Het politieke evenwicht in België.
s
s
s
s
Lars Hansen.
HeuilCeloH
De propagandacampagne van de regeering
draagt goede vruchten.
Een verbeterde atmosfeer.
Castricum rouwt.
Burgemeester Lommen herdacht.
ALKMAARSCHE COURANT van WOENSDAG 11 NOVEMBER 1936
^©ooeeo© Jladiopc&QlüMUHa
(Van onzen Brusselschen correspondent).
Brussel, 10 Nov. 1936
Sedert de regeering Van Zeeland tot het
offensief is overgegaan in het bewerken van
de openbare meening, ten einde het hoofd
te bieden aan de campagne van Léon
Degrelle, leider van de Rex-beweging, zijn
er enkele weken verloopen en nu reeds heeft
men den indruk dat de atmosfeer is ver
beterd. Degrelle had de kans schoon om
agitatie te verwekken. Er werd hem slechts
jn de partijpers van links van antwoord ge
diend en dit droeg te veel den partijstempel
om in te slaan. Onder de energieke, verstan
dige en toch bezadigde ingeving van Van
Zeeland is dit veranderd en ten einde mst
te herstellen zijn de ministers van de drie
partijen, die de regeering vormen, letterlijk
„tot het volk gegaan". Geen dag is er in
den laatsten tijd voorbij gegaan of er werd
een rede gehouden door verscheidene mi
nisters om uiteen te zetten, wat de regeering
heeft gedaan, wat zij nog denkt te doen, hoe
de toestand in België veel beter is dan in
menig ander land en hoe het er op aankomt
dit resultaat niet in gevaar te brengen door
gehoor te verleenen aan agitatie die zuiver
politiek is. Het is wel opvallend, dat onder
de socialistische ministers iemand als Van-
dervelde b.v. niet in de bres is gesprongen.
Het is vooral Spaak die, voor de socialisten,
den dans heeft geleid. Vandervelde wordt
oud. Het leven is onverbiddelijk, ook voor
politici Maar diarnaast heeft de regeering,
zooals men weet. den koning tot bondgenoot
gevonden. In alle objectiviteit kan men er
niet genoeg op wiizen hoe groot de indruk is
geweest, die werd te weeg gebracht door de
woorden welke door koning Leooold werden
gesproken, eerst over de internationale
positie van het land en nu pas over den bin-
nenlandschen politieken toestand Meer dan
welke ministerieele rede ook hebben deze
redevoeringen er toe bijgedragen om de
atmosfeer te verhelderen. De Belgische dy
nastie is populair, zoowel bij de Vlamingen
als bij de Walen en in deze moeilijke tijden,
waarin troebelwatervisschers een publiek
vinden in dezelfde mate als dit zelfde
publiek een houvast mist, kan men zich
overtuigen hoe een permanent gezag, dat
door andere dan partijbelangen met het
land is verbonden, een zegen is voor dit
land. Behoudens nieuwe omstandigheden,
die zich waarschijnlijk wel niet zullen voor
doen, is voorloopig de wind uit de zeilen ge
nomen van de rexisten en men mag gerust
aannemen dat binnenkort het politieke
evenwicht in België, althans wat de gemoe
deren betreft, zal hersteld zijn.
De koning waarschuwde.
De koning heeft het eeuwfeest van de
provincieraden aangegrepen als een gelegen
heid om zijn waarschuwende en raadgeven
de, leidende stem te doen hooren. Het is een
stem, die niet predikt in de woestijn. Hij
heeft zijn rede eerst gehouden in het Neder-
landsch en daarna in het Fransch. Dat ook
dient onderstreept Dan heeft hij gewezen
op de nationale Belgische instellingen, ge
groeid uit traditie. De Staatsinrichting is
daarom niet onveranderlijk. Zij zal zich op
straf van verval, aan elke nieuwe behoefte
hebben aan te passen. De feiten bewijzen
echter, dat elke noodzakelijke aanpassing
binnen het raam van de fundamenteele in
stellingen en onder de hoede van de burger
lijke en politieke vrijheden mogelijk is. Het
politiek klimaat van België, aldus de koning,
die rustig en met overtuiging sprak, leent
zich niet tot geweldige overrompelingen.
