Minister van Lidth de Jeude geprezen.
NEDERLAND
IN SMNNING
PARLEMENT
De waterstaatsbegrooting in de Tweede Kamer.
Restant onderwijsbegroting
afgedaan.
Q)e
qtoote
4tacUo-
qeboiüvtms
ZAL DOOR HÉÉL
GEVOLGD WORDEN
I
Olimlachjt
jlfeuilleton
door R1CHARD STARR
Vertaald door A. RIEWERD.
(Van onzen parlementairen medewerker.)
De Tweede Kamer heeft gistermiddag
eerst een restant van de behandeling van de
tegrooting voor onderwijs afgedaan, name
lijk de door mevr. Bakker-Nort (v.d.) inge
diende motie, waarin de Kamer den minis
ter verzoekt de mogelijkheid te overwegen,
alsnog terug te komen op het besluit tot op
heffing van de Rijkskweekschool te Oost
burg in Zeeuwsch-Vlaanderen.
Nadat de heeren Suring (r.k.), Tilanus
(c.h.) en van Dijken (a r.) verklaard had
den, dat hun fracties zouden tegenstemmen,
o.m. op grond van de verbreking van het
verband, dat de regeering bij de opheffing
van een aantal kweekscholen had gelegd,
werd deze motie met 39 tegen 38 stemmen
aangenomen. Op het kantje af!
De heer Kersten (s.g.p.) schaarde zich bij
de voorstemmers, die bestonden uit de ge-
heele linkerzijde met de heeren Lingbeek
(st.g.s.) en van Houten (c.d.u.) De heer
Westerman (ex-nat. herstel) stemde voor.
Daarop werd nóg een restant afgedaan,
namelijk van het wetsontwerp tot verlenging
en wijziging van het aan de Nederlandsche
Bank verleende octrooi, waarvan de behan
deling op 18 Nov., in verband met een paar
amendementen van de heeren van der Waer-
den (s.d.) en IJsselmuiden (r.k.) werd uit
gesteld.
Na verloop van een paar weken verscheen
een nota van wijziging, waarover de minis
ter eerst overleg had moeten plegen met He
Bank-directie, waarvan het resultaat was,
dat mr. Oud in belangrijke mate aan de wen-
schen der genoemde heeren kon tegemoet
komen. Dezen waren daarmee content, al
hoewel niet geheel voldaan; in elk geval
trokken zij gisteren, na een kort debat, hun
amendementen in. De nota van wijziging
komt op het volgende neer:
Voor wat betreft den termijn, welke dient
te verloopen tusschen den datum van op
zegging en dien van de beëindiging van Let
octrooi, wordt thans voorgesteld dezen terug
te brengen van vijf jaren tot drie jaren. (De
heer van der Waerden had 2 jaren gewild.)
Wat aangaat de wijze van verdeelen van
de algemeene reserve bij de beëindiging van
het octrooi der Bank was het, in het wets
ontwerp opgenomen, voorstel, het reserve
fonds voor de helft ten voordeele van den
Staat te doen komen en de andere helft ten
bate van de Bank te brengen. De minister
wijzigde het in dien zien, dat de verdee
ling op de zooeven aangegeven wijze wordt
beperkt tot de eerste 10 millioen van de re
serve. Hetgeen het reservefonds bij de ver
deeling meer zal bevatten dan 10 millioen
zal voor 3/4 aan den Staat en voor 1/4 ge
deelte aan de Bank komen. (De heer IJssel
muiden had liever hiervoor de cijfers 7/8 en
1 8 gehad.)
Andere sprekers dan de voorstellers der
amendementen waren er niet, zoodat de mi
nister er met een kort speechje afkwam,
waarna de wijzigingen en het ontwerp z.h.st.
werden goedgekeurd.
Waterstaatsbegrooting.
Daarna maakte de Kamer een aanvang
met de behandeling van de Waterstaatsbe
grooting voor 1937. Sedert er de laatste ja
ren belangrijke onderwerpen, zooals de we
genbouw op groote schaal en de verkeers-
aangelegenheden hoewel ze voor een
groot deel naar het Verkeersfonds zijn over
geheveld zijn bijgekomen, is de belang
stelling voor plaatselijke- of streekbelangen
niet zoo opvallend meer, wat niet wegneemt,
dat zij ook in dit debat niet werden ver
waarloosd.
