PNEUMATISCHE
PIJNEN KWELDEN
KLOOSTERBALSEM
^Buitenland
1Binnenland
De Tweede Kamer over de Staatsbegrooting
PROFESSOR SLIM EN ZOON
PARLEMENT
De pachtwet met groote meerderheid
aangenomen.
Algemeene beschouwingen.
OUDEN NEER VAN 60 JAAR
AKKERS
„Oeen goud zoo goed"
(Van onzen parlementairen medewerker).
De Tweede Kamer is gistermiddag we
derom bijeen gekomen. Zij is de laatste
lange ronde in den politieken strijd begon
nen: het debat over de Rijksbegrooting, de
laatste tevens in de loopende zittingperio
de, hetgeen beduidt, dat de zaken nog eens
extra scherp worden geformuleerd, de
puntjes nog eens terdege op de i's worden
gezet!
Alvorens echter daarmede te beginnen,
waren er nog eenige dingen af te doen.
In de eerste plaats werd als besluit der
Centrale afdeeling medegedeeld, dat den
volgenden morgen het wetsontwerp tot
goedkeuring van het huwelijk van prinses
Juliana en het wetsontwerp tot naturali
satie van prins Bernhard van Lippe Bies-
terfeld zouden worden onderzocht. Het
schijnt de bedoeling van den voorzitter,
prof. Aalberse, te zijn deze wetsontwerpen
nog deze week in openbare behandeling te
brengen, om ingevolge den wensch dar Re
geering, vóór 1 December de ontwerpen
door beide Kamers afgedaan te hebben.
Het tweede punt van belang, dat behalve
de verdere regeling van werkzaamheden,
aan de begrooting voorafging, was de
eindstemming over het wetsontwerp tot
nieuwe regeling van de pacht.
In verband met de talrijke daarin door
de Kamer en den Minister gebrachte wij
zigingen, was een tweede lezing niet over
bodig. Deze leverde ook nog eenige ver
beteringen van redactioneelen aard op,
waarna tot de eindstemming kon worden
overgegaan.
Met 76 tegen 12 stemmen werd het
ontwerp aangenomen.
De tegenstemmers waren de liberalen,
de Staatkundig Gereformeerden en de
heeren Lingbeek (Herv. Geref. Staatsp.)
en Westerman (ex-Nat. Herstel).
Blijkens een korte verklaring van den
heer Bierema (lib.) kon zijn fractie haar
stem aan het ontwerp niet geven, wegens
het continuatierecht en de te groote be
voegdheden van den rechter. De heer
Lingbeek stemde tegen, omdat h(j vond dat
het ontwerp de eigendomsrechten aan
tastte »n het „in wezen revolutionnair en
in woordkeuze roomsch" was.
Ds. Kersten drukte eenzelfde bezwaar
van den heer Lingbeek, oogenschijnlijk
wat zachter, maar in werkelijkheid veel
krasser uit, door te verklaren, dat het ont-
werp was in strijd met het „Achtste ge
bod des Heeren" („Gij zult niet stelen"V
Algemeene Beschouwingen.
Toen voorzitter Aalberse de Algemeene
Beschouwingen opende, lag er geen spre
kerslijstje voor hem, zoodat hij moest
vragen: wie verlangt het woord?
Eenige aarzeling was er in de Kamer,
maar daar verhief ir. Albarda der soc.
dem. fractie, reeds zijn stem en stak van
wal. Die aarzeling, om het woord te ne
men, voordat een groote politieke tegen
stander het zijne heeft gezegd, is wel ty
peerend voor den geest van strijd, welke
er bü een debat als dit in de Kamer
heerscht; in deze nstrijd kan een belang
rijke mate van strategie of tactiek of
hoe men het noemen wil nu eenmaal
niet worden gemist. En het kan nooit
kwaad eenige positiewinst te maken!
Zoodat dus de heer Albarda het eerst
moest spreken. Hij verklaarde aanstonds
al, over Millioenennota en begrootingscij-
fers niet veel te zullen zeggen, omdat de
monetaire maatregelen hebben gemaakt,
dat men daaraan weinig houvast heeft.
Hij wilde er de regeering geen verwijt van
maken, dat zij den gulden nog niet had ge
stabiliseerd; zij moet terecht het gunstige
tijdstip daarvoor kiezen, want ontijdige
stabilisatie zou nadeelen kunnen veroor
zaken.
