Een lange dag voor de Tweede Kamer.
ituieuland
Indie s vertegenwoordigers in ons land
aangekomen.
ALKMAAnSCHfc COURANT van WOENSDAG 2 DECEMBER 1936
Het vorstelijk huwelijk
Een interview in den sneltrein vanaf
Genua tot Zevenaar,
Groote gebeurtenissen op komst
PARLEMENT
Minister de Graeff over de Rijnvaartacte,
De „verdeeling" van Indië een verzinsel.
Bijbelsche geschiedenis op de
openbare school.
Met den Genua-trein is hedenochtend
in den Haag aangekomen Zü. Pangeran
Adipati Ario Mangkoe Negoro VII
en zijn gezelschap, die in verband met
het huwelijk van prinses Juliana en
prins Bernhard naar Nederland zijn ge
komen.
Een redacteur van het Algemeen Neder-
landsche Persbureau was het hooge gezel
schap tot Zevenaar tegemoet gereisd en
meldt het volgende:
Precies op tijd te 6.18 uur rijdt de lange
D-trein voor het station te Zevenaar. Voor
de ramen vertoonen zich bruingebrande ge
zichten. Een uitgebreid en opgewekt gezel
schap, te oordeelen naar de vroolijke uitroe
pen, die hier en daar tot ons doordringen.
In den eersten slaapwagen reist de Mang
koe Negoro, hoofd van het Mangkoenegoro-
sche huis, kolonel van het Indische leger,
commandant van het Mangkoenegorosche le
gioen en adjudant in buitengewonen dienst
van H.M. de koningin.
Zijne hoogheid is vergezeld van zijn ge
malin, Ratoe Timoer, zuster van den sultan
van Jogjakarta, zijn dochter, Raden adjeng
Siti Noeroei Roesoemo-Wardhani en zijn se
cretaris, den bekenden Javaanschen dichter
Raden Mas Noto Soeroto.
De Mitropa stelde een geheele slaapwagon
ter beschikking van dezen voornamen ïn-
landschen vorst en zijn gezelschap.
Twee vrouwelijke en een mannelijke be
diende reizen in het gevolg van Z.H. mede.
Het doel van de reis van het vorstelijk ge
zelschap is de huwelijksplechtigheid van
prinses Juliana en prins Bernhard.
In Zevenaar stapten ook in den slaapwa
gen Pangeran Ario Noto Koesomo en diens
vriend, de heer Gelinck, beiden student te
Wageningen. De Pangeran is een familielid
van Z.H. en is in het holle van den nacht
met den heer Gelinck uit Wageningen geko
men.
Beide studenten maakten deel uit van een
Archaeologische expeditie, welke onder lei
ding van prof. ir. C. H. Edelman uit Wage
ningen staat en begin Juli in Solo met de
bekende Indische gastvrijheid door den
Mangkoe Negoro ontvangen is.
De Pangeran vertelde, al negen jaar in
Holland te zijn. Hij doorliep een hoogere
burgerschool in den Haag en is thans 5e
jaars in Wageningen. „Ik reis maar tot
Utrecht, want ik kan mijn colleges vanoch
tend niet missen", deelde de jonge prins
mede.
In Zevenaar werd het hooge gezelschap
namens de maatschappij Nederland verwel
komd door den heer de Vries.
Raden Mas Noto Soeroto kwam even later
uit zijn compartiment en was onmiddellijk
bereid, den journalist te woord te staan.
Men weet, dat R.M. Noto Soeroto een Be
kend Javaansch dichter is, die als secretaris
in dienst van Z.H. is. Hij sprak in enthou
siaste bewoordingen over de comfortabele
zeereis; het vorstelijk gezelschap had door
bemiddeling van de Mij. Nederland enkele
luxe-hutten te zijner beschikking. En dan
vertelt 's prinsen secretaris over zijn Hol-
landschen tijd. Hoe hij tezamen met zijn te
gen woordigen meester in Leiden college liep.
Er klinkt eerbied in zijn stem als hij namen
als Snouck Hurgronje en van Vollenhoven
noemt
Dit is de eerste keer in de geschiede
nis, dat een Javaansch zelfbestuurder
naar Holland gaat, vertelt de secre
taris.
