herdenking kerkhervorming i 8 i 8 8 8 8 Lars Kansen. Kerk en School In de Kapelkerk te Alkmaar. rome onveranderlijk. ALKMAARSCHE COURANT van DONDERDAG 29 OCTOBER 1936 «oooeso© JUuÜopcogcatftmaooeeeeoe c* 0 1 RIJK AAN VITAMINEN Jmillzton :ea Vanwege de afd. Alkmaar der Evangeli sche Maatschappij werd gisteravond in de Kapelkerk een bijeenkomst gehouden ter herdenking van de Kerkhervorming. De lcerk was slechts zeer matig bezet. De voorzitter der afdeeling, ds. B a a r, sprak na opening met gebed een woord van welkom, speciaal tot de beide sprekers van den avond, ds. C. A. Lingbeek uit Voorthui zen en ds. G. W Melchers uit Heiloo, van beiden roemende hun ijveren voor hun pro- testantsch beginsel, ondanks vaak drukke bezigheden, wat b.v. bij eerstgenoemden gister nog was gebleken, toen hjj tusschen de vergadering der Tweede Kamer door nog een bijeenkomst bijwoonde in de Klooster kerk te Den Haag. Wat doel en streven der Evangelische Maatschappij betreft, spreker schetste dit als volgt: versterking van het protestantsch bewustzijn en bestrijding van het ultramon- tanisme als de vijand van geestelijke vrij heid. Er dreigt groot gevaar voor onze pro- testantsche vrijheden, het protestantsche karakter van ons land dreigt verloren te gaan en wat het ons bewust zijn van onze taak betreft is een opfrissching af en toe noodig. De beide sprekers, aldus ds. Baar. weten dit uit de practijk van het leven en zullen dit zeer zeker duidelijk kunnen aan- toonen. Hij hoopte, dat de aanwezigen voor zoover nog geen lid waren van de Evange lische Maatschappij, zich dezen avond nog als zoodanig zouden opgeven. Een dreigend gevaar. Over dit onderwerp werd gesproken door den eersten spreker, ds. C. A. L i n g b e e k uit Voorthuizen (Geld.) Hij bedoelde met dit dreigend gevaar het gevaar van room «hen kant, dat men niet te laag moet schatten, omdat van die zijde de vrijheid van geweten wordt aangetast krachtens 't r.-k. beginsel. Van die vrijheid heeft Rome wel altijd geprofiteerd; maar het denkt er niet aan haar ook onvoorwaardelijk toe te staan aan andersdenkenden. Spr. wees hier bij op Oostenrijk. Na strijd tegen Spanje en tegen den paus is Nederland een vrije natie geworden, vrij op staatkundig gebied en vrij van elke inmen ging op godsdienstig terrein. Wel is het waar, dat in den 80-jarigen oor log aanvankelijk ook roomschen meestreden tegen Spanje, maar dat was in den tijd toen Alva hier was als beul en in opdracht van den Spaansche koning roomschen zoowel als geuzen tuchtigde, wat volgens dezen verdiend was. Maar toen bleek, dat prins Willem den strijd niet zou opgeven als de eisch bleef gesteld, dat Nederland weer m den schoot der r.k. kerk moest terugkeeren, trokken de roomsche medestrijders zich terug en sinds dien verzetten zij zich hetzij bedekt hetzij openlijk tegen de geestesvrij heid. Spr. wees erop, hoe Rennenberg de pro vincies Groningen en Friesland, welke reeds geheel voor de hervorming waren gewon nen, weder in handen van Spanje speelde Het duurde toen tien jaren eer zij weer voor den prins waren, waarop prins Willem er den roomschen godsdienst verbood, omdat de ervaring hem .had geleerd, dat de r.