, dat zU thans zeer zuinig
moesten zijn. Op de landengte lag genoeg
aangedreven hout, enz. en zoo spoedig het
weer slechts "g bedaren, zouden ze heel
wat kunnen h'len doch voor het oogen
blik hadden zy gebrek.
Den 20sten Januari klaarde het op en
werd het mooi weer.
In Danskegat, ongeveer 14 mylen van
y sselbaai, had een Engelsche sportsman,
mr. Pike, samen met den ouden Uszeeschip-
per Sören Kraemer, een hu:s laten bouwen,
waar zy met een aantal manschappen had
den overwinterd. Johan Troms wist, dat
daar proviand lag en dat men dit had ach
tergelaten tot hulp van menschen, die toe
vallig zich in nood zouden bevinden. In den
laatsten tyd had hy er dikwUls over gedacht,
om de reis daarheen te beproeven. Hier zag
hy geen ander uitzicht dan een droeven
dood. Intusschen 14 mUlenen over zulk
een terreinhy wist, wat dit wilde zeg
gen ook dit was een groote kans op een
zekeren dood Tot nog toe had het geen
doel, hier over te denken, doch, nu het dien
dag, 20 Januari, zulk goed weer was ge
worden, ging hy het met zUn kameraden
bespreken en zeide daarna:
„Dus, zooals gezegd ben ik er beslist voor,
om te probeeren in Danskegat te komen.
WU moeten er maar op hopen, dat het weer
nu voor den eersten tyd is uitgeraasd. Nu
is het de vraag: willen jelui met my mee
gaan of wil je op my wachten, totdat ik te
rug kom? In het huis te Danskegat zal er
zeker proviand zUn blikken conserven,
meel, enz. dit, ten minste, heb ik in Trom
sö hooren vertellen. Ik kan natuurlyk niet
garandeeren, dat ik het zoo ver zal brengen
en evenmin dat het my zal gelukken, by je
lui terug te keeren. Dus moeten jelui wel
overwegen, wat te doen, meegaan of hier
blyven".
Alle mogelykheden werden besproken,
want ook de beide anderen waren flinke
ijszeevaarders, die den toestand kenden en
die zich ook wel degelyk een meening om
trent de bezwaren konden vormen. Johan
voor zich was vast besloten om te gaan en
per saldo kon het hem niets schelen, of de
anderen wél of niet zouden meegaan. Fei-
telyk zou hy dat het liefst alleen onderne
men, ten eerste: omdat hy zich zUn kracht
bewust was en ten tweede: indien er eens
iets ten kwade zou gebeuren, had hy slechts
de verantwoording voor zich alleen.
Nadat zy de vraag den geheelen voor
middag hadden overwogen, wierp Karl de
kwestie op, wie het geweer zou hebben,
hy die ging, of zy die zouden blUven. Het
geweer was voor hen allen immers een le
venskwestie.
(Wordt vervolgd).