Een lange dag voor de Tweede Kamer. ituieuland Indie s vertegenwoordigers in ons land aangekomen. ALKMAAnSCHfc COURANT van WOENSDAG 2 DECEMBER 1936 Het vorstelijk huwelijk Een interview in den sneltrein vanaf Genua tot Zevenaar, Groote gebeurtenissen op komst PARLEMENT Minister de Graeff over de Rijnvaartacte, De „verdeeling" van Indië een verzinsel. Bijbelsche geschiedenis op de openbare school. Met den Genua-trein is hedenochtend in den Haag aangekomen Zü. Pangeran Adipati Ario Mangkoe Negoro VII en zijn gezelschap, die in verband met het huwelijk van prinses Juliana en prins Bernhard naar Nederland zijn ge komen. Een redacteur van het Algemeen Neder- landsche Persbureau was het hooge gezel schap tot Zevenaar tegemoet gereisd en meldt het volgende: Precies op tijd te 6.18 uur rijdt de lange D-trein voor het station te Zevenaar. Voor de ramen vertoonen zich bruingebrande ge zichten. Een uitgebreid en opgewekt gezel schap, te oordeelen naar de vroolijke uitroe pen, die hier en daar tot ons doordringen. In den eersten slaapwagen reist de Mang koe Negoro, hoofd van het Mangkoenegoro- sche huis, kolonel van het Indische leger, commandant van het Mangkoenegorosche le gioen en adjudant in buitengewonen dienst van H.M. de koningin. Zijne hoogheid is vergezeld van zijn ge malin, Ratoe Timoer, zuster van den sultan van Jogjakarta, zijn dochter, Raden adjeng Siti Noeroei Roesoemo-Wardhani en zijn se cretaris, den bekenden Javaanschen dichter Raden Mas Noto Soeroto. De Mitropa stelde een geheele slaapwagon ter beschikking van dezen voornamen ïn- landschen vorst en zijn gezelschap. Twee vrouwelijke en een mannelijke be diende reizen in het gevolg van Z.H. mede. Het doel van de reis van het vorstelijk ge zelschap is de huwelijksplechtigheid van prinses Juliana en prins Bernhard. In Zevenaar stapten ook in den slaapwa gen Pangeran Ario Noto Koesomo en diens vriend, de heer Gelinck, beiden student te Wageningen. De Pangeran is een familielid van Z.H. en is in het holle van den nacht met den heer Gelinck uit Wageningen geko men. Beide studenten maakten deel uit van een Archaeologische expeditie, welke onder lei ding van prof. ir. C. H. Edelman uit Wage ningen staat en begin Juli in Solo met de bekende Indische gastvrijheid door den Mangkoe Negoro ontvangen is. De Pangeran vertelde, al negen jaar in Holland te zijn. Hij doorliep een hoogere burgerschool in den Haag en is thans 5e jaars in Wageningen. „Ik reis maar tot Utrecht, want ik kan mijn colleges vanoch tend niet missen", deelde de jonge prins mede. In Zevenaar werd het hooge gezelschap namens de maatschappij Nederland verwel komd door den heer de Vries. Raden Mas Noto Soeroto kwam even later uit zijn compartiment en was onmiddellijk bereid, den journalist te woord te staan. Men weet, dat R.M. Noto Soeroto een Be kend Javaansch dichter is, die als secretaris in dienst van Z.H. is. Hij sprak in enthou siaste bewoordingen over de comfortabele zeereis; het vorstelijk gezelschap had door bemiddeling van de Mij. Nederland enkele luxe-hutten te zijner beschikking. En dan vertelt 's prinsen secretaris over zijn Hol- landschen tijd. Hoe hij tezamen met zijn te gen woordigen meester in Leiden college liep. Er klinkt eerbied in zijn stem als hij namen als Snouck Hurgronje en van Vollenhoven noemt Dit is de eerste keer in de geschiede nis, dat een Javaansch zelfbestuurder naar Holland gaat, vertelt de secre taris. Voor de gemalin en de dochter