België aanvaardt de evolutie van ideeën en
instellingen, maar het wil die evolutie be
hoedzaam en geleidelijk ontwikkelen. De
koning betoogde dan verder zich zooals zijn
vader en de vorige koningin buiten en boven
de partijen te willen houden, maar meende
nochtans te moeten waarschuwen tegen
voortdurende wanorde der geesten. Hij be
grijpt een zekere levendigheid in de uit
drukking van gedachten, doch deze mag
geen oneenigheid verwekken of bestendi
gen. Is het wel waar, dat in een stelling
alles goed is en in de andere alles slecht? In
beide ligt een kern van waarheid. Men
moet veeleer trachten haar te herkennen in
stede van haar te loochenen en te verstik
ken^ De koning deed ten slotte een beroep
op de goede trouw van allen, opdat zij zich
met langer tegen hen zelf zouden ver-
deelen.
Een dergelijke toespraak heeft in de Bel
gische pers maar weinig commentaar uitge
lokt, maar alle bladen hebben den tekst een
eereplaats gegeven. Men heeft niet eens de
woorden besproken waar de koning het had
over het feit dat nu eens onlangs nog goed
aangesloten krachten uiteen vallen en men
dan weer tegenstrijdige strekkingen tyde-
lyk ziet samenvloeien. De koning bedoelde
hier ongetwijfeld het feit van de afscheu
ring van katholieken door de vorming van
Rex en het accoord van Rex met de Vlaam-
sche Nationalisten. Maar iedereen heeft be
grepen.
Tegenover dergelijk grof geschut kan
Degrelle slechts lichte artillerie opstellen.
Er blijft voor de regeering nog een onmid
dellijke moeilijkheid te overwinnen, n.1. de
militaire ontwerpen. De Kamerafdeelingen
hebben n.1. dit ontwerp aanvaard, behalve
de bepalingen die een diensttijd voorzien
van achttien maanden. De socialisten heb
ben zich tegen den diensttijd gekant en ook
een aantal Vlaamsche katholieken. Doch
Van Zeeland heeft beslist te kennen gege
ven, dat de regeering haar lot aan de goed
keuring van de ontwerpen verbindt en men
mag voorspellen, dat zulks beslissend zal
zijn. Aan Vlaamsche zijde zal men geen
enthousiasme ontketenen voor een onver
biddelijk verzet tegen de achttien maanden,
alhoewel een dergelijke diensttijd bij de
Vlamingen, waar de meeste groote gezinnen
worden gevonden, zeer zeker niet populair
kan worden genoemd. Doch men begrijpt,
dat de nieuwe oriënteering, die aan de bui-
tenlandsche politiek van het land is gege
ven, een concessie kan rechtvaardigen. Wat
de kwestie betreft van het accoord of de af
spraak tusschen de Belgische en Fransche
legerstaven, heeft het debat in de Kamer
aangetoond, dat sedert het fiasco van Lo-
carno Engeland aan het contact tusschen
legerstaven, door de afspraak voorzien,
heeft deel genomen en er dus geen eenzijdig
karakter meer moet in worden gezien. Het
wantrouwen, dat in Vlaanderen ten opzichte
van dit accoord bestaat, is echter zoo inge
worteld, dat men het niet zoo gemakkelijk
zal uitroeien.
De warenhuizen.
