Het politieke evenwicht in België. s s s s Lars Hansen. HeuilCeloH De propagandacampagne van de regeering draagt goede vruchten. Een verbeterde atmosfeer. Castricum rouwt. Burgemeester Lommen herdacht. ALKMAARSCHE COURANT van WOENSDAG 11 NOVEMBER 1936 ^©ooeeo© Jladiopc&QlüMUHa (Van onzen Brusselschen correspondent). Brussel, 10 Nov. 1936 Sedert de regeering Van Zeeland tot het offensief is overgegaan in het bewerken van de openbare meening, ten einde het hoofd te bieden aan de campagne van Léon Degrelle, leider van de Rex-beweging, zijn er enkele weken verloopen en nu reeds heeft men den indruk dat de atmosfeer is ver beterd. Degrelle had de kans schoon om agitatie te verwekken. Er werd hem slechts jn de partijpers van links van antwoord ge diend en dit droeg te veel den partijstempel om in te slaan. Onder de energieke, verstan dige en toch bezadigde ingeving van Van Zeeland is dit veranderd en ten einde mst te herstellen zijn de ministers van de drie partijen, die de regeering vormen, letterlijk „tot het volk gegaan". Geen dag is er in den laatsten tijd voorbij gegaan of er werd een rede gehouden door verscheidene mi nisters om uiteen te zetten, wat de regeering heeft gedaan, wat zij nog denkt te doen, hoe de toestand in België veel beter is dan in menig ander land en hoe het er op aankomt dit resultaat niet in gevaar te brengen door gehoor te verleenen aan agitatie die zuiver politiek is. Het is wel opvallend, dat onder de socialistische ministers iemand als Van- dervelde b.v. niet in de bres is gesprongen. Het is vooral Spaak die, voor de socialisten, den dans heeft geleid. Vandervelde wordt oud. Het leven is onverbiddelijk, ook voor politici Maar diarnaast heeft de regeering, zooals men weet. den koning tot bondgenoot gevonden. In alle objectiviteit kan men er niet genoeg op wiizen hoe groot de indruk is geweest, die werd te weeg gebracht door de woorden welke door koning Leooold werden gesproken, eerst over de internationale positie van het land en nu pas over den bin- nenlandschen politieken toestand Meer dan welke ministerieele rede ook hebben deze redevoeringen er toe bijgedragen om de atmosfeer te verhelderen. De Belgische dy nastie is populair, zoowel bij de Vlamingen als bij de Walen en in deze moeilijke tijden, waarin troebelwatervisschers een publiek vinden in dezelfde mate als dit zelfde publiek een houvast mist, kan men zich overtuigen hoe een permanent gezag, dat door andere dan partijbelangen met het land is verbonden, een zegen is voor dit land. Behoudens nieuwe omstandigheden, die zich waarschijnlijk wel niet zullen voor doen, is voorloopig de wind uit de zeilen ge nomen van de rexisten en men mag gerust aannemen dat binnenkort het politieke evenwicht in België, althans wat de gemoe deren betreft, zal hersteld zijn. De koning waarschuwde. De koning heeft het eeuwfeest van de provincieraden aangegrepen als een gelegen heid om zijn waarschuwende en raadgeven de, leidende stem te doen hooren. Het is een stem, die niet predikt in de woestijn. Hij heeft zijn rede eerst gehouden in het Neder- landsch en daarna in het Fransch. Dat ook dient onderstreept Dan heeft hij gewezen op de nationale Belgische instellingen, ge groeid uit traditie. De Staatsinrichting is daarom niet onveranderlijk. Zij zal zich op straf van verval, aan elke nieuwe behoefte hebben aan te passen. De feiten bewijzen echter, dat elke noodzakelijke aanpassing binnen het raam van de fundamenteele in stellingen en onder de hoede van de burger lijke en politieke vrijheden mogelijk is. Het politiek klimaat van België, aldus de koning, die rustig en met overtuiging