van Zijne Hoogheid is het zelfs de eerste maal, dat zij naar Europa reizen. Enkele oogenblikken later stopt de trein in Arnhem en Zijne Hoogheid voegt zich bij ons. Gekleed in de uniform van kolonel van het Indische leger met de versierse'en van adjudant I.B.D. van de Koningin en zijn decoraties op de borst gespeld, maakt hij een voornamen indruk. Wel bewust van zijn hooge waardigheid, maar zooals al da delijk in het gesprek blijkt, van een wel- dadigen en onverwachten eenvoud en har telijkheid. Een levendig en geestige spre ker, die zich in academisch Hollandsch met een volkomen accentloozen tongval uit spreekt. Het was voor mij een heele verrassing toen ik al vrij spoedig nadat de verloving van de Prinses bekend was, in de Indische bladen las, dat ik als gedelegeerde naar de huwelijksfeesten zou gaan", zoo begint Zijne Hoogheid het gesprek. Hem was toen nog niets bekend over een reis naar Neder land, maar Zijne Hoogheid is zeer verheugd, dat het er toch van gekomen is. Eerst be stond er in Indië eenige vrees, dat de plech tigheid in de Poeasa (d.i. de maand waarin Mohammedanen moeten vasten) zou vallen. Gelukkig is dat niet gebeurd en zoo scheep te de Prins zich op 11 November met zyn gezelschap te Batavia in. De „Marnix" kwam gisterochtend e Genua aan. Ter verwelkoming waren aan wezig de Nederlandsche consul-generaal, de heer Schimmel en de Italiaansche havencommandant. Met een auto toer.e het hooge gezelschap door Genua en reis e later door naar ons land. De delegatie van Z.H. den sultan van Jogjpkarta, die op dezelfde boot reisde, is niet onmiddellijk 1 doorgereisd, maar zal een paar dagen aan de Rivièra blijven. De zeereis is den prins uitstekend beval len en zijn echtgenoote en dochter even eens. Vol lof was Zijne Hoogheid voor de goede zorgen van de Mij. Nederland. En dan vragen wij naar heiinneringen uit zijn jongelingsjaren en de prins begint te lachen. Zijn geschiedenis is immers be kend genoeg, maar hij begrijpt het, dat wij haar uit zijn mont'. nog wel eens wilden hooren. Zijne Hoogheid verhaalt, hce hij als jonge man van huis wegliep, niet tevre den met de opvoeding, welke hij kreeg. Zijn oom, vorst Mangkoe Negoro de Zesde, die den vader van den huidigen vorst op volgde, wilde den ondern-menden jongen niet op de H.B.S. laten studeeren. Heel Java trok de jongen rond en na veel ont beringen kreeg hij een baantje in bestuurs dienst en later als translateur. Van zijn spaarpenningen vertrok hij in 1913 naar Holland om college te gaan volgen in de Semitische talen in Leiden. In den oorlog bood de toenmalige raden Mas Ario Soerio Soeparto zich als vrijwilliger bij het leger aan. Hy begon als gemeen soldaat en bracht het tot luitenant van de grenadiers. „Ja, ik heb nog wachtdiensten gedaan voor het Paleis Noordeinde, het Huis ten Bosch en het Paleis van de koningin-moeder. Nooit zal ik een Kouden winternacht verge ten, toen ik de wacht had aan den achter kant van het Paleis Noordeinde. Ik dacht, dat ik bevriezen zou. En weet U wat mijn dochter nu zoo aardig vindt? Dat zij straks de schildwachthuisjes zal zien, waar haar vader op post heeft gestaan, zegt de prins en hij lacht er hartelijk om. In Mei 1915 is de Mangkoe Negoro, die door de abdicatie van zijn oom, den Mang- koenegoroschen troon ging bestijgen, naar Indië teruggekeerd, nadat H. M. de koningin hem, den voormaligen schildwacht, audiën tie had verleend". Opeens onderbreekt de vorst zijn verhaal, om den verslaggever