De regeering zal deze klip dus ook wel
we'^n te omzeilen. Intusschen worden nog
andere maatregelen genomen, waaronder
deze voor den middenstand. Zoo heeft de
regeering een grendelwet doen aanvaarden
wat betreft de oprichting van groote waren
huizen. Er waren nog twee groote onder
nemingen van dien aard in wording te Ant
werpen en te Luik. Men zal gedurende een
aantal maanden de zaak van de warenhuizen
bestudeeren. Welke de oplossing zijn, weet
men niet, maar dat het naar een beperking
gaat in de ontwikkeling ervan ligt voor de
hand. Te Brussel is een ontwerp aanhangig
bij den gemeenteraad om een speciale be
lasting in te voeren op elk warenhuis of
firma met filialen, in verhouding met het
aantal handelsvertakkingen die zij omvatten.
Dat heeft een zekere voldoening te weeg ge
bracht bij de kleinhandelaren. Anderzijds
heeft de regeering eindelijk een vollediger
amnestie in het vooruitzicht gesteld voor de
Vlaamsche activisten en inzake de cultureele
organisatie van het land is er een ontwerp
te vermelden, waarbij de cultureele autono
mie zal worden ingevoerd in de radio. Wat
het leger betreft, gaat men geleidelijk ook
naar de organisatie van Vlaamsche regi
menten, Vlaamsche divisies, met ook ver-
vlaamsching van de bestuurlijke diensten.
Zooals men ziet, waait er een wind van ver
nieuwing, die ten slotte verbeteringen kan
invoeren, die in den geest vallen van de
koninklijke rede.
De perspractijken van Rex.
In journalistieke kringen heeft men de
verzekering gekregen, dat de regeering niets
zal ondernemen tegen de pers zonder de
vertegenwoordigers van de persorganismen
hierin te kennen. De atmosfeer van ver
dachtmaking, welke door de campagne van
de rexpers is geschapen, is in groote mate
het gevolg van practijken die een eerlijk en
waardig journalist misprijst. Verdraaide
berichten, ja valsche berichten zijn bij deze
organen schering en inslag. Het parket heeft
een vervolging ingesteld tegen enkele
redacteuren van het rexistisch orgaan Le
Pays Réel" en het vlaamsche orgaan ,',De
nieuwe Staat" wegens de verspreiding van
het valsche bericht, dat de staatskas een
tekort had van 300 millioen, waaraan com
mentaar werd vastgeknoopt. De rechterlijke
autoriteiten verklaren, dat zulks valt onder
toepassing van wetsbesluiten van 1926 en
1934 tot bescherming van de munt, en die
voor doel hebben de verspreiding van val
sche berichten tegen te gaan. De rexisten
spreken over machtsmisbruik, over een
poging om een bepaalde meening te bestraf
fen. Zij eischen hun natuurlijken rechter:
het assisenhof. De zaak laat het publiek vrij
onverschillig, doch een feit is het, dat de
persorganismen zoo pas nog een motie heb
ben goedgekeurd, waarin de perspractijken
van Rex worden geschandvlekt en waarin
het verlangen wordt uitgedrukt voor een
persstatuut. Of persgebied is ook de ver
schijning te vermelden van „L'Indépendance
Beige", orgaan van nationale concentratie
onder leiding van een beproefd journalist,
R Hislaire, die het oude orgaan namens een
groep, welke door Van Zeeland wordt inge
geven, nieuw leven heeft verschaft. Ook dat
is een tegengewicht aan de ontbindende
krachten en dat zich eiken dag zal weten te
doen gelden.
De raad in buitengewone zitting bijeen.
Hoewel het verscheiden van burgemeester
Lommen reeds lang werd verwacht, toonde
gistermorgen, toen ongeveer om 11 uur de
kerkklokken luidden om zijn overlijden be
kend te maken, de bevolking zich toch ten-
zeerste verrast. Algemeen was men diep
onder den indruk van deze droeve mare en
meer dan ooit kwam naar voren, dat men
zich bewust was, een burgervader te hebben
verloren, die zich steeds boven de partijen
had gesteld.