Van een debat over het algemeene re-
geeringsbeleid wilde en kon de heer Al
barda niet afzien, omdtt nu de balans moet
worden opgemaakt. Voor de crisis mag men
haar niet verantwoordelijk stellen; deze
toch is internationaal. Wel echter voor de
wijze, waarop zij gemeend had de g e v o 1-
g e n van de crisis te bestrijden.
En zoo kwam de leider van de S.D.A.P.
tot een felle bestrijding van de „aanpas
singspolitiek" der regeerlng-Colijn. Uiter
aard kon hij weinig nieuws meer toevoegen
aan alle critiek, welke in den loop van het
jaar van die zijde bij debatten van econo-
mischen en financieelen aard is geleverd.
Zijn partij is voorstandster van een bln-
nenlandsche conjunctuur-politiek, die er
op is gericht door uitvoering van groote
werken en bevordering van de industria
lisatie en ordening van het bedrijfsleven,
de koopkracht te vergrooten en de wel
vaart te vergrooten. De heer Albarda
wees er op, dat we in de laatste paar jaren
rondom ons een herleving hadden gezien,
alleen in Nederland niet; hier was daaren
tegen de werkloosheid nog grooter gewor
den. Bezuinigingen, loonsverlagingen hier
en daar, kon men zeker niet ontgaan; als
de Staatsinkomsten snel vallen en de uit
gave voor de werkloozen stijgen, dan
móét er bezuinigd worden. De aanpassing
mag echter geen geneesmiddel zijn. En
door de aanpassingspolitiek waren de
financiën niet gesaneerd, maar, in tegen
deel, ontredderd.
In landen, waar men een constructieve
welvaartspolitiek had gevoerd, zooals in
Scandinavië en de Ver. Staten, was het
werkloozencljfer sterk «edaald; Belglf
werd eveneens als voorbeeld aangehaald.
De devaluatie nu had een psychische ver
lichting te weeg gebracht. Er is eenige op
leving gekomen. Maar zal deze doorzet
ten? Dat hangt heelemaal van de Regee
ring af, die thans geheel met de aanpassing
moet breken. Meer dan ooit is er, volgens
den heer Albarda, nu aanleiding tot uit
voering van een plan van groote werken,
gelijk het Plan van den Arbeid voorziet.
De Regeering gevoelt voor dat Plan en
voor de uitvoering op groote schaal van
publieke werken niet bijzonder veel en
daarom was er te meer reden voor den
heer Albarda om het Plan van den Arbeid
te propageeren.
Bij de r. katholieken en ook onder chr.
historischen gaan stemmen op voor orde
ning, vandaar dat de verkiezingen z. i.
zouden staan in het teeken van den strijd
voor een constructieve welvaartspolitiek.
Met nadruk betwistte hij dat een herstel
van de voormal'ge rechtsche coalitie,
waarvoor in het voorloopig verslag stem
men zijn opgegaan en ook buiten de Ka
mer in r. k. kring (van d» zijde van
het oud-Kamerlid baron van Wijnbergen)
in 's lands belang zou zijd. In godsdienstig
opzicht bestaan er zoovele verschillen tus-
schen de groepen var rechts dat daarom
alleen reeds samenwerking onmogelijk
zou zijn, hoeveel te minder, wanneer er
nog verschillen van practische politiek bij
komen, bijv. op het gebied der ordening,
krachtig voorgestaan door de katholieken,
bestreden door de anti-revolutionnairen.
Boven de 50 zetels zouden de drie groote
rechtsche partijen, bestookt door de groe-
pen-Lingbeek, Kersten en van Houten, 1
waaraan zij de noodige stemmen zouden
verliezen, nog afgezien -an de c.-h. en
r.-k., die in wanhoop op de n.s.b. zouden
stemmen, zeker niet komen. En is dat een
basis, stevig genoeg om een coalitie-Kabi
net op te bouwen?
