Voor den vrede. Verkeersongelukken. Amsterdamsche notities. voelen blijkens het voorloopig verslag ge deeld werd. Luchtbescherming. Bij vergelijking tusschen hetgeen in het buitenland en hetgeen in ons land op het ge bied van luchtbescherming wordt gedaan, mogen niet uit het oog worden verloren de zeer verschillende omstandigheden, waarin andere landen, ook wat dit onderwerp be treft, verkeeren. Als maatstaf kan het bui tenland niet steeds diene. Deze overweging brengt niet mede, dat de minister zou mee- nen, dat hier te lande met halve maatrege len kan worden volstaan. Het bedrag, dat beschikbaar kan worden gesteld, is inder daad bescheiden, onder invloed als het staat van de algemeene noodzaak tot besparing op overheidsuitgaven. Toch moet het toerei kend worden geacht voor het stadium, waar in de voorzieningen op dit gebid3 thans ver keeren, nJL dat van organischen opbouw en eerste bepaling van richtlijnen. Een wetsontwerp, beoogende vereenvoudi ging van de gemeentelijke en de provinciale administratie, samengesteld op basis van voorstellen der commissie-Kooiman, kan bin nen afzienbaren tijd tegemoet worden ge zien. Het ligt in de bedoeling van den minister, daarbij ook het vraagstuk der zekerheids stelling door ambtenaren te betrekken en een voorstel te doen tot eenvoudiger rege ling ter zake. Gedragingen van burgemeesters. Het is uiteraard niet mogelijk, op de vraag, of burgemeesters, die zich aan een grove verkeersovertreding schuldig maken, uit hun functie moeten worden ontheven, een categorisch antwoord te geven. Alles hangt af van de omstandigheden van net concrete geval en er moet steeds, gelijk eveneens in het voorloopig verslag wordt betoogd, met voorzichtigheid worden opge treden. De minister heeft kennis genomen van de aantijgingen, welke tegen een burgemeester, president van het Centraal Verkoopbureau van Mosselen, zijn gericht en ook van het onderzoek, naar deze zaak ingesteld. Kennis neming van de stukken, heeft den minister tot de overtuiging gebracht, dat er voor het nemen van maatregelen zijnerzijds tegen de zen burgemeester geen aanleiding bestaat. De burgemeester van Breda heeft in de rede, waarmede hij zijn ambt aanvaardde, gewaarschuwd tegen het doordringen, langs heimelijken weg, van extremistische theo rieën, waartoe sommigen, met buitenland- schen steun, trachten kernen van onrust te vormen, ten einde de bestaande instellingen omver te werpfen. De burgemeester noemde daarbij de communisten. De minister is, met de andere leden, hier aan het woord, van meening, dat den burgemeester geen blaam treft. De minister kan geen bezwaar zien tegen den maatregel van orde, hierin bestaande, dat geen groet mag worden gebracht of roep ten beste gegeven, die een politiek karakter heeft. In het geval, dat de minister nauw keurig heeft nagegaan, was dit verbod ge richt tegen eiken groet of roep, die een po litieke uiting is. Dat een bepaalde groep meent, zich bij of- ficieele plechtigheden en feesten op geen andere wijze te kunnen uiten dan door het bezigen van dezen groet of roep, moge te betreuren zijn, maar dit moet voor rekening van die groep blijven. De kwestie Ambt-Hardenbere. Wat de kwestie Ambt-Hardenberg betreft, brengt de minister onder de aandacht dat het in het belang van de betrokken gemeen te er voor hem allereerst op aankwam het ontslag van den burgemeester te bevorde ren. Op dat tijdstip was hem slechts bekend, dat de justitie juist een gerechtelijk voor onderzoek tegen den burgemeester gevor derd had. Omtrent de overwegingen, welke daartoe aanleiding hadden gegeven, tastte hij in het duister en gelet ook op de sfeer van onrust en wantrouwen, welke ter plaat se heerschte en oorzaak was van allerhande verdenkingen en