PNEUMATISCHE PIJNEN KWELDEN KLOOSTERBALSEM ^Buitenland 1Binnenland De Tweede Kamer over de Staatsbegrooting PROFESSOR SLIM EN ZOON PARLEMENT De pachtwet met groote meerderheid aangenomen. Algemeene beschouwingen. OUDEN NEER VAN 60 JAAR AKKERS „Oeen goud zoo goed" (Van onzen parlementairen medewerker). De Tweede Kamer is gistermiddag we derom bijeen gekomen. Zij is de laatste lange ronde in den politieken strijd begon nen: het debat over de Rijksbegrooting, de laatste tevens in de loopende zittingperio de, hetgeen beduidt, dat de zaken nog eens extra scherp worden geformuleerd, de puntjes nog eens terdege op de i's worden gezet! Alvorens echter daarmede te beginnen, waren er nog eenige dingen af te doen. In de eerste plaats werd als besluit der Centrale afdeeling medegedeeld, dat den volgenden morgen het wetsontwerp tot goedkeuring van het huwelijk van prinses Juliana en het wetsontwerp tot naturali satie van prins Bernhard van Lippe Bies- terfeld zouden worden onderzocht. Het schijnt de bedoeling van den voorzitter, prof. Aalberse, te zijn deze wetsontwerpen nog deze week in openbare behandeling te brengen, om ingevolge den wensch dar Re geering, vóór 1 December de ontwerpen door beide Kamers afgedaan te hebben. Het tweede punt van belang, dat behalve de verdere regeling van werkzaamheden, aan de begrooting voorafging, was de eindstemming over het wetsontwerp tot nieuwe regeling van de pacht. In verband met de talrijke daarin door de Kamer en den Minister gebrachte wij zigingen, was een tweede lezing niet over bodig. Deze leverde ook nog eenige ver beteringen van redactioneelen aard op, waarna tot de eindstemming kon worden overgegaan. Met 76 tegen 12 stemmen werd het ontwerp aangenomen. De tegenstemmers waren de liberalen, de Staatkundig Gereformeerden en de heeren Lingbeek (Herv. Geref. Staatsp.) en Westerman (ex-Nat. Herstel). Blijkens een korte verklaring van den heer Bierema (lib.) kon zijn fractie haar stem aan het ontwerp niet geven, wegens het continuatierecht en de te groote be voegdheden van den rechter. De heer Lingbeek stemde tegen, omdat h(j vond dat het ontwerp de eigendomsrechten aan tastte »n het „in wezen revolutionnair en in woordkeuze roomsch" was. Ds. Kersten drukte eenzelfde bezwaar van den heer Lingbeek, oogenschijnlijk wat zachter, maar in werkelijkheid veel krasser uit, door te verklaren, dat het ont- werp was in strijd met het „Achtste ge bod des Heeren" („Gij zult niet stelen"V Algemeene Beschouwingen. Toen voorzitter Aalberse de Algemeene Beschouwingen opende, lag er geen spre kerslijstje voor hem, zoodat hij moest vragen: wie verlangt het woord? Eenige aarzeling was er in de Kamer, maar daar verhief ir. Albarda der soc. dem. fractie, reeds zijn stem en stak van wal. Die aarzeling, om het woord te ne men, voordat een groote politieke tegen stander het zijne heeft gezegd, is wel ty peerend voor den geest van strijd, welke er bü een debat als dit in de Kamer heerscht; in deze nstrijd kan een belang rijke mate van strategie of tactiek of hoe men het noemen wil nu eenmaal niet worden gemist. En het kan nooit kwaad eenige positiewinst te maken! Zoodat dus de heer Albarda het eerst moest spreken. Hij verklaarde aanstonds al, over Millioenennota en begrootingscij- fers niet veel te zullen zeggen, omdat de monetaire maatregelen hebben gemaakt, dat men daaraan weinig houvast heeft. Hij wilde er de regeering geen verwijt van maken, dat zij den gulden nog niet had ge stabiliseerd; zij moet terecht het gunstige tijdstip daarvoor kiezen, want ontijdige stabilisatie zou nadeelen kunnen veroor zaken. Van