De Eerste Kamer met vacantie.
Lars Hanseri.
I
R i J K A A VITAMINEN
De rijtijdenwet aangenomen.
T
De politie-kwesties te Assen.
Een definitieve oplossing kan nog
lang op zich laten wachten.
£uchtoaaet
JfcfieepsUidiHQm
Jiucqediike Stand
£anxU
PARLEMENT
Een motie N.S.B. verworpen.
HÊÊÊÊmÊM
Jeuillelon
TOEKOMST ZAG ER SLECHT UIT
DOOR RHEUMATISCHE PIJNEN
EN INDIGESTIE.
Nu van alle pijnen verlost.
Wij laten den heer W. H. G. te G. zelf
aan het woord. „Toen ik 50 werd, kreeg
ik aanvallen van rheumatische py'n en van
indigestie. De toekomst zag er slecht voor
my uit, en omdat ik handelsreiziger was,
liep mijn productiviteit eveneens aanzien
lijk terug. Ik nam de gebruikelijke midde
len, zonder eenig blijvend resultaat. Toen
begon ik Kruschen Salts te nemen. Hoewel
ik eigenlijk nogal pessimistisch gestemd
was, ging ik mij toch spoedig anders voe
len. Opgewekter, sterker en veel energie
ker, zonder rheumatiek, terwijl ik geen
last meer had van indigestie. Ik blijf
doorgaan met Kruschen Salts. Meestal
neem ik wat mee in een enveloppe als ik
buitenshuis moet overnachten. Op reis
raad ik iedereen Kruschen Salts aan".
Dikwijls is bij beginnende rheumatische
pijn het slachtoffer zich niet bewust van
de oorzaak. Immers, onbemerkt kunnen
de afvalstoffen zich in Uw lichaam op-
hoopen, die niet alleen de oorzaak zijn van
indigestie, maar waaruit dan langzamer
hand ook de schadelijke stoffen als urine
zuur etc. ontstaan. Juist dit urinezuur is
ma'.r al te dikwijls de oorzaak van rheu
matiek.
De zes zouten, waaruit Kruschen Salts
bestaat, sporen Uw afvoerorganen, lever,
nieren en ingewanden, aan tot krachtiger
werking, waardoor de afvalstoffen snel en
volkomen op natuurlijke wijze worden
verwijderd. Het bloed wordt gezuiverd, de
eetlust keert terug en de rheumatische
pijnen zullen afnemen, om tenslotte ge
heel op te houden.
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg
baar bij alle apothekers en erkende dro
gisten k 0.40, ƒ0.70 en 1.60 per flacon,
omzetbelasting inbegrepen. Let op, dat op
het etiket op de fles:h, zoowel als op de
buitenverpakking de naam Rowntree Han
dels Maatschappij Amsterdam voorkomt.
(van onzen R.-redacteur).
De moeilijkheden in het politiecorps
zijn voor Assen een cause célèbre ge
worden. Vooral na het ontslag en de
schorsing van den hoofdinspecteur,
waarvan het bericht voor velen zeer
onverwacht uit de lucht is komen val
len, is er in het stadje haast geen on
derwerp, dat meer de gedachten bezig
houdt dan deze slepende geschiedenis,
waarvan men reeds vreesde, dat zij nim
mer tot een oplossing zou worden ge
bracht. De regenachtige morgen van
Donderdag was vol drukte wegens de
belangrijke veemarkt op dezen dag,
maar de gemoederen der Assenaren
waren wel met andere dingen vervuld.
Nu komen ook weer opnieuw de ver
halen los, die over de politie in dit plaatsje
van nog geen 20.000 inwoners, waar iedereen
elkaar kent, de ronde doen. Met smaak ver
telt men u van den agent, die onder dienst
tijd, terwijl nij geacht werd heel ergens
anders te zijn, naar huis kwam omdat hij
iets had vergeten. Daar betrapte hij een
boven hem gestelden politieman, die het
zich tijdens zijn afwezigheid in zijn huis ge
zellig maakte. Geen van beide partijen
heeft er echter een klacht over bij hun
superieuren ingediend. Want de een kon
niet, zonder zijn vingers te branden, rap
port maken van het feit dat de ander zijn
dienst verliet om thuis iets te halen en de
ander durfde geen melding te maken van de
minder oirbare gedragingen van den een,
omdat dan tevens zijn eigen overtreding
zou blijken!
De hoofdinspecteur.
Door deze en andere omstandigheden
schijnt het aan discipline in het Assensche
politiecorps wel wat ontbroken te hebben.
