De Eerste Kamer met vacantie. Lars Hanseri. I R i J K A A VITAMINEN De rijtijdenwet aangenomen. T De politie-kwesties te Assen. Een definitieve oplossing kan nog lang op zich laten wachten. £uchtoaaet JfcfieepsUidiHQm Jiucqediike Stand £anxU PARLEMENT Een motie N.S.B. verworpen. HÊÊÊÊmÊM Jeuillelon TOEKOMST ZAG ER SLECHT UIT DOOR RHEUMATISCHE PIJNEN EN INDIGESTIE. Nu van alle pijnen verlost. Wij laten den heer W. H. G. te G. zelf aan het woord. „Toen ik 50 werd, kreeg ik aanvallen van rheumatische py'n en van indigestie. De toekomst zag er slecht voor my uit, en omdat ik handelsreiziger was, liep mijn productiviteit eveneens aanzien lijk terug. Ik nam de gebruikelijke midde len, zonder eenig blijvend resultaat. Toen begon ik Kruschen Salts te nemen. Hoewel ik eigenlijk nogal pessimistisch gestemd was, ging ik mij toch spoedig anders voe len. Opgewekter, sterker en veel energie ker, zonder rheumatiek, terwijl ik geen last meer had van indigestie. Ik blijf doorgaan met Kruschen Salts. Meestal neem ik wat mee in een enveloppe als ik buitenshuis moet overnachten. Op reis raad ik iedereen Kruschen Salts aan". Dikwijls is bij beginnende rheumatische pijn het slachtoffer zich niet bewust van de oorzaak. Immers, onbemerkt kunnen de afvalstoffen zich in Uw lichaam op- hoopen, die niet alleen de oorzaak zijn van indigestie, maar waaruit dan langzamer hand ook de schadelijke stoffen als urine zuur etc. ontstaan. Juist dit urinezuur is ma'.r al te dikwijls de oorzaak van rheu matiek. De zes zouten, waaruit Kruschen Salts bestaat, sporen Uw afvoerorganen, lever, nieren en ingewanden, aan tot krachtiger werking, waardoor de afvalstoffen snel en volkomen op natuurlijke wijze worden verwijderd. Het bloed wordt gezuiverd, de eetlust keert terug en de rheumatische pijnen zullen afnemen, om tenslotte ge heel op te houden. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg baar bij alle apothekers en erkende dro gisten k 0.40, ƒ0.70 en 1.60 per flacon, omzetbelasting inbegrepen. Let op, dat op het etiket op de fles:h, zoowel als op de buitenverpakking de naam Rowntree Han dels Maatschappij Amsterdam voorkomt. (van onzen R.-redacteur). De moeilijkheden in het politiecorps zijn voor Assen een cause célèbre ge worden. Vooral na het ontslag en de schorsing van den hoofdinspecteur, waarvan het bericht voor velen zeer onverwacht uit de lucht is komen val len, is er in het stadje haast geen on derwerp, dat meer de gedachten bezig houdt dan deze slepende geschiedenis, waarvan men reeds vreesde, dat zij nim mer tot een oplossing zou worden ge bracht. De regenachtige morgen van Donderdag was vol drukte wegens de belangrijke veemarkt op dezen dag, maar de gemoederen der Assenaren waren wel met andere dingen vervuld. Nu komen ook weer opnieuw de ver halen los, die over de politie in dit plaatsje van nog geen 20.000 inwoners, waar iedereen elkaar kent, de ronde doen. Met smaak ver telt men u van den agent, die onder dienst tijd, terwijl nij geacht werd heel ergens anders te zijn, naar huis kwam omdat hij iets had vergeten. Daar betrapte hij een boven hem gestelden politieman, die het zich tijdens zijn afwezigheid in zijn huis ge zellig maakte. Geen van beide partijen heeft er echter een klacht over bij hun superieuren ingediend. Want de een kon niet, zonder zijn vingers te branden, rap port maken van het feit dat de ander zijn dienst verliet om thuis iets te halen en de ander durfde geen melding te maken van de minder oirbare gedragingen van den een, omdat dan tevens zijn eigen overtreding zou blijken! De hoofdinspecteur. Door deze en andere omstandigheden schijnt het aan discipline