beschuldigingen tegen ver schillende overheidspersonen, bestond er voor den minister geen bepaalde aanleiding voor verdenking van zoo ernstige malversa ties als achteraf gebleken zijn, te hebben plaats gevonden. Dezelfde sfeer van onrust en wantrouwen was echter juist aanleiding voor den minis ter om, gelijk ook in het antwoord op de desbetreffende schriftelijke vragen is te kennen gegeven, ter bevordering van den te rugkeer van de rust in de gemeente, het ontslag van den burgemeester te bespoedi gen en niet te wachten tot een veroordee- lend of vrijsprekend vonnis zou zijn geveld. Geruchten en vermoedens. De vraag naar aanvullende mededeelin- gen inzake de overwegingen, welke hebben geleid tot herbenoeming van den burgemees ter van 's-Gravenzande brengen deze kwes tie op een terrein, dat niet dan met groote voorzichtigheid moet worden betreden, n.L op dat der plaatselijke geruchten en vermoe dens. Deze moeten al heel goed gefundeerd zijn, willen zij den minister doen besluiten de resultaten van een uitvoerig onderzoek naast zich neer te leggen. Die resultaten wa ren in dit geval gunstig voor den burge meester. Vraagt men nu, of er verband bestond tusschen het bedanken als president-kerk voogd en de geuite beschuldigingen, dan kan de minister daarop niet bevestigend of ont kennend antwoorden. Slechts kan hij mede- deelen, dat er, naar hem ter oore is geko men, in 's-Gravenzande stroomingen waren, die geneigd waren dit verband aanwezig te achten. Op de tweede vraag, of er een oogenblik geweest zou zijn, waarop de gelden niet aan wezig waren, kan ook niet anders worden geantwoord, dan dat het onderzoek, naar aanleiding van geruchten ingesteld, heeft aangetoond, dat er voor justitieel ingrijpen geen termen waren. Daarmede moet men de beschuldiging weerlegd achten en het is aan hen, die op dit punt verantwoordelijkheid hebben, om door voortdurende controle zich er van verzekerd te houden, dat geen onre gelmatigheden voorkomen. De burgemeester heeft, voor zoover den minister bekend, geen gebruik gemaakt van I rechtsmiddelen, om zich tegen de geuite be schuldigingen te verweren. Het aantal werklooze Nederlanders in Duitschland, hetwelk steun ontvangt van Nederlandsche zijde en als werkloozen in geschreven kon worden, bedraagt thans on geveer 900. Hieronder is 'n aantal, hetwelk met het oog op hoogeren leeftijd of gedeel telijke ongeschiktheid tot werken moeilijk meer in het arbeidsproces kan worden opge nomen. Daarbij komt dat vakarbeiders, die juist onder de tegenwoordige omstandigheden in Duitschland gezocht worden, onder de Ne derlandsche werkloozen schaarsch zijn. Op 1 November 1935 bedroeg het aantal door den rijksdienst gesteunde werkloozen ongeveer 2500 LANDREIZIGERS VAN EN NAAR INDIE. Een nieuwe tijdelijke klasse- indeeling. Bü beschikking van den minister van staat, minister van koloniën, van 12 Maart 136 (opgenomen in de „Staatscourant" van 18 Maart) is een nieuwe regeling vastge steld betreffende de klasse-indeeling van de landsreizigers naar en van Nederlandsch- Indië, welke een vermeerdering van het aantal landsreizigers derde klasse ten ge volge heeft gehad. Daar echter door de overbezetting van de derde klasse der mailschepen moeilijkheden zijn ontstaan, is van regeeringswege beslo ten daaraan eenigermate tegemoet te komen. Derhalve is bepaald, dat (behalve de reeds in de tweede klasse gerangschikte burgerlijke landsdienaren) tijdelijk ook in de tweede klasse worden ingedeeld de man nelijke burgerlyke landsdienaren met een bezoldiging van 275 tot 330 's maands, terwijl voorts ook eveneens tijdelijk alle onderofficieren boven den rang van sergeant-majoor van leger en marine in genoemde klasse zullen reizen. Deze regeling gaat in, voor zoover betreft reizen van Nederland naar Ned.