In ons nummer van gisteren stelden wij
reeds in het licht, wat burgemeester Lommen
voor Castricum is geweest. In een gister
avond om half acht gehouden buitengewone
vergadering van den raad kwam dit nog
nader tot uiting in de herdenkingsrede van
den loco-burgemeester, wethouder Helmer,
het gesproken woord door het oudste raads
lid, den heer Aukes en in de gedachtenis-
speech van den gemeente-secretaris, den
heer van Lunen.
Voor de bijeenkomst was de raadzaal in
een rouw-zaal herschapen, zwarte drape
rieën waren aangebracht, terwijl de lampen
met rouwfloers waren omhangen. Boven
den burgemeesterszetel hing het portret van
den overledene en daar boven de electrische
klok, aanwijzende het uur, waarop burge
meester Lommen het tijdelijke met het
eeuwige had verwisseld.
De bijeenkomst werd o.m. bijgewoond
door dr. Leenaerds, den directeur van de
lichtbedrijven van Hoeven, den gemeente
ontvanger van den Berg, den gemeente
opzichter van Diepen en het voltallig secre
tarie- en politie-personeel.
Rede van den loco-burgemeester.
De loco-burgemeester hield de volgende
rede:
In spoedeischen vergadering heb ik U op
geroepen, ten einde U mededeeling te doen
van het overlijden van onzen burgemeester.
Hedenmorgen te 9.20 heeft burgemeester
Lommen het tijdelijke met het eeuwige
verwisseld. Wat reeds lang gevreesd werd,
heeft zich thans nog vrij plotseling voltrok-
kij. Degenen, die dagelijks omgang hadden
met den burgemeester, wisten reeds lang,
dat het met hem niet goed ging.
Vanaf 1934 was hij niet meer de levens
lustige en veerkrachtige figuur van voor
heen. Voordien was hij vol energie en
enthousiasme, opgewekt en vol belangstel
ling voor alles, wat zijn ambt betrof. Welis
waar is hij na de ziekte van 1934 weer zoo
danig hersteld, dat hij zijne ambtsbezigheden
weer verrichtte, de energieke werker van
vroeger is hij niet meer geworden.
Zoo U weet, leed onze burgemeester aan
Donderdag 12 November.
HILVERSUM, 301 M. (AVRO-uitz.)
8.— Orgelspel. 8.15 Gr.pL 10.—
Morgenwijding. 10.15 Gr.pl. 10.30
Lyra-trio. 11.15 Gr.pl. 12.— De
Octophonikers en orgelspel. 1.30
Het Omroeporkest. 3.05 Naaicursus.
3.45 Gr.pL 4.Voor zieken en
thuiszittenden. 4.30 Piano-recitaL
4.50 Voor de kinderen. 5.30 Het
Omroeporkest. 6.30 Sportpr. 7.
Voor de kinderen. 7.05 AVRO-
dansorkest. 7.30 Engelsche les. 8.—
ANP-ber. 8.15 Concertgebouworkest
en solist. In de pauze deel. 10.30
Gr.pl. 11.ANP-ber. Hierna Avro-
dansorkest. 11.30—12.— Rep. zes-
daagsche, Rotterdam.
HILVERSUM, 1875 M. (8.—9.15 en
11.—2.— KRO, de NCRV van 10—
11.en 2.11.30 uur). 8.9.15 en
10.Gr.pl. 10.15 Morgendienst
10.45 Gr.pl. 11.30—12— Godsd.
halfuur. 12.15 KRO-orkest en gr.pL
2.Handwerkcursus. 3.3.45 Gr.pl.
4.Bijbellezing. 5.Cursus han
denarbeid v. d. jeugd. 5.30 Gr.pL
5.45 Zang en piano. 6.45 C.N.V.-
kwartiertje. 7.Ber. 7.15 Causerie:
't Eiland. 7.45 Rep. 8— ANP-ber.