Voor de gemalin en de dochter van Zijne
Hoogheid is het zelfs de eerste maal, dat zij
naar Europa reizen.
Enkele oogenblikken later stopt de trein
in Arnhem en Zijne Hoogheid voegt zich
bij ons. Gekleed in de uniform van kolonel
van het Indische leger met de versierse'en
van adjudant I.B.D. van de Koningin en
zijn decoraties op de borst gespeld, maakt
hij een voornamen indruk. Wel bewust van
zijn hooge waardigheid, maar zooals al da
delijk in het gesprek blijkt, van een wel-
dadigen en onverwachten eenvoud en har
telijkheid. Een levendig en geestige spre
ker, die zich in academisch Hollandsch met
een volkomen accentloozen tongval uit
spreekt.
Het was voor mij een heele verrassing
toen ik al vrij spoedig nadat de verloving
van de Prinses bekend was, in de Indische
bladen las, dat ik als gedelegeerde naar de
huwelijksfeesten zou gaan", zoo begint
Zijne Hoogheid het gesprek. Hem was toen
nog niets bekend over een reis naar Neder
land, maar Zijne Hoogheid is zeer verheugd,
dat het er toch van gekomen is. Eerst be
stond er in Indië eenige vrees, dat de plech
tigheid in de Poeasa (d.i. de maand waarin
Mohammedanen moeten vasten) zou vallen.
Gelukkig is dat niet gebeurd en zoo scheep
te de Prins zich op 11 November met zyn
gezelschap te Batavia in.
De „Marnix" kwam gisterochtend e
Genua aan. Ter verwelkoming waren aan
wezig de Nederlandsche consul-generaal,
de heer Schimmel en de Italiaansche
havencommandant. Met een auto toer.e
het hooge gezelschap door Genua en reis e
later door naar ons land. De delegatie van
Z.H. den sultan van Jogjpkarta, die op
dezelfde boot reisde, is niet onmiddellijk
1 doorgereisd, maar zal een paar dagen aan
de Rivièra blijven.
De zeereis is den prins uitstekend beval
len en zijn echtgenoote en dochter even
eens. Vol lof was Zijne Hoogheid voor de
goede zorgen van de Mij. Nederland.
En dan vragen wij naar heiinneringen
uit zijn jongelingsjaren en de prins begint
te lachen. Zijn geschiedenis is immers be
kend genoeg, maar hij begrijpt het, dat wij
haar uit zijn mont'. nog wel eens wilden
hooren. Zijne Hoogheid verhaalt, hce hij
als jonge man van huis wegliep, niet tevre
den met de opvoeding, welke hij kreeg.
Zijn oom, vorst Mangkoe Negoro de Zesde,
die den vader van den huidigen vorst op
volgde, wilde den ondern-menden jongen
niet op de H.B.S. laten studeeren. Heel
Java trok de jongen rond en na veel ont
beringen kreeg hij een baantje in bestuurs
dienst en later als translateur. Van zijn
spaarpenningen vertrok hij in 1913 naar
Holland om college te gaan volgen in de
Semitische talen in Leiden. In den oorlog
bood de toenmalige raden Mas Ario Soerio
Soeparto zich als vrijwilliger bij het leger
aan.
Hy begon als gemeen soldaat en bracht
het tot luitenant van de grenadiers.
„Ja, ik heb nog wachtdiensten gedaan
voor het Paleis Noordeinde, het Huis ten
Bosch en het Paleis van de koningin-moeder.
Nooit zal ik een Kouden winternacht verge
ten, toen ik de wacht had aan den achter
kant van het Paleis Noordeinde. Ik dacht,
dat ik bevriezen zou. En weet U wat mijn
dochter nu zoo aardig vindt? Dat zij straks
de schildwachthuisjes zal zien, waar haar
vader op post heeft gestaan, zegt de prins en
hij lacht er hartelijk om.
In Mei 1915 is de Mangkoe Negoro, die
door de abdicatie van zijn oom, den Mang-
koenegoroschen troon ging bestijgen, naar
Indië teruggekeerd, nadat H. M. de koningin
hem, den voormaligen schildwacht, audiën
tie had verleend".