sprak, leent zich niet tot geweldige overrompelingen. België aanvaardt de evolutie van ideeën en instellingen, maar het wil die evolutie be hoedzaam en geleidelijk ontwikkelen. De koning betoogde dan verder zich zooals zijn vader en de vorige koningin buiten en boven de partijen te willen houden, maar meende nochtans te moeten waarschuwen tegen voortdurende wanorde der geesten. Hij be grijpt een zekere levendigheid in de uit drukking van gedachten, doch deze mag geen oneenigheid verwekken of bestendi gen. Is het wel waar, dat in een stelling alles goed is en in de andere alles slecht? In beide ligt een kern van waarheid. Men moet veeleer trachten haar te herkennen in stede van haar te loochenen en te verstik ken^ De koning deed ten slotte een beroep op de goede trouw van allen, opdat zij zich met langer tegen hen zelf zouden ver- deelen. Een dergelijke toespraak heeft in de Bel gische pers maar weinig commentaar uitge lokt, maar alle bladen hebben den tekst een eereplaats gegeven. Men heeft niet eens de woorden besproken waar de koning het had over het feit dat nu eens onlangs nog goed aangesloten krachten uiteen vallen en men dan weer tegenstrijdige strekkingen tyde- lyk ziet samenvloeien. De koning bedoelde hier ongetwijfeld het feit van de afscheu ring van katholieken door de vorming van Rex en het accoord van Rex met de Vlaam- sche Nationalisten. Maar iedereen heeft be grepen. Tegenover dergelijk grof geschut kan Degrelle slechts lichte artillerie opstellen. Er blijft voor de regeering nog een onmid dellijke moeilijkheid te overwinnen, n.1. de militaire ontwerpen. De Kamerafdeelingen hebben n.1. dit ontwerp aanvaard, behalve de bepalingen die een diensttijd voorzien van achttien maanden. De socialisten heb ben zich tegen den diensttijd gekant en ook een aantal Vlaamsche katholieken. Doch Van Zeeland heeft beslist te kennen gege ven, dat de regeering haar lot aan de goed keuring van de ontwerpen verbindt en men mag voorspellen, dat zulks beslissend zal zijn. Aan Vlaamsche zijde zal men geen enthousiasme ontketenen voor een onver biddelijk verzet tegen de achttien maanden, alhoewel een dergelijke diensttijd bij de Vlamingen, waar de meeste groote gezinnen worden gevonden, zeer zeker niet populair kan worden genoemd. Doch men begrijpt, dat de nieuwe oriënteering, die aan de bui- tenlandsche politiek van het land is gege ven, een concessie kan rechtvaardigen. Wat de kwestie betreft van het accoord of de af spraak tusschen de Belgische en Fransche legerstaven, heeft het debat in de Kamer aangetoond, dat sedert het fiasco van Lo- carno Engeland aan het contact tusschen legerstaven, door de afspraak voorzien, heeft deel genomen en er dus geen eenzijdig karakter meer moet in worden gezien. Het wantrouwen, dat in Vlaanderen ten opzichte van dit accoord bestaat, is echter zoo inge worteld, dat men het niet zoo gemakkelijk zal uitroeien. De warenhuizen. De regeering zal deze klip dus ook wel we'^n te omzeilen. Intusschen worden nog andere maatregelen genomen, waaronder deze voor den middenstand. Zoo heeft de regeering een grendelwet doen aanvaarden wat betreft de oprichting van groote waren huizen. Er waren nog twee groote onder nemingen van dien aard in wording te Ant werpen en te Luik. Men zal gedurende een aantal maanden de zaak van de warenhuizen bestudeeren. Welke de oplossing zijn, weet men niet, maar dat het naar een beperking gaat in de ontwikkeling ervan ligt voor de hand. Te Brussel is een ontwerp aanhangig bij den gemeenteraad om een speciale be lasting in te voeren op elk warenhuis of firma met filialen, in verhouding met het aantal