-Indië, op 1 December, terwijl het tijdstip van ingang voor reizen in omgekeerde richting door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zal worden vastgesteld. CONTINGENTEERINGEN OPGEHEVEN. De regeeringspersdienst deelt mede, dat naar mag worden verwacht de contin- genteeringen van gresbuizen en van cocos- stukgoederen een dezer dagen zullen worden opgeheven. ONDERSCHEIDING VOOR PROF. DR. G. A. F. MOLENGRAAFF. Bij kon. besluit is prof. dr. G. A. F. Molen graaf f te Wassenaar benoemd tot comman deur in de orde van Oranje-Nassau. VEREENVOUDIGING GEMEENTE LIJKE EN PROVINCIALE ADMINISTRATIE. Indiening van een wetsontwerp kan binnenkort tegemoet worden gezien. De minister van binnenlandsche zaken deelt in de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer, betreffende de begrooting van zijn departement mede, dat een wets ontwerp, beoogende vereenvoudiging van de gemeentelijke en de provinciale admi nistratie, samengesteld op basis van voor stellen der commissie-Kooiman, binnen afzienbaren tijd tegemoet kan worden gezien. Het ligt in de bedoeling van den minis ter, daarbij ook het vraagstuk der zeker heidstelling door ambtenaren te betrekken en een voorstel te doen tot eenvoudiger regeling ter zake. De minister hoopt binnenkort een voor stel ter zake te kunnen doen verschijnen. ZUIDERZEEFONDS EN MILITAIRE WERKEN. De verhooging van de begrooting van het Zuiderzeefonds voor 1935 beteekent geen vermeerdering van de voor militaire werken geraamde uitgaven. In een nota naar aanleiding van het ver slag over het wetsontwerp tot wijziging en verhooging van de begrooting van het Zuiderzeefonds voor 1935, wijst de minis ter van waterstaat er op, dat, zooals reeds in de memorie van toelichting werd me degedeeld, de verhooging met 510.000 noodig is, omdat ten laste van het dienst jaar 1935 uitgaven moesten worden ge daan, waarop in een vroeger dienstjaar was gerekend. Deze verhooging beteekent echter niet vermeerdering van de in totaal voor mili taire werken geraamde uitgaven. Deze uitgaven zullen in tegendeel belangrijk beneden de raming van 20.000.000 blij ven en om die reden wordt voorgesteld, de bijdrage ad 200.000 ten laste van de defensiebegrooting over de jaren 1935, 1936 en 1937 achterwege te laten. DRIE ARRESTATIES TE MILLINGEN. Door de politie zijn drie inwoners van Millingen (bij Nijmegen) gearresteerd, t.w. V., H. en v. d. D., verdacht van het plegen van onzedelijke handelingen met minder jarige kinderen. H. is aan de justitie te Arnhem uitge leverd. V. en v. d. V. bevinden zich nog in arrest te Millingen. WASCHBEER GEDOOD. Een eendenhouder te Berkum Brink- hoek nabij Zwolle vond Maandagmorgen een van zijn eenden dood in het nachthok liggen, hetgeen bij onderzoek de schuld bleek te zijn van een waschbeer. Dit uit- heemsche dier had zich verscholen in een der legnesten en kon daar met een greep onschadelijk worden gemaakt. Bij deze wijze van dooden van het dier was de kostbare huid nogal beschadigd, zoodat de waarde ervan aanmerkelijk was ver minderd. Het dier is waarschijnlijk weggeloopen uit de vossenfarm bij den nabij gelegen Agnietenberg, daar anders zijn aanwezig heid in Berkum zeer moeilijk te verkla ren is. BEGRAFENIS JHR. DE MURALT. Groote belangstelling. Gister heeft op de eerste algemeene be graafplaats te Utrecht onder zeer groote belangstelling de teraardebestelling plaats gehad van het stoffelijk overschot van jhr. ir. R. R. L. de Muralt, oud-kamerlid, en oud-burgemeester van Borculo. Vanwege de Christengemeenschap werd aan de groeve een korte dienst gehouden, zooals bij teraardebestellingen van leden van dezen bond gebruikelijk is. Het was de heer Gerritsen uit 's Gravenhage, die in dit