8.15 Gr.pl. 9.Journalistieke cau
serie. 9.30 Orgelconcert. (10.10
ANP-ber. 10.30—11.30 Gr.pL Hierna
Schriftlezing.
DROITWICH, 1500 M. 11.2511.50
Gr.pL 12.10 BBC-Welsch orkest en
soliste. 1.05 Zangvoordr. 1.352.20
Dansmuziek. 3.35 Sted. orkest Bour-
nemouth en soliste. 5.05 Gr.pL 5.35
Sydney Kyte en zijn Band. 6.20
Ber. 6.40 Boekbespr. 7.Variété-
progr. 7.20 Solistenconcert. 7.50
Radio-tooneel met muziek. 8.50
Causerie: Freedom and Parliament.
9.20 Ber. 9.40 Orgelspel. 10.20 Korte
kerkdienst. 10.40 BBC-orkest mmv.
soliste. 11.35 Jack Jackson's Band.
11.5012.20 Dansmuziek.
RADIO PARIS, 1648 M. 720 en 8.35
Gr.pL 11.20 Omroeporkest. 2.50 en
4.20 en 7.20 Gr.pl. 8.20 Zang en
viool. 9.05 Radio-tooneeL 11-20
12.35 Het Pascal-orkest.
KEULEN, 456 M. 5.50 en 11.20 Or
kestconcert. 12.35 Omroep-Amuse-
ments-orkest 1.35 Omroepkwintet
4.05 Gr.pL 5.05 Omroepkleinorkest.
7.45 Omroeporkest. 9.5011.20 D.
Mangone's orkest.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 Klein-orkest. 1.05
Cabaret. 1.15 Kleinorkest. 1.30 Om
roeporkest. 1.50 Cabaret 2.2.20
Gr.pL 5.20 Salon-orkest en gr.pL
6.50, 7.20 en 8.20 Gr.pL 8.50 Zang
voordr. 9.20 Omroepsymph.-orkest
en zang. 10.3011.20 Omroepdans-
orkest en gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl.
12.50 Omroeporkest. 1.302.20 Gr.
pi. 5.20 Volksmuziek. 6.35 Salon
orkest. 7.35 Gr.pl. 8.20 Klein-orkest
10.30—11.20 Gr.pL
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.30 Gr.pL 8.20 Het Omroeporkest
9.20 Ber. 9.50 Piano-recital. 10.05
Weerbericht 10.2011.20 K. Wid-
mann's dansor' est
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Parijs Radio 8.058.20.
Luxemburg 8.209.05, Keulen 9.05
9.50, Luxemburg 9.5011.20,
Radio Danmark 11.2012.05, Parijs
Radio 12.0513.05, Brussel (VI.)
13.05—14.20, Parijs R. 14.20—15.20,
Lond. Reg. 15.2016.50, Parijs R.
16.50—17.20, Brussel Fr. 17.20—18.50
Lond. Reg. 18.5019.20, Berlijn
19.20—20.20, Rome 20.20—22.10,
Berlijn 22.1023.Weenen 23—
24—.
Lijn 4: Brussel VL* 8.9.20, Nor-
mandië 9.2010.35, Lond. Reg. 10.35
15.35, Droitwich 15.3518.20,
Luxemburg 18.2019.Droitwich
19—20.50, Brussel Fr. 20.50—21.20,
Luxemburg 21.2021.40, Droitwich
21.40—24.—.
een hartaandoening; vanaf dezen zomer was
het echter voor degenen, die dagelijks
met hem omgingen duidelijk waarneembaar,
dat de burgemeester aan iets leed, dat het
ergste deed vreezen.
Tergend langzaam werd van week tot
week zijn toestand minder goed.
Wat niet opelijk gezegd werd, werd toch
in stilte gevreesd; een ongeneeselijke kwaal
openbaarde zich. Meer en meer bleek, dat
de genezing niet te verwachten was. Zoo is
dan hedenmorgen nog vrij plotseling de bur
gemeester van ons heengegaan.
