Cjetnemtemden Jiecfiis^aken 9xuii£eton BEVERWIJK Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Glimlachje door RICHARD STARR Vertaald door A. RIEWERD. De hervormingspogingen hebben slechts een betrekkelijke waarde en daarom ook stond minister de Graeff in zijn op 2 Juli te Genève gehouden rede niet afwijzend tegenover de gedachte, om door buiten werking stelling van de sanctievoorschrif ten den Volkenbond voor landen, die er buiten bleven aantrekkelijker te maken, speciaal met het oog op Amerika. Vandaar zijn adhaesie aan de verklaring van 1 Juli j.1. der z.g. ex-neutrale staten. Van een dergelijke aaneensluiting van gelijk ge zinde landen verwachtte de minister meer goeds dan van allerlei onderlinge pacten. Betrekkingen tot België. Teleurstellend was dat de onderhande lingen met België over herziening van de verdragen van 1839 op dood spoor waren gekomen. Doch beide Regeeringen tus- schen wie een zeer goede verstandhouding bestaat waren 't er over eens, dat het beter was de zaak nu te laten rusten. Ee verbinding met de Schelde schijnt nog al tijd hét groote struikelblok te zijn. Het proces bij het Internationale Hof werpt geen schaduw op de goede verstandhou ding". Nederland blijft tegenover de non-inter ventie in Spanje dezelfde houding aanne men. Zijn betrekkmgen tot de Duitsche Regeering zijn volkomen in orde, voegde de minister den heer Westerman toe. Deze had beweerd dat graaf van Limburg Sti- rum niet de Nederlandsche gezant in Ber lijn was, dien wij moesten hebben. Dat sprak de minister resoluut tegen. De heer van Stirum is zelfs persona grata bij de Duitsche regeering! Hij ;s hoogelyk ge- eerd wegens zijn karaktervastheid en Hit- Ier heeft hem naar aanleiding van zijn aanstaand vertrek zelfs met de hoogste Duitsche onderscheiding hefifti"d. met een .oorkonde, waarin hem de dank van het Duitsche volk wordt gebracht! Daar stond mr. Westerman! De Kamer .lachte hem vrijelijk uit. De minister sprak ten slotte den heer Vliegen, die vöor 't laatst bij Buitenland sche Zaken had gesproken, zeer hartelijk toe, hem dankend, namens de Regeering, voor zijn groote belangstelling en opbou wende critiek in een lange reeks van jaren. De soc.rdem. afgevaardigde zat er even wat ontroerd bij. Na de rede van den mi nister ging hij Z. E. met een handdruk danken. De begrooting van Buitenlandsche Za ken werd z. h. s. aangenomen. Werkloosheidssubsidiefonds. In de avondvergadering is de begrooting van het Werkloosheidssubsidiefonds voor 193-7 behandeld. Bij de Algemeene Beschouwingen is reeds bezwaar gemaakt tegen het afwen telen van de tekorten in dit fonds op de gemeenten. Daaraan heeft de minister van financiën tegemoet willen komen door bij nota van wijziging o.a. te bepalen, dat ge heel of ten deele rentedragende voor schotten in de plaats van bijdragen en steun fonds perdu kunnen worden ver strekt aan die gemeenten, van welke ver wacht kan worden, dat zij bij eenige ver betering der conjunctuur tot terugbetaling in staat zullen zijn. Er zal een groep van gemeenten zijn, die alleen bijdragen a fonds perdu ontvangen; een groep, die uitsluitend rentedragende voorschotten krijgt en een groep, waaraan zoowel bij dragen k fonds perdu als rentedragende voorschotten zullen worden verstrekt. Voorts stelt de Regeering zich voor thans de werkloosheidsuitgaven voor het jaar 1937 zelf tot maatstaf te nemen voor de berekening van de gewone bijdrage, vol gens een regeling, welke op dezelfde leest geschoeid is als die, welke voor 1935 gold. Uit de Kamer is ernstig verzet