gewaad met zwarte garneering, de zen dienst leidde. Jhr. dr. ir. W. J. J. de Muralt, uit Maas tricht, een zoon van den overledene, ver tolkte den dank der familie. Hij herinner de er aan, dat het den wensch zijns vaders was geweest dat aan diens groeve niet zou worden gesproken en richtte tot de ver tegenwoordigers der verschillende ver- eenigingen een woord van erkentelijkheid, voor hun tegenwoordigheid. In het bijzon der dankte jhr. de Muralt het gemeente bestuur van Borculo hiervoor, terwijl hij voorts een speciaal woord van dank richt te tot de christengemeenschap in den Haag. die zoo welwillend was geweest den rouw dienst aan de rustplaats van zijn vader te houden. DE „JESSICA" N.'AR AMSTERDAM. Het Duitsche s.s. „Jessica", dat met gebro ken roer ronddreef ten Noordwesten van het lichtschip „Haaks" en door de sleepboot „Utrecht" van de firma Wijsmuller naar IJmuiden gebracht zou worden, is hier ir. den loop van gistermiddag te IJmuiden aangekomen. Te omstreeks half vijf is de „Jessico" door een havensleepboot buitengaats gesleept, teneinde door een sleepboot van de reedarij Goedkoop naar Amsterdam te worden ge bracht. HET BOEK OVER PRINS BERNHARD. De prins ontvangt schrijvers uitgever. en Gisteren heeft Z. D. H. prins Bernhard op het Loo ontvangen de beide schrijvers van het reeds eerder aangekondigde boek, aan hem en zijn huis gewijd zal zijn, nl. prof. dr. Georg Freiherr von Eppstein, en hofrat Max Staercke, die vergezeld wer den door den uitgever van het boek. den heer A. W. Bruna, uit Utrecht. De drie heeren werden ontvangen door den adju dant van H. M. de koningin, generaal- majoor tit. D. Q. C. F. de Jonge van der Halen, en begroet door den hofmaarschalk mr. F. F. baron de Smeth, en daarna bij prins Bernhard toegelaten. Prins Bernhard ontving de beide trouwe vrienden van zijn familie op zeer hartelijke wijze. Ook prins Aschwin begroette het gezelschap. Na een hartelijk onderhoud zijn de heeren weer naar Utrecht vertrok ken. TOEWIJZING 3 PCT. STAATSLEENING '36. Bij de Dinsdag gehouden inschrijving op bovengenoemde leening is ingeschreven voor een totaal bedrag van 338.392.500. De toewijzing op deze inschrijvingen heeft op zoodanigen voet plaats, dat alle ge vraagde obligatiën van 100 ten volle wor den beschikbaar gesteld en dat op de in schrijvingen voor obligatiën van 500 20 en op de overige inschrijvingen 14.15 wordt toegewezen. „MINISTER DECKERS"-CHRYSANTH. Toestemming van den minister. Naar wij vernemen heeft mr. dr. L. N. Deckers, minister van landbouw en vissche- rij, in een persoonlijk schrijven zijn goed keuring eraan gehecht, dat de handelskwee- kerij C. M. van Zaal Mzn. te de Kwakel, gemeente Uithoorn, een harer nieuw ge kweekte chrysanten den naam zal geven van „Minister Deckers". Deze nieuwe bloem werd bij speciaal daarvoor ingestelde keuring door de ko ninklijke Nederlandsche maatschappij voor tuinboujv en plantkunde met de hoogste be oordeeling bekroond. Na dit resultaat heeft de kweeker zich gewend tot den minister Deckers, die onlangs de bloemententoon stelling te de Kwakel heeft geopend. De mi nister had groote bewondering voor de nieu we bloem en gaf gaarne zijn toestemming om deze prachtige chrysant den naam te ge ven van „Minister Deckers". Men zal kunnen begrijpen, dat deze sym pathieke geste van den minister bij de kweeker van de Kwakel groote voldoening heeft gewekt. In samenwerking met de Vereeniging voor Internationale Vriendschap en We reldvrede heeft gisteravond de Amster- damsche Vredesraad een centraal or gaan waarbij tien verschillende groepen zijn aangesloten den wapenstilstandsdag herdacht. Nadat de voorzitter van den Amster- damschen Vredesraad, de heer J. H. Spen- kelink den avond met een kort woord had