B(j de algemeene beschouwingen hadden
de belangstelling onderwerpen zooals de
lintbebouwing; verbetering van het ver
keerstoezicht, in het belang van de veilig
heid van het verkeer; bestraffing van ver-
keersdelinquenten; het opnemen óók van
loonbepalingen in collectieve arbeidsover
eenkomsten in Rijksbestekken; de boekin
gen van uitgaven op den kapitaaldienst, wel
ke men liever op den gewonen dienst had
zien gebracht uniformiteit in verkeersbepa-
lingen en dan de gebruikelijke personeels
kwesties, bv. lange diensttijden (voor sluis-
en brugwachters), de personeelsformatie e.d.
Er was dus weer critiek, maar zeer wel
willende. In tijden hebben wij niet zoo al
gemeen aan een minister hulde hooren be
tuigen voor beleid en voortvarendheid als
aan dezen beheerder van het departement
van waterstaat, jhr. ir. van Lidth de Jeude!
De heer Krijger (c.h.) ging zelfs zoover
met de hoop uit te spreken, dat de politieke
toestand zich zóó zou ontwikkelen, dat deze
bewindsman na de verkiezingen zou kunnen
wederkeeren in zyn ambt aan dit departe
ment. Op een hevig verlangen naar de coa
litie wijst deze wensch niet; bij de chr.-hist.
is die begeerte de laatste jaren nooit fel ge
weest.
Minister van Lidth de Jeude besprak eerst
de bezwaren van o.a. de heeren Bongaerts
(r.k.), Rutgers van Rozenburg (c.h.) en van
Kempen (v.b.) tegen de boekingen op den
kapitaaldienst. Hy kon de bezwaren met be
trekking tot een zwaardere belasting voor
het nageslacht wel begrijpen, doch het geko
zen stelsel, omdat juist langen tijd van den
wegenbouw wordt geprofiteerd, niet verder
felijk vinden. Het houdt voorts verband met
den spoed, welke wordt verlangd en met het
streven naar werkverruiming.
Aan diverse personeelskwesties wordt aan
dacht geschonken, gelijk de minister in de
memorie van antwoord reeds mededeeld».
Over de dienst- en rusttijden van sluis- en
brugwachters zal hy zijn gedachten nog
eens laten gaan, verklaarde hij aan den heer
van Braambeek (s.d.)
Aan de commissie voor de waterstaatswet
geving werd opdracht tot een onderzoek van
een nieuw ontwerp-lintbebouwing gegeven.
Een wetsontwerp heeft reeds verschillende
instanties doorloopen; ook met sociale zaken
is overleg gepleegd, voorzoover de woning
bouw erbij betrokken was. De minister ver
trouwde, dat een ontwerp over enkele da
gen kan verschijnen.
De taak welke de minister aan de op 12
Juli 1936 by Kon. besluit ingestelde Rijks
verkeersinspectie toevertrouwde, was opzet
telijk zoo ruim gesteld, teneinde op alle ver-
keersvoorschriften toezicht te kunnen uit
oefenen. Om de naleving van die voorschrif
ten te verzekeren, moet men niet al te zui
nig zyn.
De minister bleef tegenover den heer Rut
gers van Rozenburg volhouden, dat een ma
ximumstraf van 10 jaar intrekking van
het rijbewys, voor recidivisten, zwaar ge
noeg is; levenslange intrekking vond hij niet
noodig.
By de afdeeling „Waterstaat" deden
plaats- en streekbelangen weer hun rechten
gelden. Noordhollandsche waren daarbij
niet betrokken. Wy bleven in Zeeland, Bra
bant, Overysel en in het hooge Noorden.
Van meer dan plaatselijk belang is de af
slag van de duinen op Ameland. De minister
stelde de heeren Ebels (v.d.) en Louwes
(v.b.) daaromtrent gerust; de afneming is
niet onrustbarend en het Rijk zorgt goed
voor die duinen, waaraan het 579 per
K.M. per jaar ten koste legt, op één na het
hoogste bedrag voor duinherstel (het hoog
ste is 589 per K.M.) Voor de zeedijken
zorgt het Rijk eveneens.