Nadat de heer A.barda er op gewezen
had, dat het 'n gelukkig verschijnsel is dat
In Nederland meer dan 85 der kiezers
afkeering is van een dictatuur van links
of van rechts, en ook dat op de arbeiders
bewegingen hier kan worden gerekend
voor de verdediging van de democratie,
klaagde hij er over, dat de Regeering nog
altijd niet het verbod voor een bepaalde
categorie van ambtenaren en arbeiders
om lid te zijn van S. D. A. P. of N. V. V.
had opgeheven cn zij, bij haar overwegin
gen om daarin wijziging te brengen, ook
overweegt haar houding ten aanzien van
de N. S. B. in deze te herzien. Tenminste.
da( .dacht hij. Dit werd ten zeerste be
treurd, juist omdat een krachtiger optre
den van de Regeering tegen de N. S. B
die wettige vergaderingen in ons democra
tische land verstoort, meer dan ooit ge-
wenscht is.
De heer Albarda verzekerde de Regee
ring dat zij voor de verdediging van onzen
democratischen Staat op de arbeiders zou
kunnen rekenen en hü hoopte tenslotte,
dat de verkiezingen van 1937 een krach
tige Regeering zullen opleveren, die door
haar bezielende leiding Kamer en Re
geering zou vereenigen in den strijd voor
onze geestelijke volksvrijheden en demo
cratische staatsinstellingen.
Eenlingen aan 't woord.
Daarna kregen we een paar „eenlingen!"
Eerst den heer Lingbeek (H.G.S.), die
oordeelde, dat men de werklooze betei voor
den steun kon laten werken, dan alleen
maar zijn geld opstrijken. Meer werk wil
de hij ook wel; dat de gulden zweefde,
vond hij niet erg, als de Regeering er
slechts op paste, dat hij niet zweefde
waarheen hij wilde. Het slot van de rede
van den heer Lingbeek werd gevuld door
zijn gebruikelijke philippica tegen die pro
testanten, die, door in een coalitie met
Rome samen te gaan, het protestantsche
Nederland hadden verraden. Hij zag Ne
derland nog een 'weede Spanje worden,
als men niet spoedig tot inkeer kwam!
De heer Westerman (ex-nat. herstel)
ontdekte groote lacunes in de gezagshand-
having. Weliswaar had de regeering maat
regelen genomen (uinform verbod, bij
voorbeeld), maar die waren z. i. minde:
noodig dan straffe maatregelen teger
straatterreur en 1 et weren van commu
nisten en revolutionnairen uit de verte
genwoordigende lichamen. Na 3Vi Jaai
eindelijk wordt dit laatste in een grond
wetsherziening voorgesteld. Maar de
straatterreur bij colportage en stakingen,
waarbij werkwilligen worden gemoles
teerd, gaan door. De heer Westerman be
pleitte het opgeven van niet meer renda
bele bedrijven, wier producten met groote
verliezen naar het buitenland worder, ge
ëxporteerd. Zoo rijk zijn we niet dat we
daarmede kunnen voortgaan. Duitschland
heeft zijn vierjarenplan, riep hij uit, maar
wij wachten op verbetering van de wereld
conjunctuur. De politiek der regeering
bleef z. 1. even zwevend als zij altijd was
geweest. Net hetzelfde was het geval met
den gulden; te lang blijft de gulden zwe
vend. Waarom hem niet vastgehaakt aan
het pond? En wat de defensie betreft, de
versterking daarvan ging ook veel te
langzaam!
Toen de heer Westerman zijn rede had
beëindigd, vroeg de voorzitter weer, wie
het woord wenschte, want zijn sprekers-
laatje was blijkbaar al uitgeput. Niemand
deed echter een mond open en zoo zat er
niets anders op dan de vergadering op een
ongewoon vroegtijdig uur (nog niet heele
maal vier uur) tot den volgenden middag
te verdagen!
INSKÏP OVER DE DEFENSIEPOLITIEK
DER ENGELSCHE REGEERING.
Binnen het kader van de debatten in het
Lagerhuis over het adres van antwoord op
de troonrede heeft Sir Thomas Inskip een
verklaring afgelegd over de defensiepolitiek
der Britsche regeering.
Spr. begon met eraan te herinneren, dat
Engeland tegen nien-.and agressieve bedoe
lingen heeft. De verdediging, aldus ging de
minister voor de coördinatie der defensie
voort, brengt met zich mede, dat wij ge
roepen kunnen worden een bijdrage te leve
ren ter uitvoering van zeker verplichtingen
met het doel den oorlog te voorkomen en „te
ontmoedigen''.
