DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Vechtpartijen in de Fransche Kamer. No 269 Zaterdag 14 November 1936 138e Jaargang Wat deed minister Salengro tijdens den wereldoorlog VECHTENDE KAMERLEDEN. De jongste arrestaties in Rusland. Een interview v. Ward Price met Schuschnigg. Worden onderhandelingen tusschen Japan en China afgebroken? ALKMAAR Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS FER GEWONE ADVERTENTIEN t Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS COSTER ZOON. Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Dit nummer bestaat uit vier bladen. Directeur; C. KRAK. Hoofdredacteur; Tj. N. ADEMA. De Fransche Kamer, die gisterna middag weer eens bijeen kwam, heeft een zeer rumoerige zitting gehad, waarbij met animo gevochten is! Dat was naar aanleiding van de kwestie- Salengro, die in de Kamer behandeld werd en waarvan men hieronder het een en ander kan lezen. Nadat de Kamer zonder eenig debat de verkiezingen van Chiappe als afgevaar digde voor het 16de arrondissement te Parijs, van Henriot voor Bordeaux en van Vignacour voor Orthes had bekrachtigd, ging men over tot de interpellatie-Bec- quart, die handelde over „vreemde ver schijnselen, die door het onderzoek van het militaire dossier van een lid der re geering aan den dag zijn gekomen; voorts over de aanwezigheid in het ministerie van een man, aan wiens gedrag als mili tair de zwaarste vermoedens kleven". (Zooals bekend, gaat het hier om Salen gro, den Franschen minister van binnen- landsche zaken). Becquart bracht de ernstige beschuldi ging tegen den minister van binnenland- sche zaken in herinnering en maakte hier na toespelingen op de getuigenissen, af gelegd door officieren, onderofficieren en vrienden van den minister van binnen- landsche zaken. „Aangezien ik in de zaak eenig licht wilde brengen", aldus Becquart, „heb ik aan alle getuigen, die mij genoemd werden, geschreven. Alle getuigenis sen leidden tot de schuld van Salen gro (kreten op de banken van de uiterst-linksche groepen) het gaat hier niet om een kwestie van politiek (nieuwe uitroepen op de uiterst- linksche banken) op alle banken van deze vergadering bevinden zich menschen, die op uitstekende wijze hun plicht hebben vervuld". (Toejui chingen van rechts). De communisten en socialisten riepen op ironischen toon om „Henriot, afge vaardigde van rechts voor de Gironde". Henriot vergenoegde zich zijn schouders op te halen, terwijl zijn vrienden riepen: „le cycliste", waarmee ze Salengro be doelden, die tijdens den oorlog wielrijder was. Becquart probeerde zijn rede voort te zetten, maar zoowel de socialisten als de communisten vielen hem voortdurend in de rede. Blum en Daladier wenkten herhaaldelijk naar de zijde van de uiterst- linksche vertegenwoordigers, om zich toch een beetje rustig te houden en Herriot, die de vergadering voorzat, slaagde er einde- hjk in, de orde te herstellen, zoodat de interpellator met zijn betoog voortging, drde getuigenissen qua details weliswaar uiteenliepen, doch op het voornaamste punt overeenstemden. Op 6 October 1915 was de soldaat Salen gro den heuvelrug overgestoken, gelegen voor de Fransche linies. Becquart wist niet, wat er zich achter den heuvelrug afgespeeld heeft (de uiterst-linksche banken applau- disseeren) maar hij haalde het getuige- ois aan van een adjudant, dat het onmoge lijk was, op 20 M. afstand van de Fran sche linies gewonden te gaan zoeken, zonder een gewissen dood tegemoet te gaan of krijgsgevangen te worden gemaakt. En Bec quart pakte zijn dossier uit, terwijl de Ka mer rumoeriger was dan ooit. Zóó luid werd het geroes van stemmen, dat hij zich niet meer verstaanbaar kon maken en Herriot opnieuw tusschenbeide moest komen, om stilte te verkrijgen. Becquart sprak dan over het feit, dat generaal Gamelin door den voorzitter van den ministerraad was aange wezen om de vertegenwoordigers der oud strijders bij te staan, het dossier over Sa lengro te onderzoeken. Voorts maakte hij