een debat over het algemeene re- geeringsbeleid wilde en kon de heer Al barda niet afzien, omdtt nu de balans moet worden opgemaakt. Voor de crisis mag men haar niet verantwoordelijk stellen; deze toch is internationaal. Wel echter voor de wijze, waarop zij gemeend had de g e v o 1- g e n van de crisis te bestrijden. En zoo kwam de leider van de S.D.A.P. tot een felle bestrijding van de „aanpas singspolitiek" der regeerlng-Colijn. Uiter aard kon hij weinig nieuws meer toevoegen aan alle critiek, welke in den loop van het jaar van die zijde bij debatten van econo- mischen en financieelen aard is geleverd. Zijn partij is voorstandster van een bln- nenlandsche conjunctuur-politiek, die er op is gericht door uitvoering van groote werken en bevordering van de industria lisatie en ordening van het bedrijfsleven, de koopkracht te vergrooten en de wel vaart te vergrooten. De heer Albarda wees er op, dat we in de laatste paar jaren rondom ons een herleving hadden gezien, alleen in Nederland niet; hier was daaren tegen de werkloosheid nog grooter gewor den. Bezuinigingen, loonsverlagingen hier en daar, kon men zeker niet ontgaan; als de Staatsinkomsten snel vallen en de uit gave voor de werkloozen stijgen, dan móét er bezuinigd worden. De aanpassing mag echter geen geneesmiddel zijn. En door de aanpassingspolitiek waren de financiën niet gesaneerd, maar, in tegen deel, ontredderd. In landen, waar men een constructieve welvaartspolitiek had gevoerd, zooals in Scandinavië en de Ver. Staten, was het werkloozencljfer sterk «edaald; Belglf werd eveneens als voorbeeld aangehaald. De devaluatie nu had een psychische ver lichting te weeg gebracht. Er is eenige op leving gekomen. Maar zal deze doorzet ten? Dat hangt heelemaal van de Regee ring af, die thans geheel met de aanpassing moet breken. Meer dan ooit is er, volgens den heer Albarda, nu aanleiding tot uit voering van een plan van groote werken, gelijk het Plan van den Arbeid voorziet. De Regeering gevoelt voor dat Plan en voor de uitvoering op groote schaal van publieke werken niet bijzonder veel en daarom was er te meer reden voor den heer Albarda om het Plan van den Arbeid te propageeren. Bij de r. katholieken en ook onder chr. historischen gaan stemmen op voor orde ning, vandaar dat de verkiezingen z. i. zouden staan in het teeken van den strijd voor een constructieve welvaartspolitiek. Met nadruk betwistte hij dat een herstel van de voormal'ge rechtsche coalitie, waarvoor in het voorloopig verslag stem men zijn opgegaan en ook buiten de Ka mer in r. k. kring (van d» zijde van het oud-Kamerlid baron van Wijnbergen) in 's lands belang zou zijd. In godsdienstig opzicht bestaan er zoovele verschillen tus- schen de groepen var rechts dat daarom alleen reeds samenwerking onmogelijk zou zijn, hoeveel te minder, wanneer er nog verschillen van practische politiek bij komen, bijv. op het gebied der ordening, krachtig voorgestaan door de katholieken, bestreden door de anti-revolutionnairen. Boven de 50 zetels zouden de drie groote rechtsche partijen, bestookt door de groe- pen-Lingbeek, Kersten en van Houten, 1 waaraan zij de noodige stemmen zouden verliezen, nog afgezien -an de c.-h. en r.