te vragen: „Zou mijn dochter in den Haag kunnen paardrijden?" Als wij bevestigend antwoorden, zegt zijne hoogheid: „Maar toen ik vroeger in de duinen exerceerde, zag ik nooit ruiters En hij voegt er aan toe: „Alles zal wel veran derd zijn, ik ben in ruim 20 jaar niet in den Haag geweest. Toen stonden er nog maar een paar huizen op den Frankenslag en nu heb ik gehoord, dat het daar heelemaal vol gebouwd is". In dit stadium van het onderhoud komt de gemalin van Z. H. het compartiment binnen. Een elegante verschijning, die correct Hol landsch spreekt. „Toch heeft mijn vrouw het pas op haar 24ste jaar geleerd, toen ik met haar trouw de. Zy kreeg een echt ouderwetsche opvoe ding, leerde alleen Arabisch en Javaansch lezen ea, niet schrijven. Ik heb haar Hol landsch geleerd, zegt de trotsche echtgenoot Voorts vertelt de vorst, dat zijn echtge noote bijzonder geboeid was door het Zwitsersche sneeuwlandschap. Zijn hoog heid is voornemens, na afloop van de hu welijksfeesten, naar Genève te gaan. „Het hart van Europa, hoewel het nog niet zoo goed klopt", zooals hij het uitdrukte. „Via Parijs natuurlijk, want mijn vrouw wil winkelen". Ratoe Timoer knikt lachend van ja. Intusschen nadert Utrecht. Kapitein Hon- bolt van het Indische leger, aan zijn hoog heid toegevoegd, stapt hier in. Een uur later, dicht bij den Haag, nemen wij afscheid van zijne hoogheid, zyn gema lin en dochter, die thans ook is verschenen. Na enkele minuten stopt de trein: de Mangkoe Negoro is in de koninklijke resi dentie aan eekomen. De ontvangst aan het Staatsspoor station. De trein, welke te negen uur verwacht werd, had meer dan een half uur vertra ging. Inmiddels hadden velen nieuwsgieri gen zich zoowel buiten den hoofdingang als op het perron opgesteld om de aankomst te zien. In de gereserveerde wachtkamer waren ter verwelkoming aanwezig, de vertegen woordiger van H. M. de koningin, majoor H. J. Phaff, alsmede de vertegenwoordiger van den minister van koloniën, de heer J. Th. Petrus Bloemberger, chef van 't kabinet van den minister. Toen de trein te 9.35 uur het perron bin- nenstoomde en voor de wachtkamer stil hield, trad Zijne Hoogheid het eerst uit. begroet door den heer Keiler, waarna hy zich met zyn familie en gevolg naar de wacht kamer begaf. Even nog werd voor den trein een foto gemaakt. In de wachtkamer begroette majoor Phaff namens H. M. de koningin den prins en diens echtgenoote. Vervolgens werd hy be groet door den heer Petrus Bloemberger namens den minister, waarop alle aanwezi gen gelegenheid kregen de aankomenden de hand te drukken. Inmiddels hadden ook de persfotografe» zich in de wachtsalon opgesteld en werd van het geheele gezelschap een opname ge maakt. Na ongeveer 'n kwartier nam de prins er, zyn familie plaats in de gereedstaande auto waarop een groen-gele vlag wapperde, om oegroet door de wachtci den, zich naar he' 1 kasteel Oud-Wassenaar te begeven. ONREGELMATIGHEDEN IN DEN GROOTHANDEL. In pharmaceutische middelen te Rotterdam. Op aanwijzing van een buitenlandsche firma in pharmaceutische middelen heeft de politie te Rotterdam een aantal personen kunnen arresteeren, die zich aan zeer onge- wenschte praktijken schuldig maakten. Een magazijn-bediende van een groothan del te Rotterdam heeft gedurende geruimeu tijd artikelen uit de voorraden weggenomen en deze tegen zeer lage prijzen aan verschil lende firma's verkocht. Door concurrentie zucht gedreven gingen eenige dezer firma steeds lager