-k. den eed aan de kerk hooger stelden dan dien aan den staat. Verder wees spr. op de werkzaamheden der jezuiten, gericht op terugwinning der protestanten voor den roomschen godsdienst en voor Spanje. Van die werkzaamheid gaf spr. eenige staaltjes. Na den moord op prins Willem I werd in Den Bosch feestgevierd In 1672, toen de roomsche koning van Frankrijk in ons land binrtenviel en alom overwinningen behaaldf (o.a. Utrecht ver overde) sloten de roomschen aldaar zich bij het zegevierende leger aan. Uit een volgende periode onzer geschie denis haalde spr. aan het optreden der room schen na gelijkstelling met de protestanten voor den Franschen tijd: zij verdreven of doodden in Brabant de protestanten schonden zelfs hun graven. Verder haalde spr. nog een en ander aan uit den regeertüd van koning Lodewijk: het optreden der roomschen tegen de protestan ten in Brabant werd door spr. geschetst en toen in 1809 een decreet van den koning verscheen tot regeling der kerkelijke zaken, werd het voor laatstgenoemden nog niet beter. In den benauwden Franschen tijd bleek, zei spr., hoe de roomschen uit de benauwd heid van land en volk munt sloegen voor hun godsdienst. Uit het verleden kent men het heden: de roomschen veranderen niet. Het roomsche gevaar is niet voorbij, of schoon de r.-k. thans wel gelijkheid van rechten genieten, want, zei spr., Rome zal nooit berusten in gelijkheid. Het principe brengt mee, dat niet eerder gerust wordt dan wanneer ons land weer is teruggebracht aan de voeten van den paus. En daarmee is men druk bezig. En toch desondanks is er onder de protestanten groote lauwheid, wat door spr. een geestelijke zelfmoord werd genoemd. De geestesgesteldheid onzer vade ren, door Groen van Prinsterer in alle lagen anti-roomsch genoemd, is bezig te verande ren. De christelijke politiek heeft in dit op zicht veel kwaad gedaan. Onze jeugd wordt nu anders onderwezen dan voorheen. Men schijnt zich te schamen voor zijn protestan tisme; de openingsrede van den voorzitter der jongste synode wijst daarop: hij sprak wel van de verdrijving der Spanjaarden uit Amsterdam in 1578, maar verzuimde iets te zeggen van de toen ingevoerde geloofsvrij heid aldaar. En toen de heimelijk roomsch zijnde mi nister Marchant met verachting sprak van de vernieling der abdij te Egmond, was er geen enkele protestant, die hem herinnerde aan het onthoofden van de graven van Eg- mond en Hoome. Zeer zeker zal er aan ons protestantsch geloof wel wat ontbreken, maar spr. hoop te toch dat wij bespaard blijven voor toe standen als in het roomsche Spanje. Wij zend op het voorbeeld van prins Willem I zei spr.: weest verdraagzaam als hij, maar ook zoo beslist protestant als hij, ziet het gevaar van de weder-verroomsching van Nederland, bewaart uw heiligste goede ren: uw bijbel, uw geloof, uw vrije gemeen ten. Rede ds. Melchers. Ds. G. W. M e 1 c h e r s, em.-predikant te Heiloo, had tot onderwerp gekozen- J)e kracht van ons beginsel". HU ving aan 'met te zeggen, dat de roomsche kerk thans nog evenals vroeger, lijdt aan tegenstrUdig- heden, wat hij met bewezen staafde. Tot in de vierde eeuw was de kerk uit sluitend gericht op het hiernamaals, daarna stelde zij zich in op het wereldlyke. De strooming, dat hij die de wereld verzaakte, de beste christen was, verbreidde zich sterk en in verband hiermee was ook het verbod tot huwelijk voor de geestelijken door paus Gregorius VII. Deze meende nu ook te mo gen heerschen als wereldvorst, een streven reeds door Bonifacius in onze landen ge bracht. De opkomst van het monnikendom vond steun bij de pausen, want de monniken trokken overal heen en de keizers hadden over hen niets te zeggen. Spr. ging na hoe in de middeneeuwen de macht der pausen voortdurend toenam, ge steund door de macht van den banvloek. HU schetste hoe deze laatste werd aangetast, toen drie pausen (gelUktU'dig regeerende) elkaar in den ban deden, waarop weer tyden volgden, dat de geestelUkheid alle in vloedrijke ambten bezette. Zoo was het in den rijd van Luther, toen in tal van omstandigheden groote bronnen van inkomsten werden gevonden voor de kerk, o.a. in den verkoop van aflaten. Luther, die in het klooster was gegaan om de wereld te verzaken, had grooten eerbied voor de histo rische gebruiken, en dit moet men bedenken by het beoordeelen van zUn houding tegen over wat hU verkeerd vond. HU worstelde in het klooster, zocht om steun voor zyn ge loof, probeerde het met alles wat door de kerk werd voorgeschreven, maar vond niet wat hy zocht, tot hU door het lezen van Paulus in den bUbel tot de overtuiging kwam, dat de r.