By de afd. „Mijnwezen" werden den mi
nister verwijten gemaakt over haar deels af
wachtende, deels afwijzende houding met
betrekking tot de saneering van den kolen
handel en de ordening van het mijnbedrijf.
Kon de heer Krijger (c.h.) deze houding
billijken en vroeg hij zich af, in hoever het
rapport van oud-minister Verschuur kon
worden gehandhaafd, mocht de heer Schilt-
huis (v.d.) verzet aanteekenen tegen den
dwang, welke, volgens dit rapport, ter sa-
i "Jiaub hniMcLujamotul liQeamie* a-i- VRUf
neering van den kolenhandel, zou moeten
worden opgelegd, verscheidene andere
sprekers weren ontevreden over den gang
van zaken. Vastknoopend aan de uitlating
van mr. Verschuur, dat het mijnbedrijf bij
uitstek geschikt is voor een bedrijfsraad,
werd gepleit voor saneering en ordening en
instelling van een bedrijfsraad; voorts voor
verbetering van de loonen en pensioenen
der mijnwerkers en inzonderheid voor de sa
neering van den kolenhandel, waarin de
kleintjes verdrukt worden door de grooten.
Het waren voornamelijk de heeren van
Dijken (a.r.), Amelink (a.r.), Bongaerts
(r.k.), van der Waerden (s.d.), Hermans
(r.k.) en Drop (s.d.), die uiting gaven aan
hun ordeningsstreven, de laatste drie met
meer kracht en meer geporteerd vcor een
bedrijfsraad.
Uit het antwoord van minister van Lidth
de Jeude bleek, dat hij ook niet afkeerig is
van een bedrijfsraad voor het mijnbedrijf.
Ook hy verheugde zich over de verbetering
in onze mijn-industrie, die technisch zoo uit
nemend geoutilleerd is. De marge tusschen
den kostprijs en den verkoopprijs biedt de
mogelijkheid tot saneering van het distri
butiebedrijf, dank zy de rationalisatie. Aan
de belanghebbenden kan men de ordening
overlaten. Het geldt twee gelijkwaardige
partijen, waarvan de Staatsmijnen en de ko-
lenconventie deel uitmaken, zoodat de re
geering indirect haar invloed kan doen gel
den, wat zij zeker ook zal doen om de noo-
dige correctieven aan te brengen.
Verkeersfonds.
Om 11 uur werd, na een kort debatje over
het Staatsvisschershavenbedrijf te Llmuiden
tusschen den heer van Dis (s.g.p.) en den
minister over aan der> afslag geweigerde
vischventers, doorgegaan met de begrooting
van het verkeersfonds voor 1937.
De heer Krijger (c.h.) wenschte bij de
coördinatie van het verkeer ook de binnen
scheepvaart en de beurtvaart te betrekken;
de heer Duymaer van Twist (a.r.) klaagde
over de deloyale concurrentie, welke de
Spoorwegen (o.a. door de A.T.O.) aan de
binnenscheepvaart en de vrachtauto-diensten
aandoen.
De heer Ebels (v.d.) achtte het gewenscht,
dat de aangekondigde wetsontwerpen tot re
geling van het personen- en goederenver
keer tegelijk zouden kunnen worden behan
deld. De druk op het motorverkeer was z.i.
te zwaar; er moet meer evenredigheid ko
men tusschen de motorbelasting en het ge
bruik, dat van den weg wordt gemaakt.
Overigens vond hij dat het westen des lands
ten aanzien van de „buitengewesten" wer
den bevoordeeld.
De heer Bongaerts (r.k.) zag zijn Limbutg
ten aanzien van den bruggenbouw ten ach
ter gesteld bij andere streken des lands. De
coördinatie van het verkeer noemde hij sub
ordinatie; wij zijn op weg naar een conces
siestelsel. Om uit die moeilijkheid te gera
ken bepleitte hij de oprichting van een weg-
vervoer-maatschappy onder toezicht der re
geering, waarin alle vervoersondernemin
gen zouden kunnen worden opgenomen.
Wat de motorrijtuigenbelasting betreft,
bleek de heer J. ter Laan (s.d.) het met den
heer Ebels eens te zijn. Hij vond die veel te
hoog en zou een enkele benzine-belasting
het billijkst achten.
De heer van Kempen (v.b.) uitte eenzelf-
Donderdag 10 December.