met hun prijzen, hetgeen ten slotte de aandacht van de bonafide afne mers trok, die bij de Rotterdamsche- en de buitenlandsche leveranciers gingen lagen Er werd toen een onderzoek ingesteld, waarbij men tot de overtuiging kwam, dot de onregelmatigheden bij de Rotterdamsche grossiersfirma moesten gebeuren. Bij ver der speuren kwam de heele zaak, aan het licht. De magazijn-bediende werd gearres teerd en na zyn bekentenis werden ook eenige zijner afnemers, verdacht van he ling, in arrest gesteld. DE NIEUWE ZEESLEEPBOOT TE IJMUIDEN. De „Oceaan" van de firma Doekscu. In aansluiting op het bericht dat het bn reau-Wijsmuller te IJmuiden in de haven aldaar een zeesleepboot in station zal leg gen, welke in staat is ook by het slechtste weer eventueel hulp aan in moeilijkheden verkeerende schepen te verleenen, kan wor den medegedeeld dat deze sleepboot de „Oce aan" is van de firma Doeksen op Terschel ling. Het bureau Wijsmuller heeft deze sleepboot in charter genomen. Wij vernemen voorts, dat het in de be doeling ligt de „Oceaan" in het najaar van 1937 door een nieuwe grootere sleepboot te doen vervangen. Een opdracht voor den bouw van een dergelijke boot is nog niet gegeven. VERWOESTINGEN OP HET STRAND TE ZANDVOORT. Zandvoort is door het stormweer ernstig geteisterd, daar er voor duizenden guldens schade op het strand te herstellen valt Het bekende Noorderbad is wel zeer zwaar door het noodweer getroffen, daar het zwembassin en het bootjesbassin op het punt van invallen staan. De zee heeft nl. zulke gaten in de duinreep geslagen, dat er niet veel meer noodig is om de beide bassins geheel te verwoesten. Vijf consumptietenten, welke over het strand verspreid stonden, zyn eenvoudig weggevaagd; enkele van deze tenten bevat ten veel inventaris. Voorts stond gisteravond om negen uur de ijzeren dam, ter bescherming van het Zuiderbad, op het eunt van bezwijken. De zee sloeg huizen hoog over den dam- wand heen, waardoor zelfs ijzeren balken door midden braken en wegsloegen De duinreep is zeer zwaar beschadigd; op sommige plaatsen zijn gaten van vijf meter geslagen, waardoor het duin geheel onder graven is. Het strand is vrijwel onbegaan baar, want overal liggen tonnen, houten pa len, balken en prikkeldraad. DEENSCHE DRIEMASTSCHOENER AAN DEN GROND GELOOPEN. In de vroege morgenuren is een Deensche driemastschoener, waarvan naam en her komst nog onbekend zijn, bij den Spijker plaat te Vlissingen aan den grond geloopen, Men heeft vuurpijlen afgeschoten. Onmid dellijk zijn eenige sleepbooten ter assistentie uitgevaren. Nadere bijzonderheden ontbreken nog. Later wordt gemeld: De Deensche driemastschoener welke, zooals reeds eerder werd gemeld, bij den Spijkerplaat te Breskens aan den grond geloopen is, blijkt thans te zijn de „Si- grid", het schip was geladen met hout. De reddingsboot uit Vlissingen en sleep boothulp zijn ter plratse. Daar het schip met zeer hoog water is vastgeloopen en het getij steeds afneemt, zal het waar schijnlijk niet gelukken het schip geladen v. eer vlot te brengen. HOOG WATER TE ROTTERDAM. Een gedeelte van de oude binnenstad overstroomd. Nadat reeds maandagochtend in de vroegte een zeer hoog tij het water in Rot terdam had doen oploopen over de kaden, zoodat verschillende brugkelders onder lie pen, is Dinsdagmiddag het water nog hooger gekomen. Hoewel verschillende firma's en particu lieren, die in de lager gelegen deelen van de binnenstad hun bedrijf of woning heb