-k., die in wanhoop op de n.s.b. zouden stemmen, zeker niet komen. En is dat een basis, stevig genoeg om een coalitie-Kabi net op te bouwen? Nadat de heer A.barda er op gewezen had, dat het 'n gelukkig verschijnsel is dat In Nederland meer dan 85 der kiezers afkeering is van een dictatuur van links of van rechts, en ook dat op de arbeiders bewegingen hier kan worden gerekend voor de verdediging van de democratie, klaagde hij er over, dat de Regeering nog altijd niet het verbod voor een bepaalde categorie van ambtenaren en arbeiders om lid te zijn van S. D. A. P. of N. V. V. had opgeheven cn zij, bij haar overwegin gen om daarin wijziging te brengen, ook overweegt haar houding ten aanzien van de N. S. B. in deze te herzien. Tenminste. da( .dacht hij. Dit werd ten zeerste be treurd, juist omdat een krachtiger optre den van de Regeering tegen de N. S. B die wettige vergaderingen in ons democra tische land verstoort, meer dan ooit ge- wenscht is. De heer Albarda verzekerde de Regee ring dat zij voor de verdediging van onzen democratischen Staat op de arbeiders zou kunnen rekenen en hü hoopte tenslotte, dat de verkiezingen van 1937 een krach tige Regeering zullen opleveren, die door haar bezielende leiding Kamer en Re geering zou vereenigen in den strijd voor onze geestelijke volksvrijheden en demo cratische staatsinstellingen. Eenlingen aan 't woord. Daarna kregen we een paar „eenlingen!" Eerst den heer Lingbeek (H.G.S.), die oordeelde, dat men de werklooze betei voor den steun kon laten werken, dan alleen maar zijn geld opstrijken. Meer werk wil de hij ook wel; dat de gulden zweefde, vond hij niet erg, als de Regeering er slechts op paste, dat hij niet zweefde waarheen hij wilde. Het slot van de rede van den heer Lingbeek werd gevuld door zijn gebruikelijke philippica tegen die pro testanten, die, door in een coalitie met Rome samen te gaan, het protestantsche Nederland hadden verraden. Hij zag Ne derland nog een 'weede Spanje worden, als men niet spoedig tot inkeer kwam! De heer Westerman (ex-nat. herstel) ontdekte groote lacunes in de gezagshand- having. Weliswaar had de regeering maat regelen genomen (uinform verbod, bij voorbeeld), maar die waren z. i. minde: noodig dan straffe maatregelen teger straatterreur en 1 et weren van commu nisten en revolutionnairen uit de verte genwoordigende lichamen. Na 3Vi Jaai eindelijk wordt dit laatste in een grond wetsherziening voorgesteld. Maar de straatterreur bij colportage en stakingen, waarbij werkwilligen worden gemoles teerd, gaan door. De heer Westerman be pleitte het opgeven van niet meer renda bele bedrijven, wier producten met groote verliezen naar het buitenland worder, ge ëxporteerd. Zoo rijk zijn we niet dat we daarmede kunnen voortgaan. Duitschland heeft zijn vierjarenplan, riep hij uit, maar wij wachten op verbetering van de wereld conjunctuur. De politiek der regeering bleef z. 1. even zwevend als zij altijd was geweest. Net hetzelfde was het geval met den gulden; te lang blijft de gulden zwe vend. Waarom hem niet vastgehaakt aan het pond? En wat de defensie betreft, de versterking daarvan ging ook veel te langzaam! Toen de heer Westerman zijn rede had beëindigd, vroeg de voorzitter weer, wie het woord wenschte, want zijn sprekers- laatje was blijkbaar al uitgeput. Niemand deed echter een mond open en zoo zat er niets anders op dan de vergadering op een ongewoon vroegtijdig uur (nog niet heele maal vier uur) tot den volgenden middag te verdagen! INSKÏP OVER DE DEFENSIEPOLITIEK DER ENGELSCHE REGEERING. Binnen het kader van de debatten in het Lagerhuis over het adres van antwoord op de troonrede heeft Sir Thomas Inskip een verklaring afgelegd over de defensiepolitiek der Britsche regeering. Spr. begon met eraan te herinneren, dat Engeland tegen nien-.and agressieve bedoe lingen heeft. De verdediging, aldus ging de minister voor de coördinatie der defensie voort, brengt met zich mede, dat wij ge roepen kunnen worden een bijdrage te leve ren ter uitvoering van