gerezen tegen het eerstgenoemde voorstel. De heeren v. d. Tempel (s.d.a.p.), Stein- metz (r.k.), Kooiman (v.d.), Smeenk (a.r.), IJsselmuiden (r.k.), Bakker (c.h.), Bierema (v.b.) drongen er op aan, dat de Regeering het tekort van V/a millioen voor rekening van het Rijk zou nemen en den ouden toestand zou laten voortbestaan, totdat men overzien kan hoe de financiën der gemeenten zich zouden ontwikkelen. Bovendien was dit nu eens een materie, ten aanzien waaraan men een volgende regeering zeker niet binden kan. De gemeenten zouden door die rente dragende voorschotten haar kapitaaldien sten te zwaar zien belast. In feite zouden de crisisdiensten weer in het leven wor den geroepen, hetgeen bedenkelijk werd geacht. Beter kan het Rijk het tekort financieren, hetgeen haar kaspositie slechts weinig zou veranderen. Ook werd gevraagd of de minister voe ling had gehouden met de colleges van Gedeputeerde Staten. Als groote gemeenten als Amsterdam, Rotterdam en den Haag al de grootste moeite hebben om de eindjes bij elkaar te knoopen, hoe veel moeilijker zal het de kleinere gemeenten dan niet vallen. Minister Oud waarschuwde tegen de vorming eener legende, als zou het Rijk voor de gemeenten niets over hebben. De feiten wijzen het tegendeel uit. Het Werk loosheidssubsidiefonds bijv. is ingesteld om den druk der werkloosheidslasten bil lijker over de gemeenten te verdeelen. Toen in 1934 het totale voor de werkloos heidsuitgaven bedrag tot 6 millioen moest worden teruggebracht, heeft het Rijk toe gestaan dat de gemeenten bedragen uit de begrooting mochten stooten, waarvoor geen dekking was; het Rijk gaf daarvoor rentelooze voorschotten. Toen het Ge meentefonds achteruitging, is een garan- tie-uitkeering vastgesteld. Wat de Regeering nu wil is niet anders dan terug keeren in de oude lijn. Nooit was het de bedoeling eventueele tekorten naar volgende jaren over te hevelen. De Regeering heeft rentedragende voorschot ten gekozen, teneinde de gemeentebesturen te prikkelen oe voorschotten binnen de kleinste perken te houden. De minister kon niet aanvaarden de stelling, dat de tekorten op de werkloos heidsuitgaven der gemeenten zijn tekorten op de Rijksbegrooting. Tegemoetkomende houding. Tenslotte zwichtte minister Oud voor de sterke oppositie en wijzigde hij den des betreffende post in de begrooting van het Werkloosheidssubsidiefonds in dien zin, dat het woord „rentedragende" (voor „voorschotten") komt te vervallen, waar bij hij het voorstel deed het geheele vraagstuk over te leggen aan de Maandag a.s. te installeeren commissie-Kan, welke bi) het Werkloosheidssubsidiefonds van advies zal dienen. Met nadruk wees de minister er op dat zijn opvolger aan niets gebonden zal zijn en dat de groepsindeeling der gemeenten zal geschieden naar objectieve normen, Bij de replieken stribbelden verschillende leden „og wat tegen. Nadat de minister den heer van den Tempel (s.d.) in derden termijn had toegezegd, mededeelingen aan de Kamer te doen zoodra het overleg met de commissie tot resultaat heeft geleid, werd de eindstemming over de begrooting van het fonds aangehouden tot heden middag. Onderwij "«aangelegenheden. Na de begrooting van Buitenlandsche Zaken kwam die van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen m de middagvei gade- ring aan de ode. Zonderen we den heer K. ter Laan (s.d.) uit, dan was er een sterke aandrang van verscheidene sprekers om de spel lingkwestie nu eindelijk eens tot een op lossing te brengen, want de tegenwoordige toestand werd allesbehalve bevredigend