in het Assensche politiecorps wel wat ontbroken te hebben. De hoofdinspecteur bezat blijkbaar niet ge noeg tact om daaraan een einde te maken en ook zijn persoonlijk voorbeeld als hoofd van den opsporingsdienst droeg daar wel licht het zijne toe bij. Menigvuldig zijn de klachten uit de burgerij, waarbij hem een zekere laksheid wordt verweten, die aan zijn prestige onder de bevolking niet ten goede kwam. Zoo kostte het vaak groote moeite, om hem te bewegen handelend op te treden bij aangelegenheden, waarbij de daders van een aangegeven misdrijf zich vermoedelijk buiten zijn rayon bevonden. Inderdaad kurnen kleine gevallen van dief stal, verduistering of oplichting voor de betrokken polit'e-autoriteiten veel romp slomp meebrengen, die niet evenredig schijnt aan het belang van de zaak, maar zoo redeneert men in Assen dat mag deze autoriteiten niet weerhouden, hun plicht te doen. Na veel aandrang werd dan soms tot een vervolging overgegaan, die ook wel eenig resultaat opleverde. Vraagt men nu den hoofdinspecteur naar de kwestie van de anonieme brie ven, die door zijn schorsing opnieuw in het centrum der publieke belangstel ling is komen te staan, dan verklaart hij pertinent, daaraan volkomen onschul dig te zijn. Nu hebben echter twee des kundigen een voor hem ongunstige uit spraak gedaan. Eerst was het dr. W. F. Hesselink, die tot de conclusie kwam, dat deze brieven van den hoofdinspec teur zelf afkomstig waren. Thans is daar nog bij gekomen de verklaring van dok ter Hulst uit Leiden, welke daarmede overeenstemt. Dit laatste moet bij den burgemeester den doorslag hebben ge geven. Maar hiermee is de zaak nog niet uit. In tegendeel, zij is in een nieuwe faze gekomen, die een langdurige verlenging ervan doet voorzien. Want de inspecteur van politie gaat in beroep en het lijdt geen twijfel of het scheidsgerecht zal deze aangelegenheid met groote nauwgezetheid bestudeeren. Waarschijnlijk zullen nieuwe deskundigen moeten worden gehoord, wier rapporten natuurlijk eenige voorbereiding zullen vergen. Wanneer dan de beslissing van den burgemeester wordt bekrachtigd, staat voor den hoofdinspecteur nog de weg open naar den Centralen raad van beroep in Utrecht, die opnieuw over de feiten moet beslissen Ook de burgemeester kan in beroep gaan, wanneer hij met de uitspraak van het scheidsgerecht niet accoord gaat. Zoo kan het nog lang duren, vooraleer eindelijk een onherroepelijke beslissing is gevallen. De kwestie tusschen den hoofdinspecteur en den eervol ontslagen agent de Kr. krijgt hierdoor althans naar veler oordeel een ander aspect. Merkwaardig is, dat deze agent van politie langen tijd als de rechter hand van den hoofdinspecteur werd be schouwd. De laatste heeft ook aan zijn be noeming, nu ongeveer zes jaar geleden, meegewerkt en de eerste jaren was de on derlinge verhouding uitstekend. Op den duur schijnt daar verandering in te zijn gekomen en nu kan men zich nauwelijks grooter vijanden voorstellen. In het gezin van de Kr. heerscht nu groote vreugde, omdat men in de geno men beslissing den weg ziet, welke tot rehabilitatie zou kunnen leiden. Welis waar is het ontslag gegeven op andere gronden, maar de Kr. heeft den indruk, dat de geschiedenis met de anonieme brieven een belangrijke factor is ge weest bij de overwegingen, om het ont slag te handhaven. Voortdurend is hij bezig geweest, om de autoriteiten voor zijn zaak te interesseeren en zoo was dan ook voor hem het ontslag van den hoofdinspecteur niet zoo'n verrassing, als het voor de niet-in gewijd en was. Het standpunt van de Kr. houdt tevens de aankondiging in van een langdurige lijdensgeschiedenis, die nog lang