handelsvertakkingen die zij omvatten. Dat heeft een zekere voldoening te weeg ge bracht bij de kleinhandelaren. Anderzijds heeft de regeering eindelijk een vollediger amnestie in het vooruitzicht gesteld voor de Vlaamsche activisten en inzake de cultureele organisatie van het land is er een ontwerp te vermelden, waarbij de cultureele autono mie zal worden ingevoerd in de radio. Wat het leger betreft, gaat men geleidelijk ook naar de organisatie van Vlaamsche regi menten, Vlaamsche divisies, met ook ver- vlaamsching van de bestuurlijke diensten. Zooals men ziet, waait er een wind van ver nieuwing, die ten slotte verbeteringen kan invoeren, die in den geest vallen van de koninklijke rede. De perspractijken van Rex. In journalistieke kringen heeft men de verzekering gekregen, dat de regeering niets zal ondernemen tegen de pers zonder de vertegenwoordigers van de persorganismen hierin te kennen. De atmosfeer van ver dachtmaking, welke door de campagne van de rexpers is geschapen, is in groote mate het gevolg van practijken die een eerlijk en waardig journalist misprijst. Verdraaide berichten, ja valsche berichten zijn bij deze organen schering en inslag. Het parket heeft een vervolging ingesteld tegen enkele redacteuren van het rexistisch orgaan Le Pays Réel" en het vlaamsche orgaan ,',De nieuwe Staat" wegens de verspreiding van het valsche bericht, dat de staatskas een tekort had van 300 millioen, waaraan com mentaar werd vastgeknoopt. De rechterlijke autoriteiten verklaren, dat zulks valt onder toepassing van wetsbesluiten van 1926 en 1934 tot bescherming van de munt, en die voor doel hebben de verspreiding van val sche berichten tegen te gaan. De rexisten spreken over machtsmisbruik, over een poging om een bepaalde meening te bestraf fen. Zij eischen hun natuurlijken rechter: het assisenhof. De zaak laat het publiek vrij onverschillig, doch een feit is het, dat de persorganismen zoo pas nog een motie heb ben goedgekeurd, waarin de perspractijken van Rex worden geschandvlekt en waarin het verlangen wordt uitgedrukt voor een persstatuut. Of persgebied is ook de ver schijning te vermelden van „L'Indépendance Beige", orgaan van nationale concentratie onder leiding van een beproefd journalist, R Hislaire, die het oude orgaan namens een groep, welke door Van Zeeland wordt inge geven, nieuw leven heeft verschaft. Ook dat is een tegengewicht aan de ontbindende krachten en dat zich eiken dag zal weten te doen gelden. De raad in buitengewone zitting bijeen. Hoewel het verscheiden van burgemeester Lommen reeds lang werd verwacht, toonde gistermorgen, toen ongeveer om 11 uur de kerkklokken luidden om zijn overlijden be kend te maken, de bevolking zich toch ten- zeerste verrast. Algemeen was men diep onder den indruk van deze droeve mare en meer dan ooit kwam naar voren, dat men zich bewust was, een burgervader te hebben verloren, die zich steeds boven de partijen had gesteld. In ons nummer van gisteren stelden wij reeds in het licht, wat burgemeester Lommen voor Castricum is geweest. In een gister avond om half acht gehouden buitengewone vergadering van den raad kwam dit nog nader tot uiting in de herdenkingsrede van den loco-burgemeester, wethouder Helmer, het gesproken woord door het oudste raads lid, den heer Aukes en in de gedachtenis- speech van den gemeente-secretaris, den heer van Lunen. Voor de bijeenkomst was de raadzaal in een rouw-zaal herschapen, zwarte drape rieën waren aangebracht, terwijl de lampen met rouwfloers waren omhangen. Boven den burgemeesterszetel hing het portret van den overledene en daar boven de electrische klok, aanwijzende