geacht en zeker niet verbeterd door de besluiten van Juli van dit jaar. De heer Zijlstra (a.r.) vond deze een stap itTde goede richting, de heer Tilanus (c.h.) wil de weer terug naar De Vries en Te Winkel en de zaak opnieuw onderzoeken. De heer K. ter Laan verdedigde de spelling-Marchant en meende, dat deze al burgerrecht zou hebben verkregen als de Regeering haar dadelijk in de Regeerings- stukken had toegepast; de kranten en boekenschrjjvers zouden dan wel gevolgd zijn. De heer Moller (r.k.) wilde conse quente toepassing van één spelling, geen chaos. Over de „leiding" van den minister was hij niet erg te spreken. Deze afgevaardigde was degene die overigens het meest op het onderwijsbeleid van de Regeering in het algemeen had aan te merken; de te groote klassen en de on voldoende, niet op de hoogte van den tijd zijnde onderwijzersopleiding, het klasse-karakter van het middelbaar en hooger onderwijs waren zijn voornaamste grieven. De heer Coops (v.b.) betwistte dit laatste. De heer Suring (r.k zeide, zich beter te kunnen vereenigen met het Ibeleid van dezen minister, die het beste van het on derwijs behouden wil, doch niet het beleid van zijn voorganger, die het onderwijs wilde vernieuwen. Een punt van algemeen debat was de vraag of het onderwijs in Bijbelsche ge schiedenis op de openbare scholen moet worden bevorderd en, zoo ja, of dit ver plicht moet worden gesteld. De roomsch- katholiek Suring achtte dit onderwijs voor de openbare scholen niet geschikt, zelfs een onmogelijkheid; de heer Lingbeek (h.g.s.) juichte het, als voorstander van de Staatsschool met den Bijbel toe, de heer Zijlstra (a.r.) meende, dat het geen ver plicht leervak moest zijn, dat door alle onderwijzers zou moeten worden gegeven; de heer Louwes (v.b.) daarentegen hield een warm pleidooi ervoor, erop wijzend dat dit vak in de openbare school een warmere sfeer zou brengen, dat het de al gemeene ontwikkeling zou vergrooten (waarvoor kennis van den Bijbel onmis baar is) en wellicht ook leiden kon tot kennis van God. De heer Faber (s.d.) meende dat de Bij belsche geschiedenis voor het volksonder wijs niet kon worden gemist. Hij wensch- te een spoedige oplossing. In de avondvergadering, toen de dis cussie, na het financieele debat, werd voortgezet, kwam de he°r Thijssen (s.d.) betoogen dat men niet door verplichte bijbellessen van de openbare school een bijzondere vrijzinnige protestantsche school moest gaan maken; op die manier graaft men het graf van de openbare school. De heer Moller (r.k.) vond eveneens Bijbelsch onderwijs op de openbare school onmogelijk. De voorstanders daarvan wil len eigenlijk Bijbelsche cultuurgeschiede nis, maar noodig is gewijde geschiedenis. Minister Slotemaker de Bruine kwam om 12 uur nog aan 't woord, maar do waarnemende voorzitter Vliegen vond het mét den minister welletjes en liet Z. E. de rest voor vandaag bewaren. Loonsverlagingen voor gemeente werklieden en politie. Maandagavond kwam de raad dezer ge meente in openbare zitting bijeen onder voorzitterschap van mr. H. J. J Scholtens. Allereerst werd benoemd tot leeraar in tüdely'ken dienst aan de Nijverheidsavond school voor ambachtslieden, de heer W. M. M. Schaaper. Salarisregelingen. Aan de orde kwam de vaststelling van een verordening, regelende de bezoldiging der ambtenaren. De nieuwe verordening houdt een alge meene verlaging in voor het politieperso neel en de gemeentewerklieden, terwijl voor de ambtenaren een kleine salarisver betering voorgesteld wordt B. en W. willen deze laatste in