de gemoe deren in Drente's hoofdstad in beroering zal houden. Want zoo zeide ons zijn vrouw, die ons in de plaats van haar afwezigen echtgenoot te woord stondwe laten het er niet bij zitten. Als werkelijk vast staat, dat v. d. M de anonieme brieven heeft geschre ven (wat voor ons geen vraagstuk is), dan zal de Kr. zijn eigen ontslag opnieuw aan hangig maken. Nu het recht eindelijk schijnt te zullen zegevieren, aldus zijn opvatting, zal er ook voor mij recht zijn te verkrijgen. ONZE POSTVLUCHTEN. De Perkoetoet is op de uitreis te Ban- doeng aangekomen. Nachtegaal heeft slecht weer. De Nachtegaal is gisteren op de uitreis in Athene geland. In verband met slechte weersomstandigheden zal het toestel niet onmiddellijk vertrekkeh. De Edel valk is gisteravond om 18.55 uit Indië op Schiphol geland. Zaterdagmorgen zal het K.L.M.-vlieg- tuig „Rietvink" van Amsterdam naar Batavia vertreken. De bemanning van dit vliegtuig bestaat uit de heeren J. J. van Balkom (gezagvoerder), H. Dil (2de be stuurder), P. F. Hendriks (werktuigkun dige) en Th. J. Bellm (radiotelegrafist). De post voor dit toestel moet uiterlijk henenavond te Amsterdam zijn. K. L. M. BESTELT NOG DRIE DOUGLAS VLIEGTUIGEN VAN HET NIEUWE TYPE. Naar wij vernemen, heeft de K. L. M. be sloten, haar bestelling van acht Douglas- vliegtuigen van het nieuwe type D. C. 3 met nog drie vliegtuigen van dit type uit te breiden. De bijzonder gunstige ervaringen, welke tot dusver met de kortgeleden afgeleverde eerste machine is opgedaan zoo heeft deze gisteren een vlucht van vijf uren bo ven ons land gemaakt heeft voor deze extra bestelling den doorslag gegeven. KON. HOLL. LLOYD. Waterland, thuisr., 5 Nov. 19 u. v. Santos. K. N. S. M. Berenice 5 Nov. van A'dam naar Gibraltar voor orders. Bodegraven 4 Nov. van Arica naar Mol- lendo. Calypso 5 Nov. van A'dam naar R'dam, 6 Nov. v.m. te R'dam. Cottica, 5 Nov. om 15 uur te Havre, ver trokken om 19 uur naar A'dam. 6 Nov. 3.30 uur Lydd gepasseerd. 6 Nov. wordt ongeveer 20.30 uur te Amsterdam verwacht. Ganymedes 5 Nov. van Bourgas n. Varna Hebe 5 Nov. te Gdynia. Irene 5 Nov. te Kopenhagen. Mars 6 Nov. te A'dam. Orion 5 Nov. van Malta n. Piraeus. Orpheus 6 Nov. 2 uur te Hamburg. Stella 5 Nov. van Istanboel n. Izmir. Stuyvesant 5 Nov. 7 uur te Madeira. Telamon 5 Nov. van A'dam n. R'dam, 6 Nov. te Rotterdam. Titus 5 Nov. Cape Finisterre gepasseerd. Ulysses 5 Nov. Gibraltar gepasseerd. Stoomv. Mij. „Nederland". Chr. Huygens, uitr., te Port Said 6 Nov. Johan de Witt, thuisr., te Suez 6 Nov. Manoeran, S. J. P. L., te Kaapstad 6 Nov. Enggano, uitr., van Suez 3 Nov. ZUIDSCHARWOIDE (Octoberü Geboren: Cornelia Theresia, d. van Jacob Weel en Cornelia Zijp. George Nicolaas, zoon van Cornelis Nicolaas Rood en Hendrika Maria Jacet. Anna Emme- rentiana, dochter van Petrus Grootjes en Catharina Clara Maria Mulder. URSEM (Oct.) Geboren: Simon Franciscus, z. van P. M. Borst en E. C. Verbart. Johannes Si mon z. van S. A. Rinkel en M. C. Kooijman. HEEMSKERK (October) Bevallen: M. P. de Ruyter-de Gr»„« d. M. H. de Wit-Hoogeland d. HEFFING OP BOTER. De heffing op boter en de vervoerv. gunning voor buitenlandsche boter is v de week van 8 tot 14 November va*?* 8tt!d ??a A°80.perKG-' behoudens t5s" schentijdsche wijziging. us~ VEILING TE W'ARMENHUIZEN Aan de veiüng te Warmenhuizen'w.h, verhandeld in: werü October 1936 October 89.125 k.g. 78.560 Roode kool Gele kool 27.550 Gewone witte kool 981.650 Deensche witte kool 21.275 Nep 22.857 Uien 92.725 Slaboonen 3.985 Aardappelen 473.660 Bieten 17.800 Peen 3.825 Andijvie 31.800 stuks 1.025 De omzet bedroeg in Oct. 1936 31703 59 tegen 37.727.29 in October 1935. 