De hoofdinspecteur bezat blijkbaar niet ge
noeg tact om daaraan een einde te maken
en ook zijn persoonlijk voorbeeld als hoofd
van den opsporingsdienst droeg daar wel
licht het zijne toe bij. Menigvuldig zijn de
klachten uit de burgerij, waarbij hem een
zekere laksheid wordt verweten, die aan
zijn prestige onder de bevolking niet ten
goede kwam. Zoo kostte het vaak groote
moeite, om hem te bewegen handelend op
te treden bij aangelegenheden, waarbij de
daders van een aangegeven misdrijf zich
vermoedelijk buiten zijn rayon bevonden.
Inderdaad kurnen kleine gevallen van dief
stal, verduistering of oplichting voor de
betrokken polit'e-autoriteiten veel romp
slomp meebrengen, die niet evenredig
schijnt aan het belang van de zaak, maar
zoo redeneert men in Assen dat mag
deze autoriteiten niet weerhouden, hun
plicht te doen. Na veel aandrang werd dan
soms tot een vervolging overgegaan, die ook
wel eenig resultaat opleverde.
Vraagt men nu den hoofdinspecteur
naar de kwestie van de anonieme brie
ven, die door zijn schorsing opnieuw in
het centrum der publieke belangstel
ling is komen te staan, dan verklaart hij
pertinent, daaraan volkomen onschul
dig te zijn. Nu hebben echter twee des
kundigen een voor hem ongunstige uit
spraak gedaan. Eerst was het dr. W. F.
Hesselink, die tot de conclusie kwam,
dat deze brieven van den hoofdinspec
teur zelf afkomstig waren. Thans is daar
nog bij gekomen de verklaring van dok
ter Hulst uit Leiden, welke daarmede
overeenstemt. Dit laatste moet bij den
burgemeester den doorslag hebben ge
geven.
Maar hiermee is de zaak nog niet uit. In
tegendeel, zij is in een nieuwe faze gekomen,
die een langdurige verlenging ervan doet
voorzien. Want de inspecteur van politie
gaat in beroep en het lijdt geen twijfel of
het scheidsgerecht zal deze aangelegenheid
met groote nauwgezetheid bestudeeren.
Waarschijnlijk zullen nieuwe deskundigen
moeten worden gehoord, wier rapporten
natuurlijk eenige voorbereiding zullen
vergen. Wanneer dan de beslissing van den
burgemeester wordt bekrachtigd, staat voor
den hoofdinspecteur nog de weg open
naar den Centralen raad van beroep in
Utrecht, die opnieuw over de feiten moet
beslissen Ook de burgemeester kan in
beroep gaan, wanneer hij met de uitspraak
van het scheidsgerecht niet accoord gaat.
Zoo kan het nog lang duren, vooraleer
eindelijk een onherroepelijke beslissing is
gevallen.
De kwestie tusschen den hoofdinspecteur
en den eervol ontslagen agent de Kr. krijgt
hierdoor althans naar veler oordeel een
ander aspect. Merkwaardig is, dat deze
agent van politie langen tijd als de rechter
hand van den hoofdinspecteur werd be
schouwd. De laatste heeft ook aan zijn be
noeming, nu ongeveer zes jaar geleden,
meegewerkt en de eerste jaren was de on
derlinge verhouding uitstekend. Op den
duur schijnt daar verandering in te zijn
gekomen en nu kan men zich nauwelijks
grooter vijanden voorstellen.
In het gezin van de Kr. heerscht nu
groote vreugde, omdat men in de geno
men beslissing den weg ziet, welke tot
rehabilitatie zou kunnen leiden. Welis
waar is het ontslag gegeven op andere
gronden, maar de Kr. heeft den indruk,
dat de geschiedenis met de anonieme
brieven een belangrijke factor is ge
weest bij de overwegingen, om het ont
slag te handhaven. Voortdurend is hij
bezig geweest, om de autoriteiten voor
zijn zaak te interesseeren en zoo was
dan ook voor hem het ontslag van den
hoofdinspecteur niet zoo'n verrassing,
als het voor de niet-in gewijd en was.