HILVERSUM, 301 M. (AVRO uitz.)
8.Gr.pl. 10.Morgenwijding.
10.15 Gr.pl. 11.Causerie: Hoe zeg
gen wy het. 11.30 Lyra-trio. 12.15
Orgelspel. 12.45 Gr.pl. 1.15 Het Om
roeporkest. 2.Deel. 2.20 Het
Omroeporkest. 3.Naaicursus. 3.45
Gr.pl. 4.Voor zieken en ouden
van dagen. 4.30 Gr.pl. 4.50 Voor de
kinderen. 5.30 Het Omroeporkest.
8.30 Sportpr. 7.Voor de kinderen.
7.05 Gr.pl. 7.15 Z.Exc. mr. J. A. de
Wilde spreekt over Weldadigheids
postzegels. 7.20 Gr.pl. 7.30 Engel-
sche les. 8.ANP-ber. Hierna Con
certgebouworkest, Toonkunstkoor
en solisten. In de pauze radio-
tooneel. 10.30 Gr.pl. 11.ANP-ber.
Hierna tot 12.Avro-dansorkest.
HILVERSUM, 1875 M. (8.—9.15 en
11.—2.— KRO, de NCRV van 10
11.en 2.11.30 uur). 8.9.15 en
10.Gr.pl. 10.15 Morgendienst.
10.45 Gr.pl. 11.30—12— Godsd.
halfuur. 12.15 KRO-orkest en gr.pl.
2.Handwerkcursus. 3.3.45 Gr.pl.
4.Bijbellezing. 5.Cursus han
denarbeid v. d. jeugd. 5.30 Cello en
piano. 6.15 Gr.pl. 6.45 CNV-kwar-
tiertje. 7.Ber. 7.15 Z. Exc. mr. J.
A de Wilde spreekt over Weldadig
heidspostzegels. 7.20 Gr.pl. 7.30
Sportpr. 8.ANP-ber. 8.15 Ad-
ventsklanken mmv. solisten, Chr.
Orat. Vereen. „Oefening en Stich
ting", Nederl. Kamerorkest en
orgel. 10.15 ANP-ber. 10.20—11.30
Gr.pl. Hierna Schriftlezing.
DROITWICH, 1500 M. 11.1511.50
Gr.pl. 12.10 BBC-Welsch-orkest m.
m. v. solist. 1.05 Alt en sopraan.
1.352.20 Dansmuziek (gr.pl.) 3.35
Sted. orkest Bournemouth m. m. v.
solist. 5.05 Gr.pL 5.35 Lou Preager
en zyn Band. 6.20 Ber. 6.40 Boek
bespreking. 7.Variété-progr. 7.50
BBC-Schotsch-orkest. 8.50 Free
Man versus the State, causerie. 9.20
Ber. 9.40 Literaire causerie. 10.
Jazzprogr. 10.20 Korte kerkdienst.
10.40 Literair-muzikaal programma.
11— Twee violen en cembalo. 11.35
LewStone en zijn Band. 11.5012.20
Dansmuziek (gr.pl.)
RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.40
Gr.pl. 11.20 Omroeporkest. 2.50 Gr.
pl. 4.20 Zang. 5.20 Radio-tooneeL
820 Vocaal kwartet en solist. 9.05
Nat. orkest. 11.2012.35 Pascal-
dansorkest.
KEULEN, 456 M. 5.50 SA-orkest.
7.508.20 Westduitsch Kamerorkest.
9.20 Volksliederenconcert. 11.20 Or
kestconcert. 12.35 Omroep-amuse-
mentsorkest 1.35 Gevar. concert
3.20 Omroepkleinorkest. 4.35 Volks
liederenconcert. 5.40 Omroeporkest.