16.250 442.000 7.825 15.975 36.275 1.355 362.950 5.800 9.200 Van onzen parlementairen medewerker. Het ernstig verzet, dat zich Woensdag in de Eerste Kamer tegen het ontwerp-rijtij denwet openbaarde, heeft geen stand gehou den. Het fond waarop het rustte bleek al thans niet zoo breed te zijn als men aan vankelijk had kunnen vermoeden, waarbij we niet over het hoofd zien, dat de regee ring door eenige toezeggingen de liberale fractie tenslotte nog mee heeft gekregen. En zoo kon het gebeuren, dat de Senaat met 33 tegen 10 stemmen aannam het wets ontwerp houdende bepalingen, beoogende het tegengaan van oververmoeidheid van bestuurders van motorrijtuigen, gelijk de titel voluit luidt Voordat de regeering aan het woord kwam, spraken nog de heeren Nivard (r.k.) en van Sasse van IJsaelt (r.k.) Dezen lieten een ander geluid hooren dan hun fractiegc- n00ten Janssen de Limpens en Kropman den vorigen dag. De ministers zullen er wel licht wat meer hoop door hebben gekregen. De heer Nivard kwam voornamelijk op tegen degenen, die zich zoo ernstig be zwaard hadden gevoeld door de groote dele gatie van bevoegdheid van de wetgevende aan de uitvoerende macht zoodat zij den onaangenamen indruk hadden gehad, als zou de regeering de Staten-Generaal bij deze regeling hebben willen uitsluiten. Heel nuchter wees deze afgevaardigde er op, dat juist een regeling bij algemeenen maatregel van bestuur het mogelijk maakt de ontwikkeling van verkeersaangelegenhe- den, die zoo sterk wisselende aspecten ver- toonen, op den voet te volgen en, zoo noodig, onmiddellijk in te grijpen. Maar wel zou de regeering goed doen rekening te houden met de wenschen en wenken der Kamer, en in het bijzonder met de vragen van den heer Droogleever Fortuyn, waaronder er ook waren van speciaal belang voor de haven steden. De heer van Sasse van IJsaelt uitte even eens dezen wensch en zou, evenals zijn ganger, zijn stem aan het ontwerp niet ont houden, al voegde h(j er (als jurist) de op merking aan toe, dat h(j het geen «elukkJn proeve van wetgeving achtte. Anderz(jdi moest h(j toegeven, dat de practjjk eigenlijk tot een algemeenen maatregel van bestuur dwong. De regeering aan het woord. Het waren eveneens de eischen van de practijk, waarop de beide ministers, die het ontwerp verdedigden, zich beriepen, om het gebrek aan inhoud te verontschuldigen. Minister Slingenberg, die het eerst sprak, maakte een vergelijking met de besluiten- regeer ing van koning Willem L Diens beslui ten gingen echter buiten de v< lksvertegH- woordiging om, terwijl wat de regeemi voorstelt er binnen blijft. Met nadruk verzekerde hij, dat „de erva ringen des levens" zullen worden getocht aan den toekomstigen algemeenen maatre gel van bestuur, waarmede de minister hl- doelde: de verkeersorganisatias en de beo den van werkgevers en werknemers, betrok ken bij het autovervoer, terwijl de heer t. Citters met de aanhaling van mmshr van Schaik's woorden het oog had gehad op de Kamers. Een misverstand, dat bij de replie ken werd opgehelderd; doch deze afge vaardigde bleek er niet door bekeerd te zijn. De minister kon zich de opwinding va» den heer van Citters niet goed begrijpt»; met de opmerkingen der volksvertegen woordiging zou immers wel degelijk reke ning worden gehouden! Verschillende leden hadden erop aange drongen, dat de regeering in plaats van een machtigingswet een wijziging van de Ar beidswet zou hebben bevorderd. Maar voerde de minister hiertegen aan de Ar beidswet kent toch ook den algemeenen maatregel van bestuur. Er is haast geen wet die zoozeer met algemeene maatregelen werkt als juist de Arbeidswet! Bovendien hfcVfTvrrVrVT» Een