Het standpunt van de Kr. houdt tevens
de aankondiging in van een langdurige
lijdensgeschiedenis, die nog lang de gemoe
deren in Drente's hoofdstad in beroering zal
houden. Want zoo zeide ons zijn vrouw,
die ons in de plaats van haar afwezigen
echtgenoot te woord stondwe laten het er
niet bij zitten. Als werkelijk vast staat, dat
v. d. M de anonieme brieven heeft geschre
ven (wat voor ons geen vraagstuk is), dan
zal de Kr. zijn eigen ontslag opnieuw aan
hangig maken. Nu het recht eindelijk schijnt
te zullen zegevieren, aldus zijn opvatting,
zal er ook voor mij recht zijn te verkrijgen.
ONZE POSTVLUCHTEN.
De Perkoetoet is op de uitreis te Ban-
doeng aangekomen.
Nachtegaal heeft slecht weer.
De Nachtegaal is gisteren op de uitreis
in Athene geland. In verband met slechte
weersomstandigheden zal het toestel niet
onmiddellijk vertrekkeh.
De Edel valk is gisteravond om 18.55 uit
Indië op Schiphol geland.
Zaterdagmorgen zal het K.L.M.-vlieg-
tuig „Rietvink" van Amsterdam naar
Batavia vertreken. De bemanning van dit
vliegtuig bestaat uit de heeren J. J. van
Balkom (gezagvoerder), H. Dil (2de be
stuurder), P. F. Hendriks (werktuigkun
dige) en Th. J. Bellm (radiotelegrafist).
De post voor dit toestel moet uiterlijk
henenavond te Amsterdam zijn.
K. L. M. BESTELT NOG DRIE
DOUGLAS VLIEGTUIGEN VAN HET
NIEUWE TYPE.
Naar wij vernemen, heeft de K. L. M. be
sloten, haar bestelling van acht Douglas-
vliegtuigen van het nieuwe type D. C. 3
met nog drie vliegtuigen van dit type uit te
breiden.
De bijzonder gunstige ervaringen, welke
tot dusver met de kortgeleden afgeleverde
eerste machine is opgedaan zoo heeft
deze gisteren een vlucht van vijf uren bo
ven ons land gemaakt heeft voor deze
extra bestelling den doorslag gegeven.
KON. HOLL. LLOYD.
Waterland, thuisr., 5 Nov. 19 u. v. Santos.
K. N. S. M.
Berenice 5 Nov. van A'dam naar Gibraltar
voor orders.
Bodegraven 4 Nov. van Arica naar Mol-
lendo.
Calypso 5 Nov. van A'dam naar R'dam,
6 Nov. v.m. te R'dam.
Cottica, 5 Nov. om 15 uur te Havre, ver
trokken om 19 uur naar A'dam. 6
Nov. 3.30 uur Lydd gepasseerd. 6
Nov. wordt ongeveer 20.30 uur te
Amsterdam verwacht.
Ganymedes 5 Nov. van Bourgas n. Varna
Hebe 5 Nov. te Gdynia.
Irene 5 Nov. te Kopenhagen.
Mars 6 Nov. te A'dam.
Orion 5 Nov. van Malta n. Piraeus.
Orpheus 6 Nov. 2 uur te Hamburg.
Stella 5 Nov. van Istanboel n. Izmir.
Stuyvesant 5 Nov. 7 uur te Madeira.
Telamon 5 Nov. van A'dam n. R'dam, 6
Nov. te Rotterdam.
Titus 5 Nov. Cape Finisterre gepasseerd.
Ulysses 5 Nov. Gibraltar gepasseerd.
Stoomv. Mij. „Nederland".
Chr. Huygens, uitr., te Port Said 6 Nov.
Johan de Witt, thuisr., te Suez 6 Nov.
Manoeran, S. J. P. L., te Kaapstad 6 Nov.
Enggano, uitr., van Suez 3 Nov.
ZUIDSCHARWOIDE (Octoberü
Geboren: Cornelia Theresia, d. van
Jacob Weel en Cornelia Zijp. George
Nicolaas, zoon van Cornelis Nicolaas Rood
en Hendrika Maria Jacet. Anna Emme-
rentiana, dochter van Petrus Grootjes en
Catharina Clara Maria Mulder.
URSEM (Oct.)
Geboren: Simon Franciscus, z. van P.
M. Borst en E. C. Verbart. Johannes Si
mon z. van S. A. Rinkel en M. C. Kooijman.
HEEMSKERK (October)
Bevallen: M. P. de Ruyter-de Gr»„«
d. M. H. de Wit-Hoogeland d.
HEFFING OP BOTER.