Opeens onderbreekt de vorst zijn verhaal,
om den verslaggever te vragen:
„Zou mijn dochter in den Haag kunnen
paardrijden?"
Als wij bevestigend antwoorden, zegt
zijne hoogheid: „Maar toen ik vroeger in de
duinen exerceerde, zag ik nooit ruiters En
hij voegt er aan toe: „Alles zal wel veran
derd zijn, ik ben in ruim 20 jaar niet in den
Haag geweest. Toen stonden er nog maar
een paar huizen op den Frankenslag en nu
heb ik gehoord, dat het daar heelemaal vol
gebouwd is".
In dit stadium van het onderhoud komt de
gemalin van Z. H. het compartiment binnen.
Een elegante verschijning, die correct Hol
landsch spreekt.
„Toch heeft mijn vrouw het pas op haar
24ste jaar geleerd, toen ik met haar trouw
de. Zy kreeg een echt ouderwetsche opvoe
ding, leerde alleen Arabisch en Javaansch
lezen ea, niet schrijven. Ik heb haar Hol
landsch geleerd, zegt de trotsche echtgenoot
Voorts vertelt de vorst, dat zijn echtge
noote bijzonder geboeid was door het
Zwitsersche sneeuwlandschap. Zijn hoog
heid is voornemens, na afloop van de hu
welijksfeesten, naar Genève te gaan. „Het
hart van Europa, hoewel het nog niet zoo
goed klopt", zooals hij het uitdrukte.
„Via Parijs natuurlijk, want mijn vrouw
wil winkelen". Ratoe Timoer knikt lachend
van ja.
Intusschen nadert Utrecht. Kapitein Hon-
bolt van het Indische leger, aan zijn hoog
heid toegevoegd, stapt hier in.
Een uur later, dicht bij den Haag, nemen
wij afscheid van zijne hoogheid, zyn gema
lin en dochter, die thans ook is verschenen.
Na enkele minuten stopt de trein: de
Mangkoe Negoro is in de koninklijke resi
dentie aan eekomen.
De ontvangst aan het Staatsspoor
station.
De trein, welke te negen uur verwacht
werd, had meer dan een half uur vertra
ging. Inmiddels hadden velen nieuwsgieri
gen zich zoowel buiten den hoofdingang als
op het perron opgesteld om de aankomst te
zien.
In de gereserveerde wachtkamer waren
ter verwelkoming aanwezig, de vertegen
woordiger van H. M. de koningin, majoor
H. J. Phaff, alsmede de vertegenwoordiger
van den minister van koloniën, de heer J.
Th. Petrus Bloemberger, chef van 't kabinet
van den minister.
Toen de trein te 9.35 uur het perron bin-
nenstoomde en voor de wachtkamer stil
hield, trad Zijne Hoogheid het eerst uit.
begroet door den heer Keiler, waarna hy zich
met zyn familie en gevolg naar de wacht
kamer begaf. Even nog werd voor den trein
een foto gemaakt.
In de wachtkamer begroette majoor Phaff
namens H. M. de koningin den prins en
diens echtgenoote. Vervolgens werd hy be
groet door den heer Petrus Bloemberger
namens den minister, waarop alle aanwezi
gen gelegenheid kregen de aankomenden
de hand te drukken.
Inmiddels hadden ook de persfotografe»
zich in de wachtsalon opgesteld en werd
van het geheele gezelschap een opname ge
maakt.
Na ongeveer 'n kwartier nam de prins er,
zyn familie plaats in de gereedstaande auto
waarop een groen-gele vlag wapperde, om
oegroet door de wachtci den, zich naar he' 1
kasteel Oud-Wassenaar te begeven.
ONREGELMATIGHEDEN IN DEN
GROOTHANDEL.
In pharmaceutische middelen te
Rotterdam.
Op aanwijzing van een buitenlandsche
firma in pharmaceutische middelen heeft de
politie te Rotterdam een aantal personen
kunnen arresteeren, die zich aan zeer onge-
wenschte praktijken schuldig maakten.