eenig voorbehoud ten aanzien van de benoe ming van Debarral, Rivière, de minister van Pensioenen, wees erop, dat de nationale ver- eeniging van oud-strijders Debarral had aan- gewezen, hetgeen weer aanleiding gaf tot toejuichingen van links en lawaai op de rechtsche banken. Becquart vestigde er daarna de aandacht °P. dat er aan het dossier eenige stukken ontbraken en „dat de beste manier om aan deze nachtmerrie een einde te maken, hier- to bestond het dossier weer volledig te ma ken". Het rumoer in de Kamer groeide weer aan en opnieuw kwam Herriot tusschen eidfc om de orde te herstellen. „Wij wen- schen te weten", aldus Becquart, „waarom het eerste rapport inzake het verdwijnen van den soldaat Salengro is verdwenen". Daladier mengt zich in het debat. „Het eerste rapport", kwam Daladier tusschenbeide, „is verdwenen, aangezien de militaire autoriteiten van dat tijdperk dit wenschelijk vonden' en hij voegde hier aan toe, dat een tweede rapport was op gesteld, waardoor het eerste werd geanu- nuleerd. Daladier zeide het te betreuren, dat het eerste rapport was vernietigd, om dat anders de campagne tegen Salengro volkomen onmogelijk zou zijn geweest. „In het tweede rapport", aldus Daladier, „is uitgelegd, waarom men niet binnen veertien dagen het eerste heeft vervolgd. Men was n.L van meening, dat er geen vervolging zou plaats vinden. Ik echter, vind het zeer merkwaardig, dat, wanneer de krijgsraad na het tweede rapport bijeen is gekomen en den beklaagde bij verstek heeft vrijgesproken, gij er alles op wenscht te zetten om deze uitspraak te betwisten." De republikeinsche federatie interpel leerde hierna den minister van nationale verdediging. „Maar het vonnis is geveld", verklaarde Daladier opnieuw. „De be schuldigde is vrijgesproken. Is het werke lijk in het belang van den staat om dit wettig geveld vonnis te willen vernieti gen? (Applaus op de linksche banken) „Waarom publiceert ge niet het geheele proces? Maar hoedt u twintig jaar na den afloop van den oorlog nog dp dit vonnis terug te komen. Dit vonnis is niet meer te wijzigen, dat is ongetwijfeld het oordeel van de publieke opir.ie. (Langdurig ap plaus op de linksche banken). Becquart hernam het woord om mede te deelen, dat hij niet als beschuldiger op trad, doch uitsluitend omdat hij het be treurde, dat het dossier-Salengro niet compleet was. Een vechtpartij. Hierna betrad Léon Blum het po dium, onder toejuichingen van link sche zijde. Blum begon te spreken te midden van een oorverdoovend ge raas. Verscheidene ministers vroegen om stilte, maar de rechtsche zijde bleef interrumpeeren. Opnieuw ver zocht Herriot de vergadering de orde te handhaven, waarna socialisten met eenige rechtsche afgevaardigden hand gemeen werden. Meer dan vijftig af gevaardigden raakten slaags en de herrie was onbeschrijfelijk. Het was onmogelijk nog uit te maken, wie de vechtigde afgevaardigden waren, zoo dat Herriot de tribunes liet ontruimen en Blum van het podium daalde en zijn plaats weer innam. De kamer bewaarders trachtten tusschenbeide te komen, zonder resultaat, want de rechtsche afgevaardigden en die van het centrum begonnen uit volle borst de Marseillaise te zingen, de linksche afgevaardigden de Internationale met gebalde vuist. Na tien minuten was men er echter met vereende krachten in geslaagd de vech tende afgevaardigden te scheiden, maar de meeste afgevaardigden wenschten zich niet naar de wandelgangen te begeven, zooals werd verzocht, doch bleven in de vergaderzaal om onderling de twistge sprekken met enthousiasme voort te zet ten. Om 7 uur 45 werd de zitting hervat, en mocht het publiek weer op de tribunes plaats nemen. Herriot deed hierna een be roep op het gezond verstand van de afge vaardigden. „Mijne heeren", aldus Her riot, „uw voorzitter verzoekt u dit treurig debat in kalmte ten einde te brengen. Hij vraagt u dit eenvoudig, doch dringend. Ik heb thans mijn plicht gedaan, vervult u thans de uwe. (Applaus op alle banken). De rede van Blum. Léon Blum beklom hierna opnieuw het spreekgestoelte en begon zijn rede als volgt: „R.