De heffing op boter en de vervoerv.
gunning voor buitenlandsche boter is v
de week van 8 tot 14 November va*?*
8tt!d ??a A°80.perKG-' behoudens t5s"
schentijdsche wijziging. us~
VEILING TE W'ARMENHUIZEN
Aan de veiüng te Warmenhuizen'w.h,
verhandeld in: werü
October 1936 October
89.125 k.g. 78.560
Roode kool
Gele kool 27.550
Gewone witte kool 981.650
Deensche witte kool 21.275
Nep 22.857
Uien 92.725
Slaboonen 3.985
Aardappelen 473.660
Bieten 17.800
Peen 3.825
Andijvie 31.800 stuks 1.025
De omzet bedroeg in Oct. 1936 31703 59
tegen 37.727.29 in October 1935.
16.250
442.000
7.825
15.975
36.275
1.355
362.950
5.800
9.200
Van onzen parlementairen medewerker.
Het ernstig verzet, dat zich Woensdag in
de Eerste Kamer tegen het ontwerp-rijtij
denwet openbaarde, heeft geen stand gehou
den. Het fond waarop het rustte bleek al
thans niet zoo breed te zijn als men aan
vankelijk had kunnen vermoeden, waarbij
we niet over het hoofd zien, dat de regee
ring door eenige toezeggingen de liberale
fractie tenslotte nog mee heeft gekregen.
En zoo kon het gebeuren, dat de Senaat
met 33 tegen 10 stemmen aannam het wets
ontwerp houdende bepalingen, beoogende
het tegengaan van oververmoeidheid van
bestuurders van motorrijtuigen, gelijk de
titel voluit luidt
Voordat de regeering aan het woord
kwam, spraken nog de heeren Nivard (r.k.)
en van Sasse van IJsaelt (r.k.) Dezen lieten
een ander geluid hooren dan hun fractiegc-
n00ten Janssen de Limpens en Kropman
den vorigen dag. De ministers zullen er wel
licht wat meer hoop door hebben gekregen.
De heer Nivard kwam voornamelijk op
tegen degenen, die zich zoo ernstig be
zwaard hadden gevoeld door de groote dele
gatie van bevoegdheid van de wetgevende
aan de uitvoerende macht zoodat zij den
onaangenamen indruk hadden gehad, als
zou de regeering de Staten-Generaal bij
deze regeling hebben willen uitsluiten.
Heel nuchter wees deze afgevaardigde er
op, dat juist een regeling bij algemeenen
maatregel van bestuur het mogelijk maakt
de ontwikkeling van verkeersaangelegenhe-
den, die zoo sterk wisselende aspecten ver-
toonen, op den voet te volgen en, zoo noodig,
onmiddellijk in te grijpen. Maar wel zou de
regeering goed doen rekening te houden met
de wenschen en wenken der Kamer, en in
het bijzonder met de vragen van den heer
Droogleever Fortuyn, waaronder er ook
waren van speciaal belang voor de haven
steden.
De heer van Sasse van IJsaelt uitte even
eens dezen wensch en zou, evenals zijn
ganger, zijn stem aan het ontwerp niet ont
houden, al voegde h(j er (als jurist) de op
merking aan toe, dat h(j het geen «elukkJn
proeve van wetgeving achtte. Anderz(jdi
moest h(j toegeven, dat de practjjk eigenlijk
tot een algemeenen maatregel van bestuur
dwong.
De regeering aan het woord.
Het waren eveneens de eischen van de
practijk, waarop de beide ministers, die het
ontwerp verdedigden, zich beriepen, om het
gebrek aan inhoud te verontschuldigen.
Minister Slingenberg, die het eerst sprak,
maakte een vergelijking met de besluiten-
regeer ing van koning Willem L Diens beslui
ten gingen echter buiten de v< lksvertegH-
woordiging om, terwijl wat de regeemi
voorstelt er binnen blijft.
Met nadruk verzekerde hij, dat „de erva
ringen des levens" zullen worden getocht
aan den toekomstigen algemeenen maatre
gel van bestuur, waarmede de minister hl-
doelde: de verkeersorganisatias en de beo
den van werkgevers en werknemers, betrok
ken bij het autovervoer, terwijl de heer t.
Citters met de aanhaling van mmshr van
Schaik's woorden het oog had gehad op de
Kamers. Een misverstand, dat bij de replie
ken werd opgehelderd; doch deze afge
vaardigde bleek er niet door bekeerd te zijn.
De minister kon zich de opwinding va»
den heer van Citters niet goed begrijpt»;
met de opmerkingen der volksvertegen
woordiging zou immers wel degelijk reke
ning worden gehouden!