-k. kerk zich tusschen God en den mensch had gesteld. De verkoop der aflaten leerde hem, dat er groote sommen werden betaald om vergeving van zonden te krijgen en werd de naaste aanleiding voor het publiceeren van zUn stellingen aan de hoofddeur der kerk te Wittenberg op den dag van Allerheiligen in 1517. Uitvoerig ging spr. in op den stryd, tegen Luther gevoerd. De staatkundige wijzigingen, die zich toen ter tyde voltrokken (opkomst der steden, verdwijning der hoorigheid) leidde tot de opvatting, dat de niet-werkende bedel-monniken toch zeker niet betere christenen waren dan de werkers; d? geest van critiek nam toe en dit alles maakte dat de woorden van Luther grooten weerklank vonden. Noch voor het gezag van een kerk vergadering, noch voor dat van den Duit- schen keizer wilde de monnik buigen, hy deed niets tegen zyn geweten". Hierin ligt het groote van het protestan tisme: het wil vrUheid van geweten. Voor dit groote goed hebben in Alva's tyd 18000 men- schen hun leven gelaten. Het roomsche principe is door alle eeuwen heen hetzelfde: als het kans ziet grUpt het naar de macht. De roomschen zyn hier te lande gelUk gesteld met andersdenkenden en van de daarin liggende voorrechten heb ben zij gretig gebruik gemaakt en hoewel wy hen die vrUheid van godsdienst gaarne gunnen, maken wU bezwaar tegen hun systeem van werken om steeds grooter in vloed en macht te krUgen, want slechts zoo lang het niet anders kan, berusten zy in de gelykheid. Daartegen moet het protestantsch beginsel zich krachtig te weer stellen. Spr. wees op den grooten invloed der ezuïten in de roomsche kerk, een macht, die zich niet ontzag de geschiedenis te ver- valschen (spr. noemde het leerstuk der on bevlekte ontvangenis van Maria). Met een krachtige opwekking om het pro testantsch beginsel trouw te blyven en krachtig te houden, eindigde spr. Vrijdag 30 October. HILVERSUM, 301 M. (8.12. 4—8.— en 11.—12.— VARA, de AVRO van 12.—4— en de VPRO van 8.—11.— nur). 8.— Gr.pl. 10.— VPRO-morgenwyding. 10.15 Voor dracht. 10.35 Gr.pl. 11.— Voordr. 11.20 Gr.pl. 12.Dansmuziek. 12.45 Kovacs Lajos' orkest en gr.pl. 2.10 Kniples. 2.30 Omroeporkest en so list. 4.05 De Flierefluiters en gr.pl. 5.Kinderuur. 5.30 Melody Circle en gr.pl. 6.30 Politiek Radiojour naal. 6.50 Gr.pl. 7.Causerie over het Plan van den arbeid. 7.20 Zang en orgel. 7.50 ANP-ber. 7.57 Herh. SOS-ber. 8.— Ber. V. G. P. 8.05 „Wat dunkt U van den mensch?" lezing. 8.30 Concert. 9.— Jeugd en Godsdienst, lezing. 9.30 Reportage jeugdwerk. 10.30 Gr.pl. 10.40 Avondwyding. 11.— ANP-ber. 11.05 Opvoeding van de rijpere jeugd, causerie. 11.3012.Gr.pl. HILVERSUM, 1875 M. (Alg. progr. KRO). 8.—9.15 en 10.— Gr.pl. 11.30 12.BUbelsche causerie. 12.15 KRO-orkest en gr.pl. 3.4.en 4.05 Gr.pl. 4.15 Zang en piano. 4.30 Gr.pl. 4.45 Verv. zang en piano. 5. Gr.pl. 5.30 Verkeerspr. 5.45 KRO- melodisten en solist. 6.Land- en Tuinbouwcauserie. 6.20 KRO-melo- disten. 7.Ber. 7.15 Lezing over Liberia. 7.35 Musica Catholica. 8.— ANP-ber. 8.10 KRO-orkest. 9.—- Paul Godwin's orkest. 9.45 Zigeu- nermuziek. 10.15 Gr.pl. 10.30 ANP- ber. 10.35 De KRO-Boys, solist en gr.pl. 11.30—12.— Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 11.40—11.50 Piano-recital. 12.10 Orgelconcert 12.50 Dansmuziek. 1.352.20 Viool en piano. 4.20 BBC-Midland-orkest. 5.35 Het Wethmar Trio en soliste. 6.20 Ber. 6.45 Orgelspel. 7.20 Muzi kale causerie. 