het uur, waarop burge meester Lommen het tijdelijke met het eeuwige had verwisseld. De bijeenkomst werd o.m. bijgewoond door dr. Leenaerds, den directeur van de lichtbedrijven van Hoeven, den gemeente ontvanger van den Berg, den gemeente opzichter van Diepen en het voltallig secre tarie- en politie-personeel. Rede van den loco-burgemeester. De loco-burgemeester hield de volgende rede: In spoedeischen vergadering heb ik U op geroepen, ten einde U mededeeling te doen van het overlijden van onzen burgemeester. Hedenmorgen te 9.20 heeft burgemeester Lommen het tijdelijke met het eeuwige verwisseld. Wat reeds lang gevreesd werd, heeft zich thans nog vrij plotseling voltrok- kij. Degenen, die dagelijks omgang hadden met den burgemeester, wisten reeds lang, dat het met hem niet goed ging. Vanaf 1934 was hij niet meer de levens lustige en veerkrachtige figuur van voor heen. Voordien was hij vol energie en enthousiasme, opgewekt en vol belangstel ling voor alles, wat zijn ambt betrof. Welis waar is hij na de ziekte van 1934 weer zoo danig hersteld, dat hij zijne ambtsbezigheden weer verrichtte, de energieke werker van vroeger is hij niet meer geworden. Zoo U weet, leed onze burgemeester aan Donderdag 12 November. HILVERSUM, 301 M. (AVRO-uitz.) 8.— Orgelspel. 8.15 Gr.pL 10.— Morgenwijding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Lyra-trio. 11.15 Gr.pl. 12.— De Octophonikers en orgelspel. 1.30 Het Omroeporkest. 3.05 Naaicursus. 3.45 Gr.pL 4.Voor zieken en thuiszittenden. 4.30 Piano-recitaL 4.50 Voor de kinderen. 5.30 Het Omroeporkest. 6.30 Sportpr. 7. Voor de kinderen. 7.05 AVRO- dansorkest. 7.30 Engelsche les. 8.— ANP-ber. 8.15 Concertgebouworkest en solist. In de pauze deel. 10.30 Gr.pl. 11.ANP-ber. Hierna Avro- dansorkest. 11.30—12.— Rep. zes- daagsche, Rotterdam. HILVERSUM, 1875 M. (8.—9.15 en 11.—2.— KRO, de NCRV van 10— 11.en 2.11.30 uur). 8.9.15 en 10.Gr.pl. 10.15 Morgendienst 10.45 Gr.pl. 11.30—12— Godsd. halfuur. 12.15 KRO-orkest en gr.pL 2.Handwerkcursus. 3.3.45 Gr.pl. 4.Bijbellezing. 5.Cursus han denarbeid v. d. jeugd. 5.30 Gr.pL 5.45 Zang en piano. 6.45 C.N.V.- kwartiertje. 7.Ber. 7.15 Causerie: 't Eiland. 7.45 Rep. 8— ANP-ber. 8.15 Gr.pl. 9.Journalistieke cau serie. 9.30 Orgelconcert. (10.10 ANP-ber. 10.30—11.30 Gr.pL Hierna Schriftlezing. DROITWICH, 1500 M. 11.2511.50 Gr.pL 12.10 BBC-Welsch orkest en soliste. 1.05 Zangvoordr. 1.352.20 Dansmuziek. 3.35 Sted. orkest Bour- nemouth en soliste. 5.05 Gr.pL 5.35 Sydney Kyte en zijn Band. 6.20 Ber. 6.40 Boekbespr. 7.Variété- progr. 7.20 Solistenconcert. 7.50 Radio-tooneel met muziek. 8.50 Causerie: Freedom and Parliament. 9.20 Ber. 9.40 Orgelspel. 10.20 Korte kerkdienst. 10.40 BBC-orkest mmv. soliste. 11.35 Jack Jackson's Band. 11.5012.20 Dansmuziek. RADIO PARIS, 1648 M. 720 en 8.35 Gr.pL 11.20 Omroeporkest. 2.50 en 4.20 en 7.20 Gr.pl. 8.20 Zang en viool. 9.05 Radio-tooneeL 11-20 12.35 Het Pascal-orkest. KEULEN, 456 M. 5.50 en 11.20 Or kestconcert. 12.35 Omroep-Amuse- ments-orkest 1.35 Omroepkwintet 4.05 Gr.pL 5.05 Omroepkleinorkest. 7.45 Omroeporkest. 9.5011.20 D. Mangone's orkest. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Klein-orkest. 1.05 Cabaret. 1.15 Kleinorkest. 1.30 Om roeporkest. 1.50 Cabaret 2.2.20 Gr.pL 5.20 Salon-orkest en gr.pL 6.50, 7.20 en 8.20 Gr.pL 8.50 Zang voordr. 9.20 Omroepsymph.-orkest en zang. 10.3011.20 Omroepdans- orkest en gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Omroeporkest. 1.302.20 Gr. pi. 5.20 Volksmuziek. 6.35 Salon orkest. 7.35 Gr.pl. 8.20 Klein-orkest 10.30—11.20 Gr.pL DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 Gr.pL 8.20 Het Omroeporkest 9.20 Ber. 9.50 Piano-recital. 