geopend, sprak ir. K. J. Hondius uit Rotterdam over het onderwerp: „Vredes- arbeid in crisistijd". Na een golf van optimisme na den oorlog zinken wij thans weg in een moreele crisis, aldus spr., waar in de leugen brutaal wordt gehanteerd. Van oorlog en verede bestaan wanbegrip pen, welke als wapen tegen de vredesge- dachte worden gebezigd. Vrede is de levensvreugde, gelegen in het zich geven aan een hooggesteld doel. De oorlogdrei ging vergalt thans deze levensvreugde voor de menschheid. Thans is een begin selvaste houding der vredesgezinden noo dig. Het is o.m. te betreuren, dat de anti fascisten naar de middelen van het mili tairisme grijpen. Alleen de verwerping van eiken oorlog kan de menschheid leiden tot den waren vrede. De dansgroep Tilly Sylon uit Haarlem, aan den vleugel door Carolina Luitjes be- Criais-publicalie. REGELING BETREFFENDE HET UITPOTEN VAN FABRIEKS AARDAPPELEN OOGST 1937. De Nederlandsche Aardappelmeelcen trale maakt bekend, dat zij, die in 1931 in aanmerking wenschen te komen voor eeji uitpootvergunning voor fabrieksaardappe len, vooraf een vragenlijst moeten beant woorden en vóór 1 December 1936 inzenden aan de Nederlandsche Aardappelmeel centrale te Veendam. Aan degenen, die in het bezit zijn van een uitpootvergunning voor fabrieks aardappelen voor 1936, zal zooveel moge lijk een dergelijke vragenlijst uiterlijk 2 November 1936, namens de Prov. Land- bouw-Crisis-Organisatie, rechtstreeks door de Nederlandsche Aardappelmeelcentrale worden toegezonden. Degenen, die uiterlijk dien datum niet een dergelijke vragenlijst ontvingen en van meening zijn, voor een uitpootver gunning voor fabrieksaardappelen voor 1937 in aanmerking te komen, moeten tusschen 23 en 28 November 1936 toezen ding van de vragenlijst verzoeken aan de Nederlandsche Aardappelmeelcentrale, Kerkstraat 22, Veendam. Zij, die nalaten vóór 1 December 1936 de beantwoorde vragenlijst aan genoemd adres in te zenden, komen niet voor een uitpootvergunning voor fabrieksaardappe len oogst 1937 in aanmerking. Voor de bedrijven, welke voor een uit pootvergunning fabrieksaardappelen oogst 1937 in aanmerking komen, wordt vast gesteld het z.g. normaal oppervlak. In het algemeen w^rdt daaronder ver staan' het oppervlak, hetwelk gemiddeld geregeld op een bedrijf met fabrieksaard appelen werd bebouwd. Bij het vaststellen van deze normale oppervlakte zal er rekening mede worden gehouden, dat nieuw ontgon nen veenkoloniale gronden, welke in 1937 eerste vrucht zullen dragen en uiterlijk 1 Maart 1937 voor de cultuur gereed zijn, onder normale omstan digheden geheel met aardappelen zouden worden bepoot. Onder dergelijke gronden zullen worden verstaan dalgronden, dat zijn ontginnin gen, welke werden verveend en welke zijn gelegen op ten hoogste 300 M. afstand van een kanaal of wijk en liggende in een omgeving, waar algemeen geregeld fa brieksaardappelen worden verbouwd. Nieuw ontgonnen gronden, welke in 1937 eerste vrucht zullen dragen en welke uiterlijk 1 Maart 1937 voor de cultuur gereed zijn, zullen geacht worden normaal ten hoogste voor 80 van de oppervlakte met aard appelen te worden bebouwd, indien deze gronden, wat den aard der samenstelling betreft, met dalgronden ongeveer zijn gelijk te stellen en voor zoover ze zijn gelegen in een om geving, waar algemeen geregeld fabrieksaardappelen worden geteeld. Overige nieuw ontgonnen gronden, welke in 1937 eerste vrucht zullen dragen, worden bij het vaststellen der normale oppervlakte niet in aanmerking genomen. Gronden, welke in 1936 eerste Vn droegen en waarvoor een vergunnin,/~cht uitpoot van fabrieksaardappelen „.