^eds is bewezen, hetgeen ik thans ga mededeelen. Het proces-verbaal, geteekend door Pichot en Deberal is daar". Blum be gon dan met in herinnering te brengen, dat Salengro in October 1915 wielrijder was in het 233e regiment van de infanterie. Zijn chefs beschouwden hem als een dapper sol daat en Blum las een rapport voor van een luitenant Derou, waarin de omstandigheden nog eens werden uiteengezet, waarin Salen gro de loopgraven verliet, om een papier te halen uit den borstzak van een soldaat, die tusschen de twee linies uitgestrekt ter neer lag, en vervolgens verdween. Léon Blum bracht in herinnering, dat de chef van zijn bataljon en zijn brigade-generaal beiden tot de overtuiging waren gekomen, dat Salen- o te goeder trouw was, maar commandmt Arnould vernam vervolgens, dat Salengro een brief uit Duitschland had ontvangen, waarop de commandant een rapport opstel de, waarin Salengro schuldig werd ver klaard naar den vijand te zijn gedeserteerd. De krijgsraad van 20 Januari 1916 heeft Salengro echter vrijgesproken. Wij hebben niet het recht, aldus Blum, om het vonnis van de rechters te herzien. Blum constateerde dan, dat men twin tig jaar lang gezwegen had, maar dat na de samenstelling van de huidige regeering de campagne tegen Salengro was begonnen. Toen heeft zich de legende gevormd, dat Salengro op 15 Januari zou zijn veroordeeld, doch na den oorlog door de militaire regeering te Prijs zou zijn vrijgesproken. In de handig opgezette rede van Becquart is geen sprake meer van deze legende en de interpellator heeft alle mogelijke moeite gedaan om terug te komen op de feiten waarvoor Salengro is vrijgesproken. Blum bracht vervolgens in herinnering, dat Becquart vier maal aan den minister van oorlog heeft geschreven, die hem op 11 September 1936 heeft geschreven, dat men slechts van een vonnis een spoor heeft kun nen vinden en dat dit vonnis Salengro had vrijgesproken. „Deze campagne", aldus de eerste minister, „is een schandelijk geheel". Salengro is wel voor den tweeden krijgs raad verschenen, maar dat was voor den Duitschen krijgsraad, tezamen met 39 ge vangenen. In deze zaak was Roger Salengro een leider (applaus aan de linker en uiterste linkerzijde.) Hij weigerde met zijn kamera den te werken in een Duitsche gieterij. On danks alle pressie die werd uitgeoefend zei- de hy, zich liever te laten fusilleeren dan tegen zijn land te werken. De afgevaardigden der linker en uiterste linkerzijde verhieven zich hierna van hun plaatsen en juichten den minister van bin nen'andsche zaken langdurig toe. Blum vervolgde hierop: De tegen Roger Salengro op touw gezette campagne in naam voor de eer en wegens liefde voor het vader land, berust op een dwaling. Dat mag niet voortduren. (Applaus.) Blum werd hierna luide toegejuicht. In de bank der ministers omhelsde hij Salengro. Op een minister mag geen verdenking rusten. De oorlogsinvalide Vallat (rep. feder.) zegt dan als oud-strijder te spreken. Op een minister mag niet de verdenking blijven rusten, dat hij een lafaard of een broeder moordenaar is geweest. Op het vonnis, ge wezen door den krijgsraad, mag men niet terugkomen. (Applaus rechterzijde.) De repliek van Salengro. Hierna besteeg Salengro het spreekge stoelte, toegejuicht door linksche en uiterst- linksche afgevaardigden. De minister van binnenlandsche zaken zeide, het recht te hebben over den oorlog te spreken. Als Fransch onderdaan, was zijn streven steeds geweest, het Duitsche militarisme te bestrij den. Militant lid van een politieke party, wenschte hij als voorbeeld te dienen, aan gezien hij van oordeel was, dat slechts van hen, die uit de loopgraven waren terugge keerd, zy in staat waren te spreken, die hun plicht hadden gedaan. Toen hij den heuvel overstak, deed hij dit, omdat hij zich anders onteerd zou achten, de belofte tegenover den man, waarvan hij thans het lijk zocht, niet te hebben gehouden. „Toen