Een magazijn-bediende van een groothan
del te Rotterdam heeft gedurende geruimeu
tijd artikelen uit de voorraden weggenomen
en deze tegen zeer lage prijzen aan verschil
lende firma's verkocht. Door concurrentie
zucht gedreven gingen eenige dezer firma
steeds lager met hun prijzen, hetgeen ten
slotte de aandacht van de bonafide afne
mers trok, die bij de Rotterdamsche- en de
buitenlandsche leveranciers gingen lagen
Er werd toen een onderzoek ingesteld,
waarbij men tot de overtuiging kwam, dot
de onregelmatigheden bij de Rotterdamsche
grossiersfirma moesten gebeuren. Bij ver
der speuren kwam de heele zaak, aan het
licht. De magazijn-bediende werd gearres
teerd en na zyn bekentenis werden ook
eenige zijner afnemers, verdacht van he
ling, in arrest gesteld.
DE NIEUWE ZEESLEEPBOOT TE
IJMUIDEN.
De „Oceaan" van de firma Doekscu.
In aansluiting op het bericht dat het bn
reau-Wijsmuller te IJmuiden in de haven
aldaar een zeesleepboot in station zal leg
gen, welke in staat is ook by het slechtste
weer eventueel hulp aan in moeilijkheden
verkeerende schepen te verleenen, kan wor
den medegedeeld dat deze sleepboot de „Oce
aan" is van de firma Doeksen op Terschel
ling. Het bureau Wijsmuller heeft deze
sleepboot in charter genomen.
Wij vernemen voorts, dat het in de be
doeling ligt de „Oceaan" in het najaar van
1937 door een nieuwe grootere sleepboot te
doen vervangen. Een opdracht voor den
bouw van een dergelijke boot is nog niet
gegeven.
VERWOESTINGEN OP HET STRAND
TE ZANDVOORT.
Zandvoort is door het stormweer ernstig
geteisterd, daar er voor duizenden guldens
schade op het strand te herstellen valt
Het bekende Noorderbad is wel zeer zwaar
door het noodweer getroffen, daar het
zwembassin en het bootjesbassin op het
punt van invallen staan. De zee heeft nl.
zulke gaten in de duinreep geslagen, dat er
niet veel meer noodig is om de beide bassins
geheel te verwoesten.
Vijf consumptietenten, welke over het
strand verspreid stonden, zyn eenvoudig
weggevaagd; enkele van deze tenten bevat
ten veel inventaris.
Voorts stond gisteravond om negen uur
de ijzeren dam, ter bescherming van het
Zuiderbad, op het eunt van bezwijken.
De zee sloeg huizen hoog over den dam-
wand heen, waardoor zelfs ijzeren balken
door midden braken en wegsloegen
De duinreep is zeer zwaar beschadigd; op
sommige plaatsen zijn gaten van vijf meter
geslagen, waardoor het duin geheel onder
graven is. Het strand is vrijwel onbegaan
baar, want overal liggen tonnen, houten pa
len, balken en prikkeldraad.
DEENSCHE DRIEMASTSCHOENER AAN
DEN GROND GELOOPEN.
In de vroege morgenuren is een Deensche
driemastschoener, waarvan naam en her
komst nog onbekend zijn, bij den Spijker
plaat te Vlissingen aan den grond geloopen,
Men heeft vuurpijlen afgeschoten. Onmid
dellijk zijn eenige sleepbooten ter assistentie
uitgevaren.
Nadere bijzonderheden ontbreken nog.
Later wordt gemeld:
De Deensche driemastschoener welke,
zooals reeds eerder werd gemeld, bij den
Spijkerplaat te Breskens aan den grond
geloopen is, blijkt thans te zijn de „Si-
grid", het schip was geladen met hout.
De reddingsboot uit Vlissingen en sleep
boothulp zijn ter plratse. Daar het schip
met zeer hoog water is vastgeloopen en
het getij steeds afneemt, zal het waar
schijnlijk niet gelukken het schip geladen
v. eer vlot te brengen.
HOOG WATER TE ROTTERDAM.
Een gedeelte van de oude binnenstad
overstroomd.