Verschillende leden hadden erop aange
drongen, dat de regeering in plaats van een
machtigingswet een wijziging van de Ar
beidswet zou hebben bevorderd. Maar
voerde de minister hiertegen aan de Ar
beidswet kent toch ook den algemeenen
maatregel van bestuur. Er is haast geen wet
die zoozeer met algemeene maatregelen
werkt als juist de Arbeidswet! Bovendien
hfcVfTvrrVrVT»
Een overwintering op
Spitsbergen,
24)
Voor sportslul zou deze toch een waar ge
not zijn geweest, voor deze drie menschen
daarentegen was het een zware inspanning.
Toen zij op den heuvelkam waren aange
komen, zagen zij uit over een wild, woest
landschap. Bij het stijgen was er menige
zweetdruppel gevallen. Zij waren thans
doodop en besloten een oogenblik te rus
ten. De mannen gingen op hun rug In de
sneeuw liggen en zagen op naar den blau
wen hemel. Door de dikke kleeding van
rendierhuiden waren zij goed beschut, zoo-
dat de koude sneeuw geen vat op hen had.
Hierboven op het plateau was de sneeuw
harder dan in het dal. Men had zich om
hoog moeten werken door den scherpen
kwamen de ski's recht te staan, dan gleed
sneeuw te zetten, want miste men even en
de ski's kwamen recht te staan, dan gleed
men onherroepelijk weer omlaag.
Wegens de koude mochten zij niet blij
ven liggen en weldra stelde Johan voor,
verder te gaan. Wederom verliep er een
uur. Zij trokken thans over een gletscher,
waarbij de grootste voorzichtigheid in acht
genomen moest worden, daar in den winter
alles wit is, zoodat de oneindig diepe scheu
ren en kloven slechter te ontdekken zijn
dan in den zomer, wanneer de gletscher een
meer blauwe tint heeft.
Op een gegeven oogenblik voelde Johan,
die thans weer vooraan was, plotseling een
paar armen om zich heen, die hem met een
ruk vast hielden, zoodat de ski's onder hem
uit schoten. Hij sloeg achterover op Karl,
die hem had gegrepen. Zij lagen beiden op
den uitersten rand van een afgrond, die
loodrecht naar beneden liep. Berner reikte
hem zijn skistok. Deze zette zijn ski's dwars
en met groote krachtsinspanning haalde hij
Johan naar zich toe en zóó kwam deze lang
zaam overeind, maar Karl bleef onbewege
lijk liggen. Bij de minste beweging had hij
naar beneden kunnen glijden. Ook hij greep
den hem toegestoken stok en langzaam en
voorzichtig werd ook hij op deze wijze ge
red. Johan schudde Karl's hand, terwijl hij
uitriep:
„Hartelijk dank! Toen de voeten onder
mij weg schoten, wist ik niet, wat mij
overkwam. Ik was zoo in gedachten ver
zonken, dat ik niet had opgelet. Jij hebt me
een goede les gegeven. Het was op het
kantje af!"
Daar stonden ze nu. Dit was een van die
hindernissen, die het verder trekken op
zoo'n oogenblik onmogelijk konden maken.
De kloof was meer dan 20 meter breed en
voor zoo ver men kon zien, van ontzaglijke
diepte.
Zij stonden nu voor de keuzen: óf te
trachten een plaats te vinden waar zij in de
kloof konden afdalen en dan aan den over
kant weer omhoog te komen een levens
gevaarlijk werk óf langs de kloof op de
zee aan te trekken. Dit laatste was wel de
meest verkieslijke weg. In den zomer ware
dit niet te doen geweest, want zij wisten
zeer goed, dat bijna alle gletschers hier
naar zee loopen en daar als een hooge steile
rotswand eindigen. In den winter echter
ligt daar veel drijfijs tegen aan gespoeld
en zij waren overtuigd, dat zij daarover om
den gletscher heen zouden kunnen komen.
Natuurlijk was dit een heele omweg, doch
zij hadden niet veel keu6.
Hier, over het ijs van den gletscher, ging
het met reuzen vaart. Karl stormde voor
aan. In eenige minuten werd een mijl afge
legd en het duurde niet lang of het ging
omlaag op de zee aan, die, zooals zij had
den verwacht, langs de kust met pakijs
was bedekt. Zij trokken er over. Nu hij
weer op zee was, voelde Johan zich weer
harpoenier. Hy klom op een hoop over el
kander geschoven jjsschotsen en keek om
zich heen. Bijna onmiddellijk gingen zijn
handen aarschuwdende de lucht in en was
hij verdwenen. Direct daarop hoorde zij een
schot. Karl en Berner haastten zich naar de
richting van het geluid en zij zagen Johan
reeds gebukt over een zeehond. Hij bleef
drinken, totdat de anderen bij hem kwamen.