ik in Duitschland weigerde werk te verrichten, dat tegen mijn land gericht was, meende ik eveneens mijn plicht te doen Socialist, dat ben ik, maar tevens soldaat, „sans peur et sans reproche". (Luid applaus op de Im ker banken.) Besquart verzocht hierop, over te gaan tot de samenstelling van een eereraad, maar de Kamer verwierp dit en sprak zich bij stem ming uit, over te gaan tot de orde van den dag. Is Trotsky weer in het complot? In verband met de jongste arestaties van „fascisten" in de Sovjet Unie meldt de „Times" uit Riga, dat het niet mogelijk 1» om zich ook maar bij benadering een denk beeld te vormen van het aantal dezer ar restaties. Indien al degenen,, die gearres teerd zijn, in een enkel proces zullen wor den ondergebracht, zal de omvang hiervan die van alle voorgaande politieke processen te Moskou van internationaal belang over treffen. De gearresteerden worden onderge bracht in de volgende categorieën: „Spionnen", die gevangen genomen zijn bij het passeeren van de grens in beide richtingen. Gevestigde buitenlanders; oogenschijnlijk specialisten, studenten, vluchtelingen enz., doch in werkelijkheid geheime anti-Sovjet agenten en Sovjet-burgers dienst doende als spionnen voor een buitenlandsche mogend heid. Volgens de Sovjet-Russische bladen zijn 27 personen behoorende tot de eerste cate gorie gedurende de laatste paar weken ge arresteerd. Het aantal arrestanten behoo rende tot de tweede- en derde categorie neemt dagelijks toe. Ook de naam van Trotzky is weder in dit „complot" geweven. De Sovjet-Russische bladen wijzen er op nieuw op, dat zijn aanhangers gesubsidieerd worden door fascisten, welbewust optreden als agenten voor het fascistische Duitschland en de taak van de Gestapo uitvoeren door binnen te dringen in Sovjet-Russische fa brieken, spoorwegbedrijven en militaire on dernemingen, om de Sovjet-Russische de fensie-middelen te vernielen en te verzwak ken, 'n einde te maken aan 't Sovjet-Dicta torschap en uiteindelijk het kapitalisme in Rusland weder op de been te helpen. Schuschnigg maakt zich bezorgd over de toekomst van Europa. De bekende journalist Ward Price heeft een onderhoud gehad met den Oostenrijkschen bondskanselier Schusch nigg, waarin deze verklaarde, dat hq zich weliswaar over de toekomst be zorgd maakte, doch dat hij niettemin geloofde, dat het jaar 1937 een vredes jaar zou zijn. Schuschnigg Wat midden-Europa betreft was hij van meening, dat het in het belang van alle lan den was, oprecht te streven naar vreedzame samenwerking. Ward Price verklaart, dat aangenomen mag worden, dat Italië op de drie-mogendhedenconferentie te Weenen verklaard heeft, nooit een bolsjewistische regeering aan de Middellandsche zee te zul len dulden, en van alle middelen gebruik zal maken om dit te verhinderen. Met betrekking tot de kwestie der restau ratie van de Habsburgers had Schuschnigg verklaard, dat deze aangelegenheid niet urgent was. De toestand in Palestina ABESSINISCH KLOOSTER GEPLUNDERD. Een Abessinisch klooster aan de Jor- daan, dat gesticht was door de keizerin van Abessinië, is geplunderd door een bende gewapende Arabieren. Al het geld en een deel van de kerkschatten, benevens de geheele voorraad levensmiddelen wer den gestolen. Drie in het klooster verblijf houdende monniken werden door de ban dieten meegenomen. Later werden zij in vrijheid gesteld op den weg van Jericho naar Jeruzalem. De bandieten hadden ge dreigd hun den tong uit den mond te snij den, wanneer zij de politie iets vertelden van wat gebeurd was. DE NIEUWE NEDERLANDSCHE GEZANT BIJ HET QUIRINAAL. Dr. J. B. Hubecht, tot dusverre buitenge woon gezant en gevolmachtigd minister van Nederland in Roemenië, en als zoodanig te vens geaccrediteerd bij het hof van Zuid- slavië, die thans benoemd is tot Neder- landsch gezant bij het Quirinaal, zal op 1 December a.s. in Rome arriveeren. WETSONTWERP BETREFFENDE ARBEIDSDIENSTPLICHT IN ROEMENIE. Zondag a.s. zal bij het parlement een wets ontwerp worden