Nadat reeds maandagochtend in de
vroegte een zeer hoog tij het water in Rot
terdam had doen oploopen over de kaden,
zoodat verschillende brugkelders onder lie
pen, is Dinsdagmiddag het water nog hooger
gekomen.
Hoewel verschillende firma's en particu
lieren, die in de lager gelegen deelen van
de binnenstad hun bedrijf of woning heb
ben, hierop hadden gerekend, heeft toch het
bijzonder hooge tij nog velen onaangenaam
verrast.
Het hoogste tij was om 18.20 uur. De
schaal in de sluis aan de Vlasmarkt wees
toen een hoogte van 3.45 meter. Maandag
ochtend was het water tot 3.28 meter ge
stegen. Het normale tij is 1 70 meter.
Het abnormaal hooge tij heeft vrijwel het
geheele gedeelte van de oude binnenstad
rondom de oude havens onder water gezet.
De Boompjes en de Oosterkc.de liepen het
eerst onder water. Overstroomd zijn de
Leuvehaven, de Nieuwehaven, het Haring
vliet, de Oude Haven, de Gelderschekade,
de Groote Markt, de Noord- en Zuidblajk,
de Wolfshoek en een gedeelte van het Beurs
plein. Ook het Boerensteiger en de Groeneu-
daal liepen weer onder, terwijl het water in
alle zystegen en -straten van de Hoogstraat
don^'i-ing.
Behalve de nieuwste verkeert-
voorschriften moet u óók nog de
oudste ongevallenoorzaken (roe
keloosheid en drankmisbruik!)
kennen!
Het hooge water heeft het verkeer in de
oude binnenstad volledig gestremd. Bij de
Oude Plantage was het water gestegen tot
aan het uiteinde van den weg, welke naar
den Maaskant leidt.
Tot voorbij het Kralingsche Veer heeft
het hooge water veel schade en ongerief
veroorzaakt. De Motorenfabriek van Deutsz
stond geheel blank, evenals een nabijgelegen
opzichterswon ing.
Bij het Kralingscheveer zelf waren tal
van parlevinkers door het hooge water
tegen den dijk gezet
De drijvende ponton van de reedery op
de Lek stak enkele meters boven den dijk
uit.
De Quyano-fabriek was gedeeltelijk onder
water geloopen. De scheepswerven van
Markman, en Vuyck hadden reeds Maandag
ochtend veel hinder van het water onder
vonden. Al het losse hout dreef weg, zoodat
de rivier als het ware overdekt was met
stutbouten en ander drijvend hout
Bij het Kralingscheveer was de rivier ge
zwollen tot een geweldige watermassa, die
van dok tot dijk stond.
NOGMAALS DE VERSTOORDE
VERGADERING VAN „DE DAGERAAD".
Op de schriftelijke vragen van het Eer
ste Kamerlid Moltmaker (s.d.a.p.) naar aan
leiding van de verstoring van een openbare
vergadering van de vereeniging „De Dage
raad" te Utrecht heeft de minister van
justitie o.m. geantwoord, dat door de politie
niet is geconstateerd, dat door de ordever
stoorders is geslagen of gedreigd met van
spijkers voorziene stokken, met gummi
knuppels en met scherp gepunte ijzeren
staven.
Het is juist, dat de politie de vergadering
heeft doen uiteengaan. In die vergadering
werd de orde in ernstige mate verstoord
door het werpen met allerlei voorwerpen,
waarbij vechtpartijen tusschen de bezoekers
ontstonden, door een overmacht van rust
verstoorders verzet tegen de aanwezige
politie werd gepleegd en mishandelingen
plaats vonden, terwijl uit de zaal gedreven
personen langs anderen weg weer binnen
kwamen. De na inroeping van assistentie van
het bureau gekomen inspecteur van politie
trof by zijn aankomst in de zaal aldaar een
menigte aan, die door elkaar liep en
schreeuwde, terwijl op enkele plaatsen in
die zaal onderlinge vechtpartijen gaande
waren en ook op het podium verscheiden
personen door elkaar liepen. Onder deze
omstandigheden en rekening houdende met
hetgeen was voorafgegaan, heeft hy zich
genoopt gezien van zijn recht tot het doen
uiteengaan der vergadering gebruik te
maken
Ook de minister is van oordeel, dat de
overheid met alle gewettigde middelen er
voor heeft te waken, dat niet als gevolg van
gewelddadig optreden van tegenstanders de
vrijheid van vergadering wordt aangetast.