°0r toegestaan, zullen in 1937 in het algen,ert* voor eenzelfde percentage normaal a 660 kend worden als de overige gronden het bedrijf waartoe ze behooren. Van In geen geval zal echter met j„a neming van het bovenstaande het norm t oppervlak voor een bedrijf hooger vast steld mogen worden dan 65 vaé' ^e' oppervlak bouwland van het bedrijf Op het normaal oppervlak fabriek, aardappelen, hetwelk aldus voor elk d bedrijven wordt vastgesteld, zal het nad^ te bepalen beperkingspercentage van toe1 passing worden gebracht. Dit beperkingspercentage wordt dus ook toegepast op de normale opper vlakte, voor de bedoelde nieuw 0nt gonnen gronden vast te stellen. Verder is een regeling vastgesteld m.t betrekking tot overschrijding van de opper. vlakte, op de uitpootkaart aangegevén jé geval van verbouw van na te noemen aardappelrassen op bedrijven, waarvoor voor oogst 1937 een vergunning voor uitpoot van fabrieksaardappelen wonft verleend. Voorzoover de aardappelvariëteitei Eersteling. Ideaal, Bintje. Frühmölle en Alberta worden verbouwd, zal het toege- wezen oppervlak, vermeld op de uitpoot. kaart voor fabrieksaardappelen, mogen worden overschreden met de helft van het oppervlak, hetwelk met bovengenoem de rassen wordt bebouwd, met inacht- neeming van het volgende. Om van die regeling gebruik te mogen maken, moet de verbouwer: a. Voor het geheele oppervlak in 1937 met genoemde rassen te bebouwen gebruik maken van in klasse A té velde en op partij goedgekeurd poot- goed. b. In 1936 reeds van die zelfde rassen perceelen aan den Nederlandschen Algemeenen Keuringsdienst ter goed keuring hebben aangeboden. c. Zich voor den verbouw van Eersteling en Ideaal beperken tot 67 van den verbouw in 1933 (Tuinbouw-teelt- regeling) en de daarvoor door de Nederlandsche Groenten- en Fruit- centrale gestelde voorwaarden in acht nemen. d. Het geheele oppervlak met genoemde rassen bebouwd, in 1937 ter keuring aangeven bij den Nederlandschen Al gemeenen Keuringsdienst. e. Het oppervlak, vermeld op de uitpoot kaart voor fabrieksaardappelen oogst 1937 ten hoogste overschrijden met het oppervlak, waarmee de verbouwer in 1935, krachtens de voor dat jaar geldende overeenkomstige regeling, zijn uitpootvergunning mocht over schrijden. f. Vóór 1 Mei 1937 een opgave doen aan de Nederlandsche Aardappelmeelcen trale te Veendam, in hoeverre hjj met inachtneming van de gestelde voor waarden zijn uitpootvergunning 1937 heeft overschreden. 's-Gravenhage, 10 November 1936. geleid, voerde eenige dansen uit in klas sieken stijl. Paul Huf declameerde toepas selijke versen. Terwijl ir. Hondius in het bijzonder als woordvoerder van den Amsterdamschen Vredesraad had gesproken, sprak de tweede spreker, dr. D. M. E. Habbema, directeur van de vierde 3-jarige H. B. S. te Amsterdam, voor de vereeniging voor Internationale Vriendschap en Wereld vrede. Wij dienen onszelf, aldus spr., in zoover re te herzien, dat ons pacifisme niet langer ontspruit aan eigenbelang maar aan be ginsel. Dan kunnen wij onzen invloed uitoefe nen op het wereldgebeuren. Hiertoe biedt de Vereeniging voor Internationale Vriend schap met andere verbonden de gelegen heid door het openen en mede organisee- ren van vacantiehuizen en kampen, waar menschen van verschillende nationaliteit elkaar op voet van gelijkheid kunnen ont moeten en leeren waardeeren. Wij kunnen onze vacantie-vreugde ten volle en op een hooger peil genieten, wan neer wij haar welbewust dienstbaar maken aan een poging om onze medemen- schen uit andere landen tot onze en elkan ders vrienden te maken. Zoo zullen wjj helpen bij het aanknoopen van die banden, die in hun veelvuldigheid een machtige factor zullen blijken bij het handhaven van den vrede, aldus besloot spr. ONGELUK MET DOODELLIKEN AFLOOP. In de Oranjestraat te Haarlem is gister middag een ongeluk met doodelijken afloop gebeurd. De 7-jarige