DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De internationale toestand vrij ernstig. Het vorstelijk huwelijk op 7 Januari a.s. No 262 Vrijdag 6 November 1936 138e Jaargang De rede van Eden Engeland wenscht versterking van het Volkenbond- gezag en onderhandelingen over een Europeesche regeling. Engeland en de andere mogendheden. De toestand in Spanje. 's-Gravenhage, 6 November Men meldt ons officieel, dat Prinses Juliana en Prins Bernhard den 7den Januari 1937 in het huwelijk zullen treden. Het prinselijk paar is voornemens, den 19den December aan te teekenen. Het burgerlijk huwelijk zal ten stadhuize worden voltrokken en de inzegening zal in de Groote Kerk geschieden. Het zal 7 Januari juist 58 jaar geleden zijn, dat wijlen Koning Willem lil in het huwelijk trad met wijlen Koningin Emma. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. SD PRIJS FER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. In het Engelsche lagerhuis heeft de minister van buitenlandsche zaken Eden gisteren de debatten over de buitenland sche politiek geopend met een uitvoe rige rede, waarin hij o.m. zeide: Wij moeten ons allen levendig be wust zijn van de angstige spanning in den huidigen internationalen toestand. Het wordt vrijwel een algemeen ge bruik verklaringen over de internatio nale politiek af te leggen van een open- Eden baar spreekgestoelte op een toon, die ze ker niet beheerscht is en voor zoo tal rijk mogelijke vergaderingen. Spr. is niet voornemens dit gebruik na te volgen. Wel is het wenschelijk, dat het stand punt van de Britsche regeering en dat van het land volledig uiteengezet wordt. Wij moeten onze aandacht op het he den en de toekomst richten. Engeland en de Volkenbond. Het is in zekere kringen mode, aldus ver volgde Eden, te spotten met den Volken bond, maar wij hopen en zijn voornemens te bewijzen, dat deze spot ongerechtvaardigd is. De principes, die de Volkenbond voor staat, zijn de beste beginselen, die tot dus verre gevonden zijn voor de leiding der in ternationale zaken. De Britsche voorstellen tot hervorming van den Volkenbond raken niet de aan den bond ten grondslag liggende structuur. Het eerste doel is den bond in staat te stellen maatregelen te nemen op een zoo vroeg mo gelijk oogenblik en het tweede doel de cri- tiek te beantwoorden, volgens welke de Volkenbond uitsluitend gewijd is aan de handhaving van den status quo. In het Vol kenbondshandvest zelf is de onmogelijkheid van een voor altijd handhaven van den sta tus quo erkend en het staat aan de Volken bondscommissie dit aspect van de toekomsti ge Volkenbondspolitiek te bestudeeren. De vijfmogendhedenconferentie. Vervolgens een toespeling makende op de vooruitzichten der vyfmogendheden-confe- rentie zeide Eden, dat de opvattingen der vijf mogendheden thans bekend en bestu deerd en vergeleken zijn. Gisteren heeft de Britsche regeering te dien aanzien verbin ding gehad met de vier andere mogendhe den. De tot dusver gevoerde ge dacht e n w i s s e lin ge n hebben ze kere belangrijke verichn len van meening aan het licht ge bracht, maar geen enkele isvan verrassenden aard en, ofschoon ontzaggelijk groot zyn, zyn zy niet noodzakelijk onoverkome- 1 y k. Binnen korten tijd, aldus spr., be boorden wij in staat te zijn ons nauwkeurig rekenschap af te leggen van de kansen op succes voor de conferentie. Eden gaf zekering, dat al het mogelijke m het we gesteld zal worden om succes te ver en zeide dan: wij beschouwen deze byeen- komst als evenzeer in het belang er geïnteresseerde mogendheden als in eigen belang. (Applaus.) De betrekkingen met Frankrijk en België. Overgaande tot bespreking van de Brit sche betrekkingen met de verschillende bui tenlandsche mogendheden behandelde Eden allereerst de betrekkingen met Frankrijk, waarmede, naar hij verklaarde, de betrek kingen steeds nauw en hartelijk zijn ge weest. (Applaus.) Het zou moeilijk zyn zich een tijdperk in herinnering te brengen, waar zij beter wa ren. Misschien zoo vervolgde spr. is het natuurlijk, dat in een verwarde wereld de twee groote democratische landen van West- Europa tot elkander zijn aangetrokken. Er is echter niets exclusiefs in deze vriend schap van den kant van elk der beide regee ringen. Wij hebben beiden duidelijk te ken nen gegeven, dat wij niet alleen bereid zyn, maar zelfs dat wij wenschen ons te verzeke ren van de samenwerking der