10.05 Weerbericht 10.2011.20 K. Wid- mann's dansor' est GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Parijs Radio 8.058.20. Luxemburg 8.209.05, Keulen 9.05 9.50, Luxemburg 9.5011.20, Radio Danmark 11.2012.05, Parijs Radio 12.0513.05, Brussel (VI.) 13.05—14.20, Parijs R. 14.20—15.20, Lond. Reg. 15.2016.50, Parijs R. 16.50—17.20, Brussel Fr. 17.20—18.50 Lond. Reg. 18.5019.20, Berlijn 19.20—20.20, Rome 20.20—22.10, Berlijn 22.1023.Weenen 23— 24—. Lijn 4: Brussel VL* 8.9.20, Nor- mandië 9.2010.35, Lond. Reg. 10.35 15.35, Droitwich 15.3518.20, Luxemburg 18.2019.Droitwich 19—20.50, Brussel Fr. 20.50—21.20, Luxemburg 21.2021.40, Droitwich 21.40—24.—. een hartaandoening; vanaf dezen zomer was het echter voor degenen, die dagelijks met hem omgingen duidelijk waarneembaar, dat de burgemeester aan iets leed, dat het ergste deed vreezen. Tergend langzaam werd van week tot week zijn toestand minder goed. Wat niet opelijk gezegd werd, werd toch in stilte gevreesd; een ongeneeselijke kwaal openbaarde zich. Meer en meer bleek, dat de genezing niet te verwachten was. Zoo is dan hedenmorgen nog vrij plotseling de bur gemeester van ons heengegaan. Toen ik hem op zijn verzoek een week geleden bezocht, had ik dat zoo snel nog niet verwacht, hoewel zijn toestand een aan grijpenden indruk op mij maakte. Burgemeester Lommen, sinds Augustus 1918 hoofd van onze gemeente, heeft veel, zeer veel voor Castricum gedaan. Steeds hadden de belangen van onze gemeente zijn volle aandacht, temeer wijl Castricum op een keerpunt stond. Het is Uwen Raad bekend,hoe hij bij de ontwikkeling van Castricum er steeds naar gestreefd heeft, om onze gemeente, ondanks de snelle ontwikkeling, toch het eenvoudige dorpskarakter te laten behouden. Waar er belangen voor Castricum op het spel stonden, wist hij met een vooruitzienden blik de noodige maatregelen te treffen, die voor onze gemeente van vitaal belang waren. Hij heeft onder zijn bestuur den bevolkings aanwas bijna zien verdubbelen, de ontwik keling der gemeente, welke een logisch ge volg is van de bevolkingstoename, baarde vele zorgen voor de overheid. Steeds was hij waakzaam en trachtte immer, die maat regelen te nemen, welke in het belang van gemeente en bevolking waren. Ik zal niet in details treden. Wanneer men terugdenkt tot den aanvang van zijn bestuursperiode, gaan er heel wat gebeurte nissen aan onzen geest voorbij. Dames en Heeren, en nu de wijze waarop burgemeester Lommen zijn bevoegdheid uitoefende. Zijn omgang met de bevolking was altijd zóó, dat elkeen voor hem toegan kelijk was. Door zijn hulpvaardigheid, door de correctheid in zijn handelen en, wan neer mogelijk, door zijn toegevendheid, was hij een ieder van dienst. Wanneer hij te kort geschoten mocht zijn, dan is het dat zijn goed hart, somwijlen meer sprak dan de plicht van zijn ambt hem oplegde; voorwaar nog niet de slechtste eigenschap. Wat mij persoonlijk altijd buitengewoon heeft getroffen, was de wijze, waarop hij de besprekingen wist te voeren en te leiden. In de elf jaren, dat ik met hem mocht samen werken in het college van B. en W. zijn er dikwijls zeer ernstige besprekingen gevoerd. Hoe de houding en het inzicht van anderen ook was, hij wist altijd een andere meening te eerbiedigen. Hij wist zeer zuiver zaken en personen van elkander te onderscheiden, al stonden de meeningen ook lijnrecht te genover elkaar. Na afloop van een vergade ring waren de zaken afgedaan en de per sonen stonden weer als personen tegenover elkaar. Deze eigenschap maakte het werken ge makkelijk en aangenaam. Dames en Heeren, Burgemeester Lommen is van ons heen gegaan nog in de kracht van zijn leven. 