7.50 Dansmuziek. 8.20 Revue-progr* 9.20 Ber. 9.40 Scheep vaartcauserie. 10.Piano-recital. 10.20 BBC-orkest. 11.35—12.20 Dansmuziek. RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.20 Gr.pl. 11.20 Nat orkest. 2.50 Gr.pt 4.20 Blaaskwintet. 5.50 Orkestcon cert. 8.20 Viool-recital. 9.05 Ope- rette-uitz. 11.05 Gr.pl. 11.201.05 Orkestconcert. KEULEN, 456 M. 5.50 Orkestcon cert. 11.20 Westduitsch Kamer orkest. 1.35 Gevar. concert 3.20 Li- terair-muz. progr. 5.20 Dresdensch Philh. orkest en solisten. 6.20 Solis tenconcert. 7.30 Voor soldaten. 10.20 11.20 Orkestconcert. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Klein-orkest 1.30 Omroeporkest. 1.502.20 Gr.pl. 5.20 Klein-orkest. 6.20 Gr.pl. 6.50 en 7.20 Salonorkest. 8.20 Gr.pl. 8.35 Hoorspel. 9.20 Omroeporkest. 10.30 11.20 Dansmuziek. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.40 Zang. 12.50 Omroep orkest 1.30 Klein-orkest. 1.50 Zang. 2.2.20 Gr.pl. 5.20 Accordeonmu- ziek. 5.50 Verdi-progr. 6.10 en 6.35 Gr.pl. 6.50 Piano-recital. 7.35 Zang. 8.20 Symph.-concert en zang. 10.30 —11.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 Vroolyke gr.pl. 8.30 Radio- tooneeL 9.20 Ber. 9.40 Nieuws uit Amerika. 9.50 Sextetconcert. 10.05 Weerber. 10.2011.20 Dansmuziek. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Parys R. 8.059.05, Keu len 9.0511.20, ParUs Radio 11.20 12.05, Brussel VI. 13.05—14.25, Lu xemburg 14.2514.55, Parys R. 14.55—17.20, Keulen 17.20—19.30, Leipzig 19.3020.50, Straatsburg 20.5022.50, Weenen 22.5024. Lijn 4: Brussel VL 8.—9.20, Nor- mandië 9.2010.35, Lond. Reg. 10.35—16.20, Droitwich 16.20—18.20, Brussel VI. 18.2018.45, Droitwich 18.4521.20, Luxemburg 21.20 22.45, Lond. Reg. 22.4524. Het slotwoord. Ds. B a a r had grooten lof voor het ge tuigenis der beide sprekers, dat beschamend kan zUn voor zeer vele protestanten. Spr. onderschreef, dat Rome door alle eeuwen dezelfde blijft; als zU op sommige momenten een ander aangezicht toont, geschiedt dat uit politieke overwegingen. Dat Rome actief is, valt te pryzen, maar dat haar macht in ons land toeneemt, is de schuld van een ver waterd protestantisme. Ieder goede pro testant moet anti-papist zyn, uit overtui ging tegen het papale systeem. Wy zullen tegen de groeiende macht van Rome niets kunnen doen, als wU niet zyn overtuigde protestanten, wier geloof positief is opge groeid in eigen ziel. En daarmee is het bij velen droevig gesteld. ZU gelooven niet, omdat hy het wel gelooven". Spr. hoopte, dat het woord der beide sprekers had opgewekt tot zuiver protestan tisme, bereid daarvan te getuigen op elk terrein des levens, zooals ds. Lingbeek ook durft te doen in de Tweede Kamer, waar andere protestanten hem vaak in de kou la ten staan. Dit laatste geschiedt buiten de Staten-Generaal, ook in Alkmaar, helaas maar al te vaak. Ware dat niet zoo, dan zou er geen vrees behoeven te bestaan voor roomsche overheersching. Daarom wekte spr. krachtig op tot steun aan het werk der Evangelische Maatschappy (zeer gaarne ook door lidmaatschap), omdat deze organisatie de eenige is, die de dingen durft te noemen zooals zy zyn. Staande werden aan het einde der bijeen komst gezongen van Gez. 264 (het Luther- lied) de coupletten 1 en 4. Aan den uitgang werd een schaalcollecte gehouden. OPPERRABBIJN TE AMSTERDAM BENOEMD. De heer L. H. Sarlouis. In de gisteravond te Amsterdam gehou den vergadering van den kerkeraad van het nieuwe synagogaal ressort Amsterdam van het Ned. Isr. kerkgenootschap is de rabbyn der Ned. Isr. hoofdsynagoge te Amsterdam, fungeerend voorzitter van het rabbinaat, de heer L. H. Sarlouis, met op twee na alge- meene stemmen benoemd tot opperrabbyn van dit nieuwe ressort. In het geheel hebben 24 kerkeraadsleden hun stem aan de benoeming gegeven, terwyl twee stemmen in blanco werden uitgebracht. Eén lid was afwezig. BB.IO C Een overwintering op spitsbergen. 