anderen. Wat ik van Frankrijk gezegd heb, geldt evenzeer voor België. Wij hebben de verzekering ont vangen, dat België zich houdt aan zijn ver plichtingen. De betrekkingen met Duitschland. Wat de betrekkingen met Duitschland betreft, zeide spr., dat er in Duitschland herhaaldelijk verklaringen zijn afgelegd over deh wenseh tot nauwere vriend schap met Engeland. Deze wensch wordt door Engeland oprecht gedeeld. Er zijn echter twee voorwaarden onvermijdelijk verbonden aan iedere vriendschap, wel ke Groot-Britannië zou kunnen aanbie den aan ieder land, of het nu Duitsch land is of welk ander land ook en dat is, dat een zoodanige vriendschap niet ex clusief kan zijn en niet gericht kan zyn tegen wie ook. (Toejuichingen.) Ten aanzien van de neiging van Duitsch land om Groot-Britannië verwijten te doen voor de economische moeilijkheden, ver klaarde spr. energiek, dat Engeland deze leerstelling geen enkel oogenblik kan aan vaarden, aangezien zij niet in overeenstem ming is met de feiten. Het is spr. onmogelijk uitvoerig en in bijzonderheden uiteen te zeten in welke mate Groot-Britannië ge tracht heeft met Duitschland samen te wer ken sedert den oorlog-op economisch zoowel als financieel gebied. Het is echter een feit, aldus Eden, dat wij alleen aan Duitschland op de een of ander wijze bedragen hebben geleend, die bijna gelijkwaardig zyn aan het bedrag, dat wy als herstelbetalingen heb ben ontvangen. Intusschen, nog veel belang rijker dan het economische aspect is het centrale rohleem, dat wy onder de oogen moeten zien, n.L de mogelijkheid een groo- ter volumen voor den wereldhandel tot stand te brengen, dat een verhooging van de Duitsche exporten zoowel als die van an dere landen met zich mede zou brengen. In dit verband wilde Eden iets zeggen over de kort geleden afgelegde monetaire verklaring der drie mogendheden. De sa menwerking van andere landen, met inbe grip van Duitschland, is daarbij in het bij zonder gevraagd, en, aldus spr., wij zouden ons slechts gelukkig kunnen prijzen, wan neer Duitschland het nuttig zou oordeelen aan dit programma deel te nemen. Van on zen kant kan er geen sprake zijn van een omsingeling van Duitschland. De betrekkingen met Italië. Aangaande Italië bracht Eden in herinne ring, dat de verslechting in de betrekkingen te wijten is aan de poging van Engeland zyn verplichtingen krachtens het Volken bondshandvest na te komen. Het is nooit een Engelsch-Italiaansche twist geweest. Zoolang dit feit niet in Italië als waar er kend wordt, zullen de betrekkingen tusschen beide landen onder een misverstand lijden. De door Mussolini geuite bewering, dat de Middellandsche zee voor Groot- Britannië eer een gemak is dan een vi taal belang, al4us Edqn, geeft niet vol ledig de Britsche belangen weer. De Middellandsche zee vormt geen afkor- ting, maar de voornaamste verkeers ader. Spr. bestrijdt niet, dat voor Italië 4e Middellandsche zee het leven zelf is, maar beweert wel, dat de vrijheid van scheepvaart in deze wateren eveneens een vitaal belang, in den ruimsten zin des woords, voor de landen van het Britsche gemeenebest is. In de afgeloopen jaren, aldus vervolgde Eden dit deel zijner redevoering, hebben de belangen van Engeland en Italië elkander eerder aangevuld, dan dat zij met elkaar in strijd waren. De Britsche regeering wenscht krachtig, dat deze betrekkingen ook in de toekomst behouden blijven. Engeland juicht de verzekering van Mus solini toe, dat Italië niet voornemens is de zen zeeweg te bedreigen of te verbreken. Ook Engeland heeft dergelijke voornemens niet. „Wij hebben geen enkelen wensch tot dreigen of aanvallen te plegen op welk Ita- liaansch belang in de Middellandsche zee ook. Onder deze omstandigheden zou het mogelijk moeten zijn voor beide landen, naar onze meening, voort te gaan deze vi tale belangen in de Middellandsche zee te handhaven, niet alleen zonder conflict, maar zelfs tot wederzij dsch voordeel. Het Verre Oosten. Slechts kort beroerde Eden het Verre Oosten. In dit verband zeide hij, dat het hem verheugde te kunnen constateeren, dat laatstelijk aanwijzingen zijn verkregen voor een duidelijke verbetering in de Chineesch- Japansche spanning. Eden's slotbetoog. Het beeld, dat ik voor u ontworpen heb, aldus Eden tenslotte, toont, dat de internationale toestand vrij ernstig is. Persoonlijk geloof ik echter niet, dat een catastrophe onvermijdelijk