10 September werd hij 51 jaar. Voor Castri cum had hij menschelijkerwijze gesproken, nog vele jaren het ambt van burgemeester kunnen vervullen. Het heeft echter niet mogen zijn. Overtuigd ben ik, dat de nagedachtenis aan burgemeester Lommen zeer lang in eere zal blijven, niet alleen bij degenen, die nauw met hem waren verbonden, maar ook bij de geheele bevolking. Castricum verliest een burgemeester, die zoo zeer aller achting verdiende Aan hem zal nog menigmaal, hoe, en door wie hij ock vervangen wordt, gedacht worden. Moge God hem genadig zijn en hem de verdiensten voor zijne goede werken niet onthouden. Een overwintering op Spitsbergen. 28) Het was thans einde Aprü en gedurende den dag was het nu volkomen licht. Dage- lijks ging een van hen den heuvel op, om, als de lucht helder was, naar het Westen uit te zien. Er begonnen thans in het ys langs de kust breede barsten te komen en bij het wisselen van den stroom meenden in de verte wel eeps open plekken waar te nemen. 's Avonds liep het gesprek geregeld over de vraag, tegen wannear zy wel „De Hoop konden verwachten en als een van hen daarboven op den uitkijk stond, zocht hij zoolang met den kijker Zuid- en West waarts den horizon af, tot dat hy zijn arm, die den kijker hield, vermoeid moest laten zakken. Het verlangen naar huis werd el- ken dag grooter en toch wisten zij, dat fei telijk al dat uitkijken vergeefsche moeite Was, omdat geen vaartuig het ijs nog kon trotseeren en ook, dat vóór misschien midden Mei, er geen schip in zicht kon ko men en dan moest nog bovendien tegen dien tijd de toestand van het ijs gunstig zijn. EINDELIJK NAAR HUIS. Op den 30sten April vertrok „De Hoop" slechts zes mannen aanboord. De schipper van Tromsö met volle zeilen. Er waren Lange Sivert, Anders Severinsen, Knut To- bissen en Mikal Tarandsen. Verder twee nieuwen: Reynard Norby en Oscar Breivik. Er was slechts één sloep aan boord. Op het monsteringbureau had Sivert zijn man schappen er van op de hoogte gebracht, dat, hoewel hij slechts met vijf man vertrok, hij er rekening mee hield, naar Skagersbaai zeilende, daar Johan Troms met zyn drie mannen en de sloep weer aan boord te kry- gen. Op deze voorwaarde werd er aangemon sterd. Een flinke Zuid-Westenwind bracht „De Hoop" spoedig Noordwaarts door de Lang- sund, voorbij Karlöy, de Hammersfjord uit en nadat zy Torsvaag, als laatste plaats, die zij passeerden, vaarwel hadden toegewuifd, was de kust binnen een etmaal uit het ge zicht verdwenen. Dit ging zoo voorspoedig, dat, indien dit als een goed voorteeken mocht worden beschouwd, op deze reis het geluk met „De Hoop" zou zyn. Trouwens drie waarzegsters hadden dit reeds Madam Olsen voorspeld en een oude Laplander, van wien zy rendiervleesch had gekocht had het ook bevestigd. Terwijl Sivert heen en weer over het dek wandelde, en hy naar de bolle zeilen van zyn schip keek, dacht hij aan die voorspel lingen, waarvan zyn vrouw nem had ver teld en hij mïjmerie: „God mag weten, of zy nog allen in leven zijn. Is er een van hen gestorven, dan is dit ?eker Berner Jörgen- sen. Hij was reeds vorig jaar niet sterk, hij was een eerste klas stuurman daar was niets op aan te merken maar hij was slap". Sivert keek naar de luent, het was uit stekend weer, hij wreef zich in zijn handen en was verheugd als een kind. Sinds zij weer in zee waren, had Mikal hem slechts één keer hooren vloeken. Dit was, toen Oscar Breivik, in plaats van op het hak blok, op den kant van een luik hout had ge hakt Den derden dag nadat zij voorbij Torsvaag waren gezeild, kregen