zeker verplichtingen met het doel den oorlog te voorkomen en „te ontmoedigen''. ïomas Inskip Op sommige plaatsen verklaart men, dat de verdediging van dit land waarschijnlijk de eenige leuze is, waaronder het land en het rijk zich aaneen zullen sluiten. Voor Engeland, dat een groot deel van de voor- en nadeelen van zijn positie als eiland behouden heeft, is de handhaving van een machtige vloot noodzakelijk. Wanneer de luchtmacht haar deel moet bijdragen, moet zij even krachtig zijn, ten einde zich van haar verplichtingen te kun nen kwijten, als dit vroeger de vloot was. Voortgaarde gaf spr. uiting aan zijn ver trouwen in het vermogen en de doelmatig heid van de nieuwe types militaire vlieg tuigen en wees erop, dat belangrijke maat regelen in de naaste toekomst eveneens ge nomen zullen worden voor de bescherming van het gebied tegen het lurhtgevaar: Ultramoderne luchtafweerbatterijen en eer beschermend net, „opgehouden door kabel ballons rondom Londen". In het jaar 1937 zal men een productie tot ontwikkeling zien komen, welke in zekere gevallen reeds is aangevangen en die in toenemend tempo zal worden voortgezet tot 1939 „1940 Boven dien zullen twee divisies van het landleger getransformeerd worden- in Juchtafweer- livisies, de een voor d%. verdediging van Zuid-Engeland en de tweede voor dè Mid- lands en de Noordelijke gebieden. Spr. voegde hieraan toe: „Ik heb nooit geloofd en weiger te gelooven, dat een nieuwe oor log onvermijdelijk ia, wanneer wij de on ontbeerlijke maatregelen nemen". Hongerbetoogers in bet parlement. Twee groepen van tweehonderd deel nemers aan den „hongeroptocht", die naar Londen gekomrn waren om te protesteeren tegen de nieuwe regeling der werkloosen- onclersteuning, hebben gistermiddag gepoogd naar het parlement te marcheeren, teneinde contact te zoeken met hun vertegenwoordi gers in het Lagerhuis. De politie gelastte hun uiteen te gaan. Daarop begaven de werk loozen zich in kleine groepjes naar hst Lagerhuis, waar sü de wandelgangen konden betreden op voorwaarde geen te talrijke groepen te vormen. PROTESTVERGADERING IN GDINGEN. De Danslger situatie. De Berlijnsche bladen leveren veront waardigd commentaar op de protestvergade- ring te Gdingen van 20.000 personen om te protesteeren tegen zekere maatregelen van de nationaal-socialistische autoriteiten van Dantzig. Vooral zijn zij verontwaardigd over het zingen van een revolutionnair anti- Duitsch lied uit het tijdperk van den op stand in Boven-Silezië. JOODSCHE WINKELS IN BOEKAREST GEPLUNDERD. Te Pascani nabij Jassy hebben een aan tal deelnemers aan het congres der christe lijk nationale partij bij hun terugkomst uit Boekarest verschillende joodsche winkels geplunderd en enkele personen lastig geval- en. Er werden verschillende arrestaties verricht. In een tweetal plaatsjes hadden oortgelijke voorvallen plaats. RYDZ SMIGLY'S BENOEMING TOT MAARSCHALK. Zijn naam zal voortaan Smigly Rydz zijn. De benoeming van generaal Rydz Smigly (wiens naam in het vervolg Smigly Rydz zal luiden) tot maarschalk is in overeenstem- ming met de aaneensluiting, die thans ver wezenlijkt wordt in Polen onder de leuze „Nationale verdediging". Het is nog moeilijk te zeggen of deze aan eensluiting een uitgesproken politieken vorm zal aannemen. In politieke kringen meent men te weten, dat zulks niet in het voornemen van den nieuwen maarschalk ligt, die zou verkiezen niet de bruggen tusschen hem en de ele menten der oppositie te verbreken, welke nog mogelijkheid hebben zich rondom het leger aaneen te sluiten. Wel kan gezegd worden, dat Smigly Rijdz geroepen is steeds meer den rol van arbiter in het Poolsche volk te spelen. Met de benoeming van Smigly Rydz tot maarschalk gaat gepaard de bevordering van generaal Casimir Sosnowski tot inspec teur van het Poolsche leger. Sosnowski was de voornaamste uitwerker en onderhandelaar van het Fransch-Poolsche bondgenootschap. DE MIJNWERKERS STAKING IN BELGIE. De stakers van Elouges, die geweigerd hadden de mijngangen te verlaten, zijn thans vrijwillig naar de oppervlakte ge komen. 