Het groene oog van Baa-AI. avonturen van den p ^okworstman. "als het kerstmis wore i LEGKAART 1. Raadselhoelcie X X X xxxxxxx X X X AVONTUREN VAN DEN ROOKWORST MAN. HET HOEDJE IN T HOÏC.L EbN KAARScNHOUutKTJE. 2. Oplossing der raadsels uit het vorige nummer. Voor grooteren. Bergen-op-Zoom. Beer, oom, zee, zon, mop, groen. Wat klinkt het hol en vreemd in dat leege huis! (Tholen). Het is veel te koud en te winderig om buiten te zitten. (Uden). Hendrik is heelemaal verbrand; hij zwom ook eiken dag in zee. (Mook). Zullen we het drankje, de zalf en de pillen maar dadedijk bestellen? (Ede en Alfen). Bob at het meest en won den wed- (Bath.) 3. 4. strjjd. Sinterklaas. Goud zoo rot Le c k 1 e An n b o o z u u b e r 1 s h i a t r k Gothenburg 1. 2. 3. 4. vaag Voor kleineren. Bij, bel; bijbel. Sneeuw. De echo. Een ui. OM OP TE LOSSEN. Voor grooteren. 1. Mijn geheel wordt met 11 letters ge schreven en noemt een bekend spreekwoord. Een 6, 4, 10, 11, 1 is een riviermond. 3, 7, 2, 11 is een jongensnaam. 1, 10, 4, 5, fc, 7 is een meisjesnaam. Een 3, 9, 4, 2 is een roofdier. 2, 5, 9, 11 groeit soms aan den water kant. 2. Op de kruisjeslijnen komt de naam van een plaats in Overijsel. le ry een medeklinker. 2e een crappig dier. 3e een hondennaam. 4e 't gevraagde woord. 5e het tegenovergestelde van smal. 6e een getal. 7e een madeklinker. 3. Verborgen steden ir het buitenland. Ik sprak Clothilde aan, toen ik haar zag en Evert voegde zich bij ons. De gewone gang van zaken kon ge lukkig hervat worden. (2) We hebben heel lang oranje bloemen in onzen tuin gehad. De winkelier rekende de prijzen door elkaar. (2) Je neemt het papier te smal, Agaat; zoo is het gauw kapot. 4. Welke vogels hebben geen vleugels. door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. Voor kleineren. Vui deze 9 vakjes in met: 2 A 21 1D 2 N 1P IV maar doe het zóó, dat je van boven naar beneden en van links naar rechts kunt lezen: le rij een lichaamsdeel van een visch. 2e een meisjesnaam. 3e een houten drinkbakje. Mijn beide eerste deelen noemen iets, dat op het land kan groeien, mijn derde kan heel rrooi zijn en mijn gaheel is een bloem. Kies uit elk van onderstaande zinnen één woord en wel zoo, dat ze, in de zelfde volgorde genomen, een bekend spreekwoord vormen. In Zwitserland vindt men heel hooge bergen. In onzen tuin staan maar weinig groote hoornen. Al loop je nog zoo hard, mij vangen kun je niet. Ik geloof, dat wü veel te vroeg zijn. Je houdt toch ook meer van sneeuw en ijs dan van wind en regen? Je schrijft mij met twee letters. En 'k ben verbazend koud. Toch denk ik, dat je allen Wel heel veel van me houdt. En in de Kerstvacantie, Dan heb je mij wat graag. 'k Vertel alleen nog. dat ik Soms hee.1 wat menschen draag! (Nadruk verboden). Binnen 8 me ter *an auto bus-halten Is stilstaan met auto's en andere voer tuigen verbo den, evenals op brugge voor uitritten, binnen 8 m«. ter van straat hoeken of op hinderlijke wljre voor het verkeer. De Rookworst-man, die leuke guit. De ondeugd straalt hem d'ogen uit Ging éénmaal wand'len zonder hoed. Het zonnetje, dat deed hem goed! Maar na een poosje lieve tijd! Toen had de Rookworst-man toch spijt De zon scheen zó warm op zijn bol, Dat 't ventje zuchtte: 'k Houd 't niet vol Eei hoedEen hoedWaar is een hoed? Ik zie er geen, al kijk ik goed Een hoedje zou mij welkom zijn! Mijn arme hoofdje doet zo'n pijn! Maar wat is dat? Wat zie ik daar Een hoedje hangt voor mij al klaar En door een open raam nam hij