ben, hierop hadden gerekend, heeft toch het bijzonder hooge tij nog velen onaangenaam verrast. Het hoogste tij was om 18.20 uur. De schaal in de sluis aan de Vlasmarkt wees toen een hoogte van 3.45 meter. Maandag ochtend was het water tot 3.28 meter ge stegen. Het normale tij is 1 70 meter. Het abnormaal hooge tij heeft vrijwel het geheele gedeelte van de oude binnenstad rondom de oude havens onder water gezet. De Boompjes en de Oosterkc.de liepen het eerst onder water. Overstroomd zijn de Leuvehaven, de Nieuwehaven, het Haring vliet, de Oude Haven, de Gelderschekade, de Groote Markt, de Noord- en Zuidblajk, de Wolfshoek en een gedeelte van het Beurs plein. Ook het Boerensteiger en de Groeneu- daal liepen weer onder, terwijl het water in alle zystegen en -straten van de Hoogstraat don^'i-ing. Behalve de nieuwste verkeert- voorschriften moet u óók nog de oudste ongevallenoorzaken (roe keloosheid en drankmisbruik!) kennen! Het hooge water heeft het verkeer in de oude binnenstad volledig gestremd. Bij de Oude Plantage was het water gestegen tot aan het uiteinde van den weg, welke naar den Maaskant leidt. Tot voorbij het Kralingsche Veer heeft het hooge water veel schade en ongerief veroorzaakt. De Motorenfabriek van Deutsz stond geheel blank, evenals een nabijgelegen opzichterswon ing. Bij het Kralingscheveer zelf waren tal van parlevinkers door het hooge water tegen den dijk gezet De drijvende ponton van de reedery op de Lek stak enkele meters boven den dijk uit. De Quyano-fabriek was gedeeltelijk onder water geloopen. De scheepswerven van Markman, en Vuyck hadden reeds Maandag ochtend veel hinder van het water onder vonden. Al het losse hout dreef weg, zoodat de rivier als het ware overdekt was met stutbouten en ander drijvend hout Bij het Kralingscheveer was de rivier ge zwollen tot een geweldige watermassa, die van dok tot dijk stond. NOGMAALS DE VERSTOORDE VERGADERING VAN „DE DAGERAAD". Op de schriftelijke vragen van het Eer ste Kamerlid Moltmaker (s.d.a.p.) naar aan leiding van de verstoring van een openbare vergadering van de vereeniging „De Dage raad" te Utrecht heeft de minister van justitie o.m. geantwoord, dat door de politie niet is geconstateerd, dat door de ordever stoorders is geslagen of gedreigd met van spijkers voorziene stokken, met gummi knuppels en met scherp gepunte ijzeren staven. Het is juist, dat de politie de vergadering heeft doen uiteengaan. In die vergadering werd de orde in ernstige mate verstoord door het werpen met allerlei voorwerpen, waarbij vechtpartijen tusschen de bezoekers ontstonden, door een overmacht van rust verstoorders verzet tegen de aanwezige politie werd gepleegd en mishandelingen plaats vonden, terwijl uit de zaal gedreven personen langs anderen weg weer binnen kwamen. De na inroeping van assistentie van het bureau gekomen inspecteur van politie trof by zijn aankomst in de zaal aldaar een menigte aan, die door elkaar liep en schreeuwde, terwijl op enkele plaatsen in die zaal onderlinge vechtpartijen gaande waren en ook op het podium verscheiden personen door elkaar liepen. Onder deze omstandigheden en rekening houdende met hetgeen was voorafgegaan, heeft hy zich genoopt gezien van zijn recht tot het doen uiteengaan der vergadering gebruik te maken Ook de minister is van oordeel, dat de overheid met alle gewettigde middelen er voor heeft te waken, dat niet als gevolg van gewelddadig optreden van tegenstanders de vrijheid van vergadering