17) Toen de maaltyd beëindigd was, stond Jens op, liep eens heen en weer door het vertrek, bleef staan en toen hy de anderen «cherp aan keek, werd het doodstil, want ®He drie voelden, dat Jens ergens over dacht en iets te zeggen had. EindelUk begon hjj: ..Git is dan myn laatste Kerstmis en daar ik hiervan volkomen zeker ben, wil ik eens met jelui praten, want dat zwygen ver wordt mij. Ik wil niet spreken in mijn be *ang, doch met het oog op jelui drieën die hier overblijven. Ik ben nu bUna aan het eind rieb er vrede mee en ik heo "yin rekening opgemaakt. Ik heb mU myn zietke op den hals gehaald in den nacht ]-oen wU de sloep cwer de ysschotsen naar Mosselbaai hebben gedragen Jelui herin £ert je, dat wU toen onder de berenhuiden hebben geslagen cn dat wy door het kruien v»n het Us --i gc-wekt Toen ik wakker )verd, wist ik dadelyk wat er gebeurd was, ik had in den kouden sneeuwjacht met myn ^8 buiten de berenhuid gelegen. By het in kepen was ik nat bezweet en toen ik ont maakte, was myn rug vanaf mijn nek tol de heuptii ijskoud. Die koude heeft zich daar vastgezet en die ben ik niet weer kwy' geraakt. Vanaf dien dag is het met mij niet goed gegaan. Ik ben steeds minder gewor den en thans is het zoo ver gekomen dat ik ongeveer aan het einde ben. Het gaat harj bergaf. Vooral de laatste dagen is het er niet beter op geworden; ik kan niet meer slapen. Ik weet, dat ik niet veel dagen meer te goed heb laat ik daarom dit nog ze"~en Het noodlot gaai z'n weg, het heorscht hiei zoowel als overal en wU kunnen n ets doe", dan ons ootmoedig buigen voor de Mach: die over leven en dood beschikt. Johan, ik zie, dat je tranen in je ooger hebt geloof me, ik heb er mij geheel ir gevonden, ik weet thans dat de ci~od nie'« schrikwekkends heeft inte' ndee) icd i uur verlang ik er meer naar." Johan. iy bent altijd mUn beste vriend geweest. Je bent streng, doch rechtvaardi" en je zult Ie andere twee zeker goed en wel naar huis naar Tromsö brerron. D ir moet je dan myn meisje m:in groeten ovei ree m» mijn ring en eveneens mijn ouders, mini zusters en broers. Je weet wel dat mUn meisje de dochter is van harpoenier Stel lander Alette geef haar den ring er. zeg haar, dat ik haar alles goeds toewensch Verder verzoek ik je, van het geld, dat ik te goed heb uit de opbrengst van mUn aan deel in „De Hoop" een horloge te koopen voor myn jongste zusje Else. Vergeet dit niet!" Na deze lange toespraak, waartusschen hy herhaaldelijk zulke hoestbuien had, dat Jo han hem moest ondersteunen, bleef 't dood stil en gedurende het verdere van dezen Kerstavond was er een stille vrede in dezt hut en toen er later op den avond beren biefstuk werd opged-'end het was taai en mager werden zij hierdoor toch weei een beetje opge'r scht, maar toch, het bleef stil, zcowel buiten als binnen. Op 1 Januari stierf Jens Baldsnes. Van de planken van de kooi, waarin Jen* had gelegen, werd een kist gemaakt en er werd een plaats voor hem ingeruimd in het schuurtje, dat teen het huis was aange bouwd. Daar sto'"d hij gedurende den ge -len w nter Zyn dood was een droevige gebeurtenis voor de drie overlevenden. Vooral de eerste dagen waren dru!:uend. Euitendien was het weer om "es'•"•en. Fen reweldige storm en d-'urde onaf-ebrok-n tot 18 'a- rurr: Dr-e d'ie eken waren de ergste, die men hier had doorgebracht. Er was geen sprake Vrn om een oogenblik naar buitei te gaan. Den 13 Januari moest men het toen probeèren, want de sneeuw was zoo hoog ongewfoid'. dat de kr.ch«»l niet meer wild» ,rcM.c.n pe( dat het huis geheel o- der de sneeuw zat begraven en d^t zelfs de •:r..