Toen ik hem op zijn verzoek een week
geleden bezocht, had ik dat zoo snel nog
niet verwacht, hoewel zijn toestand een aan
grijpenden indruk op mij maakte.
Burgemeester Lommen, sinds Augustus
1918 hoofd van onze gemeente, heeft veel,
zeer veel voor Castricum gedaan. Steeds
hadden de belangen van onze gemeente zijn
volle aandacht, temeer wijl Castricum op
een keerpunt stond.
Het is Uwen Raad bekend,hoe hij bij de
ontwikkeling van Castricum er steeds naar
gestreefd heeft, om onze gemeente, ondanks
de snelle ontwikkeling, toch het eenvoudige
dorpskarakter te laten behouden.
Waar er belangen voor Castricum op het
spel stonden, wist hij met een vooruitzienden
blik de noodige maatregelen te treffen, die
voor onze gemeente van vitaal belang waren.
Hij heeft onder zijn bestuur den bevolkings
aanwas bijna zien verdubbelen, de ontwik
keling der gemeente, welke een logisch ge
volg is van de bevolkingstoename, baarde
vele zorgen voor de overheid. Steeds was
hij waakzaam en trachtte immer, die maat
regelen te nemen, welke in het belang van
gemeente en bevolking waren.
Ik zal niet in details treden. Wanneer
men terugdenkt tot den aanvang van zijn
bestuursperiode, gaan er heel wat gebeurte
nissen aan onzen geest voorbij.
Dames en Heeren, en nu de wijze waarop
burgemeester Lommen zijn bevoegdheid
uitoefende. Zijn omgang met de bevolking
was altijd zóó, dat elkeen voor hem toegan
kelijk was. Door zijn hulpvaardigheid, door
de correctheid in zijn handelen en, wan
neer mogelijk, door zijn toegevendheid, was
hij een ieder van dienst.
Wanneer hij te kort geschoten mocht zijn,
dan is het dat zijn goed hart, somwijlen
meer sprak dan de plicht van zijn ambt
hem oplegde; voorwaar nog niet de slechtste
eigenschap.
Wat mij persoonlijk altijd buitengewoon
heeft getroffen, was de wijze, waarop hij de
besprekingen wist te voeren en te leiden.
In de elf jaren, dat ik met hem mocht samen
werken in het college van B. en W. zijn er
dikwijls zeer ernstige besprekingen gevoerd.
Hoe de houding en het inzicht van anderen
ook was, hij wist altijd een andere meening
te eerbiedigen. Hij wist zeer zuiver zaken
en personen van elkander te onderscheiden,
al stonden de meeningen ook lijnrecht te
genover elkaar. Na afloop van een vergade
ring waren de zaken afgedaan en de per
sonen stonden weer als personen tegenover
elkaar.
Deze eigenschap maakte het werken ge
makkelijk en aangenaam.
Dames en Heeren,
Burgemeester Lommen is van ons heen
gegaan nog in de kracht van zijn leven. 10
September werd hij 51 jaar. Voor Castri
cum had hij menschelijkerwijze gesproken,
nog vele jaren het ambt van burgemeester
kunnen vervullen. Het heeft echter niet
mogen zijn.
Overtuigd ben ik, dat de nagedachtenis
aan burgemeester Lommen zeer lang in eere
zal blijven, niet alleen bij degenen, die
nauw met hem waren verbonden, maar ook
bij de geheele bevolking.
Castricum verliest een burgemeester, die
zoo zeer aller achting verdiende Aan hem
zal nog menigmaal, hoe, en door wie hij ock
vervangen wordt, gedacht worden.
Moge God hem genadig zijn en hem de
verdiensten voor zijne goede werken niet
onthouden.
Een overwintering op
Spitsbergen.