7.10 Rep. 9.5011.20 Omroepklein
orkest.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 Salonorkest. 1.05
Cabaret. 1.15 Salonorkest. 1.30
Kleinorkest. 1.50 Cabaret. 2—2.20
Gr.pl. 5.20 Kleinorkest. 6.50 en 7.20
Gr.pl. 8.20 Omroeporkest. 10.30—
11.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pL
12.50 Kleinorkest. 1.302.20 Gr.pL
5.20 Omroeporkest. 6.35 en 7.35 Gr.
pl. 8.20 Omroepsymph.-orkest. 10.30
—11.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.20 Rep. 9.20 Ber. 9.50 Het Hartig-
trio. 10.05 Weerber. 10.20—11.20
Barnabas von Geczy's orkest.
t
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.9.50, Luxem
burg 9.50—11.20, Parijs R. 11.20—
13.05, Brussel VI. 13.0514.20, Lu
xemburg 14.2014.55, Parijs Radio
14.5S—15.50, Lond. Reg. 15.50
16.50, Parijs R. 16.50—17.20, Brussel
VI. 17.20—18.50, Brussel Fr. 18.50
19.20. Berlyn 19.2021.05, Parijs R.
21.05—24.—.
Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Nor-
mandie 9.20—10.35, Lond. Reg. 10.35
—15.35, Droitwich 15.35—18.20,
Luxemburg 18.2019—, Droitwich
19—20.55, Boedapest 20.55—21.20,
Droitwich 21.2021.40, Brussel Fr.
21.40—22.20, Droitwich 22.20—22.45,
Lond. Reg. 22.45—24.—,
de klacht Zitten we met deze belasting al
lang niet aan het plafond? vroeg hij. Moet
de benzinebelasting niet worden verlaagd,
nu door de devaluatie de benzineprijs is
verhoogd? Hoe denkt de minister over we-
genbelastingkaarten voor één of twee maan
den? Zou het motorverkeer daardoor niet
worden gestimuleerd? Allemaal vragen lie
bij dezen afgevaardigde opkwamen en bij
hem niet alleen.
De heer van Dis (st.g.p.) bepleitte een ab
solute Zondagsrust en wenschte algehevle
stopzetting van alle openbare vervoermid
delen op Zondag, hetgeen den heer Duymaer
van Twist (a.r.) de interruptie ontlokte: „Ds.
Kersten reist zelf op Zondag!"
De heer Louwes (v.b.) zette uiteen, dat
wat de heer van Dis wilde, in den modernen
tijd, die wel heel ver van dien van het Oude
Testament afligt, absoluut onmogelijk is.
De heer van Dijk (a.r.) tenslotte waar
schuwde tegen misbruik van het concessie
stelsel ten bate van de A.T.O.
De minister kwam om 12.45 uur aan het
woord. Hij zou zyn rede vandaag voortzet
ten. Er werd slechts een begin aan gemaakt
om verdere sprekers af te sluiten.
EERSTE KAMER.
De Eerste Kamer is ook nog even bijeen
geweest. In de korte avondvergadering van
gisteren stonden op de agenda de begroo
ting van het Staatsbedrijf der Algemeene
Landsdrukkerij voor 1937; een wijziging van
de wet op de Inkomstenbelasting 1914 en van
de successiewet (waardoor deelgerechtigden
in bedrijfsfondsen belastbaar worden); het
ontwerp houdende regelen omtrent het be
trekken van electriciteit uit het buitenland
(waarvoor een vergunning noodig zal zyn)
en de goedkeuring van het Neder landsch
Duitsche verdrag nopens de regeling van
het goederenverkeer voor het jaar 1934 op
23 Dec. 1935 te Berlijn gesloten.
Er werd geen discussie gehouden. Zonder
hoofdelijke stemmingen gingen deze wets
ontwerpen onder den hamer door.
De Eerste Kamer houdt zich deze weck
verder bezig met afdeelings-ondesKgfc o.a.
de Ryksbegrooting (de algemeene beschou
wingen) zyn aan de beurt.
Hier zyn de costuums voor de
twaalf girls.
22)
„Nu, de ooms waren nog zoo kwaad niet,
dat durf ik wel te beweren, kind. Maar ze
zijn allebei getrouwd. Bewaar me voor ooms.
De kinderen waren woestelingen. Het jong
ste meisje van vyf moest het bepaald van
mij hebben. Smeerde mijn beste zijden
blouse vol jam, en veegde haar schoenen
af aan een nieuw paar kousen van twee
vijf en negentig, tot ze er uitzagen, alsof
honden er om gevochten hadden. De jongen
ging op mijn lakschoenen staan en bleef
maar zeuren, of ik mijn gezicht had ge
verfd. Dat had ik werkelijk. Mijn hemel,
de ooms waren de eenige beschaafde men-
schen".