overeen stemming brengen met'de gewijzigde om standigheden der gemeente. Breedvoerig werd door alle fracties over deze voorstellen gediscussieerd. De S. D. A. P. kon zich tenslotte met het voorstel vereenigen en hoewel principieel kindertoeslag afkeurend, stemde de geheele fractie voor. De voorstellen van B, en W. werden in vollen omvang goedgekeurd. De verlaging der salarissen voor de werklieden zelfs zonder hoofdelijke stemming. Aanbieding gemeenterekeningen. Aangeboden werden de gemeentereke ningen, dienst 1935, der voormalige gemeen ten Beverwijk en Wijk aan Zee en Duin. De rekening van Beverwijk sluit met een nadeelig saldo van 69.251,97. De rekening van Wijk aan Zee en Duin wijst een batig slot aan van 1187,18. Aanbieding begrooting. De gemeentebegrootiag 1937 werd aange boden. In verband met de aanvragen van bij zondere rijksbijdragen moet de begrooting voor 15 December zijn vastgesteld. B. en W. stelden voor de begrooting in drie afdeelin- gen van den raad te doen onderzoeken. Op 8 December zullen de commissies bij eenkomen om verslag uit te brengen. De begrooting komt 15 December in be handeling in den raad. Zitting meervoudige strafkamer van 1 December. Een recalcitrant molenaar. De molenaar P. M., die blijkbaar zijn be roep naar zijn naam heeft gekozen, had op 21 April voor den Hoornschen kantonrech ter terechtgestaan wegens overtreding van de bepalingen der Landbouwcrisiscentrale. Verdachte was n.L oorspronkelijk georga niseerd molenaar, doch was in overtreding geweest toen hij verzuimd had een hoeveel heid Vita-tarwe te vermalen. Hierdoor had hij een belangrijk voordeel tegenover zijn concurrenten behaald, waarvan het bedrag door den controleur der Nederlandsche Landbouwcrisiscentrale geschat werd op een 1500. De kantonrechter had M. ver oordeeld tot een geldboete van 800 subs. 40 dagen hechtenis en tuchtrechterlijk was M. door de crisiscentrale veroordeeld gewor den tot een bedrag van 1200. Daar ver dachte na de waarschuwing door de crisis centrale nog niet aan de voorschriften had voldaan, was hij als georganiseerd mole naar geschrapt. Het resultaat van de affaire is geweest, dat M., naar hij heden verklaar de, zijn zaak maar heelemaal heeft gesloten. De officier van justitie vroeg bevestiging van het kantonrechterlijk vonnis. Uitspraak 8 December. Een goochelaar die faalde. Op 27 Sept. was er een goochelavond in Hem. Velen waren naar het café van Hij mans aldaar getogen om de verduisterings kunsten van den goochelaar bjj te wonen en het was, getuige de gn^jte opkomst, een genoegelijke avond geweest Na afloop hadden de verschillende bezoe kers zich naar huis begeven en hierbij wa ren drie daarvan, n.1. de tuindersknecht K. Mes, de smid D. Groot en de tuinder E. Mol, tot de conclusie gekomen dat de jassen, die zü op het podium hadden achtergelaten, verdwenen waren. Al gauw kwam aan het licht, dat eenige bezoekers den goochelaar met een paar jas sen hadden zien loopen en het vermoeden vatte post, dat hij wel eens een poging ge waagd kon hebben een paar jassen weg te goochelen. Het bleek juist te zijn geweest. De jon gelui stelden een onderzoek in en vonden in de auto van den artist hun eigendommen te rug. De artist C. H. M„ die niet was versche nen, hoorde den officier een gevangenisstraf voor den tijd van twee maanden tegen zich eischen. Uitspraak 8 December. Verkeerde raad. Eenigen t(jd geleden stond voor de Alk- maarsche rechtbank terecht de koopman W. v. d. P. uit Alkmaar die aan zekeren D., al hier, aanwijzingen had gegeven waardoor