28)
Het was thans einde Aprü en gedurende
den dag was het nu volkomen licht. Dage-
lijks ging een van hen den heuvel op, om,
als de lucht helder was, naar het Westen
uit te zien. Er begonnen thans in het ys
langs de kust breede barsten te komen en
bij het wisselen van den stroom meenden
in de verte wel eeps open plekken waar
te nemen.
's Avonds liep het gesprek geregeld over
de vraag, tegen wannear zy wel „De Hoop
konden verwachten en als een van hen
daarboven op den uitkijk stond, zocht hij
zoolang met den kijker Zuid- en West
waarts den horizon af, tot dat hy zijn arm,
die den kijker hield, vermoeid moest laten
zakken. Het verlangen naar huis werd el-
ken dag grooter en toch wisten zij, dat fei
telijk al dat uitkijken vergeefsche moeite
Was, omdat geen vaartuig het ijs nog kon
trotseeren en ook, dat vóór misschien
midden Mei, er geen schip in zicht kon ko
men en dan moest nog bovendien tegen dien
tijd de toestand van het ijs gunstig zijn.
EINDELIJK NAAR HUIS.
Op den 30sten April vertrok „De Hoop"
slechts zes mannen aanboord. De schipper
van Tromsö met volle zeilen. Er waren
Lange Sivert, Anders Severinsen, Knut To-
bissen en Mikal Tarandsen. Verder twee
nieuwen: Reynard Norby en Oscar Breivik.
Er was slechts één sloep aan boord. Op het
monsteringbureau had Sivert zijn man
schappen er van op de hoogte gebracht, dat,
hoewel hij slechts met vijf man vertrok, hij
er rekening mee hield, naar Skagersbaai
zeilende, daar Johan Troms met zyn drie
mannen en de sloep weer aan boord te kry-
gen.
Op deze voorwaarde werd er aangemon
sterd.
Een flinke Zuid-Westenwind bracht „De
Hoop" spoedig Noordwaarts door de Lang-
sund, voorbij Karlöy, de Hammersfjord uit
en nadat zy Torsvaag, als laatste plaats, die
zij passeerden, vaarwel hadden toegewuifd,
was de kust binnen een etmaal uit het ge
zicht verdwenen. Dit ging zoo voorspoedig,
dat, indien dit als een goed voorteeken
mocht worden beschouwd, op deze reis het
geluk met „De Hoop" zou zyn. Trouwens
drie waarzegsters hadden dit reeds Madam
Olsen voorspeld en een oude Laplander,
van wien zy rendiervleesch had gekocht
had het ook bevestigd.
Terwijl Sivert heen en weer over het dek
wandelde, en hy naar de bolle zeilen van
zyn schip keek, dacht hij aan die voorspel
lingen, waarvan zyn vrouw nem had ver
teld en hij mïjmerie: „God mag weten, of
zy nog allen in leven zijn. Is er een van hen
gestorven, dan is dit ?eker Berner Jörgen-
sen. Hij was reeds vorig jaar niet sterk, hij
was een eerste klas stuurman daar
was niets op aan te merken maar hij was
slap".
Sivert keek naar de luent, het was uit
stekend weer, hij wreef zich in zijn handen
en was verheugd als een kind. Sinds zij
weer in zee waren, had Mikal hem slechts
één keer hooren vloeken. Dit was, toen
Oscar Breivik, in plaats van op het hak
blok, op den kant van een luik hout had ge
hakt
Den derden dag nadat zij voorbij Torsvaag
waren gezeild, kregen zy het schijnsel van
het ijs te zien. Sivert ging onmiddellijk in
het kraaiennest en bleef daar voorloopig
zitten. Het ijs was zijn grootste vriend, doch
tevens zijn ergste vijand.
Dikke donkere tabaksstralen daalden uit
het kraaiennest in zee en onophoudelijk
klonken de bevelen omlaag naar den roer
ganger, want zij zeilden scherp bij den
wind, met stijf aangehaalde schoten. Er
waaide een koude Noordenwind.