Toen ook deze verzadigd waren, werd de
tocht om de gletscher heen vervolgd. Na
ongeveer zes uur loopen waren zij tot voor
bij de kloof, «die naar zee steeds breeder
uitliep. Intusschen bleven zij hun weg
over de schotsen volgen, totdat zij den ge-
heelen gletscher achter zich hadden want
het was niet gemakkelijk, zich daar tegen
op te werken en indien dit ook gelukt ware,
hadden zij misschien opnieuw hindernissen
als voorheen kunnen ontmoeten.
Toen zij den gletscher voorbij waren, kon
den zij weer het strand op. Zij waren niet
vlug opgeschoten, zoolang hun weg over 't
pakijs voerde. Bergen van hoog opgescho
ven schotsen en knobbels noodzaakten hen
herhaaldelijk van den rechten weg af te
wijken. Het was daar moeilijk skiën.
Toen zij laat op den avond zich in schui
ne richting tegen een bergketen omhoog
hadden gewerkt, kregen zij daarboven
een vrij uitzicht over de geheele Rödebaai
en op het eiland Amsterdam. Zij waren zoo
hoog, dat zij thans een daling van wel
eenige mijlen voor zich hadden. Zóó van
boven gezien bleek, dat zy een heel stuk
weg konden afsnijden door in rechte lijn
naar omlaag te gaan en vervolgens over de
vlakte langs Rödebaai, doch weldra zouden
zy weer voor een bergketen staan, die deze
vlakte doorsnijdt en die, evenals de vorige
tot aan zee loopt. Zij hadden dan de kans
weer opnieuw naar zee te moeten afslaan
om over 't pakijs verder te komen, want de
ze keten bestaat uit steile rotsen, die on
vele plaatsen zelfs voor rendieren onbe
gaanbaar zijn.
Door het warme zeehondenbloed opge-
frischt en met een terrein voor zich, naar
het scheen zonder hindernissen, gingen zn
weer in schuine richting omlaag. Zonder de
voeten te bewegen stonden zy op hun ski's
drie gedaanten, die daar met groote vaart
over de gladde vlakte voort schoten Ach
ter hen lag slechts een enkel op de harde
sneeuw bijna onzichtbaar skispoor. Op de
ze wijze werden een paar mylen afgelegd
en toen zy even ophielden, stond Berner te
waggelen; hij kon zich niet meer op de been
houden. Steunend viel hij neer.
Dadelijk was Johan by hem, doch
merkte spoedig, dat Berner slechts overver
moeid was en dat hem verder niets mW"
keerde. Hijzelf voelde immers ook zijn Mj*
dematen trillen, want het is te veel ge
van de beenspieren, zóó lang zonder be**"
ging op ski's te staan. Hy zette zich nM»
Berner. Na een kwartier rust ging het wet»
verder.
Zij moesten nu een afstand van ruim e*|j
halve mijl over het pakijs afleggen, van
inham, die de Rödebaai hier in de
vormt. Dit was welkom, want nu konden W
hun stijve voeten en beenen eens weer aan
het werk zetten. Toen zij dan ook den ov*
kant hadden bereikt, waren zij door de
weging weer op verhaal gekoman. Met
speed ging het weer verder en de na <T*
het was helder en licht weer was
diger dan zy verwacht hadden. De bcrg
ten die nu voor hen lag, heet de RödeWju
rotsen. Deze rotsen zijn niet hoog.
toen het «tijgen begon, bleek, dat Bare"
krachten langzamerhand uitgeput raa
Hij kwam wel mee, doch hy was een
eind achter. Johan en Karl die op
hoogte waren en eens omkeken, zagen
dat zij te hard liepen en meer rekening
Berner moesten houden. Johan merk
„Hij is de zwakste van ons drieën. Laa
wachten en hem verder helpen. Ik za
steunen, terwijl jij hem onder den
neemt, totdat we boven zyn. De reis
hem erg aangepakt; hij ziet er sle nt
Mocht het blyken dat hij niet meer
loopen, dan moeten we hem maar 1
zoolang wy het slechte kunnen volbouw-"
wantverder moeten wel" 1éjj
(Wordt vervol*"