A. J. B., die in deze straat woont, viel van een bespannen wagen, met het gevolg dat een der achterwielen hem over het hoofd ging. Het knaapje werd zoo ernstig gewond, dat de dood vrijwel on middellijk intrad. Eenigen tijd geleden is by een dergelijk ongeluk een broertje van het slachtoffer om het leven gekomen. (Van onzen Amsterdamschen medewerker). Op het gebied van het nyverheidsonder- wys en meer speciaal met betrekking tot de vakopleiding van meisjes, heeft de Amster damsche raad gisteren een besluit genomen, dat voor het stadsdeel benoorden het IJ maar ook Voor de z.g. randgemeenten in dit' deel van Noordholland, van groote betee- kems is. Op verzoek van de Vereeniging tot oprichting en instandhouding van lagere nij verheidsscholen, heeft de raad n.1. de krach tens art. 25 der N. O.-wet vereischte verkla ring afgelegd, dat de stichting eener huishoud- en industrieschool in Amsterdam- Noord noodig is. Thans berust de beslissing of deze school er komen zal by de regee ring, aangezien de school voor 70 voor rekening van 't Rijk de gemeente is aan sprakelijk voor 30 der kosten exploitatie komt. Maar, aan de subsidie toekenning vanwege het departement van Onderwijs behoeft geen twijfel te bestaan, want ook in Den Haag is men er reeds jaren van doordrongen, dat de nu door genoemde vereeniging aangevraagde school zij heeft in het centrum der stad reeds twee neutrale nijverheidsscholen in beheer, één voor jongens en één voor meisjes er noodza kelijk komen moet. Het is ons bekend, dat hierover reeds voorbereidende besprekingen zijn gevoerd met Ir. Hofstede, den inspec teur generaal en met de inspectrice van het N. O. mejuffrouw J. F. Beumer, de oud directrice der Alkmaarsche huishoud- en industrieschool en dat deze beide autoritei ten van de noodzakelijkheid der aange vraagde school overtuigd zijn en haar tot standkoming gaarne meehelpen bevorderen- In Amsterdam-Noord, waarvan de omvang der bevolking gelijk is aan dien van een groote provinciestad en in het omliggend landelijk gebied, ontbreekt de gelegenheid om vakopleiding te krijgen voor meisjes bijna geheel. De daar nu gedachte school zal twee leerjaren omvatten. Naast alge meen ontwikkelend onderwijs zal worden gegeven: a huishoudonderwijs, waaronder moet worden verstaan practisch onderwijs en voorts onderwijs in voedingsleer en hy- giéne; b onderwijs in naald vakken (wollen en linnenconfectie). En inden daaraan de behoefte blijk te bestaan, ligt het in het voornemen aan de school één, zoo noodig eenige klassen voor landbouwhuishoudon- derwijs te verbinden. Op haar volle capaci teit gekomen, zal de op te richten school 360 leerlingen kunnen plaatsen. Hoezeer aan deze school behoefte bestas blijkt uit het bij de hoofden van 32 open bare lagere scholen, waarvan 3 dorpsscholen ingestelde onderzoek, dat heeft uitgewezen, dat de groote afstand van de stad tal van ouders weerhouden hun kinderen naar een vakschool te zenden. Een hoofd van een school voor voortgezet lager onderwijs ver klaarde, dat gedurende de laatste drie jaren ongeveer, 100 meisjes de school verlieten V wie 70 zonder eenig verder onderWU bleef. Op dit oogenblik tellen de in. de stad ge legen neutrale meisjesvakscholen ruim leerlingen die aan de noordzijde van het woonachtig zyn. Voor de vestiging der nieuwe huis'hoiu en industrieschool zal een zoodanige Pjf.e worden gekozen, dat zij voor de 8, jj bevolking van Amsterdam-Noord nis voor die der randgemeenten centraal - liggen en derhalve gemakkelijk bereik zal zijn. Zoowel de busverbindingen Noord-Hollandsche-tram zullen het dan o kinderen, woonachtig in de buitengemc ten, mogelijk maken van een goede vak leiding te profiteeren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 12