DE „KNUDSEN" VLOTGESLEEPT.
Hedenochtend te 4.50 uur is het Noorsche
tank-motorschip „O.A. Knudsen", dat gister
avond in de haven van IJmuiden aan den
grond was geloopen, door de sleepbooten
„Hector", „Nestor", „Stentor" en „Utrecht"
vlotgesleept en binnen de sluizen gebracht
Het schip heeft roer- en vermoedelijk ook
bodemschade opgeloopen. De kapitein wacht
op nadere instructies van de reeders.
De „O. A. Knudsen" blijkt ernstig be
schadigd te zijn. Zoo is de stuurmachine
defect geraakt, het roer gebroken en
heeft het schip bodemschade.
Het schip is vastgelegd bij het fort en zal
naar Rotterdam worden gesleept, om
aldaar de schade te doen herstellen.
(Van onzen parlementairen medewerker.)
Gistermiddag hebben we dan eindelijk
de redevoering van den minister van Bui
tenlandsche Zaken, jhr. mr. A. C. D. de
Graeff, gehad. Nog niet direct, want nog
een drietal sprekers had iets in 't midden
te brengen.
Ds. Zandt (s.g.p.) hield een requisitoir
tegen den Volkenbond, een instelling, die
z.L een ander recht en een andere gerech
tigheid dan God's wil inachtneemt en daar
om tot falen gedoemd is. De Volkenbond
is een hoogst gevaarlijk instrument ge
worden, waarvan wij ons zoo spoedig mo
gelijk moesten afwenden, en het geld dat
er aan besteed wordt, ook niet waard.
De heer van Poll (r.k.) gaf duidelijk
blijk van zijn ongerustheid over het Ja
pansch-Duitsche verdrag met zijn be
weerde geheime protocol, dat een ver
deeling in invloedssferen voorziet van
Ned.-Indië tusschen beide landen. Ook hij
wenschte te weten wat er van de bewering
van de „Evening Standard" aan was.
Rede van minister de Graeff.
Nadat mr. Boon (v.b.) op het uit den
weg ruimen van bezwaren had aange
drongen, welke voortvloeien uit het be
staan van dubbelen militairen dienstplicht
voor Nederlanders, die in Argentinië woon
den en voor studie-doeleinden in Neder
land vertoeven, kwam minister de Graeff
aan 't woord.
Hij begon met dadelijk eenige mededee-
lingen te doen over het opzeggen door
Duitschland van de Rijnvaartacte.
De Duitsche Regeering heeft over de nu
geldende regeling voor den Rijn het vol
gende verklaard:
„De scheepvaart is er vrij voor de vaar
tuigen van alle met het Duitsche Rijk in
vrede levende staten. Er vindt geen on
derscheid plaats in de behandeling van de
Duitsche en de vreemde vaartuigen. Zulks
geldt ook inzake ae scheepvaartheffingen.
Daarbij gaat de Duitsche regeering ervan
uit, dat in andere staten reciprociteit zal
gelden".
Minister de Graeff vulde dit nog met de
volgende beschouwing aan:
Naar de Duitsche opvatting bestaat dus
op den Rijn een door de Duitsche regee
ring autonoom getroffen regeling, waarbij
kan worden opgemerkt dat de Duitsche
waterstaat opdracht heeft, kwesties aan
gaande scheepvaart, politie en patentvoor
schriften omtrent bouw van bruggen en
andere zoodanige vragen in de praktijk
voorshands op dezelfde wijze als dusver te
behandelen, ten ware de houding van an
dere staten der Duitsche regeering een
aanleiding werd een wijziging in haar
voornemen te brengen. Zoc staat de zaak
thans, voor zoover de feiten aangaat. By
de beoordeeling van die feiten wilde de
minister voorop stellen, dat ook in dit ge
val de door de Duitsche regeering gevolg
de methode van eenzijdige opzegging van
internationale verdragen, zond»r dat van
te voren getracht is met de andere partijen
in onderling overleg tot overeenstemming
te komen, om het zacht uit te drukken
weinig aanbeveling en zeker geen navol
ging verdient.