deze laatste een rijwiel had weten te ont vreemden. De officier van justitie had des tijds een gevangenisstraf tegen v. d. P. ge- eischt van vijf maanden. De rechtbank had de zaak toen aangehou den om een reclasseeringsrapport te doen uitbrengen. Zooals de officier van justitie thans op merkte luidde dit rapport al heel ongunstig, zoodat spreker geen enkele aanleiding vond een voorwaardelijke straf te vragen. De eisch luidde thans drie maanden ge vangenisstraf. Uitspraak 8 December. De zitting werd hierna geschorst tot he denmiddag 2 uur. Vijf looze vlsschertjes in het nauw Te Castricum op het terrein van het pro vinciaal landgoed aldaar is een vijver, en in die vijver zijn karpers. Op zichzelf niets bij zonders, er is zooveel water waar karpers zijn, doch deze karpers hebben nu juist het bijzondere dat ze niet gevangen mogen worden. En aangezien verboden vruchten vaak het lekkerst smaken had een vijftal Am- sterdamsche jongelui, respectievelijk M. D., de monteur F. M. K., de koopman J. J. P. V., de losarbeider J. v. d. H. en de 17-jarige C. M. T., besloten in dit vijvertje hun krach ten eens te gaan beproeven. Het scheen aardig te lukken; één was op den uitkijk gezet en de anderen hadden hun respectievelijke snoeren al te water gelaten, toen plotseling een onbezoldigd rijksveldwachter, K. Klingeier, het betrapte en een van hen, M D VlJ^"al verbaliseeren. D., die zich evenwel gezelschap van zijn vier vrienden ,het voelde, liet dat maar niet meer k meer geschieden en probeerde er der door te gaan. Hij verzette zich hev^" tegen de pogingen van Klingeier om u8 vast te houden en riep zijn kornuiten hulp. Dezen, die reeds op eenigen afsf waren, keerden op hun schreden terd F. M. K. moedigde D. luide aan zijn bei» 01 van achteren te grijpen en over een uT leuning te gooien. Een nader ingesteld onderzoek had het licht gebracht, dat de visschers rtT een 8-tal karpers verschalkt hadden en actetasschen hadden geborgen. ln De officier van justitie stelde aliereer het verleden van de verdachten M. D Tt P. V. en C. M. T. in het licht. Vooraf D reeds 12 maal veroordeeld en tegen h eischte spreker dan ook een gevangenisstr") voor den tijd van 4 maanden. V. en T h h ben ook reeds eenige malen met den straf rechter kennis gemaakt. Tegen V. eischt spreker 1 maand gevangenisstraf en teecn T. 10 maanden tuchthuisstraf. Tegen F. M. T. vroeg spreker wegens dief stal en opruiing eveneens 10 maanden tuchtschoolstraf. Tegen J. v. d. H., die naar het oordeel van den officier nog de beste van het vijftal is, en ook nog nooit eerder met den strafrechter in aanraking kwam wilde spreker geen gevangenisstraf eischen' doch vroeg zijn veroordeeling tot een geld boete van 20 of 10 dagen hechtenis. De verdediger, mr. Crevecoeur, die voor F. M. K. en C. M. T. optrad, pleitte clemen tie. Uitspraak 8 December. EEN GOEDGELOOVIGE JUFFROUW. Twee maanden wegens valschheid in geschrifte geëischt. Eenige maanden geleder\ werd een juf. frouw, die op het Roelof Hartplein te Am sterdam wandelde, aangesproken door een haar onbekenden man. Hij deed een vreond verzoek: „ik heb hier het spaarbankboekje van m'n zuster, ik moet geld van de Post- spaarbank hebben, maar m'n zuster moest plotseling de stad uit Wilt U 't geld voor me innen? U teekent maar met haar naam". De juffrouw bleek van valschheid in ge schrifte nooit te hebben gehoord, zij zag er geen kwaad in om den vreemdeling ter wille te zijn. Met het spaarbankboekje ge- wapend toog zij naar het postkantoor in de buurt, doch de ambtenaren waren op