ïomas Inskip
Op sommige plaatsen verklaart men, dat
de verdediging van dit land waarschijnlijk
de eenige leuze is, waaronder het land en
het rijk zich aaneen zullen sluiten.
Voor Engeland, dat een groot deel van de
voor- en nadeelen van zijn positie als eiland
behouden heeft, is de handhaving van een
machtige vloot noodzakelijk.
Wanneer de luchtmacht haar deel moet
bijdragen, moet zij even krachtig zijn, ten
einde zich van haar verplichtingen te kun
nen kwijten, als dit vroeger de vloot was.
Voortgaarde gaf spr. uiting aan zijn ver
trouwen in het vermogen en de doelmatig
heid van de nieuwe types militaire vlieg
tuigen en wees erop, dat belangrijke maat
regelen in de naaste toekomst eveneens ge
nomen zullen worden voor de bescherming
van het gebied tegen het lurhtgevaar:
Ultramoderne luchtafweerbatterijen en eer
beschermend net, „opgehouden door kabel
ballons rondom Londen". In het jaar 1937
zal men een productie tot ontwikkeling zien
komen, welke in zekere gevallen reeds is
aangevangen en die in toenemend tempo zal
worden voortgezet tot 1939 „1940 Boven
dien zullen twee divisies van het landleger
getransformeerd worden- in Juchtafweer-
livisies, de een voor d%. verdediging van
Zuid-Engeland en de tweede voor dè Mid-
lands en de Noordelijke gebieden. Spr.
voegde hieraan toe: „Ik heb nooit geloofd
en weiger te gelooven, dat een nieuwe oor
log onvermijdelijk ia, wanneer wij de on
ontbeerlijke maatregelen nemen".
Hongerbetoogers in bet parlement.
Twee groepen van tweehonderd deel
nemers aan den „hongeroptocht", die naar
Londen gekomrn waren om te protesteeren
tegen de nieuwe regeling der werkloosen-
onclersteuning, hebben gistermiddag gepoogd
naar het parlement te marcheeren, teneinde
contact te zoeken met hun vertegenwoordi
gers in het Lagerhuis. De politie gelastte hun
uiteen te gaan. Daarop begaven de werk
loozen zich in kleine groepjes naar hst
Lagerhuis, waar sü de wandelgangen konden
betreden op voorwaarde geen te talrijke
groepen te vormen.
PROTESTVERGADERING IN GDINGEN.
De Danslger situatie.
De Berlijnsche bladen leveren veront
waardigd commentaar op de protestvergade-
ring te Gdingen van 20.000 personen om te
protesteeren tegen zekere maatregelen van
de nationaal-socialistische autoriteiten van
Dantzig. Vooral zijn zij verontwaardigd over
het zingen van een revolutionnair anti-
Duitsch lied uit het tijdperk van den op
stand in Boven-Silezië.
JOODSCHE WINKELS IN BOEKAREST
GEPLUNDERD.
Te Pascani nabij Jassy hebben een aan
tal deelnemers aan het congres der christe
lijk nationale partij bij hun terugkomst uit
Boekarest verschillende joodsche winkels
geplunderd en enkele personen lastig geval-
en. Er werden verschillende arrestaties
verricht. In een tweetal plaatsjes hadden
oortgelijke voorvallen plaats.
RYDZ SMIGLY'S BENOEMING TOT
MAARSCHALK.
Zijn naam zal voortaan Smigly
Rydz zijn.
De benoeming van generaal Rydz Smigly
(wiens naam in het vervolg Smigly Rydz zal
luiden) tot maarschalk is in overeenstem-
ming met de aaneensluiting, die thans ver
wezenlijkt wordt in Polen onder de leuze
„Nationale verdediging".
Het is nog moeilijk te zeggen of deze aan
eensluiting een uitgesproken politieken
vorm zal aannemen.
In politieke kringen meent men te weten,
dat zulks niet in het voornemen van den
nieuwen maarschalk ligt, die zou verkiezen
niet de bruggen tusschen hem en de ele
menten der oppositie te verbreken, welke
nog mogelijkheid hebben zich rondom het
leger aaneen te sluiten. Wel kan gezegd
worden, dat Smigly Rijdz geroepen is
steeds meer den rol van arbiter in het
Poolsche volk te spelen.