-h'eloijo. die fcb .en het dak uits'ak, wa- bedelven Toen moesten zy wel alle drie naar buiten. Het huis stond op een honderd meter afstand van een steile bergketen, die ongeveer 20 meter boven het huis uitstak. Toen zU de deur openden, moesten zy be ginnen met in de sneeuw een gang te gra ven en daarna groeven zU deze trapsgewij ze omhoog. Eerst na de zestiende trede kwamen zy in de vrye lucht. ZU bemerkten toen, dat het geheele land, zoo ver zy om zich heen konden zien, vlak was geworden Vanaf hun huis tot de bergketen waren alle oneffenheden verdwenen. Voor zoover hun uitzicht langs de rotsen reikte, zagen zy mets dan één vlakte. Nadat de kachelpUp was vrU gemaakt, g'ng één van hen naar beneden, om de kachel weer aan te maken. De beide ande ren bouwden aan de windzUde een stevigen muur van sneeuw. Niettegenstaande den he- vigen sneeuwval gedurende de volgende vyf da-en, hield deze de pUp vrij. Zoo zaten ze daar nu onder de sneeuw en wisten geen raad. De honger pijnigde hen verschrikkelijk en bovendien hadden zy niet zooveel brandstof, dat zij gedurende den nacht konden stoken, want sinds de laatste v.er weken, toen Johan met het be- renvleesch was thuis gekomen, hadden zy zooveel verbruikt, dat zU thans zeer zuinig moesten zijn. Op de landengte lag genoeg aangedreven hout, enz. en zoo spoedig het weer slechts "g bedaren, zouden ze heel wat kunnen h'len doch voor het oogen blik hadden zy gebrek. Den 20sten Januari klaarde het op en werd het mooi weer. In Danskegat, ongeveer 14 mylen van y sselbaai, had een Engelsche sportsman, mr. Pike, samen met den ouden Uszeeschip- per Sören Kraemer, een hu:s laten bouwen, waar zy met een aantal manschappen had den overwinterd. Johan Troms wist, dat daar proviand lag en dat men dit had ach tergelaten tot hulp van menschen, die toe vallig zich in nood zouden bevinden. In den laatsten tyd had hy er dikwUls over gedacht, om de reis daarheen te beproeven. Hier zag hy geen ander uitzicht dan een droeven dood. Intusschen 14 mUlenen over zulk een terreinhy wist, wat dit wilde zeg gen ook dit was een groote kans op een zekeren dood Tot nog toe had het geen doel, hier over te denken, doch, nu het dien dag, 20 Januari, zulk goed weer was ge worden, ging hy het met zUn kameraden bespreken en zeide daarna: „Dus, zooals gezegd ben ik er beslist voor, om te probeeren in Danskegat te komen. WU moeten er maar op hopen, dat het weer nu voor den eersten tyd is uitgeraasd. Nu is het de vraag: willen jelui met my mee gaan of wil je op my wachten, totdat ik te rug kom? In het huis te Danskegat zal er zeker proviand zUn blikken conserven, meel, enz. dit, ten minste, heb ik in Trom sö hooren vertellen. Ik kan natuurlyk niet garandeeren, dat ik het zoo ver zal brengen en evenmin dat het my zal gelukken, by je lui terug te keeren. Dus moeten jelui wel overwegen, wat te doen, meegaan of hier blyven". Alle mogelykheden werden besproken, want ook de beide anderen waren flinke ijszeevaarders, die den toestand kenden en die zich ook wel degelyk een meening om trent de bezwaren konden vormen. Johan voor zich was vast besloten om te gaan en per saldo kon het hem niets schelen, of de anderen wél of niet zouden meegaan. Fei- telyk zou hy dat het liefst alleen onderne men, ten eerste: omdat hy zich zUn kracht bewust was en ten tweede: indien er eens iets ten kwade zou gebeuren, had hy slechts de verantwoording voor zich alleen. Nadat zy de vraag den geheelen voor middag hadden overwogen, wierp Karl de kwestie op, wie het geweer zou hebben, hy die ging, of zy die zouden blUven. Het geweer was voor hen allen immers een le venskwestie. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 9