„Hoe was zijn moeder?"
„Dat is een schat. Natuurlijk denkt ze,
dat haar zoon een soort van sir Lancelot of
the Lake is, maar dat komt er niet op aan".
„Bedoel je, dat je nu verloofd bent?"
„Neen. Zoo ver kwam het niet. Ik stelde
het uit, maar heb, geloof ik, de mogelijk
heid ervan open gehouden. Het kan nu elk
oogenblik gebeuren. En ik weet niet, wat
ik moet doen, Tess. Ik zeg je, dat ik het
niet weet Ik ben ziek van het gepieker
erover. Ik stond hem toe, my te zoenen
gisteravond. Eerste keer".
„Ha", gichelde Tessa. „Vond je het pret
tig, Pet?"
„Wel, ik gaf er niets om, gekke meid,
en had er ook niets van verwacht. Het liet
me ijskoud. Maar wat moet 'n meisje doen?
Zeg me dat eens. Ik moet een man hebben.
Ik ben vier en twintig, en misschien krijg
ik nooit weer een kans, als ik dit afsla".
„Maar Pet, je houdt niet van hem! Dat
kan niet, als je er zoo over denkt".
„Ach, ik zou wel eens willen weten, wat
liefde er op aan komt? Meisjes als wij zyn
hier niet op haar plaats, en de liefde maakt
maar domkoppen van ons. Ik kom uit
Poplar. Jij uit West Ham. Mary Frost is uit
Hoxton Belle, en Belinda Mulrooney's va
der verkoopt groenten in een stalletje in
New Cut. Wy tearoom-meisjes zijn hier bo
ven onzen stand. In werkelijkheid behoo-
ren we tot den fabrieksstand, niet tot den
kantoorstand, zooals de meeste meisjes,
die hier als klant komen.
Als we in West Ham enzoovoort waren ge
bleven, zouden we in onzen eigen stand
getrouwd zijn. Maar als we deze uniform
aan hebben en wat gedrild zijn, zien we er
net eender uit als de kantoormeisjes. En
sommigen van ons leeren aardig praten
ook. Kijk maar naar jou. Niemand zou jou
van een kantoormeisje onderscheiden.
Om de waarheid te zeggen, is die An-
struther-jongen een strop voor mij. Ik
moest dol gelukkig met hem zyn. Maar dat
is het nu juist. Telkens komt er hier een
man binnenstappen voor een kop koffie, die
hoog boven de anderen staat, en natuurlijk
bezwijken wy juist voor zoo'n man. En dat
doet ons goed. Zij praten met ons en vroo-
lyken ons op. Soms vragen ze ons een
keer of wat mee uit, als we daarop gesteld
zijn. Maar dat is dan ook alles. Zij zullen
nooit over een huwelijk met ons praten, en
waarom ook? Zy zyn heeren, en wij alleen
maar alleen maar
„De hoi polloi", viel Tessa in.
„Lieve deugd, wat is de hoi polloi, kind?
Is het iets om te eten?"
„Het beteekent: de gewone kudde", zei
Tessa. „Het is Latijn".
„Je begrijpt, wat ik bedoel, Tess. Hier zit
ik nu met deze kans. En ik moest die met
beide handen aangrijpen. In plaats daar
van kan ik maar niet tot een besluit komen,
en voel er me zoo gelukkig onder als een
natte kip".
„Het is niet billijk, Pet", zei Tessa bijna
heftig. „Je bent mooi, en je bent een
schat. Die half-was is niet goed genoeg voor
jou".
„Och, hij is toch wel goed genoeg voor
my", zei Pet vermoeid. „Hy is beter dan
wie ook, dien ik in Poplar zou hebben ge
kregen, in aanmerking genomen, dat mijn
vader nu ja, het komt er niet op aan,
wat hij was. Hij was niet veel".
„Het komt er geen steek op aan, wat Je
vader was", zei Tessa warm. „Wat jij bent,
telt alleen mee".
„Nu, Anstruther is klerk bij een verzeke
ring, en dat is heel aardig, zeggen ze".
„Lieve help! riep Tessa. „Ik ga vanavond
uit met een klerk bij een verzekering".
„Prachtig voor je, kind! Is dat die fync
mijnheer met die lange auto?"