Met de benoeming van Smigly Rydz tot
maarschalk gaat gepaard de bevordering
van generaal Casimir Sosnowski tot inspec
teur van het Poolsche leger. Sosnowski was
de voornaamste uitwerker en onderhandelaar
van het Fransch-Poolsche bondgenootschap.
DE MIJNWERKERS STAKING IN BELGIE.
De stakers van Elouges, die geweigerd
hadden de mijngangen te verlaten, zijn
thans vrijwillig naar de oppervlakte ge
komen. 168 arbeiders van de Alliance-mijn
hebben echter nog geweigerd uit de mijn te
komen.
NIEUWE STR»JD IN HET VERRE
OOSTEN.
Inval van Mongoolsehe troepen In
Suiyuan.
Een gecombineerde Mandsjoekwo—Mon
goolsehe strijdmacht ter sterkte van 30.000
man met vliegtuigen, pantserwagens en
tanks, is vanuit Tsjahar de provincie
Suiyuan binnengevallen en heeft een aan
val gedaan op het Chineesrhe leger.
De gevechten moeten zeer hevig zijn en
naar verluidt trekken de aanvallers met
verlieten terug.
De vertegenwoordigers van de vreemde
mogendheden te Nanking hebben van de
Chineesche regeering den raad gekregen
alle buienlanders uit binnen-Mongolie te
doen vertrekken.
De JaoanschChineeecbe onder
handelingen.
Het ministerie van buitenlandsche zaken
heeft nog geen officieel rapport ontvangen
over de zevende bespreking, die gisteren
'usschen den Japenachen ambassadeur,
'awagoe. en den Chlneeachen minister van
buitenlandsche zaken, Tsjang Tsjoen, te
Nanking is gehouden, doch naar de woord
voerder van het ministerie verklaarde
scheen China een standvastiger houding
te hebben aangenome—
VICTOK EMANUEL HEDEN 67 JAAR.
fti geheel Italië wordt baden de 67e ver
jaardag van koning Victor Emanuel ge
vierd.
Te Rome werd o.a. hedenmorgen een
groote militaire parade gehouden.
TITULESCU HERSTELD.
Vrienden van den Roemeenschen oud
minister van buitenlandschen zaken, Titu-
lescu, die aan een' bloedziekte lijdende was,
hebben uit Lugano vernomen, dat h(j ge
heel hereteld ia, en binnen een paar dagen
naar Boekarest zal terugkeeren, aldus
meldt de Daily Tejegraph uit Boekarest.
Titulescu zou het voornemen te kennen
heben gegeven, zijn vroegere werkzaam
heden aan de universiteit van Boekarest
te hervatten.
HET ENGELSCHE UNIFORMVERBOD.
Het wetsontwerp aangaande hand
having der openbare orde.
De tekst van het wetsontwerp tot hand
having van de openbare orde, welke gister
avond bekend werd gemaakt, voorziet in de
vervolging van ieder persoon, die in het
openbaar een uniform draagt, waaruit zjjn
verbondenheid met een politieke organisatie
blijkt of in verband staande met een politiek
doel. Verder voorziet de wet in vervolging
van personen, welke organisaties vormen,
die hen in staat moeten stellen de diensten
van politie of gewapende macht aan zich te
trekken, of voor het ten toon spreiden van
kracht tot ondersteuning van een politiek
doel de z.g. halfmilitaire organisaties.
Ook voorziet de wet in een nauwkeurige
omschrijving van de bevoegdheden der poli
tie bij het regelen van optochten en het
ventueel verbieden daarvan, zelfs in het
voor een bepaalden tijd verbieden van eiken
optocht of demonstratie.
Het dragen van wapenen tijdens een
openbare bijeenkomst of langs den weg van
Dank m den KLOOSTERMLStft
Is hQ nu «eer kras en monter
.Tot mfjn ÓOete jaar man teerde Ik nooit
ut», maar toan begonnen haotoa rhaa*
mallak-aanoallan mijn leven ta oer.
gallan. Haada begon Ik ta wanhopen,
toen aan orland oan mijn leeftijd
vertelde tvelka wonderbaarlijke onder*
vindingen hu had opgedaan mat Klooa.
tarbalxem f/u Ik telf dit wondarlüke
middel heb toagapaat, kan Ik oarklaran.
dat Ik mU waar jeugdig en monter
raooal alt aan knaap oan 80 Jaar. at
ioop Ik aaratdaaga 00 jaar ta worden,"
J. Vr. ta B.
•aieiNiei rta mttti
Onovertroffen b(] brand- en enqwonden
Ook ongeëvenaard ale wrlj'rnMdoi mi
Rheumatiek, spit en p(|nl||ke spieren
bonroeidoo» 84 et kottan. 02)4 at. «n f l.Qg
MM
een optocht zal sla een misdrijf worden be
schouwd.