Den 5en Mei lagen ze in het ijs, met het
mooiste weer, dat zij slechts konden wen-
schen.
Langzamerhand begon de eene zeehond
na den ander zich tegen de ijsschotsen op te
werken. Reeds op zee hadden zij scholen
van duizenden gezien, die Noordwaarts
trokken. Meer en meer ontdekten zy er
thans op de schotsen en de sloep werd te
water gelaten.
De robbenjacht was nu begonnen. Gedu
rende twee etmk.en bleef het weer uitste
kend. doch toen kwain er een storm opzet
ten. Onderwijl had „De Hoop" reeds 580
oude zeehonden aan boord, stuk voor stuk
vet als speenvarkens.
De mannen die nagenoeg zonder slaap
nacht en dag hadden doorgewerkt hoog
stens hadden ze eens een uur geslapen
waren zóó doodmoe en afgewerkt, dat zij
als dronken kerels wankelden Ook Lange
Sivert had even hard meegearbeid, evenwel
gaf hij bevel, dat na het eten allen naar
kooi konden gaan. Hij zou wel alleen aan
boord de wacht houden.
Volgens berekening moest „De Hoop" zich
ongeveer 20 mijlen van de Zuidkaap bevin
den. Er woei thans een flinke bries en met
klein zeil drong „De Hoop" zich door ie
drijvende schotsen, die van tyd tot tijd zoc
opeen drongen, dat het schip er tusschen
vastgeklemd werd. Het was echter slechts
de stroom, die dit veroorzaakte en deze
dreef de schotsen ook weer uiteen en dan
kwam het schip weer vrij. Van „kruien"
van het ijs was geen sprake, men liep dus
geen gevaar.
Sivert liet zijn menschen zes uren slapen,
waarna hij drie man, die de wacht moesten
overnemen, opporde. Hij zeide hun, zoo
spoedig het ijs voldoende ruimte zou geven,
om in die richting vooruit te komen, Noord-
Noord-Oost te zeilen. Na een flinken maal
tijd kroop ook hij in zyn kooi.
Knut zat boven in het kraaiennest; Miksl
stond naast hem, met één voet op de ver
schansing, terwijl hy zich aan het want
vasthield. Knut gebruikte onophoudelijk
den kijker en plotseling zeide hij:
„Ik zie aan de kim Hornsund ongeveer ten
Zuid-Zuidoosten en nu moet dwars var
ons Prins Karlsvoorland liggen. Want dunk-
je Mikal, zouden we het er op wagen en
den oude er uit porrenJe weet, hoe hu)
is. Als er geen gevaar in zicht is, wil hij
met rust worden gelaten".
„Zeker, dit weet ik ook", zei Mikal, „doch
het kan zyn, dat hijzelf het land wil zier
en er zou eens mist kunnen opkomen ei
als wij hem dan niet zouden gewaarschuv.
hebbendan behoef ik je verder niets t-
vertellen!"
„Goed" zei Knut, „por hem er dan maa
uit!"
„Neen", antwoordde Mikal, „hoe gaarr/
ik het ook zou doen, dit gaat niet. Als har
poenier ligt dit op jou weg". Daar w;,
niets tegen in te brengen en Knut moes
zich nu wel naar den bullebak begeven.
Sivert kwam aan dek en klom dadelijk
naar het kraaiennest. Hy bleef daar zitten
totdat hy Danskegat op een afstand van cir
ca 8 mijlen kon zien liggen. Sivert dacht et
ernstig over na, of hy zich zoo ver tusschen
het ijs zou mogen wagen, doch hy durfde
het niet aan, zoo dicht op de kust aan te
houden. Aangezien de zee met dikke zware
schotsen was bezet, vreesde hy, dat daar, in
het Danskegat tusschen Deenscheiland er-
het vasteland het ijs, door den sterke
stroom, hevig zou kruien. Dit zou voor zy/
schip gevaarlijk kunnen worden.
(Wordt vervolgd -