hun hoede. De man had nL den vorigen dag ook een meisje aangesproken met hetzelfde ver zoek. Zij was echter verstandiger geweesten had geweigerd. Tevens had zij de postertje gewaarschuwd. Toen de juffrouw het boekje met de slecht nagemaakte handteekening presen teerde, werd zij door de politie, die ijlings gewaarschuwd was, ingerekend. De man, die het boekje gestolen had, was gevluekt De vrouw, een moeder van zes kinderen, hield haar onschuld vol. Zij had er geen ver moeden van gehad, dat zij iets ongeoorloofds deed. Waarom bent U niet getrouwd met een man als de vader van Adolf, moeder? Die krijgt altijd tien voor zijn huiswerk! 18) Tessa zat nu te diep in haar warnet van leugens verwikkeld, om er zich nog veel om te bekommeren, wat er van haar zou wor den. Zij had nu eenmaal een verhaaltje opgedischt en moest zich daaraan houden. Het was nergens goed voor, nu iets anders te vertellen. Zij moest op Jimmy vertrou wen, om haar, als het noodig was, te hel pen hoewel zij niet de geringste hoop had, dat hü dat doen zou, zelfs al zou hij daartoe in staat zijn. „Ik ben zijn zuster", zei ze. „O", mompelde het meisje in den herme lijnen mantel. „Dat is grappig! Ik bedoel, dat het vreemd is, dat wij elkaar nooit eerder hebben ontmoet. Want, ziet u, ik ben ook zijn zuster, en daar ik altijd thuis gewoond heb, hadden wij elkaar moeten ontmoeten. Mijn naam is Luella Turner". Tessa zonk in elkaar. Dat was te veel. De heele wereld was tegen haar. Zij be dekte haar gelaat met de handen, leunde haar roodharig hoofd tegen den muur en snikte vrijuit Zij had gedacht, dat zij geen tranen meer te vergieten had, maar zij had ongelijk ge had. Luella Turner ging naar de deur, stak den sleutel aan den binnenkant en deed de deur op slot. Tessa voelde een lichte en niet onvriendelijke aanraking op den schou der. „Hoe is uw naam?" „Tessa Fisher", snikte Tessa. Het spijt mij, dat ik d-dien leugen hebt verteld, miss Turner". „In orde. Dat heb ik zelf ook wel eens gedaan, als ik in den put zat. Wat bent u? Kamermeisje?" „Neen. Ik ben een tearoom-meisje. Ik heb beneden bij het diner helpen bedienen". „01 Tessa van den Vliegenden Troep, hè? Wel, je ziet er aardig uit, Tessa, en ik kan mijn broer eenigszins begrijpen „O, zeg dat niet, miss Turner", snikte Tessa luid. „Nu, het lijkt wel wat op het begin van een film, en ik weet nog niet precies, of jij de heldin bent of de mooie vampier. Stel, dat je me de intrige eens vertelde?" „Ach, miss Turner, wilt u mij alsublieft laten gaan?" „Zeker niet", antwoordde Luella Turner, in de overhoop gehaalde kamer rondkij kend en daarbij Jimmy's halsdoek en totaal verkreukelde dassen op den grond opmer kend, en in den hoek, waar de dief ze had neergeworpen, de fotografie. „Het ziet er naar uit, of je me eenigen uitleg moet geven, voordat ik je laat gaan" „O, maar dan zal het te laat worden, miss Turner. Laat mij nu gaan, om uw broer3 wil. Om mijzelf geef ik niet. Binnen een paar minuten zal er een vreeselijk schan daal losbarsten. Het kamermeisje is den chef gaan halen". Luella schudde haar zacht heen en weer. „Wordt niet zenuwachtig. Vertel het me vlug in zoo weinig mogelijk woorden. Be grijp je niet, dat ik je niet kan laten gaan, voordat ik weet, wat je hier bent komen doen?" Snikkend stootte Tessa er haar verhaal uit, zoo vlug zij kon, maar hoe kort zij ook was, voordat ze geëindigd had, klonken er zware voetstappen door de gang. „Daar!" snikte zij. „Nu is het te laat. Als u mij hadt laten gaan, hadden we hem kunnen redden. Uw broer, bedoel