In bevoegde kringen hoopt men, dat desa
wet voor het eind van dit Jaar ln werking
zal kunnen treden en wijst men op de soe
pelheid van het ontwerp, dat geen definitie
geeft van politieke uniformen. Het ui <jUi
aan de justitie worden overgelaten uit ta
maken wat een uniform van politlekiB aard
is. In de wet ziet men tevens de vaste wil
van de regeering in Engeland zich geen
halfmilitaire organisaties te laten vormen,
al heeft men dan ook niet den Indruk, dat
deze zich hier reeds zouden hebben ge
vormd.
BELGISCH PARLEMENT BIJ1EN.
Huysmana opnieuw voorzitter vu
de Kamer.
De gewone parlementazlttlng is gister
middag geopend. Huysmana werd tot voor
zitter van de Kamer herkozen. De regeering
zal nog een wetsvoorstel Indianen betref
fende het wettelijke bestaan van Vlaamstks
en Waalsche divisies en regimenten en hst
beheer over het Vlaamsche leger voor di
Noordelijke gebieden en het Waalsche lepr
voor de Zuidelijke provincies. Gevrsa|d
wordt het gebruik van de belde r.atioaik
talen op de krijgsschool en bij de hoogs of
ficieren tot ontwikkeling te brengen. Hit
wetaontwerp heeft ten doel de VlaansdM
parlementsleden tevreden te stellen en tl-
dus hun goedkeuring van de militaire her
vorming, die onder dese leden oppodtp
ontmoet, te vergemakkelijken.
DE IZWESTYA OVER DE REDE
VAN EDEN.
Naar aanleiding van de rede, die de
Britsche minister van buitenlandsche za
ken, Eden, onlangs in het Lagerhuis heeft
gehouden, schrijft de Izwestya uit Moskou.
Deze vrome wenschen worden door de
Engelsche diplomatie niet voor de eertts
mftAl OpgMQOUL
Niet nieuw is ook haar bovennatuurlijks
verlangen, de verwezenlijking van deza
vrome wenschen en plannen met instem
ming en toestemming van Duitschland ta
verkrijgen. Daarom komt het ook, dat de
Engelsche diplomatie steeda weer hetzelfde
punt struikelt. Wanneer woorden van
collectie van vrede en collectieve veilig
heid slechts woorden blijven, en niet door
overeenkomstige maatregelen tot organi
seering van den vrede worden gesteund,
dan krijgt men dat, waarvan Lltwlnof in
zijn gisteren gehouden rede zeide: een der
gelijke politiek beteekent het bankroet,
niet van het systeem van collectieve vil»
ligheid, doch van die politici, die toni
woorden betoogen, dat zij aanhangers VOD
den vrede zijn, in feite echter de agressie
in de hand werken.
F. VAN DER VELDE, t
Te Lelden is na een langdurige ongesteld
heid overleden de Vlaamsche schilder Fons
van der Velde. Hij behoorde tot de Belgi-
schev luchtelingen, die tijdens de Dultsche
bezetting van hun land naar Nederland uit
weken. De schoonheid van vele Lcidsch»
hoekjes boeide hem zoo zeer, dat hij ook ns
den oorlog in de Sleutelstad bleef. Snkele
malen verzorgde Fons van der Velde het
artistieke gedeelte van den 8 October-op
tocht.
279. Pietje zag natuurlijk weer kans om zijn vader te
foppen. Met het bekende kunstje van den professor had
hij de morielje heel erg groot gemaakt en was er zelf
ingekropen. Toen zijn vader voorbijkwam begon Pietje
heel hard te schreeuwen.
280. Professor Slim holde verschrikt weg en struikelde
over een knolvormige verdikking, die half onder den
grond zat. Dat was een truffel, ook een soort paddestoel,
maar die ls het lekkerste van allemaal. Dien middag e'
de familie Slim truffels.