Een lampekap van roode zij Dat hoedje stond hem enig, zeg! Hij lieo er als een haas mee weg. Maar wee, o wee, wie kwam daar aan? Wie liep er heel hard door de laan? Haar lampekap! Zij vond 't niet goed En riep: (haar stem klonk lang niet lief Och, houdt den dief toch! Houd den dief En een meneer zei: Opgepast! Hoera! Daar had hij Rookworst vast! De juffrouw greep haar eigendom En 't heertje keek eens lachend om. Hij zag: de juffrouw liep heel vlug Met haar rood-zijden kap teiug, De Rookworst-man naar d'and're kant. Wat had hij toch geducht het land! Hij dacht: Nee, uitgaan zonder hoed. Ik weet het nu! dat is niet goed! En 'k heb mezelf heel vast beloofd: Als 'k uitga, zet ik wat op 't hoofd! - (Nadruk verboden). 33. Men was nieuwsgierig wat er volgen zou en nu vertelde de goochelaar aan Amenotep en aan alle krijgers van 't hof, dat hij de kunst verstond om groene edelgesteenten een bijzondere gloed te geven. Toen het vuur was uitgebrand liep de goochelaar uzn geheimschrijver van den koning. 34. De geheimschrijver haalde de steen uit de gloeiende as en nu bleek het dat deze zoo prachtig fonkelde als nog nooit een steen geschitterd had. Iedereen was opgetogen. De Koning van Egypte was de wolken. in Deze legkaart stelt voor: Vogeltjes voeren. (Nadruk verboden). door C. E. L llE HCX.^RWAARD. De Rookworst-man hield van een grap, Was in 't bed :nken daarvan knap Eens, toen hij was cp ieis gegaan, Zag hij een rijtje schoenen staan Voor deuren in een lange gang. Het was vrij laat en hij niet bang, Dat iemand uit een kamer schoot! Werd van de voorpret al vuurrood. Hijwisselde de schoenen om, Maar Rookworst-man, die was niet dom En hield de zijne netjes aan. Met d'and'ren zou het prachtig gaan! De schoentjes, elegant en zacht, Die stonden vlak vóór kamer acht, Ruild'-ie met grove laarzen vlug, Gaf die dus in ae piaats terug, En grooten vast van een meneer! Verruilde hij met kleintjes weer Van 'n kleuter van een jaar of vier. Och, och, wat hacl hij een plezier! Geen schoen bleef op zijn plaatsje staa.i Dat had de Rookworst-man gedaan! Die ging toen stil, heel stil naar bed, Had in zijn eentje dolle pret! Den and'ren morgen, lieve tijd! Was iedereen zijn schoenen kwijt Men belde, riep: Wat is dat hier?! Geen schoenen! Maar wel luid getier! De huisknecht kwam er aan te pas. Hij zei, dat 't z ij n schuld heusch niet was' De Rookworst-man (dat snap je toch!) Deed, of hij lag te slapen nog. Tot iedereen zijn schoenen had. Zoo'n stoute Rookworst-man was dat Ik hoop, dat hij mij g^ed verstaat En zulke dingen voortaan laat! (Nadruk verboden). Als het Kerstfeest nadert, komen de kaarsjes weer voor den dagi Niet alleen aan den boom, maar ook zoo hier en daar geplaatst, op de piano bijv. geven de brandende kaarsjes een aardig effect. Wie de kunst van het figuurzagen ver staat, kan heel gemakkelijk zelf kaarsen- houdertjes maken. Hier zie je er een voorbeeld van. I De teekeningen I en II breng je met behulp van calqueerpapier op dun triplex Wijd ziineafsheft hoïtdï1 dT wwaüT ken zaag je nu heel precies uit Na he't wyu genoeg is om er een kaarjse in te plaatsen. Daarna lijm j« het stukje op bovenkant van je kaarsenhoudertje. Het geheel kun je beitsen of verve' Voor de randjes (houtdikte) neem je andere, liefst afstekende kleur. Bijv. gfw met rood of oranje randjes. Je zult ee zien, hoe aardig gekleurde kaarsje* zoo'n houdertje staan. INA v. DEVENTfl*- (Nadruk verboden).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 13