ingediend betreffende ar beidsdienstplicht. Alle jonge lieden van 18 tot 21 jaar zullen volgens dit ontwerp te werk moeten worden gesteld bij werkeD van openbaar nut gedurende 35 dagen per jaar. Hei verre Oosten 't Agentschap Donei meldt, dat na 'n ka binetsraad Japansche vertegenwoordigers van de ministeriën van buitenl. zaken, leger en marine zijn bijeen gekomen en tot de slotsom zijn gekomen dat van de on derhandelingen met China geen resultaat meer verwacht kan worden. De houding van China, aldus wordt gezegd, wordt steeds minder soepel, terwijl de anti- Japansche beweging sterker wordt. In re- geeringskringen is men van meening, dat een onmiddellijk afbreken der onderhan delingen te Nanking onvermijdelijk is. De Japansch-Chineesche onder handelingen. Officieele autoriteiten van de ministe ries van buitenlandsche zaken, oorlog en marine hebben besloten, de regeering aan te bevelen om: 1. de Chineesche tegeneischen te verwer pen; 2. de onderhandelingen met Nanking eventueel te verbreken, en 3. de Japansche onderneming in Noord- China en Binnen-Mongolie krachtig te steunen, om zoo noodig met geweld (je veiligheid van de Japansche levens, goederen en belangen in China te kun nen verzekeren. De situatie van Danizig, DE MOEILIJKHEDEN IN DANZIG. Nog een Poolsche krant in beslag genomen. Het nummer van 12 dezer van het Pool sche blad" „Dziennik Bydgoski" is door de politie van Danzig in beslag genomen we gens „onjuiste berichtgeving over den over val op een Pool te Lupushorst bij Neuteich". De veroordeeling van onderdanen te Danzig. Poolsche Naar aanleiding van de veroordeeling van twee te Danzig wonende Poolsche onderdanen tot onderscheidenlijk 6 en 9 maanden gevangenisstraf wegens vernie ling van nationaal-socialistische emblemen in de Sporthal te Danzig, wijzen de Pool sche bladen op de strengheid der opgeleg de straffen. De Express Poranny' is van meening, dat het vonnis van de rechtbank te streng is en de neiging verraadt, de zaak op te blazen. Het blad verwondert zich over de haast, die men te Danzig heeft getoond om de schuldigen te straffen en voegt hieraan toe, dat de Danziger „justitie" verschil lende aangezichten en maatregelen kent. DE BEZETTING VAN ABESSINIE. Nu de betrekkingen tusschen Engeland en Italië verbeterd zijn, hoopt Italië zoo spoe dig mogelijk geheel Abessinië in bezit te kunnen nemen, aldus meldt de DaiJy Tele- graph uit Rome. Men is van meening, dat, wanneer dit eenmaal geschied is, Engeland, Frankrijk en de Ver. Staten niet langer zul len aarzelen om de souvereiniteit van Italië over dat land te erkennen. Maarschalk Graziani, de onderkoning en opperbevelhebber, heeft een plan opgesteld voor de bezetting van alle gebieden, die nog onder het bewind der stamhoofden staan. De regentijd is geëindigd en hij is thans bezig met de uitvoering van zijn plan. Te Addis Abeba verklaart men, dat onder de inheemsche bevolking in het Noorden orde en rust heerscht DE STAKING IN AUTOMOBIEL FABRIEK IN BIRMINGHAM. De stakingsbeweging in de automobiel fabriek in Birmingham heeft zich gisteren uitgebreid, tengevolge van het feit, dat de werkzaamheden in een aantal werkplaatsen, waar de wagens afgewerkt werden, automa tisch gestaakt moesten worden, tengevolge van de onderbreking van het werk in de centrale werkplaatsen. Naar schatting zijn thans 8000 tot 9000 arbeiders stakende. Ver scheidene arbeiders zouden zekere werk plaatsen bezet hebben. Communistische pro- pagandalitteratuur wordt verspreid in de omgeving van de fabriek, waarbij opgewekt wordt den strijd voort te zetten. DE DIEFSTAL VAN DOCUMENTEN TEN NADEELE VAN PROF. POSTHUMUS. De zoon van Trotzki stelt zich civiele partij. De zoon van Leo Trotzki, Leo Setoff, heeft zich civiele partij gesteld in de zaak van den documentendiefstal ten nadeele van prof. Posthumus. Setoff heeft zijn vader verzocht hem zoo spoedig mogelijk de noodige stukken te wil len verstrekken. I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 1