wordt aangetast. DE „KNUDSEN" VLOTGESLEEPT. Hedenochtend te 4.50 uur is het Noorsche tank-motorschip „O.A. Knudsen", dat gister avond in de haven van IJmuiden aan den grond was geloopen, door de sleepbooten „Hector", „Nestor", „Stentor" en „Utrecht" vlotgesleept en binnen de sluizen gebracht Het schip heeft roer- en vermoedelijk ook bodemschade opgeloopen. De kapitein wacht op nadere instructies van de reeders. De „O. A. Knudsen" blijkt ernstig be schadigd te zijn. Zoo is de stuurmachine defect geraakt, het roer gebroken en heeft het schip bodemschade. Het schip is vastgelegd bij het fort en zal naar Rotterdam worden gesleept, om aldaar de schade te doen herstellen. (Van onzen parlementairen medewerker.) Gistermiddag hebben we dan eindelijk de redevoering van den minister van Bui tenlandsche Zaken, jhr. mr. A. C. D. de Graeff, gehad. Nog niet direct, want nog een drietal sprekers had iets in 't midden te brengen. Ds. Zandt (s.g.p.) hield een requisitoir tegen den Volkenbond, een instelling, die z.L een ander recht en een andere gerech tigheid dan God's wil inachtneemt en daar om tot falen gedoemd is. De Volkenbond is een hoogst gevaarlijk instrument ge worden, waarvan wij ons zoo spoedig mo gelijk moesten afwenden, en het geld dat er aan besteed wordt, ook niet waard. De heer van Poll (r.k.) gaf duidelijk blijk van zijn ongerustheid over het Ja pansch-Duitsche verdrag met zijn be weerde geheime protocol, dat een ver deeling in invloedssferen voorziet van Ned.-Indië tusschen beide landen. Ook hij wenschte te weten wat er van de bewering van de „Evening Standard" aan was. Rede van minister de Graeff. Nadat mr. Boon (v.b.) op het uit den weg ruimen van bezwaren had aange drongen, welke voortvloeien uit het be staan van dubbelen militairen dienstplicht voor Nederlanders, die in Argentinië woon den en voor studie-doeleinden in Neder land vertoeven, kwam minister de Graeff aan 't woord. Hij begon met dadelijk eenige mededee- lingen te doen over het opzeggen door Duitschland van de Rijnvaartacte. De Duitsche Regeering heeft over de nu geldende regeling voor den Rijn het vol gende verklaard: „De scheepvaart is er vrij voor de vaar tuigen van alle met het Duitsche Rijk in vrede levende staten. Er vindt geen on derscheid plaats in de behandeling van de Duitsche en de vreemde vaartuigen. Zulks geldt ook inzake ae scheepvaartheffingen. Daarbij gaat de Duitsche regeering ervan uit, dat in andere staten reciprociteit zal gelden". Minister de Graeff vulde dit nog met de volgende beschouwing aan: Naar de Duitsche opvatting bestaat dus op den Rijn een door de Duitsche regee ring autonoom getroffen regeling, waarbij kan worden opgemerkt dat de Duitsche waterstaat opdracht heeft, kwesties aan gaande scheepvaart, politie en patentvoor schriften omtrent bouw van bruggen en andere zoodanige vragen in de praktijk voorshands op dezelfde wijze als dusver te behandelen, ten ware de houding van an dere staten der Duitsche regeering een aanleiding werd een wijziging in haar voornemen te brengen. Zoc staat de zaak thans, voor zoover de feiten aangaat. By de beoordeeling van die feiten wilde de minister voorop stellen, dat ook in dit ge val de door de Duitsche regeering gevolg de methode van eenzijdige opzegging van internationale verdragen, zond»r dat van te voren getracht is met de andere partijen in onderling overleg tot overeenstemming te komen, om het zacht uit te drukken weinig aanbeveling en zeker