ik. Nu is het uit". „Nonsens", fluisterde Luella. „Als ik je had laten gaan, zou je het hotel niet uit zijn gekomen, zonder te zijn aangehouden. Ga terug naar je vroeger schuilplaats. Die is vrij origineel. Als ik de deur open doe, druk je je tusschen deur en muur. Laat de rest maar aan mij over. Ik ben nogal han dig in zulke dingen". De zware voetstappen hielden bij de deur stil, en zij hoorden een mannenstem zacht zeggen: „Ik dacht, dat je de deur van buiten hadt afgesloten?" „Ja zeker". „Hoe verklaar je dit dan? De sleutel steekt binnen, en de deur is op slot". Zij zagen den knop omdraaien. „Ik ik moet mij vergist hebben. Maar zü is daar binnen. Ik weet het zeker". Er werd op de deur geklopt, en de man nenstem klonk weer: „Open de deur, alshetublieft". Terwyl dit gesprek werd gehouden, had miss Turner een sigarette opgestoken er die zorgvuldig in een lange, met juweelen ingelegde ivoren pijp gestoken. Op haar ge mak opende zy de deur en blies een rook wolk in de verbaasde gezichten van het kamermeisje en den man, die by haar was, een zwaargebouwd, vastberaden uitziend persoon, die onmiddellyk een verontschul digend gezicht trok, toen hy haar zag. Voorzichtig opende Luella de deur zoover, dat Tessa vlak daarachter, heelemaal ver borgen, tegen den muur stond. HWel zei ze, de bezoekers nieuwsgierig aankykend, „hebt u my noodig?" „Vraag excuus, mevrouw. Ik kwam hier boven, om een verhaal te onderzoeken, dat dit meisje my deed. Zy is een kamermeis- je". „Juist. En wat bent u?" vroeg Luella. „Ik ben de hotel-detective, mevrouw". „Wat interessant! En wat wenscht u?" „Vraag excuus, mevrouw, maar is dit mr Turner's kamer?" „Ja". „Vraag excuus, maar wie bent u dan?" „Ik ben mr. Turner's zuster". „Dan ben ik bed „Pardon?" „Vraag excuus, mevrouw. Ik bedoel, ik sta verbaasd". „Dat schynt zoo. Ik vraag me af, waar om?" „Logeert u in het hotel, mevrouw?" „Ja. Sinds gisteren. Mün kamer ligt op de volgende verdieping nummer zeven en dertig. Mag ik vragen, waar al die opschud ding voor is?" „Wel, ziet u, mevrouw, dit meisje komt beneden bü me met een onmogelük verhaal over een meisje, dat in mr. Turner's kamer zou zitten". „Dat klopt. Ik zit hier. Ik kwam mijn broer opzoeken, en omdat hü er niet was, ging ik op hem zitten wachten. Is daar iets tegen?" „Natuurlük niet, mevrouw. Kwam dit meisje de kamer in, terwül u hier was?" „Ik herinner mü niet, haar ooit gezie® te hebben", antwoordde Luella naar waar heid. „Het was deze dame heelemaal niet!" viel het kamermeisje in. „Hou jü je mond", zei de detective. hebt al genoeg moeilükheden gemaakt Laat mü dit maar behandelen". „Ik wil u natuurlyk niet haasten", Luella, „maar het zal me genoegen doen. als u mü laat weten, wanneer u klaar bent". „Ja mevrouw. Zeker mevrouw. Ik ben nu klaar, en het spüt mü, dat ik u met onzinnige verhaal van dit meisje heb W®» gevallen. Ziet u, mevrouw, zei zei, d®**® hier kwam, omdat er om haar was gebe» „Ik heb niet gebeld". l gjk „Neen mevrouw. Dit meisje is bed..-- bedoel, het mankeert haar een beetje het hoofd. Maar we moeten opschieten. is beneden een groot diner geweest, en waren een hoop kellnerinnen binnen te bedienen. En dit meisje zegt, dat zy van die kellnerinnen in deze kamer vown zonder vergunning, zou Je kunnen En natuurlük was het mün plicht, een derzoek in te stellen. Maar het meisje zich vergist. Of zü ging naar een a" kamer, of het mankeert haar in het en zü heeft alles verzonnen. Dat doen jes wel eens". jj, (Wordt vervoll®'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 6