is. Ik geloof, dat de toekomstige vrede van Europa voor een groot deel afhankelijk zal zijn van den rol, dien wij zullen spe len. Wy wenschen de leiding te nemen van de beweging ter verzekering van een krachtige en stabiele Europeesche regeling, maar wy zullen een dergelijke regeling niet tot stand brengen, noch zullen wij aan den Volken bond het gezag kunnen hergeven, dat wij besloten hebben hem te geven, tenzij wy vastberaden staan tegenover onze doelein den en over wapenen beschikken. De oppositie juichte Eden toe, toen hij ver klaarde, dat er geen duurzame vrede kan bestaan zonder een accoord over de bewa peningen en dat de volken nooit de bestaans voorwaarden zullen genieten, waarop zij recht hebben, tenzij een dergelijk accoord tot stand komt. Wij zien echter, aldus ver volgde Eden, het schouwspel van enkele na ties, die beginnen zelfs den levensstandaard ten offer te brengen aan den standaard ha- rer bewapeningen. De drie voornaamste punten van het Britsche program zijn: ten eerste ver sterking van het gezag van den Volken bond, ten tweede onderhandelingen over een Europeesche regeling en ten derde heruitrusting der Britsche strijdkrach ten. Na deze redevoering van Eden begonnen de debatten. Ongeregeldheden te Tanger. Gisteravond heeft een vechtpartij plaats gehad in een Spaansch café te Tanger. Een dertigtal Italiaansche matrozen en gegra dueerden bezochten in gezelschap van een Italiaansch burger een café, dat veel door aanhangers van het Spaansche volksfront wordt bezocht en riepen hier „Leve Musso lini". De internationale politie kon ternauwer nood de bezoekers van het café beschermen. Eenige materieele schade werd aangericht en twee personen werden licht gekwetst, waaronder een inspecteur der politie. Een Italiaan, die als provocateur wordt be schouwd, is gearresteerd. Offensief der regeeringstroepen in liet Noord-Westen. Uit Bilbao wordt gemeld, dat het nieuwe offensief der regeeringstroepen zich mani festeert in een bombardement van Ondarrao en Elgoisar. De rechtsche troepen hebben Mondragon ontruimd. De luchtmacht der regeering heeft ver scheidene strategische punten en spoorwe gen rondom San Sebastian gebombardeerd. Ramon Sales gefusilleerd. In den afgeloopen nacht is Ramon Sales, presidentd er zoogenaamde vrye vakvere nigingen, gefusilleerd. Van 1921 tot 1923 was Sales de rechterhand der generaals Marti- nezanido en Arlegiu, die toen in een verbit terden strijd tegen de C.N.T. gewikkeld wa ren. Hij werd eenige dagen vóór den militai ren opstand gearresteerd, slaagde er in te ontvluchten, doch werd Vrijdag l.L opnieuw in hechtenis genomen. Alicante door opstandelingen gebombardeerd. Uit Alicante wordt gemeld, dat twee vliegtuigen der opstandelingen vannacht de stad hebben gebombardeerd. Een aantal groote torpedo's werd omlaag geworpen, waarby vooral op de haven werd gericht. Een steenkoolschip werd beschadigd, terwijl twee bommen in de nabijheid van den Ar- gentijnschen kruiser „25 de Mayo" vielen. De kruiser opende het vuur uit zijn luchtafweer geschut qm de vliegtuigen te verdrijven. Medegedeeld wordt, dat alleen de Duit sche en Italiaansche schepen in de haven hun lichten niet doofden, toen het alarm „luchtgevaar" werd gegeven. Mededeelingen van regeeringszijde. De luchtmacht der regeering is zeer actief. Boven Madrid werden vijf toestellen van de opstandelingen neergeschoten en bo vendien werd een opmarsch van de regee- rnigstroepen eenige kilometers ten Zuiden van Madrid krachtig gesteund. De opstan delingen moesten over een frontbreedte van 20 K.M. terugtrekken. De batterijen artillerie der regeering, welke bij Carabanchel Bajo stonden opgesteld om Caranbanchel Alto te bombardeeren, konden tot dit laatste dorp oprukken. Het ministerie van luchtvaart deelt mede, dat de regeeringsluchtmacht een convooi van 8 tanks en vrachtauto's der opstandelingen tusschen Mostoles en Nava Carnero heeft gebombardeerd, het convooi werd ernstig be schadigd. Ook werden bommen geworpen op concentraties van de opstandelingen bij Villaviciosa, waardoor verscheidene vracht auto's in brand vlogen. Het ministerie wijst er verder op, dat de objecten, welke door de luchtmacht der regeering militair zijn, in tegenstelling met de objecten, welke de luchtmacht der opstan delingen uitkiest. Deze bombardeerde o.a. Alicante onder „verdachte omstandigheden". Communiqué der opstandelingen. In