De Kamer kon haar lachen niet bedwin
gen, toen de minister dit laatste zeide en
er op liet volgen dat hij veronderstellen
mocht dat zeker 99 «an de 100 l»den dei
Kamer dit met hem eens zouden zyn.
Het belang van Nederland.
Daarna vervolgde de minister:
Ten aanzien van de gevolgde methode
heeft ook Nederland, dat op verschillend
gebied party is by allerlei internationale
overeenkomsten, bij de zaak indirect een
groot belang. Direct belang heeft Neder
land in ieder geval niet by de opzegging
van de ten aanzien van de Rijnvaart ge
sloten modus vivendi, welke Nederland
niet heeft mede onderteekend en ook niet
van zins was alsnog te onderteekenen, al
vorens de bekende kwestie van de sür-
taxes, welke nog steeds hangende is, een
bevredigende oplossing zal hebben gekre
gen. Wel heeft Nederland direct belang bij
de verklaring van de Duitsche regeering,
dat zij de Acte van Mannheim van 1868
niet meer als geldend erkent.
Minister de Graeff wilde thans op de
verschillende rechtsvragen, die daarbij aan
de orde komen, niet nader ingaan, omdat
hy zich eerst een eindoordeel zou kunnen
vormen, wanneer de juridische argumen
ten der Duitsche regeering hem bekend
zouden zijn en dezerzijds zouden zyn over
wogen. Dat de Nederlandsche regeering in
ieder geval met kracht voor de Nederland
sche Rijnvaartbelangen zal blijven op
komen, daarvan kon de Kamer zich over
tuigd houden.
Terecht had de heer Bongaerts gewezen
op de groote waarde van de niet van Ver-
sailles, ook niet van Mannheim, maar reeds
van Weenen dateerende beginselen van
het internationale rivierenrecht, beginse
len, waaraan ook Nederland groot gewicht
hecht en onder de werking waarvan Ne
derland zich wat den Rijn betreft, steeds
wel heeft bev -neen.
Verhaal van de „Evening
Standard" verzonnen.
Vervolgens ging de minister in op het
door verschillende sprekers gedane verzoek
om inlichtingen betreffende een verdee
ling tusschen beide landen van economi
sche invloedssferen in Ned.-Indië.
Hy verklaarde eerst dat Nederland tot
zoodanig verdrag niet zou toetreden. Wij
zullen zelf beoordeelen öf en hóé wij tegen
over communisten hier te lande zullen op
treden. Nederland gaat geen politieke ver
dragen aan.
Het verdrag tot bestrijding van het
communisme zou wel eens gericht kunnen
blijken te zijn tegen het land, waar het
communisme thans hoogtij viert.
De minister wist van dit verdrag op dit
oogenblik niet meer dan het bekende be
richt in het Engelsche blad, dat wel meer
onjuistheden had verkondigd. Maar in de
wonderlijke wereld die wij thans beleven,
is ten slotte alles mogelijk.
Evenwel kon de minister dit bericht,
dat trouwens van officieele Japansche zijde
was tegensproken, onmogelijk juist ach
ten. Hij beschouwde het dan ook als een
„puur verzinsel".
De Volkenbond.
Over de rest van het betoog van den
minister kunnen wy kort zijn. Hij beaamde
volkomen dat de Volkenbond gefaald had
in het Italiaansch-Abessinisch conflict en
dat de teleurstelling daarover zeer groot
en het feit beschamend was geweest. Bij de
jongste Volkenbondsvergadering in Sep
tember was dit duidelijk gebleken; de
stemming was daar zeer mat.
Het gebrek aan universaliteit, het uit
treden van belangrijke staten, het niet lid
zyn van andere, de ontevredenheid met de
bestaande gebiedsverdeeling, dat zijn de
factoren die den Volk°r.bond hebben ver
zwakt. Regionale verdragen kunnen hem
niet vervangen.