168 arbeiders van de Alliance-mijn hebben echter nog geweigerd uit de mijn te komen. NIEUWE STR»JD IN HET VERRE OOSTEN. Inval van Mongoolsehe troepen In Suiyuan. Een gecombineerde Mandsjoekwo—Mon goolsehe strijdmacht ter sterkte van 30.000 man met vliegtuigen, pantserwagens en tanks, is vanuit Tsjahar de provincie Suiyuan binnengevallen en heeft een aan val gedaan op het Chineesrhe leger. De gevechten moeten zeer hevig zijn en naar verluidt trekken de aanvallers met verlieten terug. De vertegenwoordigers van de vreemde mogendheden te Nanking hebben van de Chineesche regeering den raad gekregen alle buienlanders uit binnen-Mongolie te doen vertrekken. De JaoanschChineeecbe onder handelingen. Het ministerie van buitenlandsche zaken heeft nog geen officieel rapport ontvangen over de zevende bespreking, die gisteren 'usschen den Japenachen ambassadeur, 'awagoe. en den Chlneeachen minister van buitenlandsche zaken, Tsjang Tsjoen, te Nanking is gehouden, doch naar de woord voerder van het ministerie verklaarde scheen China een standvastiger houding te hebben aangenome— VICTOK EMANUEL HEDEN 67 JAAR. fti geheel Italië wordt baden de 67e ver jaardag van koning Victor Emanuel ge vierd. Te Rome werd o.a. hedenmorgen een groote militaire parade gehouden. TITULESCU HERSTELD. Vrienden van den Roemeenschen oud minister van buitenlandschen zaken, Titu- lescu, die aan een' bloedziekte lijdende was, hebben uit Lugano vernomen, dat h(j ge heel hereteld ia, en binnen een paar dagen naar Boekarest zal terugkeeren, aldus meldt de Daily Tejegraph uit Boekarest. Titulescu zou het voornemen te kennen heben gegeven, zijn vroegere werkzaam heden aan de universiteit van Boekarest te hervatten. HET ENGELSCHE UNIFORMVERBOD. Het wetsontwerp aangaande hand having der openbare orde. De tekst van het wetsontwerp tot hand having van de openbare orde, welke gister avond bekend werd gemaakt, voorziet in de vervolging van ieder persoon, die in het openbaar een uniform draagt, waaruit zjjn verbondenheid met een politieke organisatie blijkt of in verband staande met een politiek doel. Verder voorziet de wet in vervolging van personen, welke organisaties vormen, die hen in staat moeten stellen de diensten van politie of gewapende macht aan zich te trekken, of voor het ten toon spreiden van kracht tot ondersteuning van een politiek doel de z.g. halfmilitaire organisaties. Ook voorziet de wet in een nauwkeurige omschrijving van de bevoegdheden der poli tie bij het regelen van optochten en het ventueel verbieden daarvan, zelfs in het voor een bepaalden tijd verbieden van eiken optocht of demonstratie. Het dragen van wapenen tijdens een openbare bijeenkomst of langs den weg van Dank m den KLOOSTERMLStft Is hQ nu «eer kras en monter .Tot mfjn ÓOete jaar man teerde Ik nooit ut», maar toan begonnen haotoa rhaa* mallak-aanoallan mijn leven ta oer. gallan. Haada begon Ik ta wanhopen, toen aan orland oan mijn leeftijd vertelde tvelka wonderbaarlijke onder* vindingen hu had opgedaan mat Klooa. tarbalxem f/u Ik telf dit wondarlüke middel heb toagapaat, kan Ik oarklaran. dat Ik mU waar jeugdig en monter raooal alt aan knaap oan 80 Jaar. at ioop Ik aaratdaaga 00 jaar ta worden," J. Vr. ta B. •aieiNiei rta mttti Onovertroffen b(] brand- en enqwonden Ook ongeëvenaard ale wrlj'rnMdoi mi Rheumatiek, spit en p(|nl||ke spieren bonroeidoo» 84 et kottan. 