overwintering op Spitsbergen, 24) Voor sportslul zou deze toch een waar ge not zijn geweest, voor deze drie menschen daarentegen was het een zware inspanning. Toen zij op den heuvelkam waren aange komen, zagen zij uit over een wild, woest landschap. Bij het stijgen was er menige zweetdruppel gevallen. Zij waren thans doodop en besloten een oogenblik te rus ten. De mannen gingen op hun rug In de sneeuw liggen en zagen op naar den blau wen hemel. Door de dikke kleeding van rendierhuiden waren zij goed beschut, zoo- dat de koude sneeuw geen vat op hen had. Hierboven op het plateau was de sneeuw harder dan in het dal. Men had zich om hoog moeten werken door den scherpen kwamen de ski's recht te staan, dan gleed sneeuw te zetten, want miste men even en de ski's kwamen recht te staan, dan gleed men onherroepelijk weer omlaag. Wegens de koude mochten zij niet blij ven liggen en weldra stelde Johan voor, verder te gaan. Wederom verliep er een uur. Zij trokken thans over een gletscher, waarbij de grootste voorzichtigheid in acht genomen moest worden, daar in den winter alles wit is, zoodat de oneindig diepe scheu ren en kloven slechter te ontdekken zijn dan in den zomer, wanneer de gletscher een meer blauwe tint heeft. Op een gegeven oogenblik voelde Johan, die thans weer vooraan was, plotseling een paar armen om zich heen, die hem met een ruk vast hielden, zoodat de ski's onder hem uit schoten. Hij sloeg achterover op Karl, die hem had gegrepen. Zij lagen beiden op den uitersten rand van een afgrond, die loodrecht naar beneden liep. Berner reikte hem zijn skistok. Deze zette zijn ski's dwars en met groote krachtsinspanning haalde hij Johan naar zich toe en zóó kwam deze lang zaam overeind, maar Karl bleef onbewege lijk liggen. Bij de minste beweging had hij naar beneden kunnen glijden. Ook hij greep den hem toegestoken stok en langzaam en voorzichtig werd ook hij op deze wijze ge red. Johan schudde Karl's hand, terwijl hij uitriep: „Hartelijk dank! Toen de voeten onder mij weg schoten, wist ik niet, wat mij overkwam. Ik was zoo in gedachten ver zonken, dat ik niet had opgelet. Jij hebt me een goede les gegeven. Het was op het kantje af!" Daar stonden ze nu. Dit was een van die hindernissen, die het verder trekken op zoo'n oogenblik onmogelijk konden maken. De kloof was meer dan 20 meter breed en voor zoo ver men kon zien, van ontzaglijke diepte. Zij stonden nu voor de keuzen: óf te trachten een plaats te vinden waar zij in de kloof konden afdalen en dan aan den over kant weer omhoog te komen een levens gevaarlijk werk óf langs de kloof op de zee aan te trekken. Dit laatste was wel de meest verkieslijke weg. In den zomer ware dit niet te doen geweest, want zij wisten zeer goed, dat bijna alle gletschers hier naar zee loopen en daar als een hooge steile rotswand eindigen. In den winter echter ligt daar veel drijfijs tegen aan gespoeld en zij waren overtuigd, dat zij daarover om den gletscher heen zouden kunnen komen. Natuurlijk was dit een heele omweg, doch zij hadden niet veel keu6. Hier, over het ijs van den gletscher, ging het met reuzen vaart. Karl stormde voor aan. In eenige minuten werd een mijl afge legd en het duurde niet lang of het ging omlaag op de zee aan, die, zooals zij had den verwacht, langs de kust met pakijs was bedekt. Zij trokken er over. Nu hij weer op zee was, voelde Johan zich weer harpoenier. Hy klom op een hoop over el kander geschoven jjsschotsen en keek om zich heen. Bijna onmiddellijk gingen zijn handen aarschuwdende de lucht in en was hij verdwenen. Direct daarop hoorde zij een schot. Karl en Berner haastten zich naar de richting