geen navol ging verdient. De Kamer kon haar lachen niet bedwin gen, toen de minister dit laatste zeide en er op liet volgen dat hij veronderstellen mocht dat zeker 99 «an de 100 l»den dei Kamer dit met hem eens zouden zyn. Het belang van Nederland. Daarna vervolgde de minister: Ten aanzien van de gevolgde methode heeft ook Nederland, dat op verschillend gebied party is by allerlei internationale overeenkomsten, bij de zaak indirect een groot belang. Direct belang heeft Neder land in ieder geval niet by de opzegging van de ten aanzien van de Rijnvaart ge sloten modus vivendi, welke Nederland niet heeft mede onderteekend en ook niet van zins was alsnog te onderteekenen, al vorens de bekende kwestie van de sür- taxes, welke nog steeds hangende is, een bevredigende oplossing zal hebben gekre gen. Wel heeft Nederland direct belang bij de verklaring van de Duitsche regeering, dat zij de Acte van Mannheim van 1868 niet meer als geldend erkent. Minister de Graeff wilde thans op de verschillende rechtsvragen, die daarbij aan de orde komen, niet nader ingaan, omdat hy zich eerst een eindoordeel zou kunnen vormen, wanneer de juridische argumen ten der Duitsche regeering hem bekend zouden zijn en dezerzijds zouden zyn over wogen. Dat de Nederlandsche regeering in ieder geval met kracht voor de Nederland sche Rijnvaartbelangen zal blijven op komen, daarvan kon de Kamer zich over tuigd houden. Terecht had de heer Bongaerts gewezen op de groote waarde van de niet van Ver- sailles, ook niet van Mannheim, maar reeds van Weenen dateerende beginselen van het internationale rivierenrecht, beginse len, waaraan ook Nederland groot gewicht hecht en onder de werking waarvan Ne derland zich wat den Rijn betreft, steeds wel heeft bev -neen. Verhaal van de „Evening Standard" verzonnen. Vervolgens ging de minister in op het door verschillende sprekers gedane verzoek om inlichtingen betreffende een verdee ling tusschen beide landen van economi sche invloedssferen in Ned.-Indië. Hy verklaarde eerst dat Nederland tot zoodanig verdrag niet zou toetreden. Wij zullen zelf beoordeelen öf en hóé wij tegen over communisten hier te lande zullen op treden. Nederland gaat geen politieke ver dragen aan. Het verdrag tot bestrijding van het communisme zou wel eens gericht kunnen blijken te zijn tegen het land, waar het communisme thans hoogtij viert. De minister wist van dit verdrag op dit oogenblik niet meer dan het bekende be richt in het Engelsche blad, dat wel meer onjuistheden had verkondigd. Maar in de wonderlijke wereld die wij thans beleven, is ten slotte alles mogelijk. Evenwel kon de minister dit bericht, dat trouwens van officieele Japansche zijde was tegensproken, onmogelijk juist ach ten. Hij beschouwde het dan ook als een „puur verzinsel". De Volkenbond. Over de rest van het betoog van den minister kunnen wy kort zijn. Hij beaamde volkomen dat de Volkenbond gefaald had in het Italiaansch-Abessinisch conflict en dat de teleurstelling daarover zeer groot en het feit beschamend was geweest. Bij de jongste Volkenbondsvergadering in Sep tember was dit duidelijk gebleken; de stemming was daar zeer mat. Het gebrek aan universaliteit, het uit treden van belangrijke staten, het niet lid zyn van andere, de ontevredenheid met de bestaande gebiedsverdeeling, dat zijn de factoren die den Volk°r.bond hebben ver zwakt. Regionale verdragen kunnen hem niet vervangen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 5