02)4 at. «n f l.Qg MM een optocht zal sla een misdrijf worden be schouwd. In bevoegde kringen hoopt men, dat desa wet voor het eind van dit Jaar ln werking zal kunnen treden en wijst men op de soe pelheid van het ontwerp, dat geen definitie geeft van politieke uniformen. Het ui <jUi aan de justitie worden overgelaten uit ta maken wat een uniform van politlekiB aard is. In de wet ziet men tevens de vaste wil van de regeering in Engeland zich geen halfmilitaire organisaties te laten vormen, al heeft men dan ook niet den Indruk, dat deze zich hier reeds zouden hebben ge vormd. BELGISCH PARLEMENT BIJ1EN. Huysmana opnieuw voorzitter vu de Kamer. De gewone parlementazlttlng is gister middag geopend. Huysmana werd tot voor zitter van de Kamer herkozen. De regeering zal nog een wetsvoorstel Indianen betref fende het wettelijke bestaan van Vlaamstks en Waalsche divisies en regimenten en hst beheer over het Vlaamsche leger voor di Noordelijke gebieden en het Waalsche lepr voor de Zuidelijke provincies. Gevrsa|d wordt het gebruik van de belde r.atioaik talen op de krijgsschool en bij de hoogs of ficieren tot ontwikkeling te brengen. Hit wetaontwerp heeft ten doel de VlaansdM parlementsleden tevreden te stellen en tl- dus hun goedkeuring van de militaire her vorming, die onder dese leden oppodtp ontmoet, te vergemakkelijken. DE IZWESTYA OVER DE REDE VAN EDEN. Naar aanleiding van de rede, die de Britsche minister van buitenlandsche za ken, Eden, onlangs in het Lagerhuis heeft gehouden, schrijft de Izwestya uit Moskou. Deze vrome wenschen worden door de Engelsche diplomatie niet voor de eertts mftAl OpgMQOUL Niet nieuw is ook haar bovennatuurlijks verlangen, de verwezenlijking van deza vrome wenschen en plannen met instem ming en toestemming van Duitschland ta verkrijgen. Daarom komt het ook, dat de Engelsche diplomatie steeda weer hetzelfde punt struikelt. Wanneer woorden van collectie van vrede en collectieve veilig heid slechts woorden blijven, en niet door overeenkomstige maatregelen tot organi seering van den vrede worden gesteund, dan krijgt men dat, waarvan Lltwlnof in zijn gisteren gehouden rede zeide: een der gelijke politiek beteekent het bankroet, niet van het systeem van collectieve vil» ligheid, doch van die politici, die toni woorden betoogen, dat zij aanhangers VOD den vrede zijn, in feite echter de agressie in de hand werken. F. VAN DER VELDE, t Te Lelden is na een langdurige ongesteld heid overleden de Vlaamsche schilder Fons van der Velde. Hij behoorde tot de Belgi- schev luchtelingen, die tijdens de Dultsche bezetting van hun land naar Nederland uit weken. De schoonheid van vele Lcidsch» hoekjes boeide hem zoo zeer, dat hij ook ns den oorlog in de Sleutelstad bleef. Snkele malen verzorgde Fons van der Velde het artistieke gedeelte van den 8 October-op tocht. 279. Pietje zag natuurlijk weer kans om zijn vader te foppen. Met het bekende kunstje van den professor had hij de morielje heel erg groot gemaakt en was er zelf ingekropen. Toen zijn vader voorbijkwam begon Pietje heel hard te schreeuwen. 280. Professor Slim holde verschrikt weg en struikelde over een knolvormige verdikking, die half onder den grond zat. Dat was een truffel, ook een soort paddestoel, maar die ls het lekkerste van allemaal. Dien middag e' de familie Slim truffels.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 6