.O neen, die niet", zei Tessa haastig. „Dit
is mr. Banks, die in hetzelfde huis woont als
ik. Wil me vanavond meenemen naar een
theater. Hy heeft pracht plaatsen".
„Je blijft er aan hangen, kind" zei Pet.
„Het is niet goed, te hoog te willen reiken.
Het maakt den val maar dieper".
„Je denkt aan dien grooten lummel van
je, is het niet, Pet?"
„Reken maar", zei Pet Peil. „Ik zou wel
eens willed weten, of ieder meisje met den
eenen man trouwt, terwyl ze haar heele
verdere leven aan een anderen denkt? Het
leven is me wat voor een werkend meisje!
Maar ik ben vier en twintig en niet van
plan, mij op myn leeftijd aan te stellen als
een gek. Ik ga mijn schoenen onder An-
stuthers kleerkast stoppen. Ziezoo".
Tessa vond het werkelijk jammer. Het
deed haar gevoel voor wat wel en wat met
gepast was geweld aan, zich Pet Peil voor
te stellen als getrouwd met de vry onbe
duidende persoonlijkheid zonder kin, ge
naamd Anstruther. Omdat Pet er in haar
zedige zwart- en witte uniform voor iederen
man aantrekkelijk uitzag. Zij meende, dat
Pet, als zy behoorlijk gekleed zou zijn, als
een echte schoonheid zou uitblinken.
Op het drukste uur van den dag ging
Tessa weg en begaf zich naar Norrington
Square, dat, naar zij bemerkte, in het
Bloomsbury-deel lag. Het was een donker,
oud huis op een donker plein. Zy liep het
huis drie keer voorbij, voordat zy genoeg
moed had verzameld, om aan te bellen. Zij
had haar uniform in een stuk bruin papier
by zich, maar er was niets te bespeuren van
andere meisjes, en zy wist, dat het dus geen
werkje was voor den Vliegenden Troep.
„Het is een valstrik", dacht ze by zich
zelf. „Net als met dien sigarenkoker van
Jimmy Turner. Dit huis staat my niets aan
In zoon huis kan van alles gebeuren. Wan-
gemaaktr^n r*men laaUt Z*n 'choon-
Zii herinnerde ™h. dat de brief of-
van deWfl8„KaeWee8t' *2 van het hoofdbureau
van de firma was gekomen.
Ki u'illdi?1uk 661(16 aan en hoorde oogen-
bl.kkelijk ee* geklik en de deur ging een
paar duim open. Niemand verscheen? en
a a zy een poosje op de stoep gewacht
had, stootte zy de deur open en ging naar
binnen. Zy kwam in een nauwe vestibule en
zag een trap zonder looper voor zich. Zij be
merkte, dat er een ijzerdraad aan den klink
van de deur was bevestigd, waardoor het
raadsel van het opengaan was opgelost. Zij
volgde dien draad naar boven en kwam bij
een deur, waarop stond: Kantoor.
Zy klopte op die deur, en een schrille
stem verzocht haar, binnen te komen. ZÜ
vond er een jongen van omstreeks veertien
jaar, een echt kind nog.
„Goeden middag", zei Tessa beleefd.
„Hetzelfde", zei de jongen grinnikend.
„Waar is de brand?"
Hij keek naar Tessa's rood haar.
„Hoor eens, jongen", zei Tessa streng,
„maak je niet vroolyk over mij, want ik ben
oud genoeg, om je moeder bijna te kunnen
zijn. Myn naam is Tessa Fisher, 2703, en m
moest vragen naar mr. Arthur Corless".
„O, u bent het model", zei de jongen.
„Model?" zei Tessa. „Niets ervan. Ik ben
een tearoom-meisje".
„In orde. Mr. Corless heeft een tearoom*
meisje noodig als model. Voor een foto
begrypt u". 3
„Lieve help", zei Tessa. „Wat heb ik daar
voor te doen?"
„Dat weet ik niet", zei de jongen onV®[*
schlllig. „Dat daar is een van de le*tt
dingen, die hij maakte". n
Hij wees op een foto aan den muur, e
aantal meisjes voorstellend, die heel wem
aan hadden en met bloote beenen en voe
wild door lang gras liepen.
„Dat heet: „De trots van den morge»
verklaarde hij.
(Wordt vervolgd)*