van het geluid en zij zagen Johan reeds gebukt over een zeehond. Hij bleef drinken, totdat de anderen bij hem kwamen. Toen ook deze verzadigd waren, werd de tocht om de gletscher heen vervolgd. Na ongeveer zes uur loopen waren zij tot voor bij de kloof, «die naar zee steeds breeder uitliep. Intusschen bleven zij hun weg over de schotsen volgen, totdat zij den ge- heelen gletscher achter zich hadden want het was niet gemakkelijk, zich daar tegen op te werken en indien dit ook gelukt ware, hadden zij misschien opnieuw hindernissen als voorheen kunnen ontmoeten. Toen zij den gletscher voorbij waren, kon den zij weer het strand op. Zij waren niet vlug opgeschoten, zoolang hun weg over 't pakijs voerde. Bergen van hoog opgescho ven schotsen en knobbels noodzaakten hen herhaaldelijk van den rechten weg af te wijken. Het was daar moeilijk skiën. Toen zij laat op den avond zich in schui ne richting tegen een bergketen omhoog hadden gewerkt, kregen zij daarboven een vrij uitzicht over de geheele Rödebaai en op het eiland Amsterdam. Zij waren zoo hoog, dat zij thans een daling van wel eenige mijlen voor zich hadden. Zóó van boven gezien bleek, dat zy een heel stuk weg konden afsnijden door in rechte lijn naar omlaag te gaan en vervolgens over de vlakte langs Rödebaai, doch weldra zouden zy weer voor een bergketen staan, die deze vlakte doorsnijdt en die, evenals de vorige tot aan zee loopt. Zij hadden dan de kans weer opnieuw naar zee te moeten afslaan om over 't pakijs verder te komen, want de ze keten bestaat uit steile rotsen, die on vele plaatsen zelfs voor rendieren onbe gaanbaar zijn. Door het warme zeehondenbloed opge- frischt en met een terrein voor zich, naar het scheen zonder hindernissen, gingen zn weer in schuine richting omlaag. Zonder de voeten te bewegen stonden zy op hun ski's drie gedaanten, die daar met groote vaart over de gladde vlakte voort schoten Ach ter hen lag slechts een enkel op de harde sneeuw bijna onzichtbaar skispoor. Op de ze wijze werden een paar mylen afgelegd en toen zy even ophielden, stond Berner te waggelen; hij kon zich niet meer op de been houden. Steunend viel hij neer. Dadelijk was Johan by hem, doch merkte spoedig, dat Berner slechts overver moeid was en dat hem verder niets mW" keerde. Hijzelf voelde immers ook zijn Mj* dematen trillen, want het is te veel ge van de beenspieren, zóó lang zonder be**" ging op ski's te staan. Hy zette zich nM» Berner. Na een kwartier rust ging het wet» verder. Zij moesten nu een afstand van ruim e*|j halve mijl over het pakijs afleggen, van inham, die de Rödebaai hier in de vormt. Dit was welkom, want nu konden W hun stijve voeten en beenen eens weer aan het werk zetten. Toen zij dan ook den ov* kant hadden bereikt, waren zij door de weging weer op verhaal gekoman. Met speed ging het weer verder en de na <T* het was helder en licht weer was diger dan zy verwacht hadden. De bcrg ten die nu voor hen lag, heet de RödeWju rotsen. Deze rotsen zijn niet hoog. toen het «tijgen begon, bleek, dat Bare" krachten langzamerhand uitgeput raa Hij kwam wel mee, doch hy was een eind achter. Johan en Karl die op hoogte waren en eens omkeken, zagen dat zij te hard liepen en meer rekening Berner moesten houden. Johan merk „Hij is de zwakste van ons drieën. Laa wachten en hem verder helpen. Ik za steunen, terwijl jij hem onder den neemt, totdat we boven zyn. De reis hem erg aangepakt; hij ziet er sle nt Mocht het blyken dat hij niet meer loopen, dan moeten we hem maar 1 zoolang wy het slechte kunnen volbouw-" wantverder moeten wel" 1éjj (Wordt vervol*"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 6