zy het schijnsel van het ijs te zien. Sivert ging onmiddellijk in het kraaiennest en bleef daar voorloopig zitten. Het ijs was zijn grootste vriend, doch tevens zijn ergste vijand. Dikke donkere tabaksstralen daalden uit het kraaiennest in zee en onophoudelijk klonken de bevelen omlaag naar den roer ganger, want zij zeilden scherp bij den wind, met stijf aangehaalde schoten. Er waaide een koude Noordenwind. Den 5en Mei lagen ze in het ijs, met het mooiste weer, dat zij slechts konden wen- schen. Langzamerhand begon de eene zeehond na den ander zich tegen de ijsschotsen op te werken. Reeds op zee hadden zij scholen van duizenden gezien, die Noordwaarts trokken. Meer en meer ontdekten zy er thans op de schotsen en de sloep werd te water gelaten. De robbenjacht was nu begonnen. Gedu rende twee etmk.en bleef het weer uitste kend. doch toen kwain er een storm opzet ten. Onderwijl had „De Hoop" reeds 580 oude zeehonden aan boord, stuk voor stuk vet als speenvarkens. De mannen die nagenoeg zonder slaap nacht en dag hadden doorgewerkt hoog stens hadden ze eens een uur geslapen waren zóó doodmoe en afgewerkt, dat zij als dronken kerels wankelden Ook Lange Sivert had even hard meegearbeid, evenwel gaf hij bevel, dat na het eten allen naar kooi konden gaan. Hij zou wel alleen aan boord de wacht houden. Volgens berekening moest „De Hoop" zich ongeveer 20 mijlen van de Zuidkaap bevin den. Er woei thans een flinke bries en met klein zeil drong „De Hoop" zich door ie drijvende schotsen, die van tyd tot tijd zoc opeen drongen, dat het schip er tusschen vastgeklemd werd. Het was echter slechts de stroom, die dit veroorzaakte en deze dreef de schotsen ook weer uiteen en dan kwam het schip weer vrij. Van „kruien" van het ijs was geen sprake, men liep dus geen gevaar. Sivert liet zijn menschen zes uren slapen, waarna hij drie man, die de wacht moesten overnemen, opporde. Hij zeide hun, zoo spoedig het ijs voldoende ruimte zou geven, om in die richting vooruit te komen, Noord- Noord-Oost te zeilen. Na een flinken maal tijd kroop ook hij in zyn kooi. Knut zat boven in het kraaiennest; Miksl stond naast hem, met één voet op de ver schansing, terwijl hy zich aan het want vasthield. Knut gebruikte onophoudelijk den kijker en plotseling zeide hij: „Ik zie aan de kim Hornsund ongeveer ten Zuid-Zuidoosten en nu moet dwars var ons Prins Karlsvoorland liggen. Want dunk- je Mikal, zouden we het er op wagen en den oude er uit porrenJe weet, hoe hu) is. Als er geen gevaar in zicht is, wil hij met rust worden gelaten". „Zeker, dit weet ik ook", zei Mikal, „doch het kan zyn, dat hijzelf het land wil zier en er zou eens mist kunnen opkomen ei als wij hem dan niet zouden gewaarschuv. hebbendan behoef ik je verder niets t- vertellen!" „Goed" zei Knut, „por hem er dan maa uit!" „Neen", antwoordde Mikal, „hoe gaarr/ ik het ook zou doen, dit gaat niet. Als har poenier ligt dit op jou weg". Daar w;, niets tegen in te brengen en Knut moes zich nu wel naar den bullebak begeven. Sivert kwam aan dek en klom dadelijk naar het kraaiennest. Hy bleef daar zitten totdat hy Danskegat op een afstand van cir ca 8 mijlen kon zien liggen. Sivert dacht et ernstig over na, of hy zich zoo ver tusschen het ijs zou mogen wagen, doch hy durfde het niet aan, zoo dicht op de kust aan te houden. Aangezien de zee met dikke zware schotsen was bezet, vreesde hy, dat daar, in het Danskegat tusschen Deenscheiland er- het vasteland het ijs, door den sterke stroom, hevig zou kruien. Dit zou voor zy/ schip gevaarlijk kunnen worden. (Wordt vervolgd -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 9