een officieel communiqué, dat te mid dernacht werd gepubliceerd, deelt het hoofd kwartier der opstandelingen aan het front voor Madrid mede, dat de troepen van gene raal Varela de stellingen, welke zij gisteren bezet hebben, versterken om als basis te dienen voor de komende operaties. Het groote hoofdkwartier der opstandelin gen deelt mede, dat de zevende divisie der rechtschen aan het Noordelijk front het dorp Fresmedilla Guardarama heeft bezet. Ook hier werden de ingenomen stellingen ver sterkt en werd op sommige punten het front in een meer rechte lijn gebracht, waarbij den vijand ernstige verliezen werden toe gebracht. In Asturie werd de zuivering voortgezet. De rechtschen sloegen verwoede aanval len van de regeeringstroepen op de verbin dingswegen af. Aan het Somosierrafront werd de vyand, die een aanval deed op Bruitrago, teruggeslagen. Een vijftigtal aan vallers sneuvelde. Boven Madrid werden zes jachtvliegtui gen van de regeering door negen vliegtui gen der rechtschen omlaag geschoten. De toestellen vielen op de huizen van Madrid. Verder werd een driemotorig bombarde mentsvliegtuig van de regeering neerge schoten. De siiuaiie van Danizig. DE ANTI-POOLSCHE INCIDENTEN. De „Danziger Vorposten" meldt, dat de politie drie militante nationaal-socialisten, die als de aanstichters der anti-Poolsche in cidenten werden beschouwd, heeft gear resteerd. Na een verhoor door den rechter van instructie werden zij weer op vrye voe ten gesteld. Het onderzoek duurt voort. Het nummer van gister van het Poolsche blad „Gazeta Gdanska", dat een relaas van I de incidenten te Schöneberg bevatte, is door de politie in beslag genomen, zonder dat een motief voor dezen maatregel is gegeven. DE OOSTENRIJKSCHE BEGROOTING. Ruim 57 millioen schilling tekort. Gisteren is de begrooting voor 1937 aan de leden van den Oostenrykschen bondsdag ter hand gesteld. De uitgaven bedragen 2.373 millioen schil ling en de inkomsten 1.333 millioen. Het tekort bedraagt dus 40 millioen schilling, welke deficit nog uit anderen hoofde met 17 millioen moet worden verhoogd. De toestand in Palestina GEEN OPSCHORTING DER JOODSCHE IMMIGRATIE. Verklaring van Ormsby Gore. In het Lagerhuis heeft de minister van koloniën, Ormsby Gore, verklaard, dat de Britsche regeering tot de slotsom is geko men, dat opschorting der immigratie in Palestina gedurende het onderzoek der koninklijke commissie niet door economische of andere motieven gerechtvaardigd zou zijn. Ten aanzien van de Palestijnsche immi gratiekwestie heeft Ormsby Gore nog ge zegd, dat het in de bestaande omstandig heden naar de meening der regeering ver standig zal zijn den hoogen commissaris te verzoeken, een gematigd gebruik van de economische hulpbronnen van Palestina te maken. Op voorstel van den hoogen commis saris heeft de regeering goedgekeurd, dat het aantal immigratiecertificaten voor de eerstvolgende zes maanden beperkt blijft tot 1800. EEN BRITSCH-NEDERLANDSCHE OVEREENKOMST. Betreffende dubbele belastingen. Een der leden van het Lagerhuis te Londen heeft de vraag gesteld, of de Britsch-Neder- landsche overeenkomst betreffende dubbele belastingen ook van gelding is voor de Ne- derlandsche koloniën en, zoo niet, of maat regelen getroffen kunnen worden om een dergelijke uitbreiding te bereiken. Colville antwoordde namens de regeering: „Ik neem aan, dat de vraag betrekking heeft op de onlangs door Engeland en Nederland gesloten overeenkomst tot het wederzijdsch voorkomen van het heffen van dubbele in komstenbelasting. Deze overeenkomst geldt niet voor de Nederlandsche koloniën en be zittingen. Op het tweede deel van de vraag kan ik antwoorden, dat over de mogelijk heid van het onderhandelen over dergelijke vraagstukken met buitenlandsche mogend heden naar omstandigheden wordt beslist". RUSLAND EN DE „COMMUNISTISCHE BANDIETEN' IN MANDSJOEKWO. In kringen van het Kwantoengleger hecht men veel belang aan een officieel rapport uit de provincie Sankiang, volgens hetwelk lichte militaire sowjet-vliegtuigen sedert vorigen zomer tweemaal de grens gepasseerd zyn en 250 K.M. op Mandsjoerijsch gebied zijn doorgedrongen, waar zy communistische bandieten in het district Tangyoean aan den Beneden-Soengari voorzagen van wapenen, munitie en fondsen, zulks volgens bekente nissen van een gearresteerd en verhoord lid dezer benden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 1